VRAAG/ANTWOORD. Aan: Lezer. Delft, 13 februari Betreft: uw vraag d.d. 11 februari 2013, ons kenmerk LS,

Transcriptie

1 Aan: Lezer Delft, 13 februari 2013 Betreft: uw vraag d.d. 11 februari 2013, ons kenmerk LS, Hierbij ontvangt u onze reactie. Probleemstelling Zoals beloofd, hierbij mijn bericht betreffende de rookgasafvoer (RGA diameter 200mm) van een gesloten gashaard te plaatsen in een nieuwe uitbouw. In de bijlage: 1. Foto: Dak situatie. Verste dakrand ligt op erfgrens. Doorvoer zou evt door dak gaan, hart RGA ongeveer 410mm van erfgrens, versleepte pijp komt als het ware naar de camera toe. Foto is van half december. 2. Tekening I: de situatie. Plaats haard aangegeven, rechts in de eetkamer tegen de wand. 3. Tekening II: Doorsnede. Er zijn 2 opties: RGA door penant op ongeveer 2 meter hoogte, hart RGA 1100mm van erfgrens; of RGA door dak, omkokerd, en verslepen naar midden van het dak, zover dat aan de wet wordt voldaan voor wat betreft de afstand tot erfgrens, ramen bij buren, e.d. Koker zou ongeveer 42 cm x42 cm worden op klossen van ongeveer 6 cm. Totale hoogte ten opzichte van dakvlak ongeveer 50 cm; dakrand is ongeveer 70 mm hoog, dus zichtbaar zou het ongeveer 43 cm zijn. 4. Tekening III Aanzicht achtergevel met daarin aangegeven de twee opties. 5. Tekening IV: Nogmaals dakplattegrond. Vragen Ik wil graag onderzocht hebben of 1 van de 2 opties (of beide) wettelijk toegepast mag worden, dit in verband met bezwaren van de buren. Graag bij het rapport de juridische onderbouwing bijvoegen. Antwoord Zie nadere uitwerking. pag. 1 van 11

2 Toelichting In uw situatie is sprake van het vergroten van een bestaand bouwwerk in de vorm van een uitbouw waarin een Kal Fire Fairo 75 gesloten gashaard wordt opgenomen met een voorziening voor de afvoer van rookgassen die door het dak van de uitbouw wordt geleid en op ca. 50 cm boven het dak van de uitbouw op een nader te bepalen plaats op dit dak zijn uitmonding heeft. Van toepassing op de voorziening van de voorziening voor afvoer van rookgassen is paragraaf van het Bouwbesluit Van toepassing is artikel 3.48 van dat besluit in verbinding met artikel 3.55 daarvan: CITAAT Artikel 3.55 Verbouw Op het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk zijn de artikelen 3.51 tot en met 3.53 van overeenkomstige toepassing, waarbij in plaats van het in die artikelen aangegeven niveau van eisen wordt uitgegaan van het rechtens verkregen niveau. EINDE CITAAT Het begrip rechtens verkregen niveau is als volgt gedefinieerd: CITAAT rechtens verkregen niveau: niveau dat het gevolg is van de toepassing op enig moment van de relevante op dat moment van toepassing zijnde technische voorschriften en dat niet lager ligt dan het niveau van de desbetreffende voorschriften voor een bestaand bouwwerk en niet hoger dan het niveau van de desbetreffende voorschriften voor een te bouwen bouwwerk; EINDE CITAAT Het gaat om een ketel met CE-markering. Dat impliceert dat de ketelfabrikant via de CEmarkering en de installatie-instructie die deel uitmaakt van die CE-markering, er voor zorg draagt dat er sprake is van een veilige en gezonde werking van de ketel met de verbrandingsluchttoevoer en de rookgasafvoer. Of de rookgassen daadwerkelijk altijd naar buiten worden afgevoerd, hangt af van het feit of er ten gevolge van de aanstroming van wind tegen de opgaande gevel niet een zodanige werveling ontstaat dat gedurende zekere tijd sprake zal zijn terugstroming, leidend tot mogelijk een ongezonde of onveilige situatie. Uit de installatiehandleiding behorende bij de CE-markering moet blijken of een uitmonding op 50 cm hoogte boven het dak, grenzend aan een opgaande gevel toegestaan is. Dit geldt ook bij optie 2 (geveluitmonding op de begane grond). Ook dan kan een wervel vanwege de opgaande gevel voor verstoring van de goede werking zorgen. Nationaal is echter de relatie tussen de plaats van een uitmonding van een rookgasafvoer en de instroomopening van een ventilatietoevoer geregeld. Dat heeft namelijk geen relatie met de CEmarkering voor het toestel en de voorzieningen voor verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoer. pag. 2 van 11

3 Tot 1 april 2012 was daarvoor geregeld in afdeling 3.14, artikel 3.98, van het Bouwbesluit 2003 dat ook bij verbouw nimmer daarvoor mocht worden afgeweken van de nieuwbouweisen, welke waren vastgelegd in artikel 3.94 van dat besluit. Dat betekende dat tussen een uitmonding een afvoer een minimale afstand is acht moest worden genomen, zoals nader uitgewerkt in NEN2757 en voor de installateur nader beschreven in NPR 3378, deel 60, paragraaf 5.3. In formulevorm: Daarbij moet f kleiner zijn 0.01 en de getallen C1 en C2 zijn voor uw situatie beide 60. Uit de nadere toestelinformatie halen we een belasting van het toestel van ca. 8 kw. Het hoogteverschil tussen uitmonding en ventilatie-inlaat zal ca 1,3 m zijn. Het gevolg hiervan is dat de uitmonding ca 3,38 m uit de oorspronkelijke gevel moet zijn gesitueerd wil er bij uw luchttoevoeropening van een slaapkamer sprake zijn van een voldoende gezonde luchtkwaliteit. Dat zal niet het geval kunnen zijn. Bij optie 2 is het iets beter omdat het hoogteverschil dan ca 60 cm groter is. De afstand moet dan nog altijd 2,9 m zijn. De wetgever beoordeelde in het Bouwbesluit 2003 de situatie naar de buren niet aan de hand van de reële situatie. Als u bovendaks uitmondde waren er geen voorschriften omdat het dak het voorkeurgebied was voor de uitmonding. In de gevel gold een afstand van 1 m, langszij gemeten naar de perceelsgrens 1. Dat wil niet zeggen dat in voorkomend geval de civiele rechter niet toch een verbod kon uitvaardigen. Zeker is gevallen waar sprake is van ernstige hinder en gevaar voor de gezondheid. Immers ook de rookgassen komen bij uw buren naar binnen. De civiele rechter komt tot zijn beoordeling op grond van het Burgerlijk wetboek en in het bijzonder de passages gewijd aan burenrecht en onrechtmatige daad. U vindt dit onder meer terug in artikel 37 van titel 4 van boek 5 van het Burgerlijk wetboek. CITAAT Burgerlijk Wetboek, Boek 5 Titel 4. Bevoegdheden en verplichtingen van eigenaars van naburige erven 1 In het Bouwbesluit 2012 is dit voorschrift ook voor nieuwbouw verdwenen. Naar het oordeel van de stichting ERB ten onrechte. pag. 3 van 11

4 Artikel 37 (J) De eigenaar van een erf mag niet in een mate of op een wijze die volgens artikel 162 van Boek 6 onrechtmatig is, aan eigenaars van andere erven hinder toebrengen zoals door het verspreiden van rumoer, trillingen, stank, rook of gassen, door het onthouden van licht of lucht of door het ontnemen van steun.(red: zie ook art. 13 bk 3 BW; artt. 1 lid 2, 21, 40 bk 5 BW; artt. 168, 174 lid 1 bk 6 BW; artt. 159, 161 ONBW) EINDE CITAAT De bouwregelgeving is echter op 1 april 2012 door het in werking treden van het Bouwbesluit 2012 ingrijpend gewijzigd. Zoals vorenstaand aangegeven geldt thans het verbouwniveau, zijnde het rechtens verkregen niveau als het gaat om relatie tussen de uitmonding van een rookgasvoorziening en de toevoeropening voor ventilatielucht. Omdat er vóór de verbouwing geen sprake was van een voorziening voor de afvoer van rookgas mag worden volstaan met de ondergrens die voor het rechtens verkregen niveau geldt. Dat zijn de voorschriften die gelden voor een bestaande woning. Voor een bestaande woning kent het Bouwbesluit 2012, evenmin als het vorige Bouwbesluit 2003, voorschriften voor de verdunning van rookgassen in relatie tot de ventilatietoevoer. Anders gezegd: op grond van de thans vigerende voorschriften zou u wat u zich heeft voorgenomen mogen realiseren, waarbij de gemeente dit ook nog moet vergunnen. Wanneer sprake is van vergunningvrij bouwen kan de gemeente daar ook achteraf nimmer tegen optreden. Immers u voldoet aan de thans geldende nieuwbouweisen, want artikel 3.55 Verbouw van het Bouwbesluit 2012 maakt deel uit van de nieuwbouwvoorschriften die gelden voor de voorziening voor de afvoer van rook. Op grond van artikel 13 van de Woningwet kan een gemeente nimmer een last opleggen met hogere eisen dan die op grond van het Bouwbesluit 2012 voor nieuwbouw gelden. Aangezien het opleggen van een last leidt tot verbouwen, kunnen nooit hogere eisen worden opgelegd dan het verbouwniveau, zijnde geen eis in dit geval. Het bovenstaande leidt er toe dat het u is toegestaan, zonder dat het bevoegd gezag hiertegen kan optreden, een uiterst ongezonde situatie te realiseren, waarbij u uw gezinsleden aan onverantwoorde gevaren mag blootstellen. Giftige rookgassen kunnen via ventilatieroosters of klepramen vrijelijk de woning binnenkomen en voor medebewoner in extreme gevallen de dood tot gevolg hebben. Dat geldt ook voor uw buren. Wij als stichting Expertisecentrum Regelgeving Bouw zijn van mening dat dergelijke regelgeving onverantwoord is. Immers de indruk wordt ten onrechte gewekt dat wettelijk door verbouw mogelijk geworden situaties leiden tot voldoende veilige en gezonde situaties, terwijl dit aantoonbaar niet het geval is. Wij geven u dan ook dringend in overweging datgene wat u ons heeft voorgelegd niet in praktijk te brengen, ter bescherming van u en uw huisgenoten en ook uw buren. Naar ons oordeel zullen uw buren met succes u via een civiele procedure u kunnen dwingen het gebruik van de gaskachel volledig te verbieden. pag. 4 van 11

5 Opgemerkt wordt dat een door ons gegeven antwoord de status heeft van een advies, zij het dat een gegeven antwoord door deskundigen op het terrein van de bouwregelgeving is beoordeeld. Bij geschillen tussen een burger en een bestuursorgaan, i.c. burgemeester en wethouders, over de interpretatie van een bouwvoorschrift kan alleen de bestuursrechter definitief uitsluitsel geven. Wij verzoeken u indien u andere vragen over de bouwregelgeving hebt, deze schriftelijk of per te stellen, opdat beantwoording ervan adequaat kan plaatsvinden. Zie verder Namens de stichting Expertisecentrum Regelgeving Bouw Dr. ir. N.P.M. Scholten pag. 5 van 11