RICHTLIJNEN GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN TE KAPELLEN

Transcriptie

1 RICHTLIJNEN GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN TE KAPELLEN A. Huishoudelijk regleent 1. Algeene bepalingen Artikel 1: In dit regleent worden de volgende begrippen gebruikt: - Lijk: dood lichaa van een ens waarvan het overlijden is vastgesteld door de abtenaar van de burgerlijke stand - As: wat overblijft na lijkverbranding - Stoffelijk overschot: lijk of as - Ter aarde bestellen: het begraven van lijken of as in volle grond het bijzetten van lijken of as in een grafkelder het uitstrooien van as op de verstrooiingsweide het bijzetten van as in het colubariu het begraven van as in het urnenveld - Graf: een graf in volle grond of een nis in het colubariu of een urnenkelder Artikel 2: De geeente Kapellen beschikt over 3 begraafplaatsen : - Begraafplaats Centru: Heidestraat. - Begraafplaats (kerkhof) Hoogboo: Hoogboosteenweg - Kerkhof Sint-Jacobus: Kerkplein Artikel 3: Op alle begraafplaatsen is begraven van lijken of as in volle grond ogelijk. Op de begraafplaatsen Centu en Hoogboo zijn daarnaast ook urnenvelden en verstrooiingsweiden beschikbaar. Enkel op de begraafplaats Centru bevinden zich colubaria. Op het kerkhof Sint-Jacobus kunnen enkel nog bestaande concessies aangevuld worden. Geen van de begraafplaatsen beschikt over een ortuariu of dodenhuisje. Artikel 4: Op de begraafplaatsen kunnen de volgende personen ter aarde besteld worden: - personen die op de datu van hun overlijden ingeschreven waren in het bevolkings-, vreedelingen- of wachtregister van Kapellen - personen die effectief in Kapellen verblijven aar die volgens wettelijke bepalingen en/of internationale overeenkosten vrijgesteld zijn van inschrijving in het bevolkings- of vreedelingenregister - personen overleden op het grondgebied van Kapellen - personen die een grafconcessie bezitten in Kapellen, ook als zij er niet ingeschreven zijn - personen die zich volgens het oordeel van het college van burgeeester en schepenen verdienstelijk geaakt hebben voor Kapellen - personen die op de datu van hun overlijden verblijven buiten Kapellen, op voorwaarde dat zij gedurende een ononderbroken periode van 5 jaar ingeschreven waren in het bevolkings- of vreedelingenregister van Kapellen Artikel 5: Op de geeentelijke begraafplaatsen Centru en Hoogboo is een ereperk ingericht. Dit perk is bested voor het begraven van het stoffelijk overschot van alle oudstrijders, weerstanders en politieke gevangenen van de oorlogen en die ooit ingeschreven waren in het bevolkings- of vreedelingenregister van Kapellen. De grond hiervoor wordt kosteloos ter beschikking gesteld. Bovendien plaatst de geeente op elk graf een eenvorig onuent waarbij de ogelijkheid voorzien wordt hierop een kruis, pal of fakkel te beitelen. De failie kan een ovalen foto foraat 9 x - 1/12 -

2 12 c afgeven aan het geeentepersoneel op de begraafplaats. Zij brengen de foto aan op de daarvoor voorziene plaats. Het is niet toegelaten o op deze plaatsen aanplantingen te doen zonder toelating van het geeentebestuur. Artikel 6: De geeentelijke begraafplaatsen zijn toegankelijk voor het publiek van 9.00 uur s orgens tot zonsondergang, behoudens afwijkingen vastgesteld door de burgeeester. Artikel 7: De teraardebestelling van stoffelijke overschotten kan gebeuren op werkdagen en zaterdagen van 9.00 uur tot uur. De plechtigheid oet aanvangen ten laatste o uur. Artikel 8: Voor de teraardebestelling oeten instens 24 uur van tevoren afspraken over plaats en tijdstip geaakt worden et de burgeeester of zijn aangestelde. Bij het afleveren van de toelating tot begraven oet de abtenaar van de burgerlijke stand in voorkoend geval de laatste wilsbeschikking inzake de wijze van lijkbezorging respecteren. Artikel 9: Op de begraafplaatsen ag door personen die niet behoren tot het geeentepersoneel enkel gewerkt worden op werkdagen van 9.00 uur tot uur. Zij oeten de volgende regels respecteren: - grafzerken ogen enkel aangevoerd worden via de hoofdingang - wanneer een grafzerk niet geplaatst wordt op de dag van de levering, oet het ateriaal bewaard worden op een plaats aangeduid door de burgeeester of zijn aangestelde - alle ogelijke voorbereidende werken voor het plaatsen van een grafzerk oeten buiten de begraafplaats gebeuren o de werken op de begraafplaats tot het iniu te beperken - van 24 oktober tot en et 2 noveber ogen geen grafzerken eer geplaatst worden - van 28 oktober tot en et 2 noveber ogen geen werken eer uitgevoerd worden door nabestaanden of belanghebbenden Artikel 10: Bij een teraardebestelling in een niet-geconcedeerd graf wordt een grafrust van 10 jaar gerespecteerd. Het grafteken ag binnen deze periode niet weggenoen worden. De burgeeester kan o ernstige redenen toelating geven o af te wijken van deze terijn. Artikel 11: Zolang de inrichting van de begraafplaatsen het toelaat, kunnen concessies verleend worden voor het begraven of bijzetten van stoffelijke overschotten. Door het toekennen van een concessie verleent het geeentebestuur een genot en gebruiksrecht et een speciale tijdelijke en noinatieve besteing. In geen geval betekent het concessierecht de vervreeding van de grond, colubariunis of urnenkelder. In een concessie kunnen slechts zoveel stoffelijke overschotten ter aarde besteld worden als er begunstigden voorzien zijn in de vergunning van deze concessie, ongeacht of het o lijken of asse gaat. Artikel 12: Iedereen kan tijdens zijn leven vrijwillig een schriftelijke kennisgeving van zijn laatste wilsbeschikking bezorgen aan de abtenaar van de burgerlijke stand van zijn geeente. Deze laatste wilsbeschikking kan handelen over de wijze van lijkbezorging, de asbesteing, het ritueel van de levensbeschouwing voor de uitvaartplechtigheid, - 2/12 -

3 de geeente waar en begraven wil worden of de geeente waar de as begraven, bijgezet of uitgestrooid oet worden en het al dan niet bestaan van een uitvaartcontract. 2. Concessies Artikel 13: De geeenteraad achtigt het college van burgeeester en schepenen o de concessies te verlenen volgens de odaliteiten van dit regleent. Artikel 14: De concessieaanvraag vereldt de identiteit van de aanvrager en van de begunstigde(n). Eenzelfde concessie kan dienen voor de aanvrager, zijn echtgenoot, zijn bloed- of aanverwanten. Wanneer ieand overlijdt terwijl hij op dat ogenblik een feitelijk gezin vorde, kan de overlevende een concessie aanvragen. In voorkoend geval kan een concessie ook dienen voor allen die daartoe aangewezen zijn door de concessiehouder en die daartoe bij de geeentelijke overheid hun wil te kennen hebben gegeven. De tarieven voor de verschillende concessies worden opgenoen in het retributieregleent op de geeentelijke begraafplaatsen. De kosten voor een concessie oeten vóór de teraardebestelling voldaan zijn. Door de aankoop van een concessie verplicht en zich ertoe een grafonuent aan te brengen binnen de 6 aanden na het overlijden van de eerste begunstigde. Artikel 15: Looptijd van de concessies Grafconcessies aangegaan vóór De eeuwigdurende grafconcessies worden abtshalve hervord tot een periode van 50 jaar, te rekenen vanaf het ogenblik van de datu van overlijden van de laatst bijbegraven begunstigde. De duurtijd van de andere concessies toegekend vóór blijft behouden op 50 jaar, te rekenen vanaf de datu van overlijden van de laatst bijbegraven begunstigde. Enkelvoudige grafconcessies aangegaan tussen en De enkelvoudige grafconcessies aangegaan na worden verleend voor een periode van 25 jaar te rekenen vanaf de datu van overlijden. Meervoudige grafconcessies aangegaan tussen en De eervoudige grafconcessies aangegaan na worden verleend voor een periode van 25 jaar, te rekenen vanaf de datu van overlijden van de laatst bijbegraven begunstigde. Enkelvoudige en eervoudige grafconcessies aangegaan vanaf De enkelvoudige en eervoudige grafconcessies aangegaan vanaf worden verleend voor een periode van 25 jaar te rekenen vanaf de datu van aankoop van de concessie. Nisconcessies en urnenveldconcessies aangegaan vóór De enkele nisconcessies en urnenveldconcessies aangegaan vóór blijven behouden op 20 jaar. De duurtijd van een dubbele nisconcessie of urnenveldconcessie aangegaan vóór blijft behouden op 20 jaar, te rekenen vanaf de datu van overlijden van de laatst bijgezette begunstigde. Nisconcessies en urnenveldconcessies aangegaan tussen en De enkele nisconcessies en urnenveldconcessies worden verleend voor een periode van 25 jaar, te rekenen vanaf de datu van overlijden. - 3/12 -

4 De dubbele nisconcessies of urnenveldconcessies worden verleend voor een periode van 25 jaar, te rekenen vanaf de datu van overlijden van de laatst bijgezette begunstigde. Nisconcessies en urnenveldconcessies aangegaan vanaf De enkele en dubbele nisconcessies en urnenveldconcessies aangegaan vanaf worden verleend voor een periode van 25 jaar, te rekenen vanaf de datu van aankoop van de concessie. Artikel 16: Verlenging van de concessies Grafconcessies aangegaan vóór a. Vervaldatu vóór : Op schriftelijk verzoek en vóór het verstrijken van de toegekende concessieterijn, kan de concessie verlengd worden et een periode van 50 jaar, te rekenen vanaf de eerstvolgende vervaldatu. Deze hernieuwing kan enkel geweigerd worden als dat op het oent van de aanvraag de concessie verwaarloosd is. b. Vervaldatu na : Op schriftelijk verzoek en vóór het verstrijken van de toegekende concessieterijn, kan de concessie verlengd worden et een periode van 25 jaar, te rekenen vanaf de eerstvolgende vervaldatu. Deze hernieuwing kan enkel geweigerd worden als dat op het oent van de aanvraag de concessie verwaarloosd is. Enkelvoudige grafconcessies aangegaan vanaf Op schriftelijk verzoek en vóór het verstrijken van de toegekende concessieterijn, kan de concessie verlengd worden et een periode van 25 jaar, te rekenen vanaf de eerstvolgende vervaldatu. Deze hernieuwing kan enkel geweigerd worden als blijkt dat op het oent van de aanvraag de concessie verwaarloosd is. Meervoudige grafconcessies aangegaan tussen en Op schriftelijk verzoek en vóór het verstrijken van de toegekende concessieterijn, kan de concessie verlengd worden et een periode van 25 jaar, te rekenen vanaf de eerstvolgende vervaldatu. Deze hernieuwing kan enkel geweigerd worden als blijkt dat op het oent van de aanvraag de concessie verwaarloosd is. Meervoudige grafconcessies aangegaan vanaf Op schriftelijk verzoek en vóór het verstrijken van de toegekende concessieterijn, kan de concessie verlengd worden et een periode van 25 jaar, te rekenen vanaf de eerstvolgende vervaldatu. Deze hernieuwing kan enkel geweigerd worden als blijkt dat op het oent van de aanvraag de concessie verwaarloosd is. Indien ero verzocht wordt voor het verstrijken van de vastgestelde terijn, neet een nieuwe terijn een aanvang vanaf elke nieuwe bijzetting in de concessie. De prijs van de verschuldigde retributie wordt berekend op basis van het aantal aanden die verstreken zijn sinds de aankoop van de concessie of de laatste hernieuwing. De hernieuwing naar aanleiding van een bijbegraving in een bestaande concessie is verplicht voor een terijn van 10 of 25 jaar als de tienjarige grafrust in het gedrang kot. Nisconcessies en urnenveldconcessies aangegaan vóór a. Vervaldatu vóór : Op schriftelijk verzoek en vóór het verstrijken van de toegekende concessieterijn, kan de concessie verlengd worden et een periode van 20 jaar, te rekenen vanaf de eerstvolgende vervaldatu. Deze hernieuwing kan enkel geweigerd worden als blijkt dat op het oent van de aanvraag de concessie verwaarloosd is. b. Vervaldatu na : Op schriftelijk verzoek en vóór het verstrijken van de toegekende concessieterijn, kan de concessie verlengd worden et een periode van 25 jaar, te rekenen vanaf de eerstvolgende vervaldatu. Deze hernieuwing kan enkel geweigerd worden als dat op het oent van de aanvraag de concessie verwaarloosd is. - 4/12 -

5 Nisconcessies en urnenveldconcessies aangegaan tussen en Op schriftelijk verzoek en vóór het verstrijken van de toegekende concessieterijn, kan de concessie verlengd worden et een periode van 25 jaar, te rekenen vanaf de eerstvolgende vervaldatu. Deze hernieuwing kan enkel geweigerd worden als blijkt dat op het oent van de aanvraag de concessie verwaarloosd is. Meervoudige nisconcessies en urnenveldconcessies aangegaan vanaf Op schriftelijk verzoek en vóór het verstrijken van de toegekende concessieterijn, kan de concessie verlengd worden et een periode van 25 jaar, te rekenen vanaf de eerstvolgende vervaldatu. Deze hernieuwing kan enkel geweigerd worden als blijkt dat op het oent van de aanvraag de concessie verwaarloosd is. Indien ero verzocht wordt voor het verstrijken van de vastgestelde terijn, neet een nieuwe terijn een aanvang vanaf elke nieuwe bijzetting in de concessie. De prijs van de verschuldigde retributie wordt berekend op basis van het aantal aanden die verstreken zijn sinds de aankoop van de concessie of de laatste hernieuwing. De hernieuwing naar aanleiding van een bijzetting in een bestaande concessie is verplicht voor een terijn van 10 of 25 jaar als de tienjarige grafrust in het gedrang kot. Nisconcessies en urnenveldconcessies aangegaan vanaf na bijzetting in de gewone lijn Wanneer na het verstrijken van de terijn van bewaring van een urne in een nietgeconcedeerde colubariunis of urnenkelder hiero schriftelijk verzocht wordt, kan de urne overgebracht worden naar een nisconcessie of een urnenveldconcessie. De terijn van deze concessie vangt dan echter aan op datu van overlijden van de begunstigde en heeft een totale duurtijd van 25 jaar. Betaling gebeurt volgens de tarieven geldend op het ogenblik van aankoop van de concessie. Grafconcessies, nisconcessies en urnenveldconcessies aangegaan vanaf na begraving of bijzetting in de gewone lijn Wanneer hiero schriftelijk verzocht wordt, kan na begraving of bijzetting in een nietgeconcedeerd graf het stoffelijk overschot overgebracht worden naar een graf-,nis- of urnenveldconcessie. De kosten van de overbrenging van het stoffelijk overschot zijn ten laste van de aanvrager. De concessie wordt verleend voor een terijn van 25 jaar en vangt aan op datu van aankoop. In dit geval geldt de prijs van de concessie plus het aantal jaren begraven in het niet-geconcedeerd graf, et een axiu van 10 jaar. Artikel 17: De geconcedeerde graven oeten onderhouden worden door nabestaanden van de overledene of andere belanghebbenden. Verwaarlozing staat vast als het graf doorlopend onzindelijk, door plantengroei overwoekerd, vervallen, ingestort of bouwvallig is. - 5/12 -

6 3. Inrichting van de begraafplaatsen Artikel 18: Grafonuenten oeten de volgende buitenafetingen hebben: Grondconcessie enkel hoofdweg Concessie enkel Concessie dubbel hoofdweg Concessie dubbel Concessie voor personen inder dan 6 jaar Concessie voor personen tussen 6 en 10 jaar Concessie voor personen van 11 t.e.. 17 jaar Lengte 3,00 2,50 3,00 2,50 1,00 1,50 2,50 Breedte Maxiu hoogte 1,00 1,00 0,90 1,00 2,00 1,00 1,80 1,00 0,80 0,75 0,80 0,75 0,90 1,00 Niet-geconcedeerde plaats : afhankelijk van de toegewezen plaats op de begraafplaats 1,70 of 2,50 0,80 of 0,90 1,00 Hoogte van de liggende steen: axiu 0,35 boven het grondvlak. Beplantingen oeten lager blijven dan 0,50 boven het grondvlak. De aard van de te gebruiken aterialen is vrij, behalve stoffen die een snel verval zouden kunnen hebben of veroorzaken. Het plaatsen van kunstgras en/of andere verhardingen is niet toegelaten. De grafonuenten en de gebruikte aterialen dienen te passen in het kader van een begraafplaats. Artikel 19: De grafonuenten of de ozoing oet zodanig geplaatst worden dat tussen elke zijgrens van het perceel en het erop geplaatste onuent een vrije ruite van 10 c blijft. De afstand tussen 2 grafonuenten bedraagt dus 20 c. Deze ruite oet steeds vrij blijven. Er ag geen beplanting, bedekkingsateriaal of enig ander voorwerp geplaatst worden. Hetzelfde geldt voor de ruite achter en voor de perceelgrenzen. Inbreuken hierop worden abtshalve verwijderd. Een nieuw te plaatsen onuent volgt de achterlijn van de reeds eerder geplaatste grafonuenten. Het college van burgeeester en schepenen kan, indien dit vereist is voor de goede aanleg en inrichting van de begraafplaatsen, individueel afwijkingen aan de buitenafetingen van grafzerken toestaan. Artikel 20: Het aanleggen van nieuwe grafkelders is niet toegelaten. Artikel 21: De burgeeester bepaalt per begraafplaats op welke plaatsen en in welke volgorde de teraardebestellingen oeten gebeuren. - 6/12 -

7 Artikel 22: De herdenkingsplaatjes bij de strooiweiden en de afdekplaten van de nissen in het colubariu en van de urnenkelders zijn eenvorig en worden geleverd door tussenkost van het geeentebestuur. Ook het graveren van de tekst en tekens kunnen enkel gebeuren door beiddeling van het geeentebestuur en op basis van door het college vastgestelde odellen. De kosten van het geheel zijn ten laste van de aanvragers. Het is niet toegelaten o op de colubariunissen en de urnenkelders op eigen initiatief foto s aan te brengen. Als de nabestaanden dit wensen ag een foto aangebracht worden, echter enkel een ovalen foto aat 9 x 12 c. Nabestaanden zorgen voor de foto en geven he af aan het geeentepersoneel op de begraafplaats. Deze ensen bevestigen de foto op de afdekplaat op de daarvoor voorziene plaats. Nabestaanden die bloeen willen aanbrengen op de colubariunissen kunnen door tussenkost van het geeentebestuur een vastgesteld odel van bloeenvaasje aankopen en laten aanbrengen. Verder wordt er bij de colubariuuren, de herdenkingszuilen en de strooiweiden een afgebakende ruite voorzien waar de nabestaanden bloeen kunnen zetten voor overledenen die gecreeerd werden. Het is niet toegelaten o in deze ruite op eigen initiatief andere versierselen zoals foto s of gedenkstenen aan te brengen of aanplantingen te doen. Ter gelegenheid van Allerheiligen voorziet het geeentebestuur jaarlijks een uitzonderingsperiode: van 24 oktober tot en et 23 noveber ogen nabestaanden wel bloeen neerleggen buiten de afgebakende zones aan de herdenkingsplaatjes, de colubariunissen en de strooiweiden. 4. Ontgravingen en ontruiingen Artikel 23: Een niet gecondedeerd graf wordt instens 10 jaar bewaard. Wanneer het graf zal verwijderd worden, wordt gedurende één jaar een afschrift van de beslissing tot verwijdering uitgehangen bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats. De belanghebbenden oeten de graftekens wegneen binnen de terijn aangegeven op de beslissing tot verwijdering. Als dit niet gebeurt, dan worden zij van abtswege verwijderd en worden ze eigendo van de geeente. Artikel 24: Resten die aangetroffen worden binnen de oheining van de begraafplaats of na ontruiing van graven worden overgebracht naar de knekelput of afgevoerd naar het creatoriu en daarna verstrooid op de strooiweide volgens de op dat ogenblik geldende wettelijke bepalingen. De laatste wilsbeschikking inzake de wijze van lijkbezorging oet echter te allen tijde nageleefd worden. Artikel 25: Wanneer een geconcedeerd graf verwaarloosd wordt volgens de noren beschreven in artikel 17 van dit regleent, wordt dit geakteerd door de burgeeester of zijn geachtigde. Deze akte wordt een jaar lang uitgehangen bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats. Na het verstrijken van deze terijn en bij niet herstelling, kan de geeenteraad een einde aken aan de concessie. Er wordt overgegaan tot het van abtswege verwijderen van het grafonuent. De weggenoen aterialen worden eigendo van de geeente. De kosten voor deze werken zijn ten laste van de in gebreke blijvende failie. De geeenteraad kan deze bevoegdheid overdragen aan het college van burgeeester en schepenen. Artikel 26: Op schriftelijk verzoek van de concessiehouder kan het college van burgeeester en schepenen een concessie voortijdig beëindigen. Het geeentebestuur is in dit geval geen enkele vergoeding verschuldigd aan de concessiehouder. - 7/12 -

8 Artikel 27: In geval van terugneing van een geconcedeerd perceel owille van openbaar belang of dienstnoodwendigheden, kan de concessiehouder geen aanspraak aken op enige vergoeding. Hij heeft het recht een aanvraag in te dienen voor het kosteloos bekoen van een perceel van dezelfde oppervlakte op een ander deel van de begraafplaats. De kosten voor het verplaatsen van het stoffelijk overschot zijn ten laste van het geeentebestuur. Het overbrengen van het grafonuent is ten laste van de concessiehouder. Artikel 28: In geval van sluiting van een begraafplaats kan de concessiehouder geen aanspraak aken op enige vergoeding. Hij heeft het recht o een aanvraag in te dienen voor het kosteloos bekoen van een perceel van dezelfde oppervlakte op de nieuwe begraafplaats indien de concessieterijn niet zou verlopen zijn binnen de 10 jaar na de sluiting van de begraafplaats. De kosten voor het verplaatsen van het stoffelijk overschot zijn ten laste van het geeentebestuur. Het overbrengen van het grafonuent is ten laste van de concessiehouder. Na verloop van ten inste 10 jaar na de laatste begraving kan de geeenteraad beslissen een andere besteing te geven aan de oude begraafplaats. Artikel 29: Ontgraven kan enkel et toesteing van de abtenaar van de burgerlijke stand of zijn afgevaardigde. Artikel 30 : Voor de creatie na ontgraving is de toesteing nodig van de procureur des Konings van het arrondisseent van de plaats waar de aanvrager zijn hoofdverblijfplaats heeft, de plaats van overlijden, de plaats waar het stoffelijk overschot begraven is of de plaats waar het creatoriu zich bevindt. Bij de aanvraag tot ontgraving oet een attest gevoegd worden van registratie in de bevolkingsregisters van de laatste wilsbeschikking van de overledene. * * * - 8/12 -

9 B. Politieregleent Artikel 31: De geeentelijke begraafplaatsen vallen onder het gezag, de politie en het toezicht van de geeentelijke overheid. Zij zorgt ervoor dat er geen wanorde heerst en dat er geen handelingen worden verricht die in strijd zijn et de eerbied voor de doden. De geeente is niet verantwoordelijk voor de bewaking van op de graven geplaatste voorwerpen. Het geeentebestuur heeft het recht o verwelkte bloeen en versierselen die niet geplaatst zijn volgens de voorschriften in artikel 22 van dit regleent te verwijderen. Artikel 32: Op de begraafplaatsen is het verboden: - daden te stellen of anifestaties te organiseren die de orde en de eerbied voor de doden in het gedrang brengen - aanplakkingen te doen die niet voorzien zijn in de wet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging - te leuren, voorwerpen uit te stallen of te verkopen of diensten aan te bieden tegen betaling - afval achter te laten op andere plaatsen dan in de ter beschikking gestelde containers Artikel 33: Elk overlijden in de geeente en elke ontdekking van een enselijk lijk op het grondgebied van de geeente oet zonder verwijl aangegeven worden aan de abtenaar van de burgerlijke stand. Het overlijden wordt door de abtenaar van de burgerlijke stand vastgesteld op basis van een getuigschrift dat wordt afgeleverd door de behandelende geneesheer of een geneesheer aangesteld door de abtenaar van de burgerlijke stand. Artikel 34: Voor creatie is een toesteing vereist. Deze toesteing wordt verleend door: a. de abtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar het overlijden vastgesteld werd als dit overlijden in een geeente van het Vlaase Gewest heeft plaatsgehad; b. door de procureur des Konings van het arrondisseent waar de overledene zijn hoofdverblijf heeft of de geeente waar zich het creatoriu bevindt, als het overlijden heeft plaatsgehad buiten een geeente van het Vlaase Gewest. De Vlaase regering bepaalt de nadere regels volgens dewelke de creatie verloopt. Artikel 35: De persoon die instaat voor de begraving, regelt et het geeentebestuur alle foraliteiten voor de begrafenis. Bij ontstentenis daaraan doet het geeentebestuur het nodige. Het geeentebestuur beslist over de datu en het uur van begraving en over de plaats op de begraafplaats. De burgeeester beslist over alle uitzonderingen op de in dit regleent gestelde bepalingen. Artikel 36: Alle stoffelijke overschotten oeten in een doodskist of ander lijkohulsel geplaatst worden dat voldoet aan de hierover geldende wettelijke bepalingen. Het gebruik van doodskisten, foedralen, lijkwaden, producten en procédés die de natuurlijke ontbinding van het lijk of de creatie beletten, is verboden. Artikel 37: Er ag slechts overgegaan worden tot de vorneing, balseing of kisting nadat de abtenaar van de burgerlijke stand het overlijden vastgesteld heeft. Behalve o te voldoen aan een gerechtelijke beslissing ag de kist na de kisting niet eer geopend worden. - 9/12 -

10 Een balseing of andere conserverende behandeling kan enkel in de door de Vlaase regering bepaalde gevallen toegestaan worden. Artikel 38: De teraardebestellingen van de stoffelijke resten hebben plaats op een van de geeentelijke begraafplaatsen. Op de begraafplaatsen kunnen de volgende personen ter aarde besteld worden: - personen die op de datu van hun overlijden ingeschreven waren in het bevolkings-, vreedelingen- of wachtregister van Kapellen - personen die effectief in Kapellen verblijven aar die volgens wettelijke bepalingen en/of internationale overeenkosten vrijgesteld zijn van inschrijving in het bevolkings- of vreedelingenregister - personen overleden op het grondgebied van Kapellen - personen die een grafconcessie bezitten in Kapellen, ook als zij er niet ingeschreven zijn - personen die zich volgens het oordeel van het college van burgeeester en schepenen verdienstelijk geaakt hebben voor Kapellen - personen die op de datu van hun overlijden verblijven buiten Kapellen, op voorwaarde dat zij gedurende een ononderbroken periode van 5 jaar ingeschreven waren in het bevolkings- of vreedelingenregister van Kapellen Artikel 39: De geeente voorziet in een behoorlijke teraardebestelling van behoeftigen die ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters, het vreedelingenregister of het wachtregister van de geeente Kapellen. Artikel 40: Levenloos geboren kinderen die de wettelijke levensvatbaarheidsgrens nog niet hebben bereikt, kunnen na een zwangerschapsduur van ten volle 12 weken ter aarde besteld worden op verzoek van de ouders. Artikel 41: De burgeeester kan beslissen dat hij of zijn geachtigde de kisting zal bijwonen. Artikel 42: Het toezicht op lijkstoeten berust bij de geeenteoverheid die ervoor zorgt dat ze ordelijk en et de aan de doden verschuldigde eerbied verlopen. Lijkstoeten gebruiken altijd de hoofdingang van de begraafplaats. Een uitzondering wordt toegestaan voor het ter aarde bestellen van gecreeerde stoffelijke overschotten op de begraafplaats Centru. Voor deze lijkstoeten ag de ingang in de Oude Heidestraat gebruikt worden. Niet gecreeerde stoffelijke overschotten oeten individueel et een lijkwagen worden vervoerd. Artikel 43: De rouwenden ogen bij het hele verloop van de begrafenis aanwezig zijn its zij daartoe van tevoren afspraken geaakt hebben et de abtenaar van de burgerlijke stand of zijn afgevaardigde. Artikel 44: Schending van de bepalingen in onderhavig politieregleent kunnen aanleiding geven tot een adinistratieve sanctie. * * * - 10/12 -

11 C. Retributieregleent Artikel 45: De geeenteraad stelt het verschuldigde bedrag en de voorwaarden voor het verlenen van een concessie vast. Artikel 46: De volgende tarieven gelden bij aankoop van een concessie: Oschrijving Prijs inwoner Prijs niet-inwoner Centru 1 ste klas enkel graf 900, ,00 Centu 1 ste klas dubbel graf 1.800, ,00 Centru 2 de klas enkel graf 375, ,00 Centru 2 de klas dubbel graf 750, ,00 Hoogboo enkel graf 375,00 Nvt Hoogboo dubbel graf 750,00 Nvt Colubariunis 1 persoon 185,00 620,00 Colubariunis 2 personen 370, ,00 Urnenkelder 1 persoon 250,00 850,00 Urnenkelder 2 personen 500, ,00 Begrafenis kind tot en et 10 jaar in volle grond op het kinderperk Kapellen Centru Begrafenis kind tot 18 jaar in volle grond Kapellen Centru Bijzetting kind tot en et 10 jaar in het kindercolubariu Kapellen Centru Bijzetting kind tot 18 jaar in het colubariu Kapellen Centru Bijzetting kind tot 18 jaar in een urnenkelder Kapellen Centru Begrafenis kind tot 18 jaar in volle grond Hoogboo nvt Bijzetting kind tot 18 jaar in een urnenkelder nvt Hoogboo De grondconcessies 1 ste klas zijn gelegen langs de hoofdweg van de begraafplaats Centru. Grondconcessies 2 de klas zijn alle andere toegewezen concessies op de begraafplaats Centru. Het begrip inwoner ovat: - personen die op de datu van hun overlijden ingeschreven waren in het bevolkings-, vreedelingen- of wachtregister van Kapellen - personen die effectief in Kapellen verblijven aar die volgens wettelijke bepalingen en/of internationale overeenkosten vrijgesteld zijn van inschrijving in het bevolkings- of vreedelingenregister - personen die op de datu van hun overlijden owille van gezondheidsredenen buiten Kapellen verblijven en binnen de 5 jaar na hun vertrek uit Kapellen overlijden, op voorwaarde dat zij gedurende een onafgebroken periode van teninste 10 jaar in het bevolkings-, vreedelingen- of wachtregister van de geeente Kapellen ingeschreven waren Artikel 47: Het hernieuwen van een concessie kan enkel na de schriftelijke aanvraag vóór het verstrijken van de concessieterijn. De hernieuwing wordt toegekend tegen de prijs en de voorwaarden die gelden op het ogenblik van de aanvraag van de verlenging en volgens de categorie van de oorspronkelijke concessieaanvraag. - 11/12 -

12 Artikel 48: Voor het ter aarde bestellen van een persoon die niet ingeschreven is in het bevolkings-, vreedelingen- of wachtregister van de geeente Kapellen, wordt een inkotaks geheven. Deze taks bedraagt 250,00 voor een persoon vanaf 18 jaar en 125,00 voor een kind onder 18 jaar. Personen die owille van gezondheidsredenen uit Kapellen vertrokken zijn, worden vrijgesteld van deze inkotaks als zij gedurende een onafgebroken periode van ten inste tien jaar in de geeente hebben gewoond (ingeschreven in de bevolkingsregisters ). Artikel 49: Zoals vereld in artikel 22 van dit regleent, zijn de herdenkingsplaatjes bij de strooiweide, de afdekplaten van de nissen in het colubariu en de afdekplaten van de urnenkelders eenvorig en worden zij door tussenkost van het geeentebestuur geleverd. Voor het leveren en graveren worden de volgende tarieven gehanteerd: Inwoner Niet-inwoner Zuilplaatje voor 5 jaar 15,00 25,00 Zuilplaatje voor 10 jaar 30,00 50,00 Zuilplaatje voor 25 jaar 75,00 125,00 Afdekplaat et gegevens overledene 125,00 125,00 Bijgraveren gegevens 2 de concessiehouder 125,00 125,00 Graveren kruis (odel 10) 5,00 5,00 Graveren pal (odel 1) 5,00 5,00 Graveren fakkel (odel 1) 10,00 10,00 Graveren beertje (odel 1) 20,00 20,00 Bloeenvaasje colubariu 80,00 80,00 * * * D. Slotbepalingen Artikel 50: De geeenteraad draagt bij deze de bevoegdheden vereld in de volgende artikels van dit regleent over aan het college van burgeeester en schepenen: - artikel 13: het verlenen van concessies - artikel 22: het vaststellen van de eenvorige odellen voor herdenkingsplaatjes, afdekplaten van colubariunissen en afdekplaten van urnenkelders - artikel 25: het beëindigen van concessies ten gevolge van verwaarlozing Artikel 51: Over alle niet in dit regleent voorziene gevallen beslist het college van burgeeester en schepenen tenzij een wet, besluit of decreet het beslissingsrecht toeschrijft aan een andere overheid. Artikel 52: Dit regleent vervangt alle vorige regleenteringen en beslissingen. Bijlage: odellen te graveren figuren voor afdekplaten colubariunis of urnenkelder - 12/12 -