REGLEMENTEN VAN INWENDIG BESTUUR BELEIDSDOMEIN VEILIGHEID EN BURGERZAKEN

Transcriptie

1 REGLEMENTEN VAN INWENDIG BESTUUR BELEIDSDOMEIN VEILIGHEID EN BURGERZAKEN Inhoud BELEIDSDOMEIN VEILIGHEID EN BURGERZAKEN... 2 AFDELING 1 - Reglement van inwendig bestuur betreffende de gemeentelijke begraafplaatsen en lijkbezorging... 2 Hoofdstuk I - Algemene bepalingen... 2 Hoofdstuk II - Lijkbezorging... 3 Hoofdstuk III - Ontgravingen... 4 Hoofdstuk IV - Graftekens, onderhouds- en beplantingswerken... 4 Hoofdstuk V - Ordemaatregelen... 5 Hoofdstuk VI - Niet-geconcedeerde percelen... 6 Hoofdstuk VII - Concessies... 6 Hoofdstuk VIII - Percelen en grafmonumenten... 8 BETWISTINGEN -OPHEFFINGSBEPALINGEN STRAFBEPALINGEN - INWERKINGTREDING Versie Cobra Bijlage gemeenteraad 23/02/2016 1/10

2 BELEIDSDOMEIN VEILIGHEID EN BURGERZAKEN AFDELING 1 - Reglement van inwendig bestuur betreffende de gemeentelijke begraafplaatsen en lijkbezorging Hoofdstuk I - Algemene bepalingen Artikel 1 Wanneer een persoon op het grondgebied van de gemeente overlijdt of er dood wordt aangetroffen, wordt dit overlijden onverwijld aangegeven aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Het overlijden wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand vastgesteld op basis van een getuigschrift afgeleverd door de behandelende geneesheer of een geneesheer hiertoe aangesteld door de ambtenaar van de burgerlijke stand. Artikel 2 Tot vormneming, balseming of kisting mag pas overgegaan worden: a) wanneer het overlijden werd vastgesteld door de behandelende geneesheer of de geneesheer hiertoe aangesteld b) wanneer het overlijden te wijten is aan een gewelddadige of verdachte oorzaak, na vrijgave van het lijk door de Procureur des Konings. De burgemeester kan beslissen dat hij of zijn gemachtigde de kisting zal bijwonen en toezicht zal houden op de voorschriften inzake doodskisten. Behalve om te voldoen aan een gerechtelijke beslissing mag de kist na de kisting niet meer geopend worden. Artikel 3 Diegene die voor de begraving instaat regelt met het gemeentebestuur de formaliteiten betreffende de begrafenis. Bij ontstentenis daaraan, wordt door het gemeentebestuur het nodige gedaan. De begrafenis heeft plaats zo spoedig mogelijk volgend op de aangifte van het overlijden. Het gemeentebestuur beslist over de datum en het uur van de begraving. Behoudens in speciale gevallen, op advies van de behandelende geneesheer, zal de begrafenis ten vroegste plaatshebben 24 uren na de aanvraag. Artikel 4 De teraardebestellingen van de stoffelijke resten hebben plaats op één van de gemeentelijke begraafplaatsen. De begraafplaatsen zijn bestemd voor het begraven van lijken, het bijzetten van lijken in reeds bestaande grafkelders, het bijzetten van asurnen in een columbarium, het begraven van asurnen op het urnenveld en de verstrooiing van as op een strooiweide van: personen die in één van de bevolkingsregisters van Stekene ingeschreven zijn; de personen die op het grondgebied van de gemeente overleden zijn of er dood werden aangetroffen; personen die de gemeente effectief bewonen, doch krachtens wettelijke bepalingen of internationale overeenkomsten vrijgesteld zijn van inschrijving in één van de bevolkingsregisters. De aanvrager dient de nodige bewijsstukken voor te leggen; personen die begunstigde zijn van een eerder afgeleverd recht op begraving in een geconcedeerd perceel of bijzetting in een bestaande grafkelder of in een geconcedeerde nis; alle andere personen waarvoor een toelating tot begraving verleend werd, conform de bepalingen van het reglement van inwendig bestuur en het retributiereglement betreffende de begraafplaatsen. Personen welke niet ingeschreven zijn in één van de bevolkingsregisters van de gemeente kunnen enkel begraven worden in geconcedeerde grond of bijgezet worden in een geconcedeerde nis. Artikel 5 Het gemeentelijk lijkenhuis is bestemd om de lijken op te nemen: Versie Cobra Bijlage gemeenteraad 23/02/2016 2/10

3 a) ter eenzelviging van onbekende personen b) waarvan het vervoer naar het lijkenhuis aangevraagd werd door de familie van de overledene of bij ontstentenis, door enige belanghebbende c) waarvan het vervoer naar het lijkenhuis noodzakelijk is voor de vrijwaring van de openbare gezondheid d) waarop ingevolge een rechterlijke beslissing een lijkschouwing moet worden verricht e) die niet op de plaats van overlijden kunnen bewaard worden In het bovenstaande lid, sub b) vermelde geval, mogen de lijken slechts naar het lijkenhuis worden gebracht mits machtiging van het gemeentebestuur, afgeleverd na vaststelling van het overlijden door de ambtenaar van de burgerlijke stand. In het in het eerste lid, sub c) vermelde geval, is de overbrenging naar het lijkenhuis verplicht. Artikel 6 Er kan elke werkdag en zaterdag begraven worden tot uur voor teraardebestelling van kisten en tot uur voor urnen en asverstrooiingen. Er wordt niet begraven op zondagen en volgende feestdagen: 1 januari, 2 januari, paasmaandag, 1 mei (Feest van de Arbeid), O.L.H. Hemelvaart, Pinkstermaandag, 11 juli (Vlaamse Feestdag) 21 juli (Nationale Feestdag), 15 augustus (O.L.V. Hemelvaart), 1 november (Allerheiligen), 2 november (Allerzielen), 11 november (wapenstilstand), 25 december (kerstmis) en 26 december (2 e kerstdag). De burgemeester kan, mits gemotiveerd verzoek, afwijkingen toestaan. Hoofdstuk II - Lijkbezorging Artikel 7 De stoffelijk overschotten moeten in een doodskist of ander lijkomhulsel geplaatst worden. Het is verboden gebruik te maken van lijkkisten, foedralen, lijkwaden en producten die de natuurlijke en normale ontbindingen van de stoffelijke overschotten verhinderen. Artikel 8 Het lijkenvervoer wordt waargenomen door private ondernemingen. Het toezicht op lijkstoeten berust bij de gemeenteoverheid die ervoor zorgt dat ze ordelijk, welvoeglijk en met de aan de doden verschuldigde eerbied verlopen. Niet-gecremeerde stoffelijk overschotten moeten individueel met een lijkwagen of op een passende wijze worden vervoerd. Het vervoer van het stoffelijk overschot kan plaatsvinden binnen het Vlaamse Gewest vanaf het moment dat de behandelende geneesheer of de geneesheer die het overlijden heeft vastgesteld een attest heeft opgesteld waarin hij verklaart dat het om een natuurlijke doodsoorzaak gaat en dat er geen gevaar voor de volksgezondheid is (art. 13, 2 de lid, van het decreet van 16 januari 2004). Artikel 9 De lijkkisten en de lijkwaden dienen in volle grond begraven te worden op een diepte van tenminste 65 cm. De afstand tussen de kuilen bestemd voor de begraving op het urnenveld bedraagt 0,50 m. Het aanleggen van nieuwe grafkelders of gelijk welke andere soort containers voor lijkkisten en lijkwaden is verboden. In bestaande grafkelders mogen nog stoffelijke overschotten bijgezet worden. Hierbij dient gebruik te worden gemaakt van een zinken kist dit in tegenspraak met artikel 6. Artikel 10 De asurnen dienen begraven te worden in volle grond op een diepte van tenminste 65 cm of te worden bijgezet in een columbarium dat ter beschikking gesteld wordt door het gemeentebestuur. Artikel 11 Asverstrooiingen gebeuren op een hiertoe voorbehouden asverstrooiingsweide door een gemeentelijke aangestelde. Artikel 12 De as kan gedeeltelijk of in een urne ter beschikking worden gesteld van de nabestaanden conform de wetsbepalingen vervat in artikel 24 van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging. Versie Cobra Bijlage gemeenteraad 23/02/2016 3/10

4 Artikel 13 Levenloos geboren kinderen die de wettelijke levensvatbaarheidsgrens nog niet hebben bereikt, worden op verzoek van de ouders begraven op de sterretjesweide van de begraafplaats van Stekene Centrum. Dit betreft een gemeenschappelijke foetusweide voor gans Stekene. De aangever (naaste verwant of sociale dienst ziekenhuis) meldt deze begraving aan de dienst begraafplaatsen minstens twee werkdagen vooraf. Het is toegelaten om aan de gemeenschappelijke gedenkmuur bloemen en ander gedenktekens neer te leggen. Artikel 14 De rouwenden zijn gerechtigd bij het gehele verloop van de begrafenis aanwezig te zijn. Hoofdstuk III - Ontgravingen Artikel 15 Ontgravingen zijn enkel mogelijk: - op bevel van de gerechtelijke overheid; - bij terugneming van het geconcedeerd perceel of de nis wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheden; - bij wijziging van de bestemming van de begraafplaats; - op verzoek van belanghebbenden en mits voorafgaande machtiging van de burgemeester. Het verlenen van toestemming tot opgraving door de burgemeester kan enkel om ernstige redenen. Ingeval van herbegraving moet vooraf een toelating tot herbegraving worden bekomen op een gemeentelijke begraafplaats of een begraafplaats buiten de gemeente. Het stoffelijk overschot moet onmiddellijk naar de nieuwe bestemming worden vervoerd en begraven, mits inachtneming van alle voorschriften terzake. Ingeval van crematie, wordt de as behandeld overeenkomstig artikel 19 en 24 van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16 januari Artikel 16 Dag en uur van de ontgraving worden door de burgemeester bepaald. De begraafplaats dient op dat tijdstip voor het publiek gesloten te worden. Bij de ontgraving zullen enkel de door de burgemeester gerechtigde personen toegelaten worden. Artikel 17 Van de ontgraving wordt door de burgemeester of zijn afgevaardigde een proces-verbaal opgemaakt. Indien de staat van de kist of de urne het vereist, schrijft de burgemeester of zijn gemachtigde voor dat ze vernieuwd wordt of dat elke andere maatregel genomen wordt die van aard is de welvoeglijkheid of de openbare gezondheid te beschermen. Indien wordt vastgesteld dat kledingsstukken of andere omhulsels het verteringsproces ernstig vertragen moet de ondoordringbaarheid voor lucht van deze omhulsels bij herkisting worden opgeheven. Zo mogelijk wordt het storende omhulsel verwijderd. Tijdens een eventueel transport van de onverteerde resten wordt gebruikgemaakt van een al dan niet herbruikbare lucht- en vloeistofdichte kist. Artikel 18 De prijs en betalingsmodaliteiten voor de ontgraving worden in het retributiereglement vastgesteld door de gemeenteraad. De oorspronkelijke concessie vervalt en de verzoeker dient een nieuwe concessie aan te gaan. Conform artikel 42 van dit reglement kan de oorspronkelijk betaalde concessieprijs noch geheel, noch gedeeltelijk worden teruggevorderd. Hoofdstuk IV - Graftekens, onderhouds- en beplantingswerken Artikel 19 Op de gemeentelijke begraafplaatsen gebeurt de plaatsing, de wegneming of de verbouwing van graftekens en van aanplantingen onder toezicht van de gemeentelijke overheid en dit binnen de termijn die zij bepaalt. Versie Cobra Bijlage gemeenteraad 23/02/2016 4/10

5 Artikel 20 Elke bouw-, beplantings- of aanaardingswerken en elke plaatsing van graftekens op de begraafplaats worden verricht tijdens de openingsuren van de begraafplaatsen. Op zondagen en wettelijke feestdagen mogen geen werken worden uitgevoerd. Alvorens op de begraafplaats te worden toegelaten, moeten de voor de graftekens bestemde stenen langs alle zichtbare kanten afgewerkt en gekapt zijn en gereed om onmiddellijk geplaatst te worden. De werken moeten binnen de kortst mogelijke termijn worden voltooid. Zo de werken niet werden beëindigd op sluitingsuur, dan dienen materieel en voertuigen van de begraafplaats te worden verwijderd. Na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling wordt er op bevel van de Burgemeester van ambtswege overgegaan tot de wegneming van de materialen op kosten van de overtreder. Artikel 21 Op zondagen en wettelijke feestdagen en vanaf de voorlaatste werkdag van oktober tot en met 2 november is het verboden, behoudens toestemming van de burgemeester of zijn gemachtigde, op de gemeentelijke begraafplaatsen graftekens te plaatsen, bouw- en beplantings- of aanaardingswerk aan de graven uit te voeren, of de graftekens op te kuisen. Artikel 22 De graftekens en de aanplantingen moeten voldoen aan de bepalingen van het reglement van inwendig bestuur betreffende de begraafplaatsen. De opschriften en de grafschriften moeten steeds leesbaar zijn, en zullen van die aard zijn om de welvoeglijkheid, de orde en de aan de doden verschuldigde eerbied te vrijwaren. Gedenktekens die niet overeenstemmen met de bepalingen van de gemeentelijke reglementering dienen terug verwijderd te worden door diegenen in wiens opdracht ze geplaatst werden. De concessiehouder of zijn nabestaanden, indien gekend, zullen hiervoor schriftelijk in gebreke worden gesteld. Artikel 23 Het onderhoud van de graven op de gemeentelijke begraafplaatsen rust op de belanghebbenden. Verwaarlozing, opleverend onderhoudsverzuim, onderhoudsverzuim dat verwaarlozing uitmaakt, staat vast als het graf doorlopend onzindelijk, door plantengroei overwoekerd, vervallen, ingestort of bouwvallig is. Verwaarlozing wordt vastgesteld in een akte van de burgemeester of zijn gemachtigde. Die akte wordt een jaar lang bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats uitgehangen. In de mate van het mogelijke zullen de familieleden worden verwittigd. Na het verstrijken van deze termijn en bij niet-herstelling worden de concessies beëindigd door de gemeenteraad. Van ambtswege wordt overgegaan tot afbraak of tot het wegnemen van de materialen. Ingeval van dringende noodzakelijkheid kan de burgemeester ambtshalve verwaarloosde gedenktekens doen wegnemen zonder verhaal of aanspraak op vergoeding. De dringende noodzaak zal worden vastgesteld in een akte, opgemaakt door de burgemeester, die wordt aangeplakt aan het graf en aan de ingang van de begraafplaats, en zal verstuurd worden aan de concessiehouder of zijn of haar gekende nabestaande of belanghebbende. Artikel 24 Het gemeentebestuur staat niet in voor de bewaking van de op de graven geplaatste voorwerpen. Artikel 25 Bloemen en kransen, zowel natuurlijke als uit kunststof, worden door de gemeentediensten verwijderd indien zij door de staat waarin ze verkeren het uitzicht van het kerkhof ontsieren. Hoofdstuk V - Ordemaatregelen Artikel 26 De gemeentelijke begraafplaatsen zijn voor het publiek toegankelijk vanaf 8 uur tot 12 uur en vanaf 13 uur tot uur, iedere dag van de week, behoudens afwijking vastgesteld door de Burgemeester. Versie Cobra Bijlage gemeenteraad 23/02/2016 5/10

6 Voor dienstnoodwendigheden kunnen de begraafplaatsen, tijdens deze openingsuren, op bevel van de burgemeester tijdelijk voor het publiek gesloten worden. Artikel 27 Het is verboden op de begraafplaatsen te leuren, gelijk welke voorwerpen uit te stallen of te verkopen of zijn diensten aan te bieden tegen betaling. Artikel 28 Het is verboden papier, verpakkingsmiddelen en soortgelijk of ander afval op de begraafplaatsen achter te laten, behoudens in de ter beschikking staande containers. Hoofdstuk VI - Niet-geconcedeerde percelen Artikel 29 Zonder concessie kunnen op de begraafplaatsen begraven worden: personen welke op datum van hun overlijden ingeschreven waren in één van de bevolkingsregisters van Stekene; menselijke lijken, ontdekt op het grondgebied van Stekene; personen die de gemeente effectief bewonen, doch krachtens wettelijke bepalingen of internationale overeenkomsten vrijgesteld zijn van inschrijving in één van de bevolkingsregisters van Stekene. De nodige bewijsstukken moeten door de aanvragers worden voorgelegd. Artikel 30 Bij begraven in niet-geconcedeerde grond zal, na verloop van 10 jaar, aan de nabestaanden de mogelijkheid worden geboden een grafconcessie aan te vragen van ten hoogste 10 jaar met retro-aktieve kracht vanaf de begraving, maar hernieuwbaar met telkens een periode van maximum 10 jaar. Jaarlijks zal hiervan een lijst opgemaakt worden, die aan de ingang van de gemeentelijke begraafplaats zal worden aangeplakt alsmede op de desbetreffende graven. Bij niet-aanvragen van een grafconcessie zal in het jaar daaropvolgend overgegaan worden tot de afbraak op kosten van de gemeente. De afgebroken materialen worden eigendom van de gemeente. De nabestaanden zijn gerechtigd om zelf de graftekens weg te nemen. De graftekens dienen verwijderd te worden binnen de termijn vermeld op de aanplakking of een zuil (voor de naamplaatjes). Hoofdstuk VII - Concessies Artikel 31 Op de gemeentelijke begraafplaatsen worden grafconcessies verleend. Deze concessies hebben betrekking op ofwel een perceel grond ofwel een nis in het columbarium. Artikel 32 In éénzelfde geconcedeerde grond of nis mogen enkel begraven worden : ofwel het stoffelijk overschot of de urne van de aanvrager, van zijn echtgenoot, van zijn bloed-of aanverwanten. ofwel het stoffelijk overschot of de urne van de leden van één of meerdere religieuse gemeenschappen. ofwel het stoffelijk overschot of de urne van personen die ieder bij het gemeentebestuur hun wil te kennen hebben gegeven om in eenzelfde graf begraven te worden. Door de concessiehouder aangewezen derden kunnen daar ook worden bijgezet. Wanneer iemand overlijdt, terwijl hij op dat ogenblik een feitelijk gezin vormde, kan de overlevende een concessie aanvragen. Een concessie-aanvraag mag ingediend worden ten behoeve van een derde en van diens familie. Artikel 33 Behoudens in het geval waarin de begunstigden de leden zijn van één of meer religieuse gemeenschappen : 1. vermelden de concessie-aanvragen de identiteit van de begunstigde(n). Versie Cobra Bijlage gemeenteraad 23/02/2016 6/10

7 2. wanneer één of meerdere begunstigden niet de echtgenoot noch de bloed- of aanverwant zijn van de aanvrager, worden de concessie-aanvragen ondertekend : niet alleen door de aanvrager zelf, maar ook, voor akkoord, door alle begunstigden. De in voorgaand lid, sub 2. vermelde verplichting, moet niet worden nageleefd, wanneer gebruik gemaakt wordt van de in artikel 30 eerste alinea, laatste lid, voorziene mogelijkheid. Artikel 34 Het verlenen van een grafconcessie door de gemeentelijke overheid houdt geen verhuring in noch een verkoop. De grafconcessies zijn onoverdraagbaar. Artikel 35 De concessies voor begraving in volle grond en de concessies voor bijzetting in een columbarium worden verleend voor een periode van 10 jaar, 20 jaar of 50 jaar. Artikel 36 Er worden enkele en dubbele concessies verleend. Voor dubbele concessies verleend na 1 januari 1971 gaat de looptijd van de concessie pas in bij het overlijden van de tweede persoon. Voor Klein-Sinaai geldt dit voor dubbele concessies verleend na 1 januari Artikel 37 De in artikel 33 vastgestelde periode vangt aan op datum van de beslissing tot toekenning van de grafconcessie. De grafconcessie geldend voor een periode van 10 jaar, 20 jaar of 50 jaar, worden niet toegekend vóór het overlijden van één der begunstigden of van de begunstigde. Artikel 38 De grafconcessies kunnen hernieuwd worden. Artikel 39 De aanvragen tot hernieuwing moeten worden ingediend door een belanghebbend persoon vóór het verstrijken van: - de oorspronkelijke concessies wanneer het om een eerste hernieuwing gaat. - de hernieuwde concessie, in geval van herhaalde aanvraag. Artikel 40 Wanneer een grafconcessie een einde neemt, zal de mogelijkheid geboden worden tot hernieuwing. Jaarlijks zal hiervan een lijst opgemaakt worden, die aan de ingang van de gemeentelijke begraafplaats zal worden aangeplakt alsmede op de desbetreffende graven. Bij niet-hernieuwing van de grafconcessies zal in het jaar daaropvolgend overgegaan worden tot de afbraak op kosten van de gemeente. De afgebroken materialen worden eigendom van de gemeente. De nabestaanden zijn gerechtigd om zelf de graftekens weg te nemen. De graftekens dienen verwijderd te worden binnen de termijn vermeld op de aanplakking. Artikel 41 De concessiehernieuwingen worden toegestaan voor een periode van : - 10 jaar, indien de laatste concessie werd verleend voor een periode van 10 jaar. - minimum 10 jaar en maximum 20 jaar indien de laatste concessie werd verleend voor een periode van 20 jaar. - minimum 10 jaar en maximum 50 jaar indien de laatste concessie werd verleend voor een periode van 50 jaar. Artikel 42 De voorafgaande beschikkingen omtrent de duur van de concessies doen geen afbreuk aan het recht op kosteloze hernieuwing van de vroeger verleende eeuwigdurende concessies zoals voorzien in het decreet van 16 januari 2004, artikel 9. Artikel 43 De concessies en de hernieuwingen van concessies worden verleend door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 44 De grafconcessies en de concessiehernieuwingen worden toegestaan onder de voorwaarden vastgesteld in dit reglement en in het desbetreffende tariefreglement, zoals deze gesteld zijn op het ogenblik van de concessieaanvraag als van de aanvraag tot hernieuwing. De beslissing waarbij de concessiehernieuwing wordt verleend, vermeldt deze voorwaarden. Artikel 45 Versie Cobra Bijlage gemeenteraad 23/02/2016 7/10

8 Op schriftelijk verzoek van de concessiehouder of zijn erfgenamen, of bij ontstentenis hiervan, iedere belanghebbende, kan het College van Burgemeester en Schepenen een concessie voortijdig beëindigen. Bij beëindiging op verzoek kan de betaalde concessieprijs noch geheel, noch gedeeltelijk teruggevorderd worden. Artikel 46 In geval van terugneming van een geconcedeerd perceel of van een geconcedeerde nis, wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheden, kunnen de concessiehouders geen aanspraak maken op enige vergoeding. Ze hebben slechts recht op het kosteloos bekomen van een perceel of een nis met dezelfde afmetingen, op dezelfde begraafplaats of op een andere begraafplaats, tot het einde van de concessietermijn. Dit recht is ondergeschikt aan het indienen van een aanvraag tot overbrenging welke moet worden ingediend door enige belanghebbende vóór de datum van de terugneming. Artikel 47 In geval van sluiting van een begraafplaats kunnen de concessiehouders geen aanspraak maken op enige vergoeding. Ze hebben slechts recht op het kosteloos bekomen van een perceel of een nis met dezelfde grootte, op de nieuwe begraafplaats, voor zover een verzoek tot overbrenging werd ingediend door enig belanghebbende binnen een termijn van één jaar, volgend op de bekendmaking van de gemeenteraadsbeslissing tot sluiting. Artikel 48 Indien, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 44 en 45, kosteloos een perceel of een nis met dezelfde afmetingen bekomen wordt, zijn de kosten van overbrenging van de stoffelijke overschotten, van de asurnen en van de graftekens ten laste van de gemeente. Hoofdstuk VIII - Percelen en grafmonumenten Percelen voor het begraven in volle grond Artikel 49 De percelen, geconcedeerd voor het begraven in volle grond van het stoffelijk overschot of de urne van één enkel persoon, hebben een éénvormige oppervlakte van maximum : voor een persoon van minstens 8 jaar : 2 m² (1 m bij 2 m). voor een persoon van jonger dan 8 jaar : 0,80 m² (0,80 m bij 1 m). Artikel 50 De percelen, geconcedeerd voor het begraven in volle grond van het stoffelijk overschot of de urne van meerdere personen hebben een oppervlakte van maximum 2 m² (1 m bij 2 m) per stoffelijk overschot of urne die in het desbetreffende perceel begraven wordt. Artikel 51 De graftekens en de aanplantingen mogen de afmetingen van het graf niet overschrijden. Hoogstammige aanplantingen zijn eveneens verboden. De graftekens moeten geplaatst worden op de lijninrichting aan te geven door de grafmaker met een maximum hoogte van 1,50 m. Columbarium Artikel 52 De nissen geconcedeerd voor bijzetting in het columbarium van de urne van één enkel persoon, hebben een éénvormig gestandaardiseerd volume. De nissen geconcedeerd voor bijzetting in het columbarium van de urne van meerdere personen, hebben een éénvormig gestandaardiseerd volume per persoon waarvan het stoffelijk overschot in de nis wordt geplaatst. Urnenveld Artikel 53 De percelen, geconcedeerd voor het begraven in volle grond van de urne van één enkel persoon, hebben een éénvormige oppervlakte van maximum 0,50 m bij 0,50 m. In deze grond kunnen meer urnen begraven worden. De vorige concessie vervalt en er wordt een nieuwe concessie verleend op naam van de laatst overledene. Artikel 54 De afstand tussen de kuilen bestemd voor de begraving op het urnenveld bedraagt 0,50 m. Artikel 55 Versie Cobra Bijlage gemeenteraad 23/02/2016 8/10

9 Een grafteken dient geplaatst te worden op het urnenveld. Dit grafteken mag maximaal 0,37 m boven het bestaande maaiveld uitsteken. Dit grafteken dient te voldoen aan volgende normen : uit te voeren in gladde blauwe hardsteen, gemaakt uit platen van 8 cm dikte. Voor wat betreft de afmetingen en het uitzicht ervan, wordt verwezen naar de modelschets, die aan deze beslissing zal gehecht blijven. Artikel 56 De graftekens blijven tot het einde van de concessie eigendom van de nabestaanden. Ze dragen hiervoor de volle verantwoordelijkheid. Versie Cobra Bijlage gemeenteraad 23/02/2016 9/10

10 BETWISTINGEN -OPHEFFINGSBEPALINGEN STRAFBEPALINGEN - INWERKINGTREDING Artikel 1 - Betwisting Betwisting in verband met toepassing van onderhavig reglement worden beslecht door het college van burgemeester en schepenen. Het college van burgemeester en schepenen kan te allen tijde: - de verleende toelating wijzigen of intrekken. Indien van dit recht gebruik wordt gemaakt zal vooraf overleg worden gepleegd met de betrokkene gebruikers. - bij niet-naleving van de voorschriften in dit reglement opgenomen zal de toegang tot de gemeentelijke infrastructuur of openbare plaats ontzegd worden. - bij weigering om de veroorzaakte schade te vergoeden kan deze worden ingevorderd door de financieel beheerder in naleving van art. 94 van het gemeentedecreet of volgens de burgerlijke rechtspleging na aanmaning van de veroorzaker. Artikel 2 - Administratieve sancties Voor de volgende artikelen kunnen administratieve sancties worden toegepast: Afdeling 1 reglement van inwendig bestuur betreffende de gemeentelijke begraafplaatsen en lijkbezorging: artikel 24 en artikel 26. Artikel 3 - Opheffingsbepaling Het gemeenteraadsbesluit van 24 februari 2015 betreffende wijzigen en opnieuw vaststellen gecoördineerde reglementen van inwendig bestuur, beleidsdomein Veiligheid en Burgerzaken, afdeling 1: reglement betreffende de gemeentelijke begraafplaatsen en lijkbezorging op te heffen. Artikel 4 - Inwerkingtreding Onderhavig reglement van inwendig bestuur treedt in werking op 1 november 2015 en wordt bekendgemaakt conform de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet. Artikel 5 Een voor eensluidend afschrift van deze beslissing over te maken aan de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen, de griffie van de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Dendermonde en de griffie van de politierechtbank Oost-Vlaanderen afdeling Sint- Niklaas overeenkomstig de voorschriften van artikel 119 van de nieuwe gemeentewet en aan de korpschef van politiezone. Versie Cobra Bijlage gemeenteraad 23/02/ /10