Werkstuk Frans Werkwoorddossier

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Werkstuk Frans Werkwoorddossier"

Transcriptie

1 Werkstuk Frans Werkwoorddossier Werkstuk door een scholier 1835 woorden 12 jaar geleden 5,5 35 keer beoordeeld Vak Frans Inleiding Hieronder volgt hoe regelmatige werkwoorden zich vervoegen. tegenwoordige tijd donner geven (donnant) je donne ik geef tu donnes jij geeft il/elle/on donne hij/zij/men geeft nous donnons wij geven vous donnez jullie geven/ u geeft ils/elles donnent zij geven Achter de stam van het werkwoord, die je vormt door -er eraf te halen, komt een uitgang die de vorm en de tijd aangeeft. Dit geldt voor zowel tegenwoordige als verleden tijd. verleden tijd demander vragen (demandant) je demandais ik vroeg tu demandais jij vroeg il/elle/on demandait hij/zij/men vroeg nous demandions wij vroegen vous demandiez jullie vroegen/ u vroeg ils/elles demanaient zij vroegen Het accent op de e geeft aan dat het woord in de voltooide tijd staat. voltooide tijd manger eten J`ai mangé Ik heb gegeten tomber vallen Je suis tombé Ik ben gevallen Pagina 1 van 14

2 De impératif wordt gevormd door de 1e persoon enkelvoud. parle! spreek! De wordt gebruikt om aan te geven dat ergens in de toekomst iets gaat doen. Het rijtje is: je mangerai ik zal eten tu mangeras jij zal eten il mangera hij zal eten nous mangerons wij zullen eten vous mangerez u zult eten/jullie zullen eten ils mangerent zij zullen eten De du passé wordt gebruikt op dezelfde manier als wij de verleden tijd van zullen gebruiken of als je iets beleefd wil vragen. je mangerais ik zou eten tu mangerais jij zou eten il mangerait hij zou eten nous mangerions wij zouden eten vous mangeriez u zou eten/jullie zouden eten ils mangeraient zij zouden eten je voudrais voir ce film ik zou die film graag zien Hieronder een aantal regeltjes die de uitspraak van de werkwoorden regelen: Je hebt werkwoorden met accenten die verschijnen en verdwijnen bij enkele vormen. J`achète ik koop Nous achetons wij kopen Onder andere s`appeler en jeter krijgen geen accent, maar een verdubbeling van een medeklinker. je jette ik gooi nous jetons wij gooien Werkwoorden met een accent aigu (streepje naar rechts), krijgen een accent grave als de uitgang toonloos is (niet wordt uitgesproken). Dit zijn o.a. espérer, préférer en posséder. j`espère ik hoop nous espérons wij hopen Als de stam van een werkwoord eindigt op een g, dan verschijnt er een e tussen de stam en de uitgang. je mange ik eet nous mangeons wij eten Eindigt de stam op een c, dan verandert die c in ç voor een a, o of u. je reçois ik ontvang nous recevons wij ontvange Onder het kopje regelmatige werkwoorden staan een aantal werkwoorden, ingedeeld op uitgang en/of wederkerend. Onder het kopje onregelmatige werkwoorden staan de meeste onregelmatige werkwoorden, die stuk voor stuk één of meer uitzonderingen hebben op de regels die hierboven beschreven staan. Regelmatige werkwoorden Pagina 2 van 14

3 die eindigen op er: accorder (toekennen) admirer (bwonderen) affectuer (uitvoeren) annoncer (aankondigen) apprécier (waarderen) appuyer (drukken op) attaquer (aanvallen) attirer (aantrekken) augmenter (toenemen) avaler (verzwelgen) avouer (bekennen) basculer (omkiepen) bouger (bewegen) brûler (verbranden) causer (veroorzaken) coller (plakken) comparer (vergelijken) composer (samenstellen) concerner (betreffen) consacrer à (wijden aan) conseiller (aanraden) considérer (beschouwen) craquer (instorten) croiser (tegenkomen) cultiver (kweken) déchrocher (losmaken) déclarer (verklaren) décoller (opstijgen) dépenser (uitgeven) dessiner (tekenen) destiner (bestemmen) dévaster (verwoesten) développer (ontwikkelen) draguer (versieren) économiser (sparen) élever (opvoeden) emporter (meenemen) emmener (meenemen) emprunter à (lenen van) entourer (omringen) éviter (vermijden) Pagina 3 van 14

4 expliquer (uitleggen) explorer (onderzoeken) exploser (ontploffen) étudier (studeren) exprimer (uitdrukken) fouiller (doorzoeken) fréquenter (bezoeken) gagner (verdienen, winnen) gaspiller (verspillen) goûter (smaken) grimper (klimmen), imprimer (drukken) inventer (uitvingen) jeter (gooien) livrer (leveren, bezorgen) menacer (bedreigen) mériter (verdienen) modérer (matigen) négocier (onderhandelen) nettoyer (schoonmaken) nouer (knopen) obliger (verplichten) occuper (bezetten) peser (wegen) partager (delen) polluer (vervuilen) posséder (bezitten) prêter à (lenen van) prononcer (uitspreken) protéger (beschermen) rappeler (terugbellen) rapporter (opbrengen) remarquer (opmerken) rembrouser (terugbetalen) recommander(aanbevelen) réparer (repareren) reprocher (verwijten) résister à (weerstand bieden aan) retirer (opnemen) rouler (rijden) séjourner (verblijven) sembler (schijnen, lijken) séparer (scheiden) Pagina 4 van 14

5 souffler (blazen) soulever (optillen) soupçonner (vermoeden) supposer (veronderstellen) surestimer (overschatten) tirer (schieten, trekken) toucher (raken, aanraken) tourner (draaien) traiter (behandelen) tricher (spieken) tromper (bedriegen) tuer (doden) utiliser (gebruiken) die eindigen op ir: accueillir (ontvangen) envahir (overvallen) parcourir (doorkruisen, afleggen) die eindigen op re: atteindre (bereiken) conduire à (leiden tot) convaincre (overtuigen) craindre (vrezen) dépendre de (afhangen van) détruire (vernietigen) entreprendre (ondernemen) introduire (invoeren) permettre (in staat stellen, toestaan) prière de (verzoeke te) die wederkerend zijn: eindigend op er: se brosser (poetsen) se coiffer (je haar kammen) se coucher (naar bed gaan) se doucher (douchen) se lever ( opstaan) se maquiller (zich opmaken) se noyer (verdrinken) se promener (wandelen) se raser (zich scheren) se retrouner (zich omdraaien) se réveiller (wakker worden) Pagina 5 van 14

6 se roposer (uitrusten) s` habiller (zich aankleden) s`accrocher (zich vasthouden) s`appeler (heten) s`échapper (ontsnappen), s`effonder (instorten) s`ennuyer (zich vervelen) s`exposer (zich blootstellen) s`occuper de (zich bezig houden met) s`opposer à (zich verzetten tegen) eindigend op ir: s`endormir (inslapen) eindigend op re: se battre (vechten) se détendre (zich ontspannen) se rendre à (gaan naar, zich begeven naar) Onregelmatige werkwoorden Aller Gaan (allant) je vais ik ga tu vas jij gaat il/elle/on va hij/zij/men gaat ils/elles vont zij gaan impératif Va! Ga! j`irai ik zal gaan du passé j`irais ik zou gaan Avoir Hebben (ayant) j`ai ik heb tu as jij hebt il a hij heeft nous avons wij hebben vous avez jullie hebben/ u heeft ils/elles ont zij hebben imparfait Pagina 6 van 14

7 j`avais j`ai eu ik heb gehad impératif aie! heb! ayons! laten we hebben ayez! heb! j`aurai du passé j`aurais Boire Drinken (buvant) je bois ik drink tu bois jij drinkt il boit hij drinkt ils boivent zij drinken j`ai bu ik heb gedronken Conduire Leiden, besturen (conduisant) je conduis ik leid tu conduis jij leidt il conduit hij leidt j`ai conduit ik heb geleid werkwoorden die op dezelfde manier gaan: construire(construeren), produire(produceren) Connaître Kennen (cannaissant) je connais ik ken tu connais jij kent il connaît hij kent j`ai connu ik heb gekend werkwoorden die op dezelfde manier gaan : disparaître(verdwijnen), reconnaîtr(herkennen), Courir Rennen (courant) Pagina 7 van 14

8 je cours ik ren tu cours jij rent il court hij rent j`ai couru ik heb gerend je courrai ik zal rennen du passé je courrais ik zou rennen werkwoorden die op dezelfde manier gaan : parcourir(doorlopen), secourir(redden) Craindre Vrezen (craignant) je crains ik vrees tu crains jij vreest il craint hij vreest j`ai craint werkwoord dat op dezelfde manier gaat: atteindre(bereiken) Croire Geloven (croyant) je crois ik geloof tu crois jij gelooft il croit hij gelooft ils croient zij geloven j`ai cru ik heb geloofd Devoir Moeten (devant) je dois ik moet tu dois jij moet il doit hij moet ils doivent zij moeten j`ai dû ik heb gemoeten je devrai ik zal moeten Pagina 8 van 14

9 du passé je devrais ik zou moeten Dire Zeggen (disant) je dis ik zeg tu dis jij zegt il dit hij zegt vous dites u zegt/jullie zeggen j`ai dit ik heb gezegd Écrire Schrijven (écrivant) j`écris ik schrijf tu écris jij schrijft il écrit hij schrijft j`ai écrit ik heb geschreven Être Zijn (étant) je suis ik ben tu es jij bent il est hij is nous sommes wij zijn vous êtes u bent/jullie zijn ils sont zij zijn J`ai été ik ben geweest impératif sois! wees! soyons! laten we... wezen! soyez! wees! je serai ik zal zijn du passé je serais ik zou zijn Faire Maken (faisant) Pagina 9 van 14

10 je fais ik maak tu fais jij maakt il fait hij maakt vous faisons wij maken vous faites u maakt/jullie maken ils font zij maken j`ai fait ik heb gemaakt je ferai ik zal maken du passé je ferais ik zou maken Falloir Moeten (alleen in de derde persoon enkelvoud) il faut je moet, het moet imparfait il fallait je moest, het moest il faudra je zal moeten, het zal moeten du passé il faudrait je zou moeten, het zou moeten Finir Eindigen (finissant) je finis ik eindig tu finis jij eindigt il finit hij eindigt j`ai fini ik ben klaar c`est fini het is afgelopen werkwoorden die op dezelfde manier gaan: agir(handelen), choisir(kiezen), réussir(slagen), remplir(vullen), adoucir(verzachten), franchir(afleggen), réfléchir(nadenken) Lire Lezen (lisant) je lis ik lees tu lis jij leest il lit hij leest j`ai lu ik heb gelezen Pagina 10 van 14

11 Mettre Zetten, leggen (mettant) je mets ik zet tu mets jij zet il met hij zet j`ai mis ik heb gezet werkwoord dat op dezelfde manier gaat: battre(vechten) Ouvrir Openen (ouvrant) j`ouvre ik open tu ouvres jij opent il ouvre hij opent j`ai ouvert ik heb geopend werkwoorden die op dezelfde manier gaat: couvrir(bedekken), découvrir(ontdekken), offrir(aanbieden), se souvenir(zich herinneren) Partir Vertrekken (partant) partcicipe présent je pars ik vertrek tu pars jij vertrekt il part hij vertrekt j`ai parti ik ben vertrokken werkwoorden die op dezelfde manier gaan: dormir(slapen), sentir(voelen, ruiken), servir(dienen), sortir(uitgaan) Perdre Verliezen (perdant) je perds ik verlies tu perds jij verliest il perd hij verliest j`ai perdu ik heb verloren werkwoorden die op dezelfde manier gaan: attendre(wachten op), descendre(uitstappen, naar beneden gaan), entendre(horen) Pouvoir Kunnen (pouvant) Pagina 11 van 14

12 je peux ik kan tu peux jij kan il peut hij kan ils peuvent zij kunnen j`ai pu ik heb gekund Prendre Nemen (prenant) je prends ik neem tu prends jij neemt il prend hij neemt ils prennent zij nemen j`ai pris ik heb genomen werkwoorden die op dezelfde manier gaan: apprendre(leren), comprendre(begrijpen) Recevoir Ontvangen (recevant) je reçois ik ontvang tu reçois jij ontvangt il reçoit hij ontvangt ils reçoivent zij ontvangen j`ai reçu ik heb ontvangen je recevrai ik zal ontvangen du passé je recevrais ik zou ontvangen Savoir Weten (sachant) je sais ik weet tu sais jij weet il sait hij weet nous savons wij weten vous savez u weet/jullie weten ils savent zij weten imparfait je savais ik wist Pagina 12 van 14

13 j`ai su ik heb geweten je saurai ik zal weten du passé je saurais ik zou weten Suivre Volgen (suivant) je suis ik volg tu suis jij volgt il suit hij volgt j`ai suivi ik heb gevolgd werkwoord dat op dezelfde manier gaat: poursuivre(vervolgen, voortzetten) Venir Komen (venant) je viens ik kom tu viens jij komt il vient hij komt ils viennent zij komen j`ai venu ik ben gekomen je viendrai ik zal komen du passé je viendrais ik zou komen werkwoorden die op dezelfde manier gaan: venir, devenir(worden), prévenir(waarschuwen), soutenir(steunen), tenir(houden) entretenir(onderhouden), obtenir(verkrijgen) Vivre Leven (vivant) je vis ik leef tu vis jij leeft il vit hij leeft j`ai vécu ik heb geleefd werkwoord dat op dezelfde manier gaat: survivre(overleven) Pagina 13 van 14

14 Voir Zien (voyant) je vois ik zie tu vois jij ziet il voit hij ziet ils voient zij zien j`ai vu ik heb gezien je verrai ik zal zien du passé je verrais ik zou zien Vouloir Willen (voulant) je veux ik wil tu veux jij wilt il veut hij wil ils veulent zij willen j`ai voulu ik heb gewild je voudrai ik zal willen du passé je voudrais ik zou willen Pagina 14 van 14

Aantekening Frans Vervoegingen werkwoorden (avoir, etre, faire, vouloir, pouvoir, aller)

Aantekening Frans Vervoegingen werkwoorden (avoir, etre, faire, vouloir, pouvoir, aller) Aantekening Frans Vervoegingen werkwoorden (avoir, etre, faire, vouloir, pouvoir, aller) Aantekening door A. 1086 woorden 28 september 2014 6,6 430 keer beoordeeld Vak Frans Avoir = hebben Présent j'ai

Nadere informatie

Taalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden

Taalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden Taalregels In dit grammaticaoverzicht kun je kiezen uit: S Volgorde in de Franse zin S Man, huis, deur, en zwaar, geel, zelfst. naamwoord en bijv. naamwoord S Le, la, les, de lidwoorden S Praten, hebben,

Nadere informatie

werkwoord présent O.T.T. passé composé V.T.T. je parle tu parles il parle nous parlons vous parlez ils parlent

werkwoord présent O.T.T. passé composé V.T.T. je parle tu parles il parle nous parlons vous parlez ils parlent werkwoord présent O.T.T. passé composé V.T.T. -er werkwoorden : parler, donner, rester, arriver. je parlerai je parlerais tu parleras tu parlerais il parlera il parlerait ns parlerons ns parlerions vs

Nadere informatie

Aantekening Frans Werkwoorden Frans

Aantekening Frans Werkwoorden Frans Aantekening Frans Werkwoorden Frans Aantekening door D. 1120 woorden 21 april 2013 5,5 4 keer beoordeeld Vak Frans Présent Werkwoorden op er Werkwoorden op ir Werkwoorden op -re je parle finis vends tu

Nadere informatie

werkwoord présent O.T.T. passé composé V.T.T. je parle tu parles il parle nous parlons vous parlez ils parlent

werkwoord présent O.T.T. passé composé V.T.T. je parle tu parles il parle nous parlons vous parlez ils parlent werkwoord présent O.T.T. passé composé V.T.T. -er werkwoorden : parler, donner, rester, arriver. je parlerai je parlerais tu parleras tu parlerais il parlera il parlerait ns parlerons ns parlerions vs

Nadere informatie

Samenvatting Frans Stencil Franse tijden

Samenvatting Frans Stencil Franse tijden Samenvatting Frans Stencil Franse tijden Samenvatting door een scholier 2255 woorden 17 juli 2006 5,6 431 keer beoordeeld Vak Frans Présent ( Tegenwoordige tijd ). De présent is de tegenwoordige tijd.

Nadere informatie

4,8. Le Présent (tegenwoordige tijd) Le passé composé. Opdracht door een scholier 744 woorden 7 januari keer beoordeeld

4,8. Le Présent (tegenwoordige tijd) Le passé composé. Opdracht door een scholier 744 woorden 7 januari keer beoordeeld Opdracht door een scholier 744 woorden 7 januari 2008 4,8 360 keer beoordeeld Vak Frans Franse werkwoorden, eindiging op: ir, re, er Deze regels geldt alleen voor werkwoorden die eindigen op ir, re, er

Nadere informatie

Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad

Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad dbp Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad Auteurs: Els Pieters Diane Olivier Ed de Boer Uitgever: dbp-villangues Ritzema Boskade 7 2101 GL

Nadere informatie

Samenvatting Frans Franconville tape 9

Samenvatting Frans Franconville tape 9 Samenvatting Frans Franconville tape 9 Samenvatting door een scholier 709 woorden 18 november 2006 5,7 18 keer beoordeeld Vak Frans Woordjes étape 9 (handboek) La visite Het bezoek Un hôtel Een hotel La

Nadere informatie

SECTION 21. LES VERBES EN -IR de werkwoorden eindigend op -ir

SECTION 21. LES VERBES EN -IR de werkwoorden eindigend op -ir SECTION 21. LES VERBES EN -IR de werkwoorden eindigend op -ir INTRODUCTION Voor een aantal werkwoorden die uitgaan op ir geldt een zekere regelmaat. Choisir, finir, réunir, réussir zijn voorbeelden van

Nadere informatie

Faber quisque fortunae suae Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk Frans werkwoorden Tara Fokker 2011 Blz. 1/11

Faber quisque fortunae suae Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk Frans werkwoorden Tara Fokker 2011 Blz. 1/11 Frans: Werkwoorden voor SO (aller, avoir, donner, être, faire, finir, pouvoir, prendre, savoir, venir, voir, vouloir) Deze lijst wordt gedeeld via tarafokker.wrts.nl. Frans Nederlands 1. je suis ik ben

Nadere informatie

Le passé composé. = avoir of être + participe passé (= voltooid deelwoord) Infinitif passé composé traduction

Le passé composé. = avoir of être + participe passé (= voltooid deelwoord) Infinitif passé composé traduction Le passé Imparfait Le passé composé = avoir of être + participe passé (= voltooid deelwoord) 1) Etre of avoir a) être Infinitif passé composé traduction Naître Aller Devenir Entrer Monter Rester Partir

Nadere informatie

Aantekening Frans les pronoms personnels

Aantekening Frans les pronoms personnels Aantekening Frans pronoms personnels Aantekening door een scholier 648 woorden 16 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Frans Pronoms personnels Plaats in de zin: Voor alle persoonlijke voornaamwoorden die

Nadere informatie

Samenvatting Frans Franconville tape 1

Samenvatting Frans Franconville tape 1 Samenvatting Frans Franconville tape 1 Samenvatting door een scholier 1554 woorden 8 november 2009 5 7 keer beoordeeld Vak Frans WOORDEN et. 1 la rencontre =de ontmoeting 2. le rendez-vous de afspraak

Nadere informatie

J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal.

J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal. Je regrette. Ce n est pas grave. Ce n est pas normal. C est bête. J accepte tes excuses. J en ai marre! Oublions-le. Ne t inquiète pas! N en parlons plus. Profites-en! As-tu envie de Vous avez encore d

Nadere informatie

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden INTRODUCTION Alle persoonlijke voornaamwoorden vormen tezamen een groot en essentieel deel van de Franse taal en dan met name op het gebied

Nadere informatie

deuxième groupe werkwoorden die eindigen op ir met een stamuitbreiding in het meervoud (finir, choisir, réfléchir).

deuxième groupe werkwoorden die eindigen op ir met een stamuitbreiding in het meervoud (finir, choisir, réfléchir). Werkstuk door een scholier 3430 woorden 19 augustus 2006 5,1 36 keer beoordeeld Vak Frans ESSENTIELE WERKWOORDSVORMING (L ESSENTIEL CONJUGAISON) 1.0 Werkwoorden (les verbes) 1.1 Werkwoordsklassen (les

Nadere informatie

Opdracht Frans Vervoegingen onregelmatige werkwoorden

Opdracht Frans Vervoegingen onregelmatige werkwoorden Opdracht Frans Vervoegingen onregelmatige we Opdracht door een scholier 5463 woorden 21 juni 2004 7,3 1401 keer beoordeeld Vak Frans Onregelmatige ww op -er Avoir = Hebben J ai = ik heb Tu as = jij hebt

Nadere informatie

Talenquest Frans 2thv: Grammatica

Talenquest Frans 2thv: Grammatica Talenquest Frans 2thv: Grammatica Épisode 1: Onregelmatige werkwoorden Er zijn in het Frans naast regelmatige werkwoorden ook onregelmatige werkwoorden. Het is lastig om van onregelmatige werkwoorden de

Nadere informatie

LE SUBJONCTIF OU L'INDICATIF

LE SUBJONCTIF OU L'INDICATIF LE SUBJONCTIF OU L'INDICATIF Après des verbes l'emploi du subjonctif het gebruik van de subjonctief Nous voulons qu'elle parte. Il est souhaitable qu'il vienne. DES VERBES DE VOLONTÉ/DE DÉSIR werkwoorden

Nadere informatie

Samenvatting Frans Hoofdstuk 1

Samenvatting Frans Hoofdstuk 1 Samenvatting Frans Hoofdstuk 1 Samenvatting door Sam 461 woorden 21 februari 2017 0 keer beoordeeld Vak Frans Imparfait Je - ais Tu - ais Il/elle/on - ait Nous - ions Vous - iez Ils/elles - aient Wanneer

Nadere informatie

Samenvatting Frans Hoofdstuk 1. Vocabulaire. Voca 1. Voca 2. Samenvatting door C woorden 24 juni keer beoordeeld.

Samenvatting Frans Hoofdstuk 1. Vocabulaire. Voca 1. Voca 2. Samenvatting door C woorden 24 juni keer beoordeeld. Samenvatting Hoofdstuk 1 Samenvatting door C. 1001 woorden 24 juni 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Methode D'accord! : H1 Vocabulaire Voca 1 border quant à rarement une résidence secondaire une colline le

Nadere informatie

4,9. (Voor de tabel zie bijlage!) Vertaling door een scholier 922 woorden 12 augustus keer beoordeeld

4,9. (Voor de tabel zie bijlage!) Vertaling door een scholier 922 woorden 12 augustus keer beoordeeld Vertaling door een scholier 922 woorden 12 augustus 2010 4,9 75 keer beoordeeld Vak Frans (Voor de tabel zie bijlage!) abandonner verlaten f cuire koken accueillir onthalen, welkom heten r danser "dansen

Nadere informatie

écoutez, lisez, jouez

écoutez, lisez, jouez Je hebt de vorige module knap gewerkt, dus mag je nu alleen verder werken met module 7. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet beluisteren,

Nadere informatie

l'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir.

l'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir. bon anniversaire Bon anniversaire, mon petit. l'argent Donne. L'argent! le quartier Tu habites dans le quartier? le ticket T'as le ticket? pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! donne Donne. L'argent!

Nadere informatie

Frans grammatica hoofdstuk 1 en 2

Frans grammatica hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door Een scholier 768 woorden 30 september 2015 7,3 18 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Regelmatige ww. Werkwoorden op er Werkwoorden op ir Werkwoorden op -re Présent J habite

Nadere informatie

6,1. Aantekening door K woorden 15 november keer beoordeeld

6,1. Aantekening door K woorden 15 november keer beoordeeld Aantekening door K. 1880 woorden 15 november 2014 6,1 18 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord, B.V. un grand magasin = een

Nadere informatie

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. Werkwoorden Hebben en zijn De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. persoon onderwerp hebben zijn 1 enk. ik heb ben 2 enk. jij/u hebt bent

Nadere informatie

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté!

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! Oefening 1: Cherchez les phrases dans le texte. Ecrivez les phrases sans fautes. Zoek volgende zinnen in de tekst. Schrijf ze correct over. - In de namiddag,

Nadere informatie

Q U K G D T P E H B Z L R W C I F J M S X. Maman est allée au supermarché. Elle a acheté beaucoup et elle a tout mis. en plastique.

Q U K G D T P E H B Z L R W C I F J M S X. Maman est allée au supermarché. Elle a acheté beaucoup et elle a tout mis. en plastique. 35 unité 1 Welke letters van het alfabet vind je niet terug in het kader? Schrijf ze in de goede volgorde op, dan kun je er een korte Franse zin mee maken. Hoe zeg je hetzelfde in het Nederlands? Q U K

Nadere informatie

Leer je talen. Downloads Basiskennis verankeren

Leer je talen. Downloads Basiskennis verankeren Leer je talen Downloads Basiskennis verankeren Downloads Basiskennis verankeren Leer je talen Aan de slag Direct aan de slag met de downloads behorend bij spel nummer 3 van de Franse taal! Deze downloads

Nadere informatie

Vocabulaire. Voca 1. Voca 2. Samenvatting door Charley 1090 woorden 24 juni keer beoordeeld. Frans H3

Vocabulaire. Voca 1. Voca 2. Samenvatting door Charley 1090 woorden 24 juni keer beoordeeld. Frans H3 Samenvatting door Charley 1090 woorden 24 juni 2016 0 keer beoordeeld Vak Methode D'accord! H3 Vocabulaire Voca 1 1 le parcours het traject, de route 2 au temps de ten tijde van 3 la tribu de stam 4 chacun

Nadere informatie

Samenvatting Frans Oefeningen en herhaling

Samenvatting Frans Oefeningen en herhaling Samenvatting Frans Oefeningen en herhaling Samenvatting door een scholier 1577 woorden 19 juni 2018 0 keer beoordeeld Vak Frans LIDWOORDEN Mannelijk enkelvoud Vrouwelijk enkelvoud Klinker/ stomme h enkelvoud

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in de vorige module flink gewerkt. Nu kan je zelfstandig verder werken aan module 12. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet

Nadere informatie

basiszinnen spreekvaardigheid

basiszinnen spreekvaardigheid basiszinnen spreekvaardigheid Formele en informele spreektaal In dit hoofdstuk krijg je allerlei uitdrukkingen die je in veel voorkomende gesprekssituaties kunt gebruiken. Er zijn, net zoals in het Nederlands,

Nadere informatie

Chapitre 4, Ensemble!

Chapitre 4, Ensemble! ntwoorden 47 Chapitre 4, Ensemble! Orientation Exercice 1a 1 Grégoire 2 Julia 3 Julia 4 Camille 5 Romain 6 Hugo Exercice 1b B Exercice 1c 1 B 3 4 C 5 6 B 7 B Exercice 2 près le bac, je vais faire des études

Nadere informatie

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed.

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed. Regels werkwoordspelling In dit bestand worden de 5 werkwoordsvormen uitgelegd. Het gaat om: 1. Tegenwoordige tijd 2. Verleden tijd 3. Voltooid deelwoord 4. Onvoltooid deelwoord 5. Bijvoeglijk gebruikt

Nadere informatie

PRONOMS PERSONNELS <lang> (3 HAVO-VWO) 1. VORMEN : vier rijtjes:

PRONOMS PERSONNELS <lang> (3 HAVO-VWO) 1. VORMEN : vier rijtjes: PRONOMS PERSONNELS (3 HAVO-VWO) 1. VORMEN : vier rijtjes: ONDERWERP (1E NAAMVAL) LIJDEND VOORWERP (4E NAAMVAL) JE IK ME (M') MIJ, ME TU JIJ/JE TE (T') JOU/JE IL HIJ (HET) LE (L') HEM/HET ELLE ZIJ/ZE

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît?

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt

Nadere informatie

Antwoorden Frans Étape 8 (Franconville)

Antwoorden Frans Étape 8 (Franconville) Antwoorden Frans Étape 8 (Franconville) Antwoorden door een scholier 860 woorden 22 april 2007 5,4 76 keer beoordeeld Vak Frans Boek: Franconville Étape: 8 Opdracht 2A: Aankruizen: 1, 3, 5 en 6 Opdracht

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous

Nadere informatie

Samenvatting Frans Grammatica

Samenvatting Frans Grammatica Samenvatting Frans Grammatica Samenvatting door een scholier 3050 woorden 11 oktober 2008 6,2 213 keer beoordeeld Vak Methode Frans D'accord! Grammatica Frans eerste jaar 1. Het lidwoord: L article défini

Nadere informatie

werkwoorden in de toekomende tijd

werkwoorden in de toekomende tijd werkwoorden in de toekomende tijd 9 Futur proche 135 Vul de zinnen aan met de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes in de futur proche. a) Cet après-midi, je les courses avec ma mère. (faire) b)

Nadere informatie

La conjugaison des verbes

La conjugaison des verbes La conjugaison des verbes (De vervoeging van de werkwoorden) 1. L indicatif présent (ind. pr.) De onvoltooid tegenwoordige tijd ( ik spreek ) 1. infinitief nemen 2. stam zoeken (=le radical) 3. persoonsuitgangen

Nadere informatie

een boek boeken het boek de boeken een boom bomen de boom de bomen een vriendin vriendinnen de vriendin de vriendinnen

een boek boeken het boek de boeken een boom bomen de boom de bomen een vriendin vriendinnen de vriendin de vriendinnen 1 LIDWOORDEN un livre des livres le livre les livres een boek boeken het boek de boeken un arbre des arbres l arbre les arbres een boom bomen de boom de bomen une copine des copines la copine les copines

Nadere informatie

Beschrijving van de taalniveaus van A1 tot C1

Beschrijving van de taalniveaus van A1 tot C1 Beschrijving van de taalniveaus van A1 tot C1 v o o r p r oefj e v o o r p r o e f j e Begrijpen Spreken Schrijven Luisteren Lezen Productie Interactie Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen

Nadere informatie

Zakelijke correspondentie

Zakelijke correspondentie - Aanhef Nederlands Frans Geachte heer President Monsieur le Président, Zeer formeel, geadresseerde heeft een speciale titel die in plaats van de naam wordt gebruikt Geachte heer Formeel, mannelijke geadresseerde,

Nadere informatie

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi?

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi? Hilversum, le 15 janvier 2012 Monsieur, J ai l intention de passer mes vacances à Nice pendant la seconde moitié du mois d août. Je ferai le voyage en auto avec ma femme et mes deux fils de 12 et de 15

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt de vorige modules knap gewerkt, dus mag je nu alleen starten met de leerstof Frans zelfstandig te verwerken. We beginnen te werken met module 6. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je

Nadere informatie

Inhoud. Taalregel Etape Bladzijde

Inhoud. Taalregel Etape Bladzijde Franconville 4 Taalregels vmbo Inhoud Taalregel Etape Bladzijde 1 Spellen Parler 2 2 2 Hoofdtelwoorden Lire 2 2 3 Rangtelwoorden Parler 8 2 4 Landen en nationaliteiten Ecrire 1 2 5 Voorzetsels Ecouter

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie - Belangrijkste benodigdheden Kunt u me alstublieft helpen? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Spreekt u Engels? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Spreekt u _[taal]_?

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt

Nadere informatie

k ga naar school e vais à l ecole

k ga naar school e vais à l ecole Nederlandstalig onderwijs k ga naar school e vais à l ecole Nederlands Français k ga naar school e vais à l école Wat heb ik goed geslapen. Mama helpt me bij het wassen en aankleden. Ze vertelt me dat

Nadere informatie

Immigratie Bank. Bank - Algemeen. Bank - Openen van een bankrekening. Kan ik geld afhalen in [land] zonder provisies te betalen?

Immigratie Bank. Bank - Algemeen. Bank - Openen van een bankrekening. Kan ik geld afhalen in [land] zonder provisies te betalen? - Algemeen Est-ce que je peux retirer de l'argent en [pays] sans payer de commission? Vragen of er provisies zijn wanneer u geld afhaalt in een bepaald land Quels sont les frais si je retire de l'argent

Nadere informatie

Inleiding!...!i! Les!1!...!1! Welkom!...!1! Overzicht!van!de!uitspraak!...!1!

Inleiding!...!i! Les!1!...!1! Welkom!...!1! Overzicht!van!de!uitspraak!...!1! Inhoudsopgave( Inleiding...i Les1...1 Welkom...1 Overzichtvandeuitspraak...1 Les2...3 Woordenschat...3 Zelfstandignaamwoordlesubstantif...3 Hetlidwoordl'article...4 Oefeningen...4 Les3...7 Woordenschat...7

Nadere informatie

Immigratie Bank. Bank - Algemeen. Bank - Openen van een bankrekening. Est-ce que je peux retirer de l'argent en [pays] sans payer de commission?

Immigratie Bank. Bank - Algemeen. Bank - Openen van een bankrekening. Est-ce que je peux retirer de l'argent en [pays] sans payer de commission? - Algemeen Kan ik geld afhalen in [land] zonder provisies te betalen? Vragen of er provisies zijn wanneer u geld afhaalt in een bepaald land Wat zijn de provisies als ik geld wil afhalen bij een geldautomaat

Nadere informatie

Tekst 1 Hoe laat vertrekt de trein?

Tekst 1 Hoe laat vertrekt de trein? 1 Tekst 1 Hoe laat vertrekt de trein? Hallo! Dag! Goedemorgen! Hoe laat is het? - Bijna negen uur. Oké, dan wachten we nog even tot het negen uur is. Goed, het is negen uur. Iedereen is er, behalve Anita.

Nadere informatie

(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 1 NEDERLANDS

(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 1 NEDERLANDS (ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 1 NEDERLANDS 0 AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgd schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen (d, t of dt). Tijdens deze uitleg kun je oefenen

Nadere informatie

Bilan 4 «À la recherche»

Bilan 4 «À la recherche» Begeleid zelfstandig leren Bilan 4 «À la recherche» Tijdsduur: 50 minuten Benodigdheden: een blauwe en groene balpen Nom:............ Classe:............................ N :............ Een woordje uitleg:

Nadere informatie

Samenvatting Frans Grammaticatijden

Samenvatting Frans Grammaticatijden Samenvatting Frans Grammaticatijden Samenvatting door een scholier 908 woorden 28 oktober 2009 7,8 14 keer beoordeeld Vak Frans Passé Composé - Wat in het verleden gebeurt is of wat iemand gedaan heeft.

Nadere informatie

Leer je talen. Podcast woordenlijsten

Leer je talen. Podcast woordenlijsten Leer je talen Podcast woordenlijsten Leer je talen Dit zijn de podcast lijsten die horen bij spel nummer 3 van de Franse taal! Hoe werkt het? 1. De kaartjes zijn allemaal genummerd 2. De lijsten met woorden,

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in de vorige module goed gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 11. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet

Nadere informatie

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé III. 1. Accord de l adjectif 1.1 prend s 1.2 + E 1.3 substantivé 2. Les degrés de comparaison 2.1 Les comparatifs 2.2 Les superlatifs 2.3 Les irréguliers 1 III. 1. Accord de l adjectif 1.1. prend S Quand

Nadere informatie

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon.

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. Je m appelle Ric. / Mon nom est Verdonk. Quel est ton

Nadere informatie

Éventail-junior. woordkaarten

Éventail-junior. woordkaarten Éventail-junior En action 6 woordkaarten 2 Unité 21 un oncle une tante l anglais (m.) 21 la mer un pays un village une ville jouer de la guitare jouer du piano parler (anglais) parler à (Sam) travailler

Nadere informatie

Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten):

Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten): Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten): 1. Contact 1 t.e.m. 4 (onthoudboek blz. 20-26) 1.1 Parler des vacances. (spreek over jouw bestaande of gedroomde vakantie) Mogelijke

Nadere informatie

bij, dichtbij, ongeveer à travers door ( heen ) tijdens, gedurende met betrekking tot, over, n.a.v. beletten, evrhinderen

bij, dichtbij, ongeveer à travers door ( heen ) tijdens, gedurende met betrekking tot, over, n.a.v. beletten, evrhinderen teksten CE MAVO voorzetsels près de bij, dichtbij, ongeveer à travers door ( heen ) à côté de naast sur op, over depuis sinds pour voor, om te à cause de vanwege jusqu'à tot, tot aan pendant tijdens, gedurende

Nadere informatie

5.5. Boekverslag door K. 718 woorden 3 februari keer beoordeeld. Frans toetje met vanillevla en geklopt eiwit

5.5. Boekverslag door K. 718 woorden 3 februari keer beoordeeld. Frans toetje met vanillevla en geklopt eiwit Boekverslag door K. 718 woorden 3 februari 2014 5.5 2 keer beoordeeld Vak Methode D'accord! Le radis La carotte Le thon La sauce tomate Le brocoli Le plat du jour Le poisson Une escalope de veau Un poulet

Nadere informatie

~ Grammaire ~ Semester 1: Hotel Operations Test Écrire

~ Grammaire ~ Semester 1: Hotel Operations Test Écrire Werkwoordstijden Temps Verbauxs : Indicatif Présent: De Tegenwoordige Tijd. Stam + uitgangen présent je réserve ik reserveer ~ Grammaire ~ Semester 1: Hotel Operations Test Écrire Indicatif Passé Composé:

Nadere informatie

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen - Vinden Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen... une chambre à louer?... une auberge de jeunesse?... un hôtel?... une chambre d'hôtes?... un camping? Quels sont les prix là-bas? Over

Nadere informatie

Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands.

Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands. Libre Service Junior 1 HV Kennistoets versie A Unité 4 Toets Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. 5 points / R 1 Dans ma rue, il y a beaucoup de magasins. 2 L

Nadere informatie

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen - Vinden Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen... een kamer te huur?... une chambre à louer?... een hostel?... une auberge de jeunesse?... een hotel?... un hôtel?...

Nadere informatie

pagina 1 van 5 VAN IN

pagina 1 van 5 VAN IN Éventail-junior En action 6 21 1 Luisteren: basistekst Éventail-junior En action 6 21 2 Luisteren: woordenschat Éventail-junior En action 6 21 3 Luisteren: venir Éventail-junior En action 6 21 4 Woordenschat

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in module 8 knap gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 9. Je hebt daarvoor wel je boek 2B nodig. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je

Nadere informatie

WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR WAT GAAN WE IN DE LES DOEN?

WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? = aag Schooljaar: 07-08 Stuewijzer:mo Methode: in balans Klas: 6v WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? DIE LES? 3 6/3-30/3 Paasvakantie Geen les 4 /4-6/4 Paasvakantie Geen les

Nadere informatie

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd In deze les leer je zwakke werkwoorden als persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op de juiste manier spellen. De sterke werkwoorden leveren vaak geen d- of t-problemen

Nadere informatie

Herhalingen over grammatica (voor de examens)

Herhalingen over grammatica (voor de examens) 1. Modale hulpwerkwoorden Herhalingen over grammatica (voor de examens) Vertaal in het Nederlands. 1. Vous pouvez (avoir la possibilité) manger un plat ou un dessert. 2. Ils doivent aller au magasin de

Nadere informatie

6. entretenir onderhouden het onderhoud, het gesprek. tegenhouden, onthouden vasthouden, in hechtenis houden. de aanpassing, de bewerking

6. entretenir onderhouden het onderhoud, het gesprek. tegenhouden, onthouden vasthouden, in hechtenis houden. de aanpassing, de bewerking NE CONFONDEZ PAS: 1. habiter wonen l habitude de gewoonte d habitude gewoonlijk, meestal s habiller zich (aan)kleden un habitant een inwoner, bewoner un habitué een vaste klant être habitué gewend zijn

Nadere informatie

DEEL 1: GROETEN EN VOORSTELLEN... 4

DEEL 1: GROETEN EN VOORSTELLEN... 4 Inhoudsopgave DEEL 1: GROETEN EN VOORSTELLEN... 4 1.1 GROETEN... 4 1.2 KENNISMAKEN EN (IEMAND) VOORSTELLEN... 4 1.3 DE TIJD VRAGEN EN GEVEN... 5 De weken:... 5 De maanden:... 5 Tijden en tijd vragen:...

Nadere informatie

Dag, de verbinding werd verbroken Allô, la communication a été coupée Aaloo laa kommuuniekatjoñ aa eetee koepee

Dag, de verbinding werd verbroken Allô, la communication a été coupée Aaloo laa kommuuniekatjoñ aa eetee koepee Dag, de verbinding werd verbroken Allô, la communication a été coupée Aaloo laa kommuuniekatjoñ aa eetee koepee Blijft u aan de lijn Restez en ligne s.v.p. Restee añ lienju siel voe ple Blijft u aan de

Nadere informatie

pendant le mieux serait de il vaut mieux

pendant le mieux serait de il vaut mieux en fin de sinon le passe-temps favori le lundi après-midi un dîner de famille grave pendant le mieux serait de il vaut mieux il est facile de il m arrive de j ai appris à parler français de toute façon

Nadere informatie

Spelling. A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema:

Spelling. A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema: Spelling 1. Werkwoorden: tegenwoordige tijd A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema: ik - je/u/hij/ze t we/jullie/ze en bijvoorbeeld: ik drink ik bied je drinkt je biedt

Nadere informatie

POUVEZ-VOUS ENCORE FAIRE UN ÉTALAGE?

POUVEZ-VOUS ENCORE FAIRE UN ÉTALAGE? POUVEZ-VOUS ENCORE FAIRE UN ÉTALAGE? 1 Mijnheer Sobrie heeft zopas zijn kledingzaak opnieuw laten inrichten. Hij gaat op zoek naar iemand die zijn etalage volgens de nieuwste trends wil inrichten. Mevrouw

Nadere informatie

GRAMMAIRE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL

GRAMMAIRE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL GRAMMAIRE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL Leen Van Craesbeek Acco Leuven / Den Haag INHOUD Voorwoord 7 PREMIÈRE PARTIE 9 01/ L article Het lidwoord 11 a L article indéfini het onbepaald lidwoord 12

Nadere informatie

Les Règles 1e dr-4e opl 08-01-2013 15:02 Pagina 3. Drs. D. Bernard. dujeu. Franse grammatica met oefeningen. Walvaboek

Les Règles 1e dr-4e opl 08-01-2013 15:02 Pagina 3. Drs. D. Bernard. dujeu. Franse grammatica met oefeningen. Walvaboek Les Règles 1e dr-4e opl 08-01-2013 15:02 Pagina 3 Drs. D. Bernard L E S R È G L E S dujeu Franse grammatica met oefeningen Walvaboek Les Règles 1e dr-4e opl 08-01-2013 15:02 Pagina 5 VOORWOORD Het belang

Nadere informatie

KAPSTOK SPELLING WERKWOORDEN

KAPSTOK SPELLING WERKWOORDEN gewenning de korte zin doe-deel en wie-deel KAPSTOK SPELLING WERKWOORDEN tegenwoordige/verleden tijd en enkelvoud/meervoud de begrippen onderwerp en persoonsvorm ik-vorm tegenwoordige tijd, alle werkwoorden

Nadere informatie

LES VERBES. LE PASSÉ (het verleden) LE PRÉSENT(het heden, nu) LE FUTUR(de toekomst)

LES VERBES. LE PASSÉ (het verleden) LE PRÉSENT(het heden, nu) LE FUTUR(de toekomst) LES VERBES LIGNE DE TEMPS (tijdlijn) LE PASSÉ (het verleden) LE PRÉSENT(het heden, nu) LE FUTUR(de toekomst) 8. le plus-que-parfait 6. le passé 5. le passé 1. l indicatif 3. le futur 4. le futur composé

Nadere informatie

Antwoorden Frans Rue du Bac, Cycles 1, 2, 3

Antwoorden Frans Rue du Bac, Cycles 1, 2, 3 Antwoorden Frans Rue du Bac, Cycles 1, 2, 3 Antwoorden door een scholier 1008 woorden 17 november 2003 6,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Frans Rue du Bac 6 Le mariage het huwelijk Le chef de rayon de

Nadere informatie

AANTEKENINGEN IN 10 PUNTEN (3H/V): 2 e versie

AANTEKENINGEN IN 10 PUNTEN (3H/V): 2 e versie AANTEKENINGEN10 AANTEKENINGEN IN 10 PUNTEN (3H/V): 2 e versie 1. ZINNEN VRAGEND MAKEN (a+b altijd mogelijk; bij c kijken naar het onderwerp) a. Intonatie Tu m accompagnes >>> Tu

Nadere informatie

Antwoorden Frans Unité 6a

Antwoorden Frans Unité 6a Antwoorden Frans Unité 6a Antwoorden door een scholier 1066 woorden 20 april 2005 8,5 35 keer beoordeeld Vak Methode Frans Libre Service Unité 6a Exercise 1 1. Wat wil de schrijver met deze zin zeggen?

Nadere informatie

PTA Frans TL, Bohemen Houtrust, cohort 13-14-15

PTA Frans TL, Bohemen Houtrust, cohort 13-14-15 A. Schoolexamen leerjaar 3 mavo (2013-2014) 1 VCT1 Voortgangstoets étape 1 -Vraagzinnen maken door middel van est-ce que en inversie -Werkwoord mettre -Herhaling ww op er -Kaartjes kopen voor het openbaar

Nadere informatie

PTA Frans TL, Bohemen Houtrust, cohort 14-15-16

PTA Frans TL, Bohemen Houtrust, cohort 14-15-16 Schoolexamen leerjaar 3 mavo (2014-2015) PTA Frans TL, Bohemen Houtrust, cohort 14-15-16 1 VCT1 Voortgangstoets étape 1 Vraagzinnen maken door middel van est-ce que en inversie Werkwoord mettre Herhaling

Nadere informatie

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Demander son chemin vers un logement

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Demander son chemin vers un logement - Trouver Où puis-je trouver? Demander son chemin vers un logement Waar kan ik vinden?... une chambre à louer?... een kamer te huur?... une auberge de jeunesse?... een hostel?... un hôtel?... een hotel?...

Nadere informatie

Thema 2. Rennen voor geld

Thema 2. Rennen voor geld Thema 2 Rennen voor geld Les 2.1 Berlijnse calorieën zekerheden zebra s onmiddellijk Les 1 reis, ijs Sjoerd vertelt zijn opa dat hij rondjes gaat lopen op een sportterrein. Wat een ander woord voor terrein?

Nadere informatie

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING werkwoordspelling.com M.Kiewit Schematisch overzicht Stap 1: De persoonsvorm De persoonsvorm is het werkwoord dat op de eerste plaats komt te staan als

Nadere informatie

Vak: Frans Klas: H2+V2-4 uur UNITÉ 1 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Lesperiode: week 36 t/m week 40

Vak: Frans Klas: H2+V2-4 uur UNITÉ 1 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Lesperiode: week 36 t/m week 40 H2 + V2/ FRANS 1 Unité 1 Carte Orange/ Boek HV1 Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) H2frans 1 + V2frans 1 / Unité 1 t/m 6/1HV Unité 1/ 2HV (week 36 t/m week 10) Vak: Frans Klas: H2+V2-4 uur UNITÉ 1

Nadere informatie

BEGINNERSCURSUS DAG 6

BEGINNERSCURSUS DAG 6 1 BEGINNERSCURSUS DAG 6 A. FORCING Tekst: Het telefoongesprek B. GRAMMATICA Vorming van de V.T.T. gebruik Onregelmatige werkwoorden C. CONVERSATIE Telefoneren 2 REEKS I: HET DAGELIJKSE LEVEN Tekst Het

Nadere informatie

Panel 1 Débat 1. André Frédéric (PS) Anne Dedry (Groen) dr. Peter Persyn (N-VA) prof. Geertrui Van Overwalle (KULeuven) Hilde Stevens (I3h)

Panel 1 Débat 1. André Frédéric (PS) Anne Dedry (Groen) dr. Peter Persyn (N-VA) prof. Geertrui Van Overwalle (KULeuven) Hilde Stevens (I3h) Acces WiFi 1 Réseau / Netwerk: KVVCR-GUEST Naviger vers: http://www.lachambre.be Cliquer sur: Faire une demande d accès en tant qu invité Remplissez les champs suivants: - Code d inscription : KVVCR -

Nadere informatie

DE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD

DE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD DE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD Een didactiek om het begrip ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD aan te leren in het 4e leerjaar (Groep 6). Enkele voorafgaande opmerkingen over de toekomende tijd van het werkwoord.

Nadere informatie

Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais

Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais Begrijpen en begrepen worden begint met het spreken van de Nederlandse taal La langue néerlandaise crée un lien entre nous Wat leest

Nadere informatie