Inleiding!...!i! Les!1!...!1! Welkom!...!1! Overzicht!van!de!uitspraak!...!1!
|
|
- Lodewijk Simons
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Inhoudsopgave( Inleiding...i Les1...1 Welkom...1 Overzichtvandeuitspraak...1 Les2...3 Woordenschat...3 Zelfstandignaamwoordlesubstantif...3 Hetlidwoordl'article...4 Oefeningen...4 Les3...7 Woordenschat...7 Meervoudvormen...7 Hetvoorzetselde...8 Hetvoorzetselà...8 Oefeningen...9 Les Woordenschat...11 Hetdelendlidwoordde...11 Hetpersoonlijkvoornaamwoordlepronom...12 Detegenwoordigetijdvanêtre(zijn)...12 Oefeningen...13 Les Woordenschat...16 DetegenwoordigetijdLeprésent...16 Detegenwoordigetijdvanavoir"hebben"...17 Oefeningen...18 Les6:Tellen...21 Woordenschat...21 Hoofdtelwoordenl'adjectifnuméralcardinal...21 Rangtelwoordenl'adjectifnuméralordinal...22 Oefeningen...23 Les Woordenschat...26 Hetbijvoeglijknaamwoordl'adjectif...26 Oefeningen...29 Les8:Herhaling...32 Woordenschat...32 Oefeningen...32 Les Woordenschat...35 Zinnenmaken...35 Oefeningen...38 iii
2 Les Woordenschat...40 Detegenwoordigetijdvanfaire"doen"enaller"gaan"...40 Hulpwerkwoord+infinitief...41 Detegenwoordigetijdvandevoir,pouvoir,vouloirensavoir...42 Oefeningen...42 Les Woordenschat...45 Deklok...45 Weekdagen,maanden,seizoenen...46 Dedatum...46 Oefeningen...47 Les Woordenschat...49 Persoonlijkvoornaamwoord,beklemtoondevormlepronomtonique...49 Onregelmatighedenbijwerkwoorden...50 Oefeningen...51 Les Woordenschat...54 Hetwederkerendwerkwoordleverbepronominal...54 Onregelmatigewerkwoordenindepresént...56 Oefeningen...57 Les Woordenschat...59 persoonlijkvoornaamwoordalslijdendvoorwerp...59 Onregelmatigewerkwoordenindepresént...60 Oefeningen...61 Les Woordenschat...63 Persoonlijkvoornaamwoordalsmeewerkendvoorwerp...63 Oefeningen...65 Les16:Herhaling...67 Woordenschat...67 Oefeningen...68 Les Woordenschat...70 Devoornaamwoordeneneny...70 Onregelmatigewerkwoordenindepresént...71 Oefeningen...71 Les Woordenschat...74 Bezittelijkvoornaamwoord...74 Oefeningen...75 Les iv
3 Woordenschat...77 Devoltooidtegenwoordigetijdlepassécomposé...77 Oefeningen...79 Les Woordenschat...82 Aanwijzendvoornaamwoordlepronomdémonstratif...82 Oefeningen...83 Les Woordenschat...85 Deonvoltooidverledentijdl'imparfait...85 Oefeningen...87 Les Woordenschat...89 Toekomendetijdfutur...89 Toekomendetijdconditionnel...91 Oefeningen...92 Les Woordenschat...95 Vragendvoornaamwoord...95 Hetbijwoord...97 Oefeningen...99 Les24:Herhaling Woordenschat Oefeningen Les Woordenschat GebiedendewijsL'impératif Vergelijkenlecomparatifetsuperlatif Oefeningen Les Woordenschat Onbepaaldvoornaamwoordlepronomindéfini Oefeningen Les Woordenschat Inleidingles27enverder Au2delàdel'handisport Oefeningen Les Woordenschat Inleiding Laviedomestique Avisdelapresse Oefeningen v
4 Les Woordenschat Pays2Bas.Lebouchervégétarien Oefeningen Les Woordenschat PommesduChauchet Oefeningen Les Woordenschat Lepetitdéjeuneràlafrançaise Quandapparaîtlepetit2déjeunerdanslequotidiendesFrançais? Aumenudupetitdéjeunerfrançais Oùprendresonpetitdéjeuner? Oefeningen Les Woordenschat FrançoisHollande:savieprivéerenduepublique Oefeningen Les Woordenschat ActualitéimmobilièreLimousin DossierSpécialCreuse Oefeningen Les Woordenschat LepermisdeconstruiredeAàZ Oefeningen Les Woordenschat Coopérationplutôtquecompétition Oefeningen Antwoordenopdeoefeningen vi
5 Les(1( Welkom( HetFransbehoorttotdeRomaansetalen,netalshetItaliaans,SpaansenPortugees.Het lijktdusveelmeeropdietalendanbijvoorbeeldophetengelsofduits.hetfranswijktook welweerbehoorlijkafvandieandereromaansetalen,bijvoorbeelddoordeinvloedvan anderetalenzoalshetkeltisch.hetfransisdemoedertaalvanruim100miljoen wereldburgers.daarvanbevindenzichruim63miljoenmenseninfrankrijk.andere landenwaarfransgesprokenwordtzijncanada(7miljoen),belgië(4miljoen)en Zwitserland(2miljoen). VergeetooknietdathetFranseenenormeinvloedheeftgehadopdeontwikkelingvanhet Engels.Alzoujedatopheteerstegezichtnietdenken,iszo'nbeetje30%vandeEngelse woordenschatafkomstiguithetfrans.ditgaatterugtothetjaar1066toenwillemde VeroveraarEngelandinnam. DeoudsteFranstaligetekstenvindenweinde9eeeuw.Totaande14eeeuwzijnde meesteteksteninzuidelijkedialecten,zoalshetoccitaans.inde16eeeuw,toenhetfrans deverplichtetaalvanhetbestuurwerd,begonmenmethetverderformaliserenvande taalenhetvastleggenvandegrammatica.inde17eeeuwkwamdetaalpasechttotbloei doorbekendeschrijversalsmolière. Overzicht(van(de(uitspraak( DeuitspraakinhetFranskomtniet1:1overeenmetdespelling.Metanderewoorden,het isnietzodatalsjeweethoeelkeletterwordtuitgesprokenjeautomatischallewoordenen zinnengoedkuntuitspreken.hetisnatuurlijkondoenlijkomvanuiteenboekdeuitspraak teleren.iknodigjedaaromookuitomwww.lesexpres.nl/franstebezoeken.daarkunje opelkwoordenelkezinklikkenomdeuitspraaktehoren.hierdebelangrijksteregels. Medeklinkers Frans Fonetisch j journal zj zjoegnal r journal de r neigt een beetje naar een g. zjoegnal ch champagne sj sjampanje g (gevolgd door a,o of u) garage zachte k, als in het Engelse 'go' karazj g (overig) garage zj karazj ph philipe f fieliep ll elle meestal l el ll fille soms ju of j fieje h hôtel niet uitgesproken ootel gn champagne nj sjampanje s (eind van een woord in meervoud) maisons niet uitgesproken mèzon c (gevolgd door e, i of y) citron s sietron c (gevolgd door a, o of u) coca cola k koka kola maar, ç (gevolgd door a, o of u) reçu s resu 1
6 Hierbijdevolgendeopmerking.Inhetalgemeengeldtdatdemedeklinkersd,n,p,r,s,ten xnietwordenuitgesprokenalszijaanheteindvaneenwoordstaan.alleandere medeklinkerswordenweluitgesproken.neemalsvoorbeeldtrois,uitgesprokenals 'trwah',maarookcombinatieszoalsfonds,uitgesprokenals'fon'. Klinkers en klanken Frans Fonetisch a marmelade a marmalade e cheveu uh sjuhveu i pipe ie piep o (eind van woord) vélo oo veloo o (anders) botte o bot u voiture, une uu vwatuug y pays jie peejie ou bouche oe boesj oi droigt a drwah au, eau bateau oo batoo ai maison è mèzon eu, oeu feu eu feu ui aujourd'hui wie oozjordwie er, et boucher ee boesjee on bon òh bòh an, en, emp vent àh vàht in, un, ain, ein matin, un èh matèh Hierbijnogdevolgendeopmerkingen.1)Indemeestegevallenwordtdeealsdezeaan heteindvaneenwoordstaat,nietuitgesproken.bijvoorbeeldinhetwoordbouche, uitgesprokenals'boesj'.2)wordtde'e'gevolgddooreenl,m,n,p,r,oft,danwordtdeze uitgesprokenalseen'è'.),zoalsinlettre,uitgesprokenals'lètr'. 2
7 Les(2( Woordenschat( merci dank je difficile moeilijk tu es jij bent bonsoir goedenavond ici hier une leçon een les facile gemakkelijk j'ai ik heb bonne nuit goedenacht là daar au revoir tot ziens un livre een boek c'est het is tu as jij hebt une dame een mevrouw excusez-moi pardon une table een tafel je suis ik ben bonjour goedendag un monsieur een meneer dans in une école un garçon un village une maison une gare une fenêtre une femme une ville een school een jongen een dorp een huis een station een raam een vrouw een stad une chanson een liedje un hôtel une chaise une porte une fille un appartement une lettre une classe un homme jeune een hotel een stoel een deur een meisje een flat een brief een klas een man jong une chambre een kamer un ordinateur een computer un supermarché un poisson un zoo un centre une église un banc un enfant un parc un aéroport une pharmacie een supermarkt een vis een dierentuin een centrum een kerk een bank een kind een park een luchthaven een apotheek un restaurant een restaurant un chat un magasin un hôpital une rue un chien une firme un cirque een kat een winkel een ziekenhuis een straat een hond een bedrijf een circus Zelfstandig(naamwoord( le(substantif( Eenzelfstandignaamwoordisdenaamvaneending,persoon,gevoel,begrip,etcetera. Meestalstaatereenlidwoord(de,het,een..)voor,ofjekuntdieervoordenken:eenboom, eenhuis,eenfiets,etcetera.zevormendebasisvanelketaal. HetFranskentmannelijkeenvrouwelijkezelfstandignaamwoorden.Ofeenwoord mannelijkofvrouwelijkis,isvaakeenkwestievanuitjehoofdleren.watvoorbeelden: livre"boek"=mannelijk,maison"huis"=vrouwelijk.inbepaaldegevallenkunjevaneen mannelijkwoordeenvrouwelijkwoordmaken,doorereen2eachterteplakken:français iseenfransman,françaiseiseenfrançaise.zelfstandigenaamwoordendiemannelijkzijn enop2eeindigen,houdendeze2ebijdevrouwelijkevorm.ditgeldtbijv.voorjournaliste (m/v)ennogeenaantalanderewoordendiejeindeoefeningenzulttegenkomen. Erzijnzelfstandigenaamwoordendiezowelindemannelijkealsvrouwelijkvorm hetzelfdewordengeschreven.eenprofesseurkanzoweleen"leraar",alseen"lerares" betekenen.enerzijnwoordendieeenidentiekemannelijkealsvrouwelijkevormhebben, meteenverschillendebetekenis.eenbekendvoorbeeldistour.demannelijkevorm 3
8 betekent"ronde",alsinletourdefrance"derondevanfrankrijk"maardevrouwelijke vormbetekent"toren",alsinlatoureiffel"deeiffeltoren". Het(lidwoord( l'article( InhetNederlandskennenwedelidwoorden"de","het"en"een".Wenoemen"de"en"het" bepaaldelidwoordenen"een"noemenweeenonbepaaldlidwoord.lidwoorden gebruikenincombinatiemetzelfstandigenaamwoorden:"detafel","eentafel","hethuis", "eenhuis",etcetera.hetonderscheidbepaaldenonbepaaldlidwoordbestaatookinhet Frans. HetFranskentdebepaaldelidwoordenle(mannelijk)enla(vrouwelijk).Vooreen mannelijkwoordkomthetlidwoordle,zoalsbijlelivre"hetboek"envooreenvrouwelijk woordkomtla,zoalsbijlamaison"hethuis". Vooreenwoorddatmeteenklinkerofmeteenstomme'h'begint(een'h'diezichals klinkergedraagt)komtnietleoflatestaan,maarl',ditongeachtofheteenmannelijkof vrouwelijkwoordis.wesprekendusvanl'argent"hetgeld"ofl'hôtel"hethotel". InhetFransishet,integenstellingtothetNederlands,gebruikelijkomvoorzelfstandige naamwoordendielandenengebiedenaanduideneenlidwoordtezetten:"frankrijk"isla Franceen"Canada"isLeCanada.Hierbijgeldtderegel:landendieeindigenopeen2ezijn vrouwelijkenalleoverigezijnmannelijkbehalvelemexique,lemozambique,le CambodgeenleZaïre.Meervoudkomtookvoor:LesPaysWBas("Nederland",ofletterlijk: "Delagelanden"). Totzoverdebepaaldelidwoorden.Nuhetonbepaaldelidwoord"een".Ditvertaaljeinhet Fransdoorunofune.Hetlidwoordunkomtvoormannelijkewoordentestaan,enune voorvrouwelijkewoorden:unlivre"eenboek"enunemaison"eenhuis". Oefeningen( 2.1.(bepaal(het(lidwoord( Vulin:le,la,l'ofles.Vraag: Allemagne (Duitsland) France (Frankrijk) Suisse (Zwitserland) Grèce (Griekenland) Portugal (Portugal) Angleterre (Engeland) Italie (Italië) Canada (Canada) Pays-Bas (Nederland) Mexique (Mexico) tour Eiffel (de eifeltoren) 4
9 Belgique (België) Norvège (Noorwegen) Chine (China) Finlande (Finland) Mozambique (Mozambique) tour de France (de ronde van Frankrijk) Danemark (Denemarken) Suède (Zweden) Espagne (Spanje) Japon (Japan) Zaïre (Zaïre) 2.2.(mannelijk(of(vrouwelijk( Maakdezinaf: 1. Le garçon est un Allemand. La fille est une Le garçon est un artiste. La fille est une Le garçon est un Italien. La fille est une Le garçon est un Belge. La fille est une Le garçon est un chanteur. La fille est une La fille est une touriste. Le garçon est un Le garçon est un Français. La fille est une La fille est une Anglaise. Le garçon est un La fille est une journaliste. Le garçon est un Le garçon est un Néerlandais. La fille est une La fille est une Espagnole. Le garçon est un (vul(het(juiste(woord(in( Vulin: 1. Tu... un enfant. (bent) 2. Je suis dans... cirque. (het) 3. Tu... un enfant. (hebt) 4. L'enfant... dans le supermarché (is) 5. Le supermarché est.... (daar) 6. C'est... firme. (een) 7. Tu as... lettre. (een) chat est ici. (de) un chien. (ik heb) 10. La fille est dans.... (de apotheek) 5
10 2.4.(vertaal(naar(het(Nederlands( Vertaal: 1. Le zoo est dans le parc. 2. La leçon est difficile. 3. J'ai un enfant. 4. Le cirque est là. 5. Tu as un poisson. 6. La rue est là. 7. L'enfant est ici. 8. Je suis dans l'hôpital. 9. C'est un aéroport. 10. Tu es dans le parc. 2.5.(vertaal(naar(het(Frans( Vertaal: 1. Jij bent een jong meisje. 2. Ik ben in de kerk. 3. De oefening is gemakkelijk 4. Het kind is in het park. 5. De tafel is daar. 6. Het is een winkel. 7. Jij hebt een computer. 8. Het boek is hier. 9. Ik heb een hond. 10. De jongen is in het park. 6
11 Les(13( Woordenschat( se lever s'arrêter de un domicile une façon un nonfumeur rez-dechaussée se plaindre un chauffage central un échange une impression une offre se coucher un congélateur un environnement un lavevaisselle opstaan ophouden met een woonplaats een manier, wijze een niet-roker gelijkvloers klagen; zijn beklag doen een centrale verwarming een uitwisseling een indruk een aanbieding zich neerleggen, naar bed gaan een diepvriezer een omgeving een vaatwasser se peigner zich kammen un soussol entouré een kelderverdieping omringd, omgeven faire kennismaken connaissance met avec renouveler hernieuwen s'arrêter stoppen disponible beschikbaar illimité offrir suffire s'essuyer enchanté onbeperkt aanbieden volstaan zich afdrogen verrukt impeccable onberispelijk oser se passer une salle de jeux ensoleillé proche posséder durven gebeuren een speelkamer zonnig dichtbij bezitten se reposer rusten une expérience une machine à laver een ervaring een wasmachine trop de te veel économique economisch lumineux immobilier s'excuser à la demande équipé nombreux rénové se rappeler s'habiller bref exotique helder vastgoed zich verontschuldigen op aanvraag uitgerust talrijk gerenoveerd zich herinneren zich aankleden kortom exotisch une agence een agentschap se raser ailleurs zich scheren elders un een enthousiasteling enthousiaste un feu ouvert une façade un quartier s'appeler une cuisinière een open haard een gevel een wijk heten een fornuis ( Het(wederkerend(werkwoord( le(verbe(pronominal( Eenwederkerendwerkwoord(ookwelreflexiefwerkwoordgenoemd)iseenwerkwoord datmethetwoord"zich"ofeenanderwederkerendvoornaamwoordgecombineerdkan worden.eenvoorbeeldishetnederlandswerkwoord"zichherinneren".ditvervoegje door"ikherinnerme","jijherinnertje",etcetera.indezevervoegingenzijn"zich","me"en "je"dewederkerendevoornaamwoorden. 54
12 InhetFranszijnerookwederkerendewerkwoorden.Eenvoorbeeldishetwerkwoorden selaver(zichwassen).jeherkenteenwederkerendwerkwoorddusaanhetwoordjese voorhethelewerkwoord.eenwederkerendwerkwoordbestaatdusuithetwerkwoord zelf(inditgevallaver)enhetwederkerendvoornaamwoord(me,te,se,nousofvous). Latenwekijkennaardevervoegingvanditwerkwoordindepresént. pers. vnw. + wd. vnw. + ww = Vertaling je me couche je me couche Ik ga naar bed. tu te couches tu te couches Jij gaat naar bed. il, elle se couche il se couche Hij gaat naar bed. nous nous couchons nous nous couchons Wij gaan naar bed. vous vous couchez vous vous couchez Jullie gaan naar bed. ils, elles se couchent ils se couchent Zij gaan naar bed. Uitbovenstaandvoorbeeldblijktwel,dateenwerkwoorddatinhetFranswederkerendis, zoalssecoucherditinhetnederlands"slapen"nietpersehoefttezijn. Hetwederkerigvoornaamwoordkomtaltijddirectvoorhetwerkwoord.Enkele voorbeeldeninverschillendesoortenzinnen:ilnesecouchepas."hijgaatnietnaarbed.", NetecouchesWtupas?"Gajijnietnaarbed?"enJedoismecoucher."Ikmoetnaarbed gaan."dewederkerigevoornaamwoordenme,teensewordenresp.m',t'ens'alsze gevolgdwordendooreenwerkwoorddatbegintmetklinkerofstommeh.bijvoorbeeld: s'appeler"heten".jem'appellepierre."ikheetpeter." Franse wederkerige werkwoorden s'adresser à spreken tegen s'endormir in slaap vallen se moquer de iemand uitlachen s'amuser zich amuseren s'ennuyer zich vervelen se noyer verdrinken s'appeler heten s'enrhumer kouvatten se passer gebeuren s'approcher de benaderen s'entendre kunnen opschieten se peigner zich kammen s'arrêter stoppen se fâcher boos worden se promener wandelen s'asseoir gaan zitten se fatiguer moe zijn se raser scheren se baigner zwemmen se fier vertrouwen se refroidir afkoelen se brosser zich borstelen s'habiller zich aankleden se regarder zich bekijken se casser breken s'habituer à wennen aan se reposer rusten se coiffer je haar doen s'imaginer zich inbeelden se réveiller opstaan se coucher naar bed gaan s'intéresser à zich interesseren voor se sentir zich voelen se couper zich snijden se laver zich wassen se soûler dronken worden se dépêcher zich haasten se lever opstaan se souvenir de zich herinneren se déshabiller zich uitkleden se maquiller makeup opdoen se taire rustig zijn se doucher zich douchen se marier trouwen se tromper een fout maken s'énerver zich vervelen se méfier de wantrouwen se trouver zich bevinden 55
13 Onregelmatige(werkwoorden(in(de(presént( Le présent prendre "nemen" vivre "leven" 1e persoon enkelvoud je prends je vis 2e persoon enkelvoud tu prends tu vis 3e persoon enkelvoud il, elle prend il, elle vit 1e persoon meervoud nous prenons nous vivons 2e persoon meervoud vous prenez vous vivez 3e persoon meervoud ils, elles prennent ils, elles vivent Le présent venir "komen" courir "rennen" 1e persoon enkelvoud je viens je cours 2e persoon enkelvoud tu viens tu cours 3e persoon enkelvoud il, elle vient il, elle court 1e persoon meervoud nous venons nous courons 2e persoon meervoud vous venez vous courez 3e persoon meervoud ils, elles viennent ils, elles courent Le présent recevoir "ontvangen" voir "zien" 1e persoon enkelvoud je reçois je vois 2e persoon enkelvoud tu reçois tu vois 3e persoon enkelvoud il, elle reçoit il, elle voit 1e persoon meervoud nous recevons nous voyons 2e persoon meervoud vous recevez vous voyez 3e persoon meervoud ils, elles reçoivent ils, elles voient Le présent mettre "neerleggen" boire "drinken" 1e persoon enkelvoud je mets je bois 2e persoon enkelvoud tu mets tu bois 3e persoon enkelvoud il, elle met il, elle boit 1e persoon meervoud nous mettons nous buvons 2e persoon meervoud vous mettez vous buvez 3e persoon meervoud ils, elles mettent ils, elles boivent 56
14 Oefeningen( 13.1.(wederkerend(werkwoord( Vervoeg: 1. se coucher il va se peigner vous allez s appeler elle s'essuyer - il se lever je s arrêter nous devons se rappeler je se plaindre tu peux se passer il se raser ils (ontkennende(vorm( Maakdeontkennendevorm: 1. se rappeler - nous 2. se reposer + aller elle 3. se lever + pouvoir il 4. se raser il 5. s excuser + devoir - tu 6. s arrêter + vouloir - il 7. se coucher tu 8. s habiller + aller - il 9. se rappeler vous 10. se laver + vouloir je 13.3.(werkwoord(vervoegen( Zetindenousvorm.Alleeninvullenwatopdepuntjesmoetkomentestaan: 1. je cours nous je mets nous je vis nous je bois nous je prends nous je reçois nous je me lave nous je viens nous je vois nous je m excuse nous (werkwoord(vervoegen( zetindetuvorm: 1. vous prenez 2. vous recevez 3. vous vous lavez 4. vous venez 5. vous voyez 6. vous vous excusez 7. vous courez 8. vous mettez 9. vous vivez 10. vous buvez ( 57
15 Les(31( Woordenschat( exactement quotidien de peu conquérir débuter precies dagelijks met klein verschil veroveren beginnen la convivialité de gezelligheid savourer tel que le café la cour la tartine permettre apparaître tremper importé le siècle genieten van zoals de koffie, het café het hof de boterham toestaan, mogelijk maken verschijnen weken geïmporteerd de eeuw d'un bon pied met een goede start apparition suivi conquiert le terme alors que incontour nable traditionnel un hexagone grillé continuer le jus de fruit verschijning gevolgd verovert de term terwijl onvermij delijk traditioneel een zeshoek geroosterd doorgaan het vruchten sap Seconde Guerre Mondiale immuable la baguette chacun le chocolat accompagner appelé la star tel quel le chocolat chaud voire petit déjeuner continental l'hexagone légèrement demi-sel la brioche la pamplemousse boire le nuage la confiture le pain au raisin Tweede Wereldoorlog onveranderlijk het stokbrood ieder de chocola, chocolademelk vergezellen genoemd de ster ongewijzigd de warme chocolademelk en zelfs continentaal ontbijt (Europees) Frankrijk lichtjes licht-gezouten het zoet luxebrood de grapefruit drinken de wolk de jam het rozijnenbroodje essentiellement voornamelijk tandis que déguster agrémenter terwijl proeven versieren la viennoiserie de luxebroodjes la boisson Outre Manche de drank overzijde van het Kanaal (Groot- Brittanië) beurre doux ongezouten boter la forme frais se distinguer rajouter de vorm vers zich onderscheiden toevoegen le brasserie de brouwerij, groot eetcafé parfait organiser un événement chic intime la virée gourmand la palace raffiné nature perfect organiseren een belangrijke gebeurtenis chic intiem het kort uitstapje lekker eten betreffend het luxehotel geraffineerd zonder toevoegingen le pâtisserie de banketbakkerij forcément noodzakelijkerwijs comprendre omvatten convier ouvrir le salon de thé le musée uitnodigen openen de theesalon het museum la collection de collectie débuter beginnen ( 126
16 Le(petit(déjeuner(à(la(française( Pourbeaucoup,lepetitdéjeunerestlerepasleplusimportantdelajournée.C'estaussiun momentdeconvivialitéquipermetdedémarrerlajournéed'unbonpied.dequoise compose2t2ilexactement?oùlesavourer? Quand(apparaît(le(petit]déjeuner(dans(le(quotidien(des(Français?( Lepetitdéjeunertelquenousleconnaissonsaujourd'huin'apastoujoursexisté.Son histoirecommenceàlarenaissancequandlepainbeurretrempédansdulaitfaitson apparition,suividepeuparlecaféqui,importédeturquie,conquiertlacourdelouisxvi. Maisc'estauXIXesièclequel'oncommenceàutiliserleterme«petitdéjeuner».Enville, ondébutelajournéeavecdestartinesetducaféaulaitouduchocolat,alorsquedansles campagnesoncontinueàaccompagnerlepaindesoupe,voiredevin.lepetit2déjeunertel quenousleconnaissonsaujourd'huidevientincontournableaprèslasecondeguerre mondiale. Au(menu(du(petit(déjeuner(français( Appelé«continental»dansleshôtels,lepetitdéjeunertraditionnelfrançaisestimmuable: ilsecomposeautourdelastardespainsdel'hexagone:labaguette.sortiedufourtelle quelleoulégèrementgrillée?c'estàchacundevoir.lestartinesdepainsontagrémentées debeurre,douxoudemi2selselonlesrégions,deconfitureetdemiel.viennentensuiteles viennoiseries,quiprennentlaformedecroissantsaubeurre,depainsauchocolat,de briochesouencoredepainsauraisin.letoutaccompagnéd'unjusdefruitfrais,orangeou pamplemousseessentiellement,etd'uneboissonchaude,café,théouchocolatchaud. Attention,lesFrançaissedistinguentdesAnglaisdansleurfaçondeboirelethé:tandis qu'outre2mancheonrajouteunnuagedelait,enfranceonpréfèreledégusternature. Où(prendre(son(petit(déjeuner?( Tôtlematin,partoutenFrance,cafésetbrasseriesvousouvrentleursportesetvous invitentàdégusterunpetitdéjeunertraditionnelensalleouenterrasse.plusintimes,les pâtisseriesetsalonsdethésontparfaitspourpréparerunejournéedevisitesouunevirée shopping.autrelieuauquelonnepensepasforcément,lesmuséesquiorganisentdes visitesgourmandescomprenantunpetitdéjeunersuivid'unevisitedescollections.une enviedeluxe?unévénementàfêter?pensezauxrestaurantsdesgrandshôtelsetdes palaces,quivousconvientàdébutervotrejournéedansuncadrechicetraffiné. bron:.rendezvousenfrance.com 127
17 Oefeningen( 31.1.(tekstbegrip( vraioufaux? 1. De term petit déjeuner' stamt uit de 19e eeuw. 2. Voordat de koffie werd ingevoerd, ontbeet men met brood en melk. 3. Het Franse ontbijt in zijn huidige vorm is onveranderd gebleven sinds de 2e wereldoorlog. 4. Met een ontbijt continental' bedoelt men een Engels ontbijt. 5. Vroeger at men op het platteland voor het ontbijt brood met soep of wijn. 6. Een gekookt eitje hoort bij een typisch Fransontbijt. 7. De Fransen eten geen kaas bij het ontbijt. 8. Het ontbijt is onbelangrijk voor de Fransen. 9. In sommige museums kun je ontbijten en daarna het museum bezoeken. 10. Met Outre-Manche bedoelen de Fransen de Verenigde Staten (vervang(het(zinsgedeelte( Vervanghetonderstreeptezinsdeeldoory/en.Schrijfdehelezinop: 1. Outre-manche on boit le thé avec un nuage de lait. 2. La baguette est fraîche, elle sort du four. 3. Je vais prendre mon petit-déjeuner au musee 4. Pensez aux restaurants des grands hotels et des palaces. 5. Il m'a parlé d'une brasserie. 6. Je vais prendre deux croissants 7. En France on préfère déguster le thé nature. 8. En ville, on débute la journée avec des tartines et du café. 9. J'ai envie d'un petit dejeuner continental 10. Ce matin j'ai mangé trois viennoiseries ( 128
18 Antwoorden(op(de(oefeningen( 2.1.(bepaal(het(lidwoord( 1. l' 2. la 3. la 4. la 5. le 6. l' 7. l' 8. le 9. les 10. le 11. la 12. la 13. la 14. la 15. la 16. le 17. le 18. le 19. la 20. l' 21. le 22. le 2.2.(mannelijk(of(vrouwelijk( 1. Allemande 2. artiste 3. Italienne 4. Belge 5. chanteuse 6. touriste 7. Française 8. Anglais 9. journaliste 10. Néerlandaise 11. Espagnol 2.3.(vul(het(juiste(woord(in( 1. es 2. le 3. as 4. est 5. là 6. une 7. une 8. le 9. J'ai 10. la pharmacie 2.4.(vertaal(naar(het(Nederlands( 1. De dierentuin is in het park. 2. De oefening is moeilijk. 3. Ik heb een kind. 4. Het circus is daar. 5. Jij hebt een vis. 6. De straat is daar. 7. Het kind is hier. 8. Ik ben in het ziekenhuis. 9. Het is een luchthaven. 10. Jij bent in het park. 147
19 2.5.(vertaal(naar(het(Frans( 1. Tu es une jeune fille. 2. Je suis dans l'église. 3. La leçon est facile. 4. L'enfant est dans le parc. 5. La table est là. 6. C'est un magasin. 7. Tu as un ordinateur. 8. Le livre est ici. 9. J'ai un chien. 10. Le garçon est dans le parc. 3.1.(zet(in(het(meervoud( 1. les bateaux 2. les cheveux 3. les matelas 4. des bateaux 5. les animaux 6. des amis 7. les cadeaux 8. des maisons 9. les clés 10. les choix 11. des livres 12. les amis 3.2.(zet(in(het(enkelvoud( 1. le bateau 2. une usine 3. une clé 4. un bateau 5. un mur 6. l ami 7. le bain 8. le matelas 9. le choix 10. un fauteuil 3.3.(vul(de(juiste(vorm(in( 1. au 2. à la 3. aux 4. à la 5. à la 6. au 7. à la 8. à l 9. à la 10. à l 3.4.(vul(de(juiste(vorm(in( 1. de la 2. de 3. de l 4. des 5. du 6. du 7. du 8. des 9. de l 10. de la 148
Talenquest Frans 2thv: Grammatica
Talenquest Frans 2thv: Grammatica Épisode 1: Onregelmatige werkwoorden Er zijn in het Frans naast regelmatige werkwoorden ook onregelmatige werkwoorden. Het is lastig om van onregelmatige werkwoorden de
Nadere informatieTaalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden
Taalregels In dit grammaticaoverzicht kun je kiezen uit: S Volgorde in de Franse zin S Man, huis, deur, en zwaar, geel, zelfst. naamwoord en bijv. naamwoord S Le, la, les, de lidwoorden S Praten, hebben,
Nadere informatieReizen 6 7 32 33 58 59 84 85. Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87. Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89. Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91
inhoud lente zomer herfst winter Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85 Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87 Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89 Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91 Mode & schoonheid 14 15 40 41
Nadere informatiebasiszinnen spreekvaardigheid
basiszinnen spreekvaardigheid Formele en informele spreektaal In dit hoofdstuk krijg je allerlei uitdrukkingen die je in veel voorkomende gesprekssituaties kunt gebruiken. Er zijn, net zoals in het Nederlands,
Nadere informatie6,2. Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari keer beoordeeld. 1.-Woorden SO en GP Frans (15/ )
Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari 2015 6,2 11 keer beoordeeld Vak Methode Frans D'accord! 1.-Woorden SO en GP Frans (15/20-01-15) https://www.scholieren.com/verslag/84625 Pagina 1 van 5 Frans
Nadere informatieExercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands.
Libre Service Junior 1 HV Kennistoets versie A Unité 4 Toets Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. 5 points / R 1 Dans ma rue, il y a beaucoup de magasins. 2 L
Nadere informatieReizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît?
- Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt
Nadere informatieReizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie
- Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous
Nadere informatieSECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden
SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden INTRODUCTION Alle persoonlijke voornaamwoorden vormen tezamen een groot en essentieel deel van de Franse taal en dan met name op het gebied
Nadere informatiel'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir.
bon anniversaire Bon anniversaire, mon petit. l'argent Donne. L'argent! le quartier Tu habites dans le quartier? le ticket T'as le ticket? pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! donne Donne. L'argent!
Nadere informatieReizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie
- Belangrijkste benodigdheden Kunt u me alstublieft helpen? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Spreekt u Engels? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Spreekt u _[taal]_?
Nadere informatieReizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt
- Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt
Nadere informatieIk stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL A RETENIR. domestique. Je suis en quatrième année. Ik zit in het vierde leerjaar. un cobaye, un cochon d Inde
Néerlandais Ik stel me voor VOCABULAIRE zich voorstellen se présenter RAPPEL wonen een huis (het) een flat een broer een zus een halfbroer habiter une maison un appartement un frère une soeur un demi-frère
Nadere informatieVoudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi?
Hilversum, le 15 janvier 2012 Monsieur, J ai l intention de passer mes vacances à Nice pendant la seconde moitié du mois d août. Je ferai le voyage en auto avec ma femme et mes deux fils de 12 et de 15
Nadere informatie15 et qui paie le loyer?
g r a m m at i c a 15 et qui paie le loyer? Maak de zinnen af met de juiste vorm van payer en het voorwerp op de foto* 1 2 3 4 5 6 1 Paul le 2 Moi, je la 3 Mon frère et moi, nous 4 Les cousins la le 5
Nadere informatieReizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen
- Vinden Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen... une chambre à louer?... une auberge de jeunesse?... un hôtel?... une chambre d'hôtes?... un camping? Quels sont les prix là-bas? Over
Nadere informatieLe Français des vacances. Niveau
Le Français des vacances Niveau 1 Unité 1 Se Présenter 1. Lees de volgende uitspraken. Wat zeggen deze mensen? Bonjour Bonsoir Salut Ça va? Ça va, et toi? Ça va, et vous? 2. Luister naar de dialoog. Wat
Nadere informatieBEGINNERSCURSUS DAG 2
1 BEGINNERSCURSUS DAG 2 A. FORCING Tekst: Hans en Hilde B. GRAMMATICA Vorming O.T.T. Substantief: de/ het Vraagwoorden Vraagzin (inversie) C. CONVERSATIE Elkaar vragen stellen (cfr. Voorstelling) Een gewone
Nadere informatie4 nummer 1 nummer 2 nummer 3
Chapitre 0: C est parti 1 a 1) 2 a les vacances de school la nourriture la famille la maison l école les passe-temps het huis de familie de vakantie het eten de hobby s 2 b les vacances la nourriture la
Nadere informatieSamenvatting Frans Stencil Franse tijden
Samenvatting Frans Stencil Franse tijden Samenvatting door een scholier 2255 woorden 17 juli 2006 5,6 431 keer beoordeeld Vak Frans Présent ( Tegenwoordige tijd ). De présent is de tegenwoordige tijd.
Nadere informatieIII. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé
III. 1. Accord de l adjectif 1.1 prend s 1.2 + E 1.3 substantivé 2. Les degrés de comparaison 2.1 Les comparatifs 2.2 Les superlatifs 2.3 Les irréguliers 1 III. 1. Accord de l adjectif 1.1. prend S Quand
Nadere informatienaam :.. nr. : klas :.. computer :..
Je hebt het in de vorige module flink gewerkt. Nu kan je zelfstandig verder werken aan module 12. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet
Nadere informatieLe logement. In deze les leert u
Le logement In deze les leert u een woning beschrijven: Ta maison, elle est grande? vragen waar iemand vandaan komt: Je suis de Marseille. Et vous, est-ce que vous êtes d ici? de vormen van het bepaald
Nadere informatieU21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon.
U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. Je m appelle Ric. / Mon nom est Verdonk. Quel est ton
Nadere informatiepagina 1 van 5 VAN IN
Éventail-junior En action 6 21 1 Luisteren: basistekst Éventail-junior En action 6 21 2 Luisteren: woordenschat Éventail-junior En action 6 21 3 Luisteren: venir Éventail-junior En action 6 21 4 Woordenschat
Nadere informatieReizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen
- Vinden Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen... een kamer te huur?... une chambre à louer?... een hostel?... une auberge de jeunesse?... een hotel?... un hôtel?...
Nadere informatieÉventail-junior. woordkaarten
Éventail-junior En action 6 woordkaarten 2 Unité 21 un oncle une tante l anglais (m.) 21 la mer un pays un village une ville jouer de la guitare jouer du piano parler (anglais) parler à (Sam) travailler
Nadere informatie6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het?
Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni 2017 6,6 19 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Grandes Lignes Phrases Clés Hoofdstuk 1 Ça va? = Hoe gaat het? Comment tu t'appelles? = Hoe heet
Nadere informatieSamenvatting Frans Franconville tape 9
Samenvatting Frans Franconville tape 9 Samenvatting door een scholier 709 woorden 18 november 2006 5,7 18 keer beoordeeld Vak Frans Woordjes étape 9 (handboek) La visite Het bezoek Un hôtel Een hotel La
Nadere informatie1.1 Introduction... 2. 1.2 Leçon 1: Se présenter... 3. 1.3 Prononciation... 5. 1.4 Culture: Un, deux, trois ou quatre bisous... 7. 1.5 Grammaire...
Frans A1 Livret de français 1 Se présenter Sommaire 1.1 Introduction... 2 1.2 Leçon 1: Se présenter... 3 1.3 Prononciation... 5 1.4 Culture: Un, deux, trois ou quatre bisous... 7 1.5 Grammaire... 7 1.6
Nadere informatieQ U K G D T P E H B Z L R W C I F J M S X. Maman est allée au supermarché. Elle a acheté beaucoup et elle a tout mis. en plastique.
35 unité 1 Welke letters van het alfabet vind je niet terug in het kader? Schrijf ze in de goede volgorde op, dan kun je er een korte Franse zin mee maken. Hoe zeg je hetzelfde in het Nederlands? Q U K
Nadere informatieVoyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Waar kan ik vinden? Demander son chemin vers un logement
- Trouver Waar kan ik vinden? Demander son chemin vers un logement... een kamer te huur?... een hostel?... een hotel?... een bed-and-breakfast?... een camping? Hoe zijn de prijzen daar? Demander les prix
Nadere informatieUNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté!
UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! Oefening 1: Cherchez les phrases dans le texte. Ecrivez les phrases sans fautes. Zoek volgende zinnen in de tekst. Schrijf ze correct over. - In de namiddag,
Nadere informatieJ' à Amersfoort, Lindenlaan 23.
Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,
Nadere informatieComprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais
Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais Begrijpen en begrepen worden begint met het spreken van de Nederlandse taal La langue néerlandaise crée un lien entre nous Wat leest
Nadere informatieNéerlandais. Schoolmateriaal WOORDENSCHAT. Prépositions utiles. met avec op. sur in. dans.
WOORDENSCHAT Néerlandais Schoolmateriaal de boekentas de schoolagenda de lijm de pennendoos de klas de school de schaar de gom de slijper de balpen de vulpen de passer de lat de map de/het liniaal de jongen
Nadere informatieJe n ai pas reçu le dépliant.
1 Je n ai pas reçu le dépliant. Je bent telefoniste bij de klantendienst van Macro Alleur. Bij de aanbiedingen van de week is er een citruspers Philips AZ77. 1 Lees de dialoog La réception / Le service
Nadere informatieIk stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL. een huis (het) une maison. een meisje (het) une ville. een huisdier (het) un animal domestique A RETENIR
Néerlandais Ik stel me voor VOCABULAIRE zich voorstellen wonen een huis (het) een flat een broer een zus een halfbroer een halfzus een huisdier (het) een hond een kat een konijn (het) een dwergkonijn (het)
Nadere informatieAantekening Frans les pronoms personnels
Aantekening Frans pronoms personnels Aantekening door een scholier 648 woorden 16 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Frans Pronoms personnels Plaats in de zin: Voor alle persoonlijke voornaamwoorden die
Nadere informatiela bière une pression une demie
la carte le jus de pomme le jus d orange le jus de raisin le jus de pamplemousse l eau minérale plate l eau minérale pétillante le vin blanc le vin rouge la bière une pression une demie une grande tasse
Nadere informatieBEGINNERSCURSUS DAG 6
1 BEGINNERSCURSUS DAG 6 A. FORCING Tekst: Het telefoongesprek B. GRAMMATICA Vorming van de V.T.T. gebruik Onregelmatige werkwoorden C. CONVERSATIE Telefoneren 2 REEKS I: HET DAGELIJKSE LEVEN Tekst Het
Nadere informatie3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord
3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord Plaats 1. De meeste bijvoeglijke naamwoorden staan achter het zelfstandig naamwoord, zeker als het bijvoeglijk naamwoord meer dan een lettergreep heeft. un livre
Nadere informatieVoyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Demander son chemin vers un logement
- Trouver Où puis-je trouver? Demander son chemin vers un logement Waar kan ik vinden?... une chambre à louer?... een kamer te huur?... une auberge de jeunesse?... een hostel?... un hôtel?... een hotel?...
Nadere informatieBASISVIENNOISERIE EN -BROOD VIENNOISERIE ET PAINS DE BASE
BASISVIENNOISERIE EN -BROOD VIENNOISERIE ET PAINS DE BASE VIENNOISERIE 164 Croissants 164 Chocoladebroodjes 166 Pains au chocolat BROOD PAIN 167 Cru stokbroden 167 Baguettes crues Stokbroden en piccolo's
Nadere informatieHerhalingen over grammatica (voor de examens)
1. Modale hulpwerkwoorden Herhalingen over grammatica (voor de examens) Vertaal in het Nederlands. 1. Vous pouvez (avoir la possibilité) manger un plat ou un dessert. 2. Ils doivent aller au magasin de
Nadere informatiek ga naar school e vais à l ecole
Nederlandstalig onderwijs k ga naar school e vais à l ecole Nederlands Français k ga naar school e vais à l école Wat heb ik goed geslapen. Mama helpt me bij het wassen en aankleden. Ze vertelt me dat
Nadere informatieISBN: KB: D/2010/0147/159 Bestelnummer: NUR: 191
5 Leerwerkboek Conform met het Europees Referentiekader en de daarop aansluitende eindtermen en leerplannen van 2010. Auteur : E. Tant Tekeningen : Alexandra Pillaert Herdruk : 2010 234 /2010 ISBN : 978
Nadere informatieAcceptez-vous le paiement par carte? Acceptez-vous le paiement par carte? Vragen of je met een creditcard kunt betalen
- Bij de ingang Je voudrais réserver une table pour _[nombre de personne]_ à _[heure]_. Een reservering doen Une table pour _[nombre de personne]_, s'il vous Om een tafel vragen Je voudrais réserver une
Nadere informatieEen ideale school. Tijd voor een toets! Luister en vul aan of teken Naam:... Voornaam:... Klas:... Datum:...
Luister en vul aan of teken. Hoeveel leerlingen zitten er in de klas? Een ideale school Emma, Ruben et Shun imaginent leur école idéale! Emma Ruben Shun 31-36......... Welk uniform dragen ze? Hoe gaan
Nadere informatieEn action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar voor meer informatie.
Salut! Voor het tweede jaar op rij leer je Frans. Misschien heb je intussen ook al Frans kunnen spreken met Franstaligen. Lukte dat al? Of vond je het nog moeilijk? Bedenk dan dat je vorig jaar nog helemaal
Nadere informatieReizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie
- Belangrijkste benodigdheden Can you help me, please? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Do you speak English? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand spreekt Do you speak _[language]_?
Nadere informatieSECTION 3. L ADJECTIF het bijvoeglijk naamwoord
SECTION 3. L ADJECTIF het bijvoeglijk naamwoord INTRODUCTION Zo we zijn al lekker op weg! Je hebt nu voldoende bagage om zelfstandige naamwoorden met de juiste lidwoorden te combineren. Twee essentiële
Nadere informatieWoordenschat van unité 21 tot en met 32
Woordenschat van unité 21 tot en met 32 à (donner) à (Joëlle) aan (Joëlle geven) 22 de (2) heures à (5) heures van (2) uur tot (5) uur 22 À demain! Tot morgen! 30 acheter* kopen 24 un agent (de police)
Nadere informatieHet taalconflict in België Vlamingen gedropt in Wallonië
Het taalconflict in België Vlamingen gedropt in Wallonië België is officieel tweetalig, maar de Vlamingen en Walen gaan niet altijd goed samen. Je kunt spreken van een taalconflict. Hoe kijken Vlaamse
Nadere informatieObjectif général J aime lire ce livre O O O O O. Je peux comprendre un roman sous forme de récit de voyage de quelqu un de mon âge
Nom: Bienvenue à Amsterdam, Juliette! De komende weken gaan we een boekje lezen over de Canadese Juliette. Juliette woont in het Franstalige deel van Canada, Québec. Haar moeder Marianne is journalist
Nadere informatieWat eten we vanavond?
35 35 HOOFDSTUK 3 Wat eten we vanavond? WOORDEN 1 Kies uit: jam school slager boodschappen vegetariër 1 Dorien eet geen vlees. Ze is. 2 Moniek houdt van zoet. Ze eet graag op brood. 3 Johan, ik ga naar
Nadere informatieDag, de verbinding werd verbroken Allô, la communication a été coupée Aaloo laa kommuuniekatjoñ aa eetee koepee
Dag, de verbinding werd verbroken Allô, la communication a été coupée Aaloo laa kommuuniekatjoñ aa eetee koepee Blijft u aan de lijn Restez en ligne s.v.p. Restee añ lienju siel voe ple Blijft u aan de
Nadere informatienaam :.. nr. : klas :.. computer :..
Je hebt het in module 8 knap gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 9. Je hebt daarvoor wel je boek 2B nodig. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je
Nadere informatieTe Koop EUR. Villa. im donner Toiletten: 3. Parkeerplaatsen: Perceeloppervlakte: Bouwjaar: Snelcode : :
Te Koop im donner 29000 Aantal kamers: 15 Slaapkamers : 5 Badkamers : 2 Toiletten: 3 Woonoppervlakte: 270 Oppervlakte bebouwd (m²): Verdiepingen : 0 Parkeerplaatsen: Perceeloppervlakte: Bouwjaar: 1992
Nadere informatieTe huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement
51 51 HOOFDSTUK 4 Te huur WOORDEN 1 1 Ik woon in een flat op de vierde.... a verdieping b appartement 2 Het is een rijtjeshuis met een grote woonkamer en drie.... a tuinen b slaapkamers 3 Mijn woonkamer
Nadere informatieEtat des lieux / Plaatsbeschrijving
Etat des lieux / Plaatsbeschrijving Client / Klant : Adresse / Adres : Code postal / Postcode: Localité / Woonplaats : Pays / Land : Responsable / Verantwoordelijke : Nom de la maison / Huisnaam : Arrivée
Nadere informatieWoordenschat van unité 1 tot en met unité 20
Woordenschat van unité 1 tot en met unité 0 à: (aller) à (Namur) naar (Namen gaan) 1 à (Paris) in (Parijs) 16 une adresse een adres 16 Quelle est ton adresse? Wat is jouw adres? 16 un âge een leeftijd
Nadere informatieREGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.
61 61 REGELS 1 Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 1 Ik woon met mijn gezin in een rijtjeshuis met vier slaapkamers. 2 De vijf appartementen in deze flat zijn heel klein. 3 Hij heeft een groot huis
Nadere informatieJ aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal.
Je regrette. Ce n est pas grave. Ce n est pas normal. C est bête. J accepte tes excuses. J en ai marre! Oublions-le. Ne t inquiète pas! N en parlons plus. Profites-en! As-tu envie de Vous avez encore d
Nadere informatieCava. Cava Maison 25,00. Champagne. Champagne Maison 55,00
Villa Roosdaal Cava Cava Maison Champagne Champagne Maison 55,00 Rosé Wijnen Vins Rosé Côte de Provence Caseneuve Charmante en ietwat kruidige neus. Fris en fruitig, elegant en intens, met een mooie structuur
Nadere informatieTEKST 1. De Eiffeltoren
TEKST 1 De Eiffeltoren De Eiffeltoren is wereldberoemd. De toren staat in Parijs, de hoofdstad van Frankrijk. Elk jaar komen er meer dan zes miljoen mensen naar de Eiffeltoren kijken! Geschiedenis In 1889
Nadere informatiejanvier Maak nu zelf de meervoudsvormen van de volgende woorden. 1. la fête 2. le café 3. le nom 4. l'hôtel 5. le canal 6. la voix
9 janvier Gisteren heb je de bepaalde lidwoorden voor het enkelvoud geleerd. Vandaag volgt de meervoudsvorm. Je leert ook hoe je het meervoud van het zelfstandig naamwoord maakt. De meervoudsvorm van de
Nadere informatienaam :.. nr. : klas :.. computer :..
Je hebt het in de vorige module goed gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 11. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet
Nadere informatieLe transfert de la magnifique collection des livres français vers l OBA de cette année est une énorme valeur ajoutée pour tous les Amstellodamois!
Votre excellence, chers amis, Hartelijk welkom, As-salam alaykom Bienvenue à la Nuit des Idées, Le transfert de la magnifique collection des livres français vers l OBA de cette année est une énorme valeur
Nadere informatieVilla Cala Llonga. Contact: (under construction)
Villa Cala Llonga Contact: daniel@ibizadesk.com, +32 486 24 44 24 25 wendy@ibizadesk.com, +32 485 30 10 55 www.ibizadesk.com (under construction) Korte omschrijving: Eigentijdse villa met veel lichtinval
Nadere informatieAan de gebruiker Dit boek is geschreven voor u, die op school Frans gehad hebt en die al zo vaak gedacht hebt: Ik zou best wel weer eens mijn Frans wi
Drs. B. Dijkzeul / M. Dijkzeul BON VOYAGE Eenvoudig Frans voor iedereen Walvaboek Aan de gebruiker Dit boek is geschreven voor u, die op school Frans gehad hebt en die al zo vaak gedacht hebt: Ik zou best
Nadere informatieZich voorstellen. Hoofdstuk 1 Chapitre 1. Se présenter OBJECTIFS
Zich voorstellen Se présenter OBJECTIFS Je suis capable de saluer quelqu un. Je me présente avec des formules de base. Je sais dire où j habite. Je communique les langues que je maîtrise. J emploie les
Nadere informatie- je kan me wat - module 3. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 3. tekeningen -
- je kan me wat - module 3 docere delectare movere tekeningen - 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat ROCvA nt2taalmenu.nl - educatie - ROCvA module 3 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5
Nadere informatieWOORDPAKKET 6.2 i in een tweeklank hoofdletter
WOORDPAKKET 6.1A WOORDPAKKET 6.1B WOORDPAKKET 6.2 Ik hoor een ie maar schrijf een i: woorden net als fabrikant. Ik hoor een ie maar schrijf een i in een tweeklank: woorden net als radio. Aardrijkskundige
Nadere informatieJe rijdt recht door, voorbij het sportpaleis, over de brug van het Albertkanaal tot aan de verkeerslichten.
Eerste mogelijkheid U komt vanuit Brussel, Gent of Hasselt. U volgt de ring van Gent naar Breda tot aan de afrit Sportpaleis. Bij het nemen van deze afrit moet u voorsorteren om rechtdoor het kruispunt
Nadere informatie5.5. Boekverslag door K. 718 woorden 3 februari keer beoordeeld. Frans toetje met vanillevla en geklopt eiwit
Boekverslag door K. 718 woorden 3 februari 2014 5.5 2 keer beoordeeld Vak Methode D'accord! Le radis La carotte Le thon La sauce tomate Le brocoli Le plat du jour Le poisson Une escalope de veau Un poulet
Nadere informatieNUCLEAIR RISICO? BEREID JE VOOR! Meer tips op Informeer je op
NUCLEAIR RISICO? BEREID JE VOOR! Informeer je op www.nucleairrisico.be. Schrijf je in op BE-Alert. Zo ben je meteen verwittigd in een noodsituatie. Maak een noodplan op maat op www.mijnnoodplan.be. 4 Haal
Nadere informatieGEZONDHEID (La santé)
FICHE LEXICALE NEERLANDAIS 1/5 GEZONDHEID (La santé) a. Wat zijn hun klachten? (De quoi se plaignent-ils?) A C B G I H 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. E D Klachten hoest moet overgeven ben verkouden heb
Nadere informatieExercice 18a De Franse schooldagen zijn lang (omdat er meer lesuren zijn dan in andere landen).
Antwoorden 70 C L'organisation scolaire Exercice 15a 1 une nouvelle élève Fragment 2 2 un proviseur Fragment 1 3 un père X 4 deux copains de classe Fragment 3 Exercice 15b 5 de gastgezinnen ontmoeten 2
Nadere informatieHôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24,75 7 173,25. 27 oct. Petit-déjeuner 14,50 15 217,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50.
CONTEXTE 1.3 Une erreur dans la facture 1. Lisez les nombres productief kaartjes - klassikaal Zie Fiches à découper. Aantal setjes = 1. Elke leerling krijgt een kaartje. Ze lopen rond in de klas en houden
Nadere informatieWerkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.
Werkwoorden Hebben en zijn De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. persoon onderwerp hebben zijn 1 enk. ik heb ben 2 enk. jij/u hebt bent
Nadere informatieACTIVITEITENFICHE LE GENIE DE LA BOITE DE RAVIOLIS
CINÉ-MINIS Kortfilms in de Franse les ACTIVITEITENFICHE LE GENIE DE LA BOITE DE RAVIOLIS A. TAALACTIVITEITEN Les 1: Vous désiréz? Doelen - Ik kan de betekenis van geschreven woorden in het Frans achterhalen.
Nadere informatiependant le mieux serait de il vaut mieux
en fin de sinon le passe-temps favori le lundi après-midi un dîner de famille grave pendant le mieux serait de il vaut mieux il est facile de il m arrive de j ai appris à parler français de toute façon
Nadere informatieGebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens je volgende vergadering. Utilisez 3 phrases en français pendant votre prochaine réunion d équipe.
Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens je volgende vergadering. Utilisez 3 phrases en français pendant votre prochaine réunion d équipe. Spreek Nederlands tijdens je volgende telefoongesprek. Parlez
Nadere informatieeen boek boeken het boek de boeken een boom bomen de boom de bomen een vriendin vriendinnen de vriendin de vriendinnen
1 LIDWOORDEN un livre des livres le livre les livres een boek boeken het boek de boeken un arbre des arbres l arbre les arbres een boom bomen de boom de bomen une copine des copines la copine les copines
Nadere informatienaam :.. nr. : klas :.. computer :..
Je hebt de vorige modules knap gewerkt, dus mag je nu alleen starten met de leerstof Frans zelfstandig te verwerken. We beginnen te werken met module 6. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je
Nadere informatieUnité 3 Diagnose Kopieerblad 1. Bon! Je kunt in het Frans tot en met 39 tellen. 17,
Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist
Nadere informatieVandaag met de fiets? Waarom ook niet morgen naar het werk, naar de sportclub of om je boodschappen te doen?
Vandaag met de fiets? Waarom ook niet morgen naar het werk, naar de sportclub of om je boodschappen te doen? Enkele redenen om ook dagelijks te fietsen! Fietsen is snel! Fiets je minder dan 5 km in de
Nadere informatieTekst 1 Hoe laat vertrekt de trein?
1 Tekst 1 Hoe laat vertrekt de trein? Hallo! Dag! Goedemorgen! Hoe laat is het? - Bijna negen uur. Oké, dan wachten we nog even tot het negen uur is. Goed, het is negen uur. Iedereen is er, behalve Anita.
Nadere informatieVillangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad
Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad dbp Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad Auteurs: Els Pieters Diane Olivier Ed de Boer Uitgever: dbp-villangues Ritzema Boskade 7 2101 GL
Nadere informatienaam :.. nr. : klas :.. computer :..
Je hebt de vorige modules knap gewerkt, dus mag je nu alleen verder werken met module 8. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet Wanneer je een dialoog of een oefening moet beluisteren, beluister
Nadere informatieChampionnat belge du vol de vélo 2012 Bruxelles remporte la manche!
Championnat belge du vol de vélo 2012 Bruxelles remporte la manche! Trop de Bruxellois ont déjà subi le vol de leur vélo. C'est une des raisons principales pour lesquelles les gens renoncent au vélo. Il
Nadere informatieMogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten):
Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten): 1. Contact 1 t.e.m. 4 (onthoudboek blz. 20-26) 1.1 Parler des vacances. (spreek over jouw bestaande of gedroomde vakantie) Mogelijke
Nadere informatieMEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1
MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden
Nadere informatieOntbijt / Petit déjeuner & Brunch
Ontbijt / Petit déjeuner & Brunch Koffiekoeken/Viennoiseries 1,20 Spiegelei/Œuf sur le plat * 6,50 Roerei/Œuf brouillé * 6,50 (* met spek/avec du lard = 7,50) Twee koeken naar keuze, met kaas, hesp en
Nadere informatieBilan 4 «À la recherche»
Begeleid zelfstandig leren Bilan 4 «À la recherche» Tijdsduur: 50 minuten Benodigdheden: een blauwe en groene balpen Nom:............ Classe:............................ N :............ Een woordje uitleg:
Nadere informatiegeen voorzetsel in het NL iemand antwoorden répondre à qn ( = quelqu'un = iemand )
Voorzetsels zijn altijd lastig in een vreemde taal. Wanneer vertaal je op met sur, wanneer met de, wanneer met à? Je moet het maar net weten. Of hier opzoeken natuurlijk :-) voorzetsels prépositions geen
Nadere informatieécoutez, lisez, jouez
Je hebt de vorige module knap gewerkt, dus mag je nu alleen verder werken met module 7. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet beluisteren,
Nadere informatieQuel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk
Boekverslag door A. 1461 woorden 16 mei 2005 6.1 445 keer beoordeeld Vak Frans Frans Proefwerk hoofdstuk 12-13-14: Taalvaardigheid: Comment tu t appelles? Comment t appelles tu? Je m appelle Henrike. Wat
Nadere informatieOefeningen over de woordvolgorde
Oefeningen over de woordvolgorde A. Place les compléments dans l'ordre 1.Tijdens de vakantie - ik- las - op het strand - een paar boeken 2. Mijn broer - bij de rivier - blijven - is - vissen - de hele
Nadere informatie