Tax = Taxonomiecode F = Feitelijke kennis B = Begripsmatige kennis R = Reproductieve vaardigheid P = Productieve vaardigheid

Transcriptie

1 Opgesteld dr: Categriecde: CCV T-rijbewijs therie (T-TH) Telichting p tabel met afbakening Tax = Taxnmiecde = eitelijke kennis = egripsmatige kennis R = Reprductieve vaardigheid P = Prductieve vaardigheid Nr Eindtermen 1. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de risic s die het besturen van het mtrvertuig en de vertuigcmbinatie met zich meebrengen. 2. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de verkeersregels die gelden bij het gebruik van de penbare weg. 3. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de gedragsregels die gelden met betrekking tt het verlenen van vrrang en het vr laten gaan. 4. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de kenmerken en de betekenis van verkeerstekens en aanwijzingen. 5. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de permanente en gebruikseisen van het mtrvertuig en de aanhangwagen. 6. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de vr het besturen van de vertuigen relevante bepalingen in de verkeerswetgeving. 7. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de techniek, bediening en het nderhud van de vertuigen. 8. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de milieuaspecten die het gevlg zijn van het gebruik van het mtrvertuig. 9. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de veiligheidsaspecten bij het gebruik van het mtrvertuig en de vertuigcmbinatie p de penbare weg. 10. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de wijze waarp lading veilig ververd met wrden.

2 Eindtermen / tetstermen 1. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de risic s die het besturen van het mtrvertuig f de vertuigcmbinatie met zich meebrengen. 1.1 Kan benemen en uitleggen wat de risic s zijn vr de bestuurder en de medeweggebruiker(s) die dr de eigenschappen en de testand van de vertuigen wrden verrzaakt, en p welke wijze het gedrag van de bestuurder hierp kan wrden afgestemd. Afbakening (indien van tepassing) Hierbij gaat het m: - de type vertuigen, afmetingen (lengte breedte en hgte) en massa; - de mgelijke gevlgen van een njuist gebruik f njuiste bediening van de remmen; - het effect van de centrifugaalkracht en situaties waarin deze kan ptreden; - de mgelijke cnsequenties van de wijze waarp de vertuigen beladen f ingericht zijn (massaverdeling, zwaartepunt, afmetingen, zichtbeperking); - eigen zichtbaarheid vr andere weggebruikers (vral bij afslaan); - het uitzwaai-effect; - uitstekende delen; - verwisselbare uitrustingsstukken en verwisselbaar getrkken machine; - de beperkte snelheid van de vertuigen; - de dde hek; - remvertraging; - vuil dr en p het vertuig. Taxnmie cde: 1.2 Kan benemen en uitleggen welke factren een rl spelen bij het uitefenen van de bestuurderstaak, vral in relatie tt andere weggebruikers. Hierbij gaat het m: - Taakprcessen: scherpe en bewuste waarneming; vrspellen; evalueren; beslissen; handelen. - Oplettendheid: anticiperen; verkeersinzicht; besluitvaardigheid; verwachtingspatrn. - Huding: defensief rijgedrag; sciaal rijgedrag; cmmuniceren met andere weggebruikers; menselijke beperkingen.

3 1.3 Kan benemen en uitleggen p welke manier factren zals vermeidheid, lichamelijke en geestelijke gesteldheid, rijervaring en het gebruik van alchl, drugs en medicijnen van invled zijn p het menselijke gedrag bij het besturen van een mtrvertuig. 1.4 Kan benemen en uitleggen welke risic s verbnden zijn aan de aanwezigheid en het gedrag van andere verkeersdeelnemers en he hier rekening mee gehuden met wrden. 1.5 Kan benemen en uitleggen welke risic s er zijn als gevlg van weg-, zicht- en weersmstandigheden en he het gedrag hieraan aangepast met wrden. - Afstand bewaren: begrip snelheid in meters per secnde; reactietijd; remweg; stpafstand; vlgafstand; ruimtekussen. Hierbij gaat het m het kennis van: - het effect van het gebruik van alchl, drugs en medicijnen; - het effect van een cmbinatie van alchl, drugs en medicijnen; - de afbraaktijd van alchl in het lichaam; - de betekenis van stickers en bijsluiters bij medicijnen. En de de invled p: - het waarnemingsvermgen; - het cncentratievermgen; - de reactietijd; - het evenwichtsgevel; - het tunneleffect; - het inschatten van afstand en snelheid; - de algemene lichamelijke cnditie en; - de ngevalskans. Hierbij gaat het m: - het (her)kennen van afznderlijke srten verkeersdeelnemers; - de gedrags (n)mgelijkheden van deze verkeersdeelnemers; - rijden in file; - inhalen (zachte berm); - aangepast eigen gedrag als gevlg van: het gedrag van andere verkeersdeelnemers beperkte gedragsmgelijkheden van andere verkeersdeelnemers beperkte kennis van andere verkeersdeelnemers van LT s en MMS en beperkte eigen gedragsmgelijkheden de specifieke risic s in verband met de de deelneming aan het verkeer dr de meest kwetsbare categrieën, zals kinderen, vetgangers, fietsers, ruiters, bestuurders van brmmbielen en vertuigen met beperkte snelheid en persnen die in hun mbiliteit gehinderd zijn. Hierbij gaat het m risic s bij f als gevlg van: - Wegmstandigheden: aansluitingen van wegen;

4 aard van het wegdek; bebakening en reflectren; berm; bruggen en viaducten; delgrepstrken (bv. busbaan en busstrk, fietsstrk, landbuwpasseerhaven); erven; srten wegen; erftegangswegen gebiedsntsluitingswegen strmwegen ngevalkansen diverse srten wegen; bstakels; snelheidsremmers; sprwegvergangen; sprvrming; (tijdelijke) markering; testand van het wegdek; tunnels; uitritten; verblijfsgebieden; verkanting; weefvakken; weginrichting; - Zichtmstandigheden: begreiing; duisternis; penbare verlichting; reflectie; schaduw; schemering; znlicht; vertuigverlichting. - Weersmstandigheden: neerslag (vb. ijzel; sneeuw; regen);

5 mist; vrst; wind. 2. De kandidaat heeft kennis van de verkeersregels die gelden bij het gebruik van de penbare weg. 2.1 Kan de plaats p en het gebruik van de weg dr alle weggebruikers benemen. Hierbij gaat het m: - bchten; - busbaan en busstrken; - delgrepstrken; - vet-/fiets-/brmfietspad; - fietsstrken; - in- en uitvegstrken; - kruispunten; - (spr)verwegen; - rechte weggedeelten; - rijstrken; - rtndes; - vrsrteerstrk. 2.2 Kan de regels benemen bij het inhalen en ingehaald wrden. Hierbij gaat het m: - inhalen bij een vetgangersversteekplaats (VOP); - inhalen van files; - links inhalen / ingehaald wrden; - rechts inhalen / ingehaald wrden. 2.3 Kan de regels benemen met betrekking tt snelheid. Hierbij gaat het m: - algemene snelheidsregel (art. 19 RVV); - maximumsnelheden binnen de bebuwde km; - maximumsnelheden buiten de bebuwde km. 2.4 Kan de regels benemen met betrekking tt het stilstaan en parkeren. 2.5 Kan de regels benemen met betrekking tt het geven van tekens en signalen. Hierbij gaat het m: - verbd(en) tt stilstaan; - parkeerverbden; - parkeerschijfzne; - gehandicaptenparkeerplaats; - erven. Hierbij gaat het m: - richting aangeven;

6 2.6 Kan de regels benemen met betrekking tt het gebruik van lichten. 2.7 Kan de regels benemen met betrekking tt de ntheffingssystematiek vr LT s en MMS en. - signalen die gegeven meten en mgen wrden ter afwending van dreigend gevaar; - signalen van vrrangsvertuigen; - verbd tt het geven van signalen; - knipperend waarschuwingslicht/gevarendriehek. Hierbij gaat het m: - gebruik van lichten tijdens het rijden; - gebruik van lichten tijdens het stilstaan; - het veren van bijzndere lichten (bv. geel zwaai- f knipperlicht). Hierbij gaat het m: - verschrijding van de tegestane maximum afmetingen en massa; - geslten verklaringen; - de inhud en vrwaarden van de ntheffing (cnfrm vrwaarden RDW); - instantie verantwrdelijk vr de afgifte van de ntheffing (de wegbeheerder) - waar de ntheffing met wrden bewaard. 3. De kandidaat heeft kennis van de gedragsregels die gelden met betrekking tt het verlenen van vrrang en het vr laten gaan. 3.1 Kan het gedrag en de regels benemen p kruispunten. Hierbij gaat het m: - verlenen van vrrang; - blkkeren van een kruispunt; - verhard/nverhard; - verwegen. Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, artikels 14, 15, 15a, 16, 17, 18, Kan het gedrag en de regels benemen bij het afslaan. Hierbij gaat het m: - rechtdrgaand verkeer; - links afslaan ten pzichte van rechts afslaan p hetzelfde kruispunt; - vrsrteren. 3.3 Kan de regels benemen en tepassen bij het vr laten gaan van het verige verkeer. Hierbij gaat het m: - Het uitveren van bijzndere maneuvres als: achteruitrijden; invegen; keren; prijden van een inrit; parkeren; uitvegen;

7 verlaten van een uitrit wegrijden; wisselen van rijstrk. 3.4 Kan de regels benemen en tepassen met betrekking tt het vr laten gaan van vrrangsvertuigen, militaire clnnes, uitvaartsteten en trams. 4. De kandidaat heeft kennis van de kenmerken en de betekenis van verkeerstekens en aanwijzingen. 4.1 Kan de betekenis en het gewenste gedrag benemen van aanwijzingen. 4.2 Kan de betekenis benemen van verkeerslichten, verkeersbrden en verkeerstekens en kan het gedrag en de gedragsregels benemen dat hierdr geadviseerd, gebden f verbden wrdt. - Gedragingen als: in- en uitstappen; wegrijden van een autbus. - Andere verkeersdeelnemers als: blinden; passagiers van tram/bus; persnen die zich meilijk vrtbewegen; vetgangers in een erf p een Vetgangersversteekplaats (VOP). Hierbij gaat het m: - het afslaan; - p kruispunten, waar het verkeer al dan niet geregeld wrdt dr middel van verkeerslichten; - p rechte wegen. esluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (artikels 3, 4, 6, 8 en 9) Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 WVW artikel 12 lid 1 en 2 Regeling stilhudingsvrdering tezichthuders (artikels 1 en 2) Hierbij gaat het m aanwijzingen van: - tezichthuders; - pspringsambtenaren; - verkeersregelaars; - verkeersbrigadiers. Aandachtspunten hierbij zijn k: - rangrde aanwijzingen/verkeerstekens/gedragsregels; - verplichten tt pvlgen van de aanwijzigingen. Hierbij gaat het m: Verkeerslichten: - driekleurige verkeerlichten; - tweekleurige verkeerslichten;

8 - tram/buslichten; - verweglichten; - bruglichten; - rijstrklichten; - geel knipperlicht. Verkeersbrden: - vrm en kleur van verkeerbrden; - nderbrden; - relevante plaatsingsvrschriften; - tijdelijke verkeersbrden; - werkingssfeer van verkeersbrden; - znale verkeersbrden. Verkeerstekens p het wegdek: - as-, kant- f deelstreep; - dubbele asmarkering; - busbanen en busstrken; - drgetrkken (gele) streep; - haaietanden; - nderbrken (gele) streep; - pijlen; - stpstreep; - suggestiestrk; - tijdelijke verkeerstekens p het wegdek; - verdrijvingsvlak; - vrsrteerstrk; - waarschuwingsstreep; - wegreflectren; - puntstukken; - fietsstrk 5. De kandidaat heeft kennis van de permanente en gebruikseisen van het mtrvertuig en de aanhangwagen. Regeling Vertuigen: hfdstuk 5 (permanente en gebruikseisen) artikelen 5.7.1, 5.7.6, 5.7.7, , , , , , , , , en artikelen 5.8.1, 5.8.6, 5.8.7, , , , , , , , , , en artikelen , , , , , , , en artikelen , , lid 1, , , , , t/m , a, , a, b,

9 5.1 Kan benemen aan welke permanente- en gebruikseisen een mtrvertuig en een aanhangwagen meten vlden en welke technische aspecten van het vertuig vr de bestuurder van belang zijn vr een veilig gebruik ervan. 6. De kandidaat heeft kennis van de vr het besturen van de vertuigen relevante bepalingen in de verkeerswetgeving. Hierbij gaat het m: De permanente eisen: vertuigidentificatienummer (VIN); afmetingen; aslasten en massa s; banden; remmen remvertraging; spiegels en gezichtsveld; scherpe en uitstekende delen; verplichte lichten; markeringslichten en retrreflecterende vrzieningen en markeringen; ambergele retrreflectren/zijmarkeringslichten; zwaai-, flits- en knipperlichten; kppelinrichting; sleepg vrzijde. De gebruikseisen: gebruik verwisselbare uitrustingsstukken; aantal aanhangwagens; vldende uitzicht met lading; ladingzekering; scherpe en uitstekende delen; vergrendeling pklapbare delen; lengte samenstel; afmetingen met lading en markering van lading; afmetingen met verwisselbare uitrustingsstukken en markering; hgte met lading; last nder bestuurde as; ttale massa, maximum aslasten in beladen testand; remvertraging samenstel; gekppelde rempedalen; rde retrreflectr in vrm afgekntte driehek. epalingen met betrekking tt wijzigingen van de cnstructie van het vertuig. Wegenverkeerswet 1994 (WVW): artikel 1.1, artikel 5 t/m 11, 107 lid 1 en 2, artikel 118, artikel 123 t/m 125, artikel 130 t/m 132, artikel 160, artikel 62 t/m 164, artikel 179 t/m 181, artikel 184 en artikel 185. Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) artikel 1, Regeling vertuigen (RV) artikel 1.1,

10 6.1 Kan de relevante bepalingen van de verkeerswetgeving benemen. 6.2 Kan de wettelijke bepalingen benemen die betrekking hebben p de rijbevegdheid, aansprakelijkheid en verzekeringen en p de rijbewijzen. Reglement Rijbewijzen (RR) artikel 25a lid1, artikel 5, artikel 15, artikel 24, artikel 25a- lid 3. Wegenverkeerswet 1994 (WVW): - algemeen veiligheidsartikel; - verlaten plaats ngeval; - besturen nder invled; - rijden met ngeldig rijbewijs; - ntzegging; - rijden met een ingevrderd rijbewijs; - rijden tijdens een schrsing van het rijbewijs; - verbd wedstrijd p de weg; - verbd gebruik vertuig van een ander; - bevel medewerking ademnderzek; - rijbewijsplicht; - vrdering inzage dcumenten; - letsel f dd dr schuld; - verantwrdelijkjheid schade bij ngeval; - aansprakelijkheid t..v. zwakkere verkeersdeelnemers. Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV): - begrippen. Regeling vertuigen (RV): - vertuigdefinities (basiskennis hfdcategrie): landbuw- f bsbuwtrekker (Eurpese categrie T) mtrrijtuig met beperkte snelheid aanhangwagen en verwisselbare getrkken machine (Eurpese categrieën R en S) - massa in rijklare testand vr vertuigen van de vertuigcategrie T; - verwisselbaar uitrustingsstuk - vertuig van de vertuigcategrie T. Hierbij gaat het m: egrippen reglement rijbewijzen: - bevegdheden pspringsambtenaar ten aanzien van dcument; - geldigheidsduur rijbewijs; - ngeldigverklaring, invrdering en schrsing inhuding rijbewijs; - ntzegging rijbevegdheid; - alchlslt;

11 7. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de techniek, bediening en het nderhud van de vertuigen. 7.1 Kan de nderdelen herkennen en benemen en kan aangeven wat het del en het gebruiksnderhud van de nderdelen is - minimumleeftijd vr het besturen van landbuw- en bsbuwtrekkers en mtrrijtuigen met beperkte snelheid; - rijbewijsbeperkingen; - rijbewijscategrieën; - rijbewijsplicht; - rijverbd. Wet aansprakelijkheidsverzekering mtrrijtuigen: - verplichte verzekering; - WA verzekering; - casc- / allriskverzekering. Hierbij gaat het m: - de mtr; - het brandstfsysteem; - het mtrsmeersysteem; - het kelsysteem; - de kppeling, versnellingsbak en aandrijflijn; - het veersysteem; - de reminrichting (lucht en hydraulisch); - het electrische systeem; - verbinding tussen mtrvertuig en aanhangwagen; - het hydrauliek systeem. 7.2 Kan bepalen welke srt mtrlie gebruikt met wrden. Zie instructiebekje. 7.3 Kan de functie van de ruitenspreiervleistf benemen. Hierbij gaat het m: - reinigen; - bevriezing tegengaan. 7.4 Kan ptimaal gebruik van de krachtverbrenging van het vertuig uitleggen. 7.5 Kan de aandachtspunten bij het gebruik en nderhud van banden in het kader van de rijveiligheid nemen. Hierbij gaat het m een prestatiediagram met: - kppel; - vermgen; - specifiek brandstfverbruik; - verbrengingsverhudingen; - ptimaal gebruik terenteller. Hierbij gaat het m: - bandenspanning; - rijstijl;

12 7.6 Kan de srten kppelmechanismen tussen de LT / MMS en aanhangwagen en de maatvering ervan benemen. 7.7 Kan de aandachtspunten van kppelmechanismen en het aankppelen van aanhangwagens, verwisselbare uitrustingsstukken en verwisselbaar getrkken machines benemen in het kader van de rijveiligheid. 7.8 Kan, gegeven een situatie, defecten herkennen en de daarbij hrende maatregelen benemen. - belading; - bandcdering; - EU bandenlabel; - beschadigingen; - wielmeren; - slijtage. Hierbij gaat het m: - (verstelbare) trekbek / vangmuil; - kipperknbbel; - (zwaaiende) trekhaak; - gatenbalk; - kppelschtel; - kgelkppeling. Hierbij gaat het m - vergrendeling; - brging; - verlichting; - beremming. Hierbij gaat het m waarschuwingssymblen en de te nemen maatregelen: - liedruk; - remsysteem; - kelwaterniveau; - kelwatertemperatuur; - dynamspanning; - lieniveau; - mtrmanagementstring; - verlichting. 7.9 Kan het belang van preventief nderhud benemen. Hierbij gaat het m: - vrkming van nndige stilstand; - vrkming van nndige ksten; - verhgde bedrijfszekerheid; - bevrderen van de verkeersveiligheid; - realisatie lagere milieubelasting. 8 De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de milieuaspecten die het gevlg zijn van het gebruik van het mtrvertuig. 8.1 Kan uitleggen p welke wijze milieuaspecten een rl spelen bij het milieubewuste gebruik van het mtrvertuig en het energiezuinig rijden. Hierbij gaat het m: - aangepast en besluitvaardig rijden; - acceleratie;

13 9 De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de veiligheidsaspecten bij het gebruik van het mtrvertuig en de aanhangwagen p de penbare weg. 9.1 Kan uiteenzetten he fysieke risic s vrkmen kunnen wrden en he de gevlgen ervan beperkt kunnen wrden 9.2 Kan de belangrijkste rzaken van verkeersngevallen en de betrkkenheid van LT s en MMS en daarbij benemen. - anticiperen; - bandenspanning; - defensief rijden; - gas geven, (nt)kppelen en schakelen; - gebruik van de terenteller; - gebruik van cruisecntrl; - geluidshinder; - langdurige stps in het verkeer; - remmen en stppen; - ruteplanning; - srt brandstf bij vertuig met katalysatr; - starten en wegrijden; - strmverbruikers. Hierbij gaat het m: - het in- en uitstappen van het vertuig; - het gebruik van persnlijke beschermingsmiddelen (handschenen en scheisel); - het gebruik van de grdel. Hierbij gaat het m: Vertuigveiligheid: - het zicht van de bestuurder; - de herkenbaarheid van de vertuigen in het dnker; - de tegestane en feitelijke breedte van de vertuigen ten pzichte van de breedte van de weg; - de btsagressiviteit van de vertuigen. estuurders: - de verwachting van bestuurders van deze vertuigen dat andere weggebruikers rekening huden met de beperkingen van het vertuig; - de snelheid waarmee bestuurders van deze vertuigen rijden in relatie tt de vr hen geldende maximumsnelheid; - het niet f nvldende afschermen van uitsrustingsstukken. Infrastructuur - er is vaak sprake van nvldende infrastructurele maatregelen; - de tegestane en feitelijke breedte van deze vertuigen ten pzichte van de breedte van de weg.

14 9.3 Kan de gevlgen van verkeersngevallen p menselijk, materieel en financieel vlak uitleggen 9.4 Kan uitleggen welke maatregelen in geval van een verkeersngeval f pech genmen meten wrden. Hierbij gaat het m: Menselijke gevlgen: - verwndingen, blijvende invaliditeit, dd; - psychische klachten; - uitval. Materiële gevlgen: - uitval; - stilstand; - capaciteitsgebrek. inanciële gevlgen: - reparatieksten; - vervangingsksten; - waardevermindering van het vertuig; - maatschappelijke ksten. Hierbij gaat het m: - persnlijke veiligheid; - andermans veiligheid; - markeren; - alarmeren van de hulpdiensten en belanghebbenden; - beveiliging van de plaats van het ngeval; - ndzakelijke maatregelen nemen waarnder het kennen van de grndbeginselen van eerste hulp; - invulling van het Eurpees schadefrmulier.

15 9.5 Kan benemen welke de risic s zijn ingeval van betrkkenheid bij een ngeval en bij pech nderweg. 9.6 Kan benemen welke verplichtingen er bestaan ten aanzien van de techniek, het nderhud en de cntrle van het vertuig 10 De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de wijze waarp lading veilig ververd met wrden Kan de krachten en de weerstanden die tijdens het rijden in beladen testand ptreden, verklaren. Het betreft hier zaken als: - gebruik van de gevarendriehek; - gebruik van de waarschuwingslichten; - hulp verlenen aan slachtffer(s); - plaats van het vertuig, bestuurder en passagiers bij pech; - slepen van een ander vertuig; - vluchtrute (bruggen, geluidswallen, tunnels). Het betreft hier zaken als: - bedrijfszekerheid (vb. zekeringen); - verkeersveiligheid (vb. lampjes). Hierbij gaat het m: - de krachten die p een vertuig en/f lading werken; - de verdeling van de lading ver de laadvler; - het zwaartepunt, de stabiliteit, het kantelmment nder andere bij bijvrbeeld vleistffen enz.; - de risic s bij remmen (nder andere scharen) Kan de gevlgen van verbelading nemen. Hierbij gaat het m: - ngunstig brandstfverbruik; - versnelde slijtage; - schade aan wegen; - verkeersveiligheid; - sancties; - invled p wegligging; - invled p rijeigenschappen.

16 10.3 Kan uitleggen he p een juiste wijze lading gestuwd en gezekerd met wrden. Hierbij gaat het m: - de srten lading en eigenschappen van lading (vaste en lsse lading); - de methden van ladingzekering: krachtsluitende (neersjrren) ladingzekering vrmsluitende (psluiten, direct zekeren) ladingzekering - afdekken van lsse lading. - hulpmiddelen bij ladingzekering van vaste lading: sjrpunten spanbanden, alsmede de betekenis van de etiketten daarvan spankettingen spanelementen antislipmatten sjrhaken stphut, balken en keggen. - hulpmiddelen bij ladingzekeren van lsse lading: beheerst laden netten, dekzeilen en kleppen