Het optimale valutagebied uroland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het optimale valutagebied uroland"

Transcriptie

1 Universiteit van Amsterdam Faculteit der Economische Wetenschappen en Econometrie Het optimale valutagebied uroland Gert van Bergen Werkstuk Macro-economie basisvak Collegejaar: e trimester Datum: 14 juni 2001 Gert van Bergen, Pagina 5

2 1. Inleiding Op 1 januari 1999 is in elf landen van de Europese Unie de euro als nieuwe munteenheid ingevoerd. Op 1 januari 2001 heeft Griekenland zich hier als twaalfde land bijgevoegd. Deze twaalf landen vormen zo de Europese Monetaire Unie (EMU) 1. De oude munten bestaan nog wel in chartale vorm, maar zijn slechts denominaties van de euro. Er bestaat geen principieel verschil meer tussen bijvoorbeeld het gulden muntstuk en het kwartje, anders dan de waarde die ze vertegenwoordigen. Vanaf 1 januari 2002 wordt de euro in heel euroland 2 wettig betaalmiddel en worden de oude munten uit de roulatie genomen. Onder economen woeden pittige discussies over de vermeende voor- en nadelen van de éénheidsmunt. De vrijwel continue depreciatie van de euro sinds de invoering wordt door sommigen aangevoerd als bewijs dat de euro mislukt is. In de landen van de unie wordt verschillend tegen de problematiek aangekeken. Vooral de zuidelijke lidstaten van de Europese Unie hebben een uiterste krachtsinspanning geleverd om zich te "kwalificeren" voor de EMU. In het Verenigd Koninkrijk echter neemt de steun om alsnog mee te doen eerder af dan toe en Denemarken heeft zelfs per referendum toetreding tot de EMU afgewezen. In dit werkstuk wil ik een bijdrage aan de discussie leveren met als invalshoek de theorie van het optimale valutagebied. De vraag die ik in dit werkstuk wil beantwoorden is of de landen uit de eurozone beschouwd kunnen worden als een optimaal valutagebied. Een tweede, daarop aansluitende vraag is of de invoering van de euro ervoor kan zorgdragen dat de eurozone een optimaal valutagebied wordt. Dit werkstuk is als volgt opgebouwd. Ik zal eerst de theorie van het optimale valutagebied bespreken. Daarna schets ik kort de achtergrond en totstandkoming van de EMU. Vervolgens geef ik een overzicht van de voor- en nadelen van de gemeenschappelijke munt, waarbij ik een verband zal proberen te leggen met de theorie van het optimale valutagebied. 1 De twaalf deelnemende landen zijn Oostenrijk, België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal en Spanje. Het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Zweden hebben besloten voorlopig niet mee te doen. 2 Hoewel er getwist kan worden over de juiste benaming van het gebied dat de groep landen omvat die de EMU vormen zal ik in dit werkstuk de veel gebruikte term euroland gebruiken. Gert van Bergen, Pagina 1

3 2. De theorie van het optimale valutagebied In 1999 ontving de Canadees Robert Mundell (Columbia University, New York) de Nobelprijs economie, onder meer voor zijn theorie van het optimale valutagebied. In 1961 publiceerde hij deze theorie in een klassiek artikel in The American Economic Review. Met de totstandkoming van de EMU is dit artikel hernieuwd in de belangstelling komen staan. De theorie geeft criteria op grond waarvan landen moeten besluiten tot een vaste of een flexibele wisselkoers. De vraag of de EMU-landen een optimaal valutagebied vormen, wordt door de meeste economen op grond van de theorie van Mundell meestal ontkennend beantwoord (The Economist, 1999). Naarmate landen meer geïntegreerd zijn in de zin van onderlinge handel en arbeidsmobiliteit ligt het meer voor de hand een gezamenlijke munt te voeren. Naarmate die landen of regio's echter gevoeliger zijn voor economische schokken ligt het meer voor de hand een onafhankelijk monetair beleid met een eigen munt te voeren. Krugman en Obstfeld (1997, pp ) constateren dat onder andere door taal- en cultuurverschillen de arbeidsmobiliteit in Europa ver achter blijft bij de Verenigde Staten, zelfs tussen regio's binnen landen. Ook de onderlinge handel is volgens hen relatief gering in vergelijking met de handel tussen de staten in de VS. In dergelijke omstandigheden kan een flexibele wisselkoers voor de benodigde aanpassingen zorgen. Mundell zelf is echter een hartstochtelijk aanhanger van de euro. Zijn redenering is dat optimale valutagebieden zelden overeenkomen met landsgrenzen. In zijn oorspronkelijke artikel bespreekt hij een voorbeeld waarin de wereld uit twee landen bestaat, Canada en de Verenigde Staten, met ieder een eigen valuta. De zelfde wereld bestaat echter ook uit twee regio's, Oost en West, waarvan de grenzen niet samenvallen met de nationale grenzen. De regio's vormen ieder een economisch geheel en aldus een optimaal valutagebied. Wanneer de vraag verschuift ten gunste van een regio, zal in deze regio inflatoire druk ontstaan en in de andere regio werkloosheid. Wanneer iedere regio een eigen valuta zou hebben, zou door een aanpassing van de wisselkoers de onbalans in beide regio's hersteld kunnen worden. In het voorbeeld kan dat niet doordat de valutagebieden samenvallen met nationale grenzen. Het punt dat Mundell vervolgens maakt is dat optimale valutagebieden zelden overeenkomen met nationale grenzen, maar meer met regio's binnen of over landsgrenzen heen (zie ook Huizinga, 1999). Strikt toegepast zou dat leiden tot heel veel kleine valutagebiedjes. Het optimale valutagebied is de regio. Mundell zegt het als volgt: Gert van Bergen, Pagina 2

4 But this seems to imply that regions ought to be defined so narrowly as to count every minor pocket of unemployment arising from labor immobility as a separate region, each of which should apparently have a separate currency! Such an arrangement hardly appeals to common sense. De tot nu toe besproken theorie wijst op heel veel valuta met allemaal een flexibele wisselkoers ten opzichte van elkaar. Mundell geeft ook bovengrenzen aan voor het aantal valuta. Allereerst moeten de valutamarkten niet zo klein zijn dat een enkele partij (met uitzondering van de centrale bank) de koers kan beïnvloeden. Belangrijker is de tweede limiet. Naarmate er meer valuta ontstaan verliest geld zijn nut als rekeneenheid en ruilmiddel. Handel wordt gecompliceerder en gaat gepaard met meer transactiekosten. Op grond van deze twee limieten is het optimale valutagebied de gehele wereld. Gert van Bergen, Pagina 3

5 3. De totstandkoming van de EMU De invoering van de euro in twaalf landen van de Europese Unie is een uniek verschijnsel. Het hebben van een eigen munt is een uiting van soevereiniteit. Valutagebieden vallen samen met nationale staten en zijn dus politiek bepaald. Dit automatisme wordt met de euro doorbroken. Wat niet wordt doorbroken is dat de grenzen van het valutagebied politiek bepaald zijn. Verschillende auteurs (o.a. Szász, 2000, Feldstein, 1997) benadrukken dat politieke motieven en niet economische motieven de doorslag gaven bij het tot stand brengen van de EMU. Het is een stap in het proces van Europese eenwording, die in gang is gezet na de Tweede Wereldoorlog. Dit proces stopt niet bij een monetaire unie, maar zal doorgaan met verdere economische en politieke integratie. Feldstein (1997) zegt hierover: The EMU is clearly just the beginning of a rapidly evolving set of rules to which member nations would be irrevocably committed. Hoewel een zaak van alle deelnemende landen, is het vooral de verhouding tussen Duitsland en Frankrijk die beslissend is voor het nemen van verdere stappen tot integratie. Zo is de totstandkoming van de EMU ook vooral een zaak van deze twee landen geweest. Zonder Duitsland of Frankrijk zou de EMU niet bestaan. Voor de overige landen was het alleen de vraag of ze mee wilden of konden doen (Feldstein, 1997). De Duitse mark heeft zich sinds de ineenstorting van het Bretton Woods systeem ontwikkeld als de ankermunt van het Europese monetaire stelsel (EMS). Zien we de EMU als het sluitstuk van de monetaire eenwording, dan kunnen we dat, analoog aan dollarisering, ook zien als een vermarking van de deelnemende landen. Duitsland kan hierdoor veel minder economische voordelen behalen dan de overige deelnemers. Voor Duitsland gelden dan ook vooral politieke argumenten om deel te nemen aan de euro. Voor Duitsland is politieke integratie in Europa van het grootste belang. Integratie in Europa wordt gezien als garantie voor vrede. Dit argument zal aan kracht winnen als de Europese Unie wordt uitgebreid naar het Oosten. Anno 2001 heeft Duitsland het initiatief waar het gaat om verbreding en verdieping van de Europese Unie. Een Europees monetair stelsel dat gekoppeld is aan de Duitse mark betekent ook dat het monetaire beleid voor alle landen die hun munt gekoppeld hebben aan de mark door Duitsland wordt bepaald. Niet Europese, maar Duitse omstandigheden zijn in zo'n situatie bepalend voor het monetair beleid. Grote Europese landen als Frankrijk, Spanje en Italië realiseerden zich dat Gert van Bergen, Pagina 4

6 zij geen eigen monetair beleid meer konden voeren. Voor Frankrijk is de monetaire unie een manier om een deel van de monetaire besluitvorming terug te krijgen (Szász, 2000). Uiteraard geldt dit ook voor de andere landen, maar voor Frankrijk is het vanwege zijn (economische) omvang van groter gewicht. Frankrijk ziet verdere economische en politieke integratie als een middel om meer zeggenschap in Europa te krijgen. Het opgeven van de eigen munt is psychologisch een belangrijke stap. Een eigen munt wordt gezien als uiting van soevereiniteit. Dit is vermoedelijk de belangrijkste reden dat landen als het Verenigd Koninkrijk en Denemarken afzien van deelname. Voor landen als Italië en Spanje gelden omgekeerde psychologische redenen om juist wel mee te doen. Daar wordt het als nationale trots gezien om erbij te horen. Toch zijn het niet alleen politieke redenen geweest, waardoor de euro is ontstaan. Wyplosz (1997) noemt ook het impossible trilogy principe als drijvende kracht. Dit principe zegt dat van de drie aspecten van monetair beleid vrijheid van kapitaalverkeer, onafhankelijk monetair beleid en vaste wisselkoersen er slechts twee samen kunnen gaan. Gegeven het feit dat vrijheid van kapitaalverkeer al eerder tot stand was gebracht in het proces van eenwording moest een keus worden gemaakt tussen flexibele wisselkoersen en monetaire unie. Onder omstandigheden waarin ook beperkingen op vrij verkeer van goederen en arbeid werden weggenomen, werd monetaire unie als logische vervolgstap gezien. De weg naar de monetaire unie is vastgelegd in het Verdrag van Maastricht (1991). Daarin zijn onder andere de taken en bevoegdheden van de Europese Centrale Bank (ECB) beschreven. Ook zijn kwalificatie-eisen vastgelegd, waaraan landen moeten voldoen om deel te mogen uitmaken van de EMU. De vier eisen zijn: een inflatie van niet meer dan 1½ procentpunt boven het gemiddelde van de drie landen met de laagste inflatie; een lange termijn rentevoet van niet meer dan 2 procentpunt boven het gemiddelde van de drie landen met de laagste inflatie; geen devaluatie (of revaluatie) van de wisselkoers in de laatste 2 jaar voor toetreding; gezonde overheidsfinanciën, gedefinieerd als een overheidstekort van minder dan 3% van het BBP (Bruto Binnenlands Product) en een overheidsschuld van minder dan 60% van het BBP. Gert van Bergen, Pagina 5

7 4. De voor- en nadelen van de EMU Kosten en baten Een economische analyse van een monetaire unie is naar Mundeel een afweging van ongewenste macro-economische effecten door het wegvallen van een eigen monetair beleid tegen winsten die te behalen zijn met toegenomen handel (Feldstein, 1997). In de tiende euroenquete van De Nederlandsche Bank wordt een kwantificering gegeven van de kosten en baten, zoals die door het bedrijfsleven zelf geraamd worden 3. De invoering van de nieuwe munteenheid gaat gepaard met eenmalige voorbereidingsen invoeringskosten. Deze worden nu door het bedrijfsleven geraamd op 7 miljard gulden. In de loop van de tijd worden deze kosten steeds hoger geraamd. Renselaar en Stokman halen een KPMG onderzoek aan waarin de kosten geschat worden op 60 tot 100 miljard gulden 4. Renselaar en Stokman geven als verklaring dat er verschil van inzicht bestaat over het effect van prijstransparantie 5. In de KPMG studie wordt dit als een kostenpost gezien (lagere opbrengsten), terwijl in de DNB-enquete dit als een bate beschouwd (lagere inkoopprijzen). Invoering van de gezamenlijke munteenheid gaat voor het bedrijfsleven ook gepaard met baten. Genoemd worden het wegvallen van valutarisico, lagere transactiekosten, prijstransparantie, eenvoudigere administratie en meer en goedkopere financieringsmogelijkheden 6. Het Nederlandse bedrijfsleven schat het totaal van deze baten nu op 7 miljard gulden per jaar. In deze schatting is echter een dalende trend waarneembaar. Uit deze getallen is wel duidelijk dat het bedrijfsleven verwacht dat de kosten snel terugverdiend zullen zijn. 3 Renselaar, C. van en Stokman, A.C.J. (2000). Voorbereiding euroconversie stagneert: uitkomsten van de tiende DNB-euro-enquête. De Nederlandsche Bank Onderzoeksrapport WO&E nr. 640, november De Nederlandsche Bank doet regelmatig onderzoek naar de publieke opinie en kennis in Nederland over de euro en EMU. De tiende enquete is gehouden in het najaar van Zie ook NRC Handelsblad (27 januari 2000). 5 Doordat prijzen in dezelfde munteenheid beter vergelijkbaar zijn, zal de concurrentie scherper worden, waardoor prijzen zullen dalen. 6 Wyplosz (1997) noemt als mogelijk voordeel dat de financiële markten voor de euro en euro-genomineerde activa de grootste van de wereld kan worden. Zie ook Schinkel (NRC Handelsblad, 2 februari 2000) en Sims (Wall Street Journal Europe, 9 april 2001). Gert van Bergen, Pagina 6

8 Nadelen Het belangrijkste nadeel van een monetaire unie is dat de deelnemende landen geen mogelijkheid meer hebben een eigen monetaire beleid te voeren om de eigen economie te beïnvloeden. De mogelijkheid om een eigen rentevoet vast te stellen of wisselkoers te manipuleren valt weg. In feite is dit de discussie tussen vaste en flexibele wisselkoersen. Bij het beoordelen van de Europese situatie moet onder ogen worden gezien dat sinds 1979 de verschillende Europese munten met wisselende deelnemende landen in het Exchange Rate Mechanism (ERM) aan elkaar gekoppeld zijn. Er bestond dus al voor de EMU een systeem van min of meer vaste wisselkoersen. Doordat aanpassingen van de officiële wisselkoers 7 mogelijk waren, bleven speculatieve aanvallen ook mogelijk in tijden van politieke of economische spanningen. Een dergelijk systeem is op lange termijn niet houdbaar. Er moet worden gekozen tussen monetaire unie of een aanzienlijk flexibeler systeem van wisselkoersen (Bean, 1992). Bean (1992) haalt Mundell's analyse van het optimale valutagebied (1961) aan om te beoordelen of het verlies van monetaire autonomie nadelig is. Een aanpassing van de wisselkoers kan sneller een verandering van de concurrentiepositie van een land bewerkstelligen dan lonen en prijzen. De vraag is dus of de landen van de EMU onderhevig zijn aan éénzijdige economische schokken, die aanpassing van de wisselkoers vergen. Hoewel Bean de Europese Commissie wat al te optimistisch vindt op dit punt, betoogt hij dat schokken in de orde van grootte van de Duitse eenwording (begin jaren '90) maar zelden voorkomen en dat het missen van de monetaire beleidsvrijheid niet al te schadelijk is. In vergelijking met de Verenigde Staten is het patroon van economische schokken tussen de regio's in Europa niet wezenlijk anders. Wel is de arbeidsmobiliteit in Europa veel geringer dan in de Verenigde Staten. Bean acht dit voor monetaire eenwording niet relevant, omdat prijzen in Europa niet zo star zijn. Feldstein (1997) is stelliger in zijn Mundelliaanse analyse. In een land met een eigen munt dat te kampen heeft met een afnemende vraag zal een stabiliserende werking uitgaan van een dalende reële rentevoet een depreciërende wisselkoers. Naast deze automatische stabilisatoren bestaat ook nog de mogelijkheid van een eigen discreet monetair beleid. Een land dat deel uitmaakt van een monetaire unie heeft deze mogelijkheden alleen als ook de andere landen uit de unie met een vergelijkbare vraaguitval te maken hebben. 7 Strikt genomen kan niet worden gesproken van een officiële wisselkoers. Landen spreken een spilkoers af met een bandbreedte waarin de koers kan fluctueren. Gert van Bergen, Pagina 7

9 Belangrijk is dus of de landen van de EMU homogeen zijn. Volgens Feldstein zijn ze dat niet (genoeg). Ook is hij van mening dat de prijzen en lonen in de EMU (in het bijzonder in vergelijking met de Verenigde Staten) te star zijn om de benodigde aanpassing in de reële wisselkoers te bewerkstelligen 8. Ook het derde aanpassingsmechanisme, mobiliteit van arbeid, functioneert in de EMU niet of nauwelijks. Feldstein verklaart dat uit verschillen in taal en cultuur: While Americans don t hesitate to move from Ohio and Massachusetts to Arizona and California, Germans are loathe to leave one part of Germany for another (Feldstein, 1997). Wyplosz (1997) komt tot andere conclusies en sluit zich meer aan bij Bean (1992). Aanpassing door middel van de wisselkoers is volgens de theorie van Mundell minder nodig naarmate de aan de monetaire unie deelnemende landen meer openheid ten opzichte van elkaar vertonen. Op dat punt scoort Europa volgens Wyplosz goed. Wanneer landen een gediversieerde economie hebben zullen zich minder snel landspecifieke schokken voordoen en zullen de landen dus beter geschikt zijn als optimaal valutagebied. In het algemeen geldt dit voor de Europese landen. Wel zullen zich binnen Europa meer landspecifieke schokken voordoen dan in de Verenigde Staten. Daarbij moet onderscheid worden gemaakt tussen schokken aan de aanbodzijde en schokken aan de vraagzijde. Vraagschokken hangen (gedeeltelijk) samen met monetaire politiek en zullen zich daarom binnen een monetaire unie minder snel voordien. Over het criterium van de arbeidsmobiliteit kan geen discussie mogelijk zijn: volgens dat criterium is Europa geen optimaal valutagebied. De vraag is of de vorming van een monetaire unie er toe kan bijdragen dat landen gaan convergeren en zo dus beter gaan voldoen aan de criteria voor het optimale valutagebied. Door economische en monetaire integratie kunnen de conjunctuurbewegingen meer synchroon gaan verlopen. Volgens de Europese Commissie gebeurt dat doordat niet alleen het monetaire beleid, maar ook het begrotingsbeleid van de deelnemende landen gelijkvormiger wordt. Ook toenemende (intra-industrie) handel kan hieraan bijdragen. Onderzoek van Inklaar, De Haan en Sleijpen (2000) suggereert dat dat niet automatisch het geval hoeft te zijn. In de Verenigde 8 Het is de reële wisselkoers immers die de concurrentiepositie van een land bepaalt. De reële wisselkoers Q wordt gedefiniëerd door Q = (EP*) / P, waarin E is de nominale wisselkoers uitgedrukt in buitenlandse valuta per eenheid binnenlandse valuta, P* is het buitenlandse prijspeil uitgedrukt in de buitenlandse valuta en P is het binnenlandse prijspeil. Als de nominale wisselkoers E vastligt, zal de concurrentiepositie volgens deze formule dus door een relatieve verandering van het binnenlandse prijspeil ten opzichte van het buitenlandse prijspeil moeten veranderen. Het idee is dat het wisselkoersinstrument sneller de benodigde aanpassingen kan bewerkstelligen. Gert van Bergen, Pagina 8

10 Staten zijn de conjunctuurbewegingen tussen de verschillende staten juist minder synchroon gaan verlopen. Ook de visie van Krugman zou waar kunnen zijn, namelijk dat toenemende integratie leidt tot specialisatie en geografische concentratie door schaalvergroting. Zekerheid Een aantal voordelen van monetaire unie zijn al genoemd. Doordat er absolute zekerheid is over de wisselkoers, bestaat er geen valutarisico meer en hoeft dus ook niet meer te worden afgedekt. Eveneens vallen de transactiekosten van valutatransacties weg. Het belangrijkste voordeel dat een gezamenlijke munteenheid biedt is dat het de onzekerheid met betrekking tot de wisselkoers wegneemt. Op lange termijn biedt een nieuwe, gezamenlijke munt, een betrouwbaarheid, die zelfs onomkeerbaar vaste wisselkoersen niet kan bieden. Zolang een land nog een eigen valuta heeft, is er een ontsnappingsmogelijkheid, ook al zou dat met hoge kosten gepaard gaan. Hoewel ook na invoering van een gezamenlijke munt een land altijd weer kan besluiten opnieuw een eigen munt te gaan voeren, is duidelijk dat dat een zeer moeizaam proces zal zijn (Bean, 1992). Feldstein (1997) is zeer sceptisch op dit punt. Wisselkoersonzekerheid kan in zijn ogen eenvoudig worden weggenomen met lange termijn valuta-transacties. Er is geen theoretisch of expirisch bewijs dat een gemeenschappelijk munt de handel doet toenemen. Belangrijker is volgens Feldstein harmonisatie van belastingen en andere institutionele factoren. Bovendien is het mogelijk dat de wisselkoersonzekerheid met landen buiten de monetaire unie toeneemt en zo handel kan doen afnemen. Inflatie Een vaak genoemd voordeel van de Europese monetaire eenwording is de inflatie dempende werking die ervan uitgaat, met name in de landen die traditioneel een hoge inflatie hebben. De verklaring hiervan moet worden in het institutioneel kader van de unie. Wat nodig is om een loon- en prijsspiraal te voorkomen is een geloofwaardige overheid, die niet op korte termijn een klein beetje inflatie tolereert om de economie te stimuleren. Zodra loononderhandelaars met deze mogelijkheid rekening houden passen zij hun verwachte inflatie aan en daarmee de looneisen. Een onafhankelijke centrale bank kan die geloofwaardigheid bewerkstelligen. In Europees verband kunnen landen door toetreding tot de EMU de reputatie en onafhankelijkheid van de Duitse Bundesbank importeren. In het Verdrag van Maastricht (1991) waarin de weg Gert van Bergen, Pagina 9

11 naar monetaire unie is geregeld, heeft de Europese Centrale Bank (ECB) in artikel 105 als voornaamste opdracht gekregen het bewaken van de prijsstabiliteit. In artikel 107 staat dat de bank zich niet mag laten beïnvloeden door (vertegenwoordigers van) regeringen of organen van de Europese Unie (Bean, 1992). Nu de EMU van start is gegaan is de inflatiedoelstelling stevig verankerd in de statuten van de ECB. De ECB zal zich sterk richten op prijsstabiliteit, meer dan de FED en voorheen de Duitse Bundesbank 9. (Wyplosz, 1997) Eén van de eisen uit het Verdrag van Maastricht waaraan een land moest voldoen om te kunnen toetreden tot de EMU was dat de inflatie niet meer dan 1½ procentpunt mocht liggen boven het gemiddelde van de drie landen met de laagste inflatie. Zodoende heeft in de aanloopperiode naar de gezamenlijke munt een convergentie kunnen optreden naar een laag inflatieniveau. Een tweede eis was dat er tenminste twee jaar voor toetreding geen aanpassing van de wisselkoers mocht plaatsvinden. Ook om deze reden moest tijdens de aanloop naar de EMU moest de inflatie wel in hand gehouden worden om devaluatie te voorkomen. Binnen de EMU zullen er uiteindelijk geen grote prijsverschillen kunnen blijven bestaan. Te dure regio's zullen hun concurrentiepositie zien verslechteren, waardoor in dergelijke regio's de prijzen weer zullen dalen in de richting van het gemiddelde niveau. Eerdere monetaire unies laten zien dat na een inhaalslag in het begin op termijn een vergelijkbaar prijsen inflatieniveau ontstaat. Het inflatieverschil tussen West- en Oost-Duitsland is snel gedaald van 10% direct na de hereniging tot minder dan 1% en bedraagt nu nog slechts 0,1 à 0,2%. Hetzelfde geldt voor de monetaire unies tussen België en Luxemburg en die tussen het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Ook tussen de regio's in de Verenigde Staten bestaan geen grote verschillen (Van de Wijngaert en Van den Berg, 1999). In de EMU zijn de inflatieverschillen na de invoering op gaan lopen. Landen als Nederland, Spanje, Italië en Ierland hebben de afgelopen jaren een aanzienlijk hogere inflatie gehad dan kernlanden als Duitsland en Frankrijk. Van de Wijngaert en Van den Berg (1999) verklaren dit met een inhaalslag die plaatsvindt in de armere landen van de EMU. De hogere inflatie in Nederland verklaren zij uit het feit dat Nederland voorloopt in de conjunctuurcyclus. Nederland kent een veel lagere werkloosheid dan het gemiddelde van de EMU, waardoor er een opwaartse prijsdruk is op de arbeidsmarkt. Toch geldt ook voor Nederland een soort inhaalslag. 9 De FED is het stelsel van centrale banken van de Verenigde Staten. De Bundesbank is de centrale bank van Duitsland. Voor 1999 bepaalde zij in feite het monetaire beleid voor alle Europese landen die hun munt gekoppeld hadden aan de D-mark. De Bundesbank had een zeer sterke anti-inflatie reputatie. Gert van Bergen, Pagina 10

12 De gulden is vermoedelijk tegen een te lage koers in de euro opgegaan. Door de hogere inflatie zal deze onderwaardering ongedaan worden gemaakt. Feldstein (1997) toont zich ook op het punt van inflatie zich als een euro-scepticus. Hij erkent dat het anker van de Bundesbank en de convergentiecriteria er toe hebben bijgedragen dat de inflatie ook in inflatiegevoelige landen sterk is afgenomen, maar dat is ook in andere landen gebeurt. Zodra de ECB het monetaire beleid zou gaan bepalen, verwacht hij weer een toename van de inflatie onder druk van de hoge werkloosheidscijfers in de unie. De onafhankelijkheid van de ECB zal in de praktijk blijken, wat er ook over is opgesteld in het Verdrag van Maastricht. Dit argument wordt door Wyplosz (1997) als niet erg overtuigend terzijde geschoven. Gert van Bergen, Pagina 11

13 5. Slotbeschouwing Vaste wisselkoersen bevorderen monetaire discipline. Wat in de zuidelijke lidstaten van de unie is bereikt op weg naar deelname aan de euro is indrukwekkend. De overheidsschulden zijn drastisch gesaneerd en de inflatiecijfers zijn geconvergeerd naar een laag niveau. Het zal moeten blijken of deze disciplinerende werking ook aanhoudt als de euro enige jaren bestaat. Voor deze landen valt het meest te verdienen aan de gezamenlijke munt. Niet voor niets hebben zij er alles aan gedaan om maar mee te mogen doen. Juist deze landen hebben baat bij het importeren van de lage Duitse inflatie en rente. In landen met voorheen een grote valutarisicopremie zal de rente dalen (Wyplosz, 1997). Alleen al de drastisch gedaalde rente helpt Italië met het wegwerken van zijn overheidstekort. Een argument tegen vaste wisselkoersen is het verlies van monetaire autonomie. Door een expansief monetair beleid kunnen landen zich als het ware weg-exporteren uit een recessie. Feldstein (1997) stelt dat op economische gronden de EMU er niet had moeten komen. In landen die gekenmerkt worden door verschillende economische schokken, starre lonen en lage arbeidsmobiliteit zal een gemeenschappelijke munt leiden tot hogere werkloosheid. De vraag is echter of er zoveel van monetair beleid te verwachten valt. Volgens de monetaire theorie zal op korte termijn de betalingsbalans eerder verslechteren dan verbeteren. Op langere termijn zal het effect van stimulerend monetair beleid teniet worden gedaan door hogere inflatie en zal de truc herhaald moeten worden. Uiteindelijk resteert hogere inflatie zonder verbetering van de economie. Als economische schokken niet tijdelijk en eenmalig plaatsvinden is de internationale discipline met lage inflatie te prefereren boven autonomie met hoge inflatie. Hoewel er misschien nauwelijks sprake van een optimaal valutagebied met Duitsland kan zijn, zullen de zuidelijke economieën baat hebben bij de EMU. Om te beoordelen of Europa een optimaal valutagebied is, wordt vaak een vergelijking gemaakt met de Verenigde Staten. Een vergelijking die voor Europa negatief uitvalt, vooral door het gebrek aan arbeidsmobiliteit. Ik sluit me aan bij Wyplosz (1997) die zich (retorisch) afvraagt of de Verenigde Staten 100 jaren geleden zich als optimaal valutagebied zou hebben gekwalificeerd. De keus in Europa is tussen monetaire unie en flexibele wisselkoersen in een omgeving die economisch en politiek geleidelijk aan steeds verder geïntegreerd wordt. Flexibele wisselkoersen zijn ondenkbaar in een economisch gebied zonder binnengrenzen Gert van Bergen, Pagina 12

14 Literatuurlijst Angeloni, I. en Dedola, L. (1999). From the ERM to the euro, new evidence on economic and politic convergence among EU countries. ECB working paper nr. 4, may Bean, C.R. (1992). Economic and monetary union in Europe. Journal of Economic Perspectives, 6, Bergeijk, P.A.G. van (1999). Bij de geboorte van het eurogebied. Economisch Statistische Berichten, 22 januari, pp Feldstein, M. (1997). The political economy of the EMU: political sources of an economic liability. Journal of Economic Perspectives, 11, Gruijters, N. en Vijselaar, F. (1998). Beleidsopties in de eurozone. Maandscrift Economie, 62, Huizinga, H.P. (1999). Optimale valuta voor Mundell. Economisch Statistische Berichten, 29 oktober, pp Inklaar, R., Haan, J. de en Sleijpen, O.C.H.M. (2000). Uiteenlopende conjunctuur gevaarlijk, Economisch Statistische Berichten, 12 mei, pp Krugman, P.R. en Obstfeld, M. (1997). International economics. Addison-Wesley. Man of the hour (1999). The Economist, 16 oktober, p Mundell, R.A. (1961). A theory of optimum currency areas. The American Economic Review, NRC Handelsblad (2000). Komst euro kost bedrijf 56 mln euro. 27 januari. Renselaar, C. van en Stokman, A.C.J. (2000). Voorbereiding euroconversie stagneert: uitkomsten van de tiende DNB-euro-enquête. De Nederlandsche Bank Onderzoeksrapport WO&E nr. 640, november Schinkel, M. (2000). Zwakke euro toont zijn spierballen. NRC Handelsblad, 2 februari. Sims, G.T. (2001). Borrowers adopt the euro. Wall Street Journal Europe, 9 april. Szász, A. (2000). Een euro van ons allemaal. Maandschrift Economie, 64, Wijngaert, R. van de en Berg, B. van den (1999). Inflatie in de EMU mag uiteenlopen, Economisch Statistische Berichten, 16 juli, pp Wyplosz, Ch. (1997). EMU: Why and how it might happen. Journal of Economic Perspectives, 11, Gert van Bergen, Pagina 13

6, Het verband tussen de euro en de ecu De ecu. Werkstuk door een scholier 1684 woorden 7 december keer beoordeeld

6, Het verband tussen de euro en de ecu De ecu. Werkstuk door een scholier 1684 woorden 7 december keer beoordeeld Werkstuk door een scholier 1684 woorden 7 december 2001 6,3 18 keer beoordeeld Vak Economie De euro in de praktijk. Hoofdstuk 1: De euro. 1.1 Begrip. Sinds 1 januari 1999 hebben de deelnemers aan de Europese

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Euro

Praktische opdracht Economie Euro Praktische opdracht Economie Euro Praktische-opdracht door een scholier 1619 woorden 17 februari 2003 6,7 12 keer beoordeeld Vak Economie 1 Onderzoeksvraag. Mijn onderzoeksvraag is: Wat zijn de voor- en

Nadere informatie

Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn werkstuk verwerken;

Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn werkstuk verwerken; Werkstuk door een scholier 2376 woorden 29 november 2001 7,3 29 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn

Nadere informatie

1. Inleiding Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn werkstuk verwerken;

1. Inleiding Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn werkstuk verwerken; Werkstuk door een scholier 2302 woorden 20 februari 2000 6 144 keer beoordeeld Vak Economie 1. Inleiding Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Economische Monetaire Unie

Praktische opdracht Economie Economische Monetaire Unie Praktische opdracht Economie Economische Monetaire Unie Praktische-opdracht door een scholier 3907 woorden 17 juni 2004 6,1 37 keer beoordeeld Vak Economie Samenvattingen: Deelvraag 1: De Economische en

Nadere informatie

Centraal Planbureau 1 Europa in crisis

Centraal Planbureau 1 Europa in crisis 1 Europa in crisis Waarom dit boek? Vergelijkbaar met De Grote Recessie van 2 jaar geleden qua vorm en stijl qua beoogde doelgroep Euro-crisis ingrijpend voor ons dagelijkse leven / welvaart oplossing

Nadere informatie

10889/10 VP/mg DG G I

10889/10 VP/mg DG G I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 juni 2010 (OR. en) 10889/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0135 (E) ECOFIN 360 UEM 209 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD overeenkomstig

Nadere informatie

Europa in crisis. George Gelauff. Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering

Europa in crisis. George Gelauff. Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering Europa in crisis George Gelauff Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering Opzet Baten en kosten van Europa Banken en overheden Muntunie en schulden Conclusie 2 Europa in crisis Europa veruit

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.5.2007 COM(2007) 256 definitief 2007/0090 (CNS) Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende

Nadere informatie

De Duurzaamheid van de Euro

De Duurzaamheid van de Euro Sustainable Finance Lab : De Duurzaamheid van de Euro #susfinlab www.sustinablefinancelab.nl De euro is niet houdbaar Arjo Klamer Munten komen en gaan Gevallen munten Papiermark (Duitsland) 1914-1924 Hyperinflatie

Nadere informatie

Opbouw van de Europese Monetaire Unie

Opbouw van de Europese Monetaire Unie Opbouw van de Europese Monetaire Unie Seminarie voor leerkrachten, NBB Brussel, 21 oktober 2015 Ivo Maes DS.15.10.441 Construct EMU 21_10_2015 NL Opbouw van de Europese monetaire unie 1. Beschouwingen

Nadere informatie

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende

Nadere informatie

Hoofdstuk 24 Valutamarkt

Hoofdstuk 24 Valutamarkt Hoofdstuk 24 Valutamarkt Open vragen 24.1 Een valutahandelaar van een bank die in dollars handelt, krijgt op een gegeven moment de volgende gegevens op zijn beeldscherm (we gaan ervan uit dat het verschil

Nadere informatie

De Toekomst van Europa. Hovo 2017 College 6 (6 november) Dr. Hein Roelfsema

De Toekomst van Europa. Hovo 2017 College 6 (6 november) Dr. Hein Roelfsema De Toekomst van Europa Hovo 2017 College 6 (6 november) Dr. Hein Roelfsema Opzet van het college 1. Balans tussen huidige problemen en de theoretische lens. 2. Politieke economie van Europese integratie.

Nadere informatie

6,9. Werkstuk door een scholier 1550 woorden 3 april keer beoordeeld. De euro

6,9. Werkstuk door een scholier 1550 woorden 3 april keer beoordeeld. De euro Werkstuk door een scholier 1550 woorden 3 april 2002 6,9 53 keer beoordeeld Vak Economie De euro Sinds 1 januari 2001 betalen we met de Euro. De euro is de gemeenschappelijke munt voor de landen die lid

Nadere informatie

Naslagwerk Economie van Duitsland. Hoofdstuk 9: Duitsland en de euro. 9.1 Overzicht

Naslagwerk Economie van Duitsland. Hoofdstuk 9: Duitsland en de euro. 9.1 Overzicht Naslagwerk Economie van Duitsland 9.1 Overzicht Eind jaren zestig werd in Europa hardop gesproken over een gezamenlijk economisch beleid met een gemeenschappelijke munt. In 1979 werd dit plan concreet

Nadere informatie

Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 75

Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 75 DEEL 3.4 DE EURO Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 75 3.4. DE EURO DOEL - De leerlingen/cursisten ontdekken de voordelen van het gebruik van de eenheidsmunt: wisselen van geld is niet meer nodig, je spaart

Nadere informatie

Hoe is de EU tot stand gekomen?

Hoe is de EU tot stand gekomen? Verslag door? 2035 woorden 4 februari 2018 10 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoe is de EU tot stand gekomen? de geschiedenis de EU is tegenwoordig niet meer weg te denken van politieke tot economische

Nadere informatie

Profielwerkstuk Economie De euro en de gevolgen voor de werkgelegenheid

Profielwerkstuk Economie De euro en de gevolgen voor de werkgelegenheid Profielwerkstuk Economie De euro en de gevolgen voor de werkgelegenheid Profielwerkstuk door een scholier 2839 woorden 6 maart 2002 6,2 126 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Op 1 Januari 2002 was

Nadere informatie

De economische omgeving. Een cruciaal jaar voor Nederland en Europa

De economische omgeving. Een cruciaal jaar voor Nederland en Europa De economische omgeving Een cruciaal jaar voor Nederland en Europa Inhoud Wereldeconomie Traag herstel Verengde Staten Europa Nederland Ook 2017 een conjunctureel goed jaar Ons land staat er heel goed

Nadere informatie

DE EURO: EEN AANWINST VOOR DE TOEKOMST VAN EUROPA

DE EURO: EEN AANWINST VOOR DE TOEKOMST VAN EUROPA ABN AMRO - INTERNATIONAAL EURO-BERICHT 3 MEI 1998 DE EURO: EEN AANWINST VOOR DE TOEKOMST VAN EUROPA De eurotop werd overschaduwd door de langdurige onderhandelingen over de benoeming van de eerste president

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de aanneming van de euro door Estland op 1 januari 2011

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de aanneming van de euro door Estland op 1 januari 2011 NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 12.5.2010 COM(2010) 239 definitief 2010/0135 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de aanneming van de euro door Estland op 1 januari 2011 NL NL TOELICHTING

Nadere informatie

Miljoenennota Helmer Vossers

Miljoenennota Helmer Vossers Helmer Vossers Helaas niet helemaal waar 8 5 1/2 2010 2011 69,5 66,0 0 1 3/4 Groei Werkloosheid Saldo 2010 Saldo 2011 Schuld 2011 (% bbp) (% beroepsbevolking) (% bbp) (% bbp) (% bbp) -4,0-6,3-5,8-5,6

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen Europese Commissie - Persbericht Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen Brussel, 21 december 2018 Uit een nieuwe Eurobarometer-enquête

Nadere informatie

ECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

ECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn ECONOMIE VMBO-T2 Begrippenlijst H7 PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw Bewerkt door D.R. Hendriks Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn Versie 1 2013-2014 Hoofdstuk 7 Europese grenzen? Paragraaf 7.1 Wat

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de aanneming van de euro door Letland op 1 januari 2014

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de aanneming van de euro door Letland op 1 januari 2014 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.6.2013 COM(2013) 345 final 2013/0190 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de aanneming van de euro door Letland op 1 januari 2014 NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND

Nadere informatie

Economische vooruitgang

Economische vooruitgang #EURoad2Sibiu Economische vooruitgang Mei 219 NAAR EEN MEER VERENIGDE, STERKERE EN DEMOCRATISCHERE UNIE De ambitieuze EU-agenda voor banen, groei en investeringen en de versterking van de eengemaakte markt

Nadere informatie

Beknopte gids over de euro

Beknopte gids over de euro Beknopte gids over de euro Economische en Financiële Zaken Over de euro De euro bestaat sinds 1999. Hij verscheen aanvankelijk alleen op loonstrookjes, rekeningen en facturen. Op 1 januari 2002 kwamen

Nadere informatie

Onderzoek gunstige prijsligging.

Onderzoek gunstige prijsligging. Onderzoek gunstige prijsligging. BMW 3 Serie Model 320D. 22 Eu-Lidstaten. Jordy Reijers Marketing/Onderzoek P van. Prijs 1 Inhoud Opgave Onderzoek informatie over Eu landen Welke landen hanteren de euro?

Nadere informatie

Toelichting CPB-onderzoek opbrengsten introductie euro Voor de minister van Economische Zaken

Toelichting CPB-onderzoek opbrengsten introductie euro Voor de minister van Economische Zaken CPB Notitie 21 mei 2014 Toelichting CPB-onderzoek opbrengsten introductie euro Voor de minister van Economische Zaken CPB Notitie Aan: De minister van Economische Zaken Centraal Planbureau Van Stolkweg

Nadere informatie

ECONOMISCHE EN SOCIALE CONVERGENTIE IN DE EU: BELANGRIJKE FEITEN

ECONOMISCHE EN SOCIALE CONVERGENTIE IN DE EU: BELANGRIJKE FEITEN VOLTOOIING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE Bijdrage van de Commissie aan de Leidersagenda #FutureofEurope #EURoadSibiu ECONOMISCHE EN SOCIALE CONVERGENTIE IN DE EU: BELANGRIJKE FEITEN Figuur

Nadere informatie

BIJLAGE. bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

BIJLAGE. bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 31.5.2017 COM(2017) 291 final ANNEX 3 BIJLAGE bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE NL NL Bijlage 3. Voornaamste economische tendensen

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model 1. Opbouw van de AV-lijn A. Relatie tussen reële bbp en rente Fragment: Belgische glansprestatie (Tijd, 31/12/2004) Bestedingen De consumptie van de gezinnen groeide

Nadere informatie

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG!

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG! MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG! I.I De geboorte van de Europese Unie Zoals jullie waarschijnlijk wel weten zijn er de vorige eeuwen veel oorlogen in Europa geweest. Vooral de Eerste en de Tweede Wereldoorlog

Nadere informatie

5,4. Betoog door een scholier 2858 woorden 6 december keer beoordeeld. Nederlands. Een opstel over de euro. Een nog hechter Europa

5,4. Betoog door een scholier 2858 woorden 6 december keer beoordeeld. Nederlands. Een opstel over de euro. Een nog hechter Europa Betoog door een scholier 2858 woorden 6 december 2001 5,4 49 keer beoordeeld Vak Nederlands Een opstel over de euro. Een nog hechter Europa Iedereen die naar het nieuws kijkt weet nu wel dat de euro in

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Eindtermen VWO. Domein E. Wisselkoersen

Eindtermen VWO. Domein E. Wisselkoersen Eindterm VWO Domein E Wisselkoers Domein E Wisselkoers Eindterm 19: e valuta (van e bepaald land): De vraag naar e valuta wordt bepaald door: a) Export op de lopde reking (van de betalingsbalans) Het buitland

Nadere informatie

HOOFDSTUK 19: OEFENINGEN

HOOFDSTUK 19: OEFENINGEN 1 HOOFDSTUK 19: OEFENINGEN 1. Op de beurs van New York worden de volgende koersen genoteerd : 100 JPY = 0,8 USD ; 1 GBP = 1,75 USD en 1 euro = 0,9273 USD. In Tokyo is de notering 1 USD = 140 JPY. In Londen

Nadere informatie

Autoprijzen: ondanks prijsconvergentie blijft kopen in buitenland vaak nog interessant

Autoprijzen: ondanks prijsconvergentie blijft kopen in buitenland vaak nog interessant IP/04/285 Brussel, 2 maart 2004 Autoprijzen: ondanks prijsconvergentie blijft kopen in buitenland vaak nog interessant Het jongste verslag over autoprijzen toont aan dat op alle markten de prijsconvergentie

Nadere informatie

BELEIDSLIJN VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK INZAKE WISSELKOERSAANGELEGENHEDEN BETREFFENDE DE TOETREDENDE LANDEN

BELEIDSLIJN VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK INZAKE WISSELKOERSAANGELEGENHEDEN BETREFFENDE DE TOETREDENDE LANDEN 18 december 2003 BELEIDSLIJN VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK INZAKE WISSELKOERSAANGELEGENHEDEN BETREFFENDE DE TOETREDENDE LANDEN I. ALGEMENE BEGINSELEN Bij toetreding tot de Europese

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen

Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen Economie VWO 2011/2012 www.lyceo.nl H5: Internationale betrekkingen Economie 1. Inkomen 2. Consument 3. Producenten 4. Markt en Overheid 5. Internationale betrekkingen

Nadere informatie

EUROPESE VERKIEZINGEN Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale tendensen

EUROPESE VERKIEZINGEN Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale tendensen Algemene directie Communicatie UNIT FOLLOW-UP PUBLIEKE OPINIE 15/09/2008 EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale

Nadere informatie

= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land.

= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. 1 De wisselmarkt 1.1 Begrip Wisselkoers = de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. bv: prijs van 1 USD = 0,7

Nadere informatie

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Europese Commissie - Persbericht Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Brussel, 05 mei 2015 De economie in de Europese Unie profiteert dit jaar van een

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Eindexamen economie 1 havo 2000-I Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van

Nadere informatie

Beknopte gids over de euro

Beknopte gids over de euro Europese Commissie Beknopte gids over de euro Economische en Financiële Zaken Over de euro De euro bestaat sinds 1999. Hij verscheen aanvankelijk alleen op loonstrookjes, rekeningen en facturen. Op 1 januari

Nadere informatie

Press release Statistics Netherlands

Press release Statistics Netherlands Press release PR00-277 8-12-2000 9:30 AM Inflation rate in November levelling out Consumer prices in November were up 3.0% on November last year. The inflation rate is therefore 0.1% lower than last month,

Nadere informatie

18 juli 2015. Onderzoek: Toekomst van Europa

18 juli 2015. Onderzoek: Toekomst van Europa 18 juli 2015 Onderzoek: Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek. De uitslag van de peilingen

Nadere informatie

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17 2.2. EUROPESE UNIE 2.2.1. Droogte remt groei melkaanvoer af Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) 2005 2015 2017 2018 % 18/17 België 3 022 3 988 4 025 4 190 4,1 Denemarken 4 451 5 278 5

Nadere informatie

De Europese schuldencrisis heeft aangetoond dat een zeer hoog niveau

De Europese schuldencrisis heeft aangetoond dat een zeer hoog niveau Chapter 6 Samenvatting (Dutch summary) De Europese schuldencrisis heeft aangetoond dat een zeer hoog niveau van de staatsschuld kan leiden tot oplopende rentelasten die economisch herstel tegengaan. In

Nadere informatie

EconomieeenInleiding. 1: Wereldreis. o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht

EconomieeenInleiding. 1: Wereldreis. o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht EconomieeenInleiding 1: Wereldreis o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht o Wat is macro-economie? o Concepten, variabelen o Overzicht boek = structuur cursus en lessen #1 1 Op wereldreis Inleiding

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

1950 De Verklaring van Schuman

1950 De Verklaring van Schuman Hoofdstuk 3 31 Van Gemeenschappelijke Markt tot euro 8 mei 1945 : de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) wordt beëindigd. Europa ligt in puin. De angst voor een herhaling van een dergelijk drama brengt politici

Nadere informatie

5,2. 1.Het ontstaan van de Europese Unie. 2.Geschiedenis van de EU: Werkstuk door een scholier 1839 woorden 10 oktober keer beoordeeld

5,2. 1.Het ontstaan van de Europese Unie. 2.Geschiedenis van de EU: Werkstuk door een scholier 1839 woorden 10 oktober keer beoordeeld Werkstuk door een scholier 1839 woorden 10 oktober 2002 5,2 13 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 1 1.Het ontstaan van de Europese Unie Op 18 april 1951 werd de eerste stap gezet richting een

Nadere informatie

De conclusies van het IMF betreffende de betalingsbalans en het monetair beleid zijn onderverdeeld in drie aspecten:

De conclusies van het IMF betreffende de betalingsbalans en het monetair beleid zijn onderverdeeld in drie aspecten: SAMENVATTING BELANGRIJKSTE CONCLUSIES IN HET RAPPORT D.D. 19 SEPTEMBER 2011 NAAR AANLEIDING VAN DE BESPREKINGEN IN HET KADER VAN DE 2011 ARTIKEL IV CONSULTATIES VAN HET IMF 1. HOOFDTHEMA Het belangrijkste

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Profielwerkstuk Maatschappijleer Uitbreiding van de Europese Unie

Profielwerkstuk Maatschappijleer Uitbreiding van de Europese Unie Profielwerkstuk Maatschappijleer Uitbreiding van de Europese Unie Profielwerkstuk door een scholier 1933 woorden 26 mei 2003 5,8 48 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Uitbreiding van de Europese Unie

Nadere informatie

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M) 1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom

Nadere informatie

5. Protocol tot vaststelling van het statuut van de. Europese Investeringsbank

5. Protocol tot vaststelling van het statuut van de. Europese Investeringsbank De Slotakte vermeldt de verbindende protocollen en de niet-verbindende verklaringen Slotakte De CONFERENTIE VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN, bijeen te Brussel op 30 september

Nadere informatie

Werkloosheid in de Europese Unie

Werkloosheid in de Europese Unie in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23

Nadere informatie

MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD

MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD pdf18 MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD De macro-vraaglijn of geaggregeerde vraaglijn geeft het verband weer tussen het algemeen prijspeil en de gevraagde hoeveelheid binnenlands product. De macro-vraaglijn

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Inflatie is de stijging van het algemeen prijspeil. De jaren 70 en 80 van de vorige eeuw waren periodes van relatief hoge inflatiecijfers in West-Europa, terwijl lage inflatie en deflatie

Nadere informatie

Het Europees kader inzake begrotingstoezicht

Het Europees kader inzake begrotingstoezicht Het Europees kader inzake begrotingstoezicht Seminarie voor leerkrachten, 26 oktober 2016 Wim Melyn Patrick Bisciari Departement Studiën Groep Overheidsfinanciën Structuur van de uiteenzetting Belang van

Nadere informatie

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 311 E van 31/10/2000 Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

DE WANHOPIGE UNIE. Ewoud van Laer

DE WANHOPIGE UNIE. Ewoud van Laer DE WANHOPIGE UNIE Ewoud van Laer Stelling Cultuurverschillen maken verdere integratie van de Europese Unie onmogelijk Inhoud I De West-Europese integratie tot nu toe II Hoe staan we er nu voor? Enkele

Nadere informatie

5 Het wettelijk minimumjeugdloon in internationaal perspectief

5 Het wettelijk minimumjeugdloon in internationaal perspectief 5 Het wettelijk minimumjeugdloon in internationaal perspectief 5.1 Vergelijking van bruto wettelijk minimumjeugdlonen Ook andere landen kennen minimumjeugdlonen. In de helft van de OESO-landen is dat het

Nadere informatie

Valutamarkt. fransetman.nl

Valutamarkt. fransetman.nl euro in dollar wisselkoers Wisselkoers (ontstaat op valutamarkt) Waarde van een munt uitgedrukt in een andere munt Waardoor kan de vraag naar en het aanbod van veranderen? De wisselkoers van de euro in

Nadere informatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14 Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.6.2006 COM(2006) 320 definitief 2006/0109 (CNS) 2006/0110 (CNB) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Concept Welvaart en Groei

Concept Welvaart en Groei LESBRIEF 5 Inflatieverwachtingen Doelgroep: SLU: 5 havo, 5/6 vwo 1 lesuur exclusief huiswerkopdracht Concept Welvaart en Groei begrippen CE inflatie korte vs lange termijn vertrouwen prijsstabiliteit monetair

Nadere informatie

Michiel Verbeek, januari 2013

Michiel Verbeek, januari 2013 Michiel Verbeek, januari 2013 1 2 Eens of oneens? De bankiers zijn schuldig aan de kredietcrisis. De huidige economische crisis is het gevolg van de kredietcrisis van 2008. Als een beurshandelaar voor

Nadere informatie

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Als gevolg van de wereldwijde economische en financiële crisis heeft de EU met een laag investeringsniveau te kampen. Alleen met gezamenlijke gecoördineerde

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 2 juni 2017 (OR. en) 9940/17 ADD 3 ECOFIN 491 UEM 185 INST 242 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 1 juni 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald Bron: O. van Vliet (2017) Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald, Sociaal Bestek, nr. 6, pp. 58-59. Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald Olaf van Vliet Universiteit Leiden Voor veel

Nadere informatie

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 over de invoering van de euro

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 over de invoering van de euro RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 december 2005 (OR. en) 14883/05 Interinstitutioneel dossier: 2005/0145 (CNS) UEM 205 ECOFIN 370 OC 877 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep. Meander Samenvatting groep 7 Thema 2 Om ons heen Samenvatting Landschappen Landschappen in Europa zijn heel verschillend. Nederland is een heel vlak land. Frankrijk is een land met heuvels en bergen. Zweden

Nadere informatie

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Internationale Economie Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Wim Boonstra, 27 november 2014 Basisscenario: Magere groei wereldeconomie, neerwaartse risico s De wereldeconomie

Nadere informatie

Euroschuldencrisis en beleggingsalternatieven. Koen De Leus Senior Economist KBC Group

Euroschuldencrisis en beleggingsalternatieven. Koen De Leus Senior Economist KBC Group Euroschuldencrisis en beleggingsalternatieven Koen De Leus Senior Economist KBC Group Agenda Constructiefouten EMU en oplossingen Beleggingsalternatieven Obligaties Aandelen Vastgoed 2 19 oktober 2012

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN or** ir ir * ie *ür* COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 31.12.1998 COM( 1998) 732 def. 98/0353 (CNB) Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD over de omrekeningskoersen tussen de euro

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I Politiek en ruimte Opgave 6 bron 9 In de periode 2000-2006 zal de Europese Unie financiële steun voor sociaal-economische ontwikkeling toekennen aan twee soorten regio s: de regio s met een ontwikkelingsachterstand

Nadere informatie

Handel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8

Handel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8 betalingsbalans Zweden behoort tot de EU maar (nog) niet tot de EMU. Dat maakt Zweden een leuk land voor opgaven over wisselkoersen, waarbij een vrij zwevende kroon overgaat naar een kroon met een vaste

Nadere informatie

AEG deel 3 Naam:. Klas:.

AEG deel 3 Naam:. Klas:. AEG deel 3 Naam:. Klas:. 1-Video Grensverleggend Europa; Het moet van Brussel. a-in welke Europese stad staat Jan Jaap v.d. Wal? b-beschrijf in het kort waarom een betere Europese samenwerking nodig was.

Nadere informatie

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1 Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2017/0900 (E) 2013/0900 (E) EUCO 7/1/18 REV 1 INST 92 POLGEN 23 CO EUR 8 RECHTSHANDELINGEN Betreft: BESLUIT VAN DE EUROPESE RAAD

Nadere informatie

eéí=pí~äáäáíéáíëj=éå=dêçéáé~åí

eéí=pí~äáäáíéáíëj=éå=dêçéáé~åí eéí=pí~äáäáíéáíëj=éå=dêçéáé~åí kççç=~~å=üéêîçêãáåö píéîéå=s^k=ill éêçãçíçê=w mêçñk=çêk=t~äíéê=s^kqefbibk = báåçîéêü~åçéäáåö=îççêöéçê~öéå=íçí=üéí=äéâçãéå=î~å=çé=öê~~ç= iáåéåíá~~í=áå=çé=íçéöéé~ëíé=éåçåçãáëåüé=ïéíéåëåü~éééå=ã~àçê=

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Uitvoering van artikel 260 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie Aanpassing van de gegevens die worden

Nadere informatie

Is de Nederlandse economie klaar voor de volgende generatie? Jaap van Duijn Grip op je Vermogen 5 oktober 2018

Is de Nederlandse economie klaar voor de volgende generatie? Jaap van Duijn Grip op je Vermogen 5 oktober 2018 Is de Nederlandse economie klaar voor de volgende generatie? Jaap van Duijn Grip op je Vermogen 5 oktober 2018 1 Is de Nederlandse economie klaar voor de volgende generatie? Uitgangspositie Trends Uitdagingen

Nadere informatie

Examen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl

Examen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl Economie 1,2 oude en nieuwe stijl Examen HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs HAVO Tijdvak 2 VHBO Tijdvak 3 Woensdag 21 juni 13.30 16.30 uur 20 00 Dit

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie II

Eindexamen vwo economie II Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat de particuliere

Nadere informatie

Tabel 1: Economische indicatoren (1)

Tabel 1: Economische indicatoren (1) Tabel 1: Economische indicatoren (1) Grootte van de Openheid van de Netto internationale Saldo op de lopende rekening (% economie (in economie (Export + BBP per hoofd, nominaal (EUR) BBP per hoofd, nominaal,

Nadere informatie

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken CPB Notitie Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken Economierapportage maart 2003 1 De Nederlandse economie blijft ondermaats presteren. Dit geldt zelfs indien door een voorspoedig

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II 4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een

Nadere informatie

Eindexamen economie pilot havo 2009 - I

Eindexamen economie pilot havo 2009 - I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 ja Een voorbeeld van een juiste

Nadere informatie

De euro; was het een goed idee of niet?

De euro; was het een goed idee of niet? De euro; was het een goed idee of niet? Een analyse van literatuur over de kosten en baten van de invoering ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Financial Economics Supervisor: Nel

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum West-Vlaanderen Kortrijk - 24 februari 2015 Jan Smets A. De stand van

Nadere informatie