eéí=pí~äáäáíéáíëj=éå=dêçéáé~åí

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "eéí=pí~äáäáíéáíëj=éå=dêçéáé~åí"

Transcriptie

1 eéí=pí~äáäáíéáíëj=éå=dêçéáé~åí kççç=~~å=üéêîçêãáåö píéîéå=s^k=ill éêçãçíçê=w mêçñk=çêk=t~äíéê=s^kqefbibk = báåçîéêü~åçéäáåö=îççêöéçê~öéå=íçí=üéí=äéâçãéå=î~å=çé=öê~~ç= iáåéåíá~~í=áå=çé=íçéöéé~ëíé=éåçåçãáëåüé=ïéíéåëåü~éééå=ã~àçê= ÄÉäÉáÇëã~å~ÖÉãÉåí

2 - 1 - WOORD VOORAF Met het schrijven van deze eindverhandeling beëindig ik mijn studies Toegepaste Economische Wetenschappen aan de Universiteit Hasselt. Het was een werk van lange adem en net als mijn eindverhandeling zou ik ze nooit hebben kunnen realiseren zonder de hulp van verschillende mensen. Ik zou graag iedereen willen bedanken die mij op een of andere manier heeft geholpen tijdens mijn studies en bij het schrijven van deze eindverhandeling. Een speciaal woord van dank gaat naar mijn promotor Professor dr. Walter Vanthielen, wiens deur steeds open stond voor advies en een vriendelijke begeleiding. Ik dank hem voor zijn bereidwilligheid bij het lezen en verbeteren van mijn teksten en voor de opbouwende kritiek en suggesties die ervoor gezorgd hebben dat ik deze opdracht tot een goed einde kon brengen. De meeste dank gaat naar mijn familie. Mijn ouders, omdat ze mij de kans hebben gegeven om verder te studeren en mij zo een mooie toekomst bieden. Mijn broer en vriendin die er steeds waren als ik ze nodig had en in het bijzonder mijn oma: bedankt voor alles! Steven Van Loo mei 2006

3 - 2 - SAMENVATTING De verhoogde toename van aandacht naar economische integratie in de naoorlogse periode gaf ook in Europa de aanleiding tot meer samenwerking tussen de verschillende landen. Hoewel de politieke samenwerking niet in detail besproken wordt, mag ze niet over het hoofd gezien worden in het proces naar een economisch geïntegreerd Europa. De monetaire eenmaking ging definitief van start met het Rapport Delors van Deze tekst gaf de aanleiding voor het Verdrag van Maastricht (1992), het basisverdrag voor de Europese Monetaire Unie. Het Verdrag van Maastricht voorziet drie fasen waarin de verschillende lidstaten van de Europese Unie worden voorbereid op de introductie van de eenheidsmunt, de Euro. Niet alle lidstaten zijn verplicht de Euro in te voeren. Denemarken, Zweden en het Verenigd Koninkrijk verkozen vrijwillig niet deel te nemen aan de laatste fase van de EMU. Op 1 januari 1999 ging de derde fase van start met 11 landen: Duitsland, Frankrijk, België, Nederland, Luxemburg, Italië, Portugal, Spanje, Finland, Oostenrijk en Ierland. Griekenland vervoegde hen twee jaar later. Deze landen moesten voldoen aan vier convergentiecriteria betreffende inflatie, wisselkoers, lange termijn intrestvoet en publieke schuld. De regels opgenomen in het Verdrag van Maastricht waren niet altijd even duidelijk. Om een sterk fiscaal raamwerk te creëren werd het Stabiliteits- en Groeipact in het leven geroepen. Hierdoor werden de bestaande regels strenger, concreter en geloofwaardiger. Zowel economisch als politiek was stabiliteit binnen de EMU een grote zorg. Het Pact moet zorgen voor een controle op de publieke financiën van de landen binnen de Europese Unie. Landen die uiteindelijk ook effectief deelnemen aan de Euro kunnen bij nietnaleving van de regels van het Stabiliteitspact onderworpen worden aan waarschuwingen en eventueel zelfs boetes. Het multilateraal toezicht spitst zich toe op een begroting in evenwicht en de houdbaarheid van de overheidsschuld. Hiervoor werden criteria opgenomen van een tekort van maximaal 3 % voor de jaarlijkse begroting en een schuldniveau van maximaal 60 %, beide ten opzichte van het Bruto Binnenlands Product.

4 - 3 - Op basis van een overschrijding van deze waarden kan de ECOFIN-Raad een buitensporig tekort vaststellen. Voor verschillende landen was de naleving van het Stabiliteitspact geen eenvoudige taak. De eerste keer dat het fout liep was in De Raad stelde voor zowel Duitsland als Portugal een buitensporig tekort vast. Ironisch aangezien Duitsland een van de hevigste voorstanders was van de invoering van het Pact. Later volgden nog andere landen zoals Frankrijk, Italië, Griekenland en Nederland. Ook landen buiten de Eurozone staan onder de controle van de Raad, maar kunnen niet gesanctioneerd worden. Voor hen zijn er voorlopig echter geen al te grote problemen. De nieuwe lidstaten, die op termijn ook zullen toetreden tot de EMU, staan er in vergelijking met de huidige lidstaten bij aanvang zeker niet minder goed voor. Wat betreft het overheidstekort is er een vergelijkbare situatie waarneembaar, het niveau van de overheidsschuld ligt gemiddeld lager in de nieuwe lidstaten. Ook de criteria betreffende de inflatie en de intrestvoet moeten binnen beperkte tijd in overeenstemming met de convergentiecriteria kunnen gebracht worden. Door het verplaatsen van de bevoegdheden omtrent het monetair beleid naar het supranationaal niveau van de Europese Unie is het belang van nationaal fiscaal beleid in de EMU alleen maar toegenomen. Toch wordt dergelijk fiscaal beleid door het Stabiliteitspact aan banden gelegd. Het voorkomen van verschillende externe effecten (zoals een stijging van de intrestvoet, inflatie) is hiervan de oorzaak. De inperking van het fiscaal beleid via het Pact is niet onbesproken. Het verminderen van de budgettaire flexibiliteit, een asymmetrische werking, een korte termijn politiek en een beperkte afdwingbaarheid van de regelgeving zijn slechts een paar kritische bedenkingen bij het Pact. Verschillende jaren van kritiek op het Stabiliteitspact en hervormingsvoorstellen ter verbetering ervan gingen de uitspraak van het Europees Hof van Justitie in juli 2004 vooraf. Maar het was uiteindelijk toch deze uitspraak, betreffende de toepassing van het Pact, die de effectieve hervorming in een stroomversnelling bracht. De Europese Commissie en de ECOFIN-Raad moesten samen een weg uit de impasse zoeken.

5 - 4 - Na aanbevelingen van de Europese Commissie kwam de ECOFIN-Raad begin 2005 met een hervormingsvoorstel. Verschillende kritieken kwamen hierin aan bod, maar toch blijft de daadkracht van bepaalde voorstellen twijfelachtig. Vooral de politieke draagkracht betreffende de werkelijke uitvoerbaarheid en de controle ervan zullen hierin een grote rol spelen. Voor de asymmetrische werking van het Pact ontbreekt een concrete maatregel. Een mogelijke concrete oplossing zou zijn: een uitbreiding van de bevoegdheid van de Commissie en/of een combinatie met rainy day funds. Verder biedt het ECOFIN-voorstel wel meer differentiëring van de regelgeving voor de verschillende lidstaten. Het oprichten van nationale controleorganen vormen hier ook een mogelijkheid. Een ander voorstel, namelijk het systeem van verhandelbare tekorten, is niet alleen meer flexibel, het houdt ook rekening met het totale fiscale niveau van de Eurozone. Verder is voorzichtigheid geboden bij de versoepeling van de definiëring van een uitzonderlijk en tijdelijk tekort. Tenslotte zijn er twee kritieken die niet aan bod komen in het voorstel van de Raad. Wat betreft de ontmoediging van publieke investeringen kan de Golden Rule in overweging genomen worden. Het Debt Sustainability Pact biedt dan weer de mogelijkheid om bij de beoordeling van de fiscale situatie van een land de klemtoon te verleggen van het begrotingstekort naar het schuldniveau. Het Stabiliteits- en Groeipact zal hoe dan ook een hervorming ondergaan. Op welke manier is nog niet geheel duidelijk. Het hervormingsvoorstel van de Raad staat nog niet helemaal op punt en de hervormingsvoorstellen uit de literatuur hebben op hun beurt enkele punten van kritiek. Verder heeft de uitbreiding van de Europese Unie de noodzakelijke onderhandelingen er niet eenvoudig op gemaakt.

6 - 5 - INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF... 1 SAMENVATTING... 2 INHOUDSOPGAVE... 5 LIJST MET FIGUREN... 8 LIJST MET TABELLEN... 9 INLEIDING HOOFDSTUK 1: ECONOMISCHE INTEGRATIE IN EUROPA Naar een Europese Monetaire Unie Het Verdrag van Maastricht Drie fasen Convergentiecriteria Waarom convergentiecriteria Inflatie Overheidsfinanciën Wisselkoers Intrestvoet Belgisch aandeel in de oprichting HOOFDSTUK 2: HET STABILITEITS- EN GROEIPACT Doel van het Pact Economische redenen Politieke redenen Werking van het Pact Multilateraal toezicht Procedure Buitensporig Tekort Globale richtsnoeren voor het economisch beleid... 27

7 - 6 - HOOFDSTUK 3: OPVOLGING VAN HET PACT TOT HEDEN Inwerkingtreding van het Pact Lopende procedures Duitsland Frankrijk Procedure Europees Hof van Justitie Portugal Andere landen Eurozone Het budgettair beleid in België Landen buiten de Eurozone Denemarken, Zweden en Verenigd Koninkrijk Nieuwe EU-lidstaten Globale toestand van de nieuwe lidstaten in aanloop naar de EMU Publieke financiën Andere criteria HOOFDSTUK 4: FISCAAL BELEID BINNEN DE EMU Fiscaal beleid in een monetaire unie Het belang van fiscaal beleid Externe effecten van fiscaal beleid Niveau van fiscaal beleid Fiscaal federalisme Principe van subsidiariteit Kritieken op het Stabiliteitspact Verminderen van budgettaire flexibiliteit Asymmetrische werking van het Pact Geen sanctie voor politiek gedreven fiscaal beleid De ontmoediging van publieke investeringen Gebrek aan toezicht op totale fiscale niveau Korte termijn politiek versus structurele hervormingen Afdwingbaarheid van de regels... 59

8 - 7 - HOOFDSTUK 5: HERVORMING VAN HET STABILITEITSPACT Hervormingsvoorstel in het Rapport van de Raad Verbetering van bestuur en afdwingbaarheid regelgeving Versterken van de preventieve werking van het Pact Verbeterde implementatie van de Procedure Buitensporig Tekort Het nut van sancties Algemene evaluatie Andere hervormingsvoorstellen Institutionele hervormingen Publieke investeringen en de Golden Rule Verhandelbare tekorten Fiscale consolidatie tijdens betere perioden Focus op schuld in plaats van tekort CONCLUSIES LIJST VAN GERAADPLEEGDE WERKEN... 85

9 - 8 - LIJST MET FIGUREN Figuur 3.1: Evolutie van de Belgische staatsschuld (% t.o.v. BBP) Figuur 3.2: Afwijking t.o.v. de norm 3 % budgetoverschrijding, vijf jaar vóór EMU Figuur 3.3: Schuldgraad in de huidige en nieuwe lidstaten, vijf jaar vóór EMU Figuur 5.1: Algemeen kader voor het bereiken van fiscale discipline... 72

10 - 9 - LIJST MET TABELLEN Tabel 1.1: In drie fasen naar de EMU Tabel 1.2: Convergentiecriteria Tabel 2.1: Procedure Buitensporig Tekort Tabel 3.1: Evolutie overheidsbudget (% BBP) - Eurozone Tabel 3.2: Evolutie totale overheidsschuld (% BBP) - Eurozone Tabel 3.3: Evolutie overheidsbudget (% BBP) - DK, SE en UK Tabel 3.4: Evolutie totale overheidsschuld (% BBP) - DK, SE en UK Tabel 3.5: Evolutie overheidsbudget (% BBP) nieuwe lidstaten toetreding Tabel 3.6: Evolutie totale overheidsschuld (% BBP) nieuwe lidstaten toetreding Tabel 3.7: Inflatie en lange termijnintrestvoet nieuwe lidstaten en EU-gemiddelde Tabel 5.1: Belangrijkste hervormingsvoorstellen Rapport ECOFIN... 74

11 INLEIDING Sinds 1 januari 2002 betalen meer dan 300 miljoen Europeanen met eenzelfde munt, de Euro. Op korte termijn is de Euro uitgegroeid tot een sterke en geloofwaardige munteenheid die kan concurreren met de vertrouwde Amerikaanse Dollar. Eén van de redenen dat de Euro een sterke en stabiele munteenheid is geworden is het Stabiliteits- en Groeipact. Deze verbintenis tussen de verschillende landen die deelnemen aan de eenheidsmunt zorgt ervoor dat er fiscale discipline ontstaat binnen de Europese Monetaire Unie. Na de invoering van de Euro werd het monetair beleid overgeheveld naar het supranationale niveau van de Eurozone en bleef het fiscale beleid als enigste regulerend instrument over voor de lidstaten. Landen die hun fiscale beleid niet onder controle kunnen houden, worden volgens de regels van het Stabiliteitspact gesanctioneerd. De laatste jaren is echter gebleken dat in realiteit het opleggen van dergelijke sancties niet zomaar gebeurt. Landen als Frankrijk en Duitsland overtraden meermaals de regels maar werden tot op heden nog niet bestraft. Het is duidelijk dat het Stabiliteitspact toe is aan een (grondige) hervorming. In deze eindverhandeling wordt een beeld geschetst van de huidige situatie. De centrale vraag hierbij is: Hoe zijn de problemen omtrent het Stabiliteits- en Groeipact tot stand gekomen en wat zijn de mogelijke oplossingen? Door middel van een literatuurstudie wordt er gezocht naar een antwoord op deze vragen. Naast het gebruik van de uitgebreide literatuur die omtrent het thema beschikbaar is, wordt er ook een beroep gedaan op statistieken en documenten beschikbaar op de websites van verschillende (Europese) instellingen zoals Eurostat en de Europese Unie.

12 HOOFDSTUK 1: ECONOMISCHE INTEGRATIE IN EUROPA Reeds vanaf de naoorlogse periode is er een toenemende aandacht gekomen voor economische integratie. Niet alleen in Europa, ook in verscheidene andere continenten zijn er vormen van economische integratie terug te vinden, al zijn deze vaak minder sterk ontwikkeld. Economische integratie wordt gedefinieerd als: het wegwerken van economische grenzen tussen twee of meerdere economieën. De fundamentele betekenis van economische integratie is echter het verhogen van de werkelijke of potentiële concurrentie. Economische integratie is niet mogelijk zonder inbreng en medewerking van de politiek, vandaar dat politieke integratie binnen Europa van in het begin gekoppeld is aan economische integratie. De start van de Europese economische integratie werd gegeven door de oprichting van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal in 1951, gevolgd door het Verdrag van Rome in De politieke factor speelde hoofdzakelijk een rol bij de initiële start van de Europese Unie, de ontwikkelingsfasen die later volgden hadden tot de jaren tachtig en begin jaren negentig voornamelijk een economische invalshoek. Het Verdrag van Maastricht, dat officieel het Verdrag van de Europese Unie heette, was in 1992 de basis voor de oprichting van de Europese Unie. Dit Verdrag wijzigde eerdere verdragen en creëerde een structuur voor de Unie met drie pijlers: economie, veiligheid en justitie. Binnen de eerste pijler, de economische, werden er plannen gemaakt voor onder andere een monetaire unie Naar een Europese Monetaire Unie Reeds in 1970 werd een eerste poging ondernomen tot het oprichten van een monetaire unie binnen de Europese Unie door middel van het Rapport Werner. Omwille van de 1 Hermans (1996); Pelkmans (2001)

13 woelige periode in de jaren zeventig (het uiteenvallen van het Bretton Woods systeem, de oliecrisis) werd het beoogde opzicht niet gehaald. 2 Op initiatief van Frankrijk en West-Duitsland werd eind jaren tachtig een meer succesvolle stap richting monetaire integratie gezet. Het Rapport Delors gaf in 1989 de aanleiding voor de huidige vorm van de Europese Monetaire Unie, kortweg EMU. Aanvankelijk had enkel het Verenigd Koninkrijk twijfels over het algemene doel van de EMU. Frankrijk daarentegen wilde, door middel van zeer vroege data voor de introductie van de EMU, er zeker van zijn dat Duitsland zich niet zou terugtrekken uit het project. Duitsland zelf eiste strenge fiscale criteria en onafhankelijke instellingen, liefst gespiegeld naar Duits model. Hoofddoel hiervan was het beschermen van de sterke Duitse Mark Het Verdrag van Maastricht Op 7 februari 1992 werd het Verdrag van Maastricht getekend door de 12 lidstaten van de toenmalige Europese Gemeenschap. Het Verdrag concretiseerde de richtlijnen van het Rapport Delors. De doelstellingen opgenomen in het verdrag wat betreft de EMU waren de volgende: Het Verdrag stelde convergentiecriteria op waar nieuwe landen aan moesten voldoen om te kunnen deelnemen aan de EMU. Wel werd er een mogelijkheid gecreëerd voor landen die voldeden aan de vereisten, maar omwille van eigen redenen niet wensten deel te nemen aan de EMU, om toch niet deel te nemen aan de monetaire unie (opt-out clausule). In het Verdrag werd een tijdschema vastgelegd voor de introductie van de eenheidsmunt. Algemeen was overeengekomen dat dit diende te gebeuren vóór 1 januari Het tijdschema bestond uit drie fasen (zie infra, paragraaf 1.2.1). Verder beschrijft het Verdrag de doelstellingen die behaald moeten worden en legt het de data vast voor elk van deze 2 Smets et al (2000) 3 Naert (1999)

14 fasen. Tenslotte vermeldt het Verdrag de institutionele basiskenmerken van de EMU en, in het bijzonder, van de Europese Centrale Bank Drie fasen 5 In een eerste fase, die van start ging op 1 juli 1990, was het de bedoeling het Project 1992 (de creatie van de Interne Markt) verder af te werken, de Structuurfondsen te verhogen en alle EU-munten te laten toetreden tot het EMS-wisselkoersmechanisme. Na de invoering van de Euro werd dit mechanisme echter overbodig en vervangen door een nieuw, namelijk ERM2 (European Exchange Rate Mechanism 2). Het doel van ERM2 is het behoud van stabiliteit van de wisselkoers van de Euro met andere nationale munteenheden. Namelijk van de landen die wel al toegetreden zijn tot de EU en de Euro nog niet hebben ingevoerd, maar dit in de toekomst wel willen doen. 6 Alle lidstaten moesten gedurende deze eerste fase zogenaamde convergentieprogramma s opstellen. Deze bevatten de specifieke maatregelen op lange termijn die elke lidstaat zou treffen om te kunnen voldoen aan de opgelegde convergentiecriteria. Deze convergentiecriteria worden later nog besproken (zie infra, paragraaf 1.2.2). Op 1 januari 1994 trad de tweede fase in werking door de oprichting van het Europees Monetair Instituut (EMI), de voorloper van de Europese Centrale Bank. Vanaf dit moment kwamen de overheidsfinanciën onder Europees toezicht te staan. Wanneer er in een van de lidstaten zich een buitensporig tekort op het budget voordoet, kan zowel de Europese Commissie als de ECOFIN-Raad (de Raad van ministers van economie en financiën) aanbevelingen formuleren. Overheidstekorten mogen niet meer gefinancierd worden op monetaire wijze en de centrale banken van de lidstaten moeten politiek onafhankelijk worden. 4 Senior Nello (2005) 5 Naert en Vandenbussche (2004) 6 Europese Unie (2005e)

15 Tenslotte is er de derde fase in het opstartproces van de EMU. De derde fase hield in dat alle wisselkoersen van de lidstaten die voldeden aan de convergentiecriteria voor toetreding tot de EMU, onherroepelijk werden vastgelegd. Daarnaast was er de creatie van de eenheidsmunt en de oprichting van de Europese Centrale Bank, die samen met de centrale banken van de lidstaten het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB) vormt. Aanvankelijk werd gedacht dat veel lidstaten niet zouden kunnen voldoen aan de convergentiecriteria van Maastricht. In werkelijkheid was dit enkel het geval voor Griekenland. De Grieken slaagden er niet op tijd in om aan de normen te voldoen. Op 1 januari 2001 konden de Grieken de Euro dan toch invoeren nadat aan de convergentiecriteria werd voldaan. 7 Zweden, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk voldeden dus wel aan de normen, maar besloten toch niet deel te nemen. Zweden deed dit door, na een referendum in eigen land, niet in te stappen in het wisselkoersmechanisme van het EMS voor de start van de derde fase. Hierdoor voldeed het land vrijwillig niet aan een van de toetredingscriteria. Denemarken en het Verenigd Koninkrijk maakten gebruik van de opt-out clausule die ze zelf bedwongen hadden in het Verdrag van Maastricht, namelijk de mogelijkheid om vrijwillig niet deel te nemen aan de derde fase van de EMU 8. In Denemarken gebeurde dit na een referendum waarin de bevolking een deelname afwees, ook al gebeurde dit met slechts een zeer nipte meerderheid van 50,7 % van de bevolking die tegen stemde. In het Verenigd Koninkrijk, traditioneel eurosceptischer, besliste de regering dat het land nog niet klaar was om deel te nemen aan de derde fase van de EMU. Uiteindelijk zal ook hier de bevolking moeten beslissen over deelname. Een van de negatieve gevolgen van niet deel te nemen aan de Euro is het verlies aan politieke invloed die de drie lidstaten hebben bij het nemen van belangrijke beslissingen wat betreft de toekomst van de economie van de EU. Er moeten bijvoorbeeld keuzes gemaakt worden wat betreft de stemmingsprocedures in de Europese Centrale Bank of veranderingen aan het Stabiliteitspact. Niet-Euro lidstaten zullen moeilijk hetzelfde gewicht in de schaal kunnen leggen bij het oplossen van dergelijke problemen. 9 7 Senior Nello (2005) 8 Europese Unie (2003c); Europese Unie (2003d) 9 Senior Nello (2005)

16 De landen die vanaf de start, op 1 januari 1999, wel deelnamen aan de derde fase waren: Duitsland, Frankrijk, de Benelux, Italië, Portugal, Spanje, Finland, Oostenrijk en Ierland. Tabel 1.1: In drie fasen naar de EMU IN DRIE FASEN NAAR DE EMU Fase 1: convergentie individuele economieën en overheidsfinanciën. Fase 2: oprichting EMI en wegwerken begrotingstekorten. Fase 3: vastleggen wisselkoersen, oprichting eenheidsmunt en oprichting Europese Centrale Bank Convergentiecriteria Elk land dat wil deelnemen aan de derde fase van de EMU moet aan de convergentiecriteria voldoen die opgenomen werden in het Verdrag van Maastricht. Het doel van deze criteria was ervoor zorgen dat de beleidsbeperkingen, opgelegd door de EMU, zonder problemen konden uitgevoerd worden in het desbetreffende land. Zo ontstaat er geen destabilisatie van de Monetaire Unie bij een vroegtijdige toelating van landen waar de economische prestaties niet voldoende zijn. De criteria zijn: Kandidaat-lidstaten moeten een stabiele inflatie hebben die niet meer bedraagt dan 1,5 procentpunten boven het gemiddelde van de drie lidstaten met de laagste inflatie. De munt van het desbetreffende land moet, zonder grote inspanningen, binnen de opgestelde fluctuatiemarges van het ERM (European Exchange Rate Mechanism) kunnen blijven, en dit gedurende minstens twee jaar voor de uitvoering van het

17 onderzoek. Tijdens deze periode mag de munt ook niet op eigen initiatief gedevalueerd worden. De lange termijn intrestvoet van de lidstaat mag niet meer bedragen dan 2 procentpunten boven het gemiddelde van de drie lidstaten met de laagste inflatie. Er mag geen buitensporig begrotingstekort worden vastgesteld. Dit kan op twee manieren vastgesteld worden: o De totale schuld van de overheid bedraagt meer dan 60 % van het BBP, tenzij er een voldoende daling is in een bevredigend tempo. o Het jaarlijks nationale begrotingstekort van de lidstaat is meer dan 3 % van het BBP, tenzij het in aanzienlijke mate en voortdurend is afgenomen en een niveau heeft bereikt dat de referentiewaarde benadert of van een uitzonderlijke en tijdelijke aard is en niet veel hoger ligt dan 3 %. Hier wordt reeds duidelijk dat deze criteria, en in het bijzonder de uitzonderingsmaatregelen, zeer flexibel geïnterpreteerd kunnen worden. 10 Tabel 1.2: Convergentiecriteria CONVERGENTIECRITERIA 1. Stabiele inflatie: < 1,5 % boven gemiddelde 3 laagste inflaties 2. Munt binnen fluctuatiemarges ERM, geen devaluatie. 3. Lange termijn intrestvoet: < 2 % boven gemiddelde 3 laagste inflaties 4. Geen buitensporig tekort: totale schuld BBP < 60 % BBP en/of tekort < 3 % BBP 10 Europese Unie (2003e); Naert en Vanden Bussche (2004); Senior Nello (2005)

18 Waarom convergentiecriteria Belangrijk om weten is dat de strategie die gevolgd werd bij het opstellen van de Maastricht-normen niet de enige mogelijkheid was. Bij vroegere monetaire eenmakingen werden vaak volledig andere methoden aangewend. Een voorbeeld hiervan is de Duitse monetaire eenmaking. De meest opvallende eigenschappen van deze eenmaking zijn de snelheid van realisatie en het ontbreken van convergentie vereisten. In vergelijking: de Duitse Monetaire Unie werd gerealiseerd binnen de zes maanden na de beslissing eind In het geval van de Europese Unie nam deze periode minimum tien jaar in beslag. Men moet wel opmerken dat er van een Duitse monetaire unie geen sprake was geweest indien Oost-Duitsland aan dergelijke criteria onderworpen zou zijn geweest. Algemeen kan men dus aannemen dat een monetaire unie op een snelle manier, en zonder voorwaarden, kan gerealiseerd worden. De vraag is alleen of dit de meest aangewezen manier is voor de oprichting van een monetaire unie in Europa Inflatie Wanneer landen met verschillende visies op het gebied van inflatievermindering samen in een monetaire unie stappen kan dit voor problemen zorgen. Zo zal een land met lage inflatie (bijvoorbeeld Duitsland) aan welvaartsverlies lijden ten opzicht van een land met een hoge inflatie (bijvoorbeeld Italië). Dit omwille van het feit dat een centrale bank de belangen van beide landen behartigt en een inflatie percentage zal toelaten dat een gemiddelde is van de inflatie in beide landen. Om dit te vermijden wilde Duitsland controle op de toegang tot de EMU, zodat enkel landen met dezelfde voorkeuren wat betreft inflatiebestrijding konden toetreden De Grauwe (2005) 12 De Grauwe (2005)

19 Overheidsfinanciën Net zoals bij inflatie kan men dezelfde conclusies trekken wat betreft de begroting van de verschillende overheden. Landen met een hoge overheidsschuld vormen een probleem voor landen met een lage overheidsschuld binnen een monetaire unie. Landen met een hoge overheidsschuld zullen namelijk vlugger geneigd zijn om een verrassingsinflatie door te voeren. Opnieuw kan hier het voorbeeld van Italië genomen worden. De meeste van de staatsobligaties zijn op lange termijn. Door een dergelijke inflatie vermindert de reële waarde van de obligaties. De Staat wint, maar de obligatiehouders verliezen. Zij zullen dus niet meer willen investeren in Italiaanse obligaties, tenzij ze hiervoor extra risico premies ontvangen. Op lange termijn kan dit vrij kostelijk worden voor de overheid. 13 Toch kan men ook vragen stellen wat betreft de rechtvaardigheid van de vereisten waaraan landen moeten voldoen. Veel economisten bekritiseren namelijk het arbitraire karakter van de 3 % en de 60 % norm. De enige reden waarom men in Maastricht gekozen heeft voor 60 % als toegelaten schuldratio, was omdat de gemiddelde schuldratio in de EU op dat moment zoveel bedroeg Wisselkoers Het feit dat landen hun munt niet zelf mogen devalueren gedurende twee jaar voor deelname aan de EMU, voorkomt dat landen op deze manier proberen tegen een meer gunstigere wisselkoers toe te treden tot de EMU. Men kan door devaluatie namelijk zijn concurrentiepositie verhogen. Stel dat men beslist dat de wisselkoers die geldt op de laatste dag vóór de start van de monetaire unie, ook de wisselkoers is die men zou bevriezen en voor altijd zou gebruiken. Speculanten zouden dan bijvoorbeeld op deze laatste dag de waarde van de Franse Frank ten opzichte van de Duitse Mark sterk kunnen doen stijgen, waardoor er een hogere wisselkoers Franse Frank / Duitse Mark zou vastgelegd worden de volgende dag. Een wisselkoers die onherroepelijk vastligt. Hierdoor ontstaat er een situatie 13 De Grauwe (2005)

20 waarbij sommige munten permanent over- of ondergewaardeerd zouden worden. Indien men reeds lang op voorhand de vaste wisselkoersen berekent, convergeert de markt de koersen tegen einddatum tot dicht tegen deze vastgelegde waarden. Een voorwaarde is wel dat de vastgelegde waarden op een geloofwaardige manier bepaald worden. Uiteindelijk is gebleken dat dit systeem ook effectief gewerkt heeft in de aanloop naar de Euro. Men besliste om de toen geldende wisselkoersen te gebruiken als vaste waarde. Door het feit dat de centrale banken van de EMU kandidaat-lidstaten aankondigden dat ze nauw gingen samenwerken bij het uitzetten van een monetair beleid, hadden de actoren op de markt voldoende vertrouwen dat de aangekondigde koersen ook de uiteindelijke wisselkoersen zouden zijn Intrestvoet Wanneer er zich grote verschillen in de intrestvoet voordoen tussen de toetredende landen en de Eurozone, dan kan dit leiden tot grote kapitaalsopbrengsten en -verliezen. Indien de intrestvoet in de Eurozone lager ligt dan die van het toetredende land, dan worden de buitenlandse obligaties aantrekkelijker ten opzichte van die uit de Eurozone. De prijs van Euro-obligaties daalt, en die van buitenlandse obligaties neemt toe. Het zullen vooral de buitenlandse financiële instellingen zijn die profiteren van deze werkwijze, in de Eurozone krijgt men het nadelig effect. Merkwaardig aan deze regel is wel dat hij uit zichzelf tot stand komt. De lange termijn intrestvoet van het nieuwe toetredende land zal vanzelf richting het niveau van de Eurozone gaan, nog voor de toetreding. Het resultaat is dat de kapitaalsopbrengsten en verliezen, die er hoe dan ook zijn, reeds vóór de toetreding zijn gerealiseerd. Men kan in feite stellen dat het opstellen van het criterium betreffende de lange termijn intrestvoet een overbodig feit is. Vanaf het ogenblik dat de landen aan de andere criteria voldoen, zullen 14 De Grauwe (2005)

21 de verschillende actoren in de markt ervoor zorgen dat de intrestvoeten naar elkaar toe bewegen Belgisch aandeel in de oprichting Voor een klein land is het niet eenvoudig een belangrijk aandeel te verwerven in een proces dat gedomineerd wordt door grote, invloedrijke landen. Toch is België er in geslaagd, in verhouding tot haar relatief politiek en economisch gewicht, vanaf het begin een belangrijke rol te spelen in de Europese integratiebeweging. Een belangrijk feit is dat zowel bij de Belgische politici, ongeacht de politieke partij, als bij de bevolking een sterke pro-europese houding te vinden is. 16 De EMU werd door de Belgische Europese politiek vooral gezien als een belangrijke stap richting Europese integratie. Een ruime consensus in eigen land wat betreft de EMU-doelstellingen gaf België een sterke positie om zo een constructieve rol te kunnen spelen in het EMU-overleg. Voor België betekende de toetreding tot de EMU nochtans het leveren van fikse inspanningen, vooral wat betreft het begrotingsbeleid. De budgettaire convergentiecriteria en in het bijzonder de te realiseren schuldratio kon een Belgische deelname stevig hypothekeren. Uit schrik voor het risico zich op voorhand reeds uit te sluiten van deelname aan de EMU protesteerde men vanuit Belgische hoek niet tegen de modaliteiten van de opgelegde normen, ook al had men bedenkingen bij de economische relevantie ervan. De Belgische vertegenwoordigers hebben daarom, met succes, aangestuurd op flexibiliteit in de bepaling van de norm De Grauwe (2005) 16 Naert en Vandenbussche (2004) 17 Smets et al (2000)

22 HOOFDSTUK 2: HET STABILITEITS- EN GROEIPACT Het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) is ontstaan in de derde fase zoals deze vermeld staat in het Verdrag van Maastricht. De overeenkomst werd bereikt tijdens de Europese Raad van Dublin in december 1996, de uiteindelijke resolutie en concretisering kwam een jaar later op de Europese top in Amsterdam. 2.1 Doel van het Pact Het werkelijke doel van het Pact was het fiscale regime van de EMU te versterken. De bestaande regels en uitzonderingen werden strenger, concreter en geloofwaardiger. Ook de dubbelzinnigheden uit het Verdrag van Maastricht werden door het Pact verminderd. Het Verdrag bevat namelijk losse richtlijnen wat betreft de Procedure Buitensporig Tekort en de budgettaire coördinatie tussen de verschillende lidstaten. De discipline van het SGP zorgt ervoor dat de economische ontwikkelingen in de EU, en in de landen van de Eurozone in het bijzonder, synchroon verlopen. Ook voorkomt zij dat lidstaten beleidsmaatregelen nemen die de eigen economie overmatig bevoordelen ten nadele van de andere EU-landen. 18 Betreffende de creatie van het Stabiliteits- en Groeipact kan een onderscheid gemaakt worden tussen de economische en de politieke redenen van het ontstaan. De economische redenen houden in dat de fiscale voorzieningen in het Verdrag van Maastricht niet helder werden uitgetekend en dat er nood was aan bijkomende regels. De politieke redenen kunnen vooral teruggebracht worden naar de Duitse vraag voor het creëren van een stabiliteitscultuur voor de toekomst van de EMU en het vinden van een politiek compromis over hoe de EMU geleid moest worden eens de derde fase in werking was getreden Europese Unie (2005c); Heipert en Verdun (2003) 19 Heipert en Verdun (2003)

23 Economische redenen De onafhankelijkheid van de Europese Centrale Bank is cruciaal voor het correct functioneren van de EMU. De no-bailout -clausule in het Verdrag van Maastricht verbiedt de Europese Centrale Bank (ECB) om publieke schuld direct bij haar uitgever te kopen. Met andere woorden, monetaire financiering van overheidsuitgaven werd verboden. Een dergelijke tussenkomst zou namelijk kunnen leiden tot inflatie. Een overheid in fiscale problemen krijgt te maken met onrust bij de obligatiehouders die vrezen dat ze niet tijdig vergoed zullen worden. Zij verkopen hun obligaties en starten zo een negatief sneeuwbaleffect op de financiële wereld. De ECB zal de obligaties van de overheid in moeilijkheden opkopen om een ineenstorting van het financiële systeem te voorkomen. Hierdoor zal de inflatie toenemen omdat de ECB een losser monetair beleid voert. Een ander probleem dat zich stelt zijn de grote overheidsuitgaven die vaak leiden tot excessieve tekorten. Naast het feit dat een hoge schuld de effectiviteit van het monetair beleid vermindert en fiscale crowding out verhoogt, is er omwille van de verouderde Europese bevolking nood aan een herschikking van de publieke uitgaven. Omwille van de verschillende mogelijke externe effecten, die in paragraaf uitvoerig behandeld worden, is de coördinatie van het fiscaal beleid binnen een monetaire unie zeer belangrijk. Men moet op zoek gaan naar een gepaste mix van monetaire en fiscale maatregelen Politieke redenen De convergentiecriteria uit het Verdrag van Maastricht zijn enkel opgesteld voor de aanloopfase naar de EMU. Er zijn geen concrete maatregelen gesteld voor tijdens en na de derde fase. Men kan opteren om een status-quo positie aan te houden, en vertrouwen op de lidstaten dat zij de convergentiecriteria vrijwillig blijven naleven. Een andere mogelijkheid is het opleggen van expliciete regels, die eventueel verder gaan dan de criteria uit het Verdrag. Vooral Duitsland was hevig voorstander van de tweede optie, voornamelijk onder 20 Heipert en Verdun (2003); Naert en Vanden Bussche (2004)

24 druk van de Bundesbank en gesteund door de Duitse publieke opinie. Beide stonden namelijk wantrouwig tegenover het feit dat ze hun sterke Duitse Mark moesten inruilen tegen een nieuwe munt die nog niets had bewezen en die gekoppeld was aan zwakkere economieën. Het is dan ook geen toeval dat het Pact vooral een Duits product is. Duitsland bevond zich in een sterke positie. Het gaf de Duitse Mark op, zowel haar eigen munt als de sleutelmunt binnen het EMS. Verder dreigde men ook om niet verder deel te nemen aan het EMU proces. De Duitsers kregen uiteindelijk hun zin, al bevatte het Pact minder strikte regels en procedures dan men oorspronkelijk wenste. Aanvankelijk was er enkel sprake van een Stabiliteitspact, maar op aanvraag van de Fransen werd de naam uitgebreid met Groeipact. Hiermee wilde men benadrukken dat een degelijk macro-economisch beleid als begrotingsbeleid nood heeft aan een krachtige en duurzame groei van de productie en de werkgelegenheid. In werkelijkheid was de naamsuitbreiding niets meer dan een manier voor de Fransen om geen gezichtsverlies te lijden na een vermindering van oppositievoering Werking van het Pact De uitvoering van het Stabiliteits- en Groeipact steunt voornamelijk op twee pijlers: het multilaterale toezicht op begrotingssituaties en de Procedure Buitensporige Tekort. Daarnaast zijn er nog de algemene richtlijnen voor het economisch beleid die door de Raad worden gegeven Multilateraal toezicht Op middellange termijn verbinden de lidstaten zich er toe om een begroting te verwezenlijken die vrijwel in evenwicht is of een overschot vertoont. Volgens het Pact mag een begrotingstekort niet groter zijn dan 3 % van het BBP, tenzij de lidstaat in kwestie 21 Europese Unie (2005c); Heipert en Verdun (2003); Naert en Vanden Bussche (2004)

25 te maken krijgt met een daling van 2 % van het BBP (of een daling van 0,75 % van het reële BBP). Lidstaten worden aangemoedigd om te streven naar een budget in evenwicht, zodat de marge tussen 0 en 3 procent kan gebruikt worden tijdens periodes van economische recessie. Deze doelstellingen, die jaarlijks worden bijgesteld, worden voorgesteld in de vereiste convergentieprogramma s die als basis dienen voor het toezicht door de Raad. Iedere ontsporing van overheidsfinanciën kan in aanmerking komen voor een aanbeveling van de Raad. Indien de Raad beslist dat een land een buitensporig tekort heeft en onvoldoende actie onderneemt om dit tekort te voorkomen, kan ze sancties opleggen (zie infra, paragraaf 2.2.2). EU-landen buiten de Eurozone zijn eveneens verplicht hun tekorten onder de 3 % te houden, maar zij kunnen niet bestraft worden wanneer zij de regels van het Pact overtreden Procedure Buitensporig Tekort Een buitensporig tekort ontstaat wanneer het overheidstekort van een lidstaat het criterium van 3 % van het bruto binnenlands product overschrijdt. Wanneer de Raad een buitensporig tekort heeft vaststeld en de desbetreffende lidstaat geeft geen gevolg aan de aanbevelingen van de Raad om een einde te maken aan de situatie buitensporig tekort, zal hij sancties opleggen. Hieronder wordt de procedure die hierop volgt uitgelegd. In een eerste verordening van de ECOFIN-Raad worden de gedetailleerde definities en regels vastgelegd voor de lidstaten. Deze regels hebben als doel ervoor te zorgen dat de Commissie, die later verslag zal uitbrengen aan de Raad, op een snelle manier en op regelmatige tijdstippen wordt geïnformeerd over zowel de voorziene en de feitelijke tekorten van de lidstaten als over de omvang van hun schuld. De definities geven een beter beeld van wat men dient te verstaan onder de term overheidstekort of overschot. De regels preciseren de technische details: BBP tegen marktprijzen, de gegevens van welke jaren worden gebruikt, enzovoort Europese Unie (2005c); Naert en Vanden Bussche (2004); Senior Nello (2005) 23 Europese Unie (2003a)

26 In de tweede verordening wordt de uitvoering van het Pact in detail bekeken. Men gaat in op de termijnen, de voorwaarden, de uitzonderingen en de sancties die op de lidstaten kunnen worden toegepast. Indien een lidstaat niet voldoet aan de convergentiecriteria zal de Commissie een verslag opstellen. Binnen de twee weken hierop volgend brengt het Economisch en Sociaal Comité een advies uit. Hiermee rekeninghoudend beslist de Commissie of zij van mening is dat er een buitensporig tekort bestaat. Indien dit het geval is, richt zij een advies en aanbeveling tot de Raad. Op basis van dit advies besluit de Raad binnen de drie maanden na de bepaalde termijnen voor het verstrekken van gegevens (zoals gesteld in de eerste verordening), of er al dan niet een buitensporig tekort bestaat. De verschillende verhoudingen in het aantal stemmen binnen de Raad spelen ongetwijfeld in het voordeel van de grotere landen. Wanneer de Raad effectief besluit dat er een buitensporig tekort bestaat, richt hij op hetzelfde moment aanbevelingen tot de betrokken lidstaat. Deze heeft dan vier maanden de tijd om hier effectief gevolg aan te geven. Het buitensporig tekort zelf moet binnen het jaar nadat het werd vastgesteld, verholpen zijn. Wanneer dit niet gebeurt zal de Raad besluiten het niet nakomen van de aanbevelingen openbaar te maken. Vervolgens kan ook nog een aanmaning volgen. Wanneer de lidstaat ook hier geen gevolg aan geeft zal de Raad, uiterlijk twee maanden na de aanmaning, sancties opleggen. De periode tussen de verstrekking van de cijfers waaruit een buitensporig tekort blijkt en het besluit om sancties op te leggen mag nooit langer zijn dan tien maanden. De eerste sanctie die kan worden opgelegd is een renteloos deposito. Het bedrag van dit deposito bestaat uit: Een vast bestanddeel, gelijk aan 0,2 % van het BBP. Een variabel bestanddeel, gelijk aan een tiende van het verschil tussen het tekort (uitgedrukt als percentage van het BBP) en de referentiewaarde (3 %).

27 De sanctie kan elk volgend jaar door de Raad aangescherpt worden door het eisen van een aanvullend deposito (gelijk aan een tiende van het als percentage van het BBP uitgedrukte tekort in het voorafgaande jaar en de referentiewaarde). Maximaal kan het jaarlijks bedrag aan deposito s slechts oplopen tot 0,5 % van het BBP. Wanneer het buitensporig tekort na twee jaar nog niet werd gecorrigeerd door de lidstaat volgt een nieuwe sanctie, het deposito wordt omgezet in een boete. Afhankelijk van de mate waarin de lidstaat erin slaagt een buitensporig tekort te corrigeren, kan de Raad besluiten de sancties geheel of gedeeltelijk in te trekken. Resterende sancties worden opgeheven indien het besluit dat er een buitensporig tekort bestaat wordt ingetrokken. Reeds opgelegde boetes worden echter niet terugbetaald. Verder kan de Procedure Buitensporig Tekort ook opgeschort worden indien de lidstaat gevolg geeft aan de aanbevelingen en/of aanmaningen van de Raad. De rente over de ondergebrachte deposito s wordt, net als de opbrengst van de boetes, verdeeld onder de lidstaten die geen buitensporig tekort hebben, naar rato van hun aandeel in het totale BBP van de in aanmerking komende lidstaten. 24 Tabel 2.1: Procedure Buitensporig Tekort PROCEDURE BUITENSPORIG TEKORT 1. Lidstaten informeren Commissie over voorziene en feitelijke tekorten. 2. Commissie stelt verslag op, Economisch en Sociaal Comité geeft advies. 3. Commissie beslist, geeft advies en aanbeveling aan de Raad. 4. Raad beslist of tekort buitensporig is en geeft aanbeveling aan lidstaat. 5. Openbaarmaking aanbevelingen en eventuele aanmaning. 6. Opleggen van sancties: renteloos deposito, gevolgd door boete. 24 Europese Unie (2005b)

28 Globale richtsnoeren voor het economisch beleid De hoeksteen voor de coördinatie van het economisch beleid van de lidstaten wordt gevormd door de globale richtsnoeren. Zij vormen een onderdeel van de centrale dialoog tussen de lidstaten. Samenwerking is niet enkel nodig voor het fiscaal beleid, maar ook voor verschillende andere economische aspecten zoals werkgelegenheid, onderzoek en ontwikkeling, enzovoort. De stabiliteitsprogramma s van de lidstaten zijn ingebed in de globale richtsnoeren. De richtlijnen voor de periode waren vooral gericht op de verwezenlijking van de agenda van Lissabon, die erop gericht is van de Europese Unie tegen 2010 de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie ter wereld te maken. De nadruk ligt sterk op de economische hervormingen om het groeipotentieel te verhogen, met extra aandacht voor de werkgelegenheid. In de richtlijnen veranderde niet veel. Het macro-economisch beleid binnen de Unie moet vooral gericht zijn op de bevordering van de groei en de werkgelegenheid. Naast de algemene richtlijnen voor alle lidstaten worden er ook voor elke lidstaat individueel aanbevelingen opgenomen. Voor België ligt de nadruk op het voortzetten van de begrotingsbijsturing, met in het bijzonder de houdbaarheid van de openbare financiën met het oog op de vergrijzing. Verder komen ook de participatiegraad van vooral oudere werknemers aan bod, het versterken van de concurrentie in bepaalde dienstensectoren, de verbetering van het bedrijfsklimaat en de efficiëntie van de overheidsadministratie Baldwin en Wyplosz (2004); Europese Unie (2005a)

29 HOOFDSTUK 3: OPVOLGING VAN HET PACT TOT HEDEN Het Stabiliteits- en Groeipact werd sinds de invoering aanzien als een soort waakhond voor de landen die deelnamen aan de Europese Monetaire Unie. Het moest erop toezien dat lidstaten hun overheidsfinanciën onder controle hielden, zodat er een stabiel kader ontstond voor de invoering van de eenheidsmunt. Sinds de geslaagde invoering van de Euro toont de evolutie van de laatste jaren echter aan dat verschillende lidstaten er niet in slagen een degelijk fiscaal beleid te voeren. Daar waar alle deelnemende landen in de drie aanloopfasen nog zware inspanningen leverden om aan de strenge Maastricht-normen te voldoen, blijkt nu dat de budgettaire koers van verschillende landen een wending heeft genomen. De naleving van het Stabiliteitspact lijkt voor vele (grote) landen een zwaardere opdracht dan aanvankelijk werd gedacht Inwerkingtreding van het Pact In 2001 verslechterde de budgettaire positie van de Eurozone voor de eerste maal sinds De overheidstekorten van verschillende lidstaten vielen groter uit dan aanvankelijk berekend was in de stabiliteitsprogramma s. Dit was deels te wijten aan de automatische stabilisatoren 27 die in werking traden tijdens een periode van vertraagde groei. Hiernaast waren er ook de verschillende belastingsverminderingen in verschillende landen, deze werden slechts gedeeltelijk gecompenseerd door verminderingen in de overheidsuitgaven. Doordat de vertraging van de groei langer aanhield dan oorspronkelijk was voorspeld, kwamen verschillende landen in de problemen en werd de limiet van 3 % doorbroken. Aanvankelijk situeerden de problemen zich vooral in Duitsland, Frankrijk, Italië en Portugal. Later begaven ook andere landen, zoals bijvoorbeeld Griekenland en Nederland, zich in de gevarenzone. Na drie opeenvolgende jaren van verslechterende begrotingsresultaten, verbeterde in 2005 de situatie matig. 26 Heipert en Verdun (2003) 27 Een daling van belastingsontvangsten en een stijging van overheidsuitgaven bij economische recessie.

30 Niet alle lidstaten kampen met een overheidstekort. Sommige landen behalen een begroting in evenwicht of zelfs een surplus. In sommige gevallen gebeurt dit wel door het verwerven van eenmalige opbrengsten voor de overheid (bijvoorbeeld de verkoop van vaste activa of aandelen in overheidsbedrijven). 28 In onderstaande tabellen kan men de evoluties terugvinden van de overheidsbudgetten en de overheidsschulden van de verschillende landen van de Eurozone. Tabel 3.1: Evolutie overheidsbudget (% BBP) - Eurozone EVOLUTIE OVERHEIDSBUDGET (% BBP) - Eurozone België 0,1 0,0 0,1 0,0 0,6 0,2-0,4 Duitsland -3,3-3,7-4,0-3,7-2,9 1,3-1,5 Finland 2,6 2,3 2,5 4,1 5,2 7,1 2,2 Frankrijk -2,9-3,7-4,2-3,1-1,6-1,4-1,8 Griekenland -4,5-6,9-5,8-4,9-6,1-4,1-1,8 Ierland 1,0 1,5 0,2-0,4 0,8 4,4 2,4 Italië -4,1-3,4-3,4-2,9-3,2-0,6-1,7 Luxemburg -1,9-1,1 0,2 2,0 6,1 6,0 3,5 Nederland -0,3-1,9-3,1-2,0-0,2 2,2 0,7 Oostenrijk -1,5-1,1-1,5-0,5 0,1-1,5-2,3 Portugal -6,0-3,2-2,9-2,9-4,2-2,8-2,8 Spanje 1,1-0,1 0,0-0,3-0,5-0,9-1,2 Eurozone 12-2,4-2,8-3,0-2,5-1,9 0,1-1,3 EU (25) -2,3-2,6-3,0-2,3-1,3 0,8-0,8 Bron: Eurostat (2006a) 28 Begg en Schelkle (2004); Europese Commissie (2002, 2003, 2004)

31 Tabel 3.2: Evolutie totale overheidsschuld (% BBP) - Eurozone EVOLUTIE TOTALE OVERHEIDSSCHULD (% BBP) - Eurozone België 93,3 94,7 98,5 103,2 108,0 109,1 114,8 Duitsland 67,7 65,5 63,8 60,3 59,6 60,2 61,2 Finland 41,1 44,3 44,3 41,3 43,6 44,6 47,0 Frankrijk 66,8 64,4 62,4 58,2 56,8 56,8 59,5 Griekenland 107,5 108,5 107,8 110,7 114,4 114,0 105,2 Ierland 27,6 29,4 31,1 32,1 35,9 38,3 48,6 Italië 106,4 103,8 104,2 105,5 110,9 111,2 115,5 Luxemburg 6,2 6,6 6,3 6,5 6,7 5,5 5,9 Nederland 52,9 52,6 51,9 50,5 51,5 55,9 63,1 Oostenrijk 62,9 63,6 64,4 66,0 67,0 67,0 67,5 Portugal 63,9 58,7 57,0 55,5 53,6 53,3 54,3 Spanje 43,2 47,0 49,4 53,2 56,3 61,1 63,1 Eurozone 12 70,8 69,8 69,3 68,1 69,3 70,4 72,8 EU (25) 63,4 62,4 62,0 60,5 62,0 62,9 66,7 Bron: Eurostat (2006b) 3.2 Lopende procedures 29 Een eerste maal dat de Commissie besloot een aanbeveling te doen aan de Raad was in 2001 betreffende het stabiliteitsprogramma van Ierland. De Raad besloot een aanbeveling te richten tot de Ierse overheid. Deze aanbevelingen moesten ervoor zorgen dat het verwachte overheidstekort niet effectief bereikt zou worden. In dit geval ging het slechts om een vroegtijdige waarschuwing om erger te voorkomen. In andere gevallen, die hieronder worden besproken, gaat de Raad verder en stelt ze de Procedure Buitensporig Tekort in werking Duitsland Duitsland was, samen met Portugal, het eerste land dat geconfronteerd werd met een buitensporig tekort. Ironisch was het feit dat het net Duitsland was dat bij de aanvang van 29 Bulcke, B. (2006b); Europese Unie (2005d); Jovanović (2005); de Haan, J. et al (2003)

32 de Europese Monetaire Unie had gehamerd op het opstellen van strenge regels om de stabiliteit van de Euro te waarborgen. Al vóór de inwerkingtreding van de procedure had de Commissie een aanbeveling gedaan aan de Raad om Duitsland een vroegtijdige waarschuwing te geven betreffende de begroting van Het Duitse begrotingstekort bedroeg toen 2,9 %. De Raad gaf geen gevolg aan deze aanbeveling. Op 12 februari 2002 oordeelde hij dat, indien de economische groei lager zou liggen dan verwacht, het Duitse overheidstekort zich toch in de buurt van de referentiewaarde zou bevinden. De Duitse regering maakte op haar beurt sterke beloften aan de Raad. Ze zou zorgen voor een begroting (quasi) in evenwicht tegen het jaar 2004 en de referentiewaarde van 3 % zou niet worden overstegen. In 2002 bleek dan toch dat het overheidstekort van Duitsland hoger lag dan de referentiewaarde, namelijk een tekort 3,7 %. Ook de totale overheidsschuld oversteeg zijn referentiewaarde en bedroeg 60,3 %. Volgens de Commissie was het tekort niet ontstaan omwille van een uitzonderlijke situatie. Ze stuurde dan ook een rapport naar de Raad met als aanbeveling het starten van de Procedure Buitensporig Tekort. Op 21 januari 2003 volgde de officiële vaststelling van het buitensporig tekort door de Raad. Duitsland ontving aanbevelingen van de Raad waarin gesteld werd dat het tekort zo snel mogelijk diende weggewerkt te worden en dat de stijging van de overheidsschuld onmiddellijk moest gestopt worden. Op basis van de vooruitgang van de budgettaire situatie besliste de Commissie eind 2004 dat ze geen verdere stappen diende te ondernemen in de Procedure Buitensporig Tekort. Ze blijft echter wel waakzaam omdat de budgettaire situatie kwetsbaar blijft. Op basis van voorlopige gegevens, ingediend door de Duitse overheid, stelde de Commissie in maart 2006 een begrotingstekort van 3,3 % vast. Ook voor 2006 zou de drempelwaarde van 3 % nog overschrijden worden. In 2007 zou men, na vijf jaar, eindelijk opnieuw voldoen aan de voorwaarden van het Stabiliteitspact. De Duitse overheid heeft al enkele maatregelen genomen (zoals een verhoging van het standaard BTW-tarief van 16% naar 19%), maar moet nog minimum vijf maal verslag uitbrengen aan de Commissie over de extra maatregelen die genomen worden om de situatie te herstellen Europese Raad (2006b)

Praktische opdracht Economie Economische Monetaire Unie

Praktische opdracht Economie Economische Monetaire Unie Praktische opdracht Economie Economische Monetaire Unie Praktische-opdracht door een scholier 3907 woorden 17 juni 2004 6,1 37 keer beoordeeld Vak Economie Samenvattingen: Deelvraag 1: De Economische en

Nadere informatie

Nr. L 209/6 NL Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen VERORDENING ( EG ) Nr. 1467/97 VAN DE RAAD. van 7 juli 1997

Nr. L 209/6 NL Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen VERORDENING ( EG ) Nr. 1467/97 VAN DE RAAD. van 7 juli 1997 Nr. L 209/6 NL Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen 2. 8. 97 VERORDENING ( EG ) Nr. 1467/97 VAN DE RAAD van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de

Nadere informatie

(Door de Commissie overeenkomstig artikel 189 A, lid 2, van het EG-Verdrag ingediend op 19 maart 1997)

(Door de Commissie overeenkomstig artikel 189 A, lid 2, van het EG-Verdrag ingediend op 19 maart 1997) Gewijzigd voorstel voor een VERODENING (EG) VAN DE RAAD over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten /* COM/97/0117 DEF - CNS 96/0248 */

Nadere informatie

Opbouw van de Europese Monetaire Unie

Opbouw van de Europese Monetaire Unie Opbouw van de Europese Monetaire Unie Seminarie voor leerkrachten, NBB Brussel, 21 oktober 2015 Ivo Maes DS.15.10.441 Construct EMU 21_10_2015 NL Opbouw van de Europese monetaire unie 1. Beschouwingen

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Euro

Praktische opdracht Economie Euro Praktische opdracht Economie Euro Praktische-opdracht door een scholier 1619 woorden 17 februari 2003 6,7 12 keer beoordeeld Vak Economie 1 Onderzoeksvraag. Mijn onderzoeksvraag is: Wat zijn de voor- en

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.5.2007 COM(2007) 256 definitief 2007/0090 (CNS) Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende

Nadere informatie

1. Inleiding Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn werkstuk verwerken;

1. Inleiding Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn werkstuk verwerken; Werkstuk door een scholier 2302 woorden 20 februari 2000 6 144 keer beoordeeld Vak Economie 1. Inleiding Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in

Nadere informatie

Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn werkstuk verwerken;

Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn werkstuk verwerken; Werkstuk door een scholier 2376 woorden 29 november 2001 7,3 29 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn

Nadere informatie

Het Europees kader inzake begrotingstoezicht

Het Europees kader inzake begrotingstoezicht Het Europees kader inzake begrotingstoezicht Seminarie voor leerkrachten, 26 oktober 2016 Wim Melyn Patrick Bisciari Departement Studiën Groep Overheidsfinanciën Structuur van de uiteenzetting Belang van

Nadere informatie

(Door de Commissie ingediend op 18 oktober 1996) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

(Door de Commissie ingediend op 18 oktober 1996) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD over bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten /* COM/96/0496 DEF - CNS 96/0248 */ Publicatieblad

Nadere informatie

10889/10 VP/mg DG G I

10889/10 VP/mg DG G I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 juni 2010 (OR. en) 10889/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0135 (E) ECOFIN 360 UEM 209 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD overeenkomstig

Nadere informatie

De tekst van dit document is identiek aan die van de voorgaande versie.

De tekst van dit document is identiek aan die van de voorgaande versie. Raad van de Europese Unie Brussel, 8 januari 2016 (OR. en) 8877/95 DCL 1 UEM 37 DERUBRICERING van document: d.d.: 14 juli 1995 nieuwe status: Betreft: ST 8877/95 RESTREINT Publiek Aanneming in de talen

Nadere informatie

RECHTSGROND DOELSTELLINGEN RESULTATEN

RECHTSGROND DOELSTELLINGEN RESULTATEN HET EU-KADER VOOR HET BEGROTINGSBELEID Teneinde de stabiliteit van de Economische en Monetaire Unie te waarborgen, moet het kader voor het vermijden van onhoudbare overheidsfinanciën solide zijn. Eind

Nadere informatie

6, Het verband tussen de euro en de ecu De ecu. Werkstuk door een scholier 1684 woorden 7 december keer beoordeeld

6, Het verband tussen de euro en de ecu De ecu. Werkstuk door een scholier 1684 woorden 7 december keer beoordeeld Werkstuk door een scholier 1684 woorden 7 december 2001 6,3 18 keer beoordeeld Vak Economie De euro in de praktijk. Hoofdstuk 1: De euro. 1.1 Begrip. Sinds 1 januari 1999 hebben de deelnemers aan de Europese

Nadere informatie

Europa in crisis. George Gelauff. Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering

Europa in crisis. George Gelauff. Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering Europa in crisis George Gelauff Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering Opzet Baten en kosten van Europa Banken en overheden Muntunie en schulden Conclusie 2 Europa in crisis Europa veruit

Nadere informatie

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van over het ontwerpbegrotingsplan van België. {SWD(2018) 511 final}

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van over het ontwerpbegrotingsplan van België. {SWD(2018) 511 final} EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.11.2018 C(2018) 8011 final ADVIES VAN DE COMMISSIE van 21.11.2018 over het ontwerpbegrotingsplan van België {SWD(2018) 511 final} NL NL ALGEMENE OVERWEGINGEN ADVIES VAN DE

Nadere informatie

RECHTSGROND DOELSTELLINGEN RESULTATEN

RECHTSGROND DOELSTELLINGEN RESULTATEN HET EU-KADER VOOR HET BEGROTINGSBELEID Teneinde de stabiliteit van de Economische en Monetaire Unie te waarborgen, moet het kader voor het vermijden van onhoudbare overheidsfinanciën solide zijn. Eind

Nadere informatie

Naslagwerk Economie van Duitsland. Hoofdstuk 9: Duitsland en de euro. 9.1 Overzicht

Naslagwerk Economie van Duitsland. Hoofdstuk 9: Duitsland en de euro. 9.1 Overzicht Naslagwerk Economie van Duitsland 9.1 Overzicht Eind jaren zestig werd in Europa hardop gesproken over een gezamenlijk economisch beleid met een gemeenschappelijke munt. In 1979 werd dit plan concreet

Nadere informatie

EEN NIEUW KADER VOOR HET BEGROTINGSBELEID

EEN NIEUW KADER VOOR HET BEGROTINGSBELEID EEN NIEUW KADER VOOR HET BEGROTINGSBELEID De staatsschuldencrisis die de Economische en Monetaire Unie momenteel op haar grondvesten doet schudden, is het pijnlijke bewijs dat het roer van het begrotingsbeleid

Nadere informatie

Economische vooruitgang

Economische vooruitgang #EURoad2Sibiu Economische vooruitgang Mei 219 NAAR EEN MEER VERENIGDE, STERKERE EN DEMOCRATISCHERE UNIE De ambitieuze EU-agenda voor banen, groei en investeringen en de versterking van de eengemaakte markt

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD. tot intrekking van Besluit 2010/288/EU betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Portugal

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD. tot intrekking van Besluit 2010/288/EU betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Portugal EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.5.2017 COM(2017) 530 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot intrekking van Besluit 2010/288/EU betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Portugal

Nadere informatie

Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 75

Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 75 DEEL 3.4 DE EURO Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 75 3.4. DE EURO DOEL - De leerlingen/cursisten ontdekken de voordelen van het gebruik van de eenheidsmunt: wisselen van geld is niet meer nodig, je spaart

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de aanneming van de euro door Letland op 1 januari 2014

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de aanneming van de euro door Letland op 1 januari 2014 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.6.2013 COM(2013) 345 final 2013/0190 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de aanneming van de euro door Letland op 1 januari 2014 NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.1.2004 COM(2004) 32 definitief 2004/0009 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD over de omrekeningskoersen tussen de euro en de munteenheden

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 20.4.2005 COM(2005) 155 definitief 2005/0061 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1467/97 over de bespoediging

Nadere informatie

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Als gevolg van de wereldwijde economische en financiële crisis heeft de EU met een laag investeringsniveau te kampen. Alleen met gezamenlijke gecoördineerde

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de aanneming van de euro door Estland op 1 januari 2011

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de aanneming van de euro door Estland op 1 januari 2011 NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 12.5.2010 COM(2010) 239 definitief 2010/0135 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de aanneming van de euro door Estland op 1 januari 2011 NL NL TOELICHTING

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN or** ir ir * ie *ür* COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 31.12.1998 COM( 1998) 732 def. 98/0353 (CNB) Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD over de omrekeningskoersen tussen de euro

Nadere informatie

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van SLOVENIË

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van SLOVENIË EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.11.2013 COM(2013) 911 final 2013/0396 (NLE) Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD betreffende het economisch partnerschapsprogramma van SLOVENIË NL NL 2013/0396 (NLE) Voorstel

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. VERORDENING (EG) Nr. 1264/1999 VAN DE RAAD. van 21 juni 1999

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. VERORDENING (EG) Nr. 1264/1999 VAN DE RAAD. van 21 juni 1999 26.6.1999 L 161/57 VERORDENING (EG) Nr. 1264/1999 VAN DE RAAD van 21 juni 1999 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1164/94 tot oprichting van een Cohesiefonds DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet

Nadere informatie

5. Protocol tot vaststelling van het statuut van de. Europese Investeringsbank

5. Protocol tot vaststelling van het statuut van de. Europese Investeringsbank De Slotakte vermeldt de verbindende protocollen en de niet-verbindende verklaringen Slotakte De CONFERENTIE VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN, bijeen te Brussel op 30 september

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.5.2013 COM(2013) 382 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanmaning van België om maatregelen te treffen om het tekort te verminderen in de mate die nodig wordt

Nadere informatie

Hoge Raad van Financiën, afdeling "Financieringsbehoeften van de Overheid" PERSMEDEDELING:

Hoge Raad van Financiën, afdeling Financieringsbehoeften van de Overheid PERSMEDEDELING: Hoge Raad van Financiën, afdeling "Financieringsbehoeften van de Overheid" PERSMEDEDELING: Advies Begrotingstraject voor het Stabiliteitsprogramma 2012-2015 Dit Advies is het eerste van de nieuw samengestelde

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directie Buitenlandse Financiële Betrekkingen Korte Voorhout 7 2511 CW

Nadere informatie

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0821),

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0821), P7_TA(2013)0070 Het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van de eurozone ***I Wetgevingsresolutie van het

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 1997R1467 NL 13.12.2011 002.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1467/97 VAN DE RAAD van 7 juli

Nadere informatie

Bijlage: Technische invulling Stabiliteit en Groeipact verdrukt onbedoeld publieke investeringen

Bijlage: Technische invulling Stabiliteit en Groeipact verdrukt onbedoeld publieke investeringen Bijlage: Technische invulling Stabiliteit en Groeipact verdrukt onbedoeld publieke investeringen In deze bijlage wordt uiteengezet waarom en op welke wijze de huidige methodiek uit het Stabiliteit en Groei

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1978-1979 15 534 Wisselkoersarrangement Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-gravenhage, 20

Nadere informatie

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2015 14129/15 SOC 668 EMPL 438 ECOFIN 853 POLGEN 166 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e

Nadere informatie

Centraal Planbureau 1 Europa in crisis

Centraal Planbureau 1 Europa in crisis 1 Europa in crisis Waarom dit boek? Vergelijkbaar met De Grote Recessie van 2 jaar geleden qua vorm en stijl qua beoogde doelgroep Euro-crisis ingrijpend voor ons dagelijkse leven / welvaart oplossing

Nadere informatie

RESTREINT UE. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

RESTREINT UE. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 1.7.2014 COM(2014) 447 final 2014/0208 (NLE) This document was downgraded/declassified Date 23.7.2014 Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.11.2013 COM(2013) 910 final 2013/0397 (NLE) Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland NL NL 2013/0397 (NLE) Voorstel

Nadere informatie

1950 De Verklaring van Schuman

1950 De Verklaring van Schuman Hoofdstuk 3 31 Van Gemeenschappelijke Markt tot euro 8 mei 1945 : de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) wordt beëindigd. Europa ligt in puin. De angst voor een herhaling van een dergelijk drama brengt politici

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 30.5.2000 COM (2000) 346 definitief 2000/0137 (CNS) 2000/0134 (CNS) 2000/0138 (CNB) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.3.2003 COM(2003) 114 definitief 2003/0050 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de statistische gegevens die moeten worden gebruikt

Nadere informatie

Bijna 3 miljard euro begrotingsoverschot in 2016

Bijna 3 miljard euro begrotingsoverschot in 2016 Bijna 3 miljard euro begrotingsoverschot in 2016 De overheid behaalde in 2016 een begrotingsoverschot van 2,9 miljard euro. Dit is 0,4 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Een jaar eerder was

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 2600 Vragen van het lid

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum West-Vlaanderen Kortrijk - 24 februari 2015 Jan Smets A. De stand van

Nadere informatie

Werkloosheid in de Europese Unie

Werkloosheid in de Europese Unie in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum Gent - 26 februari 2015 Jan Smets A. De stand van zaken 1. De (lange)

Nadere informatie

EconomieeenInleiding. 1: Wereldreis. o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht

EconomieeenInleiding. 1: Wereldreis. o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht EconomieeenInleiding 1: Wereldreis o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht o Wat is macro-economie? o Concepten, variabelen o Overzicht boek = structuur cursus en lessen #1 1 Op wereldreis Inleiding

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag Nederland

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag Nederland > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Nederland Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw brief

Nadere informatie

Eurogroep. 1. Economische situatie in de eurozone

Eurogroep. 1. Economische situatie in de eurozone Eurogroep 1. Economische situatie in de eurozone Toelichting: De Eurogroep zal van gedachten wisselen over de economische situatie in de eurozone. De groei van de economie lijkt verder aan te trekken terwijl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 21 501-07 Ecofin-Raad Nr. 188 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 2 juni 1997

Nadere informatie

Michiel Verbeek, januari 2013

Michiel Verbeek, januari 2013 Michiel Verbeek, januari 2013 1 2 Eens of oneens? De bankiers zijn schuldig aan de kredietcrisis. De huidige economische crisis is het gevolg van de kredietcrisis van 2008. Als een beurshandelaar voor

Nadere informatie

EU fiscale controle en investeringen. Thomas BERNHEIM

EU fiscale controle en investeringen. Thomas BERNHEIM EU fiscale controle en investeringen Thomas BERNHEIM Overzicht Het EU kader voor economische hervormingen De investeringsuitdagingen voor België Flexibiliteit in de fiscale regels van het SGP Bemerkingen

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 12.7.2017 COM(2017) 380 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot intrekking van Beschikking 2009/415/EG betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Griekenland

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over het burgerinitiatief

Vragen en antwoorden over het burgerinitiatief Vragen en antwoorden over het burgerinitiatief EU-burgers kunnen de EU binnenkort vragen nieuwe wetgeving in te voeren indien zij daarvoor een miljoen handtekeningen kunnen verzamelen. Dit nieuwe instrument

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Uitvoering van artikel 260 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie Aanpassing van de gegevens die worden

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen Europese Commissie - Persbericht Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen Brussel, 21 december 2018 Uit een nieuwe Eurobarometer-enquête

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2010) 739 definitief.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2010) 739 definitief. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 22 juni 2010 (29.06) (OR. en) 11311/10 ECOFIN 392 UEM 223 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 227 final 2014/0129 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité NL NL TOELICHTING

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

MACRO-ECONOMISCHE VOORWAARDEN IN HET COHESIEBELEID

MACRO-ECONOMISCHE VOORWAARDEN IN HET COHESIEBELEID DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID BELEIDSONDERSTEUNENDE AFDELING B: STRUCTUURBELEID EN COHESIE REGIONALE ONTWIKKELING MACRO-ECONOMISCHE VOORWAARDEN IN HET COHESIEBELEID NOTA Korte samenvatting In deze

Nadere informatie

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG!

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG! MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG! I.I De geboorte van de Europese Unie Zoals jullie waarschijnlijk wel weten zijn er de vorige eeuwen veel oorlogen in Europa geweest. Vooral de Eerste en de Tweede Wereldoorlog

Nadere informatie

DE EUROPESE UNIE. Economische fundamenten

DE EUROPESE UNIE. Economische fundamenten DE EUROPESE UNIE Economische fundamenten FRANK NAERT SARAH VANDEN BUSSCHE HANS GEEROMS Vierde herwerkte editie intersentia Antwerpen - Oxford INHOUD WOORD VOORAF LIJST VAN AFKORTINGEN v xvii DEEL 1. HISTORISCH

Nadere informatie

STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT

STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT Presentatie door J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 9 December 2011 De context van het Euro Plus-pact 1 Europa 2020 Procedure macro-onevenwichtigheden

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 23.11.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 306/1 I (Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) Nr. 1173/2011 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16 november 2011 inzake de effectieve

Nadere informatie

Evaluatie van begroting 2013

Evaluatie van begroting 2013 Evaluatie van begroting 2013 Toelichting Vlaams Parlement 29 januari 2013 Inhoudstafel 2 Initiële begroting 2013 Moeilijke begrotingsopmaak Welke keuzes werden gemaakt Eenmalige factoren Evaluatie door

Nadere informatie

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur : Oktober 2015 Macro & Markten 1. Rente en conjunctuur : VS Zoals al aangegeven in ons vorig bulletin heeft de Amerikaanse centrale bank FED de beleidsrente niet verhoogd. Maar goed ook, want naderhand werden

Nadere informatie

Mededeling 6 (tweede herziene versie)

Mededeling 6 (tweede herziene versie) WERKGROEP ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE Mededeling 6 (tweede herziene versie) Opgesteld door het Directoraat-generaal studies Afdeling economische zaken De weergegeven standpunten zijn die van de auteurs

Nadere informatie

Wat doen centrale banken eigenlijk? Finale sessie: The big Picture. Brussel, 21 oktober 2015

Wat doen centrale banken eigenlijk? Finale sessie: The big Picture. Brussel, 21 oktober 2015 Wat doen centrale banken eigenlijk? Finale sessie: The big Picture Brussel, 21 oktober 2015 The big picture: het Eurosysteem, een ééngemaakt monetair beleid voor 19 lidstaten Overzicht Een globale crisis

Nadere informatie

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 P7_TA(2013)0082 Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 Resolutie van het Europees Parlement van 13 maart 2013 over de samenstelling van het Europees Parlement

Nadere informatie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de

Nadere informatie

AEG deel 3 Naam:. Klas:.

AEG deel 3 Naam:. Klas:. AEG deel 3 Naam:. Klas:. 1-Video Grensverleggend Europa; Het moet van Brussel. a-in welke Europese stad staat Jan Jaap v.d. Wal? b-beschrijf in het kort waarom een betere Europese samenwerking nodig was.

Nadere informatie

Een wetenschappelijke poster verduidelijkt resultaat van een onderzoek. Het is een combinatie van schriftelijke en mondelinge presentatie.

Een wetenschappelijke poster verduidelijkt resultaat van een onderzoek. Het is een combinatie van schriftelijke en mondelinge presentatie. Een wetenschappelijke poster verduidelijkt resultaat van een onderzoek. Het is een combinatie van schriftelijke en mondelinge presentatie. Stap-voor-stap een poster maken voor een presentatie 1. Maak eerst

Nadere informatie

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 226 final 2014/0128 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 25 107 Derde fase EMU Nr. 40 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 29 mei 2000

Nadere informatie

Hoe is de EU tot stand gekomen?

Hoe is de EU tot stand gekomen? Verslag door? 2035 woorden 4 februari 2018 10 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoe is de EU tot stand gekomen? de geschiedenis de EU is tegenwoordig niet meer weg te denken van politieke tot economische

Nadere informatie

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context CRB 2016-0510 SR/LVN 03.02.2016 Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context 2 CRB 2016-0510 Overzicht groei sinds 1996 Onder invloed van de conjuncturele

Nadere informatie

Verkiezingen Tweede Kamer 2012

Verkiezingen Tweede Kamer 2012 Verkiezingen Tweede Kamer 2012 Nederlandse politieke partijen langs de Europese meetlat Financiën dr. Edwin van Rooyen Update: 6-9-2012 Tussen de politieke partijen in Nederland bestaat aanzienlijke verdeeldheid

Nadere informatie

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Europese Commissie - Persbericht Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Brussel, 05 mei 2015 De economie in de Europese Unie profiteert dit jaar van een

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei 2002 ----------------------------------------------------------------------------------

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei 2002 ---------------------------------------------------------------------------------- CENTRALE RAAD VOOR HET BEDRIJFSLEVEN NATIONALE ARBEIDSRAAD ADVIES Nr. 1.402 Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei 2002 ----------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands

Nadere informatie

Miljoenennota Helmer Vossers

Miljoenennota Helmer Vossers Helmer Vossers Helaas niet helemaal waar 8 5 1/2 2010 2011 69,5 66,0 0 1 3/4 Groei Werkloosheid Saldo 2010 Saldo 2011 Schuld 2011 (% bbp) (% beroepsbevolking) (% bbp) (% bbp) (% bbp) -4,0-6,3-5,8-5,6

Nadere informatie

Overheid en economie

Overheid en economie Overheid en economie Overheid en economie Het aandeel van de overheid in de economie, de overheid als actor en de overheid op regionaal niveau, een verkenning Inleiding Het begrip economische groei komt

Nadere informatie

SYNTHESE EN AANBEVELINGEN

SYNTHESE EN AANBEVELINGEN SYNTHESE EN AANBEVELINGEN Dit Advies van de Afdeling Financieringsbehoeften van de overheid kadert in de voorbereiding van het Stabiliteitsprogramma 2019-2022 dat eind april 2019 moet worden overgemaakt

Nadere informatie

Uitdagingen voor het Europees monetair beleid en het Belgisch economisch beleid na de crisis

Uitdagingen voor het Europees monetair beleid en het Belgisch economisch beleid na de crisis Uitdagingen voor het Europees monetair beleid en het Belgisch economisch beleid na de crisis Jan Smets 29ste Vlaams Wetenschappelijk Economisch Congres, Gent, 19 november 2010 DS.10.09.340 Het Europees

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

Contemplating Compliance. European Compliance Mechanisms in International Perspective C.E. Koops

Contemplating Compliance. European Compliance Mechanisms in International Perspective C.E. Koops Contemplating Compliance. European Compliance Mechanisms in International Perspective C.E. Koops CONTEMPLATING COMPLIANCE. EUROPEAN COMPLIANCE MECHANISMS IN INTERNATIONAL PERSPECTIVE. CATHARINA E. KOOPS

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. 13 maart Datum

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. 13 maart Datum > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag Inlichtingen

Nadere informatie

Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank

Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank GROEP / KLAS.. Naam: Ga www.schooltv.ntr.nl Zoek op trefwoord: EU Bekijk de clip Het ontstaan van de EU en maak de volgende vragen. Gebruik de pauzeknop

Nadere informatie

Scorebord van de interne markt

Scorebord van de interne markt Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat Nederland (Verslagperiode: 2015) Omzetting van wetgeving Omzettingsachterstand: 0,6 % (laatste verslag: 0,6%) stabiel, nog steeds beter dan het EU-gemiddelde

Nadere informatie

CPB Achtergronddocument

CPB Achtergronddocument CPB Achtergronddocument Tekortreductie in internationaal perspectief Erik Floor 3 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Tekortreducerende maatregelen 5 3 Tekortreducering 7 3.1 Overheidsuitgaven 8 3.2 Overheidsinkomsten

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II 4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord

Nadere informatie

BRUSSEL Wat gebeurt daar? Peter N. Ruys

BRUSSEL Wat gebeurt daar? Peter N. Ruys BRUSSEL Wat gebeurt daar? Peter N. Ruys INHOUD 1. Algemene kennis over de EU 2. Wat ging eraan vooraf 3. Structuur 4. Totstandkoming wetten De Europese Unie: 500 miljoen mensen 27 landen EU-landen Kandidaat-EU-landen

Nadere informatie