Opgaven en oplossingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Opgaven en oplossingen"

Transcriptie

1 Opgaven en oplossingen Opgave 1.1 Het volgende stukje is de inleiding van het artikel Wat beweegt de atmosfeer? van Peter Siegmund (TU Eindhoven), NTvN 73, no. 7 (27) 24: De intensiteit van de inkomende zonnestraling aan de top van de atmosfeer bedraagt gemiddeld 35 W/m 2. [...] De zon verliest door kernfusie per seconde een massa van twee kilo om het vermogen aan zonne-energie te maken dat door de Aarde wordt onderschept. Dit is zo n tienduizend keer zoveel als de huidige wereldwijde energieconsumptie, die gemiddeld per persoon neerkomt op 25 W een flinke waterkoker. Wolken weerkaatsen 3% van de inkomende zonnestraling en de atmosfeer absorbeert 2%. De Aarde absorbeert de rest. Die energie raakt de Aarde weer kwijt door verdamping (24%), directe warmteafgifte aan de atmosfeer (6%) en door het uitzenden van infrarode straling (2%). Deze infrarode straling wordt grotendeels (14%) geabsorbeerd door de atmosfeer, vooral door waterdamp en kooldioxide (het broeikaseffect ). De verdampingsenergie komt in de atmosfeer vrij in de vorm van warmte als de waterdamp condenseert. Van de inkomende zonnestraling wordt dus uiteindelijk (224614=)64% opgenomen door de atmosfeer. De atmosfeer verliest deze energie weer door het uitzenden van infrarode straling. Wereldwijd gemiddeld heerst aan de top van de atmosfeer stralingsevenwicht: de netto ingaande zonnestraling (1-3=7%) is even groot als de uitgaande infrarode straling (2-1464=7%). (a) De energiestroom van de Zon is I = 14 W/m 2. Hoe correspondeert dat met bovenstaande gemiddelde intensiteit? De dwarsdoorsnede van de Aarde gezien vanaf de zon is πr 2. Dit komt terecht op het hele aardoppervlakte, dus op 4πR 2. (b) Controleer de getallen in het stukje over het massaverlies van de zon. Met R = 6 km, vinden we voor het vermogen dat de Aarde opvangt πr 2 I 1,61 17 W. Dit geeft het aantal Joules per seconde. Een evengrote hoeveelheid energie mc 2 krijg je uit een massa m 1,8 kg. (c) Probeer deze inleiding te illustreren met een diagram. 15

2 Zon 1 1 Ruimte Warmte Atmosfeer Zonnestraling 1 = 35 W/m Aarde 5 Verdamping Geleiding Opgave 1.2 (a) Wat zijn de kracht, massa en de versnelling die we in F = ma moeten gebruiken om de in hoofdstuk 1 genoemde relatie tussen afstanden van planeten tot de Zon (R) en hun omloopstijd om de Zon (T) te bepalen. (b) Wat is de constante R 3 /T 2 in AE 3 /jr 2 en wat in mks eenheden. Wat kunnen we hieruit afleiden? Als we de gravitatieconstante G kennen, kunnen we hier de massa van de zon uit bepalen. (c) Hoe kunnen we de massa van de Aarde bepalen? Dat kan bijvoorbeeld door gebruik te maken van de afstand Aarde-Maan(ca. 384 km) en de omloopstijd van de Maan (ca. 27,3 dagen). (d) Bereken de som van kinetische en potentiële energie voor een planeet die op afstand R om de Zon beweegt. De energie is de som van kinetische en potentiële energie, E = 1 2 mv2 GMm R, Uit de gelijkstelling van gravitatiekracht aan centripetale kracht volgt mv 2 R = GMm 1 R 2 2 mv2 = 1 GMm 2 R. Dus we vinden E = 1 GMm 2 R. De energie is negatief wat aangeeft dat het systeem gebonden is. 16

3 Opgave 2.1 De mogelijke waarden van het baanimpulsmoment om een bepaalde as zijn gequantiseerd in veelvouden van h. Wanner L h dan lijkt het of het impulsmoment L = mvr bij een rotatie alle mogelijke waarden kan hebben (een continuüm), de klassieke situatie van een tol of een aan een touw rondslingerende massa. Voor een in een atoom ronddraaiend elektron werkt dat niet meer. Afhankelijk van de baan heeft het elektron een bepaald impulsmoment l en de orientatie van de baan is zodanig dat bezien langs de z-as het impulsmoment alleen veelvouden van h aanneemt, bijvoorbeeld voor l = 1 hebben we l z = m l h met m l = 1, of -1, corresponderend met drie mogelijke quantumtoestanden. Het elektron heeft daarnaast nog een intrinsiek impulsmoment, spin genoemd, dat de waardes = 1/2heeftendattweemogelijkeprojectieslangsdez-astoelaat(tweequantumtoestanden), s z = m s h met m s = 1/2 of -1/2. (a) Geef het aantal quantumtoestanden bij een gegeven impulsmoment l (of s) door te kijken hoeveel l z -waarden mogelijk zijn als de maximale en minimale waarden m l = l z / h = ±l (of m s = s z / h = ±s) zijn en alleen stapjes ter grootte van h mogelijk zijn. Er zijn dan in het algemeen 2l 1 impulsmomenttoestanden, bv. bij l = 1 met waarden m l = l z / h = 1, en 1. Idem voor spin hebben we in het algemeen 2s1 toestanden, bv. voor s = 1/2 met m s = s z / h = 1/2 en 1/2. Dit is geïllustreerd in de linker twee figuren in het volgende schema, l z sz jz l = 1 s = 1/2 j = 1/2 of 3/2 (b) Om het baanimpulsmoment van een elektron te combineren met de spin, tellen we de impulsmomenten op. Omdat voor zowel baanimpulsmoment als spin de waarden l z en s z gequantiseerd zijn, vinden we voor j z = l z s z ook discrete mogelijkheden. Welke en hoeveel? Laat zien dat de mogelijke waarden voor m j = j z / h juist degene zijn die horen bij j = 3/2 en j = 1/2, zodat we de optelling 1 1/2 = 3/2 1/2 hebben. Dit is een symbolische schrijfwijze. 17

4 De volgende waarden zijn mogelijk: m l = l z / h m s = s z / h m j = j z / h 1 1/2 3/2 1-1/2 1/2 1/2 1/2-1/2-1/2-1 1/2-1/2-1 -1/2-3/2 We zien 6 mogelijke toestanden, met als hoogste waarde m j = j z / h = 3/2. Samen met toestanden m j = 1/2, 1/2 en 3/2 vormen dat de vier toestanden met j = 3/2. Blijven over twee toestanden met m j = 1/2 en 1/2, die bij j = 1/2 horen (zie rechterfiguur hierboven). (c) Combineer op eenzelfde manier de spin van twee elektronen tot een totale spin, S z = s 1z s 2z. Laat zien dat we (symbolisch) krijgen: 1/2 1/2 = 1. De mogelijke toestanden zijn: m l = l z / h m s = s z / h m j = j z / h 1/2 1/2 1 1/2-1/2-1/2 1/2-1/2-1/2-1 We zien 4 mogelijke toestanden, met als hoogste waarde m S = S z / h = 1. Samen met toestanden m S = en 1 vormen dat de drie toestanden met S = 1. Blijft over een toestand met m S =. 18

5 Opgave 3.1 (a) Bereken de pakkingsgraad van de drie roosterstructuren in figuur 5 Stel de ribbe heeft lengte a. Dan zien we eenvoudig dat voor de roosters: sc: r atom = 1 2 a bcc: r atom = 1 4 a 3 fcc: r atoom = 1 4 a 2 Het aantal atomen in de roosters in een kubus is: sc: n = = 1 bcc: n = = 2 fcc: n = = 4 Dus de pakkingsgraad is p = n 4 3 πr3 atoom /a3, sc: p = 1 6 π.524 bcc: p = 1 8 π 3.68 fcc: p = 1 6 π 2.74 (b) Bereken voor een sc en fcc rooster de maximale straal van een atoom dat nog in het rooster past, d.w.z. bereken de straal van de holtes (uitgedrukt in de ribbe a van de kubus of liever nog in de straal van de atoom r atoom van het originele rooster). sc: een inpassend atoom zal uit symmetrieoverwegingen in het midden zitten. Bekijkderechthoek van2schuin tegenover elkaar liggenderibben (zijdendus aen a 2). De diagonaal heeft lengte a 3. Daarop passen 2r atoom 2r holte, dus sc: r holte = 1 2 a( 3 1) = r atoom ( 3 1).732r atoom fcc: Dit rooster is opgebouwd uit gelijkzijdige vierhoeken waarin de afstanden tussen atomen op de hoekpunten 2r atoom = 1 2 a 2 is. Inpassende atomen liggen dus in het midden (zwaartepunt/hoogtepunt) van zo n gelijkzijdige vierhoeken. Alle zijden hiervan vormen gelijkzijdige driehoeken (met zijden met lengte 2r atoom. Hoogtelijnen in deze driehoeken hebben lengte r atoom 3 met hoogtepunt op 2/3 van hoekpunt, d.w.z. op afstand 2 3 r atoom 3. De hoogtelijn in de vierhoek loopt van een hoekpunt naar het hoogtepunt in de tegenoverliggende driehoek. De lengte hiervan is 2 3 r atoom 6en het hoogtepunt vande vierhoek ligt op3/4 vanhet hoekpunt, d.w.z. op afstand 1 2 r atoom 6. Deze afstand is ook gelijk aan rholte r atoom, dus fcc: r holte = r atoom ( ).225ratoom. (c) Uit het voorgaande blijkt dat voor zwaardere (grotere) atomen die bijvoorbeeld in een sc rooster gerangschikt zijn, er gemakkelijk voldoende ruimte is om een waterstofatoom (r.5 nm) in de roosterholte op te slaan. Stel je voor dat je het materiaal dan verzadigt met waterstof, wat is dan de dichtheid van waterstof in dat materiaal en vergelijk die met waterstof in de gastoestand. Als er ruimte is in een sc rooster zouden er net zo veel H-atomen zijn als zwaardere atomen. Voor een typisch metaal met atoomgewicht van zeg 6 en soortelijk gewicht van 6 kg/l, betekent dit 1 N av atomen/l en dus plaats voor evenveel waterstofatomen, corresponderend met,1 kg waterstof per liter. Dat is veel meer waterstof 19

6 dan in gasvorm. Voor waterstofgas hebben we onder standaard omstandigheden (1 atm, 273 K) N av moleculen per 22,4 liter, dus 2 gramper 22,4 l oftewel een dichtheid van,1/22,4 kg/l = 8,9 1 5 kg/l. Opgave 3.2 In het waterstofatoom wordt de potentiële energie van het elektron in het elektrische veld gegeven door U(r) = e2 4πǫ r. (a) Laat zien dat de kracht werkend op het elektron gelijk is aan F(r) = e2 4πǫ r 2. De kracht wordt gevonden als F = U, in dit geval is alleen de radiële richting belangrijk en hebben we F(r) = du/dr. (b) Wat is de (mks) eenheid van e 2 /4πǫ en gebruik die grootheid in combinatie met m en h om een grootheid met dimensie van lengte te vinden. De notatie voor eenheid van m is kg is [m] = kg. We vinden [ e 2 4πǫ r ] = J = kgm2 s 2, dus [ e 2 4πǫ ] = Jm = kgm3 s 2. Met een beetje puzzelen en [m] = kg en [ h] = Js = kgm 2 /s, vinden we [ 4πǫ h 2 ] = m. me 2 Deze grootheid staat bekend als de Bohrstraal a.5 nm. (c) De kracht op het elektron levert de centripetale kracht om het elektron te binden. Combineer dat met mvr = n h om uitdrukkingen te vinden voor straal r n en energie E n. We combineren mv 2 = e2 mvn 2 = e2 r n 4πǫ r n 4πǫ r n mv n r n = n h, en vinden r n = n 2 4πǫ h 2 me 2 = n 2 a. 2

7 De energie van het elektron is E n = 1 2 mv2 n e2 4πǫ r n = 1 2 e 2 4πǫ r n = 1 n 2 me 4 32π 2 ǫ 2 h 2. (d) Wat is de snelheid van het elektron in baan n. Druk deze uit in de lichtsnelheid. Merk op dat we hierbij de dimensieloze grootheid α = e 2 /4πǫ hc 1/137 tegenkomen. Uit de quantisatie voorwaarde vinden we v n = n h mr n = 1 n e 2 4πǫ h en dus v n c = 1 n α. De snelheid van het elektron in het atoom is dus niet-relativistisch. Opgave 3.3 Voor de veelvoorkomende harmonische oscillator wordt de potentiële energie voor een systeem gegeven door U(r) = 1 2 kr2 (bij een veer is k de veerconstante). (a) Laat zien dat de kracht werkend op het systeem gegeven wordt door F(r) = kr. De kracht wordt gevonden als F = U, in dit geval is alleen de radiële richting belangrijk en hebben we F(r) = du/dr. (b) Construeer grootheden met dimensie van energie en lengte uit k, m en h. We merken op dat de grootheid ω = k/m nuttig kan blijken. We vinden [ ] [k] = N m = kg k. en [ω] = = s 1. s2 m Dat is een (hoek)frequentie. Vermenigvuldigen met h (J s) zien we dat [ hω] = J = kgm2 s 2 en [ ] h = m mω 21

8 (c) De centraal gerichte kracht levert de centripetale kracht om het systeem te binden. Combineer dat met mvr = n h om uitdrukkingen te vinden voor straal r n en energie E n. We combineren en vinden mv 2 = kr n vn 2 r = ω2 rn 2 v n = ωr n, n mv n r n = n h, r n = Daaruit volgt voor de energieniveau s n h mω en v n = n hω m. E n = 1 2 mv2 n 1 2 kr2 n = n hω. We merken op dat de volledige quantummechanische aanpak uiteindelijk een soortgelijk resultaat oplevert, maar met n = 2n r l 3 2. (d) Wat is de snelheid van het systeem in baan n. Vergelijk deze met de lichtsnelheid. We vinden v n c = n hω mc 2 Dus het ligt aan de verhouding van de karakteristieke energie hω en de rust-energie mc 2 wanneer het systeem relativistisch wordt. Wanneer v n /c 1 is bovenstaande afleiding niet meer goed. We moeten dan de relativistisch correcte uitdrukking voor energieën gebruiken. Opgave 3.4 Voor een lineaire potentiaal wordt de potentiële energie voor een systeem gegeven door U(r) = T r. De grootheid T (eenheid N) wordt wel de spankracht genoemd. (a) Laat zien dat de kracht werkend op het systeem gegeven wordt door F(r) = T De kracht wordt gevonden als F = U, in dit geval is alleen de radiële richting belangrijk en hebben we F(r) = du/dr. 22

9 (b) Construeer grootheden met dimensie van energie en lengte uit T, m en h. We vinden Een beetje puzzelen geeft [ ( h 2 mt ) 1/3 ] [T ] = N = J m = kgm s 2. = m en [ ( h 2 T 2 m ) 1/3 ] = J (c) De centraal gerichte kracht levert de centripetale kracht om het systeem te binden. Combineer dat met mvr = n h om uitdrukkingen te vinden voor straal r n en energie E n. We combineren mv 2 = T mvn 2 = T r n, r n mv n r n = n h, en vinden r n = (n 2 h 2 ) 1/3 ( en v n = n ht ) 1/3. mt m 2 Daaruit volgt voor de energieniveau s E n = 1 2 mv2 n T r n = 3 2 T r n = 3 2 ( ) n 2 h2 T 2 1/3. m We merken op dat voor de volledige quantummechanische aanpak geen algebraische uitdrukking bestaat, maar een goede benadering is n = 1.8n r l (d) Wat is de snelheid van het systeem in baan n. Vergelijk deze met de lichtsnelheid en bekijk de toepasbaarheid voor quarks met mc 2 = 1 MeV en T = 1 GeV/fm. We vinden ( v n c = n hct ) 1/3. m 2 c 4 De bepalende factor is de vergelijking van hct (mc 2 ) 2. Voor quarks in een nucleon is de spankracht T 1 GeV/fm. Vermenigvuldigd met hc.2 GeVfm zien we dat hct.2 GeV 2, terwijl mc 2 1 MeV en dus (mc 2 ) 2.1 GeV 2. We zien we dat quarks al in de grondtoestand ultra-relativistisch zijn ( hct /(mc 2 ) 2 2 ). De (correcte) relativistische behandeling wordt in hoofdstuk 3 besproken. 23

10 Opgave 3.5 E magic # 1h 3s 2d 1g 2p 1f 2s 1d 3/2 1d 2s 1/2 1d 5/2 1p 2d 3/2 3s 1/2 1h11/2 2d 5/2 1g 7/2 1g 9/2 2p 1/2 1f 5/2 2p 3/2 1f 7/2 1p 1/2 1p 3/2 126????? Bij atoomkernen hebben we ook een spectrum van mogelijke energietoestanden, maar hier blijkt het quantumgetal voor het totale impulsmoment een belangrijke rol te spelen, dus E = E(n,l,j). [Dit is een gevolg van spin-baan wisselwerkingen.] Het spectrum van nlj-toestanden (voor protonen en neutronen) wordt gegeven door Bepaal de magische getallen voor de Z- en N-waarden van atoomkernen uit de ontaarding van de verschillende niveau s.? 1s 1s 1/2 nl nl j De oplossing van onder af zijn de getallen: 2, 8, 2, 28, 5, 82. Opgave 3.6 Baryonen zijn opgebouwd uit drie quarks. We gaan de mogelijkheden bekijken voor de drie lichtste smaken (u, d en s) geïllustreerd in onderstaande figuren. Net zoals we eerder twee spin-toestanden gezien hebben, kunnen we de smaak ook zien als drie specifieke eigenschappen van quarks en antiquarks en daar quantumgetallen aan toekennen. In dit geval worden daarvoor isospin en hyperlading gebruikt, zo gekozen dat ze voor het gemiddelde van de multipletten (die aangegeven worden als 3 en 3 ), netjes gemiddeld op nul uitkomen. d 1/2 1/2 s 1 quarks u 24 1/2 u s 1 1/2 d anti quarks

11 Voor twee-quark toestanden (qq) kunnen de negen (drie maal drie) toestanden opgesplitst worden in twee multipletten (een 3 triplet van antisymmetrische toestanden) en een 6 sextet van symmetrische toestanden. Wat spin betreft kunnen de toestanden in het triplet alleen spin s = hebben en de toestanden in het sextet alleen spin s = 1. [ud] (dd) (ud) (uu) [ds] [us] (ds) (us) Gecombineerd met een derde quark krijgen we 27 toestanden, waarvan er 1 volledig symmetrisch zijn. Dat blijken ook symmetrische spin toestanden te zijn (spin 3/2). Het Pauli principe laat naast de tien toestanden met spin 3/2, slechts 8 toestanden (octet 8) met spin 1/2 toe. dds Σ udd n Ξ uud p uds Λ Σ dss uss Ξ uus Σ octet baryons (s = 1/2) ddd (ss) baryon Ξ decuplet (s = 3/2) udd uud uuu dds uds Σ Σ Σ uss Ξ sss Mesonen bestaan uit quark en antiquark combinaties. Er zijn geen beperkingen omdat het geen identieke deeltjes zijn. We krijgen twee nonetten, een met spin en een met spin 1. d u q q (3x) u d π d s K s u K π η η u s s d K K π d s dss Ω u s uus d u q q (3x) u d ρ K* K* ρ ω φ s u s d K* K* pseudoscalar nonet (s = ) vector meson nonet (s = 1) Deeltjes en hun eigenschappen, zoals massa en spin kunnen gevonden worden op de website van de particle data group, (a) Aan de quarks en antiquarks kunnen we baryongetal B = 1/3 en B = 1/3 toekennen, met als logische consequentie B = 1 voor baryonen en B = voor 25 ρ

12 mesonen. Ga in het triplet na dat voor de (anti)-quarks het aantal vreemde (anti- )quarks gegeven wordt door N s = B N s = B Voor de vreemdheid S N s N s krijgen we de relatie S = B, een relatie die niet alleen voor quarks, maar ook voor de mesonen en baryonen geldt. Overtuig jezelf er van dat dit niet alleen werkt voor de basistripletten, maar ook voor de hieruit opgebouwde baryonen en mesonen. We merken op dat positief/negatief voor vreemdheid puur een kwestie van afspraak is. Geef ook een uitdrukking voor de lading Q. Voor de lading (in veelvouden van e) vinden we Q = 1 2. (b) Zoek de massa s van de decuplet baryonen met spin J = 3/2 op? (op de pdgwebpagina s wordt de spin van een deeltje met J aangegeven omdat voor een uit quarks samengesteld deeltje de spin van het deeltje in het algemeen het resultaat van quark spins en baanimpulsmoment is). Wat valt je op. Kun je de massaverschillen qualitatief verklaren? Voor de verschillende baryonen, door de particle data group gerangschikt naar hun vreemheid of hyperlading vinden we als laagste spin J = 3/2 toestanden de deeltjes (1232), Σ(1385), Ξ(153) en Ω(1672). Tussen haakjes staat de massa in MeV/c 2. De stappen zijn respectievelijk 153, 145 en 142 MeV, terwijl de baryonen iedere keer een vreemde quark meer hebben. Blijkbaar is in een baryon de energiebijdrage van een vreemde quark zo n 15 MeV meer dan de energiebijdrage van een niet-vreemde (u of d) quark. Dit wordt toegeschreven aan het feit dat vreemde quarks een grotere massa hebben dan lichte quarks. Meer gedetailleerde analyses wijzen op massa s van zo n 1 MeV voor up en down quarks en zo n 18 MeV voor vreemde quarks. (c) Doordat quarks en antiquarks in mesonen behalve spin ook nog eens een baanimpulsmoment kunnen hebben zien we ρ-deeltjes met hogere spins. Afhankelijk van het feit of het baanimpulsmoment even of oneven is worden deze deeltjes a- of ρ-mesonen genoemd. We hebben bijvoorbeeld J = 1 J = 2 J = 3 J = 4 ρ(77) a 2 (132) ρ 3 (169) a 4 (2) Bestudeer het verband tussen massa en spin. Vergelijk dit met de theoretische beschouwing in het dictaat (kader p. 2). We krijgen voor de gekwadrateerde massa s: 26

13 J = 1 J = 2 J = 3 J = waaruit voor deze mesonen een helling volgt van 1/α 1,15 GeV 2. Opgave 3.7 Bij botsingen tussen deeltjes kunnen quarks en antiquarks elkaar annihileren of ze kunnen in paren gecreeerd worden. Het onderstaande quarklijn-diagram laat schematisch zien wat er gebeurt, inclusief het veranderen vande smaak vaneen quark doorcreatie vaneen zwak krachtdeeltje. π u d u d π p d u d u p Kijk op deze manier ook eens naar π p-verstrooiing en K p-verstrooiing en teken het quarklijnen-diagram. Met voldoende energie kunnen er ook vreemde deeltjes (met een of zelfs meer s-quarks erin) gemaakt worden. Geef hiervan voorbeelden. Opgave 3.8 (a) Teken voor D-mesonen (quark-inhoud cq) diagrammen. Wat zijn de spins van de mesonen waarin het baanimpulsmoment nul is. c u D D s c s c d c u D c s c d D D D s = s = 1 s (b) Teken voor baryonen met een c-quark de diagrammen. Kun je de bijbehorende baryonen vinden op de pdg-webpagina s. Kijk eens naar de mogelijke spins en probeer die te begrijpen. 27

14 ddc Σ c Ξ c udc Λ Σ c Σ c c Σ c Σ c Σ c dsc usc I dsc usc z Ξ c ssc Ω c s = 1/2 Ξ c uuc ddc ssc udc Ω c s = 3/2 uuc Ξ c (c) Teken voor baryonen met twee c-quarks de diagrammen. Kun je de bijbehorende baryonen vinden op de pdg-webpagina s. Kijk eens naar de mogelijke spins en probeer die te begrijpen. Ω cc Ξ cc Ξ Ξ cc Ξ cc cc dcc ucc dcc ucc scc scc Ω cc s = 1/2 s = 3/2 28

15 Opgave 4.1 (a) Bereken de omwentelingstijd voor een satelliet dicht bij het aardoppervlak. Druk het resultaat uit in de versnelling van de zwaartekracht (g 9,8 m/s 2 ). We kunnen het resultaat uit 1.5 gebruiken en daarnaast g = GM aarde /R 2, dus 4π T = 2 R 3 R = 2π GM aarde g. Met R = 6 km, vinden we ongeveer 84 minuten. (b) Bereken de tijd nodig om door de aarde te vallen zoals beschreven in 3.1 gebruikmakend van de eigenschap dat de kracht op afstand r van het aardmiddelpunt wordt bepaald door de massa binnen een bolschil met straal r. De kracht binnen de Aarde wordt gegeven door F(r) = GM aardem r 3 r 2 R = GM aardem r = mg 3 R 3 R r en is naar het middelpunt gericht. De beweging is dus net als die van een veer met de kracht evenredig met de afstand tot het middelpunt. De bewegingsvergelijking wordt r = g R r, wat aanleiding geeft tot oscillaties met hoekfrequentie ω = g/r. De trillingstijd hiervoor is T = 2π ω = 2π R g, identiek aan de omlooptijd van een satelliet dicht bij aardoppervlak. De tijd van de ene naar de andere kant van de aarde is de helft, 42 minuten. Opgave 4.2 Beredeneer wat er gebeurt met het spiegelbeeld van een magneet? De richting van het magneetveld draait om, dus noord- en zuidpool verwisselen van rol. Dit is het eenvoudigste te zien bij een magneet gevormd door een spoel waar een stroom doorheen loopt. Opgave 4.3 Construeer uit de grootheden h (de gereduceerde Planck constante), c (de lichtsnelheid) en G (de gravitatieconstante van Newton) een grootheid met dimensie van energie en een grootheid met dimensie van lengte. Degroothedengenoemd aanhet einde van3.5zijn het resultaat. Dezezijnmet degegeven grootheden als startpunt uniek (op constantes na). 29

16 Opgave 6.1 (a) Leidt de uitdrukking voor E(λ,T) af uit die voor E(f,T) gebruikmakend van E(λ,T)dλ = E(f,T)df. Gebruik df = d(c/λ) = (cλ 2 )dλ. (b) Gebruik bijvoorbeeld Mathematica om de Planck curve als functie van y = λkt/hc te plotten. Als functie van deze variable krijgen we E(y,T)dy = E(λ,T)dλ met E(y,T) = 8π(kT)4 (hc) 3 1 y 5 1 (e 1/y 1), (c) Bepaal de waarde y max van het maximum en leidt de uitdrukking voor de λ max T af. Check de numerieke waarde in mks eenheden. Het maximum ligt bij de/dy =, ( 5 ) (e 1/y 1 ) ( ) ( 1 e 1/y 1 ) =, y 6 y 5 y 2 y = e 1/y 5(e 1/y 1) = 1 5(1 e 1/y ). Ditligtnietzo ver vany =,2. Doornu,2inderechteruitdrukking tesubstitueren krijgen we een betere schatting van y, y =,2 (1 e 5 ) =,214, Desgewenst kan het nog een keer geïtereerd worden, maar dat levert bij bovenstaande nauwkeurigheid (4 decimalen) niets nieuws meer op. De Convergentie gaat heel snel, omdat e 5 al een erg klein getal is. We vinden dus Opgave 6.2 λ max T =,214 hc k = 2,9 1 3 mk. (a) Gebruik om te laten zien dat n= nx n = n= x n = 1 1 x x (1 x) 2. 3

17 en leidt hiermee de gemiddelde energie voor fotonen met een bepaalde frequentie af. Differentieer de beginuitdrukking en vermenigvuldig met x. Zie verder kader in tekst. (b) Beredeneer dat het uitgezonden vermogen per m 2 van een zwarte straler gelijk is aan ce. (c) Gebruik dx x3 e x 1 = π4 15 om te laten zien dat de Stefan-Boltzmann constante gelijk is aan σ = 8π5 k 4 15h 3 c 2. Dit betekent niets anders dan overal f vervangen door x = hf/kt, d.w.z. f = xkt/h. Als check is eenvoudig na te gaan dat inderdaad [σ] = Wm 2 K 4. (d) Gebruik dx x2 e x 1 = 2ζ(3) 2,44 om een uitdrukking voor de dichtheid van fotonen in een zwarte straler af te leiden. Dedichtheidvanfotonenperfrequentie-intervalenpervolumeisgelijkaanN(f,T) = E(f,T)/hf, dus N(f,T) = 8πf2 1 c 3 e hf/kt 1. Hieruit vinden we na integratie over frequentie de dichtheid N(T) = γt 3 met γ = 16πζ(3) ( ) 3 ( ) 3 k k 6,4. hc hc Het numerieke resultaat isγ 2,3 1 7 m 3. Voorhetheelal met eentemperatuur van 2,725 K vinden we ongeveer 41 fotonen/cm 3. Opgave 6.3 (a) Beschouw een mens als een volume met constante temperatuur. Bereken de uitgezonden energie per seconde en per oppervlakte van een mens bij lichaamstemparatuur. Het vermogen per oppervlakte is bij T = 39 K (36 graden Celsius) I = σt 4 52 W/m 2. 31

18 (b) Als de lichaamstemperatuur gelijk zou zijn aan de omgevingstemperatuur, dan zou er geen energietransport zijn. Gebruik dit om de opgenomen energie uit de omgeving te schatten bij 2 graden Celsius. De opgenomen energie per seconde per oppervlakte is bij T = 293 K gelijk aan I 42 W/m 2. (c) Bereken uit het verschil het vermogen van een mens. Klopt dit een beetje? Beschouwen we de mens als een tonnetje met volume 75 liter, dan is dus V = πr 2 h = 75 dm 3. Nemen we een straal van r =,12 m, dan krijgen we h = 1,66 m. Het oppervlak is dan O = 2πrh2πr 2 = 1,3 m 2. Het verschil tussen (a) en (b) is ca. 1 W/m 2. Dus het vermogen is zo n 13 W, exact de goede orde van grootte. De ruststofwisseling is ca. 75 W, een vermogen van 13 W correspondeert met lichte arbeid. Boven 2 W betekent grote inspanning, waarbij warmteafvoer inderdaad een belangrijk issue is. Opgave 6.4 Schat de (constante) dichtheid van materie (in kg/m 3 en in aantal protonen per cm 3 ) zoals die uit de rotatiekromme van M33 volgt. We kunnen bijvoorbeeld de massa binnen een straal van R = 1 kpc m berekenen. Die is gelijk aan M = v 2 (R)R/G (met G 6, m 3 kg 1 s 2 ). Voor de lichtgevende massa vinden we uit v(r) m/s als resultaat M lichtgevend kg en voor het totaal met v(r) m/s vinden we M totaal kg. Dus voor de donkere materie vinden we M DM kg. Delen door het volume, (4π/3)R 3 1, m 3 geeft een dichtheid ρ DM kg/m 3 of met m p 1, kg, een dichtheid ρ DM,3 protonen/cm 3. Merk overigens op dat de donkere materie zeker niet uit protonen bestaat, maar op deze manier is het een beetje te vergelijken met de dichtheid van de interstellaire materie, die bijvoorbeeld in de schijf van het melkwegstelsel van de orde van 5 protonen/cm 3 is. 32

Opgaven en oplossingen

Opgaven en oplossingen Opgaven en oplossingen Opgave 1.1 Het volgende stukje is de inleiding van het artikel Wat beweegt de atmosfeer? van Peter Siegmund (TU Eindhoven), NTvN 73, no. 7 (27) 24: De intensiteit van de inkomende

Nadere informatie

(a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met elkaar gemeen hebben.

(a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met elkaar gemeen hebben. Uitwerkingen HiSPARC Elementaire deeltjes C.G.N. van Veen 1 Hadronen Opdracht 1: Elementaire deeltjes worden onderverdeeld in quarks en leptonen. (a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met

Nadere informatie

Tentamen Mechanica ( )

Tentamen Mechanica ( ) Tentamen Mechanica (20-12-2006) Achter iedere opgave is een indicatie van de tijdsbesteding in minuten gegeven. correspondeert ook met de te behalen punten, in totaal 150. Gebruik van rekenapparaat en

Nadere informatie

Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 7. 7 Het viriaal theorema en de Jeans Massa: Stervorming. 7.1 Het viriaal theorema

Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 7. 7 Het viriaal theorema en de Jeans Massa: Stervorming. 7.1 Het viriaal theorema Opgave Zonnestelsel 005/006: 7 7 Het viriaal theorema en de Jeans Massa: Stervorming 7. Het viriaal theorema Het viriaal theorema is van groot belang binnen de sterrenkunde: bij stervorming, planeetvorming

Nadere informatie

Eindexamen vwo natuurkunde pilot 2012 - I

Eindexamen vwo natuurkunde pilot 2012 - I Eindexamen vwo natuurkunde pilot 0 - I Opgave Lichtpracticum maximumscore De buis is aan beide kanten afgesloten om licht van buitenaf te voorkomen. maximumscore 4 De weerstanden verhouden zich als de

Nadere informatie

De Broglie. N.G. Schultheiss

De Broglie. N.G. Schultheiss De Broglie N.G. Schultheiss Inleiding Deze module volgt op de module Detecteren en gaat vooraf aan de module Fluorescentie. In deze module wordt de kleur van het geabsorbeerd of geëmitteerd licht gekoppeld

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 1 Beweging in beeld Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 1.1 Beweging vastleggen Het verschil tussen afstand en verplaatsing De verplaatsing (x) is de netto verplaatsing en de

Nadere informatie

H2: Het standaardmodel

H2: Het standaardmodel H2: Het standaardmodel 2.1 12 Fundamentele materiedeeltjes De elementaire deeltjes worden in 2 groepen opgedeeld volgens spin (aantal keer dat een deeltje rond zijn eigen as draait), de fermionen zijn

Nadere informatie

ANTWOORDEN EN UITWERKINGEN TENTAMEN QUANTUMMECHANICA 2 VAN 8 JUNI e +" 1 = 1. e (" )=(k BT )

ANTWOORDEN EN UITWERKINGEN TENTAMEN QUANTUMMECHANICA 2 VAN 8 JUNI e + 1 = 1. e ( )=(k BT ) ANTWOORDEN EN UITWERKINGEN TENTAMEN QUANTUMMECHANICA VAN 8 JUNI ) (Andere antwoorden zijn niet noodzakelijk (geheel) incorrect) (a) Volgens het Pauli-principe kunnen fermionen zich niet in dezelfde quantumtoestand

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde pilot havo 2010 - I

Eindexamen natuurkunde pilot havo 2010 - I Eindexamen natuurkunde pilot havo 00 - I Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden twee punten toegekend. Opgave Eliica maximumscore uitkomst: De actieradius is 3, 0 km. de

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 1 Beweging in beeld Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 1.4/1.5 Significantie en wiskundige vaardigheden Omrekenen van grootheden moet je kunnen. Onderstaande schema moet je

Nadere informatie

Tentamen Quantum Mechanica 2

Tentamen Quantum Mechanica 2 Tentamen Quantum Mechanica 9 juni 5 Het tentamen bestaat uit 4 opgaven, waarmee in totaal 9 punten zijn te verdienen. Schrijf op elk vel dat je inlevert je naam, voorletters en studentnummer.. (a) (5 punten)

Nadere informatie

Opgave 1 Golven op de bouwplaats ( 20 punten, ) Een staalkabel met lengte L hangt verticaal aan een torenkraan.

Opgave 1 Golven op de bouwplaats ( 20 punten, ) Een staalkabel met lengte L hangt verticaal aan een torenkraan. TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Opleiding Elektrotechniek EE1200-B - Klassieke en Kwantummechanica - deel B Hertentamen 13 maart 2014 14:00-17:00 Aanwijzingen:

Nadere informatie

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss 7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss Berekening van electrische flux Alleen de component van het veld loodrecht op het oppervlak draagt bij aan de netto flux. We definieren de electrische

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be

toelatingsexamen-geneeskunde.be Fysica juli 2009 Laatste update: 31/07/2009. Vragen gebaseerd op het ingangsexamen juli 2009. Vraag 1 Een landingsbaan is 500 lang. Een vliegtuig heeft de volledige lengte van de startbaan nodig om op

Nadere informatie

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE Tweede ronde - theorie toets 21 juni 2000 beschikbare tijd : 2 x 2 uur 52 --- 12 de tweede ronde DEEL I 1. Eugenia. Onlangs is met een telescoop vanaf de Aarde de ongeveer

Nadere informatie

Correctievoorschrift Schoolexamen Moderne Natuurkunde

Correctievoorschrift Schoolexamen Moderne Natuurkunde Correctievoorschrift Schoolexamen Moderne Natuurkunde Natuurkunde 1, VWO 6 9 maart 004 Tijdsduur: 90 minuten Regels voor de beoordeling: In zijn algemeenheid geldt dat het werk wordt nagekeken volgens

Nadere informatie

(d) Bereken de som van kinetische en potentiële energie voor een planeet die op afstand R om de Zon beweegt.

(d) Bereken de som van kinetische en potentiële energie voor een planeet die op afstand R om de Zon beweegt. Opgaven Opgave 1.1 Het volgene stkje is e inleiing van het artikel Wat beweegt e atmosfeer van Peter Siegmn (TU Einhoven), NTvN 73, no. 7 (27) 24: De intensiteit van e inkomene zonnestraling aan e top

Nadere informatie

Fysische constanten. Elementaire lading (e) = 1.602176462.10-19 C De lading van 1 elektron.

Fysische constanten. Elementaire lading (e) = 1.602176462.10-19 C De lading van 1 elektron. Fysische constanten Atomaire Massa Eenheid (u = 1/12 massa[12-c]) = 1.66053873.10-27 kg = 931.494014 MeV/c 2 Voor het beschrijven van de massa van individuele atomen werd uiteindelijk gekozen voor de massa

Nadere informatie

Eindtoets 3BTX1: Thermische Fysica. Datum: 3 juli 2014 Tijd: uur Locatie: paviljoen study hub 2 vak c & d

Eindtoets 3BTX1: Thermische Fysica. Datum: 3 juli 2014 Tijd: uur Locatie: paviljoen study hub 2 vak c & d Eindtoets 3BTX1: Thermische Fysica Datum: 3 juli 2014 Tijd: 9.00-12.00 uur Locatie: paviljoen study hub 2 vak c & d Deze toets bestaat uit 3 opgaven die elk op een nieuwe pagina aanvangen. Maak de opgaven

Nadere informatie

Het mysterie van massa massa, ruimte en tijd

Het mysterie van massa massa, ruimte en tijd Het mysterie van massa massa, ruimte en tijd http://www.nat.vu.nl/~mulders P.J. Mulders home Massa: zwaartekracht zware massa Mm G 2 R zwaartekracht = trage massa 2 v = m R versnelling a c bij cirkelbeweging

Nadere informatie

Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 3

Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 3 Opgave Zonnestelsel 25/26: 3 2.1 Samenstelling van de gasreuzen Het afleiden van de interne samenstelling van planeten gebeurt voornamelijk door te kijken naar de afwijkingen in de banen van satellieten

Nadere informatie

formules havo natuurkunde

formules havo natuurkunde Subdomein B1: lektriciteit De kandidaat kan toepassingen van het gebruik van elektriciteit beschrijven, de bijbehorende schakelingen en de onderdelen daarvan analyseren en de volgende formules toepassen:

Nadere informatie

Tentamen Natuurkunde A. 9.00 uur 12.00 uur woensdag 10 januari 2007 Docent Drs.J.B. Vrijdaghs. Vul Uw gegevens op het deelnameformulier in

Tentamen Natuurkunde A. 9.00 uur 12.00 uur woensdag 10 januari 2007 Docent Drs.J.B. Vrijdaghs. Vul Uw gegevens op het deelnameformulier in Tentamen Natuurkunde A 9. uur. uur woensdag januari 7 Docent Drs.J.B. Vrijdaghs Aanwijzingen: Vul Uw gegevens op het deelnameformulier in Dit tentamen omvat 8 opgaven met totaal deelvragen Maak elke opgave

Nadere informatie

In deze eindtoets willen we met jullie samenvatten waar we het in het afgelopen kwartiel over gehad hebben:

In deze eindtoets willen we met jullie samenvatten waar we het in het afgelopen kwartiel over gehad hebben: Eindtoets 3DEX1: Fysica van nieuwe energie 21-1- 2014 van 9:00-12:00 Roger Jaspers & Adriana Creatore In deze eindtoets willen we met jullie samenvatten waar we het in het afgelopen kwartiel over gehad

Nadere informatie

TENTAMEN. Thermodynamica en Statistische Fysica (TN )

TENTAMEN. Thermodynamica en Statistische Fysica (TN ) TENTAMEN Thermodynamica en Statistische Fysica (TN - 141002) 25 januari 2007 13:30-17:00 Het gebruik van het diktaat is NIET toegestaan Zet op elk papier dat u inlevert uw naam Begin iedere opgave bovenaan

Nadere informatie

Schoolexamen Moderne Natuurkunde

Schoolexamen Moderne Natuurkunde Schoolexamen Moderne Natuurkunde Natuurkunde 1,2 VWO 6 4 april 2005 Tijdsduur: 90 minuten Deze toets bestaat uit twee delen (I en II). In deel I wordt basiskennis getoetst via meerkeuzevragen. Deel II

Nadere informatie

Vorig college: Geladen leptonen: e, μ, τ Neutrino s Pionen, vreemde deeltjes Hadronen: mesonen en baryonen Quarks: u, d, s Zware quarks: c, b, t

Vorig college: Geladen leptonen: e, μ, τ Neutrino s Pionen, vreemde deeltjes Hadronen: mesonen en baryonen Quarks: u, d, s Zware quarks: c, b, t Vorig college: Geladen leptonen: e, μ, τ Neutrino s Pionen, vreemde deeltjes Hadronen: mesonen en baryonen Quarks: u, d, s Zware quarks: c, b, t Vragen? Inleiding elementaire deeltjes fysica College

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde pilot vwo I

Eindexamen natuurkunde pilot vwo I Eindexamen natuurkunde pilot vwo 0 - I Beoordelingsmodel Vraag Antwoord Scores Opgave Splijtsof opsporen met neutrino s maximumscore 3 35 47 87 U+ n Ba+ Kr+ n of 9 0 56 36 0 35 47 87 U+ n Ba+ Kr+ n één

Nadere informatie

Sterrenkunde Ruimte en tijd (3)

Sterrenkunde Ruimte en tijd (3) Sterrenkunde Ruimte en tijd (3) Zoals we in het vorige artikel konden lezen, concludeerde Hubble in 1929 tot de theorie van het uitdijende heelal. Dit uitdijen geschiedt met een snelheid die evenredig

Nadere informatie

natuurkunde vwo 2018-II

natuurkunde vwo 2018-II Mechanische doping maximumscore 5 uitkomst: V =,7 0 m 4 3 voorbeeld van een berekening: Er geldt: Enuttig = Pt = 50 0,5 = 5 Wh. Enuttig 5 Dus geldt: Ein = = = 56 Wh. η 0,80 De batterij heeft een energiedichtheid

Nadere informatie

Wetenschappelijke Begrippen

Wetenschappelijke Begrippen Wetenschappelijke Begrippen Isotoop Als twee soorten atoomkernen hetzelfde aantal protonen heeft (en dus van hetzelfde element zijn), maar een ander aantal neutronen (en dus een andere massa), dan noemen

Nadere informatie

Elektromagnetische veldtheorie (121007) Proeftentamen

Elektromagnetische veldtheorie (121007) Proeftentamen Elektromagnetische veldtheorie (121007) Proeftentamen Tijdens dit tentamen is het gebruik van het studieboek van Feynman toegestaan, en zelfs noodzakelijk. Een formuleblad is bijgevoegd. Ander studiemateriaal

Nadere informatie

Langere vraag over de theorie

Langere vraag over de theorie Naam (in drukletters): Studentennummer: Langere vraag over de theorie (a) Bereken de elektrische potentiaal voor een uniform geladen ring en dit voor een punt dat ligt op de as die loodrecht staat op de

Nadere informatie

Opgave 1 Koolstof-14-methode

Opgave 1 Koolstof-14-methode Eindexamen havo natuurkunde pilot 04-II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave Koolstof-4-methode maximumscore 3 antwoord: aantal aantal aantal massa halveringstijd

Nadere informatie

(a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met elkaar gemeen hebben.

(a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met elkaar gemeen hebben. Werkbladen HiSPARC Elementaire deeltjes C.G.N. van Veen 1 Hadronen Opdracht 1: Elementaire deeltjes worden onderverdeeld in quarks en leptonen. (a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met elkaar

Nadere informatie

Quantumvloeistoffen voor electronen en koude atomen

Quantumvloeistoffen voor electronen en koude atomen Quantumvloeistoffen voor electronen en koude atomen Kareljan Schoutens Instituut voor Theoretische Fysica Universiteit van Amsterdam VIVA FYSICA ---- 23 januari 2004 quantumvloeistoffen voor electronen

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II Beoordelingsmodel Opgave Sopraansaxofoon maximumscore 4 uitkomst: F d = 7, N voorbeeld van een bepaling: Er geldt: Fr z z= Fr d d. Opmeten in de figuur levert: rz =,7 cm en rd= 5,4 cm. Invullen levert:,

Nadere informatie

1. Langere vraag over de theorie

1. Langere vraag over de theorie 1. Langere vraag over de theorie a) Bereken, vertrekkend van de definitie van capaciteit, de capaciteit van een condensator die bestaat uit twee evenwijdige vlakke platen waarbij de afstand tussen de platen

Nadere informatie

Theory DutchBE (Belgium) De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten)

Theory DutchBE (Belgium) De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten) Q3-1 De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten) Lees eerst de algemene instructies in de aparte envelop alvorens te starten met deze vraag. In deze opdracht wordt de fysica van de deeltjesversneller

Nadere informatie

7. Hoofdstuk 7 : De Elektronenstructuur van Atomen

7. Hoofdstuk 7 : De Elektronenstructuur van Atomen 7. Hoofdstuk 7 : De Elektronenstructuur van Atomen 7.1. Licht: van golf naar deeltje Frequentie (n) is het aantal golven dat per seconde passeert door een bepaald punt (Hz = 1 cyclus/s). Snelheid: v =

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Al sinds mensenheugenis zijn mensen geïnteresseerd in de wereld om hen heen en zijn zij op zoek naar de meest elementaire bouwstenen waaruit deze is opgebouwd. Deze speurtocht

Nadere informatie

Fysische modellen De Aarde zonder en met atmosfeer

Fysische modellen De Aarde zonder en met atmosfeer Fysische modellen De Aarde zonder en met atmosfeer J. Kortland Cdb, Universiteit Utrecht Inleiding Bij het ontwerpen van een computermodel van de broeikas Aarde maak je gebruik van fysische modellen. Deze

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2001-I

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2001-I Eindexamen natuurkunde vwo 200-I 4 Antwoordmodel Opgave Hoogspanningskabel uitkomst:,4 0 3 (draden) methode ρl ρl 7 0-9 3,0 0 3 Uit R = volgt A kabel = = = 7,08 0-4 m 2. A R 7,2 0-2 Er geldt A draad =

Nadere informatie

****** Deel theorie. Opgave 1

****** Deel theorie. Opgave 1 HIR - Theor **** IN DRUKLETTERS: NAAM.... VOORNAAM... Opleidingsfase en OPLEIDING... ****** EXAMEN CONCEPTUELE NATUURKUNDE MET TECHNISCHE TOEPASSINGEN Deel theorie Algemene instructies: Naam vooraf rechtsbovenaan

Nadere informatie

Schoolexamen Moderne Natuurkunde

Schoolexamen Moderne Natuurkunde Schoolexamen Moderne Natuurkunde Natuurkunde 1,2 VWO 6 16 april 2007 Tijdsduur: 90 minuten eze toets bestaat uit twee delen (I en II). In deel I wordt basiskennis getoetst via meerkeuzevragen. eel II bestaat

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME TENTMEN ELEKTROMGNETISME 23 juni 2003, 14.00 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. OPGVE 1 Gegeven is een zeer dunne draad B waarop zch een elektrische lading Q bevindt die homogeen over de lengte

Nadere informatie

Juli blauw Vraag 1. Fysica

Juli blauw Vraag 1. Fysica Vraag 1 Beschouw volgende situatie in een kamer aan het aardoppervlak. Een homogene balk met massa 6, kg is symmetrisch opgehangen aan de touwen A en B. De touwen maken elk een hoek van 3 met de horizontale.

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen Stralingsfysica (3D100) d.d. 16 januari 2006 van 14:00 17:00 uur

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen Stralingsfysica (3D100) d.d. 16 januari 2006 van 14:00 17:00 uur TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Tentamen Stralingsfysica (3D d.d. 6 januari 6 van 4: 7: uur Vul de presentiekaart in blokletters in en onderteken deze. Gebruik van boek, aantekeningen of notebook is

Nadere informatie

Uitwerking examen Natuurkunde1,2 HAVO 2007 (1 e tijdvak)

Uitwerking examen Natuurkunde1,2 HAVO 2007 (1 e tijdvak) Uitwerking examen Natuurkunde, HAVO 007 ( e tijdvak) Opgave Optrekkende auto. Naarmate de grafieklijn in een (v,t)-diagram steiler loopt, zal de versnelling groter zijn. De versnelling volgt immers uit

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1494 woorden 8 april 2014 7,8 97 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Grootheden en eenheden Kwalitatieve

Nadere informatie

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie Inleveren: Uiterlijk 15 februari voor 16.00 in mijn postvakje Afspraken Overleg is toegestaan, maar iedereen levert zijn eigen werk in. Overschrijven

Nadere informatie

In het internationale eenhedenstelsel, ook wel SI, staan er negen basisgrootheden met bijbehorende grondeenheden. Dit is BINAS tabel 3A.

In het internationale eenhedenstelsel, ook wel SI, staan er negen basisgrootheden met bijbehorende grondeenheden. Dit is BINAS tabel 3A. Grootheden en eenheden Kwalitatieve en kwantitatieve waarnemingen Een kwalitatieve waarneming is wanneer je meet zonder bijvoorbeeld een meetlat. Je ziet dat een paard hoger is dan een muis. Een kwantitatieve

Nadere informatie

Thermische Fysica 2 - TF2 Statistische Fysica en Sterevolutie

Thermische Fysica 2 - TF2 Statistische Fysica en Sterevolutie Thermische Fysica 2 - TF2 Statistische Fysica en Sterevolutie Joost van Bruggen 0123226 Universiteit Utrecht - Faculteit Natuur- en Sterrenkunde (2004) 1 2 Samenvatting In deze paper wordt met behulp van

Nadere informatie

Schoolexamen Moderne Natuurkunde

Schoolexamen Moderne Natuurkunde Schoolexamen Moderne Natuurkunde Natuurkunde 1,2 VWO 6 31 maart 2008 Tijdsduur: 90 minuten Deze toets bestaat uit twee delen (I en II). Deel I bestaat uit meerkeuzevragen, deel II uit open vragen. De meerkeuzevragen

Nadere informatie

Tentamen - uitwerkingen

Tentamen - uitwerkingen Tentamen - uitwerkingen Mechanica en Relativiteitstheorie voor TW 5 april 06 Kennisvragen - 0 punten a) Geef de drie behoudswetten van de klassieke mechanica, en geef voor elk van de drie aan onder welke

Nadere informatie

Tentamen Inleiding Quantumchemie (MST1171)

Tentamen Inleiding Quantumchemie (MST1171) Datum: 3 April 7 Tentamen Inleiding Quantumchemie (MST1171) *** Schrijf duidelijk je naam, je Leidse studienummer en studierichting op je antwoordblad *** *** Het tentamen bestaat uit vijf opgaven. Maak

Nadere informatie

Inleiding tot de dynamica van atmosferen Krachten

Inleiding tot de dynamica van atmosferen Krachten Inleiding tot de dynamica van atmosferen Krachten P. Termonia vakgroep wiskundige natuurkunde en sterrenkunde, UGent Inleiding tot de dynamica van atmosferen p.1/35 Inhoud 1. conventies: notatie 2. luchtdeeltjes

Nadere informatie

Elementaire Deeltjesfysica

Elementaire Deeltjesfysica Elementaire Deeltjesfysica FEW Cursus Jo van den Brand 17 November, 2008 Structuur der Materie Inhoud Inleiding Deeltjes Interacties Relativistische kinematica Lorentz transformaties Viervectoren Energie

Nadere informatie

De Zon. N.G. Schultheiss

De Zon. N.G. Schultheiss 1 De Zon N.G. Schultheiss 1 Inleiding Deze module is direct vanaf de derde of vierde klas te volgen en wordt vervolgd met de module De Broglie of de module Zonnewind. Figuur 1.1: Een schema voor kernfusie

Nadere informatie

EXACT- Periode 1. Hoofdstuk Grootheden. 1.2 Eenheden.

EXACT- Periode 1. Hoofdstuk Grootheden. 1.2 Eenheden. EXACT- Periode 1 Hoofdstuk 1 1.1 Grootheden. Een grootheid is in de natuurkunde en in de chemie en in de biologie: iets wat je kunt meten. Voorbeelden van grootheden (met bijbehorende symbolen): 1.2 Eenheden.

Nadere informatie

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1 Vraag 1 Twee stenen van op dezelfde hoogte horizontaal weggeworpen in het punt A: steen 1 met een snelheid v 1 en steen 2 met snelheid v 2 Steen 1 komt neer op een afstand x 1 van het punt O en steen 2

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur natuurkunde 1,2 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 17. In dit deel staan de vragen waarbij de computer

Nadere informatie

De behoefte aan organisatie van het groot aantal gekende deeltjes (meestal sterk vervallende resonanties) is analoog aan de organisatie van elementen

De behoefte aan organisatie van het groot aantal gekende deeltjes (meestal sterk vervallende resonanties) is analoog aan de organisatie van elementen 1 2 De behoefte aan organisatie van het groot aantal gekende deeltjes (meestal sterk vervallende resonanties) is analoog aan de organisatie van elementen in de tabel van Mendeljev. De klassificatie is

Nadere informatie

Speciale relativiteitstheorie

Speciale relativiteitstheorie versie 13 februari 013 Speciale relativiteitstheorie J.W. van Holten NIKHEF Amsterdam en LION Universiteit Leiden c 1 Lorentztransformaties In een inertiaalstelsel bewegen alle vrije deeltjes met een

Nadere informatie

4. Maak een tekening:

4. Maak een tekening: . De versnelling van elk deel van de trein is hetzelfde, dus wordt de kracht op de koppeling tussen de 3e en 4e wagon bepaald door de fractie van de massa die er achter hangt, en wordt dus gegeven door

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Eindexamen vwo natuurkunde pilot 03-II Beoordelingsmodel Opgave Splijtstof in een kerncentrale maximumscore 3 35 7 87 U + n Ba + Kr + n of 9 0 56 36 0 35 7 87 U + n Ba + Kr + n één neutron links van de

Nadere informatie

Wiskundige vaardigheden

Wiskundige vaardigheden Inleiding Bij het vak natuurkunde ga je veel rekenstappen zetten. Het is noodzakelijk dat je deze rekenstappen goed en snel kunt uitvoeren. In deze presentatie behandelen we de belangrijkste wiskundige

Nadere informatie

Uitwerkingen Tentamen Natuurkunde-1

Uitwerkingen Tentamen Natuurkunde-1 Uitwerkingen Tentamen Natuurkunde-1 5 november 2015 Patrick Baesjou Vraag 1 [17]: a. Voor de veerconstante moeten we de hoekfrequentie ω weten. Die wordt gegeven door: ω = 2π f ( = 62.8 s 1 ) Vervolgens

Nadere informatie

Klassieke Mechanica a (Tentamen 11 mei 2012) Uitwerkingen

Klassieke Mechanica a (Tentamen 11 mei 2012) Uitwerkingen Klassieke Mechanica a (Tentamen mei ) Uitwerkingen Opgave. (Beweging in een conservatief krachtenveld) a. Een kracht is conservatief als r F =. Dit blijkt na invullen: (r F) x = @F z =@y @F y =@z = =,

Nadere informatie

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS 22 juli 1999 70 --- 13 de internationale olympiade Opgave 1. Absorptie van straling door een gas Een cilindervormig vat, met de as vertikaal,

Nadere informatie

Opgave 1 Millenniumbrug

Opgave 1 Millenniumbrug Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave Millenniumbrug maximumscore antwoord: resonantie maximumscore uitkomst: v =, 6 0 m s voorbeeld van een berekening: Er geldt:

Nadere informatie

Opgave 3 - Uitwerking

Opgave 3 - Uitwerking Mathrace 2014 Opgave 3 - Uitwerking Teken de rode hulplijntjes, en noem de lengte van dit lijntje y. Noem verder de lengte van een zijde van de gelijkzijdige driehoek x. Door de hoek van 45 graden in de

Nadere informatie

Eindexamen vwo natuurkunde I

Eindexamen vwo natuurkunde I Opgave Lichtpracticum maximumscore De buis is aan beide kanten afgesloten om licht van buitenaf te voorkomen. De buis is van binnen zwart gemaakt om reflecties van het licht in de buis te voorkomen. inzicht

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo I Eindexamen natuurkunde - vwo 009 - I Beoordelingsmodel Opgave Mondharmonica maximumscore 3 In figuur 3 zijn minder trillingen te zien dan in figuur De frequentie in figuur 3 is dus lager Het lipje bij

Nadere informatie

Elementaire Deeltjesfysica

Elementaire Deeltjesfysica Elementaire Deeltjesfysica FEW Cursus 27 Oktober, 2009 Structuur der Materie Docent informatie Email: jo@nikhef.nl Overzicht 0620 539 484 / 020 598 7900 Kamer: T2.69 Rooster informatie Dinsdag 13:30 15:15,

Nadere informatie

Meetfouten, afronding, voorvoegsels en eenheden

Meetfouten, afronding, voorvoegsels en eenheden Meetfouten, afronding, voorvoegsels en eenheden Meetfouten In de wiskunde werken we meestal met exacte getallen: 2π, 5, 3, 2 log 3. Ook in natuurwetenschappelijke vakken komen exacte getallen voor, maar

Nadere informatie

Eindexamen havo wiskunde B I

Eindexamen havo wiskunde B I Vliegende parkieten De wetenschapper Vance Tucker heeft onderzocht hoeveel energie een parkiet verbruikt bij het vliegen met verschillende snelheden. Uit zijn onderzoek blijkt dat de hoeveelheid energie

Nadere informatie

Tentamen. Kwantumchemie & Fysica (4051QCHFY-1314FWN) Datum: 10 April Tijd/tijdsduur: 3 uur

Tentamen. Kwantumchemie & Fysica (4051QCHFY-1314FWN) Datum: 10 April Tijd/tijdsduur: 3 uur Tentamen Kwantumchemie & Fysica (4051QCHFY-1314FWN) Datum: 10 April 2014 Tijd/tijdsduur: 3 uur Docent(en) en/of tweede lezer: Dr. F.C. Grozema Prof. dr. L.D.A. Siebbeles Dit tentamen bestaat uit 5 opgaven:

Nadere informatie

Diagnostisch Schoolexamen Natuurkunde Klas 6, periode E2 120 minuten

Diagnostisch Schoolexamen Natuurkunde Klas 6, periode E2 120 minuten Diagnostisch Schoolexamen Natuurkunde Klas 6, periode E2 120 minuten Naam:... Docent:... Zet je naam bovenaan op dit opgavenblad. Zet een hokje om het eindantwoord. De laatste bladzijde bevat een lijst

Nadere informatie

Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 6

Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 6 Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 6 6.1 De Leeftijd van het Zonnestelsel van Frank Verbunt De ouderdom van het Zonnestelsel kan bepaald worden uit de radio-actieve elementen die gevonden worden in meteorieten.

Nadere informatie

Oplossing examenoefening 2 :

Oplossing examenoefening 2 : Oplossing examenoefening 2 : Opgave (a) : Een geleidende draad is 50 cm lang en heeft een doorsnede van 1 cm 2. De weerstand van de draad bedraagt 2.5 mω. Wat is de geleidbaarheid van het materiaal waaruit

Nadere informatie

HOVO cursus Kosmologie

HOVO cursus Kosmologie HOVO cursus Kosmologie Voorjaar 011 prof.dr. Paul Groot dr. Gijs Nelemans Afdeling Sterrenkunde, Radboud Universiteit Nijmegen HOVO cursus Kosmologie Overzicht van de cursus: 17/1 Groot Historische inleiding

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-I

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-I - + Eindexamen natuurkunde vwo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Opgave Valentijnshart Maximumscore 4 uitkomst: b 2,9 mm Bij het fotograferen van een voorwerp in het oneindige geldt: b f Bij het fotograferen

Nadere informatie

1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm.

1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm. Domein F: Moderne fysica Subdomein: Atoomfysica 1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm. Bereken de energie van het foton in ev. E = h c/λ (1) E = (6,63 10-34 3 10 8 )/(589

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen Stralingsfysica (3D100) d.d. 16 november 2004 van 14:00 17:00 uur

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen Stralingsfysica (3D100) d.d. 16 november 2004 van 14:00 17:00 uur TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Tentamen Stralingsfysica (3D) d.d. 6 november 4 van 4: 7: uur Vul de presentiekaart in blokletters in en onderteken deze. Gebruik van boek, aantekeningen of notebook is

Nadere informatie

Eindexamen havo natuurkunde pilot II

Eindexamen havo natuurkunde pilot II Eindexamen havo natuurkunde pilot 0 - II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden scorepunten toegekend. Opgave Parasaurolophus maximumscore antwoord: resonantie maximumscore Voor de grondtoon

Nadere informatie

Antwoorden Tentamen Fysica van de Vaste Stof woensdag 2 maart 2011, uur

Antwoorden Tentamen Fysica van de Vaste Stof woensdag 2 maart 2011, uur Antwoorden Tentamen ysica van de Vaste Stof woensdag 2 maart 2011, 14.00 17.00 uur 1. ermigassen in astrofysica (3 + 4 +3 = 10) a. Gegeven dat de massa van de zon M z = 2 x 10 30 kg is (voornamelijk waterstof),

Nadere informatie

Tentamen Inleiding Meten Vakcode 8E020 22 april 2009, 9.00-12.00 uur

Tentamen Inleiding Meten Vakcode 8E020 22 april 2009, 9.00-12.00 uur Tentamen Inleiding Meten Vakcode 8E april 9, 9. -. uur Dit tentamen bestaat uit opgaven. Indien u een opgave niet kunt maken, geeft u dan aan hoe u de opgave zou maken. Dat kan een deel van de punten opleveren.

Nadere informatie

Symmetrie en behoudswetten spelen een belangrijke rol in de beschrijving en het begrip van interacties tussen elementaire deeltjes.

Symmetrie en behoudswetten spelen een belangrijke rol in de beschrijving en het begrip van interacties tussen elementaire deeltjes. Symmetrie en behoudswetten spelen een belangrijke rol in de beschrijving en het begrip van interacties tussen elementaire deeltjes. Interacties zullen plaats grijpen voor zover ze kinematisch toegelaten

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde vwo I

Eindexamen natuurkunde vwo I Eindexamen natuurkunde vwo 0 - I Beoordelingsmodel Opgave Zonnelamp maximumscore antwoord: doorzichtige koepel buis lamp toepassen van de spiegelwet (met een marge van ) tekenen van de tweemaal teruggekaatste

Nadere informatie

Samenvatting PMN. Golf en deeltje.

Samenvatting PMN. Golf en deeltje. Samenvatting PMN Golf en deeltje. Het foto-elektrisch effect: Licht als energiepakketjes (deeltjes) Foton (ã) impuls: en energie Deeltje (m) impuls en energie en golflengte Zowel materie als golven (fotonen)

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2006-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2006-II Eindexamen natuurkunde - vwo 006-II 4 Beoordelingsmodel Opgave Ding-dong voorbeeld van een antwoord: Bij gelijkstroom ontstaat er een constant magnetisch veld in de spoel; bij wisselstroom een wisselend

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door C. 2009 woorden 16 januari 2014 7,2 6 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 1 Elektriciteit 1.1 Er bestaan twee soorten elektrische lading

Nadere informatie

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar.

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar. Mkv Magnetisme Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar. In een punt P op een afstand d/2 van de rechtse geleider is

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig

Trillingen en geluid wiskundig Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Radialen 3 Uitwijking van een harmonische trilling 4 Macht en logaritme 5 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Sinus van een hoek

Nadere informatie

Inhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10

Inhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10 Inhoud Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10 1/10 Eenheden Iedere grootheid heeft zijn eigen eenheid. Vaak zijn er meerdere eenheden

Nadere informatie