Herziening nota. aan huis verbonden activiteiten. Baarn, augustus 2006

Transcriptie

1 Herziening nota aan huis verbonden activiteiten Baarn, augustus 2006 Vastgesteld door de raad van de Gemeente Baarn op 27 september 2006 De griffier de voorzitter 1

2 1. Inleiding Aanleiding Reden voor herziening Evaluatie Overzicht aanvragen Probleemstelling en mogelijke oplossingen Wat is er gewijzigd in deze herziening Van toepassingsverklaring... 8 Bijlage 1: overzicht van aanvragen voor een aan huis verbonden activiteit van september 2003 tot mei

3 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Op 27 augustus 2003 heeft de gemeenteraad van Baarn de nota aan huis verbonden activiteiten vastgesteld. Deze nota is op 5 september 2003 in werking getreden. Vanaf september 2003 zijn er 18 aanvragen ingekomen voor een aan huis verbonden activiteit. Alle aanvragen pasten binnen de criteria van deze nota en zijn door middel van een binnenplanse vrijstelling of een vrijstelling ex artikel 19 lid 3 WRO verleend. 1.2 Reden voor herziening Ruim 2½ jaar geleden is de nota aan huis verbonden activiteiten vastgesteld. Gedurende deze periode zijn de aanvragen om vestiging van een dergelijke activiteit getoetst aan deze nota. Er is gebleken dat de nota op een aantal punten verbetering behoeft. Herziening bestemmingsplannen In de huidige vigerende bestemmingsplannen is geen eenduidige regeling opgenomen voor de aan huis verbonden activiteiten. Dit werkt verwarrend. Hierdoor is er behoefte ontstaan aan een uniforme regeling. Met de actualisering en digitalisering van de bestemmingsplannen is de mogelijkheid ontstaan een eenduidige regeling voor de aan huis verbonden activiteiten op te nemen. De uitgangspunten uit deze herziening zullen worden gebruikt voor het opstellen van deze regeling. 3

4 2. Evaluatie Hieronder wordt een kort overzicht gegeven van de aanvragen die de afgelopen 2½ jaar zijn ingekomen en de problemen die daarbij gerezen zijn. 2.1 Overzicht aanvragen De afgelopen 2½ jaar zijn er 18 aanvragen ingekomen voor een aan huis verbonden activiteit. Het betrof de volgende aanvragen: kapsalon meubelstoffering massagepraktijk hondentrimsalon Behandeling met Bach remedies Goudsmid/diamantzetter Ontwerpen/maken glazen gebruiksvoorwerpen kunstgalerie Ontwerp en programmering multimedia en Internet Bloemsierkunst, inclusief workshops ICT bedrijf Kantoorwerkzaamheden t.b.v. een loodgieter Advies, verhuur en verkoop van couturekleding 3x 2x 3x Bijlage 1 geeft een meer gedetailleerd overzicht van deze aanvragen voor een aan huis verbonden activiteit. De aanvragen waren divers. Voorafgaand aan het verlenen van een vrijstelling voor een activiteit krijgen omwonenden de gelegenheid eventuele bedenkingen (zienswijze) tegen het vestigen van een dergelijke activiteit in te dienen. Bij zeven aanvragen is van deze gelegenheid gebruik gemaakt. Er is geen directe relatie aan te wijzen tussen het soort activiteit waarop de aanvraag betrekking heeft en het aantal ingebrachte zienswijzen door omwonenden. Alle aanvragen zijn gehonoreerd, er is vergunning verleend door middel van een binnenplanse vrijstelling of een vrijstelling ex artikel 19 lid 3 WRO. Geen enkele vrijstelling heeft na verlening geleid tot het instellen van bezwaar of beroep. 2.2 Probleemstelling en mogelijke oplossingen Hieronder zal puntsgewijs worden ingegaan op de vragen/problemen die gerezen zijn bij de beoordeling van de aanvragen voor een aan huis verbonden activiteit. Onduidelijkheid over vrije beroepen en bedrijfsmatige beroepen In de nota 2003 is er, ondanks de toen geldende vaste jurisprudentie, voor gekozen geen onderscheid te maken tussen de vrije beroepen en de meer bedrijfsmatige beroepen. Dit omdat de ruimtelijke uitstraling bij bedrijfsmatige activiteiten niet per definitie groter hoeft te zijn dan bij de traditionele vrije beroepen. Verondersteld werd dat de jurisprudentie ook deze weg zou volgen en dit onderscheid tussen vrije beroepen en meer bedrijfsmatige beroepen zou loslaten. De jurisprudentie van de afgelopen 2½ jaar laat deze ontwikkeling echter niet zien. Hoewel de ruimtelijke uitstraling bij bedrijfsmatige activiteiten niet in alle gevallen groter hoeft te zijn dan bij de traditionele vrije beroepen, blijkt toch dat ook in de meest recente jurisprudentie onderscheid tussen deze twee categorieën gemaakt wordt. Om aansluiting te vinden bij deze jurisprudentie is er in deze nota voor gekozen wel een onderscheid te maken tussen de traditionele vrije beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. Traditionele vrije (en daarmee gelijk te stellen) beroepen worden tot 50 m² bij recht 4

5 toegestaan terwijl voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en traditionele vrije beroepen met een oppervlakte tussen de 50 en 100 m² een vrijstelling nodig is. Dit zal als zodanig in de nieuwe bestemmingsplannen worden opgenomen. Is de ruimtelijke uitstraling van een winkel wel passend binnen de woonbestemming? In de nota van 2003 worden kleine winkeltjes als aan huis verbonden activiteit toegestaan. De ruimtelijke uitstraling van een winkel wordt echter als niet passend binnen een woonbestemming ervaren. De ruimtelijke uitstraling van een winkel is groter dan de ruimtelijke uitstraling bij de andere activiteiten. Bovendien is er meer aanloop, het is bezoekersintensief en het aantal klanten is niet te voorzien. Dat komt mede doordat er meerdere klanten tegelijk kunnen komen. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld een kapper aan huis. Door het grote verschil in ruimtelijke uitstraling wordt detailhandel in deze nota dan ook als niet passend binnen de woonbestemming gezien. Wel is beperkte verkoop in het klein, in direct verband met de aan huis verbonden activiteit, toegestaan. Hoe gaan we om met reclame-uitingen Volgens de nota (2003) mogen er geen reclamevoorwerpen worden aangebracht die in strijd zijn met het gemeentelijke reclamebeleid of de APV. In het Reclamebeleid staat bij de gebiedsgerichte regels dat in woongebieden in principe geen reclames zijn toegestaan. Bovendien wordt gesteld dat een reclame-uiting niet storend dient te zijn in de omgeving. Er worden vergunningsvrij mogelijkheden geboden binnen de APV (1998), o.a.; Opschriften en aankondigingen mogen geen grotere oppervlakte hebben dan 0,50m² en geen van allen een grotere afmeting in een richting hebben dan 1 meter en mits deze opschriften en aankondigingen zijn aangebracht op of aan een onroerende zaak. Er is gebleken dat in sommige gevallen reclame-uitingen voor de aan huis verbonden activiteit de ruimtelijke uitstraling van de woonomgeving aantast. Dit is een ongewenste ontwikkeling die met een beperkende regel moet worden voorkomen. Het is belangrijk dat de ruimtelijke uitwerking van de activiteit ondergeschikt is aan de woonfunctie. Om de ruimtelijke uitstraling van de woonomgeving te behouden, worden de mogelijkheden vanuit het Reclamebeleid voor reclame-uitingen bij aan huis verbonden activiteiten beperkt. Voor behoud van de ruimtelijke uitstraling van de woonomgeving wordt bij een aan huis verbonden activiteit de beperking opgelegd tot één aan de gevel gebonden reclame-uiting per perceel met een maximale maat van 0,3 bij 0,4 meter. Op welke manier is kinderopvang toegestaan? In de nota (2003) wordt kinderopvang genoemd bij bedrijfsmatige beroepen. Het roept echter de vraag op of alle vormen van kinderopvang passend zijn binnen de woonomgeving. Bedrijfsmatige kinderopvang Onder bedrijfsmatige kinderopvang wordt officieel verstaan: kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en instellingen voor buitenschoolse- en 24-uursopvang. Bedrijfsmatige kinderopvang is gebonden aan landelijke regels o.a. op gebied van veiligheid en bruikbaarheid. Bovendien worden ook vaak regels gesteld aan buitenverblijven, wat zou betekenen dat de bewoner zijn/haar tuin zal moeten opgeven. Wanneer de kinderopvang een bedrijfsmatige vorm betreft, heeft dit gevolgen voor de omgeving (parkeerdruk, geluid) en dat is niet gewenst. Deze vorm van kinderopvang wordt dan ook als niet passend binnen de woonbestemming gezien. Oppas aan huis of gastouder Bij oppas aan huis of een gastouder die één of meerdere kinderen in de eigen woning opvangt en verzorgt gaat het niet om bedrijfsmatige kinderopvang zoals hierboven bedoeld. Bij het opvangen van één of meerdere kinderen aan huis wordt gebruik gemaakt van de reeds aanwezige 5

6 voorzieningen in de woning (woonkamer, logeer/slaapkamer, toiletvoorzieningen). Er hoeft geen aparte ruimte te worden gereserveerd en de woning behoeft geen aanpassingen. De functie en het gebruik worden niet anders dan gewoon wonen. Ook deze vorm van kinderopvang heeft gevolgen voor de directe omgeving. Het halen en brengen van de kinderen veroorzaakt extra verkeersbewegingen en parkeerdruk. Bovendien bestaat er kans op geluidsoverlast. Daarom wordt voor het aantal kinderen dat mag worden opgevangen een maximum gesteld van vier. In deze vorm wordt kinderopvang als passend binnen de woonbestemming gezien. 6

7 3. Wat is er gewijzigd in deze herziening Hier onder is in het kort weergegeven welke criteria in de nieuwe nota gewijzigd zijn: Er is onderscheid gemaakt tussen aan huis verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. Aan huis verbonden beroepen, waarbij de oppervlakte die voor het aan huis verbonden beroep wordt benut niet meer bedraagt dan 50 m², zijn bij recht toegestaan. De overige activiteiten zijn slechts met toepassing van een vrijstelling toegestaan; Detailhandel als afzonderlijke aan huis verbonden activiteit is niet toegestaan; Er is een beperking voor reclame-uitingen opgelegd van één aan de gevel gebonden reclame-uiting per perceel met een maximale maat van 0,3 bij 0,4 meter; Bedrijfsmatige kinderopvang komt niet terug op de lijst van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. Oppas aan huis of gastouder, waarbij maximale vier kinderen worden opgevangen, is wel toegestaan. 7

8 4. Van toepassingsverklaring Het beleidskader uit de nota aan huis verbonden activiteiten 2003 is van toepassing als toetsingskader voor een aan huis verbonden activiteit tenzij in de herziening 2006 anders is bepaald. Voor de in paragraaf 3 genoemde wijzigingen is de herziene nota 2006 het toetsingskader. 8