Bestemmingsplan parapluregeling gastouderopvang in woningen in de gemeente Werkendam

Transcriptie

1 Bestemmingsplan parapluregeling gastouderopvang in woningen in de gemeente Werkendam - Ontwerp - Gemeente Werkendam, januari 2016 Unit Ruimte, taakveld Ontwikkeling & Beleid

2 Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding o 1.1 Algemeen o 1.2 Geldende bestemmingsplannen o 1.3 Leeswijzer Hoofdstuk 2 Motivering Hoofdstuk 3 Randvoorwaarden Hoofdstuk 4 Juridische planopzet o 4.1 Planopzet o 4.2. Artikelsgewijze toelichting Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid o 5.1 Economische uitvoerbaarheid o 5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

3 Hoofdstuk 1 Algemeen 1.1 Aanleiding Dit bestemmingsplan wordt een paraplubestemmingsplan genoemd omdat de opgenomen regels betrekking hebben op meerdere bestemmingsplannen. Het toepassingsbereik verschilt per onderwerp dat in dit paraplubestemmingsplan geregeld wordt. De aanleiding voor het opstellen van dit bestemmingsplan is het ontbreken binnen de geldende bestemmingsplannen in de gemeente in een regeling voor gastouderopvang in woningen. 1.2 Geldende bestemmingsplannen Dit paraplubestemmingsplan geldt voor alle reeds digitaal ontsloten bestemmingsplannen binnen de gemeente Werkendam waar de hoofdbestemming wonen, woondoeleinden of woongebied is en binnen andere bestemmingen waar tevens bewoning is toegestaan (bedrijfs/dienstwoningen binnen onder andere de bestemming agrarisch, bedrijf/bedrijventerrein, maatschappelijk, dienstverlening, detailhandel, horeca) - Kern Werkendam (vastgesteld ) - Kern Werkendam: Burchtstraat en Bergseveld (vastgesteld ) - Centrum Werkendam (vastgesteld ) - Kern Sleeuwijk (vastgesteld ) - Kern Sleeuwijk: Rijksstraatweg 180 (vastgesteld ) - Kern Nieuwendijk (vastgesteld ) - Kern Dussen (vastgesteld ) - Kern Hank (vastgesteld ) - Buitendijk 109 Hank (vastgesteld ) - Bruine Kilhaven en Bandijk (vastgesteld ) - Beatrixhaven, Biesboschhaven en Steurgat (vastgesteld ) - Loswal, Schellevis Beton (vastgesteld ) - Eikenlaan, Transvaal en de Es (vastgesteld ) - Buitengebied (vastgesteld 6 oktober 2015) - Buitengebied: Buitenkade 13 (vastgesteld ) - Werkensepolder II (vastgesteld ) - Westerhei (vastgesteld op ) - Nieuwe Banne (vastgesteld ) - Roode Camer (vastgesteld ) - Zandweide (vastgesteld ) De regeling voor gastouderopvang geldt in aanvulling op de hiervoor onder dat kopje opgenomen bestemmingsplannen. Voor het overige blijven de regels alsmede de verbeeldingen zoals opgenomen in de hierboven genoemde bestemmingsplannen geheel van toepassing. 1.3 Leeswijzer De toelichting van dit bestemmingsplan is opgebouwd uit 5 hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 de motivering gegeven voor de gemaakte keuzes en in hoofdstuk 3 de milieuaspecten. Hoofdstuk 4 geeft de planopzet weer. Hoofdstuk 5 gaat nader in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid.

4 Hoofdstuk 2 Motivering Binnen de bestemming wonen/woondoeleinden en de andere bestemmingen waarbinnen wonen in een bedrijfswoning is toegestaan, is het niet (direct) toegestaan gronden of bouwwerken te gebruik ten behoeve van beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten. Gastouderopvang is in beginsel een baan waar inkomsten tegenover staan en is om die reden niet direct toegestaan binnen de woning. Wel is in de diverse bestemmingsplannen een afwijkingsmogelijkheid opgenomen op grond waarvan onder voorwaarden medewerking verleend kan worden aan beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten aan huis. Zo moet de bewoner het bedrijf/beroep zelf uitoefenen en moet de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijven. Om dit te waarborgen is aanvullend (onder andere) geregeld dat de oppervlakte die voor het bedrijf/beroep aan huis mag worden gebruikt niet meer mag bedragen dan 45 m2. Dit laatste voorschrift maakt dat deze afwijking moeilijk toepasbaar is voor deze bijzondere vorm van bedrijfs/beroepsuitoefening aan huis. Het huis en de tuin van de gastouders zijn de verblijfsruimte. Ook de buitenruimte wordt logischerwijze gebruikt voor de gastkinderen. Recentelijk is als gevolg van een rechterlijke procedure bij zowel de rechtbank van Oost- Nederland als de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State jurisprudentie ontstaan over de mogelijkheden tot vestiging van kinderopvang binnen een woonbestemming. De uitspraak van de Afdeling stelt dat kinderopvang niet inherent is aan een woonbestemming indien dit niet expliciet is geregeld in het bestemmingsplan (ABRS 19 september 2012, nr /1/A1). Om gastouderopvang in de woning toe te staan is het om die reden noodzakelijk hiertoe expliciet een regeling in het bestemmingsplan op te nemen. De gemeente Werkendam wenst gastouderopvang in woningen zo veel mogelijk te faciliteren. Ruimtelijk is daar ook helemaal niets op tegen. De ruimtelijke impact is zeer beperkt. Spelende kinderen horen bij de woonomgeving. Het maximum aantal (6, inclusief eigen kinderen van 0-13)) en de vereisten die aan de woning worden gesteld zijn geborgd door regelgeving op een ander vlak (Wet Kinderopvang). De gemeente registreert gastouders en schakelt de GGD in voor de controle op de eisen. Van parkeeroverlast zal niet/nauwelijks sprake zijn. Naast het feit dat niet eens echt van parkeren kan worden gesproken, worden kinderen doorgaans niet allemaal op dezelfde tijd bij de gastouder gebracht/gehaald. Gelet op het voorgaande en omdat de ruimtelijke uitstaling van een gastouderwoning niet anders is dan dat van een gezin met kinderen, wordt via deze parapluregeling geregeld dat binnen een woning met een omgevingsvergunning voor afwijking van het bestemmingsplan gastouderopvang kan worden toegestaan. Het toetsingskader is hetzelfde als voor de overige aan huis gebonden bedrijven en beroepen. Op deze wijze wordt tegemoet gekomen aan de uitspraak van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hoofdstuk 3 Randvoorwaarden In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de milieuaspecten. De huidige regeling voor aan huis gebonden bedrijven en beroepen biedt reeds de mogelijkheid gastouderopvang toe te staan mits het gebruiksoppervlak hiervan beperkt blijft

5 tot 45 m2. Omdat er doorgaans meer ruimte nodig is omdat ook de buitenruimte wordt betrokken, zal voor gastouderopvang dit maximum van 45 m2 worden loslaten. Het loslaten van dat maximum leidt niet tot nadelige gevolgen voor natuur- en milieu. Het is, ook wanneer daarvoor een groter oppervlak in gebruik wordt genomen een kleinschalige activiteit die vergelijkbaar is met die van een groot gezin. Er zijn geen wettelijke geluidsnormen voor stemgeluid van buiten spelende kinderen. Ook de verkeers- en parkeerdruk neemt niet toe bij het toestaan van een groter oppervlak aan gebruiksruimte. Er zijn dan ook geen effecten op natuur/milieu te verwachten. Hoofdstuk 4 Juridische planopzet 4.1. Planopzet Deze partiële herziening bestaat uit planregels en een toelichting. Gastouderopvang Deze herziening voorziet voor dit onderdeel op een aanpassing van de algemene gebruiksregels. Ook wordt de begripsomschrijving aangevuld met het begrip gastouderopvang. 4.2 Artikelsgewijze toelichting In artikel 1 is het begrip gastouderopvang toegevoegd aan de begripsbepalingen van de genoemde bestemmingsplannen in hoofdstuk 1.2. Dat is kinderopvang waarbij de opvang plaatsvindt op het woonadres van de gastouder, met dien verstande dat op dit adres niet meer dan een voorziening voor gastouderopvang is gevestigd, bestaande uit de gelijktijdige opvang van ten hoogste zes kinderen (inclusief eigen kinderen van 0-13 jaar) en verder zoals bepaald in de Wet Kinderopvang. In artikel 2 is de regeling opgenomen die aanvullend geldt en die bepaalt dat bij een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels voor het uitoefenen van een beroep of bedrijf aan huis de maximum oppervlakte van 45 m2 niet geldt in het geval het bedrijf aan huis een gastouderopvang betreft. In artikel 4 is kenbaar gemaakt dat de regels in dit bestemmingsplan worden aangehaald als Regels van het bestemmingsplan parapluregeling gastouderopvang in woningen en lichtmasten op sportterreinen in de gemeente Werkendam. Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid 5.1 Economische uitvoerbaarheid Ingevolge artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening dient de gemeenteraad in beginsel een exploitatieplan vast te stellen voor gronden waarop een bouwplan is voorgenomen met bepaalde afmetingen, tenzij het verhaal van kosten anderszins is verzekerd. In artikel van het Besluit ruimtelijke ordening worden de gevallen opgesomd. Voor gebouwen van ten minste 1000 m2 dient in voorkomende gevallen een exploitatieplan te worden opgesteld. Dit bestemmingsplan is een herziening van beperkte omvang en heeft geen betrekking op nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Een exploitatieplan is voor dit bestemmingsplan niet vereist.

6 5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Overleg met overlegpartners Op grond van artikel van het Besluit ruimtelijke ordening dient de gemeente bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met betrokken Waterschappen en diensten van Rijk en Provincie die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn. Dit plan bevat geen uitvoeringsaspecten en maakt geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk. Met deze paraplu-partiële herziening zijn geen nationale, provinciale, dan wel waterschapsbelangen in het geding. Om die reden heeft geen vooroverleg plaatsgevonden met het rijk, de provincie en het waterschap. Inspraak In artikel lid 1, aanhef en onder e van het Besluit ruimtelijke ordening is bepaald dat een beschrijving dient te worden opgenomen van de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereidingen van het bestemmingsplan zijn betrokken. Voor dit bestemmingsplan is geen inspraakronde gehouden. Vanzelfsprekend heeft een ieder wel de mogelijkheid zienswijzen kenbaar te maken tegen het ontwerpbestemmingsplan.