Beauty and the Brain. De Effecten van Aantrekkelijke Modellen op Tevredenheid met de Partner en de Relatie.
|
|
- Carla Goossens
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Beauty and the Brain De Effecten van Aantrekkelijke Modellen op Tevredenheid met de Partner en de Relatie. Naam: Jos Verbrugge Studentnummer: Begeleider: drs. Michael L. W. Vliek Datum:
2 Abstract Over de invloeden van de schoonheidscultuur op het zelfbeeld is veel bekend. Dit geld niet voor de invloed op het beeld van de partner. De sociale vergelijkingstheorie (Festinger, 1954) en de discrepantietheorie (Michalos, 1984) doen vermoeden dat de tevredenheid met de aantrekkelijkheid van de partner en de relatie af zullen nemen na het zien van aantrekkelijke alternatieven. Ppn. willen daardoor mogelijk afstand nemen van hun partner (CORF; Snyder, Lassegard & Ford, 1986). In dit onderzoek completeerde 146 ppn. vragenlijsten gericht op het meten van trait self-esteem en tevredenheid met de relatie en de (ideale) partner. De analyses aan de hand van een 2 (reclames met of zonder aantrekkelijke modellen van het andere geslacht) x 2 (sekse) design lieten zien dat Ppn. na manipulatie hun partner niet minder aantrekkelijk gingen vinden. Mannen waren wel minder tevreden met hun relatie. Ppn. lijken na manipulatie ook afstand te nemen van hun partner.
3 Inleiding De media worden vaak bekritiseerd vanwege de hoge standaard van schoonheid die zij hanteren en deze standaard van schoonheid lijkt nog hoger te liggen in reclame. De hedendaagse bladen presenteren slankheid in vrouwen en gespierdheid in mannen als ideaalbeeld, met nadelige gevolgen. Zo toont een groeiende hoeveelheid onderzoeken aan dat vrouwen na het zien van slanke modellen minder tevreden zijn met hun eigen fysieke verschijning en self-esteem (Richins, 1991; Monro & Huon, 2005), een effect dat ook voor mannen opgaat (Aglietta & Tantleff-Dunn, 2004). Daarnaast lijkt er een verband te bestaan tussen de mediaconsumptie van mannen en de eisen die zij aan het uiterlijk van een potentiële partner stellen (Harrison & Cantor, 1997), maar deze relatie is verder weinig onderzocht. Wanneer ideaalbeelden van schoonheid invloed hebben op hoe tevreden mensen zijn met hun eigen lichaam, dan is het aannemelijk dat dezelfde beelden invloed hebben op hoe tevreden zij zijn met de fysieke verschijning van de mensen om zich heen. In dit onderzoek wordt gekeken naar de invloed van aantrekkelijke modellen van het andere geslacht op de mate van tevredenheid met de eigen partner en relatie. Daarvoor is het van belang om te weten op welke manier mensen bepalen hoe tevreden zij zijn en wat voor invloed de omgeving op deze inschattingen kan hebben. Volgens de discrepantietheorie van Michalos (1985) wordt de tevredenheid met een bepaald domein bepaalt door het verschil dat mensen ervaren tussen hun huidige toestand en de toestand waarmee zij zichzelf vergelijken. Naarmate het verschil tussen deze twee toestanden groter wordt zal men ontevredener zijn met de huidige situatie. Naast interne concepten worden ook mensen in de omgeving als vergelijkingsstandaard gebruikt (Vermunt, Spaans & Zorge, 1989), wat kan betekenen dat ook modellen in reclames mogelijk als vergelijkingsstandaard kunnen dienen. De effecten van vergelijkingen die men maakt tussen zichzelf en anderen in de omgeving worden beschreven in de sociale vergelijkingstheorie (Festinger, 1954). Volgens Festinger maakt men deze vergelijkingen wanneer men een evaluatie van de eigen situatie wil hebben. Daarbij kunnen vergelijkingen met mensen die er beter voor staan, de opwaartse vergelijkingen, lonen in het opzicht dat wanneer mensen zich een beeld vormen van de verschillen met mensen die beter af zijn, zij daar lering uit kunnen trekken (Wood, 1989). Vergelijkingen met mensen die er slechter voor staan, neerwaartse vergelijkingen, kunnen leiden tot een herstel van zelfvertrouwen in geval van tegenslag doordat men zich realiseert dat er mensen zijn die nog slechter af zijn. Opwaartse sociale vergelijkingen hebben echter ook nadelige effecten. Uit een literatuurstudie blijkt namelijk dat opwaartse vergelijkingen alleen een positief effect kunnen hebben op
4 eigenwaarde en stemming wanneer men of veel zelfvertrouwen heeft of wanneer men een belangrijke eigenschap deelt met de persoon waar men zich mee vergelijkt (Collins, 1996). Maar zelfs wanneer aan deze voorwaarden wordt voldaan kunnen opwaartse vergelijkingen nadelig zijn voor het zelfvertrouwen of de tevredenheid met (een bepaald deel van) het eigen leven. Dat gegeven, gekoppeld aan het feit dat de standaard in reclames onrealistisch hoog is wanneer het fysieke schoonheid betreft (Belk & Pollay, 1996), doet vermoeden dat wanneer mensen zich met reclames vergelijken deze vergelijkingen voor het merendeel een negatief effect zullen hebben op de tevredenheid met de eigen fysieke schoonheid. Om te bewijzen dat deze redenering klopt moet eerst worden bewezen dat mensen daadwerkelijk hun eigen aantrekkelijkheid vergelijken met de aantrekkelijkheid van modellen uit reclames. Richins (1991) liet daarom twee focusgroepen met in totaal negen vrouwelijke studenten kijken naar acht foto s uit modebladen. Vier van deze foto s vertoonden een close-up van het gezicht van een zeer aantrekkelijke vrouw, de andere vier toonden het volledige lichaam van een aantrekkelijke en schaars geklede vrouw. Vervolgens schreven de vrouwen hun gedachten op een blanco vel. Uit deze reacties kwam naar voren dat de vrouwen zichzelf bewust vergeleken met de modellen. Sterker nog, bijna alle vrouwen gaven aan de modellen te benijden, wat lijkt aan te tonen dat de vrouwen ontevreden waren met hun eigen uiterlijk, als gevolg van de vergelijking. In een vervolgonderzoek (Richins, 1991) werd aan 80 vrouwelijke proefpersonen gevraagd aan te geven in welke mate zij hun uiterlijk vergeleken met modellen uit modebladen en het bleek dat 70% van de vrouwen wel eens dachten over hoe slecht zij er uit zagen na het zien van een reclame. Toch gebruikte 48% van de vrouwen diezelfde reclames wel als inspiratie materiaal wanneer ze zich moesten kleden voor een speciale gelegenheid. Vrouwelijke modellen worden dus, in ieder geval door vrouwen, regelmatig gebruikt als vergelijkingsstandaard. In een soortgelijk onderzoek waarbij mannen naar aantrekkelijke gespierde mannelijke modellen keken, bleek dat ook mannen zichzelf vergeleken met deze modellen. Na het zien van deze modellen gaven zij namelijk aan minder tevreden te zijn met hun gezicht, haar en gespierdheid (Aglietta & Tantleff-Dunn, 2004). Het lijkt daarmee bewezen dat mensen zichzelf vergelijken met modellen van hetzelfde geslacht en als gevolg hiervan minder tevreden worden met hun eigen uiterlijk. Men kan zich vervolgens afvragen of de vergelijkingen met modellen beperkt blijven tot de eigen persoon, of dat men ook de eigen directe sociale omgeving - zoals een romantische partner - met deze modellen vergelijkt. Deze vraag heeft echter verrassend weinig aandacht gekregen van onderzoekers. Hargreaves en Tiggemann (2002) deden het enige bekende onderzoek waarin aandacht werd besteed aan de invloed van slanke modellen in reclames op de eisen die mannen aan hun partner stellen. Zij lieten een grote hoeveelheid mannelijke middelbare scholieren 30
5 minuten kijken naar een videoband met reclames. Voor dat de band werd vertoond gaven de jongens aan in welke mate zij belang hechtte aan uiterlijk. Na de band gezien te hebben moesten de jongens aangeven in welke mate zij belang hechtten aan uiterlijk in hun ideale partner. In de manipulatieconditie bevatte deze band voornamelijk reclames met slanke vrouwen, in de controle conditie zagen de proefpersonen alleen reclames zonder vrouwen of vrouwen met een normaal postuur. De proefpersonen die veel of weinig belang hechtten aan uiterlijk verschilden niet significant tussen de condities in de mate waarin zij aantrekkelijkheid belangrijk vonden in hun partner. De proefpersonen die uiterlijk gemiddeld belangrijk vonden, gaven echter wel aan uiterlijk belangrijker te vinden in hun ideale partner na het zien van aantrekkelijke modellen. De generaliseerbaarheid van deze gegevens is echter beperkt. Om te beginnen is het aannemelijk dat de jonge proefpersonen met een gemiddelde leeftijd van 14 jaar anders reageren op slanke modellen dan volwassen mannen. De potentiële partners voor deze jongens zijn vermoedelijk meisjes van dezelfde leeftijd en men kan aannemen dat deze meisjes gemiddeld genomen niet hetzelfde vetpercentage of dezelfde bouw hebben als volwassen vrouwen. De slankheid van de modellen in de reclame heeft voor deze jongens dan vermoedelijk een ander effect dan voor oudere mannen. Daarnaast verschilden de vrouwen in de reclames tussen de condities in slankheid en niet in aantrekkelijkheid, terwijl de afhankelijke maat wel aantrekkelijkheid betrof. Tot slot voeren de onderzoekers zelf aan dat het mogelijk is dat de jongens die gemiddeld scoorden op het belang dat zij hechtten aan uiterlijk niet daadwerkelijk een gemiddeld belang hechtten aan uiterlijk, maar simpelweg een minder sterk ontwikkeld beeld hadden over het belang van uiterlijk en hierdoor makkelijker beïnvloed konden worden. In een soortgelijk onderzoek kregen volwassen mannen een foto met een vrouw te zien die zij op verschillende aspecten moesten beoordelen, waaronder aantrekkelijkheid (Kenrick & Guiterres, 1980). In de manipulatieconditie kregen de proefpersonen tijdens de uitleg een proeffoto met een aantrekkelijke vrouw te zien, in de controle conditie kregen de proefpersonen dezelfde uitleg zonder de proeffoto. De mannen die de proeffoto hadden gezien gaven aan de vrouw minder aantrekkelijk te vinden dan de mannen die geen proeffoto hadden gezien. Dit onderzoek laat zien dat mannen na het zien van een aantrekkelijke vrouw een gemiddelde onbekende vrouw minder aantrekkelijk vinden, maar dit zegt nog steeds weinig over de invloed van aantrekkelijke modellen op de wijze waarop mannen hun partner beoordelen. In hetzelfde artikel bespreken Kenrick en Guiterres een experiment waarin mannelijke proefpersonen woonachtig in een studentenhuis door twee mannelijke medewerkers werden gevraagd om hen te helpen bij een conflict. De beide heren wilden een blind-date regelen voor een derde vriend, maar waren het niet eens of de vrouw die ze in gedachten hadden wel aantrekkelijk genoeg was. Ze vroegen de mannelijke studenten om een foto van het meisje een cijfer te geven. Het moment waarop de proefpersonen dit werd gevraagd varieerde tussen de condities. In de manipulatieconditie hadden de proefpersonen zojuist een aflevering van Charlies
6 Angels gezien, een televisieshow rond drie aantrekkelijke vrouwen. In de controleconditie hadden de proefpersonen een televisie programma gezien waarin aantrekkelijke vrouwen niet prominent aanwezig waren. De mannen die Charlies Angels hadden gekeken gaven aan de vrouw minder aantrekkelijk te vinden dan de proefpersonen die naar een neutraal programma hadden gekeken. Hieruit concluderen de onderzoekers dat ook de aantrekkelijkheidscores van potentiële partners negatief worden beïnvloed door aantrekkelijke vrouwen in de media. Hierbij gaan zij echter voorbij aan het feit dat de beoordeelde vrouw wel vrijgezel was, maar niet beschikbaar, er was immers al een gegadigde voor een blind-date, bovendien is niet bekend of de mannen vrijgezel waren. Verder zijn er geen conclusies te trekken met betrekking tot de invloed van aantrekkelijke modellen op de tevredenheid met de partner op basis van onderzoeken die zich richten op potentiële partners. Het beeld dat mensen hebben van een potentiële partner die zij verder niet kennen is vermoedelijk veel meer voor beïnvloeding vatbaar dan het beeld dat mensen hebben van een partner waar ze al langere tijd mee samen zijn. Het enige bekende onderzoek waarbij wel gekeken werd naar het effect van modellen op de tevredenheid met verschillende aspecten van de daadwerkelijke partner van de proefpersonen is gedaan door dezelfde onderzoekers, maar hierbij maakten zij gebruik van naakte modellen (Kenrick, Guiterres & Goldberg, 1989). Zowel mannen als vrouwen gaven aan hun partner minder seksueel aantrekkelijk te vinden na het zien van erotische beelden van het andere geslacht dan mannen en vrouwen die plaatjes van abstracte kunst hadden gezien. Dit onderzoek doet vermoeden dat aantrekkelijke modellen van het begeerde geslacht de tevredenheid met bepaalde aspecten van de partner kan verminderen, de generaliseerbaarheid van deze uitkomsten naar de situatie waarin mensen worden blootgesteld aan geklede modellen is echter beperkt. Het is niet uit te sluiten dat de gevonden effecten een gevolg zijn van seksuele opwinding die erotische foto s kunnen opwekken. Verder bleken de mannen die erotische modellen hadden gezien minder verliefd te zijn op hun partner dan mannen die abstracte kunst hadden gezien (Kenrick et al., 1989). Een mogelijke verklaring hiervoor kan zijn dat wanneer een persoon of groep in de eigen omgeving slecht presteert dit een bedreiging kan vormen voor het self-esteem, waardoor men als beschermingsreactie zichzelf zal distantiëren van desbetreffende persoon of groep. Eerder onderzoek (Snyder, Lassegard & Ford, 1986) toonde aan dat proefpersonen die te horen hadden gekregen dat zij in een falende groep zaten zichzelf distantieerde van deze groep door minder mee te willen doen met een groepspresentatie en minder identificerende groepsbuttons pakten en droegen dan proefpersonen die geen feedback hadden ontvangen over de groepsprestatie. De onderzoekers noemden dit fenomeen cutting of reflected failure (CORF). In het geval van de mannen die naar erotische modellen hadden gekeken kan het zijn dat zij zich van hun relatief
7 onaantrekkelijke partner hebben willen distantiëren door aan te geven minder verliefd op hun partner te zijn. Samengevat hebben is zowel onderzocht wat de invloed is van aantrekkelijke geklede modellen op scores van potentiële partners (Kenrick & Gutierres 1980) als wat de invloed is van aantrekkelijke naakte modellen op de scores van daadwerkelijke partners (Kenrick et al., 1989). Naar het effect van geklede modellen op de tevredenheid met de daadwerkelijke partner hebben voor zover bekend noch zij, noch enige andere onderzoeker tot dusver onderzoek gedaan. Op basis van de literatuur is het hoofddoel van dit experiment dan ook het toetsen van de volgende hypothese (H1): Het zien van aantrekkelijke modellen van het andere geslacht leidt tot een daling in de tevredenheid met de aantrekkelijkheid van de partner bij proefpersonen die zich in een heteroseksuele relatie bevinden. Wanneer deze daling daadwerkelijk plaatsvindt en op basis van besproken onderzoek waaruit bleek dat mannen na het zien van erotische plaatjes minder verliefd waren op hun partner (Kenrick, Guiterres en Goldberg, 1989) volgt de tweede hypothese (H2): Heteroseksuele proefpersonen in een relatie die blootgesteld worden aan aantrekkelijke modellen van het andere geslacht, zullen minder tevreden zijn met hun huidige relatie. Aangezien de hoofdmanipulatie blootstelling aan aantrekkelijke modellen van het andere geslacht zal zijn is het mogelijk om nog een derde hypothese te onderzoeken. Uit eerder onderzoek blijkt dat aantrekkelijke mannelijke modellen geen invloed hebben op hoe tevreden vrouwen met hun uiterlijk zijn (Brown, Novick, Lord & Richards, 1992). Modellen van het andere geslacht vormen vermoedelijk geen bron van vergelijking wanneer men de eigen aantrekkelijkheid inschat. In dit onderzoek kan deze bevinding worden uitgebreid naar mannen die vrouwelijke modellen te zien krijgen. De derde hypothese van dit experiment is dan ook (H3): Mensen die blootgesteld worden aan aantrekkelijke modellen van het andere geslacht zullen geen lager gevoel van lichaamstevredenheid ervaren. Op basis van het onderzoek naar CORF (Snyder, Lassegard & Ford, 1986) luidt de laatste hypothese (H4): Mensen in relaties zullen hun self-esteem op pijl houden door zich te distantiëren van hun partner.
8 Naast de toetsing van deze hypothesen, zal er exploratief gekeken worden of naast een vermoed effect op de tevredenheid met de aantrekkelijkheid van de partner er ook effecten bestaan voor de tevredenheid met andere aspecten van de partner. Ook zal in een vervolg op het experiment van Hargreaves en Tiggemann (2002) exploratief gekeken worden naar het effect van de manipulatie op het belang dat volwassen vrijgezellen hechten aan fysieke aantrekkelijkheid en andere aspecten in hun ideale partner. Methode Proefpersonen Proefpersonen werden geworven via en internetforums. Deelnemers maakten bij deelname kans op een irischeque ter waarde van 40 euro. In totaal voltooiden 160 proefpersonen het onderzoek. Uit de exitvragen bleken 9 proefpersonen homoseksueel te zijn en 3 proefpersonen het doel van het onderzoek juist te hebben geraden. Zij werden uitgesloten van verdere analyses. De data van 2 proefpersonen deed vermoeden dat zij niet serieus hadden meegedaan aan het onderzoek en zij werden eveneens uitgesloten voor verdere analyses. In totaal bleven er 146 proefpersonen over voor analyse (86 vrouwen en 60 mannen; leeftijd: M = 30.34, SD = 10.05). Toewijzing aan de condities gebeurde at random, waarbij! van de proefpersonen toegewezen werd aan de controle conditie en " aan de manipulatieconditie. Dit werd gedaan om bij gebrek aan proefpersonen in ieder geval een substantiële controlegroep te kunnen verkrijgen. Procedure Het onderzoek werd gepubliceerd op het internet. Allereerst werd gevraagd naar het geslacht en de leeftijd, waarna alle proefpersonen dezelfde introductie te lezen kregen. In deze introductie werd de proefpersonen verteld dat zij 10 reclames te zien zouden krijgen, en dat bij elke reclame enkele vragen gesteld zouden worden. Deze 10 reclames werden gevolgd door enkele algemene persoonlijke vragen, waarbij werd benadrukt dat de gegevens volstrekt vertrouwelijk zouden worden behandeld en iedereen anoniem zou blijven. Tot slot werd meegedeeld dat wanneer men op het eind van het onderzoek zijn of haar adres zou invullen, men kans maakte op 40 euro aan irischeques en dat de duur van het onderzoek gemiddeld 10 minuten was. Vervolgens werden de proefpersonen at random toegewezen aan de manipulatie of de controle conditie. In de manipulatie conditie kregen mannelijke proefpersonen 10 tijdschriftreclames te zien met aantrekkelijke vrouwen. Vrouwen kregen in de manipulatieconditie 10 reclames met aantrekkelijke mannen te zien. In de controle conditie kregen alle proefpersonen 10 neutrale reclames te zien zonder modellen. Na het beoordelen van deze reclames werd de proefpersonen
9 gevraagd of zij zich in een duurzame relatie bevonden en vervolgens werden de relevante afhankelijke maten afgenomen. Onafhankelijke variabelen. In een pilotstudy werden 10 mannen en 10 vrouwen gevraagd om 25 reclames met respectievelijk vrouwelijke en mannelijke modellen te beoordelen op aantrekkelijkheid door een cijfer te geven tussen de 1 en de 10. Op basis van deze gegevens werden de 10 meest aantrekkelijke mannelijke (M = 7.41, SD =.36) en de 10 meest aantrekkelijke vrouwelijke modellen (M = 7.45, SD =.31) geselecteerd. Om het doel van het onderzoek te verhullen werd de proefpersonen bij elke reclame gevraagd om op een 7-punts schaal aan te geven hoe aantrekkelijk zij het product vonden en in welke mate zij geneigd waren het product in de nabije toekomst aan te schaffen. In de manipulatieconditie werd als manipulatiecontrole bij elke reclame ook gevraagd om aan te geven hoe aantrekkelijk men het model vond. De modellen werden aantrekkelijk bevonden door zowel de vrouwen (M = 4.41, SD = 1.10) als de mannen (M = 4.66, SD = 1.17) en de mate van aantrekkelijkheid verschilde niet significant tussen beide sekses (t (92) = 1.50, p =.14). Afhankelijke maten Relatietevredenheid Wanneer proefpersonen aangaven zich in een relatie te bevinden, dan werd eerst de tevredenheid met de relatie gemeten. Dit gebeurde met behulp van de Relationship Assesment Scale (Hendrick, 1998) bestaande uit zeven items als Hoe tevreden bent u over het algemeen genomen met uw relatie? en Hoe vaak wenst u dat u nooit aan deze relatie was begonnen? (reverse scored) die gescoord werden op een 7 punt schaal. Aan deze vragenlijst werd een item toegevoegd dat expliciet vroeg naar de tevredenheid met de huidige partner. Uit een Principale Axis Factor Analyse (gebruik makende van direct oblimin rotatie) kwam een enkele factor naar voren met een Eigenwaarde hoger dan 1 die % van de variantie verklaarde. Deze factor bestond uit zes items en deze vormden samen de schaal Relatietevredenheid (! =.848). De items Hoeveel houdt u van uw partner en Hoeveel problemen heeft u in uw relatie vielen af. Tevredenheid met aspecten van de partner
10 Vervolgens werd de tevredenheid met verschillende aspecten van de huidige partner gemeten met behulp van 15 items uit de IDEAL vragenlijst (Clark, Dover, Geher & Presson, 2005), bedoelt voor het meten van het belang dat men hecht aan verschillende aspecten in de ideale partner op 7 punt schalen. De vragenlijst werd zo aangepast dat proefpersonen werd gevraagd hoe tevreden men was met een eigenschap van de huidige partner, zoals Begrijpend, in plaats van hoe belangrijk men de eigenschap Begrijpend vond in de ideale partner. Uit een Principale Axis Factor Analyse (gebruik makende van direct oblimin rotatie) kwamen vijf factoren met een Eigenwaarde boven de 1 naar voren die gezamenlijk % van de variantie verklaarden. De schaal Warmte die 22.55% van de variantie verklaarde, bestond uit drie items, Begrijpend, Ondersteunend en Warm (! =.80). De schaal Middelen die % van de variantie verklaarde bestond uit de items Ambitieus, Goede Baan, Financiële Zekerheid en Succesvol (! =.89). De schaal Aantrekkelijkheid verklaarde % van de variantie en bestond uit de items Mooi Lichaam en Sexy (! =.85). De schaal Betrouwbaarheid verklaarde 9.3 % van de variantie en bestond uit de items Betrouwbaar en Eerlijk (! =.86). De laatste factor verklaarde % van de variantie en bestond uit een enkel item Goede Smaak in Kleding. Belang van aspecten in de ideale partner. Wanneer proefpersonen aangaven zich niet in een relatie te bevinden, dan werd de het belang dat men hechtte aan verschillende aspecten in de ideale partner gemeten door middel van de originele IDEAL vragenlijst (Clark, Dover, Geher & Presson, 2005). Een Principale Axis Rotatie Analyse bleek helaas niet mogelijk aangezien een van de factoren om onbekende redenen een communaliteit van boven de 1 had. Besloten is om de originele factoren aan te houden zoals die bij de constructie van de vragenlijst zijn gedefinieerd. Namelijk de schalen Warmte- Betrouwbaarheid (! =.70), Vitaliteit-Aantrekkelijkheid (# =.72) en Fysieke Middelen - Ambitie (# =.85). Self-esteem, Eigenwaarde en Lichaamstevredenheid. Ten slotte moesten alle proefpersonen zes items beantwoorden geselecteerd uit de state selfesteem schaal van Heatherton & Polivy (1991). De selectie bestond uit drie items waarvan aannemelijk was dat zij de tevredenheid met de eigen persoon in het geheel zouden meten en drie items waarvan aannemelijk was dat zij de tevredenheid met de eigen fysieke verschijning zouden meten. Deze vermoedens werden bevestigd door de Principale Axis Rotatie analyse
11 (gebruikmakende van de direct oblimin rotatie) waaruit twee factoren met een eigenwaarde boven de 1 naar voren kwamen die gezamenlijk % van de variantie verklaarden. De schaal Eigenwaarde die 52.54% van de variantie verklaarde bestond uit drie items zoals Ik heb een goed gevoel over mezelf (! =.77). De schaal Lichaamstevredenheid verklaarde % van de variantie en bestond uit drie items zoals Ik ben tevreden met hoe mijn lichaam er op dit moment uit ziet (! =.73). Er werd ook een schaal Self-esteem geconstrueerd die alle items bevatte (! =.82). Dit werd gedaan omdat de statistische kracht van deze schaal groter is, en aangenomen mag worden dat de gecombineerde items een betere representatie vormen van het construct Self-esteem. Resultaten Parametrische tests over de schalen. Helaas bleken de meeste schalen significant schuin verdeeld te zijn. Alleen voor de schalen Warmte-Betrouwbaarheid en Middelen- Ambitie van de IDEAL vragenlijst bleken de data te voldoen aan de parametrische eisen. Na logaritmische transformaties van de scores voldeden ook de schalen Self-esteem en Middelen aan de parametrische test eisen. Het item Hoeveel houdt u van uw partner? dat gebruikt wordt om hypothese 4 te testen bleek eveneens aan de parametrische eisen te voldoen. Over deze factoren werden twee-weg (Sekse x Conditie) onafhankelijke ANOVA s uitgevoerd, tenzij anders aan gegeven. Voor alle andere variabelen werd gebruik gemaakt van de non-parametrische Mann-Whitney s U test. Resultaten van de aangepaste IDEAL-vragenlijst voor proefpersonen in een relatie. Parametrische resultaten. De twee weg ANOVA over de getransformeerde scores voor de middelen van de partner liet een trend zien als gevolg van conditie (F (1, 91) = 3.10, p =.08). Het hoofdeffect van sekse (F (1,91) 1, p = n.s.) en het interactie-effect tussen sekse en manipulatie (F (1,91) 1, p = n.s.) waren beiden niet significant. Voor de duidelijkheid worden hier de niet getransformeerde gemiddelden weergegeven voor de controle en de manipulatie conditie. Proefpersonen gaven aan minder tevreden te zijn met de middelen die hun partner te bieden had na het zien van aantrekkelijke modellen (M = 5.01, SD = 1.13) dan wanneer zij geen aantrekkelijke modellen hadden gezien ( M = 5.40, SD = 1.39). Non-parametrische resultaten
12 Analyses over de gehele populatie leverden geen significante resultaten op voor de schaal Aantrekkelijkheid (U = 927, p =.15; N = 95), waardoor de eerste hypothese niet bewezen kan worden geacht. Na splitsing van de data in mannen en vrouwen bleek er een significant effect voor mannen op de schaal Warmte (U = 78, p =.000; N = 43) waar dit afwezig was voor vrouwen (U = 282, p =.41; N = 52). Het lijkt zo te zijn dat voornamelijk mannen hun partner als minder warm gaan beschouwen na het zien van aantrekkelijke modellen (Mdn. = 6.00; N = 28) dan in de controle conditie (Mdn. = 6.33; N = 15). Resultaten van de RAS vragenlijst. Voor mannen werd een significant effect gevonden betreffende de Relatietevredenheid (U = 311.5, p=.04; N = 43), waarmee hypothese twee deels bewezen lijkt. Wanneer mannen blootgesteld waren aan aantrekkelijke modellen waren zij beduidend minder tevreden met hun relatie (Mdn. = 5.86; N = 28) dan in de controleconditie (Mdn. = 6.25; N = 15). Verder bleek dat op het item Hoeveel houdt u van uw partner? een hoofdeffect bestond voor sekse (F (1,91) = 4.50, p =.04) en een trend voor manipulatie (F (1,91) = 3.19, p=.07). Het interactie-effect was niet significant (F 1, n.s.). Mannen (M = 6.51, SD =.10) houden minder van hun partner dan vrouwen (M = 6.78, SD =.09) en proefpersonen die modellen zagen ( M = 6.53, SD =.08) hielden minder van hun partner dan proefpersonen die geen modellen zagen (M = 6.76, SD =.10). Dit laatste lijkt te bewijzen dat zowel mannen als vrouwen zich distantiëren van hun partner wanneer zij zijn blootgesteld aan aantrekkelijke modellen (H4). Resultaten van de IDEAL vragenlijst voor proefpersonen zonder relatie. Uit de tweeweg (Sekse x Conditie) onafhankelijke MANOVA over Warmte-Betrouwbaarheid en Middelen- Ambitie kwam slechts één trend voor een hoofdeffect naar voren, te weten het effect van de manipulatie op Warmte-Betrouwbaarheid (F (1, 47) = 3.17, p =.08). Alle andere hoofd en interactie-effecten hadden een F-waarde onder de 1. Proefpersonen lijken na het zien van aantrekkelijke partners verassend genoeg meer waarde te gaan hechten aan warmte en betrouwbaarheid in hun ideale partner (M = 6.23, SD =.53) dan wanneer zij geen aantrekkelijke modellen hebben gezien (M = 5.94, SD =.42). Resultaten voor Eigenwaarde, Lichaamstevredenheid en Self-esteem. Parametrisch
13 Aangezien de resultaten van de schaal Self-esteem implicaties kunnen hebben voor de vierde hypothese, werd de dataset gesplitst voor proefpersonen met een relatie en proefpersonen zonder een relatie. Voor proefpersonen die zich in een relatie bevonden bleken zowel de hoofdeffecten (Sekse (F 1, n.s.; Conditie (F 1, n.s.)) als het interactie-effect (F 1, n.s.) niet significant te zijn. Blootstelling aan aantrekkelijke modellen heeft geen effect op Self-esteem wanneer men zich in een relatie bevindt en de ondersteuning voor hypothese vier blijft hierdoor gehandhaafd. Voor proefpersonen zonder een relatie werden wederom geen significante hoofdeffecten gevonden voor zowel sekse (F 1, n.s.) als conditie (F 1, n.s.) maar wel een sterk significant interactie-effect (F (1, 47) = 7.88, p =.007). Uit een analyse van de simpele hoofdeffecten bleek dat vrouwen een significant (F (1, 47) = 5.17, p =.03) lagere score hadden op Self-esteem na het zien van modellen (M =4.58, SD =.96) dan in de controleconditie (M = 5.40, SD =.45 ). Voor mannen gold een trend ( F(1,47) = 3.28, p =.08) in de tegenovergestelde richting. Zij bleken na het zien van modellen (M = 5.36, SD = 1.14 ) juist hoger te scoren op Self-esteem, dan in de controle conditie (M = 4.69, SD =.90). Non Parametrische resultaten. Vrouwen vertoonden een trend op de schaal Lichaamstevredenheid (U = 651.5, p =.08; N = 34). In de manipulatieconditie waren zij beduidend minder tevreden met hun lichaam (Mdn. = 4.67; N = 24) dan in de controleconditie (Mdn. = 5.67; N = 10), waarmee hypothese drie deels ontkracht wordt. Aantrekkelijke mannen hebben weldegelijk een negatieve invloed op de lichaamstevredenheid van vrouwen. Toen de data wederom gesplitst werd in vrouwen met een relatie en vrouwen zonder een relatie, bleek dit effect alleen op te gaan voor vrouwen zonder een relatie (U =37.5, p =.002, N = 34 ) en niet voor vrouwen met een relatie (U = 321.5, p =.94, N = 52). Klaarblijkelijk hebben aantrekkelijke mannen alleen een negatief effect op de Lichaamstevredenheid bij vrouwen wanneer zij vrijgezel zijn (Manipulatieconditie: Mdn = 4.66, N = 24; Controleconditie: Mdn. = 5.66, N = 10). Exploratieve Correlaties. Bij de exploratieve correlaties werd gekeken naar de verschillen in correlaties tussen de manipulatieconditie en de controleconditie. Aangezien de resultaten grotendeels nonparametrisch waren, de dataset klein was en een groot aantal gelijke ranken bevatte werd gebruik gemaakt van Kendall s tau correlaties. In de controle conditie correleert de Aantrekkelijkheid met Warmte (" =.30, p =.03), een relatie die verdwijnt wanneer proefpersonen zijn blootgesteld aan aantrekkelijke alternatieve partners ("
14 =.08, p =.21). Daar waar Warmte en Aantrekkelijkheid normaalgesproken samen gaan, lijkt de invloed van modellen een scheiding tussen deze twee factoren te veroorzaken. Vermoedelijk wordt fysieke Aantrekkelijkheid een meer op zichzelf staand construct in aanwezigheid van fysiek aantrekkelijke alternatieven. In de manipulatie conditie correleert Eigenwaarde positief met Warmte (" =.27, p =.006) en Trouw (" =.26, p =.01) van de partner, waar dat in de controleconditie niet het geval was (Warmte (" =.11, p =.39); Trouw (" =.09, p =.51)). Vermoedelijk vormen Warmte en Trouw van de partner een grotere factor voor de Eigenwaarde wanneer proefpersonen zijn blootgesteld aan fysiek aantrekkelijke partners dan wanneer dat niet het geval is. Eigenwaarde correleert in de controle conditie positief met Aantrekkelijkheid (" =.373, p =.004) terwijl deze correlatie verdwijnt in de manipulatieconditie (" =.018, p =.43). Aangezien over het geheel genomen de eigenwaarde nauwelijks lijkt te veranderen tussen de condities maar er wel een trend lijkt te bestaan dat mensen hun partner minder aantrekkelijk gaan vinden na het zien van modellen, doen deze resultaten vermoeden dat mensen met een hoge eigenwaarde als gevolg van de manipulatie een sterkere daling in de tevredenheid met de aantrekkelijkheid van de partner laten zien dan proefpersonen met een lage eigenwaarde. In de manipulatie conditie gaan Vitaliteit-Aantrekkelijkheid en de Eigenwaarde positief correleren (" =.40, p =.002), waar dat in de controle conditie niet het geval was(" =.02, p =.92). Discussie De belangrijkste hypothese is niet bewezen, de tevredenheid met de aantrekkelijkheid van de partner daalt na het zien van modellen, maar dit effect is niet significant. De tweede hypothese lijkt deels te worden ondersteund, mannen zijn significant minder tevreden met hun relatie na het zien van modellen, voor vrouwen bestaat dit effect niet. De derde hypothese wordt deels ontkracht door de significante daling van tevredenheid met eigen lichaam die vrijgezelle vrouwen ervaren na het zien van aantrekkelijke mannen. De vierde hypothese lijkt volledig ondersteund te worden. Het self-esteem van mensen in een relatie blijft op pijl, maar er lijkt toch een nadelig effect te kleven aan het zien van aantrekkelijke modellen doordat de proefpersonen zich gaan distantiëren van hun partner. Er is echter een alternatieve verklaring voor deze gegevens mogelijk, welke verderop in de discussie zal worden besproken. Wat direct in het oog springt bij beschouwing van de resultaten, is dat de data niet normaal verdeeld zijn. Veel schalen waren schuin verdeeld, waarbij het zwaartepunt bij het positieve uiterste van de schaal lag. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Om te beginnen is het
15 aannemelijk dat proefpersonen, ondanks de uitdrukkelijke verzekering dat de resultaten volstrekt anoniem zouden blijven, toch sociaal wenselijk hebben geantwoord. Dit blijkt ook uit het feit dat veel proefpersonen geen adres hebben ingevuld aan het eind van de vragenlijst. Aangezien zij werden benaderd via publieke internetforums en vrienden en daarnaast de vragenlijst gepubliceerd is op een site die niet gelieerd is aan een universiteit, kan het wantrouwen betreffende de privacy te groot zijn geweest. Een tweede verklaring voor de positieve antwoordtendens kan zijn dat de vraagstelling bij de aangepaste IDEAL vragenlijsten dit in de hand heeft gewerkt. De deelnemers met een relatie werd niet gevraagd hoe aantrekkelijk zij hun partner vonden, maar hoe tevreden zij waren met de aantrekkelijkheid van hun partner. Het kan zijn dat de mensen die zich in een relatie bevonden hun partner wellicht minder aantrekkelijk vonden na het zien van modellen van het andere geslacht, maar dat zij hier cognitief voor konden compenseren toen hen gevraagd werd hoe tevreden zij waren met de aantrekkelijk van hun partner. Een derde probleem bij de analyse van de resultaten was de ongelijkheid van de grootte van de groepen die met elkaar vergeleken werden. De opzet om evenveel personen toe te wijzen aan de controle conditie, de conditie waarin mannen vrouwelijke modellen te zien kregen en de conditie waarin vrouwen mannelijke modellen te zien kregen heeft structureel te kort geschoten. Het is namelijk onwenselijk om een groep met alleen mannen of alleen vrouwen, te vergelijken met een controlegroep met zowel mannen als vrouwen. De controlegroep waarmee de manipulatiegroep werd vergeleken was hierdoor in alle analyses substantieel kleiner dan de manipulatiegroep, een situatie die onwenselijk is bij statistische analyses. Daarnaast was de absolute grootte van sommige groepen ook simpelweg te klein om zinvolle analyses uit te voeren, zo waren er slechts 24 mannen zonder relatie die deelnamen aan dit onderzoek waarvan er 6 aan de controleconditie waren toegewezen. Statistische analyses bij dergelijke lage aantallen hebben weinig zin. Dit probleem is des te nijpender aangezien de effecten waarnaar gezocht is vermoedelijk vrij klein en moeilijk meetbaar zijn. In het onderzoek van Hargreaves en Tiggeman waarin eveneens gebruik werd gemaakt van een between-subjects design, werd een populatie van meer dan 300 proefpersonen gebruikt. Zulke aantallen waren voor dit onderzoek helaas niet haalbaar, waardoor het moeilijker werd om significante effecten te vinden. Op basis van het beperkte aantal proefpersonen was een keuze voor een between-subjects design beter geweest, maar helaas was dit geen optie. Dit onderzoek stond namelijk op zichzelf en het tweemaal afnemen van dezelfde vragenlijst binnen 10 minuten had niet alleen argwaan gewekt maar ook veel uitvallers tot gevolg gehad. Al deze factoren in ogenschouw nemend mag het ontbreken van significante resultaten niet opgevat worden als bewijs dat de veronderstelde hypotheses zijn ontkracht. Sterker nog, de
16 resultaten die gevonden zijn doen vermoeden dat een onderzoek waarin rekening wordt gehouden met de bovenstaande kritiekpunten, nog meer resultaten zal opleveren. Zo is de eerste hypothese niet ondersteund, maar beweegt de data wel in de voorspelde richting en het lijkt te vroeg om de hypothese als ontkracht te beschouwen. Het is namelijk niet alleen de aantrekkelijkheid van hun partner, maar ook de middelen van een partner waar men minder tevreden over lijkt te worden en voor mannen komt daar de warmte van de partner nog bij. Deze resultaten bevestigen dat reclames buitengewoon aantrekkelijke en welvarende mensen laten zien (Belk & Pollay, 1996) en dat men als gevolg van de discrepantie die men ervaart met de eigen situatie minder tevreden wordt met de eigen situatie (Michalos, 1985). Mannen worden naast minder tevreden met de warmte van de eigen partner ook minder tevreden met de relatie. Deze combinatie maakt het aannemelijk dat het beeld van de partner en relatie bij mannen duidelijk anders en wellicht sterker wordt beïnvloed door aantrekkelijke modellen dan bij vrouwen. Een mogelijke oorzaak hiervan is mogelijk de invloed van seksuele opwinding onder mannen. De toename in self-esteem die vrijgezelle mannen vertonen na het zien van modellen, kan uitgelegd worden als een poging om zichzelf positief en daadkrachtig te presenteren aan aantrekkelijke partners. In dat kader zou de daling in self-esteem die vrijgezelle vrouwen ervaren uitgelegd kunnen worden als een poging zichzelf verlegen en afwachtend te presenteren in het gezelschap van aantrekkelijke mannen. De verminderde warmte van hun partner die mannen in een relatie ervaren kan in dat kader gezien worden als een poging om de aantrekking tot een alternatieve partner moreel te verantwoorden voor zichzelf, maar ook als een evolutionaire strategie om bij aanwezigheid van aantrekkelijke alternatieven zich te distantiëren van de huidige partner. Wellicht zullen mannen die zich in een relatie bevinden, net als vrijgezellen, meer waarde gaan hechten aan warmte in een partner waardoor dit verwijderingsproces van de huidige partner verder versterkt zou worden. Een alternatieve verklaring hiervoor kan echter het CORF-effect zijn (Snyder, Lassegard & Ford, 1986), zoals dat werd besproken in de inleiding. Wanneer mannen modellen te zien kregen gaven zij aan minder van hun partner te houden, een effect dat in eerder onderzoek ook al naar voren kwam (Kenrick, Gutierres & Goldberg, 1987). Het item Hoeveel houdt u van uw partner? werd in dit onderzoek gebruikt als maat van distantiëring. Zowel mannen als vrouwen lijken zich te willen distantiëren van hun relatief onaantrekkelijke partner wanneer zij zijn blootgesteld aan aantrekkelijke alternatieven. De verminderde tevredenheid met de warmte van hun partner die mannen ervaren zou in dit perspectief ook uitgelegd kunnen worden als een poging om de associatie tussen hen en de partner te verminderen. Ze lijken als het ware te zeggen: Zo goed passen wij nu ook weer niet bij elkaar. Dit doen mensen vermoedelijk in een poging om hun
17 self-esteem te beschermen, nadat zij in associatie zijn gebracht met een falend individu, in dit geval de partner. De stijging in self-esteem na het zien van aantrekkelijke modellen die vrijgezelle mannen ervaren is afwezig bij mannen in een relatie. Dit kan er op duiden dat het falen van de partner op het gebied van aantrekkelijkheid toch een negatief effect heeft op het self-esteem van de man ondanks het feit dat hij zich van haar heeft willen distantiëren. Daarbij moet worden opgemerkt dat dit niet verklaard waarom vrouwen in een relatie geen daling in self-esteem ervaren na het zien van aantrekkelijke alternatieven, waar dat bij vrijgezelle vrouwen wel het geval is. Wellicht dat vrouwen in een relatie minder waarde hechten aan aantrekkelijkheid van hun partner, en meer aan de financiële middelen die hij heeft om hen te onderhouden. Maar aangezien vrouwen ook minder tevreden worden met de middelen die hun partner heeft, houdt ook deze redenering geen stand. Vooralsnog lijkt het waarschijnlijker dat de gevonden effecten een weerspiegeling zijn van evolutionaire voortplantingsstrategieën, zoals die werden besproken in de vorige paragraaf en niet het gevolg van CORF. Hypothese vier kan uiteindelijk dus niet als onomstotelijk bewezen gezien worden Toekomstig onderzoek zou verdere aandacht kunnen besteden aan deze aspecten en bijvoorbeeld maten van seksuele en financiële aantrekkelijkheid van de modellen en de eigen partners mee kunnen nemen. Allereerst dienen de gestelde hypotheses echter verder onderzocht te worden. Daarbij dient men in acht te nemen dat de meetbare effecten vrij klein zijn en dat een onderzoeksopzet gebaat is bij een grote proefpopulatie en een design waarin gebruik gemaakt wordt van herhaalde metingen. Overigens, daar waar de meetbare effecten klein zijn, moet de impact van modellen in reclames en de media niet worden onderschat. De effecten waarnaar gezocht wordt zijn zo klein omdat het aanbieden van 10 reclames maar een kleine verandering inhoudt ten opzichte van de dagelijkse realiteit waarin men honderden reclames per dag te zien krijgt. De resultaten samen vormen een ogenschijnlijk gevaarlijke combinatie. Wanneer vrouwen minder tevreden worden met hun eigen uiterlijk en mannen minder tevreden worden met het uiterlijk van hun partner en dit door woorden en daden ook communiceren naar hun partner, dan bestaat er de mogelijkheid dat deze twee effecten elkaar gaan versterken. Daarmee lijken de vrouwen wederom het voornaamste slachtoffer van de huidige schoonheidscultuur, minder aantrekkelijk in hun eigen ogen en die van hun partners. Maar misschien hebben mannen zelfs wel meer te lijden onder deze schoonheidscultuur, zij worden minder tevreden met hun relatie, hun eigen lichaam (Aglietta & Tantleff-Dunn, 2004) en dat van hun partner. Daarmee vormt de hedendaagse schoonheidscultuur een verstorende factor voor het zelfbeeld en voor het aangaan en in stand houden van een relatie, een op zijn zachtst gezegd zorgelijke ontwikkeling..
18 Literatuurlijst Aglieta, D., & Tantleff-Dunn, S. (2004). The impact of media exposure on males body image. Journal of Social and Clinical Psychology, 23, Belk, R. W., & Pollay, R.W. (1985). Images of Ourselves: The Good Life in Twentieth Centure Advertising. Journal of Consumer Research, 11, Brown, J., Novick, N., Lord, K., & Richards, J. (1992). When gulliver travels: Social context, psychological closeness, and self-appraisals. Journal of Personality and Social Psychology, 62, Cialdini, R. B., Borden, R. J., Thorne, A., Walker, M. R., Freeman, S., & Sloan, L. R. (1976) Basking in reflected glory: three (football) field studies, Journal of Personality and Social Psychology, 34, Clark, C. C., Dover, A. M., Geher, G., & Presson, P. K. (2005). Perceptions of Self and of Ideal Mates:Similarities and Differences across the Sexes. Current Psychology, 24, Collins, R.L. (1996). For better or worse: The impact of upward social comparison on selfevaluations. Psychological Bulletin, 119, Festinger, L. (1954). A theory of social comparison processes. Human Relations, 7, Hargreaves, D., & Tiggeman, M. (2002). The effect of television commercials on mood and body dissatisfaction: the role of appearance-scheme activation. Journal of Social and Clinical Psychology, 21, Harrison, K., & Cantor, J., (1997). The Relationship Between Media Consumption and Eating Disorders. Journal of Communication, 47, Heatherton, T. F., & Polivy, J. (1991). Development and validation of a scale for measuring state self-esteem. Journal of Personality and Social Psychology, 60, Henrick, S. S. (1988). A Generic Measure of Relationship Satisfaction. Journal of Marriage and the Family, 50, Kenrick, D. T., & Gutierres, S. E. (1980). Contrast Effects and Judgments of Physical Attractiveness: When Beauty Becomes a Social Problem. Journal of Personality and Social Psychology, 38, Kenrick, D. T., Gutierres, S. E., & Goldberg, L. L., (1989). Influence of Popular Erotica on Judgments of Strangers and Mates. Journal of Experimental Social Psychology, 25, Michalos, A. C. (1985). Multiple discrepancies theory (MDT). Social Indicators Research 16, Monro, F., & Huon, G. (2005). Media potrayed Idealized Images, Body Shame, and Appearance Anxiety. International Journal Eating Disorder, 38,
19 Richins, M. L. (1991). Social Comparisons and the Idealized Images of Advertising. Journal of Consumer Research, 18, Snyder, C. R., Lassegard M., & Ford, C. E. (1986). Distancing After Group Success and Failure: Basking in Reflected Glory andcutting Off Reflected Failure. Journal of Personality and Social Psychology 1986, 5, Vermunt, R., Spaans, E., & Zorge, F. (1989). Satisfaction, Happiness, and Well-Being of Dutch Students. Social Indicators Research, 21, Wood, J. V. (1989). Theory and research concerning social comparisons of personal attributes. Psychological Bulletin, 106,
Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting
Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld
Nadere informatieGeven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.
Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van
Nadere informatieManagement Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars
Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen
Nadere informatieANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN
ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...
Nadere informatieFort van de Democratie
Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve
Nadere informatieSeksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie
Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond
Nadere informatieZelf-discrepanties na reclame-afbeeldingen 1. Running head: ZELFDISCREPANTIES EN RECLAME-AFBEELDINGEN
Zelf-discrepanties na reclame-afbeeldingen 1 Running head: ZELFDISCREPANTIES EN RECLAME-AFBEELDINGEN De relatie tussen aantrekkelijke modellen in reclames en zelf-discrepanties Heleen Schellekens Universiteit
Nadere informatie- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.
Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten
Nadere informatieHoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?
Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding
Nadere informatiehet laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en
Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens
Nadere informatieSamenvatting, conclusies en discussie
Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit
Nadere informatie1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.
Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van
Nadere informatieSamenvatting (Dutch summary)
Samenvatting (Dutch summary) Deze studie onderzocht seksueel risicogedrag van homoseksuele mannen in vaste relaties, voornamelijk onder mannen die deelnemen aan de Amsterdamse Cohort Studies onder Homoseksuele
Nadere informatieScholierenonderzoek Kindermishandeling 2016
Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting
Nadere informatieHet effect van het Rots en Water-programma op pesten, zelfvertrouwen en. zelfbeheersing op het Sondervick College
Het effect van het Rots en Water-programma op pesten, zelfvertrouwen en zelfbeheersing op het Sondervick College 3 januari 2018 Uitvoering: H. van den Bogert a (leerkracht L.O. Sondervick College en Advanced
Nadere informatieD U TC H S U M M A RY Samenvatting In zowel westerse als diverse niet-westerse samenlevingen wordt veel waarde gehecht aan schoolprestaties. Ouders en docenten stimuleren kinderen al op jonge leeftijd
Nadere informatieDe Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen. Pascal van Vliet ANR: 888951. Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij. Datum: 13 februari 2014
1 De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen Pascal van Vliet ANR: 888951 Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij Datum: 13 februari 2014 Docent: Dhr. R. M. A. Nelissen Universiteit van Tilburg
Nadere informatieBeschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw
Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.
Nadere informatieDe sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid
Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen
Nadere informatieDat is mooi meegenomen!
Dat is mooi meegenomen! I Dat is mooi meegenomen! Aantrekkelijkheid van het model in een reclamee en onzekerheid van de consument als factoren bij reclamebeoordeling. Joelle Berretty S405683 Universiteit
Nadere informatieFactsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap
Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap
Nadere informatieVitamine B12 deficiëntie
Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn
Nadere informatieMeervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden
Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd
Nadere informatieProcedure le rechtvaardigheid in. de invloed van sekse en status. Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos
Procedure le rechtvaardigheid in intieme relaties: de invloed van sekse en status Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos: Universiteit
Nadere informatieIMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY
IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof
Nadere informatieEvaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013
Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.
Nadere informatieAffectieve en motivationele consequenties van intergroeps-vergelijkingen over tijd: De blik op het verleden of de toekomst.
Affectieve en motivationele consequenties van intergroeps-vergelijkingen over tijd: De blik op het verleden of de toekomst. Jaap W. Ouwerkerk * (Vrije Universiteit Amsterdam) Naomi Ellemers (Vrije Universiteit
Nadere informatieTilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems
TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems RapportEvaluatie Online Mediation in Echtscheidingszaken Aanleidingvoorhetonderzoek In 2008 heeft Juripax in opdracht
Nadere informatieProefschrift Girigori.qxp_Layout 1 10/21/15 9:11 PM Page 129 S u m m a r y in Dutch Summary 129
S u m m a r y in Dutch Summary 129 Gedurende de geschiedenis hebben verschillende factoren zoals slavernij, migratie, de katholieke kerk en multinationals zoals de Shell raffinaderij de gezinsstructuren
Nadere informatieJongeren & hun financiële verwachtingen
Nibud, februari Jongeren & hun financiële verwachtingen Anna van der Schors Daisy van der Burg Nibud in samenwerking met het 1V Jongerenpanel van EenVandaag Inhoudsopgave 1 Onderzoeksopzet Het Nibud doet
Nadere informatienederlandse samenvatting Dutch summary
Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve
Nadere informatieSamenvatting Summary in Dutch
112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke
Nadere informatieInvloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting
xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het
Nadere informatieSummary & Samenvatting. Samenvatting
Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische
Nadere informatieHoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het
Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve
Nadere informatieSpelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg
Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena
Nadere informatieWat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?
De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve
Nadere informatieSamenvatting. (Summary in dutch)
Samenvatting (Summary in dutch) 74 Samenvatting Soms kom je van die stelletjes tegen die alleen nog maar oog hebben voor elkaar. Ze bestellen hetzelfde ijsje, maken elkaars zinnen af en spiegelen elkaar
Nadere informatieJuggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur
Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Nederlandse Samenvatting [DUTCH SUMMARY] Nederlandse Samenvatting JONGLEREN MET MEDIA: DE GEVOLGEN
Nadere informatiehoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste
Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat
Nadere informatiePremasterthesis Communicatiewetenschappen Het effect van informatielabels bij afbeeldingen van dunne modellen
Premasterthesis Communicatiewetenschappen Het effect van informatielabels bij afbeeldingen van dunne modellen A Angela Willemse 2504531 27 juni 2012 Begeleidend docent: Marjolein van der Aar Vrije Universiteit
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting Samenvatting (Summary in Dutch) Achtergrond Het millenniumdoel (2000-2015) Education for All (EFA, onderwijs voor alle kinderen) heeft in ontwikkelingslanden veel losgemaakt. Het
Nadere informatieWil jij zijn wat je ziet? Een onderzoek naar de effecten van blootstelling aan aantrekkelijke modellen op het zelfbeeld van Nederlandse consumenten
Wil jij zijn wat je ziet? Een onderzoek naar de effecten van blootstelling aan aantrekkelijke modellen op het zelfbeeld van Nederlandse consumenten Merlene Rasing Bachelorthesis Studentnummer: 6214649
Nadere informatieGeslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieDeelrapportage "Apotheken door Cliënten Bekeken" Vorige en huidige meting Apotheek Den Hoorn
Deelrapportage "Apotheken door Cliënten Bekeken" Vorige en huidige meting Apotheek Den Hoorn E Inhoud 1. Inleiding en methode 1 1.1. Achtergrond 1 1.2. Doel van het kwaliteitstraject: meten en verbeteren
Nadere informatieSamenvatting (Dutch summary)
Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.
Nadere informatieSTABLE LOVE, STABLE LIFE?
STABLE LOVE, STABLE LIFE? De rol van sociale steun en acceptatie in de relatie van paren die leven met de ziekte van Ménière Oktober 2011 Auteur: Drs. Marise Kaper Master Sociale Psychologie, Rijksuniversiteit
Nadere informatieOmdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals
Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van
Nadere informatieZichtbaar reinigen en beleving
Zichtbaar reinigen en beleving Het verwijderen van zwerfaval door straatreinigers vindt op dit moment vaak plaats op momenten dat er weinig burgers op straat zijn (bijvoorbeeld in de vroege ochtend). Onderzoek
Nadere informatieWat is de levenskwaliteit bij mensen die een EOT-traject volgen? Hoe evolueert deze levenskwaliteit in de eerste 30 maanden?
Wat is de levenskwaliteit bij mensen die een EOT-traject volgen? Hoe evolueert deze levenskwaliteit in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Met als doel de
Nadere informatieNederlandse samenvatting. (summary in Dutch)
Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting In dit proefschrift is agressief en regelovertredend gedrag van (pre)adolescenten onderzocht. Vanuit een doelbenadering (Sociale Productie Functie
Nadere informatieEffecten van het uiteenvallen van het gezin op de persoonlijkheidsontwikkeling van een kind
Effecten van het uiteenvallen van het gezin op de persoonlijkheidsontwikkeling van een kind Bas ter Weel 12 oktober 2015 Achtergrond Persoonlijkheid is een voorspeller van sociaaleconomische uitkomsten
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,
Nadere informatieMoral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz
Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.
Nadere informatieZoek de verschillen: Nathalie M. P. Smit. Universiteit Utrecht. Beoordelaar: Michael Häfner. Tweede beoordelaar: Esther Kluwer.
Sociale vergelijkingen en ervaren seksuele opwinding 1 Zoek de verschillen: Sekse verschillen in ervaren seksuele opwinding als gevolg van sociale vergelijkingen Nathalie M. P. Smit 3181634 Universiteit
Nadere informatieSamenvatting. Tabel 8.1. Een olifant is groter dan een koe Een koe is groter dan een muis Een olifant is groter dan een muis
149 150 Ongeveer negentien procent van de Nederlandse bevolking krijgt in zijn leven een angststoornis. Mensen die lijden aan een angststoornis ervaren intense angsten die van invloed zijn op het dagelijks
Nadere informatieS a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting
S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.
Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden
Nadere informatieSamenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld
Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,
Nadere informatieDe perfecte vrouw De effecten van ideaalbeelden in televisiereclames op het zelfbeeld van vrouwen tussen 30 en 65 jaar
De perfecte vrouw De effecten van ideaalbeelden in televisiereclames op het zelfbeeld van vrouwen tussen 30 en 65 jaar Master thesis Universiteit van Amsterdam Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen
Nadere informatieRapport voor deelnemers M²P burgerpanel
Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie
Nadere informatieAnalyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels
Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie
Nadere informatieInnovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.
Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden
Nadere informatieVerdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen
1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen
Nadere informatieDe Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner
De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner The association between momentary affect and sexual desire: The moderating role of partner
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15
Nadere informatiePositieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic
Nadere informatieVoorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel
Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,
Nadere informatieEr staat veel op het spel bij selectie voor de geneeskundeopleiding. Slechts 6-30% van de kandidaten kan toegelaten worden tot de opleiding en selecti
Samenvatting Er staat veel op het spel bij selectie voor de geneeskundeopleiding. Slechts 6-30% van de kandidaten kan toegelaten worden tot de opleiding en selectieprocedures zijn over het algemeen prijzig.
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Genderdysforie in kinderen: Oorzaken en Gevolgen Chapter ELEVEN De studies, beschreven in dit proefschrift, richten zich op vier thema s. De eerste hoofdstukken beschrijven twee
Nadere informatieOuderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit
1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan
Nadere informatieTevreden met jezelf, tevreden met elkaar?!
Tevreden met jezelf, tevreden met elkaar?! Onderzoek naar de samenhang tussen self-esteem, sociale vergelijking en relatietevredenheid. Sociale Psychologie Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste
Nadere informatieIn Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015
2015 In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 IN BEWEGING IMPLEMENTATIE VAN EEN BEST PRACTICE BINNEN HET UNO-VUMC. EINDVERSLAG INLEIDING Ouderen in woonzorgcentra
Nadere informatie3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:
Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1
Nadere informatieHet effect van media op het zelfbeeld van vrouwen
Het effect van media op het zelfbeeld van vrouwen Michelle Blaak Psychologie Abstract Het is welbekend dat de media de manier waarop vrouwen naar zichzelf kijken kunnen beïnvloeden. Factoren die dit verband
Nadere informatieGEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG
GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit
Nadere informatieSamenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in
Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in hoeverre de psychosociale ontwikkeling gerelateerd is aan
Nadere informatieExperimenteel Onderzoek en Experimentele Controle
Experimenteel Onderzoek en Experimentele Controle ECO 2011-2012 Hemmo Smit Wilhelm Wundt en William James 3 criteria voor Causaliteit (herhaling) 1. Covariantie: samenhang tussen variabelen aantonen 2.
Nadere informatieFACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL?
FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN FACEBOOK OP DE RELATIE TUSSEN MERK EN MENS ENGAGEMENT OP FACEBOOK, HEEFT DAT NOU ZIN? Engagement. Als er één term is die
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor
Nadere informatieRelatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën
Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual
Nadere informatieVergelijken of corrigeren? De processen die ten grondslag liggen aan contextuele invloeden. op de beoordeling van nieuwe objecten
Vergelijken of corrigeren? 1 VERGELIJKEN OF CORRIGEREN? Vergelijken of corrigeren? De processen die ten grondslag liggen aan contextuele invloeden op de beoordeling van nieuwe objecten Wouter M. van den
Nadere informatieKOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN
Gepubliceerd in: Maandblad Reïntegratie nr. 9, 2007, p. 6-10 KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Drs. Maikel Groenewoud 2007 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit
Nadere informatieDo Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller
Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Samenvatting 207 Samenvatting Zijn vaders belangrijk? De relatieve invloed
Nadere informatieEffecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme
Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:
Nadere informatieRapportage onderzoek. Leiderschap en Bevlogenheid
Rapportage onderzoek Leiderschap en Bevlogenheid 2013-2014 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie onderzoek...2 Doelen van het onderzoek...2 Procedure van het onderzoek...2 Resultaten...3 Kenmerken deelnemers
Nadere informatieMASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE
FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en
Nadere informatieDe causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie
Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal
Nadere informatieCase Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan
Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Hoe tevreden zijn de medewerkers met en hoe betrokken zijn zij bij de organisatie en welke verbeterpunten ziet men voor de toekomst? Wat is medewerkerstevredenheid
Nadere informatieOpdrachten speciaal herontworpen voor eerstejaars studenten
Opdrachten speciaal herontworpen voor eerstejaars studenten Auteur: Dick Vrenssen, docent pedagogiek psychologie onderwijskunde, Fontys Hogeschool Kind en Educatie In het schooljaar 2013/ 2014 heeft het
Nadere informatieAutobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief
Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,
Nadere informatieTrendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar
- Factsheet - Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar NIGZ, Project Alcohol Voorlichting en Preventie 3 juli 2003 Inleiding Het NIGZ voert elk jaar, als onderdeel van het Alcohol
Nadere informatieCommunicating about Concerns in Oncology K. Brandes
Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale
Nadere informatieInformal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel
Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel Nederlandse samenvatting Informele tolken worden dagelijks ingezet in de medische praktijk wanneer arts en patiënt niet dezelfde taal spreken.
Nadere informatieGebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning
Evaluatierapport Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning Bevindingen van leraren en leerlingen Drs. Gerard Baars Inleiding In de tweede helft van 2008 is op zes basisscholen in Rotterdam
Nadere informatie