Prioritaire soorten amfibieën, reptielen en vissen in Noord-Brabant
|
|
- Henriette Mertens
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Prioritaire soorten amfibieën, reptielen en vissen in Noord-Brabant
2
3 Prioritaire soorten amfibieën, reptielen en vissen in Noord-Brabant Een rapportage van RAVON in opdracht van de Provincie Noord-Brabant J. van Delft, H. de Nie, F. Spikmans, M. Verdijk en W. Bosman juli 2003 Stichting RAVON Postbus BK Nijmegen
4 Colofon 2003 Stichting RAVON, Nijmegen Samenstelling: J. van Delft, H. de Nie, F. Spikmans, M. Verdijk en W. Bosman In opdracht van: Provincie Noord-Brabant Foto omslag: gladde slang, Cartierheide; A. van Rijsewijk Overige foto s: Paul van Hoof Wijze van citeren: Delft, J. van, H. de Nie, F. Spikmans, M. Verdijk & W. Bosman Prioritaire soorten amfibieën, reptielen en vissen in Noord-Brabant. Stichting RAVON, Nijmegen. 2
5 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 5 2 METHODIEK Amfibieën en reptielen Vissen 8 3 RESULTATEN Amfibieën en reptielen Vissen 14 4 ONDERZOEK- EN UITVOERINGSPROGRAMMA 21 5 SAMENVATTING 23 6 BRONNEN 25 BIJLAGEN 3
6 4
7 1 INLEIDING De Stichting RAVON (Reptielen Amfibieën Vissen Onderzoek Nederland) is door de Provincie Noord-Brabant gevraagd voor het opstellen van een lijst van amfibieën, reptielen en vissen in Noord-Brabant welke prioriteit behoeven in het provinciale beleid; zogenaamde prioritaire soorten. RAVON beschikt over het landelijke databestand met betrekking tot de verspreiding van amfibieën en reptielen, met circa verspreidingsgegevens. Voor wat betreft vissen is dit bestand minder compleet. Daarom is ten behoeve van deze studie samengewerkt met visdeskundige dr. H.W. de Nie (Stichting atlas Nederlandse zoetwatervissen) die beschikt over het databestand dat is gebruikt om de atlas van de Nederlandse zoetwatervissen (de Nie, 1997a) op te stellen. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van bestaande verspreidingsgegevens. Er is geen aanvullend veldonderzoek verricht. 5
8 6
9 2 METHODIEK Opname van een soort op de lijst van prioritaire soorten in Noord-Brabant, is onder meer afhankelijk van de status in (inter)nationale regelgeving. Met name de status op de Rode Lijst, Habitatrichtlijn en landelijke doelsoortenlijst is hierbij van groot belang. Daarnaast is aan de hand van verspreidings- en monitoringsgegevens de status van een soort in Noord-Brabant vastgesteld, aan de hand van de onderstaande criteria. 2.1 Amfibieën en reptielen A. Belang Noord-Brabant t.o.v. Nederland Per soort wordt het aantal bezette kilometerhokken in Noord-Brabant gerelateerd aan het aantal bezette kilometerhokken in Nederland voor de periode vanaf Zo wordt van alle amfibieën en reptielen inzicht verkregen in het belang dat Noord- Brabant heeft voor die soort binnen Nederland. De berekende waarden zijn onderverdeeld in een vijftal klassen. Bij de gehanteerde klasse-indeling is rekening gehouden met het oppervlak van Noord-Brabant (circa 15% van Nederland). De gehanteerde klassen zijn weergegeven in de legenda van tabel 1. B. Veranderingen lange termijn Per soort wordt het aantal bezette uurhokken in de periode , vergeleken met het aantal bezette uurhokken in de periode Dit is zowel voor Nederland als voor Noord-Brabant uitgevoerd. Met deze methode wordt inzicht verkregen in de mate van achteruitgang van de betreffende soort in de afgelopen eeuw. Om te corrigeren voor de geringe onderzoeksintensiteit in het verleden, is aangenomen dat uurhokken die in de periode bezet zijn, dat ook al voor 1990 waren. Deze correctie is eerder reeds in de Rode Lijst toegepast (Creemers, 1996). Gegevens uit de periode zijn ook gebruikt om per soort het percentage bezette uurhokken in Noord-Brabant te bepalen. Hieruit is vervolgens de zeldzaamheid van een soort in Noord-Brabant afgeleid. De daarbij gehanteerde klassen zijn opgenomen in de legenda van tabel 1. C. Veranderingen korte termijn Om de veranderingen op korte termijn in beeld te brengen, zijn de gegevens van de RAVON Werkgroep Monitoring, die in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) zijn verzameld, gebruikt. Van reptielen zijn data beschikbaar van de periode , van amfibieën van De resultaten van het NEM geven een beeld van landelijke trends. Daarnaast zijn er van een aantal regio's meer gedetailleerde data. Zo is voor deze studie gebruik gemaakt van de data van de regio "Hoge zandgronden Zuid-Nederland". Naast de Brabantse zandgronden vallen ook enkele Limburgse telgebieden binnen deze categorie. Met deze data kan worden aangegeven of een soort de laatste jaren vooruitgaat, stabiel blijft of achteruitgaat. Voor amfibieën wordt hier gewerkt met de presentie van de betreffende soort. Dat wil zeggen het aantal door de soort bezette wateren binnen een telgebied. Voor reptielen wordt de abundantie van iedere soort bepaald. Dat wil zeggen hoe talrijk de soort is op een monitoringstraject. 7
10 2.2 Vissen Van vissen zijn minder data beschikbaar welke bovendien minder gedetailleerd zijn dan in het geval van amfibieën en reptielen. Berekeningen aan de beschikbare data leveren dan ook minder betrouwbare resultaten op. Met het expert judgement van de projectmedewerkers en in het bijzonder dr. H. W. de Nie is dit ondervangen. Als uitgangspunt voor het samenstellen van de lijst is gekozen voor drie criteria. A. Belang Noord-Brabant t.o.v. Nederland Het belang van de provincie Noord-Brabant voor de visfauna ten opzichte van het landelijke beeld wordt gerepresenteerd door het percentage bezette hokken na 1990 in Noord-Brabant te delen door het percentage bezetten hokken in geheel Nederland. B. Trends op lange en korte termijn Voor zoetwatervissen is gebruik gemaakt van de geschatte achteruitgang in heel Nederland in de periode (de Nie 1997b). Over trends in de periode is weinig bekend, in tegenstelling tot de amfibieën en reptielen. Alleen voor de visstand in de grote rivieren bestaat een monitoringprogramma. Bij het monitoringsprogramma wordt onderscheid gemaakt tussen de Maas en de benedenrivieren. Gegevens hieruit, ontleend aan de Leeuw et al. (2002), worden in tabel 3 gepresenteerd. Gegevens vanaf 1990 zijn ook gebruikt om per soort het percentage bezette uurhokken in Noord-Brabant te bepalen. C. Doelsoortstatus De aanwijzing als doelsoort in watertypen die in Noord-Brabant aanwezig zijn. Doelsoorten worden gekozen op grond van hun voorkomen op de Nederlandse rode lijst, IUCN criteria en op de bijvoegsels van de Habitatrichtlijn. 8
11 3 RESULATEN EN AFWEGING 3.1 Amfibieën en reptielen Algemeen Noord-Brabant is op Limburg na de soortenrijkste provincie voor wat betreft amfibieën. De diversiteit aan bodemsoorten en biotooptypen en de zuidelijke ligging zorgen hiervoor. Wat betreft reptielen neemt Noord-Brabant, opvallend genoeg, een veel minder prominente plaats in. Ondanks de grote oppervlakte aan bos en heide hebben slechts drie soorten onbetwist natuurlijke populaties, namelijk levendbarende hagedis, hazelworm en gladde slang. Van de zandhagedis zijn twee populaties bekend waarvan wordt betwijfeld of deze autochtoon zijn. De adder is waarschijnlijk zo n 30 tot 40 jaar geleden in de omgeving van Zundert en daarmee in heel Brabant, uitgestorven. De prioritaire status van amfibieën en reptielen in Noord-Brabant, zoals die toegekend is in dit onderzoek, is weergegeven in tabel 1. Hieronder wordt ingegaan op de gehanteerde criteria en de afwegingen die zijn gemaakt. A. Belang Noord-Brabant t.o.v. Nederland Het voorkomen van amfibieën en reptielen in Noord-Brabant is vergeleken met de verspreiding in Nederland. Voor twee soorten blijkt Noord-Brabant van uitzonderlijk belang voor de Nederlandse populatie (tabel 1 en bijlage). Van de alpenwatersalamander ligt 49% van de bezette Nederlandse kilometerhokken in Noord-Brabant, van de vinpootsalamander zelfs 60,8%. Noord-Brabant heeft binnen Nederland dan ook een bijzondere verantwoordelijkheid voor deze soorten. Een aantal soorten scoort weliswaar niet zo hoog, maar daarvan is toch een opvallend groot deel van de bezette kilometerhokken (15-30%) binnen Noord-Brabant gelegen. Dit zijn de poelkikker, levendbarende hagedis en gladde slang. Ook de algemene soorten kleine watersalamander, gewone pad, bruine kikker, middelste groene kikker en groene kikker complex vallen in deze categorie, maar deze soorten zijn voor het natuurbeleid minder relevant. Relatief laag (0-15%) scoren: knoflookpad, boomkikker, noordelijke kamsalamander, rugstreeppad, heikikker, meerkikker, zandhagedis en hazelworm. Het lijkt niet verwonderlijk dat de relatief hoog scorende soorten grotendeels gebonden zijn aan het heide- en hoogveenlandschap. Dit is (was) in Noord-Brabant in grote oppervlaktes aanwezig. Soorten van het kleinschalige cultuurlandschap en van laaggelegen en dynamische gronden zijn veel minder goed vertegenwoordigd. B. Trends lange termijn Een aantal soorten laten een sterk negatieve trend zien in de afgelopen eeuw. Er komen soms verschillen voor in de achteruitgang op landelijk niveau en binnen de provincie Noord- Brabant. Bij de amfibieën zien we een forse afname bij in het bijzonder knoflookpad en boomkikker. Ook de rugstreeppad is in Noord-Brabant opvallend achteruitgegaan. Bij de reptielen is de gladde slang de enige soort die zowel landelijk als provinciaal sterk is achteruitgegaan. De adder is waarschijnlijk sinds de jaren 60 in Noord-Brabant uitgestorven en vertoont daardoor de sterkste afname. Zandhagedis en hazelworm vertonen in Noord- Brabant een sterkere afname dan landelijk. Van de zandhagedis is echter onduidelijk of de populaties bij Deurne en Budel autochtoon zijn. Zolang dat onduidelijk is, verdienen deze tenminste voorlopig, de nodige beleidsmatige aandacht. De achteruitgang van de levendbarende hagedis lijkt mee te vallen. Toch zijn deskundigen het erover eens dat de soort op veel plaatsen en uit enkele bijzondere biotopen (schraalgrasland, bermen, akkerranden, erven) nagenoeg is verdwenen. De achteruitgang van het leefgebied en de versnipperingsgevoeligheid van deze soort is voor oostelijk Noord-Brabant aangetoond door van Delft & Kuenen (1998). 9
12 C. Trends korte termijn De veranderingen op korte termijn geven, mede vanwege de korte looptijd van het Meetnet Amfibieën, nog weinig duidelijke veranderingen. De enige significant sterke toename op landelijk niveau is zichtbaar bij de boomkikker. Deze soort gaat echter zeker niet overal in het land zo sterk vooruit. Voor de Zuid-Nederlandse zandgronden zijn geen data beschikbaar, maar voor Noord-Brabant is de situatie van deze soort nog altijd niet rooskleurig. Significant matige afnamen zijn zichtbaar bij bruine kikker en meerkikker in Noord-Brabant. De oorzaak hiervan is niet duidelijk en reden voor sterke vrees voor het voortbestaan van deze soorten lijkt nog niet nodig. Het Meetnet Reptielen kent al een wat langere looptijd en vertoont ook duidelijkere trends. De gladde slang en hazelworm gaan landelijk zeer sterk in aantal vooruit, de zandhagedis gaat sterk vooruit. Het betreft hier een toename van de abundantie binnen de telgebieden van het meetnet. Dit betekent nog geen toename van de verspreiding van deze soorten. Van genoemde soorten is geen Zuid-Nederlandse trend te geven of is de situatie onduidelijk. De levendbarende hagedis vertoont een significant geringe afname op landelijk niveau. Voor Noord-Brabant geldt deze soort als min of meer stabiel. Afweging Alle amfibieën en reptielen met een landelijke doelsoortstatus zijn aangewezen als prioritaire soort voor Noord-Brabant. De enige soort die geen landelijke doelsoort is maar wel is aangewezen als prioritaire soort voor Noord-Brabant is de levendbarende hagedis. Voor deze soort heeft Noord-Brabant een bovengemiddeld belang en bovendien is het een soort die ook recent nog in Nederland achteruitgaat en waarvan het leefgebied ook recent nog in Noord-Brabant sterk is aangetast (van Delft & Kuenen, 1998). Bij het aanwijzen van prioritaire soorten voor Noord-Brabant is onderscheid gemaakt in hoog en matig prioritaire soorten (en niet prioritaire soorten) (tabel 1). Hoog prioritaire soorten kennen over het algemeen een (zeer) sterke achteruitgang op de lange termijn in Nederland en Brabant (knoflookpad, boomkikker en gladde slang), hebben een zeer hoge internationale status (noordelijke kamsalamander) en/of het belang van Noord-Brabant voor Nederland is (bijzonder) groot (vinpootsalamander en gladde slang). De matig prioritaire soorten kennen over het algemeen een geringe achteruitgang op de lange termijn in Nederland en Brabant (alpenwatersalamander, poelkikker, heikikker, levendbarende hagedis), hebben geen uitzonderlijke internationale status (alpenwatersalamander, levendbarende hagedis, hazelworm) en/of het belang van Noord- Brabant voor Nederland is niet (bijzonder) groot (rugstreeppad, heikikker, hazelworm, zandhagedis). De meest opvallende matig prioritaire soorten zijn alpenwatersalamander (vnl. geselecteerd vanwege uitzonderlijke belang Noord-Brabant voor instandhouding Nederlandse populatie), rugstreeppad (vnl. vanwege sterke achteruitgang op de lange termijn en bijzondere internationale status) en levendbarende hagedis (vnl. vanwege uitzonderlijke belang Noord-Brabant voor instandhouding Nederlandse populatie en negatieve trend op korte termijn in Nederland). De adder is in Noord-Brabant uitgestorven en de dichtstbijzijnde Nederlandse vindplaatsen liggen in Limburg ten oosten van de Maas en in Gelderland op de zuidelijke Veluwe. In België is wel nog een populatie op slechts ca. 5 km. van de grens bij Zundert aanwezig. Het ligt momenteel niet voor de hand dat de soort Noord-Brabant weer zal weten te herkoloniseren. De prioritaire lijst van amfibieën en reptielen in Noord-Brabant ziet er dan als volgt uit: Hoog prioritair: knoflookpad, boomkikker, noordelijke kamsalamander, vinpootsalamander en gladde slang. Matig prioritair: alpenwatersalamander, rugstreeppad, heikikker, poelkikker, levendbarende hagedis, zandhagedis en hazelworm. 10
13 Tabel 1: Prioritaire status van amfibieën en reptielen in Noord-Brabant en de gebruikte basisgegevens (voor afkortingen zie legenda op volgende pagina). 11
14 Legenda bij tabel 1. Belang Noord-Brabant t.o.v. Nederland: percentage van de bezette km-hokken na 1990 in Noord-Brabant t.o.v. Nederland 0 0% % % % ++++ >50% Trend korte termijn -- significant matige afname (25-50% in 5 jaar) - significant geringe afname (< 25% in 5 jaar) -? vermoedelijke afname? onbekend: mogelijk grote toe- of afname 0 min of meer stabiel +? vermoedelijke toename + significant geringe toename (> 25% in 5 jaar) ++ significant matige toename (25-50% in 5 jaar) +++ significant sterke toename (50-75% in 5 jaar) ++++ significant zeer sterke toename (> 75% in 5 jaar) Trend lange termijn: afname bezette uurhokken in periode t.o.v. periode % afname % afname % afname % afname Zeldzaamheid: percentage bezette uurhokken in Noord-Brabant vanaf % zeer zeldzaam 5-15% zeldzaam 15-35% vrij zeldzaam 35-70% algemeen >70% zeer algemeen HR = Habitatrichtlijn 2 = soort van bijlage II, strikte bescherming d.m.v. aanwijzing van beschermde leefgebieden; 4 = soort van bijlage IV, strikte bescherming van het leefgebied is vereist; 5 = soort van bijlage V, waarvoor het onttrekken aan de natuur en de exploitatie aan beheersmaatregelen kunnen worden onderworpen CvB = Conventie van Bern 2 = soort van bijlage II van de Conventie van Bern (lijst van streng beschermde diersoorten); 3 = soort van bijlage III van de Conventie van Bern NRL = Nationale rode lijst be = bedreigd, kw = kwetsbaar, tnb = thans niet bedreigd FFW = Flora- en Faunawet * = beschermd volgens de Flora- en faunawet Doel = Landelijke doelsoortenstatus I = internationaal heeft NL relatief grote betekenis voor behoud van soort, t = soort vertoont in NL dalende trend, z = soort is in NL zeldzaam. Hoofdletters geven aan dat doelsoort op dat punt sterk scoort. 12
15 Belangrijke habitats voor amfibieën en reptielen In tabel 2 zijn de belangrijkste habitats voor de prioritaire amfibieën en reptielen in Noord- Brabant weergegeven, op basis van expert judgement van de projectmedewerkers. Tabel 2: Belangrijke habitats van de prioritaire amfibieën en reptielen in Noord-Brabant. Waterhabitats Landhabitats Ven Sloot Poel Diverse grote en ondiepe wateren * Natte heide Droge heide Hoogveen Laagveen Open bos Houtwal en struweel Akker Schraalgrasland Amfibieën Knoflookpad X X X X X X Boomkikker X X X X Noordelijke kamsalamander X X X X X X Vinpootsalamander X X X X X X Alpenwatersalamander X X X X X X X Rugstreeppad X X X X Heikikker X X X X X Poelkikker X X X X X X X Reptielen Gladde slang X X X Levendbarende hagedis X X X X X X Zandhagedis X X Hazelworm X X X X Adder X X X X * inclusief A-basisbiotopen t.b.v. boomkikker, oude rivierarmen, wielen, zandwinlocaties met een deels ondiep karakter 13
16 3.2 Vissen Algemeen De visfauna in Noord-Brabant is zeer divers. De provincie bevat enkele verschillende watertypen zoals laaglandbeken op de zandgronden, kleine natuurlijke wateren zoals vennen, veel kunstmatige kleine wateren (zandputten, stadswateren etc.) de benedenlopen van rivieren (Maas, Boven Merwede, Hollandsch Diep en Schelde) en afgesloten zeearmen zoals het Krammer-Volkerak en het Markizaatsmeer en een voormalig zoetwatergetijdegebied: de Biesbosch. Door deze verscheidenheid zijn bijna alle vissoorten die voor het landelijke soortenbeleid van belang zijn, ook van belang voor het provinciale beleid. De enige uitzonderingen hierop zijn de vissoorten van snelstromende heuvellandbeken, die alleen in Limburg aangetroffen worden. De prioritaire status van vissen in Noord-Brabant, zoals die toegekend is in dit onderzoek, is weergegeven in tabel 3. Hieronder wordt ingegaan op de gehanteerde criteria en de afwegingen die zijn gemaakt. A. Belang Noord-Brabant t.o.v. Nederland Het voorkomen van vissoorten in Noord-Brabant is vergeleken met de landelijke visfauna in het databestand van de Atlas van de Nederlandse zoetwatervissen, aangevuld met verspreidingsgegevens aan vis van de RAVON-werkgroepen. Hierbij vielen vier groepen vissoorten op die meer dan gemiddeld (factor 2) in Noord-Brabant voorkomen. (1) de typische riviervissen als houting, diklipharder, fint, en zeeprik (2) een typische beekvis als het bermpje (3) vissen van natuurlijke kleine wateren zoals tiendoornige stekelbaars, en grote modderkruiper (4) uitheemse (exotische) vissoorten zoals Amerikaanse hondsvis, bruine dwergmeerval, en giebel (goudvis).*). *) In Noord-Brabant komen relatief veel kleine kunstmatige wateren voor waarin zich uitheemse vis gevestigd heeft. Hierbij dient opgemerkt te worden dat bij een beleid gericht op het beschermen van amfibieën, de daarvoor aangelegde (kunstmatige) wateren visvrij gehouden dienen te worden. In dezen bestaan vooral grote zorgen over de Amerikaanse hondsvis en de zonnebaars (Sierdsema et al., 2002; Bosman in pres.). Zie ook paragraaf "exotenproblematiek". B. Trends lange en korte termijn Barbeel, fint, kwabaal, serpeling en sneep zijn Rode lijstsoorten die in de periode sterk zijn afgenomen (achteruitgang meer dan 80%) of zelfs verdwenen (fint). Uit monitoringonderzoek van de afgelopen tien jaar blijkt dat kwabaal en sneep weer toenemen in de benedenrivieren en de Maas. Barbeel en fint nemen in de benedenrivieren weer toe en serpeling neemt toe in de Maas. Ook diklipharder, rivierprik en zalm nemen toe in de benedenrivieren. De kroeskarper is toegenomen in de Maas (De Leeuw et al. 2002). De paling neemt significant in aantal af in de Maas terwijl trends in de overige rivieren onduidelijk zijn. De trend in de intrek van palinglarven is al jaren zorgelijk (Dekker 2002). C. Doelsoortstatus Het lijkt bij vissen weinig zinvol om de prioriteit op prioritaire soortenlijsten eenvoudigweg te leggen bij de frequentie van voorkomen, omdat hierin de grote rivieren en zeearmen een onevenredig grote invloed hebben. Bovendien is het waterkwaliteitsbeleid in de grote rivieren grotendeels een verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat. De landelijke richtlijnen voor doelsoorten kennen drie criteria die te maken hebben met: (1) de internationale verantwoordelijkheid van Nederland voor de wereldpopulatie, het i- criterium (2) de trend in de tijd, de snelheid waarmee de populatie afneemt in grootte (aantal individuen en/of areaalgrootte), het t-criterium en tenslotte 14
17 (3) de huidige zeldzaamheid van de soort in Nederland, het z-criterium. Er worden 22 vissoorten genoemd als doelsoort (Bal et al., 2001) in vijf waterrijke landschapstypen die te vinden zijn in Noord-Brabant: zwak gebufferde vennen (grote modderkruiper) nagenoeg natuurlijk zand- en beekdallandschap (beekprik, bermpje, elrits, kroeskarper, rivierdonderpad en vetje) langzaam stromende rivier met nevengeul (barbeel, kopvoorn, kwabaal, meerval, rivierdonderpad, rivierprik, serpeling, sneep, spiering, steur, winde, zalm en zeeprik) Zoetwatergetijdegebied (bittervoorn, diklipharder, fint, kwabaal, meerval, rivierdonderpad, rivierprik, spiering, steur, winde, zalm, zeeprik) afgesloten zeearm (bittervoorn, fint, grote modderkruiper, kroeskarper, kwabaal, meerval, rivierdonderpad, rivierprik, spiering, vetje, winde, zalm, zeeprik). De vetgedrukte soorten worden van groot belang geacht. In deze lijsten wordt één soort (rivierdonderpad) vier maal genoemd, zeven merendeels stroomminnende soorten worden drie maal genoemd, vijf soorten twee maal en zeven soorten slechts één maal. Internationale positie Bij de aanwijzing van landelijke doelsoorten is gekeken naar het voorkomen in Nederland ten opzichte van het voorkomen in andere landen. Daarbij is geen rekening gehouden met het feit dat riviertrekvissen die zich in Nederland niet voortplanten (paling, rivierprik, zalm, zeeforel en zeeprik), wel door het Nederlandse gedeelte van de rivieren Rijn en Maas trekken en daarom van groot belang zijn voor de paai- en/of opgroeigebieden in Zwitserland, Frankrijk, Duitsland en België. Om deze redenen zijn deze soorten op de Rode Lijst gezet (de Nie, 1997b), maar volgens Bal et al. (2001) is dit ten onrechte. Daarom ontbreekt de paling als doelsoort. De paling is vanwege de belangrijke positie van de benedenrivier als trekroute toegevoegd aan de lijst van prioritaire soorten. De zeeforel is toegevoegd omdat de habitateisen (voor zover het eisen betreft aan de optrekbaarheid) niet verschillen van die van de zalm. Daarnaast zou ook de trekkende spiering van de grote rivieren beschouwd moeten worden als een vissoort waarvoor Nederland internationale verplichtingen heeft. Afweging De meeste waarnemingen van de beekprik komen uit drie gebieden in Nederland te weten het stroomgebied van de Keersop in Noord-Brabant en twee gebieden in Gelderland (Achterhoek en Oost-Veluwe). De populatie in de Keersop is verreweg het grootst. De Nie (1997b) schatte de achteruitgang in areaal van de beekprik in Nederland op 64% in de periode tussen 1945 en De beekprik behoort niet tot de opvallend veel in Noord- Brabant voorkomende vissoorten, omdat het aantal uurhokken van het kerngebied gering is. De vis scoort met 1,63 onder de factor 2. De landelijke doelsoort elrits is weggelaten omdat deze vis volgens historisch onderzoek alleen voorkomt in Limburgse beken en in sprengenbeken in de Oost-Veluwe (waarschijnlijk als translocatie met als oorsprong uitzettingen via forelkwekerijen in het begin van de 20ste eeuw). De grote modderkruiper komt in Noord-Brabant relatief veel voor. Dit hangt mogelijk samen met de aanwezigheid van kleine wateren op de overgangen tussen zand en veengebieden. De Brabantse beken lijken niet (meer) geschikt voor het duurzaam in stand houden van populaties van zalmachtige vissoorten zoals beekforel en vlagzalm. Een herintroductieproject van de vlagzalm in de Keersop is mislukt en er zijn geen aanwijzingen dat Brabantse beken in het verleden populaties van zalmachtige hebben gekend. De beekforel staat overigens alleen voor snelstromende beken in Limburg en Oost-Nederland op de landelijke doelsoortenlijst. 15
18 Het waterbeleid dat gevoerd wordt in het Haringvliet en de Biesbosch waarbij de getijdenwerking wordt versterkt en zoet-zoutovergangen zullen worden geschapen, is van groot belang voor de migrerende vissoorten. Daarom zijn ze toegevoegd aan de lijst van prioritaire soorten voor Noord-Brabant. Daarnaast spelen formele verplichtingen in het kader van de Habitatrichtlijn. De houting (genoemd in zowel de annex II als IV) en de elft, hoewel niet genoemd als doelsoorten, zijn riviertrekvissen en staan vermeld in de Habitatrichtlijn (zie website in referentielijst). Hoewel geen riviervis en zeker geen trekvis, geldt dit ook voor de kleine modderkruiper, deze soort staat vermeld in de annex II. Overigens leerde een gebiedsdekkende inventarisatie in de Limburgse Peel dat deze vis daar niet zeldzaam is (Crombaghs et al. 2000). Exotenproblematiek In een lijst met prioritaire soorten moeten die soorten staan waar het provinciale beleid zich de komende jaren op zou moeten richten. Dit wil niet noodzakelijkerwijs zeggen dat het alleen om zeldzame en/of kritische soorten gaat. Twee vissoorten zijn op "negatieve gronden" geselecteerd. Dit zijn de zonnebaars en de Amerikaanse hondsvis. Deze soorten zijn in een groot deel van Noord-Brabant ruim verspreid en hebben waarschijnlijk een sterk negatief effect op amfibieën (en andere waterorganismen). Handel in en kweken van, bezitten en uitzetten van deze soorten zou daarom verboden moeten worden. Daarnaast zouden deze vissen bestreden kunnen worden in voor de fauna belangrijke wateren, zoals dat ook wordt gedaan bij bijvoorbeeld de grote waternavel en muskusrat (Sierdsema et al., 2003, Bosman in pres.). De levendbarende hagedis is voor Noord-Brabant aangemerkt als een matig prioritaire soort. Foto: Paul van Hoof. 16
19 Tabel 3: Prioritaire status van vissen in Noord-Brabant en de gebruikte basisgegevens (voor afkortingen zie legenda op volgende pagina). 17
20 Legenda bij tabel 3. HR = Habitatrichtlijn 2 = soort van bijlage II, strikte bescherming d.m.v. aanwijzing van beschermde leefgebieden; 4 = soort van bijlage IV, strikte bescherming van het leefgebied is vereist; 5 = soort van bijlage V, waarvoor het onttrekken aan de natuur en de exploitatie aan beheersmaatregelen kunnen worden onderworpen CvB = Conventie van Bern 2 = soort van bijlage II van de Conventie van Bern (lijst van streng beschermde diersoorten); 3 = soort van bijlage III van de Conventie van Bern NRL = Nationale rode lijst be = bedreigd, kw = kwetsbaar, tnb = thans niet bedreigd, vnw = verdwenen in het wild uit Nederland. FFW = Flora- en Faunawet * = beschermd volgens de Flora- en faunawet Doel = Landelijke doelsoortenstatus I = internationaal heeft NL relatief grote betekenis voor behoud van soort, t = soort vertoont in NL dalende trend, z = soort is in NL zeldzaam. Hoofdletters geven aan dat doelsoort op dat punt sterk scoort. Belang Noord-Brabant t.o.v. Nederland Percentage bezette uurhokken in NB gedeeld door percentage bezette uurhokken in Nederland Trend korte termijn -- = significante afname (P<0.05); - = waarschijnlijke afname (P<0.10); 0=geen trend; + = waarschijnlijke toename (P<0.10); ++ = significante toename (P<0.05);? Onbekend, vis niet aangetroffen. Trend lange termijn Landelijke achteruitgang in aantal of areaal in de periode VNW = Verdwenen in het wild in Nederland (zie ook Rode Lijst). Dit houdt ook in dat zwervende individuen van populaties in het buitenland, of uitgezette vissen met regelmaat gevangen worden. Prioriteit Noord-Brabant +++ = hoge prioriteit; ++, + = prioriteit even hoog als geformuleerd in landelijk doelsoortenbeleid (++ =hoog, +=minder hoog in Noord-Brabant); 0 = geen prioriteit in Noord-Brabant, -- = negatieve prioriteit. Doelsoorten D, d = doelsoorten van landelijk beleid voor landschapstypen die in Noord-Brabant aanwezig zijn (d minder belangrijke doelsoorten). Voetnoot bij tabel 3 en bijlage 2 *In Bal et al staat de kroeskarper abusievelijk als ernstig bedreigde soort volgens de IUCN (The World Conservation Union), maar dit is niet het geval (website zie referentielijst). ** De rivierdonderpad staat in de Nie & van Ommering (1998) abusievelijk als beschermde soort volgens de Conventie van Bern. In Nederland bestaat een niet bedreigde populatie in groot water (IJsselmeer, grote rivieren), terwijl de variant die in beken voortkomt kwetsbaar en mogelijk bedreigd te noemen is. Indexu = percentage uurhokken in Noord-Brabant gedeeld door landelijke percentage. Indexkm = idem voor voorkomen in 1 x 1 km hokken. 18
21 Belangrijke habitats voor vissen In tabel 4 zijn de belangrijkste habitats voor de prioritaire vissen in Noord-Brabant weergegeven, op basis van Bal et al. (2001). Tabel 4: Belangrijke habitats van de prioritaire vissen in Noord-Brabant. Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Vennen Beken Rivier Getijde Zee-arm Beekprik Lampetra planeri D Grote modderkruiper Misgurnus fossilis d d Houting Coregonus oxyrinchus Barbeel Barbus barbus D Bermpje Barbatula barbatulus D Bittervoorn Rhodeus sericeus d d Diklipharder Chelon labrosus d Elft Alosa alosa Fint Alosa fallax D d Kopvoorn Leuciscus cephalus D Kroeskarper Carassius carassius d d Kwabaal Lota lota D d d Paling (rode aal) Anguilla anguilla Rivierdonderpad Cottus gobio d D d D Rivierprik Lampetra fluviatilis D D D Serpeling Leuciscus leuciscus d Spiering Osmerus eperlanus d d D Steur Acipenser sturio D D Vetje Leucaspius delineatus d d Winde Leuciscus idus D d D Zalm Salmo salar D D d Zeeforel Salmo trutta trutta Zeeprik Petromyzon marinus D D D Kleine modderkruiper Cobitis taenia Meerval Silurus glanis D D d Sneep Chondrostoma nasus d Beekforel Salmo trutta fario Elrits Phoxinus phoxinus d Gestippelde alver Alburnoides bipunctatus Vlagzalm Thymallus thymallus Zonnebaars Lepomis gibbosus Amerikaanse hondsvis Umbra pygmaea 19
22 20
23 4 ONDERZOEK- EN UITVOERINGSPROGRAMMA Binnen dit project was geen tijd beschikbaar om een onderzoek- en uitvoeringsprogramma op te stellen. RAVON acht het echter van belang voor de prioritaire soorten amfibieën en reptielen belangrijk onderzoek en maatregelen toch te vermelden. Voor vissen is minder direct toepasbare kennis en zijn minder lopende beschermingsplannen beschikbaar, zodat op die diergroep hier niet wordt ingegaan. RAVON beschikt over de benodigde kennis om een dergelijk programma voor Noord- Brabant nader uit te werken voor amfibieën, reptielen en ook voor vissen. Knoflookpad: In 2003 wordt een provinciale inventarisatie van deze soort uitgevoerd door RAVON. Er zal naar aanleiding van de bevindingen een overlevingsplan worden opgesteld. RAVON huisvest ook de landelijke coördinator voor het Soortbeschermingsplan knoflookpad. Deze coördinator is het juiste aanspreekpunt voor onderzoek en maatregelen in de provincie Noord-Brabant (en elders in Nederland). Boomkikker: RAVON huisvest de landelijke coördinator voor het Soortbeschermingsplan boomkikker. Deze coördinator is het juiste aanspraakpunt voor onderzoek en maatregelen in de provincie Noord-Brabant (en elders in Nederland). In het Soortbeschermingsplan en het bijbehorende achtergronddocument (in prep.) staan veel concrete uitvoeringsmaatregelen ten behoeve van de boomkikker in Brabant. Noordelijke kamsalamander: Van veel oude vindplaatsen is de noordelijke kamsalamander al jaren niet meer gemeld. Het is zeer nuttig om van deze prioritaire soort met een bijzondere status op de Habitatrichtlijn vindplaatsen ouder dan 5 of 10 jaar weer eens te inventariseren. Aan deze inventarisatie zou een overlevingsplan gekoppeld moeten worden. Vinpootsalamander: Van veel oude vindplaatsen is de vinpootsalamander al jaren niet meer gemeld. Het is zeer nuttig om van deze prioritaire soort, waarvoor Noord-Brabant een bijzondere verantwoordelijkheid heeft, vindplaatsen ouder dan 5 of 10 jaar weer eens te inventariseren. Aan deze inventarisatie zou een overlevingsplan gekoppeld moeten worden. Alpenwatersalamander: Rugstreeppad: Heikikker: Bijzondere onderzoeken of maatregelen voorlopig niet nodig. De rugstreeppad is vrij zeldzaam in Noord-Brabant en van veel oude vindplaatsen is de rugstreeppad al jaren niet meer gemeld. Het is zeer nuttig om van deze prioritaire soort vindplaatsen ouder dan 5 of 10 jaar weer eens te inventariseren. Aan deze inventarisatie zou een overlevingsplan gekoppeld moeten worden. Wellicht is monitoring van een ruime steekproef van vennen (in overleg met NEM) een goede methode om populaties van deze soort in de gaten te houden. Poelkikker: Deze soort wordt maar door weinig waarnemers gedetermineerd. Het vermoeden bestaat dat de poelkikker in Noord-Brabant niet zeldzaam is. Door in een ruime steekproef van diverse watertypen veel groene kikkers te determineren, kan beter inzicht in de verspreiding en status van deze soort worden verkregen. Bij inventarisaties die in opdracht voor de 21
24 Gladde slang: Levendbarende hagedis: Zandhagedis: Hazelworm: Adder: provincie worden uitgevoerd, zou verplicht aandacht aan groene kikkers besteed moeten worden. Er is bij RAVON informatie beschikbaar over enkele oudere vindplaatsen van de gladde slang waar de soort mogelijk nog voor zou kunnen komen. Een gerichte inventarisatie van een aantal terreinen in Noord-Brabant zou nog enkele onbekende populaties aan het licht kunnen brengen. Voor sommige leefgebieden bestaan zeer concrete ideeën over gericht beheer en over te realiseren verbindingszones. Bijzondere onderzoeken voorlopig niet nodig. Wat betreft maatregelen dient de aandacht uit te gaan naar de vele kleine populaties in kleine heideterreinen en in marginale/zeldzame biotooptypen. De mogelijkheid van onderzoek naar het oorspronkelijke karakter van de zandhagedis in Noord-Brabant aan de hand van genetisch materiaal zou onderzocht moeten worden. Dit zou het mogelijk maken de Brabantse zandhagedissen op hun waarde te schatten. Van de populatie in Budel is vrijwel niets bekend. Een grondige inventarisatie is hier noodzakelijk. Bijzondere onderzoeken voorlopig niet nodig. Gezien het zeer geringe aantal waarnemingen van de hazelworm in Noord- Brabant, zou een inventarisatie nuttig, maar zeker ook lastig zijn. Uitgestorven. Eventueel zou in samenwerking met België aan de realisatie van een verbindingszone gewerkt kunnen worden, waardoor de adder op de lange termijn mogelijk nog ooit in de regio Zundert terug zou kunnen keren. De vinpootsalamander is voor Noord-Brabant een hoog prioritaire soort. Een gerichte inventarisatie van oude, bekende vindplaatsen is zeer nuttig. Foto: Paul van Hoof 22
25 5 SAMENVATTING Amfibieën en reptielen Alle amfibieën en reptielen met een landelijke doelsoortstatus zijn aangewezen als prioritaire soort voor Noord-Brabant. De enige soort die geen landelijke doelsoort is maar wel is aangewezen als prioritaire soort voor Noord-Brabant is de levendbarende hagedis. Voor deze soort heeft Noord-Brabant een bovengemiddeld belang en bovendien is het een soort die ook recent nog in Nederland achteruitgaat. Er is onderscheid gemaakt in hoog (vijf soorten) en matig prioritaire soorten (zeven soorten) en niet prioritaire soorten. Hoog: knoflookpad, boomkikker, noordelijke kamsalamander, vinpootsalamander en gladde slang. Matig: alpenwatersalamander, rugstreeppad, heikikker, poelkikker, levendbarende hagedis, zandhagedis en hazelworm. Vissen Praktisch alle 22 vissoorten die landelijk als doelsoort zijn aangewezen, zijn van belang voor het natuurbeschermingsbeleid van de provincie Noord-Brabant. De Rode Lijstsoorten houting, beekprik en grote modderkruiper hebben een hoge prioriteit, omdat zij vooral voorkomen in wateren binnen deze provincie. De doelsoort elrits en zalmachtige vissoorten die als doelsoort voor snelstromende beken zijn genoemd, zijn weggelaten. Deze soorten komen van nature hoogstwaarschijnlijk niet in Noord-Brabant voor. Houting, elft en kleine modderkruiper, hoewel niet aangewezen als doelsoorten, zijn toegevoegd omdat zij voorkomen op de annex van de Habitatrichtlijn en in Noord-Brabant goed vertegenwoordigd zijn. Daarnaast zijn de paling en de zeeforel toegevoegd. Daarmee gelden 26 vissoorten als min of meer prioritair voor Noord-Brabant. Twee vissoorten zijn op "negatieve gronden" geselecteerd als prioritaire soort. Dit zijn de uitheemse zonnebaars en Amerikaanse hondsvis, die waarschijnlijk een negatief effect op amfibieën en andere waterorganismen hebben. 23
26 24
27 6 BRONNEN Bal, D., H.M. Beije, M. Fellinger, R. Haveman, A.J.F.M. van Opstal en F.J. van Zadelhoff, Handboek Natuurdoeltypen. Tweede editie. Rapport EC/LNV nr. 2001/020. Min. LNV, Wageningen. Bosman, W., in pres. Het Rauwven, een exotisch ven in het beekdal van de Aa. RAVON 15. Creemers, R.C.M Bedreigde en kwetsbare Reptielen en Amfibieën in Nederland. Basisrapport met voorstel voor de Rode Lijst. Publicatiebureau Stichting RAVON, Nijmegen. Crombaghs, B.H.J.M., R.W. Akkermans, R.E.M.B. Gubbels & G. Hoogerwerf, Vissen in Limburgse beken. Natuurhistorisch genootschap in Limburg, Maastricht. Dekker, W De toestand van de Europese aalstand en visserij. Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek. ( 1.doc) Delft, J.J.C.W. van & F.J.A. Kuenen, Onderzoek naar de effecten van landschapsversnippering op populaties van de Levendbarende hagedis (Lacerta vivipara) in oostelijk Noord-Brabant. Verslagen Milieukunde nr. 160a en b. Habitatrichtlijn Annex II: Annex IV: IUCN: Leeuw, J. de, E. Winter & T. Buijse, Riviervis terug in de rivieren? Levende Natuur 103(1): Nie, H.W. de, 1997a. Atlas van de Nederlandse zoetwatervissen. 2de druk Media Publishing, Doetinchem. Nie, H.W. de,1997b. Bedreigde en kwetsbare zoetwatervissen in Nederland. Voorstel voor een Rode Lijst. Stichting Atlas Verspreiding Zoetwatervissen. Nie, H.W. de & G. van Ommering Bedreigde en kwetsbare zoetwatervissen in Nederland. IKC Natuurbeheer rapport 33. Sierdsema, H., A. van Kleunen, J. Bouwman, F. Spikmans, B. Koese, J.T. Smit, H. van Kleef & A.J.J. Lemaire, Beleidsmonitoring OBN-fauna VOFF-rapport , Vereniging Onderzoek Flora en Fauna, Nijmegen. 25
28 26
29 BIJLAGEN 1 Basisgegevens amfibieën en reptielen 2 Basisgegevens zoetwatervissen 27
30 Bijlage 1: Basisgegevens amfibieën en reptielen 28
31 Bijlage 2: Basisgegevens zoetwatervissen uurhokken na x1 km hokken na 1990 Nederlandse naam NL NB indexu NL NB indexkm Brasem , ,47 Steur , ,59 Gestippelde alver 4 0 0, ,00 Alver , ,54 Elft 1 0 0, ,00 Fint , ,40 Zwarte dwergmeerval 6 1 1, ,14 Bruine dwergmeerval , ,88 Paling , ,41 Roofblei , ,95 Bermpje , ,85 Barbeel , ,92 Kolblei , ,47 Giebel , ,84 Kroeskarper* , ,17 Diklipharder , ,49 Sneep , ,76 Kleine modderkruiper , ,21 Grote marene + houting , ,89 Rivierdonderpad** , ,29 Graskarper , ,59 Karper , ,79 Snoek , ,92 Driedoornige stekelbaars , ,66 Riviergrondel , ,67 Pos , ,37 Rivierprik , ,40 Beekprik , ,78 Zonnebaars , ,24 Vetje , ,70 Kopvoorn , ,89 Winde , ,11 Serpeling , ,46 Kwabaal , ,19 Grote modderkruiper , ,42 Regenboogforel , ,95 Spiering , ,57 Baars , ,40 Zeeprik , ,10 Elrits , ,00 Bot , ,43 Tiendoornige stekelbaars , ,10 Bittervoorn , ,25 Blankvoorn , ,69 Zalm , ,56 Forel , ,00 Beekforel , ,85 Zeeforel , ,95 Bronforel 4 0 0, ,00 Rietvoorn , ,76 Meerval , ,75 Snoekbaars , ,26 Vlagzalm 7 0 0, ,00 Zeelt , ,76 Amerikaanse hondsvis , ,88 Blauwband , ,97 Brasem of Kolblei , ,64 hokken met Vissen Hokken totaal
32 30
Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014
Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van 1998 Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014 Inhoud Historie Rode Lijst Zoetwatervissen Aanpak Rode Lijst analyses
Nadere informatieSoortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden
BIJLAGE Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Stromingsgilde Aal Anguilla anguilla EURY Alver Alburnus alburnus EURY Baars Perca fluviatilis EURY
Nadere informatieSteeknet & Hengelvangstregistratie
Steeknet & Hengelvangstregistratie Schepnetvissers & hengelaars gezamenlijk op pad? Jan Kranenbarg & Toine Aarts Opbouw presentatie 1. Hengelaars & schepnetters bekeken 2. Wat wordt er zoal gevangen? 3.
Nadere informatieNationaal natuurbeleid voor vissen: signalering, stimulerend beleid en wettelijke bescherming
Nationaal natuurbeleid voor vissen: signalering, stimulerend beleid en wettelijke bescherming Dick Bal, Ministerie van LNV (senior beleidsmedewerker Natuur, Directie Kennis) 1 Nationaal natuurbeleid voor
Nadere informatieTrekvissen in Natura2000 gebieden. Vissennetwerk 11 maart 2010 Martin Kroes
Trekvissen in Natura2000 gebieden Vissennetwerk 11 maart 2010 Martin Kroes martin.kroes@tauw.nl Inhoud Achtergrond Natura2000 Bijlage IV HR Relatie met Flora- en Faunawet Bijlage V HR Relatie met Visserijwet
Nadere informatieWerkprotocol visbemonsteringen FF-wet
Visserij Service Nederland sterk in viswerk Werkprotocol visbemonsteringen FF-wet Bemonstering, vaststellen ecologisch effect, aanvragen ontheffing Opgesteld: Januari 2012 Update februari 2014 Visserij
Nadere informatieWaarnemingenoverzicht 2013
Dit waarnemingenoverzicht omvat 2013. Er zijn weer heel veel waarnemingen aan het databestand toegevoegd. De resultaten zijn net als voorgaande jaren weergegeven in de vorm van kaarten per soort. Per soortgroep
Nadere informatieNATUURATLAS ZAANSTAD VISSEN
NATUURATLAS ZAANSTAD VISSEN Opdrachtgever Stichting Natuur & Milieu Educatie Zaanstreek Postbus 223 1500 EE Zaandam Telefoon: 075-6312020 Fax: 075-6312468 E-mail: info@nme-zaanstreek.nl Samenstelling Natuuratlas
Nadere informatieRAVON Hemelvaartweekend
RAVON Hemelvaartweekend Gelderland, Limburg en Noord-Brabant 2007 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND RAVON Hemelvaartweekend Gelderland, Limburg en Noord-Brabant 2007 Een rapportage van RAVON
Nadere informatieRivierherstel, KRW en het effect op vissen van het stromende water. Tom Buijse Rijkswaterstaat - RIZA
Rivierherstel, KRW en het effect op vissen van het stromende water Tom Buijse Rijkswaterstaat - RIZA Europese Kaderrichtlijn Water Doelstelling Goede Ecologische en Chemische Toestand (GET/GCT) voor al
Nadere informatieDe EU Habitatrichtlijn, achtergronden en betekenis voor reptielen, amfibieën en vissen in Nederland
22 14 5(2) 2002 Help, er zitten kamsalamanders! De EU Habitatrichtlijn, achtergronden en betekenis voor reptielen, amfibieën en vissen in Nederland Sergé Bogaerts & Rob Lenders Tekening: Bas Teunis Kamsalamander.
Nadere informatieWaarnemingenoverzicht 2007 en 2008
34 11(4) 2010 61 Waarnemingenoverzicht 2007 en 2008 Jeroen van Delft & Arthur de Bruin (RAVON) Dit waarnemingenoverzicht omvat de jaren 2007 en 2008. Er zijn weer heel veel waarnemingen aan het databestand
Nadere informatieIMARES Wageningen UR. Voorkomen van beschermde vissoorten t.b.v. het windpark IJsselmeerdijk. C. Deerenberg & I.J. de Boois Rapport C136/11
Voorkomen van beschermde vissoorten t.b.v. het windpark IJsselmeerdijk C. Deerenberg & I.J. de Boois Rapport C136/11 IMARES Wageningen UR (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies) Opdrachtgever:
Nadere informatieFlora- en faunabemonstering Capreton en Linge
Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge Rapport: VA 2010_06 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Juni, 2010 door: I.L.Y. Spierts Statuspagina Statuspagina Titel: Flora- en faunabemonstering
Nadere informatieIMARES Wageningen UR. Bescherming zoetwatervissen. Rapportnummer C148/10 1 van 23. Dr. ir. H.V. Winter, Ir. O.A. van Keeken & Dr. H.
Bescherming zoetwatervissen Dr. ir. H.V. Winter, Ir. O.A. van Keeken & Dr. H. Heessen Rapport C148/10 IMARES Wageningen UR (IMARES - institute for Marine Resources & Ecosystem Studies) Opdrachtgever: Ministerie
Nadere informatieInternationale Scheldecommissie (ISC) Arnould Lefébure
Internationale Scheldecommissie (ISC) Arnould Lefébure Inhoud van het Master Plan (1/2) Hfstk.1: Context (hydrografisch, historisch, wettelijk en bestuurlijk) Hfstk.2: Aanwezigheid trekvissen in het Scheldedistrict
Nadere informatieWaarnemingenoverzicht 2015
Jeroen van Delft, Jan Kranenbarg, Arthur de Bruin & Peter Frigge Dit waarnemingenoverzicht omvat 2015. Er zijn weer heel veel waarnemingen aan het databestand toegevoegd. De resultaten zijn net als voorgaande
Nadere informatiezoetwatervissen in Nederland
Bedreigde en kwetsbare zoetwatervissen in Nederland Voorstel voor een Rode Lijst Dr. H.W. de Nie 1997 Stichting Atlas Verspreiding Nederlandse Zoetwatervissen Bedreigde en kwetsbare zoetwatervissen in
Nadere informatieWaarnemingenoverzicht 2014
Dit waarnemingenoverzicht omvat 2014. Er zijn weer heel veel waarnemingen aan het databestand toegevoegd. De resultaten zijn net als voorgaande jaren weergegeven in de vorm van kaarten per soort. Per soortgroep
Nadere informatieOnderwaterbeschoeiing Gouda
Onderwaterbeschoeiing Gouda Advies over Vissen, Amfibieën en Reptielen m.b.t. de aanleg van onderwaterbeschoeiing Een rapportage van RAVON in opdracht van Bunnik BV J.E. Herder Oktober 2006 STICHTING RAVON
Nadere informatieDe visstand in vaarten en kanalen
De visstand in vaarten en kanalen Jochem Hop Bijeenkomst Vissennetwerk 6 juni 2013, Bilthoven Inhoudsopgave Inleiding Materiaal en Methode Analyse Trends Inleiding KRW-watertypen M3, M10, M6 en M7 M3 gebufferde
Nadere informatieCONTRIBUTIE geld in om een stuk grond aan te kunnen kopen in de strijd tegen de rondweg door het Boomkikker-gebied in Sluis-Aardenburg.
60 RAVON 12 4(3) 2001 schrift hoger dan de totale contributie opbrengsten. Als gevolg hiervan zijn gelden uit de verkoop van verspreidingsgegevens aangewend voor het tijdschrift, waardoor het aan het atlasproject
Nadere informatieEindrapport. Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond de Hoefweg noord en zuid te Lansingerland
Eindrapport Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond de Hoefweg noord en zuid te Lansingerland Eindrapport Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond
Nadere informatieVisstand Haringvliet en Voordelta - heden -
Visstand Haringvliet en Voordelta - heden - Johan van Giels Bijeenkomst Vissennetwerk 19 mei 2016, Haringvliet Inhoudsopgave Inleiding/achtergrond Materiaal en Methode Soortensamenstelling Omvang visbestand
Nadere informatieResultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland
Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten
Nadere informatieIMARES Veranderende visstanden in de zoete Rijkswateren. Martin de Graaf JJ de Leeuw HV Winter (IMARES), AD Buijse (DELTARIS)
Veranderende visstanden in de zoete Rijkswateren. Martin de Graaf JJ de Leeuw HV Winter (), AD Buijse (DELTARIS) Bahar Dar, Ethiopia (1998-23) Bahar Dar, Ethiopia (1998-23) Perth, Australia (25-29) Exoten
Nadere informatieNevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten
Nevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten 2000-2010 Martijn Schiphouwer (i.p.v. Jan Kranenbarg) Vreugderijkerwaard, 18-10-2012 Opbouw presentatie 1. ON-onderzoek 2009: nevengeulen & uiterwaardwateren
Nadere informatieAchtergronddocument Rode Lijst Vissen 2011
Achtergronddocument Rode Lijst Vissen 2011 Zoetwatervissen Jan Kranenbarg en Frank Spikmans Achtergronddocument Rode Lijst Vissen 2011 Zoetwatervissen Jan Kranenbarg en Frank Spikmans 1 Colofon 2013 Stichting
Nadere informatieTrekvissen van de Habitatrichtlijn,
Indicator 6 juli 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Acht Nederlandse trekvissoorten
Nadere informatieedna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW)
edna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW) Jelger Herder Utrecht, 9 april 2015 Sommige soorten zijn lastig te monitoren Grote modderkruiper (Misgurnus fossilis) Vrijwilligers
Nadere informatieBekdraden en rugvinnen in Gelderland Determinatie en visgemeenschappen
Bekdraden en rugvinnen in Gelderland Determinatie en visgemeenschappen Arnhem, 2 november 2017 Sanne Ploegaert & Arthur de Bruin Inhoud Workshop Determineren van vissen 2/xx Zoetwatervissen in Nederland
Nadere informatieAtlas Amfibieën en Reptielen van de Provincie Vlaams-Brabant. Sam Van de Poel Natuurpunt Studie
Atlas Amfibieën en Reptielen van de Provincie Vlaams-Brabant Sam Van de Poel Natuurpunt Studie Atlas Amfibieën en Reptielen van de Provincie Vlaams-Brabant 32.260 waarnemingen Periode # UTM hokken Databank
Nadere informatieRAVON Vissenweekend 2011 Limburg
RAVON Vissenweekend 2011 Limburg REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND RAVON Vissenweekend 2011 Limburg Arthur de Bruin & Frank Spikmans November 2011 STICHTING RAVON POSTBUS 1413 6501 BK NIJMEGEN
Nadere informatieKNNV afdeling Delfland
voor een natuurlijke leefomgeving In opdracht en in overleg met RAVON Uitgevoerd door de studiegroep vissen KNNV afdeling Delfland Doel: input voor digitale visatlas van Nederland en speciaal Zuid-Holland
Nadere informatieZuidrand te Delfland
Inventarisatie beschermde vissen 2010 V. Nederpel 2010 Opdrachtgever KNNV afdeling Delfland Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks- en adviesbureau Bovendijk 35-G Hazenkoog 35A 2295 RV Kwintsheul
Nadere informatieNederland leeft met vismigratie Naar een gestroomlijnde aanpak van de vismigratieproblemen. Tom Buijse
Nederland leeft met vismigratie Naar een gestroomlijnde aanpak van de vismigratieproblemen Tom Buijse 1 Aanleiding Aanleiding Decembernota 2006 Kaderrichtlijn Water Om vismigratie naar ecologisch waardevolle
Nadere informatieReptielen van de Habitatrichtlijn,
Indicator 28 mei 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Gladde slang, muurhagedis en zandhagedis
Nadere informatieMasterplan Vis. samenvatting
Masterplan Vis samenvatting Het internationaal Scheldestroomgebiedsdistrict, met een oppervlakte van 36.416 km², strekt zich uit over 5 regio s (drie landen). De Schelde ontspringt in de regio Artois-Picardië
Nadere informatieVissen met een potje water edna metabarcoding
Vissen met een potje water edna metabarcoding Jelger Herder, Mark Scheepens en Marco Beers Den Bosch, 3 November 2016 Environmental DNA (edna) Hoe werkt het? Alle soorten in het water laten DNA sporen
Nadere informatieWaarnemingenoverzicht 2009
78 tijdschrift 79 tijdschrift Waarnemingenoverzicht 2009 Jeroen van Delft, Arthur de Bruin & Peter Frigge Dit waarnemingenoverzicht omvat 2009. Er zijn weer heel veel waarnemingen aan het databestand toegevoegd;
Nadere informatieNader onderzoek vissen polder t Hoekje
Nader onderzoek vissen polder t Hoekje Auteur: Ir. T.F. Kroon Opdrachtgever: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Datum: 25-07-2013 Autorisator: Drs. E. Nat Status: Eindrapport Registratienummer:
Nadere informatieMONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012
MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012 WATERSCHAP AA EN MAAS 20 september 2012 076534150:0.7 - Definitief C01012.100177.0100 5 Waterschap Aa en Maas Hevelpassage Kaweise Loop 5.1 KAWEISE
Nadere informatieVis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland
Vis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland St. Zeeschelp M. Dubbeldam Waterschap Zeeuwse Eilanden W. Quist Inhoudsopgave Waterschap Zeeuwse Eilanden Beleidskader (kort) Huidige situatie Gewenste beeld Maatregelen
Nadere informatieInventarisatie beschermde vissoorten Vreeland
Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Rapport: VA2008_11 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Maart, 2008 door: R. Caldenhoven Statuspagina Statuspagina Titel: Inventarisatie beschermde
Nadere informatieRotonde Oosthuizerweg te Edam Volendam
Rotonde Oosthuizerweg te Edam Volendam Inventarisatie naar beschermde vissoorten M. van Straaten 2013 Opdrachtgever Gemeente Edam Volendam G&G advies 2013 Versie Datum Concept 19 4 2013 Eindrapport 3 6
Nadere informatieRAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch
RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch Frank Spikmans en Rombout van Eekelen oktober 2008 STICHTING RAVON POSTBUS 1413 6501
Nadere informatieREPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN
34 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN JAARGANG 11 NUMMER 4 WAARNEMINGENOVERZICHT 2007 EN 2008 RAVON is het tijdschrift van de Stichting RAVON (Reptielen Amfibieën Vissen Onderzoek Neder land). Donateurs van RAVON
Nadere informatieWaterboekje 2016-2018
Waterboekje 2016-2018 In deze viswateren, behorend bij de VISpas van Onder Ons mag gevist worden met twee hengels en alle wettelijke toegestane aassoorten, tenzij anders aangegeven bij de wateren. Dit
Nadere informatieInventarisatie beschermde vissen met behulp van vrijwilligers in het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland 2008
Inventarisatie beschermde vissen met behulp van vrijwilligers in het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland 2008 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Inventarisatie beschermde vissen met
Nadere informatieActuele toestand van de Habitatrichtlijnvissen in de Schelde (B): met speciale aandacht voor enkele diadrome soorten
Actuele toestand van de Habitatrichtlijnvissen in de Schelde (B): met speciale aandacht voor enkele diadrome soorten David BUYSSE Instituut voor natuur- en bosonderzoek Inhoud Natura 2000 & Habitatrichtlijnsoorten
Nadere informatieNieuwe namenlijst Nederlandse vissoorten; werkdocument versie 2
Nieuwe namenlijst Nederlandse vissoorten; werkdocument versie 2 Door: Frank Spikmans, Paul Veenvliet, Jan Kranenbarg & Jeroen Bosveld Status: werkdocument, 21 april 2010 STICHTING RAVON POSTBUS 1413 6501
Nadere informatieAantalsontwikkeling van amfibieën,
Indicator 17 juli 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de periode voor 1997 is door
Nadere informatie4.5 Riviervis. Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO
4.5 Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO (erwin.winter@wur.nl) De toestand van veel riviervissen is verbeterd sinds het dieptepunt in de jaren zeventig, maar de visstand is nog ver verwijderd van de situatie
Nadere informatieAantalsontwikkeling van amfibieën
Indicator 1 juli 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de periode voor 1997 is door
Nadere informatieBosbeheer voor reptielen en amfibieën. Jeroen van Delft
Bosbeheer voor reptielen en amfibieën Jeroen van Delft Opbouw lezing Habitateisen herpetofauna Gesloten bos Open plekken en brede bermen Randen, mantels en zomen Dood hout Water in en bij het bos Steilkanten,
Nadere informatieRAVON JAARVERSLAG 2003 & 2004
RAVON JAARVERSLAG 2003 & 2004 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Projecten Inhaalslag In 2004 heeft RAVON van het ministerie van LNV opdracht gekregen voor het project Inhaalslag Verspreidingsonderzoek.
Nadere informatieVissen in de Palmerswaard, met advies voor toekomstige inrichting
Vissen in de Palmerswaard, met advies voor toekomstige inrichting REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Stichting RAVON Vissen in de Palmerswaard, met advies voor toekomstige inrichting Een rapportage
Nadere informatieVeldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer
Veldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer Veldinventarisatie in opdracht van Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud Opgesteld door Stichting RAVON R.P.J.H. Struijk
Nadere informatieeen overzicht van beschermde en bedreigde dier- en plantensoorten Ruud, spaar ons mooie Keersopdal!
een overzicht van beschermde en bedreigde dier- en plantensoorten Ruud, spaar ons mooie Keersopdal! 2 VOORWOORD De laatste jaren is er door het waterschap De Dommel en door Staatsbosbeheer stevig geïnvesteerd
Nadere informatieAdvies betreffende de werking van de vistrap 'Dalemse molen' op de Velpe te Tienen
Advies betreffende de werking van de vistrap 'Dalemse molen' op de Velpe te Tienen Nummer: INBO.A.2011.119 Datum advisering: 16 november 2011 Auteur: Contact: David Buysse Marijke Thoonen (marijke.thoonen@inbo.be)
Nadere informatieMigratiemogelijkheden voor trekvissen
Indicator 15 juli 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Trekvissen kunnen slechts weinig
Nadere informatieNieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015
Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015 Contactpersoon RAVON Utrecht Wim de Wild wim.de.wild@ziggo.nl tel. 030-6963771 RAVON Utrecht verstuurt onregelmatig een nieuwsbrief naar de RAVON waarnemers
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE. Het voorkomen van vleermuizen, amfibieën en vissen in het gebied van de stedelijke uitbreidingslocatie te Elst. 1 INLEIDING...
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 2 2 METHODE... 3 2.1 VLEERMUIZEN... 3 2.2 AMFIBIEËN... 3 2.3 VISSEN... 3 3 RESULTAAT... 4 3.1 VLEERMUIZEN... 4 3.2 AMFIBIEËN... 4 3.3 VISSEN... 4 4 CONCLUSIE... 5 LITERATUUR...
Nadere informatieNatuurhistorisch Maandblad
Natuurhistorisch Maandblad 6 J A A R G A N G 1 0 0 N U M M E R 6 J U N I 2 0 1 1 Beschermingsmaatregelen voor de Hazelmuis Sikkelgoudscherm ingeburgerd in Zuid-Limburg? Vissen vangen en Bevers ontwijken
Nadere informatieInhaalslag verspreidingsonderzoek
19 7(1) 2005 1 Inhaalslag verspreidingsonderzoek Voor de tweede achtereenvolgende keer verschijnt RAVON in de vorm van een themanummer, waarbij een bepaald onderwerp volop in de schijnwerpers wordt gezet.
Nadere informatieFlora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen
Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen Rapport: VA2009_32 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs Juni, 2009 door: Martin Kroes & Robin Blokhuizen Statuspagina Titel: Flora- en faunawetbemonstering
Nadere informatieEindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O
Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O rapportnr.
Nadere informatieZoetwatervissen,
Indicator 19 oktober 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Soorten van schoon water zijn
Nadere informatieRAVON Hemelvaartweekeind
RAVON Hemelvaartweekeind Veluwe en Achterhoek 2016 Peter Frigge RAVON Hemelvaartweekeind Veluwe en Achterhoek 2016 Colofon Status uitgave: Rapportnummer: 2016.000 Datum uitgave: 9 maart 2017 Titel: RAVON
Nadere informatieAMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON
AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON juni 2007 In
Nadere informatieRAVON Hemelvaartweekend
RAVON Hemelvaartweekend Noord-Holland 2008 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND RAVON Hemelvaartweekend Noord-Holland 2008 Een rapportage van RAVON J.E. Herder & K. Pluis augustus 2008 m.m.v.
Nadere informatieSoorten monitoren met Environmental DNA in de praktijk Jelger Herder
14:30 Soorten monitoren met Environmental DNA in de praktijk Jelger Herder 14:45 DNA monitoring Kees van Bochove 15:00 Vragen 1/17 Soorten monitoren met Environmental DNA in de praktijk Jelger Herder Eindhoven,
Nadere informatieOPFRISAVONDEN. Controleurs Sportvisserij en Boa s. Sportvisserij Nederland, Bilthoven. 14 februari 2012
OPFRISAVONDEN Toine Aarts Frans Boonstra Frans Jaques George Hampsink Sportvisserij MidWest Nederland Controleurs Sportvisserij en Boa s Sportvisserij Nederland, Bilthoven 14 februari 2012 Programma 20.00
Nadere informatieHerstel biodiversiteit in Noord-Brabant,
Herstel biodiversiteit in Noord-Brabant, hoe doen we dat en werkt het? Wiel Poelmans Programma Natuur Provincie Noord-Brabant Wat komt er aan de orde? Positie biodiversiteit in natuurbeleid Waarom, wat,
Nadere informatie3.8 Praktische aanpak monitoring natte dooradering en water Rémon ter Harmsel Stichting RAVON
3.8 Praktische aanpak monitoring natte dooradering en water Rémon ter Harmsel Stichting RAVON Praktische aanpak monitoring natte dooradering en water Amfibieën & Vissen Rémon ter Harmsel Landelijke ANLb-dag,
Nadere informatieOnderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J.
Aan: P.C. Jol Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J. Hop Inleiding Omstreeks begin mei 2013 is de
Nadere informatieVerspreidingsonderzoek vissen 2009
Verspreidingsonderzoek vissen 2009 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Verspreidingsonderzoek vissen 2009 Een rapportage van RAVON In opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Nadere informatieMonitoring van vispopulaties met edna
1 Monitoring van vispopulaties met edna van wens naar werkelijkheid Michiel Hootsmans 2 KWR Watercycle Research Institute Van bron tot kraan en verder.. KWR? Die doen toch alleen drinkwater? KWR = onderzoeksinstituut
Nadere informatieVerspreidingsonderzoek reptielen en amfibieën 2008
Verspreidingsonderzoek reptielen en amfibieën 2008 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Verspreidingsonderzoek reptielen en amfibieën 2008 Een rapportage van RAVON In opdracht van het ministerie
Nadere informatieZoetwatervissen,
Indicator 19 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Soorten van schoon water zijn
Nadere informatiePlaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier
Plaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier Frank Spikmans RAVON I.s.m: Nils van Kessel - Natuurbalans Inhoud presentatie Exotische vissen in Nederland Habitatgebruik & trendontwikkeling
Nadere informatieVistoets Opsterlandse Compagnonsvaart
Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart Rapport: VA2012_36 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV 22 november 2012 door: Q.A.A. de Bruijn Statuspagina Statuspagina Titel: Vistoets Opsterlandse
Nadere informatieOmvang van de Nederlandse sportvisserij,
Indicator 24 januari 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland zijn ruim een half
Nadere informatieTREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK. onderzoek aan vier vispassages
TREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK onderzoek aan vier vispassages De waterhuishouding aan de voet van de stuwwal vanaf Ubbergen tot en met Beek is de laatste jaren aanzienlijk verbeterd.
Nadere informatieExoten in zoetwater: vissen
Indicator 7 juli 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aantal soorten vissen dat zich
Nadere informatieBijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard
Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân
Nadere informatieHET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING WATERHOVEN OOST TE ALBLASSERDAM
HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING WATERHOVEN OOST TE ALBLASSERDAM HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING WATERHOVEN OOST TE ALBLASSERDAM
Nadere informatieAmfibieën in de verbindingszone Kaaistoep - Drijflanen in. Tilburg Frank Spikmans & Arnold van Rijsewijk
Amfibieën in de verbindingszone Kaaistoep - Drijflanen in Tilburg 2015 Frank Spikmans & Arnold van Rijsewijk Amfibieën in de verbindingszone Kaaistoep Drijflanen in Tilburg 2015 Frank Spikmans & Arnold van
Nadere informatieMonitoring van vismigratie met edna: van wens naar werkelijkheid?
1 Monitoring van vismigratie met edna: van wens naar werkelijkheid? Symposium CSI onder water, toepassing (e)dna-technieken in het waterbeheer: fictie of al werkelijkheid?, STOWA 14 juni 2017 Michiel Hootsmans
Nadere informatieVISSEN IN LELYSTAD
VISSEN IN LELYSTAD 2019-2021 Voor dat u een hengel uitwerpt in de Lelystadse wateren moet u wel de juiste schriftelijke toestemming hebben. Het is immers verboden om te vissen zonder dat u toestemming
Nadere informatieVISSEN IN LELYSTAD 2016
VISSEN IN LELYSTAD 2016 Schriftelijke toestemming U woont wel/niet in Lelystad Visvergunning Bijzonder en verboden viswater Vissoorten en minimummaten Kaart viswater Tijden Gesloten vistijd Nachtvissen
Nadere informatieReferentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182
Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied
Nadere informatieJoachim Maes Katholieke Universiteit Leuven Laboratorium voor Aquatische Ecologie 03 december 2004
Het visbestand van de Zeeschelde: actuele toestand en trends op basis van vismonitoring Joachim Maes Katholieke Universiteit Leuven Laboratorium voor Aquatische Ecologie december Vismonitoring in het Schelde
Nadere informatieBureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode
Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van
Nadere informatieRAVON Vissenweekend 2010 Utrecht
RAVON Vissenweekend 2010 Utrecht RAVON Vissenweekend 2010 Utrecht Rémon ter Harmsel Maart 2010 STICHTING RAVON POSTBUS 1413 6501 BK NIJMEGEN www.ravon.nl Stichting RAVON Colofon 2011 Stichting RAVON, Nijmegen
Nadere informatieVerspreidingsonderzoek vissen 2008 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND
Verspreidingsonderzoek vissen 2008 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Verspreidingsonderzoek vissen 2008 Een rapportage van RAVON In opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Nadere informatieVISSEN IN LELYSTAD 2017
VISSEN IN LELYSTAD 2017 Schriftelijke toestemming U woont wel/niet in Lelystad Visvergunning Visvergunning Visvergunning Visvergunning Bijzonder en verboden viswater Tijden Gesloten vistijd Kaart viswater
Nadere informatiePlaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier
Aantal soorten Inhoud presentatie Plaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier Habitatgebruik & trendontwikkeling in de grote Actuele verspreiding & Ecologie Risico s voor inheemse
Nadere informatiev a n b r o n t o t m o n d i n g
V i s m i g r a t i e... v a n b r o n t o t m o n d i n g vrije vismigratie van bron tot monding De Noordzee werd ooit geroemd vanwege zijn rijke visstand. Steden werden gesticht en de visserij floreerde.
Nadere informatieEr is een inhaalbeweging nodig om de ontsnipperingsplannen en soortbeschermingsplannen versneld uit te voeren.
Vissen en rondbekken Anik Schneiders 1, Gerlinde Van Thuyne 2, Jan Breine 2 In beken en kleine rivieren gaan de waterzuiveringsinspanningen slechts gepaard met een voorzichtige positieve trend in aantal
Nadere informatie