Activiteit en resultaten op 30 juni 2007

Transcriptie

1 P E R S B E R I C H T Dexia N.V., Rogierplein 11, B-1210 Brussel / 1, Passerelle des Reflets, Paris-La Défense 2, F La Défense Cedex Rekeningnr. : RPR Brussel BTW BE P. Brussel, Parijs, 30 augustus 2007, u. Activiteit en resultaten op 30 juni 2007 OPNIEUW EEN STERK KWARTAAL VOOR DE ACTIVITEIT EN DE FINANCIELE PRESTATIES TWEEDE KWARTAAL 2007 Nettoresultaat - groepsaandeel: 787 miljoen EUR +34,8% tegenover 2Q 2006 Winst per aandeel: 0,68 EUR +25,8% tegenover 2Q 2006 EERSTE HALFJAAR 2007 Nettoresultaat - groepsaandeel: miljoen EUR tegenover 1H gerapporteerd: +11,5% - onderliggend*: +17,8% Winst per aandeel**: - op gerapporteerde basis: 1,30 EUR +4,1% tegenover 1H op onderliggende basis: 1,10 EUR +13,9% tegenover 1H 2006 Return on Equity***: 21,5% 24,3% in 1H 2006 Tier 1 ratio: 9,9% 9,8% op 31 december 2006 *Zonder niet-weerkerende elementen en marked-to-market-verschillen op de CDS-portefeuille van FSA; **Niet-verwaterd; *** Op jaarbasis. Persdienst Brussel Persdienst Parijs Investor Relations Brussel / 49 Investor Relations Parijs /

2 Boodschap van Axel Miller, voorzitter van het directiecomité Een uitstekend tweede kwartaal 2007 Het is mij een genoegen u een uitstekend tweede kwartaal 2007 te mogen aankondigen. Dexia noteert een nettoresultaat dat tegenover het tweede kwartaal 2006 met 34,8% gestegen is, tot 787 miljoen EUR. Voor het eerste halfjaar 2007 gaat het om een nettoresultaat van meer dan 1,5 miljard EUR, d.i. een toename van 11,5% in vergelijking met het eerste halfjaar 2006, dat door heel wat niet-weerkerende winsten werd gekenmerkt. Ons nettoresultaat per aandeel, zonder niet-weerkerende elementen, stijgt met 13,9%. Het rendement van het eigen vermogen blijft op die manier op een hoog niveau (21,5%). Zonder de niet-weerkerende elementen, nam het nettoresultaat toe met 18,6% (pro forma) tot 661 miljoen EUR. Deze stijging werd behaald in een context waarbij de belangrijke ontwikkelingen in de financiële dienstverlening aan de publieke sector wereldwijd, in de financiering van projecten en bij onze Turkse dochteronderneming Denizbank, voortgezet werden. De exploitatiekosten stijgen op die manier met 5,6%, d.w.z. twee keer minder snel dan de toename van de opbrengsten (9,6%). Onze exploitatiecoëfficiënt verbetert en bedraagt voor het eerste halfjaar 51,8%. De kosten van risico blijven erg laag en veranderen niet in vergelijking met het tweede kwartaal Deze resultaten zijn het gevolg van een goede en zelfs uitstekende prestatie van al onze metiers. Financiële dienstverlening aan de publieke sector, financiering van projecten en credit enhancement, blijft zich in een snel tempo ontwikkelen; het volume van de langetermijnverbintenissen nam met nagenoeg 15% toe. Deze activiteit behoudt een hoog rendement op het economisch eigen vermogen van ongeveer 25%. De grootste stijging komt van de projectfinancieringen. Dexia bekleedt voortaan de eerste plaats wereldwijd inzake de financiering van hernieuwbare energie en de publiek-private samenwerkingen (PPS). De opbrengsten stijgen met 11% en het nettoresultaat met 15,4% (350 miljoen EUR). Financiële dienstverlening aan particulieren behaalde in het tweede kwartaal weer een goede rendabiliteit. De toename van de volumes versnelt, met cliëntentegoeden die 8,5% aangroeien en kredieten die 13,9% stijgen. De opbrengsten stijgen sneller (met 4,3%) dan in het begin van het jaar. Het beheer van de kosten is volledig onder controle, met een groei van slechts 2,3%. De Groep versnelt zijn investeringen in Turkije met de opening van 29 nieuwe agentschappen in het tweede trimester van 2007, waardoor het totale aantal agentschappen op 291 gebracht werd. Op die manier gaat het nettoresultaat van dit metier, dat tevens van een gunstig fiscaal effect en van erg matige kosten van risico profiteert, met nagenoeg 18% vooruit, tot 197 miljoen EUR. Financieel beheer en Investor Services behaalden eveneens goede prestaties, met nettoresultaten van respectievelijk 30 miljoen EUR (+32,4%) en 29 miljoen EUR (+19,9%). De commerciële ontwikkeling van Financieel beheer heeft tot mooie successen geleid in het institutioneel beheer, waar de inzameling voor het tweede kwartaal alleen al 1,8 miljard EUR beliep. Tegelijkertijd vertoont Investor Services een sterke dynamiek; zo stijgt het aantal fondsen in beheer met 20,7%. Het metier Thesaurie en Financiële Markten, tot slot, noteert een groei van zijn nettoresultaat met 9,2% tot 77 miljoen EUR. Dit metier kende o.a. een goede prestatie voor de activiteiten Fixed income. -2-

3 Binnen deze verschillende metiers zijn de prestaties van DenizBank, overgenomen eind 2006, vermeldenswaard. De bijdrage van de Turkse bank aan het nettoresultaat bedraagt 44 miljoen EUR voor het tweede kwartaal 2007, een stijging van 40% tegenover dezelfde periode in 2006 (pro forma). DenizBank kent een sterke ontwikkeling en blijft marktaandelen winnen. Financiële crisis : Dexia blijft zeer goed beschermd Het tweede deel van het jaar 2007 kent een erg verschillende marktomgeving, met een brutale opwaardering door de markten van de kredietrisico s. De crisis van de risicovolle hypothecaire leningen (sub-prime) in de Verenigde Staten werd erger in juli en augustus; zij veroorzaakte de daling van heel wat activaklassen en zorgde ondertussen ook voor een algemene liquiditeitscrisis als gevolg van, met name, de gedwongen schuldafbouw (vraag naar bijkomend onderpand, opnames, ) van heel wat beleggingsvehikels. Ik hou eraan in deze context te bevestigen dat Dexia zeer goed beschermd is en een aantal aantrekkelijke ontwikkelingsopportuniteiten tot stand ziet komen. De blootstelling van Dexia t.a.v. de risicovolle Amerikaanse hypothecaire leningen (subprime) blijft, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenkomst van FSA, zeer goed ingedekt en zou tot geen enkel verlies mogen leiden, zelfs wanneer de marktvoorwaarden verder verslechteren. Dexia en FSA verwachtten reeds lang problemen in het RMBS-segment en hebben er zich daarom afzijdig van gehouden. FSA bevindt zich daardoor daadwerkelijk in een unieke situatie: het is de enige grote credit enhancer die niet blootgesteld is aan het meest problematische segment van de effectiseringsmarkt, de CDO s van ABS. Daarnaast is het zo dat de beleggingsportefeuilles van de Groep uitsluitend in de veiligste waarden belegd zijn. Wat de liquiditeit betreft, heeft Dexia geen schade ondervonden, terwijl heel wat andere actoren zich in moeilijkheden bevonden. De Groep is vooruitziend op zijn noden en beschikt in zijn portefeuilles over grote liquiditeitsreserves. Dexia zal overigens voordeel halen uit de efficiëntie van zijn AAA-herfinancieringsinstrumenten, die op de markt nog altijd uitstekend genoteerd zijn. De groep is aldus volledig in staat om te voorzien in haar liquiditeitsbehoeften op korte en middellange termijn. Vandaag bieden de voorwaarden reële opportuniteiten aan tegen een goede risicovergoeding. Dexia profiteert daar reeds van door een toegenomen activiteit, zowel wat de financieringsactiviteiten betreft als via zijn Amerikaanse dochteronderneming FSA. Nieuw inkoopprogramma voor eigen aandelen Uit de balans van 30 juni 2007 blijkt eens te meer dat de groep Dexia over aanzienlijke eigen middelen beschikt. De solvabiliteitsratio, berekend op basis van het Tier 1 eigen vermogen, beloopt 9,9 %, wat een stijging ten opzichte van 31 maart vertegenwoordigt en boven het volgens ons gewenste niveau ligt. Het overschot aan eigen middelen van de groep Dexia, zal in 2008 nog toenemen, na de invoering van de nieuwe solvabiliteitsnormen die uit het Bazel II-akkoord voortvloeien. Op basis van de toestand op 31 maart 2007 en van de modellen die nog door de bancaire controle-overheden gevalideerd moeten worden, zou de Tier 1 ratio van de groep Dexia bij gelijkblijvende omstandigheden wellicht met ongeveer 30 % stijgen. De capaciteit van de -3-

4 Groep om deze reserve te gebruiken, blijft uiteraard afhankelijk van de komende gesprekken met de ratingbureaus. Onder deze voorwaarden heeft de raad van bestuur besloten om de inkoopverrichtingen van eigen aandelen, die bij de acquisitie van DenizBank waren opgeschort, weer op te nemen en er, in het kader van een nieuw inkoopprogramma, een bedrag van 500 miljoen EUR aan toe te wijzen, en dit tot de volgende gewone algemene vergadering van de Groep, die plaatsvindt in mei In ieder geval zal Dexia trouw blijven aan het beleid dat het al jaren volgt: het overschot aan eigen middelen in verhouding tot de ontwikkelingsbehoeften van de metiers en tot de betaling van een regelmatig stijgend dividend, zal worden aangewend voor de financiering van de inkoop van eigen aandelen, tenzij er acquisities, die een meerwaarde creëren, worden verwezenlijkt; in dit geval zullen de overtollige eigen middelen dan bij voorrang voor de financiering van deze acquisities worden gebruikt. Belangrijke stap voor Dexia Bank Nederland In het midden van dit jaar zetten we een beslissende stap naar een regeling van het geschil tussen Dexia en sommige cliënten van zijn Nederlandse dochteronderneming Dexia Bank Nederland i.v.m. producten van aandelenlease. 31 juli 2007 betekende immers het einde van de periode tijdens dewelke onze cliënten gebruik konden maken van de opt-out - mogelijkheid i.v.m. het akkoord tot schadeloosstelling dat in 2005 onder leiding van Wim Duisenberg werd gesloten. In totaal besloten cliënten van deze mogelijkheid gebruik te maken, wat, a contrario, betekent dat ongeveer 85% van de betrokken cliënten, conform de aanbeveling van het Hof van Beroep van Amsterdam, heeft geoordeeld dat dit akkoord billijk was, en voor hen dus bindend is. In deze omstandigheden namen de resterende juridische onzekerheden aanzienlijk af. Outlook Dit uitstekende tweede kwartaal 2007 bevestigt, na het zeer bevredigende eerste kwartaal, de goede oriëntatie van de fundamentals van Dexia en de capaciteit van de groep om haar financiële doelstellingen te bereiken. -4-

5 I. GECONSOLIDEERDE REKENING OP 30 JUNI 2007 De raad van bestuur van Dexia, voorgezeten door de heer Pierre Richard, kwam bijeen op 30 augustus 2007 en keurde de rekening van de Groep op 30 juni 2007 goed. Geconsolideerde winst- en verliesrekening(*) In miljoen EUR 2Q 06 2Q 07 1H H 2007 Opbrengsten ,2 % ,4 % Kosten ,9 % ,6 % Brutobedrijfsresultaat ,4 % ,5 % Kosten van risico ,8 % ,1 % Waardevermindering op (im)materiële vaste activa 0 0 n.s. 0 0 n.s. Belastingen ,9 % ,0 % Nettoresultaat ,2 % ,7 % Aandeel van derden ,0 % ,1 % Nettoresultaat - groepsaandeel ,8 % ,5 % Exploitatiecoëfficiënt 50,0% 47,7% - 47,8% 49,7% - ROE (op jaarbasis) 20,5% 22,1% - 24,3% 21,5% - * geauditeerde rekening (beperkt nazicht). Voorwoord Voor een correct begrip van deze resultaten, willen we eraan herinneren dat in 2006 en 2007 aanzienlijke wijzigingen in de consolidatiekring plaatsvonden, waaronder als belangrijkste de acquisitie van DenizBank en de verkoop van Banque Artesia Nederland, van Dexia Banque Privée France en van de activiteit private banking in het Verenigd Koninkrijk. Op basis van de consolidatiekring van vandaag zou het pro forma nettoresultaat - groepsaandeel voor 1H 2006, miljoen EUR hebben bedragen in plaats van miljoen EUR. Het nettoresultaat groepsaandeel beliep in het tweede kwartaal miljoen EUR, een stijging van 203 miljoen EUR (+34,8%) tegenover dezelfde periode van Zonder de niet-operationele elementen ten belope van 126 miljoen EUR in 2Q 2007, tegenover 45 miljoen EUR in 2Q 2006, en op een pro forma basis, beliep het onderliggende 1 nettoresultaat - groepsaandeel 661 miljoen EUR, een belangrijke stijging met 18,6% of +104 miljoen EUR. Het onderliggende nettoresultaat was sterk voor alle metiers, met een onderliggende toename van respectievelijk +15,4% voor Public/Project Finance en Credit Enhancement, +17,7% voor Financiële Dienstverlening aan Particulieren, +32,4% voor Financieel beheer, +19,9% voor Investor Services en +9,2% voor Thesaurie en Financiële Markten. Tijdens het eerste halfjaar 2007 bedroeg het nettoresultaat groepsaandeel miljoen EUR, een stijging van 11,5% tegenover het eerste halfjaar Zowel tijdens 1H 2006 als 1 De onderliggende resultaten sluiten de niet-operationele elementen uit, d.w.z. zowel de niet-weerkerende elementen van de periode, apart beschreven en gekwantificeerd, alsook de verschillen in marked-to-marketwaarde van de CDS-portefeuille van FSA. Daar deze laatste instrumenten als afgeleide producten worden beschouwd, wordt de evolutie van hun marktwaarde tijdens de gerapporteerde periode als een tradingresultaat gezien; deze behandeling volgens IAS 39 maakt echter een goed begrip van de economische resultaten onmogelijk, daar deze portefeuille bestaat uit instrumenten met een waardering AAA, die door FSA worden verzekerd tot hun vervaldatum. De positieve of negatieve marked-to-market-verschillen in gelijk welke periode zijn dus geen onderliggende resultaten, aangezien zij uiteindelijk uitkomen op nul. -5-

6 1H 2007 vertegenwoordigden de niet-operationele elementen grote bedragen (respectievelijk 306 miljoen EUR en 229 miljoen EUR), vooral door de oprichting van de joint venture RBC Dexia Investor Services in 2006 en door verschillende meerwaarden in Zonder de nietoperationele elementen en op een pro forma basis vertoonde het onderliggende nettoresultaat groepsaandeel een stevige vooruitgang van +193 miljoen EUR of +17,8% (+18,4% bij gelijke wisselkoers). De totale opbrengsten beliepen in het tweede kwartaal miljoen EUR, een stijging van +17,2% tegenover het tweede kwartaal Op onderliggende pro-forma basis was de vooruitgang +9,6% of +161 miljoen EUR (1.838 miljoen EUR in 2Q 2007 en miljoen EUR in 2Q 2006). Alle metiers droegen aan deze vooruitgang bij, sommige op significante wijze, met respectievelijk +72 miljoen EUR voor Public Finance (+11,0%), +30 miljoen EUR voor Financiële Dienstverlening aan Particulieren (+4,3%), +13 miljoen EUR voor Financieel beheer (+21,4%), +11 miljoen EUR voor Investor Services (10,9%) en +12 miljoen EUR voor Thesaurie en Financiële Markten (+9,2%). We merken hierbij op dat deze onderliggende groei van de opbrengsten, ten belope van +5 miljoen EUR, beïnvloed werd door de positieve evolutie van de Turkse lira tussen het tweede kwartaal 2006 en het tweede kwartaal 2007, maar gedeeltelijk afgezwakt werd door de negatieve evolutie van de USD en de CAD. Bij gelijke wisselkoers zouden de totale onderliggende opbrengsten tegenover 2Q 2006 aldus met +9,3% zijn gestegen (pro forma). Voor het eerste halfjaar 2007 kwamen de totale opbrengsten uit op miljoen EUR, een stijging van 289 miljoen EUR (+8,4%). Bij gelijkblijvende consolidatiekring en zonder de niet-operationele elementen, kwam de stijging uit op 316 miljoen EUR (+9,6%), dankzij de groei van de onderliggende opbrengsten in alle metiers: respectievelijk met +149 miljoen EUR voor Public Finance (+11,6%), +45 miljoen EUR voor Financiële Dienstverlening aan Particulieren (+3,4%), +23 miljoen EUR voor Financieel beheer (+19,3%), +20 miljoen EUR voor Investor Services (+10,7%) en +26 miljoen EUR voor Thesaurie en Financiële Markten (+9,0%). De opbrengsten uit Central Assets en de niet-operationele elementen beliepen tijdens de periode 259 miljoen EUR, d.i. 128 miljoen EUR minder dan in de overeenkomstige periode van 2006, vooral door het effect van de oprichting van de joint venture RBC Dexia Investor Services in het eerste kwartaal We wijzen erop dat de totale onderliggende opbrengstengroei ten belope van -31 miljoen EUR beïnvloed werd door de negatieve evolutie van de drie bovengenoemde deviezen tussen het eerste halfjaar 2006 en het eerste halfjaar Bij gelijke wisselkoers zouden de totale onderliggende opbrengsten tegenover 1H 2006 aldus met +10,6% zijn gestegen (pro forma). De kosten stonden in het tweede kwartaal 2007 op 937 miljoen EUR, een stijging van 11,9% op gerapporteerde basis, maar slechts een beperkte +5,6% op onderliggende pro forma basis (963 miljoen EUR in 2Q 2007, tegenover 887 miljoen EUR in 2Q 2006). Het onderliggende verschil van 49 miljoen EUR vloeit voort uit de stijgende kosten van de activiteiten met een sterke ontwikkeling, die getemperd worden door de quasi stabiele kosten voor Financiële Dienstverlening aan Particulieren. Bij gelijke wisselkoers zou de kostenbasis tegenover 2Q 2006 toegenomen zijn met +5,4% (pro forma), d.i. nagenoeg 4 procentpunten onder de overeenkomstige groei van de opbrengsten. In het eerste halfjaar 2007 beliepen de kosten miljoen EUR, d.i. +12,6% of miljoen EUR tegenover dezelfde periode van Op onderliggende pro-forma basis stegen de kosten met 109 miljoen EUR of +6,2%. Bij gelijke wisselkoers bedroeg de kostenstijging +7,2%. -6-

7 De exploitatiecoëfficiënt voor het eerste halfjaar 2007 bedroeg 49,7%, tegenover 47,8% in het eerste halfjaar Zonder de hierboven vermelde niet-operationele elementen, verbeterde de onderliggende exploitatiecoëfficiënt in één jaar van 53,5% tot 51,8%, wat in de lijn ligt van de doelstelling van de Groep op middellange termijn. Het brutobedrijfsresultaat stond in het tweede kwartaal 2007 op miljoen EUR, een toename van 22,4% in vergelijking met het tweede kwartaal Het onderliggende pro forma brutobedrijfsresultaat bedroeg 902 miljoen EUR, een toename van 14,2% in één jaar tijd. Zoals we hieronder zullen zien, was de onderliggende prestatie van de metiers zeer behoorlijk: +11,3% voor Public/Project Finance, +8,4% voor Financiële Dienstverlening aan Particulieren, +31,9% voor Financieel beheer, +12,7% voor Investor Services en +4,4% voor Thesaurie en Financiële Markten zie gedetailleerde analyse hieronder. In het eerste halfjaar van 2007 bedroeg het brutobedrijfsresultaat miljoen EUR, een groei van 4,5% tegenover het eerste halfjaar 2006 en van +13,6% op onderliggende pro forma basis. Bij gelijke wisselkoers beliep de toename +14,4%. De kosten van risico kwamen in het tweede kwartaal 2007 uit op 30 miljoen EUR, tegenover 61 miljoen EUR in dezelfde periode van Bij gelijke consolidatiekring en zonder de nietoperationele elementen bleven de onderliggende kosten van risico stabiel op 31 miljoen EUR, in de lijn van het gemiddelde van de vorige kwartalen. De kosten van risicoratio (nettokosten op jaarbasis als een percentage van de totale uitstaande bedragen) voor de bancaire activiteiten bleef erg laag, nl. op 3,7 basispunten voor het tweede kwartaal van In de eerste zes maanden van het jaar vertegenwoordigden de kosten van risico 53 miljoen EUR, tegenover 61 miljoen EUR een jaar voordien. Op onderliggende basis beliepen de kosten van risico in totaal 58 miljoen EUR, d.i. een beperkte toename van 7 miljoen EUR. De belastingen (zowel de courante als de uitgestelde) beliepen in het tweede kwartaal miljoen EUR, d.i. +6,9% in vergelijking met dezelfde periode van In de eerste zes maanden van 2007 bedroegen de belastingen 278 miljoen EUR, tegenover 352 miljoen EUR in dezelfde periode van vorig jaar. Deze bedragen omvatten de niet-operationele elementen die in het Activity Report 2Q 2007 staan beschreven op pagina 24. Zonder deze elementen zouden de onderliggende belastingen gestabiliseerd zijn op 347 miljoen EUR. Het rendement van het eigen vermogen (ROE op jaarbasis) beliep 22,1% in het tweede kwartaal 2007, terwijl hij in hetzelfde kwartaal van het vorige jaar op 20,5% stond. In het eerste halfjaar 2007 beliep hij 21,5%, tegenover 24,3% in de eerste helft van Zonder de niet-operationele elementen en op pro forma basis zou de ROE in 1H ,3% zijn geweest, tegenover 19,5% in 1H 2006, voornamelijk ingevolge de kapitaalsverhoging van september De winst per aandeel (WPA) werd berekend op basis van miljoen aandelen (gemiddeld gewogen aantal) op 30 juni 2007 en op miljoen aandelen op 30 juni 2006, een stijging van 7,1% die vooral het gevolg was van de uitgifte van nieuwe aandelen in september 2006 in het kader van de acquisitie van DenizBank. Op halfjaarlijkse basis verbeterde de WPA van 1,24 EUR (niet-verwaterd) in het eerste halfjaar 2006 tot 1,30 EUR in het eerste halfjaar De stijging (+4,1%) vloeit voort uit de toename met 11,5% van het nettoresultaat - groepsaandeel, en werd afgezwakt door de evolutie van het aantal uitstaande aandelen. Op onderliggende basis steeg de WPA met 13,9% van 0,96 EUR in het eerste halfjaar 2006 tot 1,10 EUR in het eerste halfjaar In het tweede kwartaal 2007 stond de WPA op gerapporteerde basis op 0,68 EUR, tegenover 0,54 EUR in het tweede kwartaal 2006, een stijging met 25,8%. Op onderliggende basis verbeterde de WPA van 0,50 EUR in het tweede kwartaal 2006 tot 0,57 EUR in het tweede kwartaal 2007, een stijging met 14,1%. -7-

8 De tier 1 ratio van de Groep 2 bedroeg 9,9% op 30 juni 2007, tegenover 9,7% op 31 maart 2007 en 9,8% eind Met 50% van de hybride kapitaalinstrumenten bedroeg de tier 1 ratio op 30 juni ,4%, tegenover 9,2% drie maanden voordien en op het einde van II. ACTIVITEIT EN ONDERLIGGENDE RESULTATEN VAN DE METIERS 1. Public/Project Finance & Credit Enhancement Activiteit De langetermijnverbintenissen vertoonden een erg bevredigende groei van 14,7% op jaarbasis (het verschil bij gelijke wisselkoers bedroeg +15,4%), tot 281,4 miljard EUR eind juni. Deze groei had betrekking op alle vestigingen, maar was opmerkelijk dynamisch in het Verenigd Koninkrijk, op het Iberisch schiereiland en in Centraal- en Oost-Europa. De bevestiging van de dynamische start van het bijkantoor in de Japan moet eveneens worden beklemtoond. Wat de sectoren betreft, was de groei opmerkelijk voor Project Finance, dat een indrukwekkende stijging van +33,4% tegenover het eerste halfjaar 2006 neerzette. Dexia werd tijdens het eerste halfjaar van 2007 wereldwijd nummer 1 gerangschikt als Mandated lead- arranger inzake hernieuwbare energie, met 17 transacties voor een totaal bedrag van 1,2 miljard USD (rangschikking van de Infrastructure Journal). Maar de groei was ook significant voor Public Finance, met een stijging van 11,8%, waardoor de langetermijnfinancieringen op 243,0 miljard EUR uitkwamen. De nieuwe productie op lange termijn bleef stabiel in vergelijking met het eerste halfjaar van 2006, met 29,4 miljard EUR. Vanuit een regionaal standpunt zagen de prestaties er als volgt uit: In Europa - In België beliepen de langetermijnverbintenissen 33,0 miljard EUR, een stijging van 5,4% vergeleken met juni De nieuwe productie nam tegenover dezelfde periode van 2006 met 74,6% toe. Vooral voor Corporate and Project Finance was de vooruitgang opmerkelijk; de productie vermeerderde met een factor 2,6. In mei kreeg Dexia een mandaat als lead-arranger voor de financiering van de bouw en exploitatie van het eerste Belgische offshore windmolenpark ten belope van 111 miljoen EUR. - In Frankrijk stegen de langetermijnverbintenissen met 6,9% tot 62,1 miljard EUR. Voor Public Finance was de activiteit stabiel (+0,7%), ondanks de nadelige invloed van de komende lokale verkiezingen en dankzij de erg dynamische gezondheidssector en sociale sector, met verschillende winnende aanbestedingen voor de renovatie van ziekenhuizen. Wat Project Finance betreft was er een sterke PPS-activiteit. Dexia was arranger voor transacties voor windmolenparken en bevestigde daarmee zijn expertise op dat vlak. 2 Voor de berekening van deze ratio in 2007 blijft de behandeling van de gekwalificeerde participaties in banken verzekeringsinstellingen dezelfde als in 2006, zijnde de aftrek van het totaal prudentieel eigen vermogen. De winst van de periode min het dividend (geraamd voor de eerste zes maanden 2007) is meegerekend in het eigen vermogen. -8-

9 - Luxemburg kende een zeer dynamisch eerste halfjaar: de langetermijnverbintenissen stegen met 19,3% en de productie bedroeg 104 miljoen EUR (tegenover 35 miljoen EUR een jaar geleden). - In het Verenigd Koninkrijk beliep de nieuwe productie 1,4 miljard EUR, een stijging van 60,1% tegenover de eerste zes maanden van Wat Public Finance betreft, bedroeg de stijging 67% (+64% bij gelijke wisselkoers), dankzij de zeer sterke activiteit in de sector van de sociale huisvesting. De PFI-activiteit was opnieuw erg stevig, met onder meer een herfinanciering van het ziekenhuis van Edinburgh ten belope van 85 miljoen GBP en de financiering van de sociale huisvesting voor het stadsbestuur van Manchester ten belope van 68 miljoen GBP. - Italië noteerde een stijging van de langetermijnverbintenissen met 5,1% tot 37,2 miljard EUR. De langetermijnproductie bedroeg in het eerste halfjaar ,8 miljard EUR in een zeer kalme Public Finance markt. Ondanks deze moeilijke context werden er tijdens de periode heel wat transacties afgesloten, zoals de toekenning van twee leningen aan de stad Rome voor een totaal bedrag van 204 miljoen EUR. De nieuwe productie inzake Project Finance verdubbelde in vergelijking met het eerste halfjaar Op het Iberisch schiereiland stegen de langetermijnverbintenissen met een mooie 16,9% in één jaar tijd tot 9,5 miljard EUR. In het segment Project Finance nam de nieuwe productie sterk toe (+ 71,7%) met een aantal afgesloten transacties (onder meer als arranger voor de financiering van twee zonne-energie-installaties en twee transacties in de windenergiesector voor een totaal bedrag van 130 miljoen EUR). De Public Finance markt in Spanje werd sterk beïnvloed door de electorale cyclus. - Duitsland noteerde in het eerste halfjaar 2007 een zeer sterke activiteit. De langetermijnverbintenissen beliepen 32,3 miljard EUR, een stijging van 12,4% in één jaar tijd. De langetermijnproductie nam met 37,1% toe. Deze prestatie is meer bepaald het gevolg van het beleid om het cliëntenbestand uit te breiden naar satellieten van de lokale besturen sinds het begin van het jaar. De activiteit Project Finance van Dexia Kommunalbank Deutschland, die in 2007 van start ging, beliep al 361 miljoen EUR, met name in de energiesector. - In Centraal- en Oost-Europa bedroegen de langetermijnverbintenissen 5,7 miljard EUR, een stijging van 23,6% in één jaar tijd. - Turkije verhoogde zijn langetermijnverbintenissen met 11,1% tot 1,1 miljard EUR, en de nieuwe productie bedroeg 680 miljoen EUR (+45,6%). In mei kreeg Dexia een mandaat als lead-arranger, met een aandeel van 95 miljoen USD in een transactie van AVEA, een Turkse gsm-operator. In Amerika - In de Verenigde Staten en Canada noteerden de langetermijnverbintenissen een erg bevredigende stijging van +12,4% in één jaar tijd, Bij gelijke wisselkoers beliep deze groei +18,9%. Met de staat Californië werd een transactie van 455 miljoen USD afgesloten. Voor het segment Project Finance vermelden we dat Dexia o.a. erg actief was op het gebied van windenergie en aan vier projecten meewerkte voor een totale deelname van 189 miljoen USD. In Canada was Dexia onder meer actief als underwriter van een gewaarborgde PPSfinanciering voor de ringweg van Calgary. -9-

10 - In Mexico, waar de langetermijnverbintenissen verdubbelden tot 0,6 miljard EUR, was er de financiering van de schuldherschikking van de staat Michoacan voor een totale deelname van 67 miljoen EUR, en van de staat Durango voor 41 miljoen EUR. In Azië en andere landen - Japan: opnieuw blijkt dat het bijkantoor in Japan een dynamische start heeft genomen. De nieuwe productie bedroeg in een competitievere omgeving 2,4 miljard EUR, voor een totaal bedrag aan langetermijnverbintenissen van 4,0 miljard EUR op het einde van de periode. - De activiteit die werd opgetekend in andere landen en die werd gestuurd vanuit de hoofdzetel daalde wat nieuwe productie betreft (-15,2%), omdat Japan voorheen tot dit segment behoorde en pas sinds 1 januari 2007 apart wordt geboekt. Mocht Japan nog in dit segment zijn opgenomen, dan zou de productie sterk (+39,2%) gestegen zijn. In Zwitserland steeg de nieuwe productie met 69,8%, dankzij een groot aantal nieuwe cliënten na de opening van een vertegenwoordigingskantoor in Genève in oktober Australië kende een erg dynamisch eerste halfjaar; de langetermijnverbintenissen beliepen 582 miljoen EUR, een stijging van 51,3%. De productie steeg in de eerste zes maanden van het jaar met 41,9%. Wat Project Finance betreft, vermelden we de deelname van Dexia voor 59 miljoen AUD aan de financiering van een huisvestings-pps voor het leger, en de financiering van de tolweg van Melbourne ten belope van 50 miljoen AUD. Langetermijnverbintenissen - Public/Project Finance In miljard EUR 30 juni juni 2007 bij gelijke wisselkoers Europa België 31,4 33,0 +5,4% - Frankrijk 58,1 62,1 +6,9% - Luxemburg 1,8 2,2 +19,3% - Verenigd Koninkrijk 7,4 9,8 +32,5% +29,1% Zweden 3,7 3,8 +4,1% +4,6% Italië 35,4 37,2 +5,1% - Iberisch schiereiland (Spanje & 8,1 9,5 +16,9% - Portugal) Duitsland 28,7 32,3 +12,4% - Centraal- en Oost-Europa 4,6 5,7 +23,6% - Turkije 1,0 1,1 +11,1% - 3,7% Amerika Verenigde Staten en Canada 43,1 48,5 +12,4% +18,9% Mexico 0,3 0,6 x 2,0 x2,0 Azië en andere landen Japan 0 4,0 n.s. n.s. Hoofdzetel en andere landen* 21,8 31,6 +45,1% +46,2% Totaal 245,4 281,4 +14,7% +15,4% * Andere landen omvat de activiteiten in de Pacific zone, Israël en Zwitserland. Hoofdzetel verwijst naar de verrichtingen die gestuurd worden door de hoofdzetel in de landen waar Dexia geen rechtstreekse aanwezigheid heeft. -10-

11 De activiteit schuldbeheer was in het eerste halfjaar opnieuw erg dynamisch, met een recordpeil van 10,4 miljard EUR, tegenover 8,9 miljard EUR in dezelfde periode van 2006 (d.i. een stijging van 17,3%). De drie landen die de grootste bijdrage leveren, Frankrijk, België en Italië (ze vertegenwoordigen meer dan 90% van het totale bedrag), noteerden een erg behoorlijke groei van respectievelijk +9,6%, +39,4% en +10,8%. Deze gestage groei, en ook de geografische uitbreiding van deze activiteit, tonen de capaciteit van Dexia om zijn cliënteel financieel interessante oplossingen aan te bieden in omgevingen met uiteenlopende types intrestvoeten. De activiteit schuldbeheer vertegenwoordigt een kenmerkend element van het business model in Public Finance. De uitstaande kortetermijnkredieten bedroegen 21,6 miljard EUR, een stijging van 10,0% tegenover eind juni De beheerde activa voor de cliënten van dit metier stegen in één jaar met 18,5%, van 31,2 miljard EUR tot 37,0 miljard EUR. Frankrijk noteerde een mooie stijging van 23,5% tot 7,1 miljard EUR, en Italië verdubbelde zelfs zijn activa in beheer tot 1,8 miljard EUR. Verzekeringsactiviteit (zonder FSA). Dexia Sofaxis inde in het eerste kwartaal van het jaar 357 miljoen EUR en blijft daarmee stabiel tegenover dezelfde periode van FSA noteerde voor het eerste halfjaar een lichte daling van 2,3% van de productie van geactualiseerde brutopremies tegenover dezelfde periode van Dit is het resultaat van een zeer competitieve omgeving voor de activiteit Public Finance in de Verenigde Staten, en een verbeterende rente-omgeving voor de ABS-activiteit. Wat Public Finance betreft daalde de productie van geactualiseerde brutopremies tijdens de eerste zes maanden van 2007 met 32,1% vergeleken met één jaar geleden. De penetratie m.b.t. verzekeringen lag rond 48%, tegenover 50% voor dezelfde periode van Het marktaandeel van FSA beliep circa 22%. In de Verenigde Staten vertoonden de geactualiseerde premies een daling van 9,1%, grotendeels als gevolg van de achteruitgang op het vlak van transacties inzake de gezondheidszorg en andere soorten transacties met hoge premies. Opmerkelijk is dat de herfinancieringsactiviteit, die in het eerste kwartaal 2007 erg dynamisch was, aan het einde van het tweede kwartaal sterk daalde als gevolg van een gevoelige stijging van de rentevoeten. Op de internationale markt van de lokale openbare besturen namen de geactualiseerde brutopremies met 59,8% af. We herinneren eraan dat de activiteit in deze sector vrij onregelmatig is, vanwege de timing van grote transacties met hoge premies en een lange realisatietijd. Verder werd een aantal grote transacties naar het derde kwartaal verschoven. De ABS-sector profiteerde nog steeds van een gunstiger zakenklimaat. Daardoor groeide de productie van geactualiseerde brutopremies in het eerste halfjaar met 138,1%. Deze trend is zowel in de Verenigde Staten als in het internationale segment zichtbaar. In de Verenigde Staten steeg de productie van geactualiseerde brutopremies met 142,9%. We vermelden tevens dat de transacties die in het tweede kwartaal werden afgesloten, een langere gemiddelde looptijd hadden, wat tot de stabiliteit van de toekomstige winst zal bijdragen. Buiten de Verenigde Staten verhoogde FSA met 119,1% de internationale asset-backed geactualiseerde brutopremies, ondanks een achteruitgang van 0,5% van de verzekerde bedragen. Net als in de Verenigde Staten vond FSA opportuniteiten met een aantrekkelijker pricing en doorgaans langere gemiddelde looptijden. -11-

12 In het segment van de financiële producten daalden de geactualiseerde brutopremies met 7,1%, wat de kortere gemiddelde looptijd van de nieuwe beleggingen weerspiegelt. Onderliggende resultaten Onderliggende* resultaten - Public/Project Finance en Credit Enhancement In miljoenen EUR 2Q Q 2007 bij gelijke wisselkoers 1H H 2007 bij gelijke wisselkoers Opbrengsten ,0 % +12,0% ,6 % + 14,1 % Kosten ,2 % +10,6% ,6 % + 8,5 % Brutobedrijfsresultaat ,3 % +12,7% ,1 % + 16,9 % Nettoresultaat groepsaandeel ,4% +17,1% ,3 % + 22,6 % Exploitatiecoëfficiënt 31,9% 31,7% ,0% 31,5 % - - ROEE** 27,2% 25,8% ,2% 25,7% - - * d.i. zonder niet-operationele elementen; pro forma voor 2Q 2006 en 1H 2006 ** Return op het economisch eigen vermogen, op jaarbasis. Het nettoresultaat groepsaandeel bedroeg 350 miljoen EUR voor het tweede kwartaal van het jaar, een bevredigende stijging van 15,4%, die zowel op Public Finance als op Project Finance gebaseerd is. Bij gelijke wisselkoers wordt dit +17,1%, daar de USD in vergelijking met het tweede kwartaal ,7% in waarde verminderde. FSA stond in voor 20% van het resultaat van het metier en DenizBank voor 6% van het totaal. Het nettoresultaat groepsaandeel beliep in het eerste halfjaar 695 miljoen EUR, een stijging van 19,3% tegenover dezelfde periode van Bij gelijke wisselkoers zou de stijging zeer sterk (+22,6%) geweest zijn. In het tweede kwartaal bedroegen de opbrengsten 727 miljoen EUR, een stijging van 11,0% en van 12,0% bij gelijke wisselkoers. De totale opbrengsten beliepen voor het eerste halfjaar miljoen EUR, wat overeenkomt met een sterke groei van 11,6% (+14,1 % bij gelijke wisselkoers). Zonder FSA zou de stijging bij gelijke wisselkoers +14,2% hebben bedragen, ongeveer in lijn met de groei van de uitstaande langetermijnverbintenissen. De kosten stonden voor het tweede kwartaal op 230 miljoen EUR, een toename van 10,2% (+10,6% bij gelijke wisselkoers). Deze toename van de kosten tegenover het tweede kwartaal 2006, geeft vooral de uitbreiding van het personeelsbestand in de hoofdzetel weer en uiteraard ook de ontwikkeling van de activiteit wereldwijd (het bijkantoor in Japan alleen zorgde voor een kostenstijging van 4,6 miljoen EUR als gevolg van een toename van de consultanceuitgaven, de IT-kosten, het personeel). In de eerste zes maanden stegen de kosten van het metier met 6,6% (+8,5% bij gelijke wisselkoers, iets meer dan de helft van de opbrengstengroei). Het brutobedrijfsresultaat beliep op die manier 497 miljoen EUR in het tweede kwartaal, een stijging van 11,3% tegenover dezelfde periode van 2006 (+ 12,7% bij gelijke wisselkoers). Voor de eerste zes maanden van 2007 bedraagt de stijging +14,1% (een hoge +16,9% bij gelijke wisselkoers). -12-

13 De exploitatiecoëfficiënt van het metier vertoonde een gevoelige verbetering, nl. van 33,0% in de eerste jaarhelft 2006 naar 31,5% voor de eerste zes maanden van De kosten van risico stonden voor het tweede kwartaal op 18 miljoen EUR, tegenover 21 miljoen EUR een jaar eerder. Het rendement van het economisch eigen vermogen (ROEE op jaarbasis) van het metier bedroeg voor het tweede kwartaal ,8%. 2. Financiële dienstverlening aan Particulieren Activiteit De activiteit van het tweede kwartaal 2007 werd gekenmerkt door een herstel van de aandelenmarkten in april en mei, gevolgd door een daling in juni. Tegelijkertijd stegen de korte- en de langetermijnrentevoeten, wat Dexia Bank België er toe bracht de interest op termijndeposito's en kasbons te verhogen. In deze context vertoonden de totale cliëntenactiva en kredieten een significante stijging van 9,6% in één jaar, tot 173,4 miljard EUR eind juni Vergeleken met eind 2006 bedroeg de toename +5,3%. De buitenbalansactiva groeiden met 9,0%, meer bepaald dankzij grote inspanningen inzake verkoop en distributie. Deze vooruitgang ligt bijna 3,0% boven die van de balansactiva. De reserves van de levensverzekeringen stegen eind juni met 17,2% in vergelijking met juni Inzake retailbankieren kwamen de cliëntentegoeden uit op 89,2 miljard EUR, een aangroei van 5,2% in één jaar en van 3,6% tegenover december De hogere aangeboden rente stimuleerde het segment van de termijndeposito s en de kasbons (+26,7%), terwijl de spaarrekeningen in één jaar tijd met 5,2% daalden. De bedragen op de zichtrekeningen gingen er met 4,0% mooi op vooruit. Door de Groep uitgegeven obligaties stegen sterk (+23,2% of +1,3 miljard EUR), terwijl de beleggingsfondsen stabiel bleven. De technische levensverzekeringsreserves, tot slot, noteerden een toename van 8,3%, vooral door de positieve impact van de groei van de gewaarborgde levensverzekeringsproducten (Tak 21). Wat de activiteiten in Turkije betreft, bedroegen de totale cliëntentegoeden voor retailbankieren 7,0 miljard TRY, een stijging van 20,7%, met een opmerkelijke vooruitgang van 25,5% voor de rendabele deposito s op zichtrekeningen. In Slowakije gingen de cliëntentegoeden met 62,2% omhoog tussen juni 2006 en juni Private banking vertoonde opnieuw een positieve ontwikkeling, met een speciale vermelding voor Luxemburg. Er werd voor alle producten een dynamische vooruitgang genoteerd. De totale cliëntentegoeden groeiden in één jaar met 15,3% tot 48,2 miljard EUR, en met 6,6% in vergelijking met december De gestructureerde producten gingen in één jaar met 20,0% vooruit (+15,7% tegenover december 2006), met name gesteund door de lancering van nieuwe producten. -13-

14 Cliëntentegoeden (op het einde van het kwartaal) 3 In miljarden EUR 30 juni sept dec maart juni 07 Juni 07 / Dec. 06 Juni 07 / Juni 06 Balansproducten (Deposito s, kasbons ) 56,1 55,6 55,9 57,3 59,6 + 6,6% + 6,2% Buitenbalansproducten (IBCE s, aandelen ) 58,6 61,5 62,6 63,0 63,9 + 2,1% + 9,0% Verzekering (Levensverzekering technische reserve) 11,9 12,5 12,8 13,4 13,9 + 8,4% + 17,2% Totale cliëntentegoeden 126,6 129,6 131,3 133,7 137,4 + 4,6% + 8,5% waarvan Retail Banking 84,8 85,3 86,0 87,0 89,2 +3,6% + 5,2% waarvan Private Banking 41,8 44,4 45,2 46,7 48,2 +6,6% +15,3% Op 30 juni 2007 beliepen de uitstaande kredieten aan retail- en private-cliënten 36,0 miljard EUR, d.i. +13,9% vergeleken met één jaar geleden, waarbij voor elke productlijn een groei met twee cijfers werd genoteerd. Over een periode van zes maanden beliep de stijging +7,8%. Op het vlak van retailbankieren is de groei vermeldenswaard bij de consumentenkredieten (+16,3% in één jaar) en bij de leningen aan KMO s en zelfstandigen (+17,9%). De groei in de hypotheekleningen bedroeg 11,4%. In Turkije stegen de totale consumentenkredieten aanzienlijk met 44,4% tot 4,6 miljard TRY, met een merkbare vooruitgang voor de kredieten aan KMO s (+63,7%). Kredieten aan de cliënteel (op het einde van het kwartaal) 3 In miljarden EUR 30 juni sept dec maart juni 07 Juni 07 / Dec. 06 Juni 07 / Juni 06 Hypotheekleningen aan retailcliënten 17,8 18,3 18,8 19,2 19,9 + 5,5% + 11,4% Consumptiekredieten aan retailcliënten 3,3 3,3 3,5 3,6 3,8 + 8,3% + 16,3% Kredieten aan KMO s en zelfstandigen 7,0 7,2 7,4 7,7 8,3 + 11,0% + 17,9% Kredieten aan privatebankingcliënten 3,6 3,7 3,7 4,0 4,1 + 13,2% + 16,3% Totale cliëntenkredieten 31,7 32,5 33,4 34,4 36,0 + 7,8% + 13,9 % 3 Pro forma vermits Banque Artesia Nederland (verliet de groep tijdens het vierde kwartaal van 2006) en Dexia Banque Privée France (verliet de groep tijdens het tweede kwartaal van 2007) niet meer in de consolidatiekring opgenomen zijn. De bedragen omvatten DenizBank en sommige verzekeringsinstellingen die voordien opgenomen waren in het segment Verzekeringen, en nu geïntegreerd werden in de distributiemetiers. Bovendien werd de definitie van een aantal producten verfijnd, wat leidde tot lichte aanpassingen. -14-

15 Onderliggende resultaten Onderliggende resultaten* Financiële Dienstverlening aan Particulieren In miljoenen EUR 2Q Q bij gelijke wisselkoers 1H H 2007 bij gelijke wisselkoers Opbrengsten ,3% +3,6% ,4% +3,9% Kosten ,3% +1,7% ,4% +1,9% Brutobedrijfsresultaat ,4% +7,5% ,6% +8,0% Nettoresultaat groepsaandeel ,7% +17,1% ,4% +13,8% Exploitatiecoëfficiënt 66,8% 65,5% 67,9% 66,5% ROEE** 31,9% 34,2% 30,5% 31,4% * d.i. zonder niet-operationele elementen; pro forma voor 2Q 2006 en 1H ** Return op het economisch eigen vermogen, op jaarbasis. Het nettoresultaat groepsaandeel voor het tweede kwartaal 2007 bedroeg 197 miljoen EUR, d.i. +17,7%. Dit sterke nettoresultaat is het resultaat van de combinatie van een voortgezette strikte kostenbeheersing, een dalende belastingvoet, en een goed beheer van de gemiddelde marge en de productmix. DenizBank vertegenwoordigde 8% van het nettoresultaat van het metier. In de eerste zes maanden van het jaar steeg het nettoresultaat groepsaandeel met +13,4% tot 361 miljoen EUR. De totale opbrengsten voor het tweede kwartaal beliepen 714 miljoen EUR, een toename van 4,3%. Dit is te danken aan de sterke activiteit enerzijds en aan een licht lagere marge, als gevolg van de rente-evolutie en de competitieve omgeving, anderzijds. Geografisch gezien kwam de groei vooral van Turkije en Luxemburg. In Turkije stegen de opbrengsten met +15,2% (of +9,4% bij gelijke wisselkoers) tot 93 miljoen EUR. Voor de eerste zes maanden van het jaar noteerden de opbrengsten een groei van +3,4% tot miljoen EUR, of +3,9% bij gelijke wisselkoers. De Turkse bijdrage aan de opbrengsten van het metier bedroeg 178 miljoen EUR, een toename van 11,5% (of +15,8% bij gelijke wisselkoers). De kosten van het tweede kwartaal bleken eens te meer onder controle, met een beperkte stijging van 2,3% of 10 miljoen EUR. Dit is het resultaat van een kostendaling van 8 miljoen EUR voor deze activiteit in de Benelux, die ongedaan gemaakt wordt door een kostenstijging van 18 miljoen EUR in Turkije. Deze evolutie kon worden verwacht, gezien de sterke uitbreiding van de verkoopteams (nagenoeg +25% voor retail en +30% voor de KMOsegmenten tegenover juni 2006) en de vele nieuwe kantoren die in het tweede kwartaal 2007 werden geopend (29 kantoren), wat het totaal aantal kantoren in Turkije eind juni 2007 op 291 bracht. Over de eerste zes maanden van het jaar stegen de kosten slechts met 1,4%. Het brutobedrijfsresultaat eindigde daardoor op een bevredigende 246 miljoen EUR, een stijging van 8,4%. Bij constante wisselkoers zou de stijging +7,5% geweest zijn. Dankzij de bovenvermelde goede kostenbeheersing, verbeterde de exploitatiecoëfficiënt tussen het tweede kwartaal 2006 en dezelfde periode van 2007 van 66,8% naar 65,5%.

16 De kosten van risico namen toe, van 8 miljoen EUR in 2Q 2006 tot 13 miljoen EUR in 2Q Deze stijging van 5 miljoen EUR is het gevolg van de bijzonder lage voorzieningen in het tweede kwartaal 2006, terwijl in het tweede kwartaal 2007 het bedrag in de lijn van de vorige kwartalen lag. De belastingen daalden met 28,2% tot 37 miljoen EUR in 2Q 2007, voornamelijk dankzij de lagere effectieve belastingvoet. Het rendement van het economisch eigen vermogen (ROEE op jaarbasis) verbeterde van 31,9% in 2Q 2006 tot 34,2% in 2Q Financieel beheer Activiteit De beheerde activa (assets under management) beliepen op 30 juni ,1 miljard EUR, een stijging van 14,2% in één jaar en van 2,5% in één kwartaal. De toename van 13,8 miljard EUR sinds eind juni 2006 is het resultaat van de erg behoorlijke netto-instroom (+5,8 miljard EUR) en de positieve markteffecten (+8,0 miljard EUR). Tijdens het tweede kwartaal 2007 beliepen de netto nieuwe cashmiddelen 1,4 miljard EUR. De institutionele verkopen en de distributie-activiteit waren stevig, zowel tijdens het eerste als tijdens het tweede kwartaal van De institutionele beleggingsfondsen lieten een mooie vooruitgang optekenen, waarbij de beheerde activa 28,1 miljard EUR bedroegen, een stijging van 29,7% sinds 30 juni Tussen maart en juni 2007 beliep de stijging 5,8% en stond de nieuwe nettoproductie op 1,2 miljard EUR. Een gelijkaardige evolutie kan worden vastgesteld voor de institutionele mandaten, die 31,3 miljard EUR beliepen, een toename van 5,6 miljard EUR of +21,6% in één jaar. De volumes van de privémandaten, ten slotte, stegen op één jaar tijd met 16,6%. De retailfondsen kenden vrijwel geen evolutie, vermits de cliënten hun beleggingen gedeeltelijk op depositoproducten of levensverzekeringsproducten afstemden. Op 30 juni 2007 beliepen de totale beheerde activa door het Institutional Sales Teams van Dexia Asset Management 52,3 miljard EUR, een stijging van 3,8 miljard EUR tegenover het vorige kwartaal. Onderliggende resultaten In miljoenen EUR Onderliggende* resultaten Financieel beheer 2Q Q H H 2007 Opbrengsten ,4 % ,3 % Kosten ,2 % ,5 % Brutobedrijfsresultaat ,9 % ,1 % Nettoresultaat groepsaandeel ,4 % ,9 % Exploitatiecoëfficiënt 56,5% 52,7% - 54,8% 52,6% ROEE** 191,1% 184,8% - 196,3% 187,7% * d.i. zonder niet-operationele items; pro forma voor 2Q 2006 en 1H ** Rendement van het economisch eigen vermogen, op jaarbasis. -16-

17 De activiteit inzake Financieel beheer kende een goed tweede kwartaal 2007, met een nettoresultaat groepsaandeel van 30 miljoen EUR, een stijging van 32,4 % in vergelijking met het tweede kwartaal van Wat het eerste halfjaar 2007 betreft, bedroeg het nettoresultaat 62 miljoen EUR, d.i. + 30,9 % tegenover de eerste helft van De totale opbrengsten over het tweede kwartaal 2007 stegen met 21,4% tot 74 miljoen EUR. Deze stevige vooruitgang vloeit vooral voort uit de groei (+29%) van de beheerscommissies, tengevolge van zowel sterke volumes als een verhoging van de beheerscommissies van verscheidene fondsen tijdens het derde kwartaal van De prestatiecommissies bleven erg goed, hoewel ze in vergelijking met het uitzonderlijke 2Q 2006 gehalveerd zijn. Tijdens het eerste halfjaar groeiden de totale opbrengsten met 19,3% tegenover dezelfde periode in De kosten stegen in het tweede kwartaal (+13,2% in één jaar, of 5 miljoen EUR), samen met het toegenomen personeelsbestand (+78 voltijdse medewerkers in één jaar) en hogere ITuitgaven. De productiviteit blijft goed, en qua kosten blijft Dexia Asset Management één van de beste actoren van de sector : de totale kosten vertegenwoordigen immers nog altijd maar 13 bp van de beheerde activa. In het eerste halfjaar 2007 kenden de kosten eenzelfde trend als de beheerde activa en stegen ze met 14,5%. De exploitatiecoëfficiënt verbeterde van 56,5% in het tweede kwartaal van 2006 tot 52,7% in het tweede kwartaal Voor de eerste zes maanden van het jaar, stond de exploitatiecoëfficiënt op 52,6%, een vermindering van twee procentpunten vergeleken met dezelfde periode van verleden jaar. 4. Investor Services Activiteit De totale activa in beheer (assets under administration) bij RBC Dexia Investor Services beliepen eind juni miljard USD, een toename van 26,6 % in één jaar en van 8,4 % in drie maanden. Deze sterke resultaten zijn te danken aan een sterke commerciële prestatie, aan gunstige financiële markten in het tweede kwartaal, en aan wisselkoersbewegingen. Uitgedrukt in euro ligt de prestatie iets lager: +19,0 % in één jaar en +6,7 % voor de voorbije drie maanden, dit als gevolg van de zwakker wordende Amerikaanse en Canadese dollar tegenover de euro. In mei 2007 werden twee nieuwe, significante mandaten aangekondigd. Guardian Capital Group Limited koos RBC Dexia Investor Services voor de dienstverlening inzake custody, gegevensbeheer, administratief beheer van fondsen en leningen op effecten voor zijn portefeuille van gegroepeerde fondsen en aandelen van bedrijven. Claymore Investments Inc. koos voor het beheer van zijn 9 nieuwe ETF-fondsen eveneens RBC Dexia Investor Services, nl. voor global custody, financiële administratie van fondsen, leningen op effecten en wisselverrichtingen. Daar de activiteit nog niet werd overgedragen, is er geen impact op de commerciële indicatoren en opbrengsten. Verder opteerde Schroder Investment Management (Luxemburg) SA ook voor RBC Dexia Investor Services, om een lokaal vereiste dienstverlening m.b.t. het bijhouden van rekeningen te verstrekken voor 23 van zijn Luxemburgse beleggingsfondsen die via het Canadese distributienet aan offshorecliënten worden verkocht. Het aantal fondsen dat administratief beheerd wordt, steeg eind juni met 20,7 % op één jaar tijd en met 2,2 % tijdens het kwartaal. Het aantal rekeningen in de activiteit van -17-

18 transferagent stagneerde in het tweede kwartaal door het vertrek van een cliënt met een groot aantal rekeningen. Zonder dit contract zou het aantal rekeningen op één kwartaal met 4,4 % zijn gestegen. Vergeleken met verleden jaar steeg het aantal rekeningen met 5,5%. RBC Dexia Investor Services stond in mei 2007 nummer 1 gerangschikt in de Global Investor s 2007 Global Custody Survey. RBC Dexia Investor Services staat daarmee voor het vierde achtereenvolgende jaar aan de top van deze rangschikking, die opgesteld wordt op basis van de feedback van institutionele beleggers over de kwaliteit van de dienstverlening die ze van hun global custodians ontvangen. In maart 2007 stond RBC Dexia ook, voor het derde opeenvolgende jaar, wereldwijd nummer 1 in de R&M Consultants Global Custody Survey ( ). Onderliggende resultaten In miljoen EUR Onderliggende* resultaten Investor Services 2Q Q 2007 bij gelijke wisselkoers 1H H 2007 bij gelijke wissel-koers Opbrengsten ,9 % + 10,7 % ,7 % +14,4 % Kosten ,9 % + 9,4 % ,7 % +14,1 % Brutobedrijfsresultaat ,7 % + 12,8 % ,6 % +14,7 % Nettoresultaat groepsaandeel ,9 % +20,0 % ,3 % +20,6 % Exploitatiecoëfficiënt 62,3 % 61,7 % ,9 % 63,9 % - - ROEE** 69,9 % 66,2 % ,2 % 59,0 % - - * d.i. zonder niet-operationele items; pro forma voor 2Q 2006 en 1H ** Rendement van het economisch eigen vermogen, op jaarbasis. Het nettoresultaat groepsaandeel beliep 29 miljoen EUR in het tweede kwartaal, d.i. een stijging met 19,9%. Voor de eerste zes maanden van 2007 bedroeg het nettoresultaat 52 miljoen EUR, een stijging van 16,3% tegenover dezelfde periode in 2006, of van 20,6% zonder de negatieve impact van de wisselkoersen. De opbrengsten beliepen 112 miljoen EUR, een stijging van 10,9% in het tweede kwartaal. Voor het eerste halfjaar bedroeg de groei +10,7%, of +14,4% bij gelijke wisselkoers, dankzij de groei van de activa van bestaande cliënten, het aantrekken van nieuwe cliënten en gunstige financiële markten. Deze elementen ondersteunden met name de duidelijk hogere rentemarges, de opbrengsten uit wisselverrichtingen en de commissies. De kosten beliepen voor het tweede kwartaal 69 miljoen EUR, een stijging die iets lager lag dan die van de opbrengsten. Wat de eerste jaarhelft betreft, bedraagt de toename +10,7 %, wat in de lijn ligt van de groei van de opbrengsten. De stijging van de kosten is het gevolg van de groeiende activiteit en van IT-projecten. De exploitatiecoëfficiënt bedroeg in het tweede kwartaal 61,7%, een verbetering tegenover het niveau van een jaar voordien (62,3%). Over de eerste zes maanden van het jaar stond de exploitatiecoëfficiënt op 63,9%, hetzelfde peil als in de eerste helft van