3 Beveiliging. 3.1 Beveiliging tegen overstroom

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "3 Beveiliging. 3.1 Beveiliging tegen overstroom"

Transcriptie

1 3 Beveiliging 3.1 Beveiliging tegen overstroom Beveiliging tegen overstroom moet beveiligen tegen: kortsluitstroom: een stroom vele malen groter dan de nominale stroom I n ; deze moet zo snel mogelijk uitgeschakeld worden; overbelastingsstroom: een stroom die slechts iets groter is dan I n ; deze mag trager uitgeschakeld worden. Bij laagspanningsinstallaties zijn er twee types van bescherminrichting: smeltzekeringen en automaten. De gebruiksspanning U e voor laagspanningszekeringen bedraagt 230 of 400 V. De uitschakeltijd t u is de tijd die nodig is een uitschakeling te veroorzaken tengevolge van een overbelasting of kortsluiting. Terminologie van gerelateerde stromen: leiding 0 I b I z 1.15 I z 1.45 I z stroom beschermingstoestel I n I nf I f I b : belastingsstroom, de stroom die naar de belasting vloeit; is in normale toestand kleiner of gelijk aan de nominale I b I n I n : nominale stroom: de stroom waarvoor de smeltveiligheid of automaat gebouwd is (wordt vermeld op de automaat); deze stroom mag onbeperkt lang doorheen de automaat vloeien zonder uitschakeling te veroorzaken I z : maximaal toelaatbare stroom door de toevoerdraden van de belasting, zonder deze te overbelasten; de nominale stroom moet steeds kleiner zijn dan de toelaatbare I n I z I nf : conventionele niet-aanspreekstroom van beveiliging: de stroom die gedurende een zekere tijd door een bescherming kan vloeien zonder dat ze aanspreekt; bij een I b kleiner of gelijk aan 1.15 I z mag de smeltzekering/automatische schakelaar de stroom niet onderbreken binnen het uur (conventionele niet-doorsmelt/niet-uitschakelstroom) I f : conventionele aanspreekstroom van beveiliging: de stroom die een uitschakeling tot gevolg heeft; deze moet kleiner of gelijk zijn aan 1.45 I z. Smeltveiligheid : een smeltpatroon gemonteerd in een houder voorzien van aansluitklemmen. In het smeltpatroon bevindt zich een smeltdraad omgeven door blusmiddel (meestal zand). De werking berust op het principe van de warmteontwikkeling die de stroomdoorgang door een geleider veroorzaakt. Jouleverliezen in smeltdraad zullen deze doen doorsmelten voor elders problemen optreden gebaseerd op het principe zwakste schakel onderbreekt. Bij doorsmelting wordt de kring onderbroken en is de fout uitgeschakeld. a zo n fout moet de smeltzekering vervangen worden (overbrugging is absoluut verboden). Er bestaan verschillende uitvoeringsvormen: schroefveiligheid, penveiligheid, miniatuursmeltveiligheid met glazen smeltpatroon,... Installatieautomaat : een automatische schakelaar die kortsluit- en overbelastingsstromen kan onderbreken: kortsluiting: magnetische uitschakeling die zeer snel gebeurt (ongeveer 20 msec); overbelasting: thermische uitschakeling via bimetaal (trager). De elektromagneet werkt zodra de overstroom plotseling zeer grote wn gaat aannemen door bijvoorbeeld kortsluiting. Zodra er een kortsluitstroom gaat vloeien zal het spoeltje door het 15

2 Doorsnede van een installatieautomaat: 1. bedieningshefboom, opent en sluit de contacten. 2. schakelmechanisme 3. schakelcontacten 4. aansluitingen 5. bimetaal 6. ijkschroef - om de schakelstroom precies in te stellen na fabricage 7. elektromagneet (spoeltje) 8. vlamboogdover Figuur 3.1: Automaat daarin opgewekte magnetisme een palletje tegen het uitschakelmechanisme schieten waardoor de automaat zal uitschakelen. Bij langdurige te grote stroom treedt opwarming op van het bimetaal. Dit plooit door en bedient een palletje tegen het uitschakelmechanisme waardoor de automaat zal uitschakelen. Omdat het enige tijd duurt alvorens het bimetaal zo warm wordt dat het gaat kromtrekken, ontstaat een vertraging in de uitschakeling. Een automatische schakelaar wordt gekarakteriseerd door uitschakelcurves: de uitschakeltijd in functie van de proefstroom I m of magnetische drempelstroom, een veelvoud van de nominale stroom. I m is de w van de stroom waarbij de automaat op kortsluiting reageert. Thermisch effect I m uitschakeltijd 1.13 I n t u > 1 uur 1.45 I n t u < 1 uur 2.55 I n 1 s < t u < 60 s Magnetisch effect type I m uitschakeltijd B 3I n t u 0.1s 5I n t u < 0.1s C 5I n t u 0.1s 10I n t u < 0.1s D 10I n t u 0.1s 20I n t u < 0.1s Type C vindt men in residentiële installaties: een uitschakeltijd groter dan 0.1 s bij verlichting en stopcontacten en t u < 0.1s voor kleine motoren. Figuur 3.2: Uitschakelcurve Installatieautomaten komen voor in verschillende uitvoeringsvormen: automaten voor railmontage, schroefautomaten, penautomaten. adat de fout hersteld is, kan de schakelaar terug gesloten worden. De automaat moet dus niet vervangen worden na een fout zoals bij een smeltveiligheid. Zo n smeltveiligheid heeft wel het voordeel van goedkoper te zijn. De overstroombeveiliging beveiligt de installatie enkel tegen kortsluiting (3 ka, 6 ka) en overbelasting (16 A, 20 A) maar niet tegen verliesstromen (aardfouten), als deze geen kortsluiting tot gevolg hebben. Om de gebruikers te beschermen tegen elektrocutie, en om te voorkomen dat door 16

3 optredende lekstromen brand ontstaat, worden aardlekschakelaars voorzien. 3.2 Beveiliging tegen elektrische schokken Contact met een gevaarlijke spanning kan op twee manieren optreden: rechtstreekse aanraking: men raakt onder spanning staande, actieve delen aan; de nominale netspanning (230 V) betekent een gevaar voor de mens; onrechtstreekse aanraking: men raakt een geleidend onderdeel van een toestel aan dat normaal gezien niet onder spanning staat (massa) maar door een isolatiefout contact maakt met de actieve delen. Bij een stroomdoorgang door het menselijk organisme worden drie weerstanden onderscheiden: contactweerstand tussen het organisme (bv. hand) en de stroomvoerende delen; de eigen lichaamsweerstand, contactweerstand tussen het organisme (bv. voet) en. kω De inwendige weerstand van een mens (eigen lichaamsweerstand) ligt tussen 250 en 1000 Ω, met een gemiddelde van 400 Ω. De weerstand is groter bij lage spanningen droge atmosfeer vochtig spanning V De grootte van de stroomsterkte bepaalt in belangrijke mate het effect op het menselijk organisme. Een wisselstroom van 100 ma die van hand tot hand, of van hand/hoofd tot de voeten gaat, heeft vrijwel met zekerheid de dood tot gevolg. Het risico is minder ernstig wanneer de stroom niet door de borstkas loopt Beveiliging tegen rechtstreekse aanraking Deze beveiliging wordt in eerste instantie gerealiseerd door het voorkomen van rechtstreekse aanraking. 1. Isolatie (verschillende klassen, zie vorig hoofdstuk), basisisolatie volstaat meestal, maar kan teniet gedaan worden door: veroudering, bijvoorbeeld verbrossing na verloop van tijd; breuk, bijvoorbeeld een snoer dat vaak geplooid wordt; verkeerd gebruik, bijvoorbeeld aan het snoer trekken om stekker uit stopcontact te halen; te hoge temperatuur, waardoor bijvoorbeeld de isolatie kan wegsmelten. 2. Omhulsel (verschillende beschermingsklassen, zie vorig hoofdstuk), 3. Verwijdering en/of hindernissen: actieve elementen zodanig opstellen dat ze door nietbevoegde personen nooit aangeraakt kunnen worden: 17

4 bijvoorbeeld spanningsverdeling via blanke luchtlijnen; bijvoorbeeld bepaalde lokalen enkel toegankelijk voor bevoegde personen. Daarnaast kan een zeer lage veiligheidsspanning (ZLVS) in het circuit gebruikt worden. Dit is een zeer lage spanning waarvan de w beperkt blijft tot deze van de conventionele absolute spanningsgrens in normale bedrijfsomstandigheden, en in foutomstandigheden, met inbegrip van aardfouten in andere stroombanen. In een droge omgeving is dit een spanning onder 50 V, in een doorweekte omgeving moet de spanning kleiner zijn dan 12 V. 230 V ZLVS De ZLVS is steeds galvanisch gescheiden van andere stroombanen en mag evenmin geaard zijn. Zo kan er ook in het geval van een fout elders in het net, geen gevaarlijke situatie ontstaan. Als aanvullende maatregel kan een differentieelschakelaar gebruikt worden voor het snel uitschakelen van een gevaarlijke situatie Scheidingstransformator In de elektrotechnische praktijk worden een groot aantal spanningsniveaus gebruikt (bijv. bij de distributie van elektrische energie). De koppeling tussen twee spanningsniveaus gebeurt vaak door een transformator, die het vermogen van het ene eenfasig/driefasig systeem doorgeeft naar een ander eenfasig/driefasig systeem. Deze energieoverdracht gebeurt via een magnetische koppeling, zodat er geen galvanische verbinding is tussen beide spanningsniveaus. ijzer Principieel bestaat een transformator uit twee elektrisch gescheiden delen: een primaire spoel (wikkeling) en een secundaire spoel (wikkeling). De beide delen zijn magnetische gekoppeld door een kern van blikplaten. Deze ijzeren kern bestaat uit benen, waarrond de spoelen gewikkeld zijn, en het juk, de verbinding tussen de benen. Aan de primaire wikkeling wordt het elektrisch vermogen toegevoerd en aan de secundaire wikkeling wordt het elektrisch vermogen aan de daaraan gekoppelde belasting geleverd. Bij klassieke toepassingen heeft een transformator een hoogspannings- en een laagspanningswikkeling. De isolatie aan de hoogspanningskant is veel dikker, maar de draaddoorsneden zijn kleiner ten opzichte van de laagspanningskant. Bij een scheidingstransformator (isolatietransformator) is de uitgangsspanning meestal dezelfde als bij een ingangsspanning (bijvoorbeeld 230 volt). Zo n transformator wordt gebruikt om het circuit langs de secundaire of langs de primaire zijde te beschermen. In elektrotechnische laboratoria worden apparaten uitgetest met toestellen die ook elektrische voeding nodig hebben. Door de te testen apparaten langs de secundaire zijde te plaatsen, achter een scheidingstransformator, vermindert het elektrocutiegevaar voor het betrokken personeel. Het ontstaan van stoorstromen en aardlussen wordt ook verkomen. Gewoonlijk is de laagspanningswikkeling van de transformator in een voedend onderstation in ster geschakeld, en het sterpunt wordt geaard. Links in figuur 3.3 is een toestel rechtstreeks aangesloten op een fasegeleider en de nulgeleider. Veronderstel dat de metalen behuizing van het toestel niet met de verbonden is. Wanneer in het toestel een isolatiefout optreedt aan de fasegeleider, dan komt de behuizing op een gevaarlijk hoge spanning ten opzichte van de. Zodra een persoon die goed contact maakt met de, deze behuizing aanraakt, vloeit er een gevaarlijke stroom door het lichaam. Rechts in figuur 3.3 wordt een toestel gevoed via een scheidingstransformator. Bij het optreden van een isolatiefout kan geen foutstroom naar de vloeien, omdat de voorgeschakelde transformator belet dat de foutstroomkring gesloten wordt. 18

5 foutstroompad Figuur 3.3: Beveiliging via scheidingstransfo Als gevolg van foutsituaties die aan de secundaire zijde optreden, kunnen ongewenste stromen aan de primaire zijde ontstaan. Om deze te voorkomen kan een scheidingstransformatie tussen de twee delen geplaatst worden Differentieelschakelaar Bij onrechtstreekse aanraking beschermt een differentieelschakelaar (of verliesstroomschakelaar) tegen elektrische schokken door uitschakeling van de voedingsspanning bij aardlekstromen. Werkingsprincipe bij een eenfasige aansluiting van een belasting op het net (figuur 3.4). Zowel in de fasegeleider als in de nulgeleider wordt een stroomtransformator geplaatst. Beide stroomtransformatoren zijn gelijk. In normale omstandigheden vloeit in de secundaire lussen in elke transformator een gelijke stroom. Wanneer deze secundaire wikkelingen in serie geschakeld zijn, zijn de stroomzinnen tegengesteld gericht en is de resulterende stroom in de weerstand R nul. Indien er in de elektrische installatie een foutstroom optreedt, dan is de stroom door de nulgeleider kleiner dan die door de fasegeleider. Daardoor zijn de stromen in de secundaire wikkelingen verschillend. De spanningsval (over R) ten gevolge van de resulterende secundaire stroom kan men gebruiken om een contact te openen. Daardoor wordt de spanning uitgeschakeld en verdwijnt de gevaarlijke toestand. et stroom naar de last Verbruiker meetweerstand R Figuur 3.4: Werkingsprincipe van een aardlekschakelaar 19

6 Praktisch wordt slechts één stroomtransformator gebruikt. De twee primaire wikkelingen (van fase- en nulgeleider) worden rond een gemeenschappelijke kern gewikkeld in tegengestelde zin (figuur 3.5). Bij het optreden van een foutstroom ontstaat er een onevenwicht tussen de primaire stromen wat een flux in de kern tot gevolg heeft. Hierdoor wordt in de secundaire wikkeling, de meetwikkeling, een spanning geïnduceerd. Met de daaruit volgende stroom in de meetwikkeling kan een afschakelmechanisme bediend worden, waardoor de vermogenkring onderbroken wordt. et Verbruiker afschakelmechanisme R Figuur 3.5: Praktische uitvoering Bij een driefasige uitvoering liggen er op de kern vier spoelen: een voor elke fase en een voor de nulgeleider. Gevoeligheid of nominale aanspreekstroom I n, meest voorkomende wn zijn 30 en 300 ma. Ook wn gelijk aan 10, 100, 500 en 1000 ma komen voor. Een differentieelschakelaar schakelt reeds bij kleine aardfoutstromen de installatie snel af. Zelfs met een betrekkelijk grote aardingsweerstand blijft er geen gevaarlijke contactspanning. De aardingsweerstand moet kleiner zijn dan de limietspanning gedeeld door de aanspreekstroom: Bij een limietspanning van 25 V (natte huid): bij I n = 30mA Bijkomende voordelen: R a < U l I n R a < 25V 0.03A = 833Ω bij I n = 300mA R a < 25V 0.3A = 83.3Ω differentieelschakelaars met een gevoeligheid van 30 ma en lager geven een bijkomende beveiliging bij rechtstreekse aanraking door de hoge gevoeligheid en snelle uitschakeling (binnen 0.2 seconden); differentieelschakelaars met een gevoeligheid van 300 ma en lager bieden een bescherming tegen het ontstaan van brand door aardfoutstromen; bovendien wordt een langduring (klein) stroomverlies, met de daarbij horende kosten, voorkomen. 3.3 Veiligheidscurve De omgeving van een elektrische installatie heeft invloed op de goede werking ervan. Eén van deze invloeden is de toestand van het menselijk lichaam. Eenzelfde spanning kan ongevaarlijk ijn wanneer de huid droog is, maar wel een gevaarlijke stroom veroorzaken in een natte omgeving: 20

7 BB3 : 12 V, ondergedompeld BB2 : 25 V, vochtig BB1 : 50 V, droog De absolute conventionele grensspanning is de contactspanning die als volkomen veilig mag beschouwd worden. Bij wisselspanning is deze respectievelijk 50 V, 25 V en 12 V. De relatieve conventionele grensspanning is de toelaatbare contactspanning in relatie tot de blootstellingsduur en wordt weergegeven door de veiligheidscurven. Voorbeeld: bij een contactspanning van 100 V is in een droge omgeving de beschikbare tijd om uit te schakelen 0.3 sec voor er werkelijk gevaar optreedt. Figuur 3.6: Veiligheidscurven 3.4 Aarding Afhankelijk van het type verdeelnet is een goede aarding bij de klant belangrijk om een bescherming te hebben tegen elektrische schokken. Deze aarding kan op twee manieren gerealiseerd worden: ringaarding of diepteaarding Verdeelnetten Bij de elektriciteitsverdeling kunnen verschillende soorten verdeelnetten gebruikt worden. Het soort net wordt bepaald door de manier waarop de aarding gemaakt wordt, zowel in het distributienet als bij de gebruiker. In het distributienet wordt het type bepaald door het soort aarding aan de secundaire wikkeling van de distributienettransformator in het onderstation waar de gebruikte netspanning gecreëerd wordt. Deze distributienettransformator is in ster geschakeld. Het type verdeelnet wordt aangegeven door twee letters, eventueel gevolgd door een aantal bijkomende letters: Relatie tussen verdeelnet en Relatie tussen massa s van de verbruiker en sterpunt geaard T nulgeleider en aarding gemeenschappelijk -C sterpunt niet geaard, eventueel I nulgeleider en aarding gescheiden -S verbonden via een impedantie nulgeleider en aarding deels gescheiden, -C- S deels gemeenschappelijk nulgeleider en aarding gescheiden, metalen behuizingen van verbruikers geaard T 21

8 TT-net. Het sterpunt van de secundaire transformatorwikkeling in het net wordt met de verbonden. Bij elke verbruiker is er een aarding ( : protective earth), waarmee de metalen onderdelen van de toestellen verbonden worden via de beschermof aardgeleider. IT-net. Het sterpunt van de voeding in het net wordt niet met de verbonden. Er wordt een isolatiebewaking geplaatst tussen sterpunt en. Dit is een weerstand met een hoge weerstandsw. Elke gebruiker heeft zijn eigen aarding. 22 T-C-net. De nulgeleider is ook de aardgeleider ( : protective earth and neutral). Indien de nulgeleider geen stroom voert, bevindt hij zich over zijn ganse lengte op aardpotentiaal. T-S-net. De nulgeleider en de aardgeleider zijn gescheiden, maar slechts op één plaats met de verbonden. Figuur 3.7: Verdeelnetten

9 ulgeleider en aardgeleider zijn in het begin samen, maar worden stroomafwaarts ontkoppeld. Verder stroomafwaarts zijn deze niet meer terug te koppelen. Figuur 3.8: T-C-S-net Isolatiefouten TT-net Bij het optreden van een isolatiefout bij een verbruiker in een TT-net (figuur 3.9) en de massa van de verbruiker is niet geaard, komt deze op een gevaarlijke potentiaal ten opzichte van de. Het aanraken van de massa kan elektrocutie tot gevolg hebben. Omdat de massa met de verbonden is via de beschermgeleider, vloeit een foutstroom via de naar het sterpunt van de transformator. Indien de aardingsweerstand klein is, dan is de foutstroom groot. Bij een voldoende kleine aardingsweerstand: vloeit een grote foutstroom, bepaald door de impedantie van het net en de aardingsweerstand; omdat beide klein zijn schakelen de zekeringen of automaten in serie met de fout uit; is het potentiaalverschil tussen de en de massa van de defecte verbruiker klein en is er bij deze fout geen gevaar voor elektrocutie. zekering isolatiefout foutstroom U c Figuur 3.9: Isolatiefout bij een verbruiker in een TT-net Voorbeeld met aardingsweerstand bij de transformator, R a1 = 10Ω, en bij de verbruiker, R a2 = 12Ω; ten opzichte van de aardingen is de weerstand van de geleiders verwaarloosbaar: I fout U f 230V = R a1 + R a2 ( )Ω = 10.5A De foutstroom is dus relatief klein. Indien de aardingsweerstand te groot is, dan is de foutstroom te klein om de zekering of automaat te activeren. Een persoon die de massa van het toestel aanraakt, ervaart tussen handen en voeten de contactspanning: U c = R a2 I fout = 126V (Figuur 3.6: binnen 20 msec afschakelen) 23

10 Een contactspanning van 126 V is een gevaar indien deze niet binnen de 20 msec afgeschakeld wordt. Een klein gedeelte van de foutstroom kan door het lichaam van de persoon vloeien wanneer deze het metalen omhulsel aanraakt. Deze gevaarlijke toestand blijft bovendien bestaan, want de spanning wordt niet onderbroken. Deze situatie kan voorkomen worden door gebruik te maken van een differentieelschakelaar. Om een goede werking van de differentieelschakelaar te garanderen, moeten volgende voorwn vervuld zijn: het net is geaard; de massa s zijn geaard; de gevoeligheid van de differentieelschakelaar is kleiner dan de foutstroom; de differentieelschakelaar staat stroomopwaarts van de fout; de nulgeleider mag stroomafwaarts niet meer geaard zijn. T-C-net. Bij het optreden van een eerste isolatiefout (figuur hiernaast) ontstaat er een eenfasige kortsluitstroom. Uitschakeling is noodzakeling door de beveiliging tegen overstroom. Merk op dat dit type verdeelnet verboden is wanneer de sectie van de koperen geleider kleiner is dan 10 mm 2. T-S-net zekering Een isolatiefout in een T-net veroorzaakt een grote foutstroom, omdat deze enkel beperkt wordt door de weerstanden van de geleiders en de fout: 0.8 U f I fout = R geleiders + R fout De correctiefactor c = 0.8 wordt ingevoegd om de spanningsval ten gevolge van de kortsluiting in rekening te brengen. De foutstroom ligt in de grootteorde van ka en wordt dus uitgeschakeld door de overstroombeveiliging. Hoe snel de overstroombeveiliging reageert, hangt af van de grootte van de foutstroom. Indien deze relatief klein is, zal de beveiliging te traag reageren. Daardoor is het mogelijk dat er toch een gevaar voor de persoon ontstaat. isolatiefout U c Figuur 3.10: Isolatiefout in een T-S-net 24

11 Voorbeeld. 230V I fout Op basis van de soortelijke weerstand van koper bij 70 C gelijk aan Ωm, levert een lengte van fasegeleider en nulgeleider elk gelijk aan 50 m een foutstroom: l = 50m S = 16mm 2 U c I fout = ρ Cu l f S f 0.8 U f + ρcu l S f = 1308A Contactspanning: U c = R I fout = 92V Om geen gevaar op te leveren moet deze contactspanning van 92 V binnen 0.5 sec uitgeschakeld worden. Of dit gebeurt, is afhankelijk van de karakteristiek van de zekering. De beschermingsgeleider mag een kleinere doorsnede hebben dan de fasegeleiders. Bij fasegeleiders met een sectie kleiner dan 16 mm 2 moet de aarding een gelijkwaardige diameter hebben; tussen 16 en 35 mm 2 minstens 16 mm 2 en bij een sectie groter dan 35 mm 2 is S = S f /2. De werkelijke aanraakspanning wordt dan m U c = c m + 1 U f m = S f S = R R f Bij langere kabellengtes kan de foutstroom relatief klein worden waardoor de overstroombeveiliging trager reageert. Wanneer de contactspanning te lang blijft bestaan, bestaat er gevaar. Om bescherming tegen elektrische schokken te garanderen, moet de maximale kabellengte in een T-net beperkt worden: 0.8 U f S f l max = ρ Cu (1 + m) I F I F is de stroom waarbij de beveiliging uitschakelt op kortsluiting (dus de magnetische drempel). Indien de werkelijke kabellengte groter is dan de toegestande kabellengte, moet men de installatie aanpassen: doorsnede van de beschermingsgeleider vergroten, doorsnede van de fasegeleiders vergroten, magnetische drempel van de overstroombeveiliging verkleinen, differentieelschakelaar met kleine gevoeligheid gebruiken. IT-net Wanneer zo n isolatiefout optreedt bij een verbruiker in een IT-net, dan geldt de situatie weergegeven in figuur Omdat het sterpunt van het net niet met de verbonden is, tenzij via een grote impedantie (Z), vloeit er geen (of een zeer kleine) foutstroom. Deze stroom is meestal te klein om een automaat of zekering in de keten uit te schakelen. Met een differentieelschakelaar die dicht bij de verbruiker geplaatst is, kan dit wel. Een isolatiebewaking kan dergelijke foutstromen wel meten. Indien de toestelaarding goed is (voldoende kleine aardingsweerstand), dan treedt slechts een klein potentiaalverschil op tussen toestelmassa en (contactspanning U c ). Bijvoorbeeld bij een lekimpedantie van Z = 3540Ω kunnen de aardingsweerstand en de weerstand bij het defect verwaarloosd worden en wordt de foutstroom: I fout = U f R a2 + R d + Z U f Z = = 65mA De daaruitvolgende contactspanning: U c = R a2 I fout = 0.65V Het elektrocutiegevaar is klein. De fout blijft echter bestaan. Het vastgrijpen van een van de foutloze fasegeleiders is echter wel gevaarlijk. Bij een eerste isolatiefout kan de installatie onder spanning blijven. Bedrijfscontinuïteit is mogelijk: een IT-net is dus aangewezen voor de voeding van ICT-infrastructuur en in een operatiezaal van ziekenhuizen. 25

12 Z CT zekering? isolatiefout U c Figuur 3.11: Isolatiefout bij een verbruiker in een IT-net Bij het optreden van een tweede isolatiefout, ontstaat er wel een gevaarlijke situatie. De eerste fout moet voldoende snel gedetecteerd en geremedieerd worden. Er is een isolatiewachter (toestel dat permanent isolatiecontrole doet en een isolatiefout detecteert) nodig; IT-installaties mogen enkel onder toezicht van bevoegd personeel gebruikt worden. zekering U c Figuur 3.12: Tweede isolatiefout bij een verbruiker in een IT-net Voorbeeld: fase 1 geleider heeft een lengte van 50 m en een doorsnede van 50 mm 2, fase 3 geleider heeft een lengte van 30 m en een doorsnede van 30 mm 2. Dit geeft een grote foutstrom (6464 A) en een contactspanning van 160 V. 3.5 Equipotentiaalverbindingen De verbinding van de beschermgeleiders (aardingen) met de garandeert niet dat een aarding op aardpotentiaal staat. Een aarding is immers niet noodzakelijk stroomloos en bovendien heeft zij geen oneindig kleine weerstand. Er kan dus een spanningsval over optreden. Een hoofdequipotentiaalverbinding verbindt metalen massa s met de, via de hoofdaardingsklem. Men kan ervan uitgaan dat deze geleider niet stroomvoerend is en een lage weerstand heeft. Genaakbare geleidende delen die via een hoofdequipotentiaalverbinding met de verbonden worden, vertonen dan geen potentiaalverschil ten opzichte van de. De bijkomende potentiaalverbindingen verhinderen dat er een potentiaalverschil tussen verschillende genaakbare geleidende delen bestaat: ze brengen die delen op hetzelfde potentiaal. Dit is een bijkomende veiligheid in geval van slecht contact of onderbreking in de beschermingsgeleider. In figuur 3.13 is een samenloop van fouten voorgesteld: in beide toestellen is er, telkens voor een andere fasegeleider, een isolatiefout naar de toestelmassa; de beschermgeleiders zijn onderbroken. 26

13 Omdat er een potentiaalverschil, gelijk aan de lijnspanning, tussen de massa s staat, is dit een zeer gevaarlijke situatie. Zelfs een differentieelschakelaar reageert hier slechts op het ogenblik dat de foutstroom door het lichaam van de persoon vloeit. bijkomende equipotentiaalverbinding equipotentiaalverbinding Figuur 3.13: TT-net met isolatiefout bij twee verbruikers Het aanbrengen van een equipotentiaalgeleider tussen beide massa s heeft volgende effecten (figuur 3.13, rechts): het gevaarlijk potentiaalverschil is verdwenen omdat de maximale spanning tussen de massa s bepaald wordt door de weerstand van de equipotentiaalverbinding en deze is zeer klein; er vloeit een grote stroom door de bijkomende equipotentiaalverbinding; zekeringen of automaten in serie met de verbruikers schakelen uit; er vloeit door de potentiaalverbinding een foutstroom naar de ; gevaarlijke potentialen ten opzichte van de worden voorkomen; de uitschakeling van de spanning door een differentieelschakelaar wordt in de hand gewerkt. In de praktijk moeten de hoofdequipotentiaalverbindingen vertrekken vanop de hoofdaardingsklem. Alle metalen structuren die in een gebouw voorkomen, moeten met een equipotentiaalverbinding gekoppeld worden. In een woning zijn dat: metalen hoofdleidingen van gas, water en centrale verwarming; metalen structuren die onderdeel zijn van het bouwwerk en die aangeraakt kunnen worden; in badruimten moeten metalen badkuipen en douche verbonden worden met een equipotentiaalverbinding; een bijkomende potentiaalverbinding tussen bijvoorbeeld een radiator en de badkuip is verplicht; ook de aardingspin van stopcontacten in badkamers moet een tweede verbinding hebben met de equipotentiaalgeleider, naast de verbinding met de beschermgeleider. Zo n equipotentiaalverbinding wordt uitgevoerd met een geel groene aardingskabel met een minimum doorsnede gelijk aan de helft van de grootste beschermingsgeleider van de installatie (met een minimum van 6 mm 2 en beperkt tot 25 mm 2 bij een geleider uit koper). Het nut van een equipotentiaalverbinding (of potentiaalvereffening) is: veiligheid. Alle geleidende delen die aldus met elkaar verbonden zijn hebben altijd hetzelfde potentiaal, m.a.w. kunnen onderling nooit een spanningsverschil hebben. Je zou deze dus tegelijkertijd veilig kunnen aanraken mits geen contact met een ander potentiaal. Men kan een gevaarlijke contactspanning voorkomen door in een omgeving alle gelijktijdig genaakbare geleidende delen (massa s, de, vreemde geleidende delen die niet tot de elektrische installatie behoren) met elkaar te verbinden (dus inclusief de massa van het eventuele defecte toestel). Zo kan er tussen die geleidende delen mits een voldoende lage weerstand van de verbindingsgeleiders en mits goede verbindingscontacten geen spanningsverschil optreden. Geen spanningsverschil betekent immers geen elektrocutiegevaar. De verbindingen met de worden beschermingsgeleiders genoemd, die tussen de geleidende delen noemt men equipotentiaalverbindingen. 27

L1 L2 L3 N L1 L2 L3 N PE PE. aarde L1 L2 L3 PEN. Figuur 3.6: Verdeelnetten

L1 L2 L3 N L1 L2 L3 N PE PE. aarde L1 L2 L3 PEN. Figuur 3.6: Verdeelnetten TT-net. Het sterpunt van de secundaire transformatorwikkeling in het net wordt met de verbonden. Bij elke verbruiker is er een aarding ( : protective earth), waarmee de metalen onderdelen van de toestellen

Nadere informatie

3 Beveiliging. 3.1 Beveiliging tegen overstroom

3 Beveiliging. 3.1 Beveiliging tegen overstroom 3 Beveiliging 3.1 Beveiliging tegen overstroom Beveiliging tegen overstroom moet beveiligen tegen: kortsluitstroom: een stroom vele malen groter dan de nominale stroom I n ; deze moet zo snel mogelijk

Nadere informatie

2. Beveiliging tegen onrechtstreekse aanraking

2. Beveiliging tegen onrechtstreekse aanraking Beveiligingen in LS-installaties Een elektrische installatie die geen fouten vertoont, zal even goed functioneren zonder beveiligingen. Dit zou de installatie bovendien een stuk goedkoper maken. Enkel

Nadere informatie

De huisinstallatie bestaat uit éénfasige kringen die gevoed worden door een driefasig net.

De huisinstallatie bestaat uit éénfasige kringen die gevoed worden door een driefasig net. 10 Veiligheid 10.1 De huisinstallatie De bedoeling van een elektrische huisinstallatie is de elektrische energie op doelmatige en vooral veilige wijze naar de plaats te brengen waar ze nodig is. De huisinstallatie

Nadere informatie

HD ZLVS - Zeer Lage Veiligheids-Spanning ZLBS - Zeer Lage Beschermings-Spanning

HD ZLVS - Zeer Lage Veiligheids-Spanning ZLBS - Zeer Lage Beschermings-Spanning HD 60364-7-710 Requirements for Medical locations ZLVS - Zeer Lage Veiligheids-Spanning ZLBS - Zeer Lage Beschermings-Spanning EREA Energy Engineering BVBA Ruggeveldstraat 1 B-2110 Wijnegem Belgium Tel

Nadere informatie

Werking isolatiewachters

Werking isolatiewachters Werking isolatiewachters augustus 2013 Inleiding Om de elektrische energie in een installatie te verdelen worden drie of vier actieve geleiders gebruikt. Deze geleiders voeren de stroom van de bron naar

Nadere informatie

Merk op: de ppt die voorzien is voor veiligheid is voorzien van notities die men in powerpoint kan bekijken in de editor.

Merk op: de ppt die voorzien is voor veiligheid is voorzien van notities die men in powerpoint kan bekijken in de editor. Merk op: de ppt die voorzien is voor veiligheid is voorzien van notities die men in powerpoint kan bekijken in de editor. Bij ontwerp elektriscge installatie dient er verplicht gebruik te maken van gekeurd

Nadere informatie

Transformatoren. Wisselspanning (50Hz) (V) zeer lage spanning (ZLS) U < 50 U < 75 U < 120. 1e categorie 50 < U < 500 75 < U < 750 120 < U < 750

Transformatoren. Wisselspanning (50Hz) (V) zeer lage spanning (ZLS) U < 50 U < 75 U < 120. 1e categorie 50 < U < 500 75 < U < 750 120 < U < 750 Transformatoren Inleiding Naast voedingen voor ICT-apparatuur, maken steeds meer en meer apparaten zoals de verlichting, de belinstallatie, stuurkringen, signalisatietoestellen gebruik van spanningen lager

Nadere informatie

Mode 3 laadpunten voor elektrische voertuigen: keuze van de differentieelschakelaar

Mode 3 laadpunten voor elektrische voertuigen: keuze van de differentieelschakelaar 1 Inleiding Mode 3 laadpunten voor elektrische voertuigen: keuze van de differentieelschakelaar Elk laadpunt voor een elektrisch voertuig (EV) moet o.a. beschermd worden tegen onrechtstreekse aanraking.

Nadere informatie

Elektrische veiligheid

Elektrische veiligheid Elektrische veiligheid Versie archi s Elektrische veiligheid ELEKTRISCHE VEILIGHEID Bescherming van personen (tegen ongevallen) Bescherming van zaken (tegen brand,..) 2 Elektrische veiligheid REGLEMENTERING

Nadere informatie

DE VEILIGHEID VAN EEN INSTALLATIE BIJ VERVORMDE STROMEN

DE VEILIGHEID VAN EEN INSTALLATIE BIJ VERVORMDE STROMEN DE VEILIGHEID VAN EEN INSTALLATIE BIJ VERVORMDE STROMEN FOCUS Om een elektrisch net veilig uit te baten, is het van belang dat de installatie goed beveiligd is. Elektriciteit kan de oorzaak zijn van brand

Nadere informatie

Leereenheid 8. Diagnostische toets: Driefasenet. Let op!

Leereenheid 8. Diagnostische toets: Driefasenet. Let op! Leereenheid 8 Diagnostische toets: Driefasenet Let op! Bij meerkeuzevragen: Duid met een kringetje rond de letter het juiste antwoord of de juiste antwoorden aan. Vragen gemerkt met: J O. Sommige van die

Nadere informatie

Elektriciteit. Wat is elektriciteit

Elektriciteit. Wat is elektriciteit Elektriciteit Wat is elektriciteit Elektriciteit kun je niet zien, niet ruiken, niet proeven, maar wel voelen. Dit voelen kan echter gevaarlijk zijn dus pas hier voor op. Maar wat is het dan wel? Hiervoor

Nadere informatie

Cursus/Handleiding/Naslagwerk. Driefase wisselspanning

Cursus/Handleiding/Naslagwerk. Driefase wisselspanning Cursus/Handleiding/Naslagwerk Driefase wisselspanning INHOUDSTAFEL Inhoudstafel Inleiding 3 Doelstellingen 4 Driefasespanning 5. Opwekken van een driefasespanning 5.. Aanduiding van de fasen 6.. Driefasestroom

Nadere informatie

Nulgeleider Met een transformator een nulgeleider (N) creëren

Nulgeleider Met een transformator een nulgeleider (N) creëren Nulgeleider Met een transformator een nulgeleider (N) creëren Antwoorden op veelgestelde vragen Netten zonder nulgeleider Een deel van de Belgische gebouwen wordt gevoed vanuit een 3x230V-net, waarbij

Nadere informatie

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT SCHAKELAARS. Artikel. A.R.E.I. 250.01 Algemeen

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT SCHAKELAARS. Artikel. A.R.E.I. 250.01 Algemeen SCHAKELAARS 250.01 Algemeen Schakelaars en andere bedieningstoestellen moeten conform de desbetreffende door de Koning zijn, of overeenkomen met bepalingen die een gelijkwaardig veiligheidsniveau bieden.

Nadere informatie

TT-net. T: geaard in het transformatorstation T: geaard bij de verbruiker

TT-net. T: geaard in het transformatorstation T: geaard bij de verbruiker TT-net T: geaard in het transformatorstation T: geaard bij de verbruiker Bij dit net wordt de nulleider rechtstreeks geaard in het transformatorstation. De PEgeleider is hier afzonderlijk voor aarding

Nadere informatie

Hoe keuringsverslagen elektrische installaties interpreteren meest voorkomende inbreuken

Hoe keuringsverslagen elektrische installaties interpreteren meest voorkomende inbreuken Hoe keuringsverslagen elektrische installaties interpreteren meest voorkomende inbreuken Isabelle Hofman 10/10/2017 Topics A. Hoe elektrische keuringsverslagen interpreteren B. Top 3 meest voorkomende

Nadere informatie

Laden van elektrische wagens. Oktober 2015

Laden van elektrische wagens. Oktober 2015 Laden van elektrische wagens Oktober 2015 Dit is een uitgave van Tecnolec Marlylaan 15/8 1120 Brussel info@volta-org.be www.tecnolec.be Volta 2015 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen

Nadere informatie

Oefenvragen_Basistoets Stipel

Oefenvragen_Basistoets Stipel 1 In een kabelbed moet een hoogspanningskabel worden gelokaliseerd. De kabel is aan beide zijden afgeschakeld. Hoe kan de kabel worden gelokaliseerd? A Met een kabelseiectieapparaat B Met een capacitieve

Nadere informatie

NEN Werken met de. Pluspakket NEN 1010:2015. MBO Elektrotechniek. Meer ie. verder in technisch vakmanschap

NEN Werken met de. Pluspakket NEN 1010:2015. MBO Elektrotechniek. Meer ie. verder in technisch vakmanschap Werken met de NEN 1010 Pluspakket - NEN 1010:2015 Meer ie t informa 0 44 99 0 l 088-4 kenteq.n @ m a e t e servic nteq.nl www.ke MBO Elektrotechniek Werken met de NEN 1010 Pluspakket NEN 1010:2015 verder

Nadere informatie

Stroomstelsels LS. Quercus Technical Services B.V.

Stroomstelsels LS. Quercus Technical Services B.V. Stroomstelsels ä S lnhoudsepgave Stroomstelsels Geaard sterpunt 2.1 Inleiding 2.2 TT-stelsel \IG\ TN-stelsel 3. 1 TN-S-Stelsel 3 2 TN-C-stelsel 3.3 TN C-Sstelsel Geïsoleerd sterpunt 4.1 Inleiding 4.2 IT

Nadere informatie

Scheidingstransformatoren. ZX ronde 27 september 2015

Scheidingstransformatoren. ZX ronde 27 september 2015 Scheidingstransformatoren. ZX ronde 27 september 2015 Wanneer er een aardfout ontstaat in een geaard net (TN stelsel ) zal er ten gevolge van deze fout direct een hoge stroom via de aardfout naar aarde

Nadere informatie

Karakteristieken van automaten

Karakteristieken van automaten Karakteristieken van automaten Vermits de eigenschappen en karakteristieken van elektrisch materieel niet zichtbaar zijn, worden ze in de vorm van cijfers, letters, symbolen, aangebracht op het omhulsel.

Nadere informatie

LABO. Elektriciteit. OPGAVE: Elektrische arbeid bij hoogspanning. Totaal :.../20. .../.../ Datum van afgifte:

LABO. Elektriciteit. OPGAVE: Elektrische arbeid bij hoogspanning. Totaal :.../20. .../.../ Datum van afgifte: LABO Elektriciteit OPGAVE: Elektrische arbeid bij hoogspanning Datum van opgave:.../.../ Datum van afgifte: Verslag nr. : 6 Leerling: Assistenten: Klas: 3.1 EIT.../.../ Evaluatie :.../10 Theorie :.../10

Nadere informatie

Maatregelen ter bescherming van personen en goederen moeten genomen worden op de volgende gebieden:

Maatregelen ter bescherming van personen en goederen moeten genomen worden op de volgende gebieden: BESCHERMING VAN PERSONEN EN GOEDEREN BESCHERMINGSMAATREGELEN Maatregelen ter bescherming van personen en goederen moeten genomen worden op de volgende gebieden: 1.- bescherming tegen elektrische schokken;

Nadere informatie

Verhaaltje ZX-Ronde 21 september 2008. Zekeringen ( stroom / tijd beveiligen )

Verhaaltje ZX-Ronde 21 september 2008. Zekeringen ( stroom / tijd beveiligen ) Verhaaltje ZX-Ronde 21 september 2008 Zekeringen ( stroom / tijd beveiligen ) Zekeringen is een artikel uit de Electron van september 2008. Het is een artikel wat geschreven is door Hans PA0JBB. Het is

Nadere informatie

Elektrische voeding van IT systemen

Elektrische voeding van IT systemen Elektrische voeding van IT systemen Overzicht van deel 7 Reglementering - Kwaliteitsmerk Beveiliging tegen overstroom Bescherming tegen elektrische schokken Keuze van het UPS systeem Aarding en afscherming

Nadere informatie

Inhoudstafel. Tiene Nobels 1

Inhoudstafel. Tiene Nobels 1 Inhoudstafel INHOUDSTAFEL 1 HOOFDSTUK 1: VERMOGENELEKTRONICA... 3 1 INLEIDING... 3 2 HAKKERS... 3 3 DIODEGELIJKRICHTERS... 3 4 GESTUURDE GELIJKRICHTERS OF MUTATOREN... 3 4.1 Principe... 3 4.2 Driefasig

Nadere informatie

DIFFERENTIEELSTROOMINRICHTINGEN

DIFFERENTIEELSTROOMINRICHTINGEN 85 ACTIEVE BESCHERMING BIJ LAAGSPANNING MET AUTOMATISCHE ONDERBREKING VAN DE VOEDING 28.03 Begrippen met betrekking tot karakteristieken van beschermingstoestellen 85.01 Kenmerken Residuële differentiële

Nadere informatie

PROCES-VERBAAL VAN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE

PROCES-VERBAAL VAN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE AIB-VINÇOTTE Belgium ERKEND CONTROLEORGANISME Externe dienst voor technische controles op de werkplaats Contactpersoon: JOHNNY BODEN, Elektriciteit Onze gegevens Klantref.: 100249782 Uw gegevens Ref.:

Nadere informatie

Veiligheid in elektrische netwerken

Veiligheid in elektrische netwerken Hoofdstuk 10 Veiligheid in elektrische netwerken Doelstellingen 1. Begrippen uit de elektrische veiligheid kennen 2. Weten dat de veiligheid van elektrische installaties in wetten en normen beschreven

Nadere informatie

Veiligheidsaarding HS. Quercus Technical Services B.V.

Veiligheidsaarding HS. Quercus Technical Services B.V. Veiligheidsaarding HË nhoudsspgav& 1. Inleiding 5 2. Aanraakspanning en stroomstelsels 6 2.1 IT Stelsel 6 2.2. TT-stelsel 9 2.3 TN-stelsel 10 3. Aard- en vereffeningsleidingen 12 4. Aardverspreidingsweerstand

Nadere informatie

Isolatiebewaking. Medische IT-netten met hoge bedrijfszekerheid. Een nieuwe totaaloplossing van EREA en Dossena

Isolatiebewaking. Medische IT-netten met hoge bedrijfszekerheid. Een nieuwe totaaloplossing van EREA en Dossena Isolatiebewaking Medische IT-netten met hoge bedrijfszekerheid Een nieuwe totaaloplossing van EREA en Dossena Medische IT-netten met hoge bedrijfszekerheid Een nieuwe totaaloplossing van EREA en Dossena

Nadere informatie

Berekening veiligheid in Gaia

Berekening veiligheid in Gaia Berekening veiligheid in Gaia 03-153 pmo 23 september 2003 Phase to Phase BV Utrechtseweg 310 Postbus 100 6800 AC Arnhem T: 026 356 38 00 F: 026 356 36 36 www.phasetophase.nl 2 03-153 pmo Inhoud 1 Inleiding...

Nadere informatie

ZX ronde van 10 april 2011

ZX ronde van 10 april 2011 ZX ronde van 10 april 2011 Transformatoren Vandaag een verhaaltje over de transformator geen speciale transformator maar gewoon een doorsnee voedingstransformator met een gelamelleerde kern. De werking

Nadere informatie

Kortsluitstromen en. Kabelberekeningen

Kortsluitstromen en. Kabelberekeningen 1 Kortsluitstromen en kabelberekeningen Veel werk? Kennis in Praktijk... Kabelberekeningen Door : Joost de Koning Product manager vermogensschakelaars Lid NEC64 commissie (NEN1010) Lid NEC23E commissie

Nadere informatie

Fiche 10 (Analyse): Belangrijkste punten uit het AREI

Fiche 10 (Analyse): Belangrijkste punten uit het AREI Fiche 10 (Analyse): Belangrijkste punten uit het AREI 1. Inleiding De fiche 4 (Observatie) geeft een inleiding en vat de inhoud samen van het Algemeen Reglement over de Elektrische Installaties (AREI).

Nadere informatie

Trea Winter van Faassen

Trea Winter van Faassen Colofon Auteur: Mark Burger Eindredactie: Waldo Ruiter Trea Winter van Faassen Dit is een uitgave van Brink Technical Solutions BV 2008. Deze uitgave mag vrij worden gekopieerd binnen educatieve instellingen.

Nadere informatie

TAD: Technologische AdviesDienst

TAD: Technologische AdviesDienst informeert TAD: Technologische AdviesDienst Verdeelborden In een elektrische installatie mag er slechts veilig elektrisch materieel gebruikt worden. Volgens deze algemene regel betekent dit dus ook dat

Nadere informatie

INSTALLATIES 12 ONAFHANKELIJKHEID VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE TEN OVERSTAAN VAN ANDERE INSTALLATIES

INSTALLATIES 12 ONAFHANKELIJKHEID VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE TEN OVERSTAAN VAN ANDERE INSTALLATIES 9 9.01 ELEKTRISCHE Nominale spanning Elektrische installaties moeten in al hun onderdelen onderworpen en uitgevoerd worden in functie van hun nominale spanning 9.02 Regels van goed vakmanschap gelijkvormigheid

Nadere informatie

1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring

1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring 1 Elektriciteit Oriëntatie Om met je auto of een tractor te kunnen rijden heb je elektriciteit nodig. Ook voor verlichting en je computer is veel elektriciteit nodig. Ook als je de mobiele telefoon aan

Nadere informatie

AARDINGSSYSTEMEN. - de eerste letter geeft de relatie aan tussen het verdeelnet en de aarde:

AARDINGSSYSTEMEN. - de eerste letter geeft de relatie aan tussen het verdeelnet en de aarde: A.R.E.I. 79 DE DRIE SYSTEMEN VAN AARDVERBINDINGEN 79.01 Algemeenheden Er bestaan drie systemen van aardverbindingen, elk gekenmerkt door een code bestaande uit ten minste twee letters, en eventueel uit

Nadere informatie

ALGEMEEN REGLEMENT OP DE ELEKTRISCHE INSTALLATIES.

ALGEMEEN REGLEMENT OP DE ELEKTRISCHE INSTALLATIES. ELE/MDD/83/303 H Plaatselijke agent voor controle en inlichtingen. A.R.E.I. ALGEMEEN REGLEMENT OP DE ELEKTRISCHE INSTALLATIES. Samenvatting voor huishoudelijke installaties. Dit document vervangt het AREI

Nadere informatie

Modulaire apparatuur Rails toebehoren

Modulaire apparatuur Rails toebehoren Rails toebehoren Aansluitrails b vork-aansluitrails b verdeling elektrische stroom b snelle montage en uitbouw van de aangesloten apparaten. Aansluitrail horizontaal Type Aantal modules Ref. Mod. van Mulit9

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 : Het driefasennet

Hoofdstuk 3 : Het driefasennet Hoofdstuk 3 : Het driefasennet Algemeen In de lessen praktijk of laboratorium heb je waarschijnlijk de aansluitklemmen van een driefasennet opgemerkt. Je kan alzo 4 klemmen onderscheiden waarvan er 3 dezelfde

Nadere informatie

De groene tekst in dit project is enkel en alleen voor de leerkrachten

De groene tekst in dit project is enkel en alleen voor de leerkrachten Elektrische installatietechnieken 1 PROJECT 1 : NETSYSTEMEN (blz.) 1.1.Omschrijving 2 1.1.1.Opstellingsschema. 2 1.1.2.Algemene uitvoering/werking. 2 1.2.Vakintegratie 3 1.2.1.Realisaties elektriciteit.

Nadere informatie

6.1 Afrondingsopdracht Goed en veilig werken van elektrische schakelingen

6.1 Afrondingsopdracht Goed en veilig werken van elektrische schakelingen 6. Afronding hoofdstuk 2 6.1 Afrondingsopdracht Goed en veilig werken van elektrische schakelingen Inleiding Bij de introductie van dit hoofdstuk heb je je georiënteerd op het onderwerp van dit hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door Roy 1370 woorden 5 maart 2017 6,8 14 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova Samenvatting h4 NaSk1 4.1 Elke keer dat je een apparaat aanzet,

Nadere informatie

Smeltveiligheden. Smeltveiligheden worden in het algemeen toegepast in twee uitvoeringen:

Smeltveiligheden. Smeltveiligheden worden in het algemeen toegepast in twee uitvoeringen: Smeltveiligheden Smeltveiligheden worden in het algemeen toegepast in twee uitvoeringen: Schroefpatronen, ook wel DIAZED-patronen of D-patronen genoemd Mespatronen, ook wel NH-patronen genoemd In een smeltpatroon

Nadere informatie

Een elektrische installatie moet altijd door een erkend organisme worden gekeurd bij :

Een elektrische installatie moet altijd door een erkend organisme worden gekeurd bij : Een elektrische installatie moet altijd door een erkend organisme worden gekeurd bij : - de indienststelling, - elke verzwaring van de aansluiting, - elke belangrijke wijziging of uitbreiding. Dit organisme

Nadere informatie

enexis.nl Aarding Voor alle zekerheid

enexis.nl Aarding Voor alle zekerheid enexis.nl Aarding Voor alle zekerheid Inhoud Belangrijkste punten 4 Aarding en elektriciteit 5 Geaard of niet? 5 Vier systemen van aarding 7 Aarding is onzichtbaar 8 Een veilige installatie 8 Wanneer

Nadere informatie

Kleine generatoren ZX ronde 24 april 2016

Kleine generatoren ZX ronde 24 april 2016 Kleine generatoren ZX ronde 24 april 2016 De tijd van velddagen en festiviteiten breekt weer aan. Voor het aansluiten van elektrische apparatuur wordt vaak een klein aggregaat gebruikt. Maar ook zijn er

Nadere informatie

LABO 2 : Opgave oscilloscoopmetingen DC

LABO 2 : Opgave oscilloscoopmetingen DC Opgave oscilloscoopmetingen 1 / 13 LABO 2 : Opgave oscilloscoopmetingen DC 1. Doelstellingen Na het uitvoeren van de proeven : ken je de massaproblemen bij de scoop. kan je de grootte van een spanning

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDEN- STAND EN ENERGIE EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDEN- STAND EN ENERGIE EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDEN- STAND EN ENERGIE EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N. 2004 1839 [C 2004/11211] 25 APRIL 2004. Koninklijk besluit

Nadere informatie

Elektriciteit en veiligheid op het podium voedingen, beveiliging, zekeringen en aardlekschakelaars

Elektriciteit en veiligheid op het podium voedingen, beveiliging, zekeringen en aardlekschakelaars Elektriciteit en veiligheid op het podium voedingen, beveiliging, zekeringen en aardlekschakelaars Energievoorziening Van de centrale naar de gebruiker legt de stroom een lange weg af. In de centrale draait

Nadere informatie

Transformatoren. Speciale uitvoeringen

Transformatoren. Speciale uitvoeringen Transformatoren Speciale uitvoeringen Opdracht Stel speciale transfo voor: Bouw + foto (1 à 2 slides) Werking (1 slide) Toepassingen (1 slide) Voorstellen in klas: 7 lines 7 words Per slide 1 minuut Verslag:

Nadere informatie

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010 27-3-2016 12:40 Februari 2016-1 EENFASE EINDGROEPEN BEVEILIGD DOOR VIERPOLIGE AARDLEKSCHAKELAAR Volgens de Nederlandse aanvulling op bepaling 531.2.1.3 van NEN 1010:2015 is het aansluiten van eenfase-eindgroepen

Nadere informatie

Veiligheidsaarde is meer dan 25/In

Veiligheidsaarde is meer dan 25/In VAKGROEP BLIKSEMBEVEILIGING Veiligheidsaarde is meer dan 25/In De techniek waarop Nederland draait VAKGROEP BLIKSEMBEVEILIGING Veiligheidsaarde is meer dan 25/ln In deze folder vatten we de essenties van

Nadere informatie

Aarding en equipotentiale verbindingen. in een residentiële elektrische installatie

Aarding en equipotentiale verbindingen. in een residentiële elektrische installatie LESPAKKET Aarding en equipotentiale verbindingen in een residentiële elektrische installatie Ontwikkeld door Artesis in opdracht van Vormelek Concept en realisatie: communicatiebureau Link Inc, www.linkinc.be

Nadere informatie

Wettelijke minimale voorschriften inzake veiligheid van oude elektrische installaties op arbeidsplaatsen (K.B. 2/6/2008)

Wettelijke minimale voorschriften inzake veiligheid van oude elektrische installaties op arbeidsplaatsen (K.B. 2/6/2008) Wettelijke minimale voorschriften inzake veiligheid van oude elektrische installaties op arbeidsplaatsen (K.B. 2/6/2008) Dhr. M. Smekens, technisch directeur BTV 2012 Wie is BTV? BTV, afkorting van Technisch

Nadere informatie

Checklist ELEKTRISCHE INSTALLATIE in utiliteitsgebouwen

Checklist ELEKTRISCHE INSTALLATIE in utiliteitsgebouwen Project Projectnr. Opdrachtgever Werkadres Reden van inspectie Oplevering Wijziging Periodieke inspectie Netaansluiting 1-fase 3-fase Stroomstelsel TN-stelsel TT-stelsel IT-stelsel Inspectie uitgevoerd

Nadere informatie

Veiligheidsaarde is meer dan 25/In

Veiligheidsaarde is meer dan 25/In VAKGROEP BLIKSEMBEVEILIGING Veiligheidsaarde is meer dan 25/In De techniek waarop Nederland draait VAKGROEP BLIKSEMBEVEILIGING Veiligheidsaarde is meer dan 25/ln In deze folder vatten we de essenties van

Nadere informatie

Fiche 7 (Analyse): Begrippen over elektriciteit

Fiche 7 (Analyse): Begrippen over elektriciteit Fiche 7 (Analyse): Begrippen over elektriciteit 1. Gelijkstroomkringen (DC) De verschillende elektrische grootheden bij gelijkstroom zijn: Elektrische spanning (volt) definitie: verschillend potentiaal

Nadere informatie

GELEIDERS. 3.- de elektrodynamische invloeden die kunnen voorkomen in geval van kortsluiting, de veiligheid niet in gevaar brengen;

GELEIDERS. 3.- de elektrodynamische invloeden die kunnen voorkomen in geval van kortsluiting, de veiligheid niet in gevaar brengen; 198 KEUZE VAN DE ELEKTRISCHE LEIDINGEN Ook van toepassing voor Zeer Lage Veiligheidsspanning De elektrische leidingen die geen integrerend deel uitmaken van een elektrisch toestel of machine, en in het

Nadere informatie

1.8 Veiligheid. 1.8.1 Zekeringen

1.8 Veiligheid. 1.8.1 Zekeringen 1.8 Veiligheid 1.8.1 Zekeringen Fig. 25 Zekeringen Een smeltveiligheid beschermt de bedrading van elektrische installaties tegen schade door te hoge elektrische stromen. Smeltveiligheden komen voor in

Nadere informatie

Vlamboogdetectie ZX ronde 18 juni 2017

Vlamboogdetectie ZX ronde 18 juni 2017 Vlamboogdetectie ZX ronde 18 juni 2017 In de nieuwe NEN1010 staat de aanbeveling om in een elektrische installatie voorzieningen te treffen waarmee vlambogen gedetecteerd kunnen worden. Gebleken is namelijk

Nadere informatie

Om een lampje te laten branden moet je er een elektrische stroom door laten lopen. Dat lukt alleen, als je een gesloten stroomkring maakt.

Om een lampje te laten branden moet je er een elektrische stroom door laten lopen. Dat lukt alleen, als je een gesloten stroomkring maakt. Samenvatting door een scholier 983 woorden 8 april 2011 6,8 988 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova Natuurkunde H5 par 1 t/m 5 samenvatting Par. 1 Een stroomkring maken Om een lampje te laten branden

Nadere informatie

PRAKTISCHE FICHE / DE VOORBEREIDING Beschikbaar op www.legrand.be

PRAKTISCHE FICHE / DE VOORBEREIDING Beschikbaar op www.legrand.be Het A.R.E.I. en verlichtingskringen De verlichting in uw woning is het belangrijkste onderdeel van uw elektrische installatie n De kringen Een verlichtingskring wordt bekabeld met draden van 1,5 mm 2 en

Nadere informatie

Project huisinstallatie voor de onderbouw

Project huisinstallatie voor de onderbouw Inhoudsopgave 1 Elektrische stroom.... 1 1.1 Waterstroom.... 1 1.2 Knikker stroom... 2 1.3 Geleiders en isolators.... 2 2 Elektrische schakeling... 3 2.1 Inleiding... 3 2.2 Zekering en aardlekschakelaar...

Nadere informatie

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan jaar: 1995 nummer: 28 Twee zeer lange draden zijn evenwijdig opgesteld. De stroom door de linkse draad ( zie figuur) is in grootte gelijk aan 30 A en de zin ervan wordt aangegeven door de pijl. We willen

Nadere informatie

Trea Winter van Faassen

Trea Winter van Faassen Colofon Auteur: Mark Burger Eindredactie: Waldo Ruiter Trea Winter van Faassen Dit is een uitgave van Brink Techniek BV Deze uitgave mag vrij worden gekopieerd binnen educatieve instellingen. Deze uitgave

Nadere informatie

Veiligheid in de installatie. Vermeir Tom

Veiligheid in de installatie. Vermeir Tom Veiligheid in de installatie 1 Veiligheid in de installatie 1) Nulleiderstelsels : TT - TN - IT 2) Kortsluitvermogenberekening 3) Selectiviteit in de installatie 4) Filiatie 5) Motorbeveiligingen 2 1 Nulleiderstelsels

Nadere informatie

Elektriciteit ELEKTRICITEIT

Elektriciteit ELEKTRICITEIT Elektriciteit ELEKTRICITEIT 1 Elektriciteit Wet van Ohm : I = U/R - I = stroomsterkte in Ampère (A) - U = spanning in Volt (V) 2 - R = weerstand in Ohm (Ω) Als U groter wordt, dan wordt I groter Als R

Nadere informatie

Basiscursus NEN 1010. Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties NEN 1010:2015

Basiscursus NEN 1010. Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties NEN 1010:2015 Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties Basiscursus NEN 1010 NEN 1010:2015 maart 2016 Bestemd voor de cursussen: basiscursus NEN 1010, opfriscursus NEN 1010, inspecties aan elektrische installaties,

Nadere informatie

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT STROOMGROEPEN MET THERMISCHE MOTOR

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT STROOMGROEPEN MET THERMISCHE MOTOR De Europese wetgeving voor veilig elektrische materieel is ook van toepassing voor alternatoren. Dit betekend dat de alternatoren moeten gebouwd zijn conform de desbetreffende Europese normen (KB. van

Nadere informatie

Welke wetmatigheden die gelden voor de elektrische schakeling kun je gebruiken om de werking van aarding, zekering en aardlekschakelaar te begrijpen?

Welke wetmatigheden die gelden voor de elektrische schakeling kun je gebruiken om de werking van aarding, zekering en aardlekschakelaar te begrijpen? 2 De elektrische schakeling 2.1 Introductie Inleiding In huis waar gewerkt wordt met een spanning van 230 volt, kunnen gevaarlijke situaties voorkomen, bijvoorbeeld kortsluiting, overbelasting, het aanraken

Nadere informatie

Huisinstallatie 5-5-2004. K.U.Leuven Department of Electrical Engineering ELEN - Electrical Energy

Huisinstallatie 5-5-2004. K.U.Leuven Department of Electrical Engineering ELEN - Electrical Energy Huisinstallatie 1 De elektrische huisinstallatie (aarding) Nieuwbouw Bestaande gebouwen Spreidingsweerstand Wat aarden? 2 De elektrische huisinstallatie (equipotentiaalverbinding) Bijkomende equipotentiaal

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIE. Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 242 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties

KONINKRIJK BELGIE. Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 242 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 242

Nadere informatie

Inhoud van de presentatie

Inhoud van de presentatie KB 4 december 2012 Minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties arbeidsplaatsen Risicoanalyse oude elektrische installatie 18/06/2013 Dirk Wynants Preventieadviseur UZ Leuven Voorzitter

Nadere informatie

ZX Ronde 14 augustus 2011

ZX Ronde 14 augustus 2011 ZX Ronde 14 augustus 2011 Hoogspanning en veiligheid Er is een kenmerkend verschil tussen laagspanning en hoogspanning. Er zijn natuurkundige effecten die pas optreden boven een bepaalde spanning. In de

Nadere informatie

PROCES-VERBAAL VAN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE

PROCES-VERBAAL VAN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE PROCES-VERBAAL VAN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE Ref: Dossiernr: 16-0457 Aanvrager: Veronique De Waegenaere Datum: 30/06/2016 Verslagnr: KV5886-ERY

Nadere informatie

6,9. Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december keer beoordeeld. Natuurkunde 1.1

6,9. Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december keer beoordeeld. Natuurkunde 1.1 Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december 2014 6,9 35 keer beoordeeld Vak Natuurkunde 1.1 Sommige materialen kunnen stroom doorlaten > geleiders. Isolatoren laten geen stroom door. De grootte

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing RCD-tester PCE-RCD 1

Gebruiksaanwijzing RCD-tester PCE-RCD 1 PCE Brookhuis Institutenweg 15 7521 PH Enschede The Netherlands Telefoon+31 53 737 01 92 Fax: +31 53 430 36 46 info@pcebenelux.nl www.pcebrookhuis.nl Gebruiksaanwijzing RCD-tester PCE-RCD 1 Versie 1.2

Nadere informatie

Veiligheidsaspecten - Gevaren van elektrische stroom

Veiligheidsaspecten - Gevaren van elektrische stroom Veiligheidsaspecten - Gevaren van elektrische stroom De risico s van elektriciteit situeren zich op 2 gebieden: gevaren voor de omgeving : brand en explosie gevaren voor de mens : elektrocutie en verbranding

Nadere informatie

Aarding. Voor alle zekerheid. Meer informatie:

Aarding. Voor alle zekerheid. Meer informatie: Meer informatie: Provincie Groningen, Drenthe, Overijssel en de Noordoostpolder Aardingsbureau Noord Postbus 196 8000 GB Zwolle Telefoon 038 852 76 05 Provincie Friesland Postbus 81 8900 AB Leeuwarden

Nadere informatie

Inleiding. Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties in voertuigen 18 augustus 2009. 230Vac installaties in voertuigen

Inleiding. Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties in voertuigen 18 augustus 2009. 230Vac installaties in voertuigen Inleiding 230Vac installaties in voertuigen Het ontwerpen en installeren van 230Vac installaties in voertuigen is op het eerste gezicht een simpele uitdaging, omdat de installatie een zeer geringe omvang

Nadere informatie

1600VA Medische Scheidingstransformator Handleiding

1600VA Medische Scheidingstransformator Handleiding 1600VA Medische Scheidingstransformator Handleiding Versie 1.0 2012 Jansen Medicars Jansen Medicars Postbus 49 3600 AA Maarssen Netherlands Tel. +31 30 2613500 Fax. +31 30 2616714 URL www.medicars.com

Nadere informatie

Elektriciteit thuis. Extra informatie Elektriciteit, Elektriciteit thuis, www.roelhendriks.eu

Elektriciteit thuis. Extra informatie Elektriciteit, Elektriciteit thuis, www.roelhendriks.eu Elektriciteit thuis Nuldraad, fasedraad In de elektriciteitskabel die je huis binnenkomt, bevinden zich twee draden: de fasedraad en de nuldraad. Zie de onderstaande figuur. De spanning tussen deze draden

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN 25 NOVEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 79, 80, 85, 96, 104, 126 en 131 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties ALBERT II,

Nadere informatie

AARDING VOOR ALLE ZEKERHEID

AARDING VOOR ALLE ZEKERHEID AARDING VOOR ALLE ZEKERHEID AARDING VOOR ALLE ZEKERHEID 2 AARDING / VOOR ALLE ZEKERHEID 3 INHOUDSOPGAVE Belangrijkste punten 4 Aarding en elektriciteit 5 Geaard of niet? 5 Vier systemen van aarding 6

Nadere informatie

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010 Van PAGINA der Meer1 Oktober 2012-1 Intech E&I van september 2012 Rubriek Technische vragen HELPDESK UNETO-VNI HELPT VAN DE WAL IN DE SLOOT In Intech E&I van september 2012 is in de rubriek Technische

Nadere informatie

KYORITSU ELECTRICAL INSTRUMENTS WORKS, LTD

KYORITSU ELECTRICAL INSTRUMENTS WORKS, LTD VERDELER conform IEC 60364-6 Kyoritsu behoudt zich het recht voor wijzigingen in deze gids aan te brengen zonder voorafgaande informatie en zonder verplichtingen. KYORITSU ELECTRICAL INSTRUMENTS WORKS,

Nadere informatie

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010 Maart 2013-1(gewijzigd augustus 2014) Intech E&I van januari 2013 Rubriek Technische vragen TN- of TT-stelsel In Intech E&I van januari 2013 zijn in de rubriek Technische vragen vragen behandeld over de

Nadere informatie

SI MODULAIRE AUTOMATEN 10 ka

SI MODULAIRE AUTOMATEN 10 ka W SI AUTOMATEN BMS0 10 ka BMS0 V DE 570... en andere zoals aangegeven op het toestel W SCHRACK-INFO Nominale spanning/frequentie: 230 V/400 V AC, 50 Hz 240 V/415 V AC, 50 Hz bij ijkingstemp. 40 C Nominale

Nadere informatie

Inzage COLOFON Kenteq, Hilversum

Inzage COLOFON Kenteq, Hilversum COLOFON 2016 Kenteq, Hilversum Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand dan wel openbaar gemaakt in enige vorm of op

Nadere informatie

LES4. Het elektrisch dossier Het situatieschema Het ééndraad- of grondschema Het installatieschema

LES4. Het elektrisch dossier Het situatieschema Het ééndraad- of grondschema Het installatieschema LES4 Het elektrisch dossier Het situatieschema Het ééndraad- of grondschema Het installatieschema Aansluitingsmogelijkheden hoofdbord Het hoofdverdeelbord Symbolen op grondschema Opdracht 1 Het elektrisch

Nadere informatie

(On)voldoende spanningskwaliteit kost geld!

(On)voldoende spanningskwaliteit kost geld! (On)voldoende spanningskwaliteit kost geld! De verantwoordelijkheid voor een voldoende kwaliteit van de spanning en de stroom is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van netbeheerders, fabrikanten en

Nadere informatie

Aarding aan boord van schepen

Aarding aan boord van schepen Aarding aan boord van schepen Dit document is bedoeld om meer inzicht te krijgen omtrent aarding methoden aan boord van schepen en de daar bijkomende verschijnselen. Hiernaast zal ook elektrolytische corrosie

Nadere informatie

BEVEILIGING VAN HET STUURSTROOMCIRCUIT

BEVEILIGING VAN HET STUURSTROOMCIRCUIT BEVEILIGING VAN HET STUURSTROOMCIRCUIT Beveiliging van de stuurstroomtransformator: EN60204-1 stelt: Transformatoren moeten beveiligd zijn tegen overbelasting in overeenstemming met de het datasheet van

Nadere informatie