Inhoudstafel. Tiene Nobels 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inhoudstafel. Tiene Nobels 1"

Transcriptie

1 Inhoudstafel INHOUDSTAFEL 1 HOOFDSTUK 1: VERMOGENELEKTRONICA INLEIDING HAKKERS DIODEGELIJKRICHTERS GESTUURDE GELIJKRICHTERS OF MUTATOREN Principe Driefasig volle brug gestuurde gelijkrichter... 3 HOOFDSTUK 2: ELEKTRISCHE VEILIGHEID GEVAREN VAN ELEKTRICITEIT Gevaren voor personen Gevaren voor installaties REGLEMENTERING Wetten en normen Kwaliteitsmerken Isolatie Conventionele grensspanning BEVEILIGING TEGEN OVERSTROOM Smeltzekeringen Automaten Motorbeveiliging BEVEILIGING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Rechtstreekse / onrechtstreekse aanraking Zeer lage veiligheidsspanning (ZLVS) Aarding Differentieelschakelaar Soorten netten SAMENVATTING HOOFDSTUK 3: ELEKTRISCHE INSTALLATIES SCHAKELMATERIEEL EN KABELS Schakelaars Kabels HUISHOUDELIJKE INSTALLATIES INDUSTRIËLE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE Bepaling toegelaten stroom door de kabel I z Toegelaten thermische belasting in bedrijfstoestand Maximale spanningsval Bescherming tegen indirect contact Thermische belasting bij kortsluiting Berekening van de kortsluitstroom Tiene Nobels 1

2 4 COS ϕ COMPENSATIE Reactief vermogen Waarom is een kleine cos φ slecht? Berekening van de compensatie Compensatiemethodes Slotopmerkingen Oefeningen HOOFDSTUK 4: POWER QUALITY ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT EN POWER QUALITY PQ fenomenen: spanningskwaliteit SPANNINGSDIPS Oorzaken van spanningsdips Gevolgen Remedies Uninteruptable Power Supplies HARMONISCHEN Definitie Oorzaken en gevolgen van harmonischen Remedies Implicaties van vervormingen op vermogendefinities ONEVENWICHTIGE SYSTEMEN Inleiding: Evenwichtige systemen De methode van de symmetrische componenten Onevenwichtige belastingen Oefeningen HOOFDSTUK 5: OPWEKKING EN DISTRIBUTIE OPWEKKING Fossielgestookte centrales Nucleaire centrales Hernieuwbare energie TRANSPORT Hoogspanningsnet Vraag en aanbod DISTRIBUTIE Algemeen Elektriciteitsmetingen Tiene Nobels 2

3 Hoofdstuk 1: Vermogenelektronica In dit hoofdstuk wordt vermogenelektronica besproken. Dit is de techniek om elektrische energie te controleren, gebruik makende van elektronische componenten. De tekst van dit hoofdstuk vind je in het boek "Aandrijfsystemen" van J. Boekema. Hoofdstuk 9 beschrijft, enigszins oppervlakkig, vermogenelektronica (p ). Een grondiger behandeling van deze materie staat in: "Elektronische vermogencontrole" van J. Pollefliet. De laatste uitgave bestaat uit twee delen, waarvan het eerste de vermogenelektronica behandelt en het tweede de aandrijvingen. Deze boeken worden ook gebruikt in de master Elektromechanica voor het vak Aandrijvingen (inleiding: hoofdstuk 1 tot 4 (zeer kort); gelijkrichters: hoofdstuk 7 en 8; hakkers: hoofdstuk 12 en 13) Hét referentiewerk over vermogenelektronica is: "Power electronics: convertors, applications and design" van Mohan, Undeland, Robbins, Wiley, Inleiding Wat is vermogenelektronica? Componenten: diode, thyristor, TRIAC, transistor (bipolaire, vermogen-mosfet, IGBT) Snubbers: Beveiligen van vermogenschakelaars in inductieve ketens 2 Hakkers eenkwadrants: buck, boost, buck-boost twee- en vierkwadrantswerking 3 Diodegelijkrichters eenfasig en driefasig halve brug en volle brug resistief belast en inductief belast 4 Gestuurde gelijkrichters of mutatoren 4.1 Principe Gelijkrichten met thyristoren eenfasig en driefasig, halve brug en volle brug, resistief belast en inductief belast 4.2 Driefasig volle brug gestuurde gelijkrichter resistief belast en inductief belast mutator als lijngecommuteerde wisselrichter Tiene Nobels 3

4 Hoofdstuk 2: Elektrische veiligheid Elektrische energie levert gevaren op voor personen en installaties. Een goed ontwerp beperkt fouten en voorkomt gevaarlijke situaties. Om de gepaste beveiligingen te voorzien, bestuderen we eerst de mogelijke gevaren. Vervolgens komen beveiligingen tegen overstromen en tegen elektrische schokken aan bod. In deze cursus wordt enkel laagspanning (<1 kv) behandeld. 1 Gevaren van elektriciteit 1.1 Gevaren voor personen Personen die in aanraking komen met onder spanning staande delen (bvb een naakte geleider) krijgen een elektrische schok. Zij kunnen zware letsels oplopen elektrisering of zelfs gedood worden elektrocutie. Effecten op het menselijk lichaam zijn o.a.: spiercontracties: spieren reageren op de elektrische stroom als op een signaal van de hersenen dat de spieren beveelt samen te trekken. hartritmestoornissen: ook het hart is een spier! hartfibrillatie: wanneer het hart ongecontroleerd en snel samentrekt (bvb 350/min), wordt het bloed niet langer rondgepompt, wat zuurstoftekort veroorzaakt. ionisatie: gelijkspanning veroorzaakt ionisatie van de zoute oplossingen in het lichaam (bvb bloed). brandwonden: zowel inwendig als uitwendig. Verschillende factoren beïnvloeden de ernst van de schok: Waarde van de stroom Gevolgde weg door het lichaam (hart!) Tijdsduur Frequentie Waarde van de spanning Impedantie van het lichaam Conditie van het lichaam Van deze invloeden is de stroomsterkte de belangrijkste factor (Figuur 2.1). Figuur 2.2 geeft de risico s weer in functie van tijdsduur en stroomsterkte. 4

5 Figuur 2.1: Invloed van stroomsterkte op het menselijk lichaam. 1.2 Gevaren voor installaties Figuur 2.2: Veiligheidscurve tijd-stroom. Elektrische installaties worden voornamelijk beschadigd door te hoge stromen. Deze overstromen zijn het gevolg van een fout / kortsluiting in het circuit of van een overbelasting 5

6 in een machine. Overspanningen of vervormingen (zie hoofdstuk EMC en Power Quality) kunnen de werking van schakelapparatuur of aangesloten toestellen verstoren. Meestal zijn de problemen echter thermisch van aard. Jouleverliezen genereren immers warmte (Q) in kabels, schakelaars (2.1). 2 Q= RI t (2.1) Hierin is I de foutstroom en R de weerstand van bijvoorbeeld de kabel of van de elektrische boog bij een fout ( kortsluiting in de volksmond). Bij zeer hoge stromen zijn bovendien de elektrodynamische krachten op de geleiders zeer groot, wat tot aanzienlijke mechanische schade (vervorming) kan leiden. 2 Reglementering Bescherming tegen de gevaren van elektriciteit is noodzakelijk. Verschillende wetten en normen geven de reglementen betreffende elektrische veiligheid. 2.1 Wetten en normen Nationale wetgeving betreffende elektrische installaties is terug te vinden in: AREI: Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties ARAB: Algemeen Reglement op Arbeidsbescherming Deze wetgeving is gebaseerd op (inter-)nationale normen: IEC: International Electrotechnical Commission CEB of BEC: Belgisch Elektrotechnisch Comité CENELEC: European Committee for Electrotechnical Standardization (Comité Européen de Normalisation Electrotechnique) ISO: International Organization for Standardization BIN: Belgisch Instituut voor Normalisatie Op vele toestellen is aangegeven aan welke normen zij conform zijn. 2.2 Kwaliteitsmerken Kwaliteit van elektrische toestellen wordt gewaarborgd door keurmerken. Voor België is dit het CEBEC (Figuur 2.3). Het kwaliteitsmerk heeft tot doel de degelijkheid en de veiligheid van het elektrisch materiaal en van de elektrische toestellen te garanderen. Niet alleen nationaal, maar ook internationaal zijn er overeenkomsten die bepalen aan welke voorwaarden een product of een toestel moet beantwoorden. Eens die voorwaarden vervuld zijn, wordt een kwaliteitsmerk toegekend. Het is het bewijs dat het product of het toestel voldoet aan de eisen gesteld in dat bepaalde land. Zo kan een product of een toestel meerdere kwaliteitsmerken dragen. 6

7 Figuur 2.3: Belgisch keurmerk. Het materiaal wordt onderworpen aan een reeks elektrische, thermische en mechanische proeven. Daarenboven wordt het toestel nog gekeurd uit het oogpunt van doelmatigheid bij normaal gebruik. Eens het kwaliteitsmerk voor een bepaald voorwerp toegekend, vergewist het BEC er zich van, door bestendige controle bij de producent en bij de verdelers, dat de voorwerpen wel aan de aangenomen modellen gelijkwaardig en gelijkvormig blijven. Tabel 2.1: Nationale keurmerken: enkele voorbeelden. Naam Land Symbool Naam Land Symbool CEBEC België KEMA Nederland VDE Duitsland ÖVE Oostenrijk UTE Frankrijk SEMKO Zweden CENELEC Europa UL NEC OSHA V.S.A CE-markering Een CE-markering is geen keurmerk. Het duidt enkel op een productaansprakelijkheid van de fabrikant. Het staat de fabrikant vrij om bestaande nationale of Europese normen te volgen. De CE-markering heeft niet alleen betrekking op de elektrische veiligheidsvoorschriften, die terug te vinden zijn in de zogenaamde laagspanningsrichtlijn, maar ook op de elektromagnetische compatibiliteit (EMC-richtlijn). 2.3 Isolatie Isolatie is meestal de eerste beschermingsmaatregel. Naargelang hun isolatie worden toestellen onderverdeeld in categorieën. De belangrijkste indelingen zijn de IP-nummers (beschermingsgraden) en de isolatieklassen (zie bvb IEC-normen) Beschermingsgraden Uit veiligheidsoverwegingen wordt elk toestel, dus ook elektrische apparaten beschermd door een omhulsel. De aanduiding van de beschermingsgraad, verkregen door het omhulsel, bestaat 7

8 uit de letters IP (Index of protection) gevolgd door twee (eventueel drie) cijfers. Figuur 2.4 geeft de definities van de IP-code. eerste cijfer: bescherming tegen aanraking van onder spanning staande delen of tegen indringen van vaste voorwerpen tweede cijfer: bescherming tegen indringing van vloeistoffen derde cijfer: schokbestendigheid van het omhulsel (dit cijfer is facultatief) Figuur 2.4: Beschermingsgraden (IP-codes) Isolatieklassen De isolatieklasse van elektrisch materiaal duidt aan hoe dit materiaal geïsoleerd is. Bij elke klasse horen eigen beveiligingsmaatregelen. Klasse 0: Elektrisch materieel met enkel een basisisolatie. Klasse I: De aanraakbare elektrisch geleidende delen (metalen omhulsels) zijn voorzien van een aardingsklem die via de beschermgeleider met de aarde verbonden wordt. Strijkijzer, wasmachine en oven zijn voorbeelden van klasse I toestellen. 8

9 Klasse II: De bescherming tegen elektrische schokken wordt bekomen met dubbele of versterkte isolatie. De toestellen bezitten geen aardingsklem, het voedingssnoer is niet voorzien van beschermgeleider. Boormachine, mixer en stereo-installatie zijn voorbeelden van klasse II toestellen. Klasse III: Toestellen gevoed op een zeer lage veiligheidsspanning, en waarin geen andere dan zeer lage veiligheidsspanningen voorkomen. Een draaglamp met een gewoon gloeilampje, dat gevoed wordt uit batterijen is een klasse III toestel Eex markering Op apparatuur die gebruikt wordt in omgevingen waar gevaar bestaat voor explosies, dienen gegevens betreffende de explosiebeveiliging vermeld te staan. Enerzijds is er het Ex-symbool, wat aanduidt dat het toestel gekeurd is volgens de norm ATEX 137 (Figuur 2.5). Anderzijds verplicht de Europese norm (CENELEC) het aanbrengen van een code die bestaat uit volgende merktekens (Figuur 2.6): EEx: Symbool voor apparatuur die in overeenstemming met de Europese normen is gebouwd Aanduiding van de beveiliging tegen ontsteking: d = drukvaste inkapseling, e = verhoogde veiligheid, q = zandinkapseling Toestelgroep en explosiegroep: II C Temperatuurklasse: hoogst toegelaten oppervlaktetemperatuur (T1 = 450 C, T6 = 85 C) Figuur 2.5: Ex-symbool. Figuur 2.6: Voorbeeld Eex. 9

10 2.4 Conventionele grensspanning Ook de omgeving van een elektrische installatie heeft invloed op de goede werking ervan. Het AREI beschrijft deze uitwendige invloedsfactoren, bijv. de aanwezigheid van vegetatie of de bekwaamheid van personen die in contact komen met de installatie. Eén van deze invloeden is de toestand van het menselijk lichaam. Afhankelijk van de toestand van de huid (droog of nat) varieert de weerstand van het lichaam immers in sterke mate. Een zelfde spanning kan ongevaarlijk zijn wanneer de huid droog is, maar wel een gevaarlijke stroom veroorzaken in een natte omgeving. Figuur 2.7 toont de veiligheidscurves. De codering BB1 staat voor een droge huid, BB2 voor een vochtige huid en BB3 voor de ondergedompelde toestand (bvb. zwembaden). Let op de logaritmische schaal. Uit deze grafiek leest men de absolute en relatieve conventionele grensspanning af. De absolute conventionele grensspanning is de contactspanning die als volkomen veilig beschouwd mag worden, en wordt bepaald door de aard van de spanningsbron en door de omgevingstoestand (Tabel 2.2). De relatieve conventionele grensspanning is de toelaatbare contactspanning in relatie tot de blootstellingduur en wordt weergegeven door de veiligheidscurven. Tabel 2.2: Absolute conventionele grensspanning. Wisselspanning Gelijkspanning met rimpel BB1 droog 50 V 75 V 120 V BB2 nat 25 V 36 V 60 V BB3 doorweekt 12 V 18 V 30 V Gelijkspanning 10

11 Figuur 2.7: Uitwendige invloeden: toestand van het menselijk lichaam BB1: droge huid, BB2: vochtige huid, BB3: ondergedompeld. 11

12 3 Beveiliging tegen overstroom Een beveiliging is steeds de zwakste schakel in de keten: het is de plaats waar een overstroom het eerst gedetecteerd wordt. Hierdoor kan de beveiliging de kring onderbreken voordat er elders in de kring schade optreedt. Overstromen worden onderverdeeld in overbelastingsstromen enerzijds en kortsluitstromen anderzijds. Kortsluitstromen zijn vele malen groter dan de toegelaten / nominale stroom van de installatie en veroorzaken zeer snel problemen (2.1). Zij dienen dan ook zo snel mogelijk afgeschakeld te worden. Overbelastingsstromen veroorzaken pas problemen na enige tijd. Een stroom van bijvoorbeeld twee maal de nominale stroom kan gedurende korte tijd toegelaten worden. Beveiligingen tegen overstromen zullen zowel overbelastingsstromen als kortsluitstromen onderbreken, echter met een verschillende snelheid. Karakteristieken van beveiligingen worden dan ook gegeven als tijd-stroom grafieken. In het beveiligingstoestel wordt de kring op gecontroleerde wijze onderbroken (bvb zonder risico op brand). Een belangrijke parameter om veiligheid te garanderen is dan ook het onderbrekingsvermogen. Dit is de maximale stroom die de beveiliging kan onderbreken zonder zelf beschadigd te worden. Terminologie De belastingsstroom I b is de stroom die effectief door de leiding loopt. I z is de toelaatbare stroom van de leiding. Om de installatie te beschermen wordt een beveiligingstoestel met nominale stroom I n gebruikt. I nf is de conventionele niet-aanspreekstroom van deze beveiliging, I f de conventionele aanspreekstroom. Bij I nf zullen deze beveiligingen net niet onderbreken, bij I f zullen zij zeker onderbreken. De marge tussen beide is te wijten aan statistische verdeling. 0 I b I z I n Beveiliging tegen overstromen kan gebeuren met smeltzekeringen of met automaten. Beide toestellen worden hieronder besproken. 3.1 Smeltzekeringen Smeltzekeringen bestaan in vele uitvoeringsvormen (Figuur 2.8), hun werkingsprincipe echter is steeds hetzelfde. De werking is gebaseerd op de Jouleverliezen in de smeltdraad. Bij langdurige overbelastingsstromen of bij kortsluitstromen zal deze draad door de lokale warmteontwikkeling doorsmelten vóór er elders problemen optreden. Hierdoor wordt de kring onderbroken en de fout uitgeschakeld. Na een fout dient een smeltzekering steeds vervangen te worden. Overbruggen van zekeringen is ten strengste verboden! Figuur 2.9 toont de karakteristiek van een aantal smeltzekeringen. Op elke karakteristiek is de nominale waarde I n van de zekering aangeduid. Merk op dat de nominale stroom van de zekering nooit onderbroken wordt door deze zekering. Let ook op de logaritmische schaal! I nf I f 12

13 Figuur 2.8: Smeltzekeringen: miniatuur zekeringen, schroefzekering, doorsnede van een schroefzekering. 3.2 Automaten Figuur 2.9: Karakteristiek van een reeks smeltzekeringen. Het belangrijkste nadeel van een smeltzekering is dat zij na een fout vervangen dient te worden. In huishoudelijke installaties is de smeltzekering bijna volledig vervangen door automaten. Automaten bevatten een schakelaar die in staat is kortsluitstromen te onderbreken (onderbrekingsvermogen). Na een fout kan deze schakelaar weer gesloten worden (in de veronderstelling dat de fout weggenomen is). Net zoals smeltzekeringen onderbreken automaten zowel overbelastingsstromen als kortsluitstromen. Beide fouten worden echter 13

14 door verschillende elementen gedetecteerd, namelijk door een thermisch en door een magnetisch gedeelte respectievelijk (Figuur 2.10 en Figuur 2.11). Een kortsluiting wordt door de automaat gemeten met behulp van een spoel met ijzeren kern. Het werkingsprincipe is gebaseerd op de wet van Ampère en de Maxwellse trekkracht. Indien de stroom door de installatie en dus ook de spoel te groot wordt, wordt de ijzeren kern in de spoel getrokken en de schakelaar verplaatst (cfr. relais). De waarde van de stroom waarbij de automaat op kortsluiting reageert, noemt men de proefstroom of de magnetische drempelstroom I m. Overbelasting wordt net als bij de smeltzekeringen thermisch gemeten, doch niet destructief. Een bimetaal bestaat uit twee metalen met verschillende uitzettingscoëfficiënten die op elkaar bevestigd zijn. Wanneer er stroom door het bimetaal loopt, warmt het op. Door de verschillende uitzetting van beide plaatjes zal het bimetaal buigen. Hoe meer de temperatuur stijgt, hoe verder het bimetaal ombuigt, tot het uitschakelmechanisme aangesproken wordt. 1 Omhulsel 2 Uitgangsklem 3 Vonkenkamer 4 Elektromagneet 5 Bedieningshendel 6 Vast contact 7 Beweegbaar contact 8 Boogafleider 9 Bimetaal 10 Ingangsklem 11 Railhaak Figuur 2.10: Doorsnede van een automaat. Op de uitschakelkarakteristiek (Figuur 2.11) ziet men enerzijds de reactie van het bimetaal op overbelastingsstromen (thermisch) en anderzijds de reactie van het relais op kortsluitstromen (magnetisch). Afhankelijk van de te beveiligen toepassing worden er verschillende types automaten gebruikt. Tabel 2.3 en Figuur 2.11 geven de definitie van de verschillende types. 14

15 Tabel 2.3: Soorten automaten. Type Proefstroom Uitschakeltijd Toepassing B 3 I n t u 0.1s 5 I n t u < 0.1s Resistieve belasting C 5 I n t u 0.1s Verlichting, stopcontacten 8 I n t u < 0.1s Kleine motoren D 10 I n t u 0.1s Hoge inschakelstromen 20 I n t u < 0.1s Zware motoren Figuur 2.11: Karakteristieken van automaten. Tabel 2.4: Conventionele (niet-)aanspreekstroom van beveiligingen. I nf / I n I f / I n tijdsduur smeltzekeringen gi, I n 4 A uur gi, I n 10 A uur gi, I n 25 A uur gi, I n 63 A uur gi, I n 100 A uur gg, I n 63 A uur gg, 63 A< I n 160 A uur 15

16 I nf / I n I f / I n tijdsduur gg, 160A < I n 400A uur gg, 400A < I n uur am min automaten B,C,D, I n 63 A uur L,U,G, I n 63 A uur vermogenschakelaars I n < I n > Motorbeveiliging Voor middelgrote vermogens op laagspanning is het niet altijd mogelijk om de meting van een overstroom en de schakelaar die de kring onderbreekt in één component te integreren. Daarom worden detectie en actie losgekoppeld van elkaar. De actie gebeurt steeds met een vermogenschakelaar, dit is een schakelaar die ook in staat is kortsluitstromen te onderbreken. De detectie gebruikt dezelfde mechanismen als de automaat. De aansturing van de vermogenschakelaar gebeurt meestal met relaisschakelingen. Ook voor hoogspanningstoepassingen zijn detectie en actie gescheiden. De details vallen echter buiten het bereik van deze cursus. 4 Beveiliging tegen elektrische schokken 4.1 Rechtstreekse / onrechtstreekse aanraking Contact met een gevaarlijke spanning kan op twee manieren optreden. In het eerste geval raakt men onder spanning staande, actieve delen van een installatie aan. Dit noemt men rechtstreekse aanraking. Uit Figuur 2.7 blijkt duidelijk dat de nominale netspanning (230 V) een gevaar betekent voor de mens. Beveiliging tegen rechtstreekse aanraking is dus noodzakelijk. Onrechtstreekse aanraking gebeurt wanneer massa s 1 door een isolatiefout contact maken met de actieve delen. Wanneer een persoon de massa aanraakt, krijgt hij een elektrische schok indien er geen veiligheidsmaatregelen getroffen werden. In beide gevallen ontstaat er een gevaarlijke situatie die ofwel voorkomen, ofwel zo snel mogelijk uitgeschakeld dient te worden (Figuur 2.7). Beveiliging tegen de gevaren van rechtstreekse aanraking kan gebeuren door: Voorkomen van rechtstreekse aanraking door isolatie, verwijdering of hindernissen. Gebruik van zeer lage veiligheidsspanning in het hele circuit. Snel uitschakelen van de gevaarlijke situatie met een differentieelschakelaar kan gebruikt worden als aanvullende veiligheidsmaatregel. Beveiliging tegen de gevaren van onrechtstreekse aanraking kan gebeuren door: Isolatie: dubbele isolatie / isolatieklasse II, verwijdering,... 1 Een massa is een geleidend onderdeel van een toestel dat normaal gezien niet onder spanning staat, bijvoorbeeld de metalen behuizing. 16

17 Aarding: voorkomen van een potentiaalverschil (= spanning) tussen het omhulsel van het toestel en de aarde door een elektrische verbinding tussen beide punten te maken. De aarde is het referentiespanningsniveau, op dit niveau staat ook de persoon die in aanraking komt met het omhulsel. Equipotentiaalverbindingen: voorkomen van een potentiaalverschil tussen twee gelijktijdig bereikbare massa s. Gebruik van zeer lage veiligheidsspanning in het hele circuit, beschermingsklasse III. Snel uitschakelen van de gevaarlijke situatie met een differentieelschakelaar. 4.2 Zeer lage veiligheidsspanning (ZLVS) Zeer lage veiligheidsspanning is de zeer lage spanning waarvan de waarde beperkt blijft tot deze van de conventionele absolute spanningsgrens: in normale bedrijfsomstandigheden, en in foutomstandigheden, met inbegrip van aardfouten in andere stroombanen. In een droge omgeving is dit een spanning onder 50 V (zie Figuur 2.7). De ZLVS is steeds galvanisch gescheiden van andere stroombanen en mag evenmin geaard worden. Zo kan er ook in het geval van een fout elders in het net, geen gevaarlijke situatie ontstaan. 4.3 Aarding Een aarding is een elektrische verbinding met de aardpotentiaal. Een aarding wordt bekomen door ofwel een koperen geleider van minimaal 35 mm 2 onder de fundering van het gebouw te plaatsen (zonder contact met de fundering), ofwel door een aantal metalen pinnen diep in de grond te drijven (Cadweld aardstaven). Een goede aarding heeft een aardingsweerstand die kleiner is dan 30 Ω. Het AREI beschrijft hoe de meting van deze weerstand uitgevoerd dient te worden. De uiteinden van de aardingslus of van de aardingsstaven worden verbonden met de hoofdaardingsklem (Figuur 2.12). Van deze klem vertrekken alle beschermgeleiders en equipotentiaalverbindingen van het gebouw. Beschermgeleiders verbinden de aarding met de massa s van toestellen, bvb via de aardingspinnen in stopcontacten. Figuur 2.12: Hoofdaardingsklem van een installatie. 17

18 4.4 Differentieelschakelaar Een differentieelschakelaar of verliesstroomschakelaar (Figuur 2.13) detecteert of alle stroom die naar een belasting loopt, ook terugkeert via de normale weg. Indien dit niet het geval is, onderbreekt hij de kring. De normale weg zijn de fasegeleiders en eventueel de neutrale geleider. Figuur 2.13: Differentieelschakelaar: bouw. Figuur 2.14 stelt de werking van een differentieelschakelaar voor. De sensor is een transformator: de fase- en neutrale geleiders vormen samen de primaire, de torus is de ijzeren kern, de meetspoel is de secundaire kring. In normale omstandigheden is de som van de stromen in de drie fasegeleiders gelijk aan nul. In geval van onevenwicht zal er ook een stroom door de neutrale geleider lopen, maar dit houdt nog geen gevaar is. Steeds is de netto flux die opgewekt wordt in de torus gelijk aan nul en wordt de meetspoel dus niet bekrachtigd. Wanneer er echter een aardfout optreedt, kan de stroom ook via de aarde lopen. In dit geval is de som van de stromen in fase- en neutrale geleiders niet langer nul. De van nul verschillende opgewekte flux wordt gedetecteerd door de meetspoel (want het is een wisselflux!) die de schakelaar van de differentieel bedient. De gevoeligheid of de aanspreekstroom van een differentieelschakelaar is de waarde van de kleinste verliesstroom waarbij de differentieelschakelaar de kring onderbreekt. Dit betekent dat kleinere verliesstromen geen gevaarlijke situatie mogen veroorzaken, of nog, het product van de aardingsweerstand en de verliesstroom mag niet hoger zijn dan de toelaatbare (veilige) contactspanning. 18

19 Contactor Torus Meetmodule I Tijd Net Figuur 2.14: Werking van de differentieelschakelaar. LET OP! De beschermgeleider (PE-geleider) mag nooit door de differentieelschakelaar gaan! Stroom hierdoor betekent immers een reëel gevaar en dient dus gedetecteerd te worden. 4.5 Soorten netten Om elektrische energie op een veilige manier te verdelen zijn drie netsystemen in voege (IEC 60364). Netsystemen worden ingedeeld volgens de aarding en de verdeling van de beschermgeleiders. Men onderscheid TT-netten, TN-netten en IT-netten (Figuur 2.15 tot Figuur 2.19). De eerste letter heeft telkens betrekking op de aarding van het verdeelnet. T staat voor een rechtstreekse aarding van een punt van het verdeelnet, meestal het sterpunt van de transformator. I staat voor een geïsoleerde toestand tov de aarde. Meestal is het sterpunt van de transformator via een grote impedantie verbonden met de aarde. De tweede letter stelt de aardingstoestand van de massa s van de verbruikers voor. De verbinding van een massa van een toestel met een aarding gebeurt via een beschermgeleider of PE-geleider. T staat voor een rechtstreekse verbinding van de massa s van de toestellen met een aarding die onafhankelijk is van de aarding van het net. N staat voor een verbinding van de massa s van de toestellen met de aarding van het verdeelnet. TN-netten komen voor in drie varianten: TN-C: beschermgeleider en nulgeleider zijn één geleider (PEN-geleider) (Figuur 2.17). TN-S: beschermgeleider en nulgeleider zijn aparte geleiders (5-draads-systeem) (Figuur 2.18). TN-C-S: een TN-C net verandert stroomafwaarts van de transformator in een TN-S net. Omgekeerd is verboden! (Figuur 2.19) 19

20 L1 L2 L3 N Verbruiker Verbruiker PE Aarde Figuur 2.15: TT-net. L1 L2 L3 N Verbruiker Verbruiker Z PE Aarde Figuur 2.16: IT-net. L1 L2 L3 PEN PE Verbruiker Verbruiker Aarde Figuur 2.17: TN-C-net. 20

21 L1 L2 L3 N PE Verbruiker Verbruiker Aarde Figuur 2.18: TN-S-net. PEN L1 L2 L3 N PE Verbruiker Verbruiker Aarde Figuur 2.19: TN-C-S-net Beveiliging in TT-net Beschouwen we onderstaande situatie (Figuur 2.20). Een isolatiefout op L2 veroorzaakt een foutstroom I fout die beperkt wordt door de weerstand van de geleiders en van de aardingen. Ten opzichte van de aardingen is de weerstand van de geleiders verwaarloosbaar. Het gevolg hiervan is dat de foutstroom relatief klein is (t.o.v. kortsluitstromen) (2.2). I U 230 V f fout = = R a1 + R a Ω 10.5 A (2.2) 21

22 Differentieelschakelaar L1 L2 L3 N I fout R a1 10 Ω R a2 12 Ω U z Aarde Figuur 2.20: Isolatiefout in een TT-net. Deze foutstroom zal de overstroombeveiliging niet aanspreken, zodat de kring ononderbroken blijft. Een persoon die de massa van het toestel aanraakt ervaart tussen handen en voeten de contactspanning U z (2.3). Uz = R2 Ifout = 126V (2.3) Op Figuur 2.7 is te zien dat deze spanning een reëel gevaar betekent voor de persoon indien de kring niet binnen 20 ms afgeschakeld wordt. Aangezien de overstroombeveiliging deze fout niet onderbreekt, is een bijkomende beveiliging nodig, de differentieelschakelaar. Om een goede werking van de differentieelschakelaar te garanderen, dienen volgende voorwaarden vervuld te zijn: Het net is geaard. De massa s zijn geaard. De gevoeligheid van de differentieelschakelaar Is kleiner dan de foutstroom. De differentieelschakelaar staat stroomopwaarts van de fout. De nulgeleider mag stroomafwaarts niet meer geaard worden Beveiliging in TN-net Een isolatiefout in een TN-net (Figuur 2.21) veroorzaakt, in tegenstelling tot in het TT-net, wel een grote foutstroom. Deze stroom wordt immers enkel beperkt door de weerstand van de geleiders en de fout. Om de spanningsval in het net ten gevolge van de kortsluiting in rekening te brengen, gebruiken we de correctiefactor 0.8. I fout = R 0.8 Uf + R geleiders fout (2.4) Deze foutstroom ligt in de grootteorde van ka en zal dus uitgeschakeld worden door de overstroombeveiliging. Hoe snel de overstroombeveiliging reageert, hangt af van de grootte van de foutstroom. Indien deze relatief klein is, zal de beveiliging te traag reageren (Figuur 2.9). Daardoor is het mogelijk dat er toch een gevaar voor de persoon ontstaat (cfr. Figuur 2.7). 22

23 I fout L1 L2 L3 N PE U z Aarde Figuur 2.21: Isolatiefout in een TN-net. Voorbeeld Figuur 2.22 geeft de situatieschets van een rekenvoorbeeld. De soortelijke weerstand van koper bij 70 C bedraagt Ωm. Dit levert de foutstroom op van (2.5). 0.8 Uf Ifout = = 1.3kA (2.5) ρcu f ρcu PE + S S f PE 230 V I fout l = 50 m S = 16 mm 2 U z Figuur 2.22: Voorbeeld foutberekening. De contactspanning bedraagt in dit geval 92 V (2.3). Om geen gevaar op te leveren dient deze spanning binnen 0.5 s uitgeschakeld te worden (Figuur 2.7). Of dit gebeurt, is afhankelijk van de karakteristiek van de zekering. Uz = RPE Ifout = 92V (2.6) Het is wettelijk toegestaan dat de beschermingsgeleider een kleinere doorsnede heeft dan de fasegeleiders. Tabel 2.5 geeft de toegestane secties aan. Hiermee rekening houdende geeft (2.7) de werkelijke aanraakspanning. 23

L1 L2 L3 N L1 L2 L3 N PE PE. aarde L1 L2 L3 PEN. Figuur 3.6: Verdeelnetten

L1 L2 L3 N L1 L2 L3 N PE PE. aarde L1 L2 L3 PEN. Figuur 3.6: Verdeelnetten TT-net. Het sterpunt van de secundaire transformatorwikkeling in het net wordt met de verbonden. Bij elke verbruiker is er een aarding ( : protective earth), waarmee de metalen onderdelen van de toestellen

Nadere informatie

2. Beveiliging tegen onrechtstreekse aanraking

2. Beveiliging tegen onrechtstreekse aanraking Beveiligingen in LS-installaties Een elektrische installatie die geen fouten vertoont, zal even goed functioneren zonder beveiligingen. Dit zou de installatie bovendien een stuk goedkoper maken. Enkel

Nadere informatie

Merk op: de ppt die voorzien is voor veiligheid is voorzien van notities die men in powerpoint kan bekijken in de editor.

Merk op: de ppt die voorzien is voor veiligheid is voorzien van notities die men in powerpoint kan bekijken in de editor. Merk op: de ppt die voorzien is voor veiligheid is voorzien van notities die men in powerpoint kan bekijken in de editor. Bij ontwerp elektriscge installatie dient er verplicht gebruik te maken van gekeurd

Nadere informatie

3 Beveiliging. 3.1 Beveiliging tegen overstroom

3 Beveiliging. 3.1 Beveiliging tegen overstroom 3 Beveiliging 3.1 Beveiliging tegen overstroom Beveiliging tegen overstroom moet beveiligen tegen: kortsluitstroom: een stroom vele malen groter dan de nominale stroom I n ; deze moet zo snel mogelijk

Nadere informatie

Elektrische veiligheid

Elektrische veiligheid Elektrische veiligheid Versie archi s Elektrische veiligheid ELEKTRISCHE VEILIGHEID Bescherming van personen (tegen ongevallen) Bescherming van zaken (tegen brand,..) 2 Elektrische veiligheid REGLEMENTERING

Nadere informatie

Cursus/Handleiding/Naslagwerk. Driefase wisselspanning

Cursus/Handleiding/Naslagwerk. Driefase wisselspanning Cursus/Handleiding/Naslagwerk Driefase wisselspanning INHOUDSTAFEL Inhoudstafel Inleiding 3 Doelstellingen 4 Driefasespanning 5. Opwekken van een driefasespanning 5.. Aanduiding van de fasen 6.. Driefasestroom

Nadere informatie

Hoe keuringsverslagen elektrische installaties interpreteren meest voorkomende inbreuken

Hoe keuringsverslagen elektrische installaties interpreteren meest voorkomende inbreuken Hoe keuringsverslagen elektrische installaties interpreteren meest voorkomende inbreuken Isabelle Hofman 10/10/2017 Topics A. Hoe elektrische keuringsverslagen interpreteren B. Top 3 meest voorkomende

Nadere informatie

Elektrische voeding van IT systemen

Elektrische voeding van IT systemen Elektrische voeding van IT systemen Overzicht van deel 7 Reglementering - Kwaliteitsmerk Beveiliging tegen overstroom Bescherming tegen elektrische schokken Keuze van het UPS systeem Aarding en afscherming

Nadere informatie

Transformatoren. Wisselspanning (50Hz) (V) zeer lage spanning (ZLS) U < 50 U < 75 U < 120. 1e categorie 50 < U < 500 75 < U < 750 120 < U < 750

Transformatoren. Wisselspanning (50Hz) (V) zeer lage spanning (ZLS) U < 50 U < 75 U < 120. 1e categorie 50 < U < 500 75 < U < 750 120 < U < 750 Transformatoren Inleiding Naast voedingen voor ICT-apparatuur, maken steeds meer en meer apparaten zoals de verlichting, de belinstallatie, stuurkringen, signalisatietoestellen gebruik van spanningen lager

Nadere informatie

HD ZLVS - Zeer Lage Veiligheids-Spanning ZLBS - Zeer Lage Beschermings-Spanning

HD ZLVS - Zeer Lage Veiligheids-Spanning ZLBS - Zeer Lage Beschermings-Spanning HD 60364-7-710 Requirements for Medical locations ZLVS - Zeer Lage Veiligheids-Spanning ZLBS - Zeer Lage Beschermings-Spanning EREA Energy Engineering BVBA Ruggeveldstraat 1 B-2110 Wijnegem Belgium Tel

Nadere informatie

Veiligheid in elektrische netwerken

Veiligheid in elektrische netwerken Hoofdstuk 10 Veiligheid in elektrische netwerken Doelstellingen 1. Begrippen uit de elektrische veiligheid kennen 2. Weten dat de veiligheid van elektrische installaties in wetten en normen beschreven

Nadere informatie

DE VEILIGHEID VAN EEN INSTALLATIE BIJ VERVORMDE STROMEN

DE VEILIGHEID VAN EEN INSTALLATIE BIJ VERVORMDE STROMEN DE VEILIGHEID VAN EEN INSTALLATIE BIJ VERVORMDE STROMEN FOCUS Om een elektrisch net veilig uit te baten, is het van belang dat de installatie goed beveiligd is. Elektriciteit kan de oorzaak zijn van brand

Nadere informatie

Karakteristieken van automaten

Karakteristieken van automaten Karakteristieken van automaten Vermits de eigenschappen en karakteristieken van elektrisch materieel niet zichtbaar zijn, worden ze in de vorm van cijfers, letters, symbolen, aangebracht op het omhulsel.

Nadere informatie

De huisinstallatie bestaat uit éénfasige kringen die gevoed worden door een driefasig net.

De huisinstallatie bestaat uit éénfasige kringen die gevoed worden door een driefasig net. 10 Veiligheid 10.1 De huisinstallatie De bedoeling van een elektrische huisinstallatie is de elektrische energie op doelmatige en vooral veilige wijze naar de plaats te brengen waar ze nodig is. De huisinstallatie

Nadere informatie

TAD: Technologische AdviesDienst

TAD: Technologische AdviesDienst informeert TAD: Technologische AdviesDienst Verdeelborden In een elektrische installatie mag er slechts veilig elektrisch materieel gebruikt worden. Volgens deze algemene regel betekent dit dus ook dat

Nadere informatie

Werking isolatiewachters

Werking isolatiewachters Werking isolatiewachters augustus 2013 Inleiding Om de elektrische energie in een installatie te verdelen worden drie of vier actieve geleiders gebruikt. Deze geleiders voeren de stroom van de bron naar

Nadere informatie

Elektriciteit. Wat is elektriciteit

Elektriciteit. Wat is elektriciteit Elektriciteit Wat is elektriciteit Elektriciteit kun je niet zien, niet ruiken, niet proeven, maar wel voelen. Dit voelen kan echter gevaarlijk zijn dus pas hier voor op. Maar wat is het dan wel? Hiervoor

Nadere informatie

INSTALLATIES 12 ONAFHANKELIJKHEID VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE TEN OVERSTAAN VAN ANDERE INSTALLATIES

INSTALLATIES 12 ONAFHANKELIJKHEID VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE TEN OVERSTAAN VAN ANDERE INSTALLATIES 9 9.01 ELEKTRISCHE Nominale spanning Elektrische installaties moeten in al hun onderdelen onderworpen en uitgevoerd worden in functie van hun nominale spanning 9.02 Regels van goed vakmanschap gelijkvormigheid

Nadere informatie

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT SCHAKELAARS. Artikel. A.R.E.I. 250.01 Algemeen

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT SCHAKELAARS. Artikel. A.R.E.I. 250.01 Algemeen SCHAKELAARS 250.01 Algemeen Schakelaars en andere bedieningstoestellen moeten conform de desbetreffende door de Koning zijn, of overeenkomen met bepalingen die een gelijkwaardig veiligheidsniveau bieden.

Nadere informatie

Basiscursus NEN 1010. Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties NEN 1010:2015

Basiscursus NEN 1010. Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties NEN 1010:2015 Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties Basiscursus NEN 1010 NEN 1010:2015 maart 2016 Bestemd voor de cursussen: basiscursus NEN 1010, opfriscursus NEN 1010, inspecties aan elektrische installaties,

Nadere informatie

TT-net. T: geaard in het transformatorstation T: geaard bij de verbruiker

TT-net. T: geaard in het transformatorstation T: geaard bij de verbruiker TT-net T: geaard in het transformatorstation T: geaard bij de verbruiker Bij dit net wordt de nulleider rechtstreeks geaard in het transformatorstation. De PEgeleider is hier afzonderlijk voor aarding

Nadere informatie

PRAKTISCHE FICHE / DE VOORBEREIDING Beschikbaar op www.legrand.be

PRAKTISCHE FICHE / DE VOORBEREIDING Beschikbaar op www.legrand.be Het A.R.E.I. en verlichtingskringen De verlichting in uw woning is het belangrijkste onderdeel van uw elektrische installatie n De kringen Een verlichtingskring wordt bekabeld met draden van 1,5 mm 2 en

Nadere informatie

LES4. Het elektrisch dossier Het situatieschema Het ééndraad- of grondschema Het installatieschema

LES4. Het elektrisch dossier Het situatieschema Het ééndraad- of grondschema Het installatieschema LES4 Het elektrisch dossier Het situatieschema Het ééndraad- of grondschema Het installatieschema Aansluitingsmogelijkheden hoofdbord Het hoofdverdeelbord Symbolen op grondschema Opdracht 1 Het elektrisch

Nadere informatie

PROCES-VERBAAL VAN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE

PROCES-VERBAAL VAN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE AIB-VINÇOTTE Belgium ERKEND CONTROLEORGANISME Externe dienst voor technische controles op de werkplaats Contactpersoon: JOHNNY BODEN, Elektriciteit Onze gegevens Klantref.: 100249782 Uw gegevens Ref.:

Nadere informatie

GELEIDERS. 3.- de elektrodynamische invloeden die kunnen voorkomen in geval van kortsluiting, de veiligheid niet in gevaar brengen;

GELEIDERS. 3.- de elektrodynamische invloeden die kunnen voorkomen in geval van kortsluiting, de veiligheid niet in gevaar brengen; 198 KEUZE VAN DE ELEKTRISCHE LEIDINGEN Ook van toepassing voor Zeer Lage Veiligheidsspanning De elektrische leidingen die geen integrerend deel uitmaken van een elektrisch toestel of machine, en in het

Nadere informatie

Leereenheid 8. Diagnostische toets: Driefasenet. Let op!

Leereenheid 8. Diagnostische toets: Driefasenet. Let op! Leereenheid 8 Diagnostische toets: Driefasenet Let op! Bij meerkeuzevragen: Duid met een kringetje rond de letter het juiste antwoord of de juiste antwoorden aan. Vragen gemerkt met: J O. Sommige van die

Nadere informatie

Inhoudsopgave Dankwoord... v Inhoudsopgave... vii Afkortingen en symbolen... xix Hoofdstuk 1 Inleiding... 23 Hoofdstuk 2 Regelgeving...

Inhoudsopgave Dankwoord... v Inhoudsopgave... vii Afkortingen en symbolen... xix Hoofdstuk 1 Inleiding... 23 Hoofdstuk 2 Regelgeving... Dankwoord... v Inhoudsopgave... vii Afkortingen en symbolen... xix Hoofdstuk 1 Inleiding... 23 1.1 Situering... 23 1.2 Doelstellingen... 23 1.3 Overzicht... 25 Hoofdstuk 2 Regelgeving... 32 2.1 Inleiding...

Nadere informatie

4 WEERSTAND VAN MATERIALEN

4 WEERSTAND VAN MATERIALEN 4 WEERSTAND VAN MATERIALEN Oefening 3: GELEIDERS EN ISOLATOREN We leerden dat de ene stof, beter de elektrische stroom geleidt dan de andere. Met behulp van de volgende meetopstelling onderzoekje welke

Nadere informatie

ZX ronde van 10 april 2011

ZX ronde van 10 april 2011 ZX ronde van 10 april 2011 Transformatoren Vandaag een verhaaltje over de transformator geen speciale transformator maar gewoon een doorsnee voedingstransformator met een gelamelleerde kern. De werking

Nadere informatie

Stroomstelsels LS. Quercus Technical Services B.V.

Stroomstelsels LS. Quercus Technical Services B.V. Stroomstelsels ä S lnhoudsepgave Stroomstelsels Geaard sterpunt 2.1 Inleiding 2.2 TT-stelsel \IG\ TN-stelsel 3. 1 TN-S-Stelsel 3 2 TN-C-stelsel 3.3 TN C-Sstelsel Geïsoleerd sterpunt 4.1 Inleiding 4.2 IT

Nadere informatie

Fiche 10 (Analyse): Belangrijkste punten uit het AREI

Fiche 10 (Analyse): Belangrijkste punten uit het AREI Fiche 10 (Analyse): Belangrijkste punten uit het AREI 1. Inleiding De fiche 4 (Observatie) geeft een inleiding en vat de inhoud samen van het Algemeen Reglement over de Elektrische Installaties (AREI).

Nadere informatie

Veiligheid in de installatie. Vermeir Tom

Veiligheid in de installatie. Vermeir Tom Veiligheid in de installatie 1 Veiligheid in de installatie 1) Nulleiderstelsels : TT - TN - IT 2) Kortsluitvermogenberekening 3) Selectiviteit in de installatie 4) Filiatie 5) Motorbeveiligingen 2 1 Nulleiderstelsels

Nadere informatie

informeert TAD: Technologische AdviesDienst

informeert TAD: Technologische AdviesDienst informeert TAD: Technologische AdviesDienst Beveiligingen in UPS-installaties Een perfect elektriciteitsnet zou een sinusoïdale spanning leveren die bovendien permanent aanwezig zou moeten zijn. In werkelijkheid

Nadere informatie

Kortsluitstromen en. Kabelberekeningen

Kortsluitstromen en. Kabelberekeningen 1 Kortsluitstromen en kabelberekeningen Veel werk? Kennis in Praktijk... Kabelberekeningen Door : Joost de Koning Product manager vermogensschakelaars Lid NEC64 commissie (NEN1010) Lid NEC23E commissie

Nadere informatie

Een elektrische installatie moet altijd door een erkend organisme worden gekeurd bij :

Een elektrische installatie moet altijd door een erkend organisme worden gekeurd bij : Een elektrische installatie moet altijd door een erkend organisme worden gekeurd bij : - de indienststelling, - elke verzwaring van de aansluiting, - elke belangrijke wijziging of uitbreiding. Dit organisme

Nadere informatie

Inhoud van de presentatie

Inhoud van de presentatie KB 4 december 2012 Minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties arbeidsplaatsen Risicoanalyse oude elektrische installatie 18/06/2013 Dirk Wynants Preventieadviseur UZ Leuven Voorzitter

Nadere informatie

Fiche 7 (Analyse): Begrippen over elektriciteit

Fiche 7 (Analyse): Begrippen over elektriciteit Fiche 7 (Analyse): Begrippen over elektriciteit 1. Gelijkstroomkringen (DC) De verschillende elektrische grootheden bij gelijkstroom zijn: Elektrische spanning (volt) definitie: verschillend potentiaal

Nadere informatie

Laden van elektrische wagens. Oktober 2015

Laden van elektrische wagens. Oktober 2015 Laden van elektrische wagens Oktober 2015 Dit is een uitgave van Tecnolec Marlylaan 15/8 1120 Brussel info@volta-org.be www.tecnolec.be Volta 2015 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen

Nadere informatie

Deel0. Relatie met internationale normen. IEC (International Electrotechnical Commission) Mondiaal,wereldwijd

Deel0. Relatie met internationale normen. IEC (International Electrotechnical Commission) Mondiaal,wereldwijd Deel0 Relatie met internationale normen IEC (International Electrotechnical Commission) Mondiaal,wereldwijd CENELEC (European Committee for Electrotechnical Standardization) NEC (Nederlands Elektrotechnisch

Nadere informatie

(On)voldoende spanningskwaliteit kost geld!

(On)voldoende spanningskwaliteit kost geld! (On)voldoende spanningskwaliteit kost geld! De verantwoordelijkheid voor een voldoende kwaliteit van de spanning en de stroom is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van netbeheerders, fabrikanten en

Nadere informatie

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT STROOMGROEPEN MET THERMISCHE MOTOR

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT STROOMGROEPEN MET THERMISCHE MOTOR De Europese wetgeving voor veilig elektrische materieel is ook van toepassing voor alternatoren. Dit betekend dat de alternatoren moeten gebouwd zijn conform de desbetreffende Europese normen (KB. van

Nadere informatie

NEN Werken met de. Pluspakket NEN 1010:2015. MBO Elektrotechniek. Meer ie. verder in technisch vakmanschap

NEN Werken met de. Pluspakket NEN 1010:2015. MBO Elektrotechniek. Meer ie. verder in technisch vakmanschap Werken met de NEN 1010 Pluspakket - NEN 1010:2015 Meer ie t informa 0 44 99 0 l 088-4 kenteq.n @ m a e t e servic nteq.nl www.ke MBO Elektrotechniek Werken met de NEN 1010 Pluspakket NEN 1010:2015 verder

Nadere informatie

DIFFERENTIEELSTROOMINRICHTINGEN

DIFFERENTIEELSTROOMINRICHTINGEN 85 ACTIEVE BESCHERMING BIJ LAAGSPANNING MET AUTOMATISCHE ONDERBREKING VAN DE VOEDING 28.03 Begrippen met betrekking tot karakteristieken van beschermingstoestellen 85.01 Kenmerken Residuële differentiële

Nadere informatie

Zucchini railkokersystemen LB / LB6

Zucchini railkokersystemen LB / LB6 railkokersystemen LB / LB6 Technische informatie Type 254 256 404 406 zijde zijde zijde zijde Actieve geleiders Aantal I n (A) ) Doorsnede van de beschermingsgeleider (equivalent in Cu) PE (mm ) I cw (ka)rms

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 : Het driefasennet

Hoofdstuk 3 : Het driefasennet Hoofdstuk 3 : Het driefasennet Algemeen In de lessen praktijk of laboratorium heb je waarschijnlijk de aansluitklemmen van een driefasennet opgemerkt. Je kan alzo 4 klemmen onderscheiden waarvan er 3 dezelfde

Nadere informatie

Veiligheidsaarde is meer dan 25/In

Veiligheidsaarde is meer dan 25/In VAKGROEP BLIKSEMBEVEILIGING Veiligheidsaarde is meer dan 25/In De techniek waarop Nederland draait VAKGROEP BLIKSEMBEVEILIGING Veiligheidsaarde is meer dan 25/ln In deze folder vatten we de essenties van

Nadere informatie

BADKAMERS OF STORTBADRUIMTEN

BADKAMERS OF STORTBADRUIMTEN A.R.E.I 86.10 IN HUISHOUDELIJKE LOKALEN 86.10.a Bepalingen Badkamer of stortbadruimte: Lokaal of lokaalgedeelte beperkt tot volume 3 waarvan hierna sprake, waarin ten minste een bad of een stortbad is

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door Roy 1370 woorden 5 maart 2017 6,8 14 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova Samenvatting h4 NaSk1 4.1 Elke keer dat je een apparaat aanzet,

Nadere informatie

POLITIEVERORDENING. Addendum Veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van occasionele installaties voorzien van een fotovoltaïsche zonne-energiesysteem

POLITIEVERORDENING. Addendum Veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van occasionele installaties voorzien van een fotovoltaïsche zonne-energiesysteem POLITIEVERORDENING Addendum Veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van occasionele installaties voorzien van een fotovoltaïsche zonne-energiesysteem Deel 1:Toepassingsgebied Onderhavig addendum aan de

Nadere informatie

Scheidingstransformatoren. ZX ronde 27 september 2015

Scheidingstransformatoren. ZX ronde 27 september 2015 Scheidingstransformatoren. ZX ronde 27 september 2015 Wanneer er een aardfout ontstaat in een geaard net (TN stelsel ) zal er ten gevolge van deze fout direct een hoge stroom via de aardfout naar aarde

Nadere informatie

Veiligheidsaarde is meer dan 25/In

Veiligheidsaarde is meer dan 25/In VAKGROEP BLIKSEMBEVEILIGING Veiligheidsaarde is meer dan 25/In De techniek waarop Nederland draait VAKGROEP BLIKSEMBEVEILIGING Veiligheidsaarde is meer dan 25/ln In deze folder vatten we de essenties van

Nadere informatie

SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VOOR DE AANSLUITING OP HET LS-DISTRIBUTIENET VAN TIJDELIJKE INSTALLATIES VOOR WERVEN

SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VOOR DE AANSLUITING OP HET LS-DISTRIBUTIENET VAN TIJDELIJKE INSTALLATIES VOOR WERVEN SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VOOR DE AANSLUITING OP HET LS-DISTRIBUTIENET VAN TIJDELIJKE INSTALLATIES VOOR WERVEN C1/106 09.2004 Rev 1.0 (03.2011) 1. ALGEMEENHEDEN...3 1.1 Definities... 3 1.2 Toepassingsgebied...

Nadere informatie

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities Koninklijk besluit van 4 december 2012 betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op arbeidsplaatsen (B.S. 21.12.2012) Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Nadere informatie

SECTIE NULGELEIDER BIJ ASYMMETRISCH BELASTE EN VERVUILDE NETTEN

SECTIE NULGELEIDER BIJ ASYMMETRISCH BELASTE EN VERVUILDE NETTEN TECHNOLOGIEWACHT: ENERGIE SECTIE NULGELEIDER BIJ ASYMMETRISCH BELASTE EN VERVUILDE NETTEN FOCUS: In een driefasig symmetrisch belast net leveren alle fasen even grote sinusvormige stromen die onderling

Nadere informatie

AREI art. 104 vitale stroombanen

AREI art. 104 vitale stroombanen AREI art. 104 vitale stroombanen Isabelle Hofman 10/10/2017 Topics 1. Wat zijn vitale stroombanen / installaties 2. Voorbeelden van vitale installaties 3. Wat zegt de huidige wetgeving 4. Waaruit bestaat

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 2. Elektrische installaties

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 2. Elektrische installaties Codex over het welzijn op het werk Boek III.- Arbeidsplaatsen Titel 2. Elektrische installaties Hoofdstuk I.- Toepassingsgebied en definities Art. III.2-1.- Deze titel is van toepassing op de elektrische

Nadere informatie

Elektriciteit ELEKTRICITEIT

Elektriciteit ELEKTRICITEIT Elektriciteit ELEKTRICITEIT 1 Elektriciteit Wet van Ohm : I = U/R - I = stroomsterkte in Ampère (A) - U = spanning in Volt (V) 2 - R = weerstand in Ohm (Ω) Als U groter wordt, dan wordt I groter Als R

Nadere informatie

INHOUD Bijlage D-12 INHOUDSOPGAVE 4. SECUNDAIR DISTRIBUTIENET 1. 4.1. Algemeen...1. 4.2. Berekeningsbasis en prestaties...1

INHOUD Bijlage D-12 INHOUDSOPGAVE 4. SECUNDAIR DISTRIBUTIENET 1. 4.1. Algemeen...1. 4.2. Berekeningsbasis en prestaties...1 INHOUD Bijlage D-12 INHOUDSOPGAVE 4. SECUNDAIR DISTRIBUTIENET 1 4.1. Algemeen...1 4.2. Berekeningsbasis en prestaties...1 4.3. Elektrische leidingen...2 4.3.1. Algemeen... 2 4.3.2. Moeilijk ontvlambare

Nadere informatie

Spanningsverlies in kabels ZX ronde 8 november 2015

Spanningsverlies in kabels ZX ronde 8 november 2015 1 Spanningsverlies in kabels ZX ronde 8 november 2015 Spanningsverlies leid tot vermogensverlies en daarbij energieverlies. Met het berekenen van kabels moet hier rekening mee gehouden worden. Als de doorsnede

Nadere informatie

Inleiding. Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties in voertuigen 18 augustus 2009. 230Vac installaties in voertuigen

Inleiding. Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties in voertuigen 18 augustus 2009. 230Vac installaties in voertuigen Inleiding 230Vac installaties in voertuigen Het ontwerpen en installeren van 230Vac installaties in voertuigen is op het eerste gezicht een simpele uitdaging, omdat de installatie een zeer geringe omvang

Nadere informatie

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties 112000765 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK ENOF CONTROLEBEZOEK VAN EEN HUISHOUDELIJKE ELEKTRISCHE INSTALLATIE Plaats van het onderzoek: Eigendom van: Opdrachtgever: Type lokalen: EAN-code installatie:

Nadere informatie

VERSLAG VAN PERIODIEKE CONTROLE VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE

VERSLAG VAN PERIODIEKE CONTROLE VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE KOPIE AIB-VINÇOTTE Belgium - Vereniging zonder winstoogmerk ERKEND CONTROLEORGANISME - Externe dienst voor technische controles op de werkplaats Maatschappelijke zetel: Diamant Building - A. Reyerslaan

Nadere informatie

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE ACA Vzw Elektrische installaties Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK VOOR INGEBRUIKNAME ENOF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE OP LAAGSPANNING EN

Nadere informatie

Kleine generatoren ZX ronde 24 april 2016

Kleine generatoren ZX ronde 24 april 2016 Kleine generatoren ZX ronde 24 april 2016 De tijd van velddagen en festiviteiten breekt weer aan. Voor het aansluiten van elektrische apparatuur wordt vaak een klein aggregaat gebruikt. Maar ook zijn er

Nadere informatie

VEILIGHEIDSREGLEMENT BRUSSELS EXPO ELEKTRICITEIT VOORSCHRIFTEN INZAKE DE VEILIGHEID VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE VAN STANDS OP BEURZEN

VEILIGHEIDSREGLEMENT BRUSSELS EXPO ELEKTRICITEIT VOORSCHRIFTEN INZAKE DE VEILIGHEID VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE VAN STANDS OP BEURZEN VEILIGHEIDSREGLEMENT BRUSSELS EXPO ELEKTRICITEIT VOORSCHRIFTEN INZAKE DE VEILIGHEID VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE VAN STANDS OP BEURZEN 4.1 INLEIDING Deze voorschriften werden opgesteld met het doel:

Nadere informatie

Publicatieplan. *: reeds gepubliceerd

Publicatieplan. *: reeds gepubliceerd Publicatieplan *: reeds gepubliceerd A Aansluitingen Aardingen* Praktische uitvoering* Integratie van EEXi-kringen in verschillende aardingssystemen* Accumulatoren Alkalische accumulatoren Zure accumulatoren

Nadere informatie

NEN-EN-IEC 61439. H05V2-K / H07V2-K 90 C montagesnoer. Belangrijk

NEN-EN-IEC 61439. H05V2-K / H07V2-K 90 C montagesnoer. Belangrijk NEN-EN-IEC 61439 H05V2-K / H07V2-K 90 C montagesnoer Belangrijk Per 1 november 2014 is de oude norm IEC 60439 voor laagspanningsschakel- en verdeelinrichtingen niet meer van toepassing De nieuwe norm NEN-EN-IEC

Nadere informatie

BEVEILIGING VAN HET STUURSTROOMCIRCUIT

BEVEILIGING VAN HET STUURSTROOMCIRCUIT BEVEILIGING VAN HET STUURSTROOMCIRCUIT Beveiliging van de stuurstroomtransformator: EN60204-1 stelt: Transformatoren moeten beveiligd zijn tegen overbelasting in overeenstemming met de het datasheet van

Nadere informatie

Opfriscursus NEN 1010

Opfriscursus NEN 1010 Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties Opfriscursus NEN 1010 NEN 1010:2007+C1:2008+ A1:2001+C1:2011 oktober 2011 Bestemd voor de cursussen: opfriscursus NEN 1010; inspecties aan elektrische

Nadere informatie

T12 Technische tabellen Belastbaarheid basistabel

T12 Technische tabellen Belastbaarheid basistabel T12 Technische tabellen Belastbaarheid basistabel Tabel 12-1: belastbaarheid Voor kabels met een nominale spanning tot 1000 V en hittebestendige kabels bij een omgevingstemperatuur van +30 C. Algemene

Nadere informatie

Wettelijke minimale voorschriften inzake veiligheid van oude elektrische installaties op arbeidsplaatsen (K.B. 2/6/2008)

Wettelijke minimale voorschriften inzake veiligheid van oude elektrische installaties op arbeidsplaatsen (K.B. 2/6/2008) Wettelijke minimale voorschriften inzake veiligheid van oude elektrische installaties op arbeidsplaatsen (K.B. 2/6/2008) Dhr. M. Smekens, technisch directeur BTV 2012 Wie is BTV? BTV, afkorting van Technisch

Nadere informatie

8-VOUDIGE BEZETMELDER

8-VOUDIGE BEZETMELDER Handleiding 8-VOUDIGE BEZETMELDER Werkt met de volgende systemen: alle systemen, analoog én digitaal, gelijkspanning en wisselspanning. Werkt niet met de volgende systemen: - Werkt met de volgende protocollen:

Nadere informatie

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen. Totaal :.../20. .../.../ Datum van afgifte:

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen. Totaal :.../20. .../.../ Datum van afgifte: LABO Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen Datum van opgave:.../.../ Datum van afgifte: Verslag nr. : 7 Leerling: Assistenten: Klas: 3.1 EIT.../.../ Evaluatie :.../10

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN 25 NOVEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 79, 80, 85, 96, 104, 126 en 131 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties ALBERT II,

Nadere informatie

LABO 2 : Opgave oscilloscoopmetingen DC

LABO 2 : Opgave oscilloscoopmetingen DC Opgave oscilloscoopmetingen 1 / 13 LABO 2 : Opgave oscilloscoopmetingen DC 1. Doelstellingen Na het uitvoeren van de proeven : ken je de massaproblemen bij de scoop. kan je de grootte van een spanning

Nadere informatie

ZX Ronde 14 augustus 2011

ZX Ronde 14 augustus 2011 ZX Ronde 14 augustus 2011 Hoogspanning en veiligheid Er is een kenmerkend verschil tussen laagspanning en hoogspanning. Er zijn natuurkundige effecten die pas optreden boven een bepaalde spanning. In de

Nadere informatie

Maatregelen ter bescherming van personen en goederen moeten genomen worden op de volgende gebieden:

Maatregelen ter bescherming van personen en goederen moeten genomen worden op de volgende gebieden: BESCHERMING VAN PERSONEN EN GOEDEREN BESCHERMINGSMAATREGELEN Maatregelen ter bescherming van personen en goederen moeten genomen worden op de volgende gebieden: 1.- bescherming tegen elektrische schokken;

Nadere informatie

De groene tekst in dit project is enkel en alleen voor de leerkrachten

De groene tekst in dit project is enkel en alleen voor de leerkrachten Elektrische installatietechnieken 1 PROJECT 1 : NETSYSTEMEN (blz.) 1.1.Omschrijving 2 1.1.1.Opstellingsschema. 2 1.1.2.Algemene uitvoering/werking. 2 1.2.Vakintegratie 3 1.2.1.Realisaties elektriciteit.

Nadere informatie

Modulaire apparatuur Rails toebehoren

Modulaire apparatuur Rails toebehoren Rails toebehoren Aansluitrails b vork-aansluitrails b verdeling elektrische stroom b snelle montage en uitbouw van de aangesloten apparaten. Aansluitrail horizontaal Type Aantal modules Ref. Mod. van Mulit9

Nadere informatie

SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN WAARAAN DE NETTEN VAN DE DISTRIBUTIENETBEHEERDERS MOETEN VOLDOEN INZAKE BESCHERMING TEGEN OVERSTROOM

SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN WAARAAN DE NETTEN VAN DE DISTRIBUTIENETBEHEERDERS MOETEN VOLDOEN INZAKE BESCHERMING TEGEN OVERSTROOM C1/111 SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN WAARAAN DE NETTEN VAN DE DISTRIBUTIENETBEHEERDERS MOETEN VOLDOEN INZAKE BESCHERMING TEGEN OVERSTROOM ln DE BOVENGRONDSE LIJNEN EN ONDERGRONDSE ENERGIEKABELS Datum

Nadere informatie

INHOUD INLEIDING. Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1

INHOUD INLEIDING. Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1 INLEIDING Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1 1.1 SAMENHANG VAN NORMEN 2 1.1.1 NEN 1010 3 1.1.2 NEN-EN 50110 en NEN 3140 3 1.1.3 NEN-EN-IEC 60204 4 1.1.4 NEN-EN-IEC 60439 4 1.2 TOEPASSINGSGEBIED VAN

Nadere informatie

laatste wijziging: Rims melding RIMS-366192 Zie 4.5 Datum laatste uitgave 29 oktober 13

laatste wijziging: Rims melding RIMS-366192 Zie 4.5 Datum laatste uitgave 29 oktober 13 laatste wijziging: Rims melding RIMS-366192 Zie 4.5 Datum laatste uitgave 29 oktober 13 1 DOEL... 2 2 TOEPASSINGSGEBIED... 2 3 DEFINITIES... 2 4 VOORSCHRIFT... 2 4.1 Eisen bij de inkoop/aanschaf... 2 4.2

Nadere informatie

ALGEMEEN REGLEMENT OP DE ELEKTRISCHE INSTALLATIES.

ALGEMEEN REGLEMENT OP DE ELEKTRISCHE INSTALLATIES. ELE/MDD/83/303 H Plaatselijke agent voor controle en inlichtingen. A.R.E.I. ALGEMEEN REGLEMENT OP DE ELEKTRISCHE INSTALLATIES. Samenvatting voor huishoudelijke installaties. Dit document vervangt het AREI

Nadere informatie

INHOUD INLEIDING. Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1

INHOUD INLEIDING. Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1 INLEIDING xv Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1 1.1 SAMENHANG VAN NORMEN 2 1.1.1 NEN 1010 3 1.1.2 NEN-EN 50110 en NEN 3140 3 1.1.3 NEN-EN-IEC 60204 4 1.1.4 NEN-EN-IEC 60439 4 1.2 TOEPASSINGSGEBIED

Nadere informatie

Terminologie aangepast op basis van Technisch Reglement Distributie

Terminologie aangepast op basis van Technisch Reglement Distributie SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VOOR DE AANSLUITING OP HET LS- DISTRIBUTIENET VAN GSM- INSTALLATIES GEPLAATST OP MASTEN DIE DEEL UITMAKEN VAN HS-LIJNEN VAN 2 de CATEGORIE Terminologie aangepast op

Nadere informatie

INLEIDING. Veel succes

INLEIDING. Veel succes INLEIDING In de eerste hoofdstukken van de cursus meettechnieken verklaren we de oorsprong van elektrische verschijnselen vanuit de bouw van de stof. Zo leer je o.a. wat elektrische stroom en spanning

Nadere informatie

2 Elektriciteit Elektriciteit. 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn.

2 Elektriciteit Elektriciteit. 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn. 2 Elektriciteit 1 2.1 Elektriciteit 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn. 2 mp3-speler dynamo fiets accu lamp op je kamer stopcontact auto batterij 3

Nadere informatie

Huisinstallatie 5-5-2004. K.U.Leuven Department of Electrical Engineering ELEN - Electrical Energy

Huisinstallatie 5-5-2004. K.U.Leuven Department of Electrical Engineering ELEN - Electrical Energy Huisinstallatie 1 De elektrische huisinstallatie (aarding) Nieuwbouw Bestaande gebouwen Spreidingsweerstand Wat aarden? 2 De elektrische huisinstallatie (equipotentiaalverbinding) Bijkomende equipotentiaal

Nadere informatie

ELEKTRICITEITSKEURING

ELEKTRICITEITSKEURING ELEKTRICITEITSKEURING 1. Wat is een elektriciteitskeuring? Residentiële elektrische installaties dienen regelmatig te worden gekeurd, waarbij wordt gecontroleerd of aan de regels, opgelegd door het AREI,

Nadere informatie

Brandweer Vereniging Vlaanderen

Brandweer Vereniging Vlaanderen Brandweer Vereniging Vlaanderen Symposium Zonnepanelen 14 september 2009 1 Inhoud 1. Basiselektriciteit 2. Gevaren van elektriciteit & de bescherming ertegen 3. Opbouw van een PV-installatie 4. Cases voorbeelden

Nadere informatie

Veiligheidsaarding HS. Quercus Technical Services B.V.

Veiligheidsaarding HS. Quercus Technical Services B.V. Veiligheidsaarding HË nhoudsspgav& 1. Inleiding 5 2. Aanraakspanning en stroomstelsels 6 2.1 IT Stelsel 6 2.2. TT-stelsel 9 2.3 TN-stelsel 10 3. Aard- en vereffeningsleidingen 12 4. Aardverspreidingsweerstand

Nadere informatie

Isolatiebewaking. Medische IT-netten met hoge bedrijfszekerheid. Een nieuwe totaaloplossing van EREA en Dossena

Isolatiebewaking. Medische IT-netten met hoge bedrijfszekerheid. Een nieuwe totaaloplossing van EREA en Dossena Isolatiebewaking Medische IT-netten met hoge bedrijfszekerheid Een nieuwe totaaloplossing van EREA en Dossena Medische IT-netten met hoge bedrijfszekerheid Een nieuwe totaaloplossing van EREA en Dossena

Nadere informatie

Verhaaltje ZX-Ronde 21 september 2008. Zekeringen ( stroom / tijd beveiligen )

Verhaaltje ZX-Ronde 21 september 2008. Zekeringen ( stroom / tijd beveiligen ) Verhaaltje ZX-Ronde 21 september 2008 Zekeringen ( stroom / tijd beveiligen ) Zekeringen is een artikel uit de Electron van september 2008. Het is een artikel wat geschreven is door Hans PA0JBB. Het is

Nadere informatie

OC-27143.1 Het onderhouden van mechanische onderdelen 2012

OC-27143.1 Het onderhouden van mechanische onderdelen 2012 Krachtstroom antwoorden Doel Je kunt een stekker of een contrastekker aan een krachtstroomsnoer monteren. Oriëntatie Bij het werken met elektriciteit speelt de veiligheid een zeer grote rol. Een onveilige

Nadere informatie

BEDIENINGS EN SCHEIDINGSWIJZE

BEDIENINGS EN SCHEIDINGSWIJZE 235 VEILIGHEIDSONDERBREKING 235.01 235.01.a Scheiding Ten einde de scheiding van iedere elektrische installatie of gedeelte ervan mogelijk te maken moeten inrichtingen voorzien worden die deze scheiding

Nadere informatie

AREI art Isolatiebewaking voor vitale stroomkringen. Een nieuwe totaaloplossing van EREA en Dossena

AREI art Isolatiebewaking voor vitale stroomkringen. Een nieuwe totaaloplossing van EREA en Dossena AREI art. 104 Isolatiebewaking voor vitale stroomkringen Een nieuwe totaaloplossing van EREA en Dossena AREI art. 104: Isolatiebewaking voor vitale stroomkringen AREI art. 104 heeft een grote impact op

Nadere informatie

De netimpedantie nader bekeken

De netimpedantie nader bekeken De netimpedantie nader bekeken 04-124 pmo 22 november 2004 Phase to Phase BV trechtseweg 310 Postbus 100 6800 AC Arnhem T: 026 356 38 00 F: 026 356 36 36 www.phasetophase.nl 2 04-124 pmo Phase to Phase

Nadere informatie

Magneetschakelaars: technische eigenschappen

Magneetschakelaars: technische eigenschappen Magneetschakelaars: technische eigenschappen Elektrische eigenschappen omschrijving modulaire magneetschakelaars voor DIN-rail montage hulpcontact norm IEC 61095 type Magn.schak Magneetschakelaar handbediening

Nadere informatie

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010 Van PAGINA der Meer1 Oktober 2012-1 Intech E&I van september 2012 Rubriek Technische vragen HELPDESK UNETO-VNI HELPT VAN DE WAL IN DE SLOOT In Intech E&I van september 2012 is in de rubriek Technische

Nadere informatie

Elektriciteit en veiligheid op het podium voedingen, beveiliging, zekeringen en aardlekschakelaars

Elektriciteit en veiligheid op het podium voedingen, beveiliging, zekeringen en aardlekschakelaars Elektriciteit en veiligheid op het podium voedingen, beveiliging, zekeringen en aardlekschakelaars Energievoorziening Van de centrale naar de gebruiker legt de stroom een lange weg af. In de centrale draait

Nadere informatie