Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015"

Transcriptie

1

2

3 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Dit is de openbare versie van het KCD 2015 van Cogas Infra en Beheer B.V. Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 3 van 61

4 Voorwoord Elk oneven jaar maakt Cogas Infra & Beheer B.V. een Kwaliteits- en Capaciteitsdocument. Voor u ligt de versie 2015, waarin wij verantwoording afleggen over de kalenderjaren 2013 en 2014 en een doorkijk geven naar de komende korte en middellange termijn. Het komende jaar is Cogas 50 jaar beheerder van gas- en elektriciteitsnetten. De wereld om ons heen en die van Cogas verandert de komende jaren drastisch. Er wordt maatschappelijk hoog ingezet op duurzaamheid. Laadpalen voor elektrisch vervoer, zonnepanelen, verbranding en vergisting van biomassa en andere nieuwe moderne technieken vragen om andere netstructuren. Van statische netten, waarbij energie alleen maar wordt getransporteerd in de richting van de klant, naar dynamische netten waarbij energie beide kanten op stroomt. Netstructuren ook die een grote mate van flexibiliteit kennen en voldoende ruimte bieden voor het toepassen van de nieuwe energieconcepten van de toekomst. De ontwikkeling van deze zogenaamde smart grids geeft Cogas de kans bij te dragen aan een energievoorziening die nu en in de toekomst - veilig, betrouwbaar en betaalbaar is. Vanuit een gezonde kijk op nieuwe technische en maatschappelijke ontwikkelingen en vanuit ons streven een stabiele, transparante, betrouwbare en vooruitstrevende netbeheerder te zijn. Andere veranderingen waar Cogas de komende jaren mee te maken krijgt, zijn de gevolgen van het methodebesluit reguleringsperiode van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Hierin zijn de wettelijk vastgestelde tarieven en dus onze inkomsten - fors verlaagd. Voor de korte termijn prettig voor onze klanten. Het noodzaakt ons echter om kritisch naar onze investeringen te kijken. Investeringen overigens waarbij wij, net als de collega netbeheerders, de landelijke norm NTA 8120 volgen. Deze norm beschrijft hoe je voor veilige en betrouwbare netten zorgt die toekomstgericht zijn, en aangelegd en onderhouden worden tegen aanvaardbare kosten. Tot slot zal de wet Stroom naar verwachting zijn impact hebben op onze organisatie. Kortom: Cogas bevindt zich in een periode waarin veel verandert. Een periode die veel kansen biedt en waarin wij werken aan de duurzame inzetbaarheid van onze medewerkers en netwerken. Met gepaste trots presenteer ik u dan ook het Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Arjan ten Elshof Algemeen Directeur

5 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING VISIE EN MISSIE MISSIE VISIE KERNWAARDEN Duurzaamheid Verbondenheid Betrouwbaarheid KWALITEITSBEHEERSINGSSYSTEEM KWALITEITSMANAGEMENTSYSTEEM ASSETMANAGEMENT RISICOMANAGEMENTCYCLUS Normen, richtlijnen en voorschriften Risicomanagement OPLOSSEN STORINGEN EN ONDERBREKINGEN Organisatie Uitvoering CYBERSECURITY Security & Risk Management Communications & Network Security IP Networking Security Operations Identity & Access Management KWALITEIT TERUGBLIK NETKWALITEIT 2013 EN STREEFWAARDEN RELATIE MET BELANGRIJKSTE NETGERELATEERDE RISICO'S MAATREGELEN TEN AANZIEN VAN ONDERHOUD EN VERVANGING/INVESTERINGEN Middellange termijn: komende zeven jaar Onderhoud Vervanging Korte termijn: komende drie jaar Vervanging Aansluitingen Uitbreiding Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 5 van 61

6 4.5 KWALITATIEVE BESCHRIJVING Componentenanalyse algemeen VEILIGHEID BESCHRIJVING VAN OEFENINGEN Leren van incidenten en hoe deze worden voorkomen Wijze van prioritering van risico s, inclusief criteria hiervoor Relatie met de belangrijkste assetgerelateerde risico s Maatregelen ten aanzien van onderhoud en vervanging CAPACITEITSPLANNING INLEIDING PLANNINGSTERMIJNEN PROCEDURE CAPACITEITSPLANNING CAPACITEITSRAMING GAS TERUGBLIK OP ONTWIKKELINGEN AANTAL AANSLUITINGEN PIEKUURVERBRUIK MARKTVERKENNING RELEVANTE TECHNOLOGISCHE ONTWIKKELINGEN De vraagkant De aanbodkant SCENARIO S EN PROGNOSE Scenario s en variabelen Totstandkoming van de prognose Variabele A: realisatie van de uitbreidingsplannen (marktverkenning) Variabele B: ongeplande groei Variabele C: groei piekverbruik per aansluiting Meest waarschijnlijke scenario Prognose Betrouwbaarheid en risico s Risicoanalyse Betrouwbaarheid Knelpunten en aandachtsgebieden Capaciteit GOS en (GTS) Capaciteitsanalyse Regionale Transportnetten (Cogas, 4 en 8 bar) Knelpunten DIRECTIEBEOORDELING BIJLAGEN LEESWIJZER... 60

7 1 Inleiding De afgelopen twee jaar heeft Cogas Infra en Beheer BV (hierna Cogas) diverse ontwikkelingen doorgemaakt. Meest in het oog springend, is het afsluiten van een dienstverleningsovereenkomst met onze uitvoeringsorganisatie Cogas Infra Services (hierna CIS) en de verlenging van certificaat NTA8120. Het gedachtegoed van de NTA8120 is gemeengoed geworden. Het continu blijven kijken naar verbeteringen is een standaard werkwijze geworden. Verbeteringen worden zo geïmplementeerd, dat de flexibiliteit en slagvaardigheid die zo kenmerkend is voor Cogas niet in het gedrang komt. Dit Kwaliteits- en Capaciteitsdocument (hierna KCD) geeft invulling aan de eisen die zijn gesteld in de Ministeriële Regeling Kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas (hierna MR). De tussen de Autoriteit Consument & Markt (hierna ACM) en de gezamenlijke netbeheerders afgesproken structuur van het KCD is ook dit jaar weer gebruikt. Landelijk is er veel publiciteit en soms commotie over hacking van IT-systemen. Indringers kunnen grote schade aanrichten. Hoe de netwerken van Cogas beschermd zijn tegen hacking wordt op hoofdlijnen beschreven in het hoofdstuk 3.5 Cybersecurity. Gezien de gevoeligheid geven we een beschrijving op hoofdlijnen. Het KCD is een beschrijving van de organisatie. Een organisatie die een kwaliteitsbeheerssysteem heeft met diverse processen. Alle processen hebben hun eigen handleidingen. Het KCD bevat verwijzingen naar deze onderliggende stukken die de basis vormen voor het KCD. Op verzoek van de ACM is het KCD maximaal 50 pagina s en maximaal 50 pagina s als bijlage en bevat daarom niet de handleidingen. Om een oordeel te vormen over het KCD zijn deze handleidingen niet noodzakelijk, maar op verzoek kunnen deze eventueel worden verstrekt aan de ACM. De MR stelt dat voor gasnetten met een druk van 200 mbar of meer een capaciteitsplan wordt gemaakt. De gasnetten van Cogas hebben een druk tussen de 100 mbar en 8 bar. Dat is de reden dat voor het 4 en 8 bar gasnet een capaciteitsplan wordt gemaakt. De MR schrijft ook voor dat er een capaciteitsplan vereist is voor elektriciteitsnetten met een spanning van 25 kv of meer. Cogas heeft geen elektriciteitsnetten met een spanning hoger dan 10 kv waardoor een capaciteitsplan voor elektriciteitsnetten geen onderdeel uitmaakt van dit KCD. Uiteraard zijn er onderhoudsplannen voor de door haar beheerde spanningsniveaus. Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 7 van 61

8 2 Visie en Missie Het organisatorische, strategische plan voor Cogas wordt door de Cogas Holding B.V. gemaakt en vastgesteld in samenspraak met de directie en het managementteam. Dit plan is de basis om verdere invulling te geven aan beleid en uitvoering die voldoen aan de maatschappelijke verwachtingen en de wet- en regelgeving. De documenten die in dit hoofdstuk worden beschreven, vormen een belangrijk onderdeel van het kwaliteitssysteem. Cogas erkent een sense of urgency om de energietransitie te faciliteren, zodanig dat de energievoorziening betrouwbaar, efficiënt en veilig blijft. Daarbij hoort een nieuwe missie en visie met bijbehorende strategie. De directie vindt het van belang dat deze missie en visie is vastgelegd in een voor het bedrijf toegankelijk visiedocument. Dit is gerealiseerd in het besturingsmodel. Hierdoor is deze informatie beschikbaar in het kwaliteitsmanagementsysteem en daarmee beschikbaar voor de hele organisatie. 2.1 Missie De missie beschrijft wie wij (willen) zijn en waarvoor we staan. Onze missie is verwoord in het volgende statement: Cogas is de beste netbeheerder en loopt voorop bij de verduurzaming van (de energievoorziening in) de regio. 2.2 Visie De visie is de verwachting die wij uitspreken over een toekomstbeeld dat wij voor onze organisatie voor ogen hebben. Het geeft weer hoe wij Cogas zien over 5 á 10 jaar. Onze visie is verwoord in het volgende statement: Aan alle consumenten, bedrijven en (maatschappelijke) instellingen in Twente levert Cogas duurzaam comfort.

9 2.3 Kernwaarden De kernwaarden geven de drijfveren en de gedragscode weer van de organisatie. Zij vormen de basis voor strategische keuzes, voor het vormgeven van beleid, en hoe mensen handelen en met elkaar omgaan. Cogas heeft drie kernwaarden gedefinieerd, te weten: Duurzaamheid Verbondenheid Betrouwbaarheid Bij de interpretatie van de kernwaarden binnen Cogas, en specifiek binnen de kaders voor het nemen van besluiten, hanteert Cogas bedrijfswaarden om het benoemen en hanteren van criteria bij de afweging meer SMART te maken. Deze bedrijfswaarden zijn opgenomen in de risicomatrix van Cogas. Het gaat om de waarden: veilig, betrouwbaar, kosteneffectief, maatschappelijk en duurzaam betrokken. Hieronder volgt de uitwerking van de drie kernwaarden van Cogas Duurzaamheid Duurzaamheid voor Cogas is tweeledig. Het start voor Cogas altijd met veiligheid. Een duurzaam gebruik van de netten en diensten is gebaseerd op een hoge mate van veiligheid. Voor Cogas betekent dit blijvende inzet op veilig werken en een veilig netwerk voor medewerkers en omgeving. Inmiddels is dit een haast vanzelfsprekende zekerheid, maar een blijvend bewustzijn en handelen vindt Cogas belangrijk. Anderzijds betreft duurzaamheid de duurzame opwekking van energie en het efficiënter gebruik van energie en energienetten. Ook inspanningen gericht op het verduurzamen van de energievoorziening vallen binnen deze strategie. Daarnaast streeft Cogas duurzaamheid na in de bedrijfsvoering en in het faciliteren en stimuleren van consumenten en bedrijven. Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 9 van 61

10 2.3.2 Verbondenheid Verbondenheid staat in de eerste plaats voor de verbindingen in de grond (het netwerk). Daarnaast is Cogas een verbinder, om samen met andere partijen een bijdrage te leveren aan een duurzame regio. De verduurzaming van de energievoorziening plaatst ons op een centrale plek. Hierdoor zullen er veel vragen op ons af komen, bijvoorbeeld over terugleveren van energie door een woningbouwvereniging. Om oplossingen te vinden voor deze vragen, moeten we nieuwe wegen bewandelen. Nieuwe technologie kan belangrijk zijn, maar ook innovatieve toepassingen die alleen kunnen ontstaan door samenwerking. Cogas wil vanuit haar centrale positie samenwerken (verbinden) met onder andere leveranciers, aandeelhouders en innovatiepartners. Verbondenheid heeft ook betrekking op de mogelijkheden die Cogas biedt, die ervoor zorgen dat mensen (klanten en medewerkers) kunnen meedoen in de samenleving Betrouwbaarheid Betrouwbaarheid is het fundament van Cogas. Dit heeft zowel betrekking op de uitvoering van onze primaire taak (leverbetrouwbaarheid, betrouwbare netwerken) als op de wijze waarop we samenwerken met bestaande en nieuwe relaties (betrouwbare partner). Verschillende benchmarkonderzoeken laten zien dat Cogas al jaren tot de best presterende netbeheerders in Nederland behoort. De komende jaren dient de kwaliteit van dienstverlening ook tot uiting te komen in het stimuleren van duurzaam gedrag bij klanten - bijvoorbeeld in energiebesparing - en in de expliciete waardering van verschillende stakeholders voor ons bedrijf.

11 3 Kwaliteitsbeheersingssysteem Cogas bezit een kwaliteitsbeheersingssysteem om op een systematische wijze invulling te geven aan kwaliteit. Het kwaliteitsbeheersingssysteem wordt bij Cogas kwaliteitsmanagementsysteem (KMS) genoemd, maar inhoudelijk wordt hiermee hetzelfde bedoeld. Dit hoofdstuk beschrijft de werking van het KMS en is daarbij gebaseerd op gegevens uit het KMS. Het KMS is het systeem waarmee de complete kwaliteit wordt geborgd en is gericht op de beheersing van korte en langetermijnrisico s, die het realiseren of in stand houden van de nagestreefde kwaliteit van de transportdienst kunnen belemmeren. Vanuit het oogpunt van risicobeheersing zijn de processen van het KMS in een risicomanagementcyclus gezet conform de NTA 8120 (zie hoofdstuk 3.3). De procedure risicomanagement (zie 3.3.2) maakt onderdeel uit van deze cyclus en is belegd bij het cluster Assetmanagement (zie 3.2). Binnen het KMS wordt het optimum nagestreefd ten aanzien van veiligheid, betrouwbaarheid en kosteneffectiviteit. Daarnaast kent Cogas de bedrijfswaarden maatschappelijk betrokken en duurzaam die ook in het systeem zijn opgenomen. Cogas is NTA 8120:2014 gecertificeerd voor het ontwerpen, aanleggen, in stand houden en beheren van de gereguleerde gas- en elektriciteitsnetwerken tot maximaal 8 bar, respectievelijk maximaal 10 kv, binnen de grenzen van de concessiegebieden. Aanvullend voor de in NTA 8120 genoemde delen is Cogas gecertificeerd volgens NEN-EN-ISO 9001:2008 en de VGM Checklist Aannemers versie 2008/5.1 (VCA Petrochemie, in 2016 omgezet naar VCA ** ). 3.1 Kwaliteitsmanagementsysteem In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe het KMS in elkaar steekt. Hoe met kwaliteit wordt omgegaan en hoe de communicatie over (kwaliteits)beleid, doelstellingen en de resultaten van processen verloopt. Het KMS is gebaseerd op de norm NEN-EN-ISO 9001:2008. Jaarlijks vindt er een externe audit NEN- EN-ISO 9001:2008 plaats om de werking van het KMS te valideren en te verbeteren. Het KMS wordt gebruikt om afspraken vast te leggen over hoe de organisatie moet werken. Dit om het (kwaliteits)beleid en doelstellingen te kunnen realiseren. Op het niveau van Cogas Holding N.V. staan de visie, missie, bedrijfswaarden en strategische doelstellingen verwoord in het besturingsmodel. Onderliggende meerjaren- en jaarplannen van de businessunit Infra en Beheer worden daarvan afgeleid. Op deze wijze worden er afspraken binnen de organisatie vastgelegd, zoals de specifieke uitvoering van de werkzaamheden, welke richtlijnen van belang zijn, eisen vanuit wet en regelgeving, etc. Deze afspraken zijn vastgelegd in een systeem bestaande uit drie lagen (zie figuur 1): Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 11 van 61

12 Figuur 1. Piramide indeling KMS Laag 01: De processen in laag 01 geven een beschrijving van een bepaald product of dienst die geleverd wordt door de organisatie. De processen zijn vaak afdeling overstijgend en zijn een kapstok voor de procedures. Laag 02: Deze laag omvat de procedures die aangeven wat er moet gebeuren. De procedures beschrijven de stappen die nodig zijn om een bepaalde activiteit (taak) in een proces uit te voeren. Laag 03: In deze laag zijn documenten opgenomen die details geven over hoe een stap in een procedure gedaan moet worden, of welke richtlijnen ervoor gelden. Onder documenten vallen onder andere de werkinstructies en richtlijnen. De piramidestructuur geeft een heldere opzet waarin koppelingen tussen processen, procedures en documenten eenvoudiger zijn in te zien, te gebruiken en te beheren. De volgende zes processen zijn gedefinieerd: - Assetmanagement; - Realisatie netinfrastructuur; - Onderhoud & storingen; - Netbeheer administratie; - Informatiemanagement assets;

13 - Meterpools. Alle belangrijke activiteiten van de netbeheerder komen terug in deze zes processen. Door een duidelijke structuur van autorisatie is er borging en beheersbaarheid. Het eigenaarschap (en hiermee de autorisatie) is op procesniveau bij de afdeling Netbeheer belegd en de onderliggende procedures en documenten bij de inhoudelijk verantwoordelijken. Bij het aanbrengen van wijzigingen zorgt het vier ogen principe voor de borging. Tevens is het KMS voorzien van versiebeheer voor procedures en documenten. In 2014 zijn Cogas en CIS een dienstverleningsovereenkomst (DVO) aangegaan om de scheiding tussen beleid en uitvoering aan te scherpen. Cogas is daarbij verantwoordelijk voor het bepalen van de assetmanagement doelstellingen en houdt rekening met de geldende bedrijfswaarden. Dit vertaalt zich in het ontwikkelen van beleid waarmee de doelstellingen worden gerealiseerd. Hiertoe worden diverse plannen samengesteld, rekening houdend met risico s op het gebied van veiligheid, kwaliteit en capaciteit. CIS werkt hierbij in opdracht van Netbeheer en is verantwoordelijk voor het doelmatig, effectief en veilig uitvoeren van de opgedragen diensten en werkzaamheden. CIS draagt zorgt voor het realiseren van de plannen en voor de uitbesteding van diensten en werkzaamheden aan externe partijen. CIS rapporteert aan Netbeheer hoe de activiteiten verlopen. Met behulp van de opgestelde DVO rapportages daarover, wordt invulling gegeven aan stuurinformatie voor goed netbeheerderschap. Hierdoor wordt de veiligheid, betrouwbaarheid, kosteneffectiviteit, duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid aantoonbaar gemaakt. 3.2 Assetmanagement Binnen Cogas wordt door de afdeling Assetmanagement invulling gegeven aan de NTA8120. De NTA8120 sluit aan bij de zorgplicht van de netbeheerder om het elektriciteits- en gasnet optimaal te beheren ten aanzien van veiligheid, kwaliteit en capaciteit. Cogas vindt het daarom van belang om te voldoen aan deze norm. De certificatie van de NTA8120 biedt Cogas tevens de mogelijkheid tot een verdere invulling van zelfregulering met beperkt toezicht. De NTA8120 omvat het geheel aan activiteiten die nodig zijn voor het strategische en beleidsmatige beheer van de gas- en elektriciteitsnetten. De veiligheid, kwaliteit en capaciteit worden door het analyseren van de componenten, de capaciteitsvraag en de veranderingen in de regelgeving getoetst. Door middel van een risico gebaseerde afweging tegen de bedrijfswaarden worden daaruit strategieën opgesteld, doelstellingen geformuleerd en beleid opgesteld die voldoen aan de NTA8120. Binnen het assetmanagement worden tevens aspecten meegenomen die buiten de norm vallen maar wel degelijk van belang zijn voor toekomstscenario s. Hierbij valt te denken aan innovatie binnen de netten en het faciliteren van de energietransitie. Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 13 van 61

14 Het assetmanagement wordt volgens de plan-do-check-act -cyclus (PDCA-cyclus, zie figuur 2) uitgevoerd. De cyclus zorgt voor een continue verbetering door het plannen (Plan), implementeren (Do), bewaken (Check) en het treffen van maatregelen (Act). Daar waar de resultaten niet in lijn zijn met de missie, visie en het beleid wordt de afwijking van het gewenste resultaat als input gebruikt voor bijsturing. In de risicomanagementcyclus komt de PDCA-cyclus stapsgewijs terug. De risicomanagementcyclus vormt daarmee de kern van het KMS. Dit wordt in hoofdstuk 3.3 beschreven. Figuur 2. PDCA-cyclus 3.3 Risicomanagementcyclus Vanuit het oogpunt van risicobeheersing zijn de processen van het KMS opgezet conform een risicomanagementcyclus zoals beschreven in de NTA Een schematische weergave van deze cyclus is weergegeven in figuur 3. Deze cyclus geeft een overzicht van de activiteiten die uitgevoerd worden om risico s te beheersen. Er wordt daarbij rekening gehouden met ten minste de volgende typen risico s: - technisch falen van assets; - operationele risico s; - cybersecurity; - natuurverschijnselen;

15 - routinematige en niet-routinematige activiteiten; - uitrusting en materialen, geleverd door de organisatie of door anderen; - wijzigingen of voorgestelde wijzigingen in organisatie, activiteiten of materialen; - aanpassing van het assetmanagementsysteem, met inbegrip van tijdelijke wijzigingen, en hun invloed op werkzaamheden, processen en activiteiten; - eventuele wettelijke verplichtingen met betrekking tot risicobeoordeling en de invoering van de benodigde beheersmaatregelen; - financiële risico s. De identificatie- en beoordelingswijze van risico s wordt beschreven in hoofdstuk Hieronder volgt een beschrijving van de cyclus. De beschrijving start bij het proces realisatie. Per procesgang volgt een toelichting op de inhoud, en hoe het proces zich verhoudt in het geheel. Figuur 3. Risicomanagementcyclus Risicomanagementcyclus: realisatie netinfrastructuur Op basis van een marktverkenning, het vervangingsbeleid, aangekondigde reconstructies en aanpassingen van aansluitingen, wordt vanuit het jaarplan de jaarbegroting vastgesteld voor nieuwbouw en aanpassingen van netten en/of aansluitingen in het komende jaar. De realisatie vindt plaats volgens de normen en bedrijfsrichtlijnen en wordt voorbereid door CIS, die ook de uitvoering begeleidt. Voor het bewaken van beleidsuitgangspunten is de procedure ingericht voor besluitaanvragen. In deze procedure worden netontwerpen en -plannen ter goedkeuring voorgelegd bij het cluster Assetmanagement. CIS onderhoudt contacten met regionale overheden en ontvangt individuele verzoeken tot nieuwbouw of verzwaring. Beide zijn input voor een tijdige, voor zover noodzakelijke, offertevorming, Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 15 van 61

16 werkvoorbereiding en realisatie. Belangrijk is het juist en tijdig administratief verwerken van het project. Hierbij vindt onder andere de vastlegging plaats van statische assetgegevens in het bedrijfsmiddeleninformatiesysteem. Een goede vastlegging van netgegevens is noodzakelijk voor het veilig, betrouwbaar, kosteneffectief, maatschappelijk betrokken en duurzaam uitvoeren van netbeheer. De gegevens worden gebruikt voor bijvoorbeeld het uitvoeren van het onderhoud, het verhelpen van storingen en het opstellen van vervangingsbeleid. Juist vanwege dit belang zijn procedures ingericht die bijdragen aan een goede vastlegging van de gegevens Een juiste en volledige vastlegging is niet alleen van belang voor het effectief uitvoeren van netbeheer. Voor het verzorgen van KLIC meldingen in het kader van de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION) is deze informatie cruciaal. Derden die graafwerkzaamheden uitvoeren weten zo waar onze kabels en leidingen liggen, waardoor zij zorgvuldiger graven en het aantal graafschades kan verminderen. Om te kunnen voldoen aan een goede gegevensvastlegging is gegevensbeheer bij Cogas ingevoerd. Hierdoor wordt toezicht gehouden op het gebruik van de gegevens en wordt gestreefd naar het behalen, borgen en continu verbeteren van een vastgesteld kwaliteitsniveau. Voor het gegevensbeheer zijn onder andere de volgende aspecten van belang: a) inzicht hebben in welke gegevens waarmee worden geregistreerd; b) inzicht hebben in de rollen/verantwoordelijkheden van betrokkenen; c) volledigheid; d) juistheid; e) tijdigheid van invoering gegevens. In het document BMIS overzicht wordt weergegeven welke gegevens waarmee geregistreerd worden en wat de onderlinge relaties tussen de applicaties zijn. Naast uitleg over hoe de beheersorganisatie voor het BMIS is geregeld, wordt in het document Handboek Cogas Netbeheer Informatiesysteem uiteengezet waar de hele gegevensverzameling van Netbeheer uit bestaat. In 2014 is in opdracht van Netbeheer Nederland een methodiek opgezet voor het bepalen van de gegevenskwaliteit. Conform deze methodiek is er een kwaliteitsbepaling gedaan van de zogenaamde statische assetgegevens. Deze bepaling wordt vanaf 2015 elk half jaar gedaan. De resultaten worden weergegeven in de documenten Kwaliteit-Status-Gas en Kwaliteit-Status-Elektriciteit. Met behulp van deze kwaliteitsbepalingen worden aanvullende verbeteracties uitgezet. De juistheid van de gegevens wordt bij de invoering in het BMIS geborgd door gebruik te maken van keuzelijsten in combinatie met specifieke randvoorwaarden. Door deze randvoorwaarden met behulp van een programma toe te passen op de bestaande gegevens in het GIS, kan de gegevenskwaliteit verbeterd worden. De resultaten van deze analyse worden opgenomen in een kwaliteitslabel en kunnen leiden tot eventuele verbeteracties.

17 Steekproefsgewijs worden de ingevoerde gegevens op de onderdelen volledigheid, juistheid en tijdigheid gecontroleerd. De tijdigheid van invoering is mede bepaald door de WION. Elke maand vindt er rapportage plaats over de gegevenskwaliteit en de KLIC afhandeling. Vanuit het oogpunt van efficiëntie is bij CIS een combipunt ingericht waar werk aan aansluitingen gecombineerd met Cogas Kabel, Enexis, Vitens en Ziggo wordt voorbereid. CIS neemt ook deel aan een samenwerkingsverband van netwerkbedrijven en Regionale Opleidingscentra (ROC s) in Noordoost-Nederland (NoNed). In dit verband wordt synergie verkregen op het aanbesteden van werken en het opstellen van opleidingsprogramma s. Het proces Realisatie netinfrastructuur resulteert in statische gegevens over de netwerken. Na voltooiing gaat het realisatieproces over in het blootstellingsproces. Risicomanagementcyclus: blootstellingsproces Vanuit het proces Realisatie netinfrastructuur worden netten en aansluitingen in gebruik en beheer genomen. Tijdens deze beheerperiode wordt de netinfrastructuur blootgesteld aan diverse processen zoals veroudering, grondinvloeden, graafwerkzaamheden, etc. Het operationele beheer is gericht op het blijvend veilig en betrouwbaar laten functioneren van de netwerken in lijn met de bedrijfswaarden en doelstellingen. Het preventieve onderhoud wordt door operationeel beheer voorbereid en voor een belangrijk deel met eigen personeel uitgevoerd binnen de CIS. Het correctieve onderhoud wordt ook binnen CIS georganiseerd. Hiervoor is een 24-uurs storingsdienst beschikbaar die beschreven is in hoofdstuk 3.4. Ten behoeve van het veilig werken aan de netten, en voor de veiligheid van de omgeving worden zowel bij onderhoud als nieuwbouw diverse normen en richtlijnen gehanteerd (zie hoofdstuk 3.3.1). Bij CIS worden door de operationele beheerders diverse monitoringsactiviteiten uitgevoerd en periodiek en ad hoc gegevens geregistreerd over de conditie van de netten. Er wordt gewerkt volgens de geldende normen en bedrijfsrichtlijnen (zie hoofdstuk 3.3.1). Uit het operationele beheer komen wijzigingen van de netinfrastructuur en is vastlegging van zowel statische als dynamische data (wederom) van groot belang. Het blootstellingsproces resulteert in dynamische data over de netwerkprestaties en vormt daarmee, samen met de statische netwerkdata, input voor het analyseproces. Risicomanagementcyclus: (risico)analyseproces Voor de beleidsvorming en het opstellen van plannen worden de statische en dynamische data periodiek geanalyseerd. De (risico)analyse vormt input voor het besluitvormingsproces en is erop gericht voldoende maatregelen te treffen om minimaal de hiervoor genoemde streefwaarden te realiseren (zie hoofdstuk4) op een veilige, betrouwbare, kosteneffectieve, maatschappelijk betrokken en duurzame wijze. In algemene zin richt de risicoanalyse zich op het benoemen en kwantificeren van de kans op ongewenste gebeurtenissen, de oorzaken en de mogelijke effecten ervan per bedrijfswaarde. Binnen het risicomanagement worden in een risicomatrix grenzen per bedrijfswaarde gesteld. In de matrix Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 17 van 61

18 staat de ernst van de risico s, gebaseerd op de kans en het effect van een risico. Het product van beide risico eigenschappen bepaalt de zwaarte en de acceptatiegraad, ofwel de hoogte van het risico. De risicomatrix is in 2014 geëvalueerd en dit heeft geleid tot enkele kleine (tekstuele) aanpassingen en het kwantitatief maken van de bedrijfswaarde Duurzaam. Risico-identificatie, -analyse en het opstellen van maatregelen, gebeurt volgens de procedure Risicomanagement (zie hoofdstuk 3.3.2), en het intern gehanteerde handboek Risicomanagement. De risicoanalyses en beheersmaatregelen in het risicoregister zijn hiervan het resultaat. Naast het uitvoeren van de risicoanalyse vindt (kort cyclische) monitoring plaats van de (kritische) prestatieindicatoren en de gestelde jaarplannen. Deze vorm van monitoren maakt het tijdig ingrijpen in de processen mogelijk om risico s in een vroeg stadium te reduceren. Er vindt periodiek overleg plaats met de uitvoerende afdelingen en eventuele (potentiële) risico s dienen als input voor het risicomanagement. Vanuit de tweejaarlijks uitgevoerde marktverkenning wordt eveneens de procedure doorlopen voor het opstellen van de capaciteitsplanning. De resultaten van de capaciteitsplanning zijn opgenomen in hoofdstuk 6. Tevens wordt jaarlijks een componentenanalyse uitgevoerd waarmee de staat van de componenten van het gas- en elektriciteitsnetwerk geanalyseerd wordt. Het doel van de componentenanalyse is het objectief beoordelen van de kwaliteit van het net. Op basis daarvan kan onderbouwd worden beoordeeld of de huidige netten, en het bijbehorende beheer en beleid, voldoen aan de eisen. De resultaten van het risicoanalyseproces vormen input voor het besluitvormingsproces. In 2014 is bij Cogas een start gemaakt met het zogenoemde niet-technische risicomanagement conform de Bowtie-systematiek. Hierbij worden risico s geïnventariseerd en geanalyseerd die niet direct gerelateerd zijn aan assets, zoals risico s met betrekking tot financiën, voldoende kundig personeel, interne fraude, openbaar worden van vertrouwelijke gegevens, etc. De komende tijd zal dit niet-technische risicomanagement nader worden uitgewerkt. Voor de grootschalige aanbieding van de slimme meter (GSA) is in 2014 een projectteam geformeerd. Dit projectteam zorgt ervoor dat de GSA correct en volledig wordt uitgevoerd en relevante risico s worden beheerst. Risicomanagementcyclus: besluitvormingsproces De voorstellen voor risico reducerende maatregelen worden binnen het besluitvormingsproces beoordeeld door het cluster Assetmanagement. Afkeuring leidt tot het mogelijk opnieuw uitvoeren van de risicoanalyse. Bij goedkeuring kan beleidsvorming of bijstelling worden geïnitieerd en vormt deze input voor het begrotingsproces. Samen met resultaten uit het capaciteitsplan en de componentenanalyse leidt dit tot jaarplannen en goedgekeurde begrotingen voor nieuwbouw en onderhoud. Deze vormen de kaders voor het proces Realisatie netinfrastructuur en is onderdeel van de PDCA-cyclus van het risicomanagementproces die continue wordt doorlopen.

19 3.3.1 Normen, richtlijnen en voorschriften In de risicomanagementcyclus worden, naast de al genoemde NTA8120, diverse normen, richtlijnen en instructies toegepast. Voor de gasdistributie is de NEN 7244 reeks één van de voornaamste normen. Door toepassing van de NEN 7244-reeks wordt aangesloten bij de Europese serie EN Het merendeel van de bestaande gasinfrastructuur is ontworpen en aangelegd onder de toen geldende KVGN-richtlijnen, de voorganger van de NEN 7244-reeks. Naast het bovengenoemde wordt voor de aanleg, het onderhoud en het beheer van gasstations de norm NEN 1059 gehanteerd. Voor de aanleg van elektriciteitsnetten zijn vooral de NEN 1041, NEN 1010 en de door Netbeheer Nederland uitgegeven richtlijnen distributienetten van belang. Voor het beheer van en veilig werken aan de gas- en elektriciteitsnetten wordt voldaan aan de gestelde eisen in de NEN 3840, BEI-BLS en de VIAG met de onderliggende veiligheidswerkinstructies. Omdat de NEN 3840 niet goed aansluit bij de werkzaamheden van de netbeheerders, wordt deze in 2016 vervangen door de BEI-BHS. Op basis van deze normen, ervaring, werkzaamheden en het opleidingsniveau worden aanwijzingen verstrekt aan de eigen medewerkers en derden die werkzaamheden verrichten. Via een webportal hebben zij toegang tot de laatste versies van de relevante documenten. Behalve de normen worden er bedrijfsspecifieke richtlijnen gehanteerd bij het ontwerp, de aanleg en het beheer van de gas- en elektriciteitsdistributienetten. Deze projectie-, onderhoud-, en tekenrichtlijnen zijn in eigen beheer opgezet en worden jaarlijks geactualiseerd. Via een webportal hebben derden die werkzaamheden verrichten toegang tot de relevante (delen van deze) documenten Risicomanagement In de risicomanagementcylcus neemt de procedure Risicomanagement een belangrijke plaats in. Het maakt in de cyclus onderdeel uit van het analyseproces. Met behulp van deze procedure worden risico s geïdentificeerd, beoordeeld en indien nodig beheersmaatregelen opgesteld. Het doel hierbij is het nemen van betere beslissingen op een consistente en navolgbare wijze. Binnen het risicomanagement is er veel aandacht voor de optimale koppeling met de bestaande organisatie en organisatiestructuur. Het bestaande beleid bestaat namelijk uit een groot aantal maatregelen om risico s te beheersen. Dit is zichtbaar in de diverse bowties in de vorm van al toegepaste barrières. In de bowties wordt een onderscheid gemaakt tussen risico s en aandachtspunten: - Risico: de kans op een negatieve gebeurtenis in combinatie met de potentiële impact ervan. - Aandachtspunt: een gebeurtenis, situatie of handelswijze die mogelijk een verhogende werking heeft op een risico. Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 19 van 61

20 In de regel zijn aandachtspunten praktischer en specifieker van aard dan risico s (zie figuur 4). Een aandachtspunt is namelijk veelal een faalmogelijkheid van een bestaande risicobeheersmaatregel. Figuur 4. Spectrum risicomanagement Cogas Inventarisatie aandachtspunten De procedure risicomanagement begint met het inventariseren van aandachtspunten. Aandachtspunten kunnen uit allerlei activiteiten voortkomen en overal betrekking op hebben. Hiervoor geldt geen beperking. Voorbeelden van bronnen voor het inventariseren van aandachtspunten zijn weergegeven in Tabel 1: Tabel 1. Voorbeelden van bronnen voor het inventariseren van aandachtspunten.

21 In 2014 is een meldpunt op het intranet van Cogas gerealiseerd waardoor het mogelijk is voor medewerkers om eenvoudig en laagdrempelig aandachtspunten te melden. Na de identificatie van een aandachtspunt wordt beoordeeld of het relevant is. Indien dit niet het geval is, wordt het aandachtspunt afgesloten en wordt dit in het risicoregister vermeld in de aandachtspuntenlijst (een verzamelplaats van alle aandachtspunten met de bijbehorende relevante informatie). Indien het aandachtspunt relevant is, wordt gekeken of het te relateren is aan een al bestaand risico. Zo ja, dan wordt het aandachtspunt in de relevante bowties in het risicoregister geplaatst en de aandachtspuntenlijst bijgewerkt. Het beoordelen op relevantie en het plaatsen in de bowties gebeurt op basis van de kennis en ervaring van een expertgroep. Een expertgroep bestaat uit werknemers van verschillende uitvoerende afdelingen met ruime praktijkervaring. Indien het aandachtspunt niet gerelateerd kan worden aan een bestaand risico, dan wordt een nieuw risico gedefinieerd dat vervolgens wordt beoordeeld zoals hieronder is beschreven. Risicobeoordeling Nadat de risico s, zoals hierboven beschreven, zijn benoemd, worden ze beoordeeld op de bedrijfswaarden veilig, betrouwbaar, kosteneffectief, maatschappelijk betrokken en duurzaam. Zoals vermeld in hoofdstuk 3.3 is in 2014 de bedrijfswaarde duurzaam vastgesteld. Voor nieuwe risicoanalyses of tijdens het updaten van bestaande risicoanalyses zal de bedrijfswaarde duurzaam, indien relevant, ook worden meegenomen. Om het risico-oordeel te bepalen wordt een actuele risicoanalyse uitgevoerd, waarbij gestreefd wordt naar het beste van twee werelden: een objectieve risicoanalyse gecombineerd met het nemen van beslissingen op basis van ervaring. Dit wordt vormgegeven door conclusies volgend uit (data-)analyses te vergelijken met de praktijkervaring en kennis van een expertgroep. Het beoordelen van de risico s gebeurt op basis van brongegevens, waarbij de volgende voorkeursvolgorde wordt gehanteerd (zie tabel 2): Voorkeursvolgorde brongegevens Voorbeelden 1. (Meet)data Cogas - KB waarden - Belastingstromen - Financiële bestedingen. 2. Registratiegegevens Cogas - Storingsregistratie - Ongevallen en incidentmeldingen - Bedrijfsmiddelen Informatiesysteem (BMIS) 3. Registratiegegevens netbeheer extern - Nestorrapportage - Rapportage Veiligheidsindicator - Ongevallen elders - Kenniscentrum Gasnetbeheer 4. Registratiegegevens landelijk / - CBS internationaal - wetenschappelijke studies/rapporten Tabel 2. Voorkeursvolgorde brongegevens risicoanalyse De beperkte beschikbaarheid of (statistische) onbetrouwbaarheid van de data van Cogas kan ook leiden tot grote onzekerheid in de analyse, waardoor het gebruik van bijvoorbeeld landelijke registratiegegevens toch de meest betrouwbare gegevensbron wordt. Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 21 van 61

22 Met behulp van de brongegevens wordt de kans en het effect, behorend bij een risico, beoordeeld. Nadat de brongegevens zijn geanalyseerd, beoordeelt de relevante expertgroep de data-analyses en/of conclusies. Zij valideren of corrigeren deze of vullen ze aan waar nodig. Indien er voor specifieke risico s geen of onvoldoende betrouwbare data voorhanden is, wordt de expertgroep om een kwalitatief oordeel gevraagd ter ondersteuning van de objectieve gegevens. De risicoanalyse resulteert op deze manier in een zo betrouwbaar mogelijke inschatting van de kans per jaar dat een gebeurtenis met een omschreven effect optreedt. De risicoanalyse leidt zo tot een risico-oordeel per relevante bedrijfswaarde door de uitkomsten te relateren aan de risicomatrix. De risico s worden, afhankelijk van de kans en het effect, beoordeeld als: - Verwaarloosbaar Risico behoeft geen extra beheersmaatregelen. - Laag Risico behoeft geen maatregelen voor verlaging van het risico, anders dan de gebruikelijke methodiek te streven naar een hogere effectiviteit. - Midden Inventariseren van maatregelen om het risico op middellange termijn (0 5 jaar) te reduceren tot een laag niveau. - Hoog Inventariseren van maatregelen om het risico op korte termijn (0 3 jaar) te reduceren tot een midden niveau. - Onacceptabel Maatregelen zijn direct noodzakelijk om het risico te reduceren tot maximaal hoog. Beheersmaatregelen Indien er sprake is van een verhoogd risico wordt in samenwerking met de Expertgroep een voorstel voor een beheersmaatregel opgesteld. Een beheersmaatregel kan bestaan uit het verbeteren van bestaande beheersmaatregelen (veelal het oplossen van aandachtspunten), het introduceren van nieuwe beheersmaatregelen of een combinatie van beide. Vervolgens beslist Cogas of het voorstel een definitieve beheersmaatregel wordt. Vastgestelde risico s De totaallijst van onderkende risico s is in bowties verwerkt waarbij de hoogte van het risico is vastgesteld met een objectieve risicoanalyse, zoals hiervoor is beschreven. Hieronder staan de risico s weergegeven die de beoordeling midden of hoger hebben (zie tabel 3 en tabel 4). Dit resulteert in vijf risico s. Door mitigerende maatregelen en periodieke evaluaties van risicoanalyses verschilt dit overzicht ten opzichte van het KCD Risicocode Risicobeschrijving Bedrijfswaarde Risicobeoordeling Gaslekkage aansluiting door graafwerkzaamheden Veilig Midden Gaslekkage in distributienet (100 mbar) door graafwerkzaamheden Veilig Midden Vandalisme/diefstal bij gasaansluitingen Kosteneffectief Hoog Tabel 3. Gasdistributierisico s met een risicobeoordeling midden of hoger.

23 Risicocode Risicobeschrijving Bedrijfswaarde Risicobeoordeling Onjuiste verbinding in MS-net door graafwerkzaamheden Betrouwbaar Maatschappelijk betrokken Midden Vandalisme/diefstal bij LS aansluitingen Veilig Midden Kosteneffectief Hoog Tabel 4. Elektriciteitsdistributie risico s met een risicobeoordeling midden of hoger. Op basis van de analyse zijn er naast de bestaande beheersmaatregelen, die al verweven zijn in de huidige bedrijfsvoering, voor bovenstaande risico s stappen gezet om additionele maatregelen in te voeren om tot reductie van deze risico s te komen. Dit betreft het actiever inzetten op schade- en fraudepreventie. 3.4 Oplossen storingen en onderbrekingen Cogas staat voor een hoge mate aan veiligheid en leveringszekerheid van de gas- en elektriciteitsnetten. Tijdens het ontwerpstadium en de aanleg wordt hier rekening mee gehouden. Na de initiële aanleg wordt preventief onderhoud uitgevoerd indien dit nodig blijkt. Ondanks alle maatregelen doen zich in de dagelijkse praktijk situaties voor die een bedreiging (kunnen) zijn voor de leveringszekerheid en veiligheid. Om de veiligheid en kwaliteit zo snel mogelijk te herstellen, is een storingsorganisatie ingericht die 24 uur per dag en 365 dagen per jaar actief is. Periodiek worden calamiteitenoefeningen gehouden om de kennis en vaardigheden van de storingsmonteurs en organisatie op het gewenste niveau te houden. Daarnaast worden toolboxbijeenkomsten gehouden om de medewerkers te informeren over relevante aspecten Organisatie Het oplossen van storingen en onderbrekingen is belegd bij CIS. Er is een servicedesk ingericht voor een vakkundige aanname van de storingsmeldingen. De inzet van technische medewerkers wordt vervolgens door de Backoffice gedaan. Afhankelijk van de urgentie, aard en omvang worden monteurs en/of projectleiders aangestuurd om storingen te verhelpen. Buiten kantooruren neemt een callcenter deze taak waar. Klanten kunnen in alle gevallen gebruik maken van het landelijke storingsnummer en/of de landelijke site Ook buiten kantooruren is een storingsdienst actief, waarbij tevens een operationeel installatieverantwoordelijke en werkverantwoordelijke ingeroosterd zijn. Kleine storingen worden door monteurs zelfstandig opgelost. De inzet en coördinatie tijdens grote storingen wordt door de operationele installatieverantwoordelijke geregeld. Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 23 van 61

24 De inzet van personeel en materiaal vindt tijdens kantooruren hoofdzakelijk plaats vanuit het kantoor in Almelo. Buiten kantooruren vindt dit decentraal plaats. Daarvoor zijn enkele steunpunten ingericht om middelen snel voorhanden te hebben Uitvoering Om een snel herstel van de veiligheid en de levering te garanderen, is een goede organisatie van de storingsdienst noodzakelijk. Deze is in procedure B1.P03.03 Storingen afhandelen Infra en Beheer verder uitgewerkt. De organisatie en werkwijze van de storingsdienst is opgenomen in Handboek storingsdienst. Dit handboek bevat onder andere: - procedures voor het oplossen van storingen - criteria voor het opschalen van een storing - werkwijze bij opschalen naar het calamiteitenplan van Cogas - taken, verantwoordelijkheden, definities en communicatiewijze. Alle storingen worden vastgelegd in een storingsregistratiesysteem om analyse en daarmee bijsturing mogelijk te maken. Dit vindt plaats op basis van de Nestorsystematiek. De afgelopen jaren is het nieuwe Onderhoud Management Systeem (OMS) operationeel geworden. Gaandeweg zijn en zullen steeds meer technische groepen van het systeem gebruik gaan maken. Het OMS draagt bij aan het mogelijk maken van analyses van dynamische assetdata. Het OMS bevat: - administratieve aanname en afhandeling storingen - geautomatiseerde werkorderflow - digitale formulieren - registratie dynamische assetinformatie (meet- en onderhoudsgegevens) - registratie storingsgegevens - validatie op gegevensinvoer - rapportage tools 3.5 Cybersecurity Cogas maakt gebruik van een bedrijfsbreed securityprogramma waarin de basisconcepten van beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid worden ondersteund door geïmplementeerde Security Controls. Deze zijn ontworpen om risico s ten aanzien van dataverlies, datacorruptie en onderbreking van de dienstverlening weg te nemen of te mitigeren Security & Risk Management Het informatiebeveiligingsbeleid, vrij ingericht naar de ISO27001 norm, beschrijft onder andere de beveiligingsorganisatie, de beveiligingseisen ten aanzien van personen en de fysieke omgeving.

25 3.5.2 Communications & Network Security De hele netwerkinfrastructuur, waaronder ook de SCADA ICS systemen, is gebaseerd op het zeven lagen OSI model en TCP/IP. De telemetriestations zijn ook ontsloten via TCP/IP IP Networking Het IP netwerk is geografisch verspreid over meerdere typen netwerken op basis van een datacenterconcept. Systemen die een koppeling met internet hebben, maken gebruik van een demilitarized zone. De telemetriestations zijn op een separaat netwerksegment geplaatst evenals het beheernetwerk en WiFi. Er zijn maatregelen getroffen om bewijsmateriaal te verzamelen van een eventuele inbraak, en om de kwetsbaarheid van netwerkapparatuur te verminderen. De tijdsynchronisatie tussen alle (netwerk)componenten wordt afgehandeld door een tijdserver. Er wordt gebruik gemaakt van meerdere firewalls van verschillende leveranciers om de zeven lagen van het OSI model te beveiligen. De firewall voor de hogere lagen van het OSI model is ook beschikbaar op de datacenterlocaties en biedt aanvullende functionaliteit ten behoeve van TLS/SSL afhandeling. Er wordt gebruik gemaakt van een systeem om binnendringen te signaleren en tegen te gaan. Er worden audit logs, van netwerkswitches, firewalls en Active Directories verzameld en gecorreleerd. Voor remote toegang wordt gebruik gemaakt van een VPN cliëntapplicatie met 2 factor authenticatie die met TLS een beveiligde verbinding met de firewall opzet. Daarnaast zijn diverse IPsec Site-to-Site tunnels operationeel. Voor de monitoring van alle netwerkcomponenten wordt gebruik gemaakt van een centrale beheertool met alarmering Security Operations Voor gebouwen en ruimtes zijn meerdere toegangscontrolesystemen operationeel. Anti-virus en antimalware software is geïnstalleerd. Periodiek wordt een site recovery test uitgevoerd waarbij de primaire processen draaien vanaf de uitwijklocatie. Ten behoeve van updates zijn diverse voorzieningen ingericht. Er is Incident- en Changemanagement geïmplementeerd. Het buitenterrein van het gebouw waar de servers staan, is voorzien van CCTV (closed-circuit television) Identity & Access Management Fysieke toegang tot de assets word beheerd door de operationeel beheerders. Zij houden toezicht op, en geven de autorisaties uit voor het Cogas gebouw, de telemetriestations en Ibox locaties. Binnen het informatiebeveiligingsbeleid is het wachtwoordbeleid vastgelegd. Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 25 van 61

26 4 Kwaliteit 4.1 Terugblik netkwaliteit 2013 en 2014 In dit hoofdstuk wordt teruggeblikt op de netprestaties van 2013 en 2014 in relatie tot de streefwaarden zoals afgegeven in de KCD s 2011 en Omdat de uitvalcijfers over het jaar 2015 nog niet bekend zijn, zijn deze niet in de terugblik meegenomen. Bij de kleinere netbeheerders, zoals Cogas, zijn de uitvalcijfers onderhevig aan schommelingen. Over meerdere jaren gezien, is er sprake van een stabiel en voor Cogas uitstekend resultaat en 2014 waren goede jaren voor de elektriciteitsdistributie en iets minder voor de gasdistributie. De terugval van de gascijfers in 2014 was vooral toe te schrijven aan één storing. Ook landelijk zijn de resultaten bij gas vooral bepaald door slechts een handvol storingen die veel overeenkomst hebben. Het betrof in alle gevallen schade aan het gasnet door storingen in het waterleidingnet. Er zijn geen signalen dat er sprake is van een structureel probleem. Elektriciteit - Onvoorzien In het jaar 2013 is de streefwaarde voor de onderbrekingsfrequentie overschreden, zie Tabel 5. Dit werd veroorzaakt door de grootschalige aanleg van glasvezelnetten. Hierbij werd veelvuldig een kabel geraakt. Met de grondroerders zijn gesprekken gevoerd en dat heeft een positief effect gehad op het aantal graafschades. Nu de aanleg klaar is, is het aantal graafschades ook gedaald. Elektriciteit - Voorzien In de periode zijn de streefwaardes niet overschreden, zie Tabel 6. Het aantal saneringen is naar beneden bijgesteld. Dat heeft invloed gehad op de uitvalcijfers, die daardoor lager zijn. Gas - Onvoorzien Voor de discipline gas zijn de streefwaarden voor de kwaliteitsindicatoren, met betrekking tot de jaarlijkse uitvalduur, gemiddelde onderbrekingsduur en de onderbrekingsfrequentie bij de onvoorziene onderbrekingen overschreden in het jaar 2011 en 2014 (zie Tabel 7). De streefwaarden voor zijn in het vorige KCD scherp neergezet en niet allemaal gehaald. En de gerealiseerde cijfers voor 2013 en 2014 liggen onder het landelijk gemiddelde. Gas - Voorzien Bij de geplande onderbrekingen in 2013 zijn bij alle indicatoren de streefwaarde van Cogas overschreden, zie Tabel 8. In 2014 zijn de streefwaarde voor onderbrekingsfrequentie en jaarlijkse uitvalduur gehaald, de gemiddelde onderbrekingsduur niet.

27 4.2 Streefwaarden Terugkijkend op de afgelopen jaren is de conclusie dat de streefwaarden van het KCD 2013 de afgelopen twee jaar op diverse fronten overschreden zijn, maar dat dit deels te wijten was aan grotere incidenten en deels afhankelijk van het saneringsbeleid en het registratiesysteem. De vraag is nu wat de streefwaarden voor zouden moeten zijn. Daarbij spelen een aantal overwegingen een rol. Cogas heeft de ambitie om voor de kwaliteitsprestaties bij de betere netbeheerders van Nederland te horen. Vanuit deze doelstelling en ambitie zijn reeds in 2011 enkele streefwaarden voor onvoorziene onderbrekingen (in het KCD 2011) aangescherpt. Door wijzigingen in het tariefmodel heeft Cogas in de huidige reguleringsperiode ( ) fors lagere opbrengsten dan in de vorige reguleringsperiode. Derhalve staat de mogelijkheid tot het doen van aanvullende investeringen in de netten, om het kwaliteitsniveau te verhogen en daarmee de storingsprestaties te verbeteren, onder druk. Hierdoor wordt bijvoorbeeld de omvang van preventieve saneringen van aansluitleidingen de komende jaren kleiner dan voorheen. Deze ontwikkelingen zijn meegenomen bij het bepalen van de streefwaarden voor 2016 en Het kwaliteitsbeheersingssysteem is gericht op het realiseren van betrouwbaarheidsindicatoren lager dan de genoemde streefwaarden. Lagere waarden voor de kwaliteitskengetallen (voor onvoorziene onderbrekingen) betekenen een hogere betrouwbaarheid van de transportdienst. De overwegingen bij de streefwaarden zijn als volgt: Elektriciteit Onvoorzien Door het relatief geringe aantal aansluitingen zijn er meer schommelingen in het uitvalcijfer. Voor het bepalen van de streefwaarde is gebruik gemaakt van het vijfjarengemiddelde van Cogas, vermeerderd met de standaarddeviatie over die periode en een marge van 30%. De streefwaarden onvoorzien liggen daarmee op een realistisch en ambitieus niveau dat in lijn ligt met de waarden van de afgelopen vijf jaar. Incidentele extreme waarden - boven het gemiddelde - zijn bij de bepaling van de streefwaarden niet meegenomen. In 2012 heeft zich een extreme situatie voorgedaan. De streefwaarden zijn in tabel 5 opgenomen. streefwaarden elektriciteit onvoorzien gemiddeld Cogas streefwaarde (KCD 2013) Cogas streefwaarde (KCD 2015) Gemiddelde onderbrekingsduur Onderbrekingsfrequentie 58 min. 70 min. 56 min. 88min. 82 min. 0,110 0, , Jaarlijkse uitvalduur 6,48 min. 2,88 min. 5,45 min. 7,39 min. 8,42 min. Tabel 5 streefwaarden elektriciteit onvoorzien Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 27 van 61

28 Elektriciteit Voorzien De streefwaarden zijn een samenstel van geplande onderbrekingen door de afdeling onderhoud, en een post voor het incidenteel vervangen van aansluitleidingen. Voor het bepalen van het deel van de afdeling onderhoud wordt gebruik gemaakt van het vijfjarengemiddelde, vermeerderd met de standaarddeviatie over die periode en een marge van 30%. De streefwaarden zijn in tabel 6 opgenomen. streefwaarden elektriciteit voorzien Gemiddelde onderbrekingsduur Onderbrekingsfrequentie gemiddeld Cogas streefwaarde (KCD 2013) 82 min. 37 min min. 59 min. 0,05 0,03 0,12 0,09 0,09 Cogas streefwaarde (KCD 2015) Jaarlijkse uitvalduur 3,87 min. 1,08 min. 2,85 4,52 min. 5,07 min. Tabel 6 streefwaarden elektriciteit voorzien Gas Onvoorzien Na een stabilisatie van de storingscijfers in 2013 zijn in 2014 zowel bij Cogas als landelijk sterk afwijkende getallen te zien. Deze werden veroorzaakt door enkele grote storingen bij diverse RNB s. Het betrof in alle gevallen een gecombineerde gas waterstoring waarbij water en modder in de gasleidingen stroomde. Bij Cogas betreft dit één storing: in de Nicolaas Beetstraat in Oldenzaal. Met minuten is dit ruim 60% van de totale onderbrekingstijd voor Cogas in Bij het bepalen van de streefwaarden wordt deze storing als een incident beschouwd en niet meegenomen in de berekening. De streefwaarden zijn in tabel 7 opgenomen. Gemiddelde onderbrekingsduur Streefwaarde 80 minuten. De huidige streefwaarde van 70 minuten blijkt te ambitieus. Deze is dan ook nog nooit door Cogas gehaald. Rekening houdend met de tijd die een monteur nodig heeft om alle handelingen uit te voeren die noodzakelijk zijn, is deze streefwaarde te scherp gesteld. De nieuwe streefwaarde voor de komende periode is 80 minuten. Het gemiddelde van de laatste vijf jaren is 90 minuten. Hiermee wordt verscherping aangebracht. De verwachting is dat dit mogelijk is door slim te handelen. Gemiddelde onderbrekingsfrequentie Streefwaarde is Met is deze streefwaarde iets minder scherp neergezet dan in In het verleden zijn wel lagere waarden behaald en ook het aantal graafschades lijkt iets terug te lopen. De reden voor het minder scherpstellen, is de geplande grootschalige aanleg van glasvezelkabel in het buitengebied en de grootschalige aanbieding van slimme meters die in 2016 een versnelling krijgt. Ervaring leert dat er hierdoor vaker een storing optreedt. Hiermee lijkt de

29 streefwaarde weliswaar minder ambitieus, maar gezien de achterliggende periode wel meer realistisch. Jaarlijkse uitvalduur Streefwaarde 17 seconden Deze waarde is de vermenigvuldiging van de Onderbrekingsduur en de Onderbrekingsfrequentie. De laagste waarde hiervoor ooit bij Cogas gehaald, is 14 seconden. Hiermee is duidelijk dat 17 seconden een haalbare waarde is. Hierbij moet echter wel de kanttekening worden geplaatst dat een enkele storing zoals vorig jaar in Oldenzaal de score kan verdrievoudigen. streefwaarden gas onvoorzien Gemiddeld Cogas streefwaarde (KCD 2013) Cogas streefwaarde (KCD 2015) Gemiddelde onderbrekingsduur Beste 48 min. Gemid. 150 min. Cogas 75 min. Beste 63 min. Gemid. 497 min. Cogas 167 min. Cogas 105 min. 70 min. 80 min. Onderbrekingsfrequentie Beste 0,0016 Gemid. 0,0065 Cogas 0,0044 Beste 0,003 Gemid. 0,0067 Cogas 0,0053 Cogas 0,0043 0,0035 0,004 Jaarlijkse uitvalduur Beste 13 sec. Gemid. 61 sec. Cogas 20 sec. Beste 10 sec. Gemid.243 sec. Cogas 54 sec. Cogas 27 sec 15 sec. 17sec. Tabel 7 streefwaarden gas onvoorzien Gas - Voorzien Cogas heeft de laatste jaren sterk ingezet op de preventieve saneringen van aansluitleidingen. Zo is ook landelijk een trend merkbaar. Hoewel de investeringsruimte de afgelopen jaren is teruggelopen is Cogas sterk blijven inzetten op het preventief saneren van aansluitleidingen. Na een kleine afname van het aantal saneringen is voor het komende jaar het aantal te saneren aansluitingen op 2350 gesteld, een toename van 600 stuks ten opzichte van Gemiddelde onderbrekingsduur Streefwaarde is 150 minuten Bij deze streefwaarde moet worden opgemerkt dat de onderbrekingstijd bij het saneren van een aansluiting beduidend hoger is dan bij de meeste onderhoudswerkzaamheden. RNB s die relatief veel aansluitingen saneren, zullen hier een hogere waarde hebben. Anderzijds is deze streefwaarde de meest beïnvloedbare waarde bij voorziene onderbrekingen. Het gaat hier vooral om klantgericht denken en slim handelen. Hoewel in 2014 deze waarde niet gehaald is, heeft Cogas de ambitie om deze waarde eerder scherper dan minder scherp te stellen. In dit KCD wordt de streefwaarde van 2013 gehandhaafd. Door het relatief grotere aantal arbeidsintensieve saneringen t.o.v is hiermee de verscherping aangebracht. Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 29 van 61

30 Gemiddelde onderbrekingsfrequentie Streefwaarde is De streefwaarde is verhoogd door de stijging van het aantal te saneren aansluitingen in 2016 naar 2300 stuks. Het totaal aantal geplande onderbrekingen wordt geschat op Geplande onderbrekingen door het verwisselen van gasmeters in het kader van de grootschalige aanbieding van slimme meters worden conform de Nestorsystematiek niet meegenomen. Jaarlijkse uitvalduur Streefwaarde is 257 seconden Deze waarde is de vermenigvuldiging van de Onderbrekingsduur met de Onderbrekingsfrequentie. Hierbij is voor gepland onderhoud een kortere onderbreking voorzien dan voor een sanering. De streefwaarden zijn in tabel 8 opgenomen. streefwaarden gas voorzien Gemiddeld Cogas streefwaarde (KCD 2013) Cogas streefwaarde (KCD 2015) Gemid Ond duur NL. gemid. 188 min. Cogas 169 min. NL. gemid. 191 min. Cogas 154 min. NL. 208 min. Cogas 184 min. 150 min. 150 min. Onderbrekingsfrequentie NL. gemid. 0,0269 Cogas 0,0283 NL. gemid. 0,0212 Cogas 0,0167 NL.0,024 Cogas 0,0251 0,0205 0,0285 Jaarlijkse uitvalduur NL. gemid. 304 sec. Cogas 288 sec. NL. gemid. 243 sec. Cogas 155 sec. NL. 246 sec. Cogas 278 sec 185 sec. 257 sec. Tabel 8 streefwaarden gas voorzien

31 4.3 Relatie met belangrijkste netgerelateerde risico's De veiligheid in relatie met netgerelateerde risico s zijn opgenomen in hoofdstuk 3: Kwaliteitsbeheersingssysteem. 4.4 Maatregelen ten aanzien van onderhoud en vervanging/investeringen In de fase na de realisatie is het doel om zoveel mogelijk de kwaliteit te behouden zoals die bij de aanleg is gerealiseerd. Om aan de eisen van veiligheid en betrouwbaarheid te blijven voldoen, is er een onderhouds- en vervangingsstrategie voor de beheerfase (zie hoofdstuk 4.4.1). De onderhoudsstrategie richt zich voornamelijk op het veilig en betrouwbaar laten functioneren van de gas- en elektriciteitsnetten op korte termijn ( zeven jaar). Strategische vervangingen richten zich meer op het behouden en verbeteren van de netten op lange termijn Middellange termijn: komende zeven jaar Artikel 11 lid 1f en artikel 15 lid 4 uit de MR Q: Maatregelen in onderhoud en vervanging voor realiseren of in stand houden nagestreefde kwaliteit van transportdienst Onderhoud Het onderhoudsbeleid voor gas en elektriciteit voorziet erin dat op maat gesneden onderhoud wordt gepleegd aan de installaties. Bij het bepalen van het benodigde onderhoud wordt gekeken naar de gevolgen van een mogelijke storing op de bedrijfswaarden. Dit analyseproces neemt een belangrijke plaats in binnen de risicomanagementcyclus (PDCA). Onder onderhoud wordt hier het preventief onderhoud verstaan, niet de preventieve vervanging. Alle structurele onderhoudsactiviteiten zijn opgenomen in de Onderhouds- en Beheerrichtlijnen voor elektriciteit en voor gas. De basis voor de onderhoudskosten in 2016 is de conceptbegroting De stijging voor de jaren daarna is gekoppeld aan de groeipercentages voortkomend uit het meest waarschijnlijke scenario zoals verwoord in de capaciteitsanalyse (zie hoofdstuk ). De totale onderhoudskosten waren in 2013 en 2014 in lijn met het KCD 2011 en KCD Enerzijds zijn er besparingen bereikt door kritisch te kijken naar het onderhoudsbeleid. Anderzijds waren er meer kosten door graafschade. Maar daar stond dan weer een verhoging van de bijdrage door derden tegenover. Voor de komende periode is de bijdrage derden redelijk in lijn met de realisatie van de afgelopen periode. Gezamenlijk beschrijft dit het onderhoudsplan voor zowel de korte ( 3 jaar) als de middellange termijn ( 7 jaar). Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 31 van 61

32 De vervangingen voor de korte- en lange termijn worden in de navolgende paragrafen beschreven Vervanging In de afgelopen KCD-periode is er vanuit Netbeheer Nederland een langetermijnstudie uitgevoerd naar de Nederlandse regionale gas- en elektriciteitsnetten 1. Deze studie is gericht op optimalisatie van vervangingsinvesteringen, rekening houdend met kwaliteit, veiligheid en kosteneffectiviteit. Vanuit diverse regionale netbeheerders, waaronder Cogas, is hieraan meegewerkt. In 2015 is het langetermijnbeleid voor vervangingsinvesteringen ( ) vastgesteld. Daarbij zijn vorige plannen als basis genomen en aangevuld nieuwe ervaringen en de gevolgen van de reguleringsperiode. Door kritischer te kijken naar de levensverwachting van de assets konden besparingen worden bereikt. Met de huidige inzichten gaat het investeringsniveau na 2018 stijgen. Deze stijging komt door veroudering van de assets met in het bijzonder de sanering van hard PVC in de hoofdnetten. Landelijk wordt er structureel steeds meer onderzoek gedaan naar de effecten van veroudering om op een risicogebaseerde wijze (met behoud van kwaliteit en veiligheid) vervanging te kunnen uitstellen Korte termijn: komende drie jaar Artikel 11 lid 1g en artikel 16 lid 1a uit de MR Q: De netbeheerder werkt overeenkomstig een investeringsplan voor de komende drie jaren, waarin hij voor ieder jaar afzonderlijk de te plegen investeringen en de daarvoor benodigde werkzaamheden beschrijft met een uitsplitsing naar vervangings- en uitbreidingsinvesteringen. Het analyseproces leidt tot diverse beleidsstukken, waarin aanbevelingen worden gedaan voor vervangings- en uitbreidingsinvesteringen. Deze stukken zijn gepubliceerd op het KMS. De plannen die voor de korte termijn hieruit volgen, worden opgenomen in de jaaropdracht. Hierna volgt een korte omschrijving van de kortetermijnprojecten. Verdere onderbouwing en uitwerking van onderstaande stukken is beschikbaar op het KMS Vervanging De basis voor de vervangingskosten is het lange termijn investeringsplan ( ). Terugkijkend op de periode 2013 en 2014 zijn er een aantal wijzigingen. De realisatie van enkele grote E-stations is vertraagd. Verder kon door de krimpende economie goedkoper worden aanbesteed en heeft Cogas haar maatschappelijke verantwoording genomen door aannemers aan het werk te houden om zo kennis en mankracht te borgen. Het overlopen van de werkzaamheden over de jaargrens geeft ook een vertekend beeld van de budgetten. Voor de jaren 2014 en 2015 is nogmaals 1 Investeren in de toekomst Langetermijnoptimalisatie van vervangingsinvesteringen in de gezamenlijke Nederlandse regionale gasnetten/elektriciteitsnetten, 2012

33 kritisch gekeken naar het vervangingsbeleid. Daar waar vervangingsinvesteringen risicomanagement gedreven konden worden uitgesteld, is dat niet nagelaten in verband met de dalende inkomsten door de huidige reguleringsperiode. Middenspanningskabelnet Voor het MS-kabelnet worden geen aanmerkelijke vervangingsinvesteringen voorzien. Middenspanningswijkstations Middenspanningswijkstations zijn met betrekking tot de betrouwbaarheid en de veiligheid een belangrijke spil in het net. Daarom is het van belang dat reservecomponenten verkrijgbaar zijn en de stations blijven voldoen aan de betrouwbaarheidseisen. Dit aspect maakt dat stations voor het bereiken van de technische levensduur vervangen worden. Het langetermijnbeleid op het gebied van wijkstations heeft ertoe geleid dat de meeste installaties van het type HF Conel, waarvan de leverancier geen garanties meer geeft voor het onderhoud, vervangen zijn. In 2016 wordt het laatste HF Conel wijkstation vervangen. Middenspanningstransformatorstations Middenspanningstransformatorstations zijn met betrekking tot de betrouwbaarheid en de veiligheid een belangrijke spil in het net. Daarom is het van belang dat reservecomponenten verkrijgbaar zijn en de stations blijven voldoen aan de betrouwbaarheidseisen. Dit aspect maakt dat stations voor het bereiken van de technische levensduur vervangen worden. Het langetermijnbeleid op het gebied van middenspanningstransformatorstations heeft ertoe geleid dat de meeste installaties van het type HF Conel, MX en MY, waarvan de leverancier geen garanties meer geeft voor het onderhoud en herstel, vervangen zijn. Gepland is dat voor het jaar 2019 deze installaties vervangen zijn. Transformatoren Om de netverliezen te verminderen en de netspanning bij de klanten te verbeteren zijn alle 380 Volt transformatoren in het distributienet vervangen. Transformatoren worden door middel van een jaarlijkse inspectie bewaakt op overschrijden van nominaal vermogen en toegestane temperatuur. Indien nodig worden transformatoren vervangen. Laagspanningskabelnet Voor het LS net worden geen aanmerkelijke vervangingsinvesteringen voorzien. Gestart is met het doorrekenen van de netten op de 5-seconden regel. Resultaten hieruit zullen meegenomen worden in de investeringen voor de daarop volgende jaren. De verwachting is dat dit niet leidt tot aanmerkelijke investeringen. Gasstations De stations in het gasnet worden opgedeeld in overslagstations, districtstations, afleversets en betonkasten (ofwel hogedruk huisaansluitsets). Gasreduceerstations zijn met betrekking tot de betrouwbaarheid en de veiligheid een belangrijke spil in het net. Daarom is het van belang dat reservecomponenten verkrijgbaar zijn en de stations blijven voldoen aan de wijzigende regelgeving. Met name deze laatstgenoemde aspecten maken dat stations voor het bereiken van de technische levensduur vervangen worden. De selectie van gasstations die in aanmerking komen voor renovatie, Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 33 van 61

34 vindt plaats op basis van onderhoudsgegevens. Daarnaast wordt een afweging gemaakt ten aanzien van de verkrijgbaarheid en de kosten van onderdelen en veranderende regel- en/of normgeving. Het beleid is erop gericht om het aantal betonkasten jaarlijks te verminderen door bijvoorbeeld een lagedruknet aan te leggen of verbindingen met het bestaande lagedruknet te realiseren. Transportleidingen Uit risicoanalyse volgt dat puntbelasting bij PE middendrukleidingen een hoog risico is. Het risico voor puntbelastingen bij PE geldt alleen voor 1 e generatie PE, is onafhankelijk van de leeftijd van de buis en er zijn geen grote verschillen tussen diverse 1 e generatie buizen. Na de analyse is een selectie gemaakt van leidingen en gebieden met een verhoogd risico. Leidingen die meerdere lekken gehad hebben en bij een bebouwde kom liggen, hebben een hoger risico dan leidingen in het buitengebied. Deze komen in aanmerking om op korte termijn gesaneerd te worden. Distributieleidingen Met behulp van een risicoanalyse is het project Glas in Gas, waarbij in het verleden aangelegde glasvezelkabels in het bestaande gasleidingnet zijn aangebracht, onderzocht. Naar aanleiding van een evaluatie van een grote storing is besloten het beleid rondom Glas in Gas te herzien. Na analyse van het huidige beleid en de maximale levensduur van de betreffende gasleidingen, is de conclusie dat jaarlijks een aantal kilometer Glas in Gas moet worden gesaneerd. Er is op basis van restlevensduur, materiaal en capaciteitskrapte een selectie gemaakt van de gebieden met de hoogste prioriteit. Deze komen in aanmerking om op korte termijn gesaneerd te worden. Op de korte termijn komt het erop neer dat voornamelijk Glas in Gas projecten waarbij hard PVC een rol speelt, worden gesaneerd. Deze combinatie zorgt er mede voor dat jaarlijks een deel hard PVC wordt gesaneerd. Sinds 2013 zijn er geen grijs-gietijzer en asbest-cement leidingen meer in gebruik.

35 Aansluitingen Op basis van kwaliteitsranking uit 2007 en de risicoanalyse is er een kwaliteitsranking voor laagbouw aansluitconstructies opgesteld zoals weergegeven in tabel 9. nr. Materiaal buiten Overgangs- koppeling Materiaal binnen Type GMO Vervangen 1 Staal menie Staal geasfalteerd Nvt Staal menie Staal geasfalteerd Divers JA 2 PVC hard Steekmof/ Lijmverbinding Koper PVC hard Divers JA 3 PVC Hostaliet Lijmverbinding Koper Divers JA 4 PVC Hostaliet Steekmof Koper Divers Voorwaardelijk 5 HPE O-ring Hawle Koper (divers) Flexibel Loden Voorwaardelijk 6 HPE Hawle Staal extrucoat Staal Voorwaardelijk 7 MPE divers Staal extrucoat PEKO MPE Divers NEE Tabel 9 Ranking laagbouw aansluitconstructies De eerste drie categorieën worden actief vervangen. Aansluitingen uit de categorieën 4, 5 en 6 worden alleen vervangen onder bepaalde voorwaarden, zoals bij het vervangen van de hoofdleiding of wanneer de individuele kwaliteit van de aansluiting zodanig is dat een exit-beoordeling gewenst is. Het geprognosticeerde aantal te saneren leidingen uit het interne rapport Prepare 2 battle is geverifieerd met actuele gegevens en de resultaten van de risicoanalyse. Uit de prognose is te zien dat het saneringsbeleid de komende jaren hoofdzakelijk gericht zal zijn op de diverse PVC constructies. Op basis van het lange-termijn investeringplan ( ) zullen jaarlijks tussen de 2350 en 2850 aansluitingen vervangen worden bij een gelijkblijvend veiligheidsniveau. Hoogbouwconstructies zijn dusdanig divers van aard en kwaliteit dat een algemeen geldende kwaliteitsranking niet van praktisch nut is. De volgende criteria - in volgorde van belangrijkheid - zijn van belang bij de beoordeling om tot sanering van hoogbouwconstructies over te gaan: staat van de leiding (corrosie); staat van verbindingen (hennep); aanwezigheid B-klep; kwaliteit meterbeugel (incl. afsluitkraan); financiële parameters (gunstig vervangingsmoment etc.). Beoordeling op basis van genoemde criteria leidt tot vervanging of opwaardering (bv. polyfielen). Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 35 van 61

36 Uitbreiding De uitbreidingskosten zijn gebaseerd op het onlangs vastgestelde langetermijn investeringsplan ( ). Terugkijkend op de periode 2013 en 2014 zijn de bestede bedragen redelijk in lijn met de betreffende KCD s. Enerzijds zijn er door de krimpende economie veel minder aansluitingen gerealiseerd dan geprognosticeerd, maar anderzijds moesten er veel meer netaanpassingen worden uitgevoerd door de vele gemeentelijke reconstructies. Het overlopen van de werkzaamheden/budgetten over de jaargrens geeft ook een vertekend beeld van de budgetten. Voor de periode 2013 t/m 2015 is en wordt kritisch gekeken naar het uitbreidingsbeleid. Daar waar uitbreidingen risicomanagement gedreven kunnen worden uitgesteld, zal dat niet worden nagelaten in verband met de dalende inkomsten door de nieuwe reguleringsperiode. Voor de komende periode zijn de bijdragen derden lager dan de realisatie van de afgelopen periode. Dit ligt aan het, rekening houdend met het risicomanagement gedreven uitbreiden, strakker aanhalen van de uitbreidingsregels waardoor er minder snel wordt uitgebreid in verband met de dalende inkomsten in de komende reguleringsperiode. Verder zijn de bijdragen derden sterk afhankelijk van de gemeentelijke vergoeding voor reconstructies. Daarbij speelt de vergoedingsregeling en het bouwjaar van de asset een sterke rol. Naast de uitbreiding door nieuwbouw, zoals beschreven in de capaciteitsanalyse en Marktverkenning, vindt ook uitbreiding plaats door vermazing en netaanpassing. Het risicomanagement wordt als middel gebruikt om de projecten die als mogelijk investeringsproject naar voren komen, op de bedrijfswaarden af te wegen, om zo tot een kosteneffectieve investering te komen die de betrouwbaarheid en kwaliteit van het net verhoogt. Door middel van risicoanalyses worden de projecten op basis van risiconiveau geprioriteerd. Elektriciteitsnet Geen substantieel geplande uitbreiding. Gasstations, Aansluitingen Substantiële uitbreiding van gasstations en aansluitingen zijn niet voorzien, uitgezonderd het genoemde in de capaciteitsanalyse. Transportleidingen Er is een aantal uitbreidingsprojecten in het HD-net in beeld. Dit komt voor bij vermazing of op locaties waar met een slimme oplossing meerdere risico s kunnen worden verlaagd. De projecten worden met risicoanalyses geprioriteerd. Distributieleidingen Naar aanleiding van een evaluatie van een grote storing is beleid opgesteld over het maximale aantal verbruikers op een eindleiding. Waar het gasnet op kosteneffectieve wijze kan worden vermaasd, wordt jaarlijks een aantal locaties aangepakt.

37 Slimme meters Het aantal te plaatsen slimme meters is afgestemd met de ACM. Op basis hiervan zijn investeringen opgenomen. 4.5 Kwalitatieve beschrijving Voor de bedrijfswaarden veiligheid, betrouwbaarheid en kosteneffectief is het noodzakelijk om juist en tijdig preventief onderhoud te plegen en zo een kwalitatief goed net te behouden. Om te kunnen vaststellen welk onderhoud en welke vervangingsinvesteringen nodig zijn, is het noodzakelijk goed zicht te hebben op de kwaliteit van de netcomponenten. Deze kwaliteitscyclus (Plan-Do-Check- Act) begint daarom met het beoordelen van het huidige kwaliteitsniveau van de componenten. Hiervoor wordt de componentenanalyse als instrument gebruikt waarbij de componentenanalyse belangrijk is als input voor het risicomanagement. In dit KCD worden alleen de hoofdpunten beschreven. Voor details wordt verwezen naar de rapportage Componenten Analyse In die rapportage zijn ook de verbeterpunten en aandachtsgebieden opgenomen die nodig zijn voor het behoud van de kwaliteit. Werkwijze Om de kwaliteit van het net te beoordelen worden diverse parameters in de netten bemeten. Daar waar het gaat om kritische parameters, waar bij afwijkingen snel op gereageerd moet kunnen worden, zijn het continumetingen. Een aantal indicatoren wordt gevolgd via geautomatiseerde systemen en gepresenteerd in verschillende dashboards (zie hoofdstuk 3.4.2). Waar het gaat om het verlopen van afstelwaarden of de geleidelijke achteruitgang van de technische staat van componenten, en waarbij geen directe uitwerking is op veiligheid en betrouwbaarheid, betreffen het planmatige metingen. Bij indicaties van afwijkingen kunnen ad hoc (continu)metingen ingezet worden. Informatiebronnen voor het monitoren zijn zowel de statische (net)data als de dynamische (net)data zoals de onderhoudsdata, drukmetingen en de storingsregistratie. Enkele voorbeelden van belangrijke (preventieve) metingen zijn hieronder genoemd. Voor elektriciteit: o Continumetingen van de belastingen en de status van wijk- en inkoopstations met alarmering; o Periodieke inspecties van transformator-, wijk- en inkoopstations; o Deelname aan het landelijke Power Quality Monitoring project; o Bepalen van de individuele kwaliteit van geschouwde aansluitingen. Voor gas: o Continumetingen van de gasdruk met alarmering; o Gaslek zoeken van alle transport- en distributieleidingen; o KB-metingen en DCVG-onderzoek aan stalen leidingen; Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 37 van 61

38 o o o Periodieke inspectie bij B-beurten van gasregelstations; Periodieke inspectie van afsluiters; Bepalen van de individuele kwaliteit van geschouwde aansluitingen. Naast de reguliere monitoring wordt periodiek een analyse gedaan van de verzamelde data: de componentenanalyse Componentenanalyse algemeen Zoals in hoofdstuk 4.5 is vermeld, is het belang van monitoring van componenten en analyse van gegevens groot. De afgelopen jaren is het spanningsveld tussen de tarieven en de investeringen toegenomen. Een logisch gevolg van de groeiende wens om alleen doelgericht en effectief te investeren. Onder meer vanuit de MR Kwaliteit is kritischer gekeken naar de prestaties van het net en het investeringsbeleid voor met name het preventieve onderhoud (vervangingen). Dit alles is reden te meer om de componentenanalyse als zelfstandige en volwaardige activiteit te beschouwen. Sinds 2011 resulteert de componentenanalyse daarom in een zelfstandig rapport dat gebruikt wordt als input voor het risicomanagement. Conclusie De hoofdconclusie uit de componentenanalyse 2015 is dat voor zowel elektra als gas geldt dat de staat van het netwerk en de componenten goed is.

39 5 Veiligheid 5.1 Beschrijving van oefeningen Periodiek worden calamiteitenoefeningen gehouden, zo ook in 2016 en Extern gericht wordt daarbij aansluiting gezocht met de overheidsdiensten (gemeenten, veiligheidsregio s, brandweer) en collega netbeheerders. Verder wordt de eigen organisatie getraind in het omgaan met een calamiteit. Daarbij wordt zowel aandacht besteed aan de technische- en organisatorische realisatie als aan de bijbehorende communicatieve overlegstructuren. De oefening met de overheidsdiensten bestaat uit uitleg over de taken van de verantwoordelijken binnen de calamiteitenorganisatie, de relatie met de overheid binnen de GRIP teams, afvaardiging in GBT, RBT of ROT en externe communicatie. Met een aansluitende oefening wordt meer inzicht in de calamiteitenorganisatie, verantwoordelijkheden en communicatie bereikt Leren van incidenten en hoe deze worden voorkomen Cogas heeft veilige en betrouwbare energienetten hoog in het vaandel staan, evenals veilig werken aan de netten. De gas- en elektriciteitsnetten worden aangelegd, beheerd en onderhouden op basis van het kwaliteitsmanagementsysteem (zie hoofdstuk 3). Passende maatregelen worden daarbij genomen ter voorkoming van een incident. Ondanks bovenstaande is het volledig uitsluiten van incidenten niet mogelijk. Grote of leerzame storingen (calamiteiten) bij Cogas worden geëvalueerd volgens de procedure Evaluatie grotere storingen. De uitkomsten zijn input voor het verbetermanagement of risicomanagement. Naar aanleiding hiervan kunnen verbeteringen worden ingevoerd zoals op het gebied van procedures, werkwijzen, montagetechnieken, nettechnische aspecten, etc. Incidenten of bijna-incidenten, opgetreden bij Cogas of bij andere netbeheerders, worden in toolboxbijeenkomsten besproken ter voorkoming van herhaling. Daarnaast neemt Cogas deel aan diverse landelijke werkgroepen waarin kennis en kunde wordt gedeeld en opgedaan om het aantal incidenten, en het effect hiervan, zo laag mogelijk te houden. Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 39 van 61

40 5.1.2 Wijze van prioritering van risico s, inclusief criteria hiervoor In hoofdstuk is de wijze van prioritering van de risico s, inclusief de criteria hiervoor, opgenomen Relatie met de belangrijkste assetgerelateerde risico s In hoofdstuk is de relatie met de belangrijkste assetgerelateerde risico s opgenomen Maatregelen ten aanzien van onderhoud en vervanging In het hoofdstuk zijn maatregelen ten aanzien van onderhoud en vervanging omschreven. Deze maatregelen worden genomen om het kwaliteitsniveau van het elektriciteitsnet en gasnet te verhogen, conform de methodiek zoals beschreven in hoofdstuk 3.

41 6 Capaciteitsplanning 6.1 Inleiding Om ook in de toekomst voldoende transportcapaciteit voor elektriciteit en gas te hebben, wordt iedere twee jaar een capaciteitsanalyse gemaakt. Het opstellen van het capaciteitsplan is onderdeel van het analyseproces, zoals dat is opgenomen in de risicomanagementcyclus. In dit hoofdstuk worden de resultaten van het capaciteitsplan voor de discipline gas beschreven. Voor de volledige versie wordt verwezen naar het Capaciteitsplan gas Hiermee wordt invulling gegeven aan artikel 11, onderdeel a. tot en met d. uit de MR. Voor de discipline elektriciteit is in dit KCD geen capaciteitsplanning opgenomen omdat alleen elektriciteitsnetten worden beheerd met een maximale spanning van 10kV en de noodzakelijke aanpassingen/uitbreidingen aan deze netten kunnen worden uitgevoerd vanuit een kortetermijnplanning. Dit is conform de toelichting van artikel 14 uit de ministeriële regeling Kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas. Tevens is in dit artikel gesteld dat voor netvlakken lager dan 25 kv geen capaciteitsplan hoeft te worden opgenomen in het KCD. Daarom is in dit hoofdstuk alleen de capaciteitsplanning voor de discipline gas opgenomen. In figuur 5 en figuur 6 zijn, voor de capaciteitsplanning drie werkvelden te onderscheiden die de op te stellen capaciteitsplanning van een kader voorzien: het landelijk transport, het regionale transport en de regionale distributie. Gas Het landelijk transport van gas is de verantwoordelijkheid van GTS. Dit betreft de verantwoordelijkheid voor de transportcapaciteit van de aardgasproductie-installaties tot en met de Gas Ontvangst Stations (GOS, de systeemverbinding). Het regionale transport en de regionale distributie is de verantwoordelijkheid van Cogas. Binnen haar verzorgingsgebied is zij verantwoordelijk voor de capaciteit van het transportnet (4 en 8 bar) en het distributienet (100mbar). Het mogelijk maken van invoeding van groen gas maakt daar ook onderdeel vanuit. Deze ontwikkeling zorgt voor een nieuwe dynamiek in de capaciteitsplanning, omdat de gasstroom van twee richtingen kan komen (zowel vanaf GTS als vanaf de aangeslotene). Het invoeden van groen gas kan, afhankelijk van de capaciteit, grote gevolgen hebben voor de verschillende netvlakken. Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 41 van 61

42 Figuur 5 Transport gas Elektriciteit Het landelijk transport van elektriciteit is de verantwoordelijkheid van Tennet, en het regionale transport is de verantwoordelijkheid van Enexis. Cogas is verantwoordelijk voor de distributie(capaciteit) van elektriciteit binnen haar verzorgingsgebieden ( 10 kv). Ook hier geeft de teruglevering van (groene) elektriciteit een nieuwe dynamiek aan het plannen van capaciteit. Figuur 6 Transport elektriciteit

43 6.2 Planningstermijnen Voor de drie verschillende netwerkniveaus (zie figuur 5) zijn verschillende planningstermijnen nodig. Voor het landelijke transportnet is een langetermijn-capaciteitsplanning noodzakelijk, omdat de realisatie van aanpassingen en uitbreidingen van het landelijke transportnet van GTS (inclusief de GOS en) veel voorbereidingstijd vergt. Dit is de verantwoordelijkheid van GTS, maar Cogas stemt haar prognoses wel af met GTS als input voor GTS. Uitbreidingen van het regionale transportnet van Cogas zijn over het algemeen voor te bereiden binnen een middellange termijn. De lange- en middellangetermijnplanning is verder in detail in dit hoofdstuk uitgewerkt. Uitbreidingen van het regionale distributienet vragen een kortere voorbereidingstijd en daarmee is een kortetermijnplanning voldoende. De kortetermijnplanning is onderdeel van de jaarlijkse planning binnen de reguliere bedrijfsvoering. 6.3 Procedure capaciteitsplanning De risicomanagementcyclus maakt inzichtelijk dat er vanuit verschillende bronnen informatie verzameld moet worden, als input voor het opstellen van de capaciteitsplanning. Met een terugblik over de afgelopen periode wordt gekeken naar verzamelde informatie van de verschillende monitorings- en onderhoudsactiviteiten en de dynamische assetgegevens, zoals onder andere de gemeten piekuurverbruiken. De toekomstige groei van de capaciteitsvraag komt vooral naar voren uit de Marktverkenning. Met de verwachte verbruiksgroei en de statische assetgegevens wordt bekeken in hoeverre de beschikbare capaciteit gebruikt wordt in de toekomst. Uit deze analyse kunnen aandachtsgebieden naar voren komen, of in zeer uitzonderlijke situaties zogenaamde knelpunten, als de capaciteit echt te klein wordt tijdens extreme weersomstandigheden. De benoemde aandachtsgebieden (of knelpunten) leiden tot een voorstel van maatregelen. Deze maatregelen kunnen variëren van het uitoefenen van verhoogde monitoring, tot feitelijke uitbreiding/verzwaring van het net. Dit pakket aan maatregelen wordt gebruikt voor het opstellen van de investerings- en onderhoudsplannen. De wijze van opstellen van de capaciteitsplanning is vastgelegd in de procedure B1.P01.10: opstellen capaciteitsplanning. Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 43 van 61

44 6.4 Capaciteitsraming gas In het capaciteitsplan 2015 is een raming van capaciteiten gemaakt voor de periode van 2016 tot en met 2025, waarvan de periode 2016 tot en met 2018 meer in detail is uitgewerkt. Dit is conform de voorschriften van de MR. Als basis voor de capaciteitsraming worden drie punten geïnventariseerd: - huidige stand; - marktverkenning; - technische ontwikkelingen. Uiteindelijk resulteert de inventarisatie van markt- en technologieontwikkelingen in een aantal mogelijke toekomstscenario s, waaruit het meest waarschijnlijke scenario wordt bepaald (zie hoofdstuk ). Daarbij wordt gekeken naar de betrouwbaarheid en de risico s van deze scenariobenadering. Voor het meest waarschijnlijke scenario wordt de prognose nader uitgewerkt (zie hoofdstuk ). Mogelijkerwijs resulteert dit in aandachtsgebieden, of in een extreem geval in mogelijke knelpunten. Hiervoor kunnen dan tijdig maatregelen genomen worden. De klimatologische omstandigheden waarvoor het net wordt uitgelegd (en berekend), komen maar zeer zelden voor. Het is een worst case scenario. Daarnaast zullen de ontwikkelingen qua uitbreidingen, verbruik en techniek niet altijd helemaal volgens de geschetste verwachting verlopen. Daardoor is goede validatie van het ramingsmodel moeilijk en kan er niet 100% vertrouwd worden op de uitkomsten. De capaciteitsplanning wordt dan ook gezien als één van de middelen die helpen om inzicht te geven in de situatie en de grip te behouden. Een ander middel is het monitoren van de netprestaties. De dynamische gegevens en vooral de gemeten piekuurverbruiken worden gebruikt voor de toetsing van de berekende theoretische capaciteitsvraag. Afwijkingen kunnen hierbij leiden tot maatregelen. De combinatie van deze methodiek van capaciteitsplanning, het overleg met GTS en het monitoren van de netprestaties, zorgt ervoor dat eventuele aandachtsgebieden of knelpunten tijdig worden onderkend en, indien nodig, resulteren in tijdige netaanpassing of netuitbreiding. Voor het capaciteitsplan is zowel het gemodelleerde distributienetwerk als de transportnetwerken (4 en 8 bar) doorgerekend. De hieruit voortkomende aandachtspunten zijn benoemd en waar nodig zijn maatregelen uitgezet.

45 6.5 Terugblik op ontwikkelingen Om tot een reële capaciteitsraming te komen, en daarmee een goed vertrekpunt te formuleren voor het investeringsplan en de begroting, is als eerste teruggeblikt op de recente realisatie van vooral de woningbouw (het aantal aansluitingen) en de ontwikkeling van industrieterreinen (grootverbruikers). Ook de ontwikkeling van bestaande grootverbruikers is meegenomen in de inventarisatie, door het bijhouden van de wijzigingen in de contracten. Het doel is te voorkomen dat lokale ambities van gemeenten, die om verschillende redenen niet het stadium van realisatie bereiken, leiden tot onnodige of inefficiënte investeringen. Bij het opmaken van de scenario s voor de toekomstige capaciteitsvraag is het van belang stil te staan bij het feit dat 85% van de piekgasvraag afkomstig is van de kleinverbruikers. De overige 15% is afkomstig van de aansluitcapaciteiten voor grootverbruikers. Voor het berekenen en dimensioneren van het net houdt dit in dat deze voor het grootste deel wordt bepaald door de kleinverbruikers. De grootverbruikers vragen om een regiogebonden benadering. Uitgaande van een stabiel verbruik per kleinverbruiker kan de groei van het aantal aansluitingen een eerste indicatie geven voor de (groei van) gevraagde totaalcapaciteit. 6.6 Aantal aansluitingen In figuur 7 is de ontwikkeling van het aantal aansluitingen kleinverbruik weergegeven dat is toegewezen aan de verschillende gasontvangstations. Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 45 van 61

46 Figuur 7 ontwikkeling aantal aansluitingen per gasontvangststation In het KCD 2013 werd voor 2013 en 2014 een groei geprognosticeerd van respectievelijk 0,35% en 0,32%. De daadwerkelijk gerealiseerde groei bedroeg voor 2013 en 2014 respectievelijk 0,30% en 0,26%. De prognose van de groei in het aantal aansluitingen is in lijn met de verwachting. Het aantal grootverbruik-aansluitingen in het voorzieningsgebied van Cogas is relatief klein (±600). Daarnaast is de gasvraag voor een deel van de grootverbruikers procesgerelateerd. De invloed van grootverbruik-aansluitingen heeft vanwege bovenstaande weinig invloed op het piekuurverbruik. Zoals geschreven geeft het aantal aansluitingen slechts een eerste indicatie van capaciteitsgroei. Naast het aantal aansluitingen spelen ook andere factoren mee in de totale capaciteitsontwikkeling, zoals het klimaat en het piekverbruik per aansluiting.

47 6.7 Piekuurverbruik Naast het aantal aansluitingen en de gecontracteerde capaciteiten van grootverbruikers, is ook het piekverbruik per kleinverbruik-aansluiting interessant. Piekverbruik per aansluiting Het capaciteitsplan geeft een indicatie dat het gemiddelde piekverbruik per aansluiting jaarlijks zeer licht afneemt: minder dan 1%. Piekverbruik op niveau gasontvangststation De capaciteit van het transportnet wordt vanuit de top-down benadering bekeken. De gemeten piekuurverbruiken van de verschillende GOS en geven een indicatie van het recente capaciteitsgebruik in dat betreffende deel van het transportnetwerk. De capaciteit in het transportnet wordt gemonitord via onder meer metingen in stations. Hieruit kan signalering plaatsvinden van aandachtsgebieden. De capaciteit van de GOS en wordt geanalyseerd via de gemeten piekuurverbruiken. Deze piekuurverbruiken moeten met een behoorlijke marge onder de theoretisch beschikbare GOScapaciteit blijven. De theoretisch beschikbare capaciteit is de maximale capaciteitswaarde die GTS kan garanderen. Deze wordt bepaald en bewaakt door GTS. Indien noodzakelijk zal GTS het landelijke transportnet en/of GOS aanpassen zodat de theoretische capaciteit voldoende hoog blijft. In figuur 8 is van de afgelopen zes winterseizoenen weergegeven hoe de gemeten maximale piekuurverbruiken per winterseizoen zich ontwikkelen ten opzichte van de theoretische aansluitwaarden van het GOS. In de fluctuatie per GOS komt vooral de klimatologische invloed naar voren: bij minder strenge winters ligt het piekuurverbruik voor dat jaar een stuk lager dan voor de jaren met strengere winters. Ter controle is daarom ook een extrapolatie van gemeten waarden naar een gemiddelde etmaaltemperatuur van -12 C opgenomen. Daarnaast is de met het netsimulatieprogramma Irene berekende maximale GOS-capaciteit (op basis van netberekening bij - 12 C) in de grafische weergave opgenomen. Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 47 van 61

48 Figuur 8 gemeten piekuurverbruik per winter, per gasontvangststation Duidelijk is in Figuur 8 te zien dat veel GOS en een ruime marge hebben tussen de gemeten piekuurverbruiken en de theoretische capaciteit van het GOS. De overcapaciteit loopt uiteen van 19% tot 31%. Het totaalbeeld geeft aan dat op dit moment op alle gasontvangststations voldoende restcapaciteit aanwezig is. In hoofdstuk wordt bekeken of ook in de komende jaren voldoende capaciteit beschikbaar is. Hiervoor wordt in hoofdstuk 6.9 eerst bekeken welke ontwikkelingen in de markt en welke technologische ontwikkelingen invloed kunnen hebben op de benodigde capaciteit. 6.8 Marktverkenning In 2015 is de marktverkenning uitgevoerd met een inventarisatie van de nieuwbouwplannen en overige ontwikkelingen in de gemeentes binnen het concessiegebied van Cogas. In figuur 9 is weergegeven wat per jaar, per GOS, de procentuele groei is uitgaande van een 100% realisatie van de Marktverkenning 2015, ten opzichte van het gemiddelde, geëxtrapoleerde piekverbruik van 2013 en 2014.

49 Figuur 9 procentuele jaarlijkse capaciteitsgroei bij 100% marktrealisatie Uit figuur 9 zijn een aantal opvallende zaken af te leiden. GOS-gebied Vriezenveen: vanaf 2020 forse groei (6-8% per jaar) te verwachten als gevolg van ontwikkeling van bedrijventerrein; GOS-gebied Hardenberg: tot 2020 stevige groei (2,8-5% per jaar) te verwachten als gevolg van woningbouw; GOS-gebied Wierden: gehele zichtperiode stevige groei (2,8-4,5% per jaar) te verwachten als gevolg van zowel woningbouw als ontwikkeling van bedrijventerrein. Wel kan gesteld worden dat over de middellangetermijnplannen meer onzekerheid is dan over de kortetermijnplannen. Derhalve wordt, net als in voorgaande KCD s, een verdeling gemaakt in groei in de jaren 2016 tot en met 2018, en de jaren 2019 tot en met De ervaring leert dat gedurende de looptijd er continu verdere invulling wordt gegeven aan de uitbreidingsplannen. Met deze nog ongeplande groei wordt ook rekening gehouden, maar dan via het inschatten van een gemiddeld groeipercentage per jaar. Dit wordt in hoofdstuk uitgewerkt (scenario s). Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 49 van 61

50 6.9 Relevante technologische ontwikkelingen Technologische ontwikkelingen kunnen zowel aan de vraag- als aan de aanbodkant impact hebben op de netcapaciteit De vraagkant Aan de vraagkant kunnen de volgende ontwikkelingen van invloed zijn: - HRe toestellen (micro-wkk) - verbetering gebouwisolatie - warmtepompen - brandstofcellen In het capaciteitsplan zijn de effecten van deze ontwikkelingen uitgewerkt. Hieronder kort de conclusies. Naar verwachting zal de marktpenetratie van de HRe, warmtepompen, en brandstofcellen, op de korte termijn dusdanig gering zijn dat de invloed op de gasvraag niet significant is. Daarnaast hebben de genoemde toepassingen verschillende, tegengestelde effecten op de gasvraag. De verwachting bij de huidige penetratiegraad is dan ook, dat de verandering in capaciteitsbehoefte van het gasnet als gevolg van deze technische ontwikkelingen, voorlopig nog minimaal zal blijven De aanbodkant Aan de aanbodkant kunnen de volgende ontwikkelingen van invloed zijn: - oorsprong en samenstelling aardgas - invoeding groen gas - invoeding alternatieve energiedragers In het capaciteitsplan zijn deze ontwikkelingen uitgewerkt. Hieronder kort de conclusies. Oorsprong en samenstelling (aard)gas Er zijn diverse invloeden die kunnen gaan resulteren in een gewijzigde gassamenstelling (en oorsprong), maar de komende jaren zal de gassamenstelling in Nederland nog ongewijzigd blijven. Invoeding Groen gas Groen gas heeft de afgelopen jaren sterk aan belangstelling gewonnen. Landelijk is er een aantal grote invoedingsinstallaties gerealiseerd. Dit aantal groeit de laatste jaren nog mondjesmaat door. Het investeringsklimaat voor dit soort projecten is nog niet optimaal, echter is het de verwachting dat in de toekomst weer meer projecten gerealiseerd gaan worden.

51 Ook binnen ons verzorgingsgebied zijn diverse kansrijke initiatieven in ontwikkeling. Invoeding alternatieve energiedragers Er zijn aanvullende alternatieve gasvormige energiedragers die in ontwikkeling zijn. Denk hierbij aan waterstof en synthetisch methaan. De impact van deze ontwikkelingen zal op korte termijn gering zijn. Op het moment dat de technologie breder ingezet gaat worden, wordt wel het risico gezien dat deze techniek lokaal om grote invoedcapaciteiten kan vragen. Duurzame gassen in het algemeen De complexiteit van capaciteitsproblemen zit vooral in de onvoorspelbaarheid van de locatie waar vraag is naar invoeden. Het invoeden van duurzaam geproduceerde gassen kan lokaal voor grote capaciteitsuitdagingen zorgen. Het bepalen van de impact op de capaciteit van het gasnet vergt dan ook een regiogebonden benadering. Afhankelijk van het ontplooien van externe initiatieven wordt bekeken hoe eventuele capaciteitsproblemen opgepakt worden. Door tijdig in gesprek te gaan met producenten van groen gas (of waterstof), met bovenliggende en aangrenzende netbeheerders, en gezamenlijk innovatieve oplossingen te verkennen, is er zicht op de investeringsbehoefte op de lange termijn Scenario s en prognose Op basis van de historie, de marktverkenning en de evaluatie van technologische ontwikkelingen, kan er een aantal scenario s vastgesteld worden waarbinnen naar grote waarschijnlijkheid de toekomst zich zal afspelen. Uit deze scenario s wordt het meest waarschijnlijke scenario gekozen en op basis van dit scenario wordt de prognose uitgewerkt Scenario s en variabelen Bij het opstellen van de scenario s is onderscheid te maken in de totstandkoming van de prognose en de variabelen die invloed hebben op hoe de prognose er uiteindelijk uitziet Totstandkoming van de prognose Zoals eerder in dit hoofdstuk beschreven, geeft de ontwikkeling van het aantal aansluitingen een eerste indicatie van de benodigde capaciteit van een GOS-(gebied). Echter, elke aansluiting is toegewezen aan een bepaald GOS, maar door de vermazing (en daarmee de dynamiek) van het net is het niet altijd duidelijk van welk GOS het gas uiteindelijk zal komen. Daarnaast geldt voor nieuwe aansluitingen dat de aansluitwaarde zoals in hoofdstuk 6.7 genoemd in werkelijkheid lager kan zijn, bijvoorbeeld door de betere isolatie van moderne woningen. De prognose van de capaciteit zal daarom plaatsvinden met de gemeten GOS capaciteiten als basis, vermeerderd met een jaarlijks groeipercentage. Dit groeipercentage wordt gebaseerd op de uitbreidingsplannen in het werkingsgebied van een GOS en de verwachte ontwikkelingen in de markt Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 51 van 61

52 en de technologie. Hier kan de inschatting van het aantal nieuwe aansluitingen worden meegenomen in het groeipercentage. Binnen de mogelijke scenario s is een aantal variabelen van invloed op de toekomstige ontwikkeling: de realisatiegraad van uitbreidingsplannen, het nu nog ongeplande deel van uitbreidingen en de invloed van technologische ontwikkelingen op onder andere het piekverbruik per aansluiting Variabele A: realisatie van de uitbreidingsplannen (marktverkenning) De ervaring, is dat de werkelijke realisatie van de uitbreidingen in de marktverkenning slechts 60 tot 70% van de oorspronkelijke (gemeentelijke) plannen is. Voor de capaciteitsberekening is, vanuit een conservatief uitgangspunt, 70% een goede benadering in een gemiddelde economie. Afhankelijk van de (economische) ontwikkelingen kan de realisatiegraad variëren. Het zal duidelijk zijn dat in tijden van een economische recessie de realisatiegraad een stuk lager zal liggen Variabele B: ongeplande groei Voor de langere termijn zijn niet alle uitbreidingsplannen nu al bekend. Het is de verwachting dat de plannen uit de marktverkenning aangevuld worden met plannen voor de periode na Met deze ongeplande groei wordt rekening gehouden via het inschatten van een gemiddeld groeipercentage per GOS. De groei wordt vooral gebaseerd op de historische groei van de capaciteit en van het aantal aansluitingen. Hierbij wordt opgemerkt dat er qua ongeplande uitbreidingen niet bij voorbaat rekening gehouden kan worden met extreem grote en lokale ongeplande uitbreidingen. Dit zou leiden tot grote inefficiënte investeringen. Er wordt per uitbreiding bekeken wat de gevolgen en eventuele maatregelen zijn op het moment dat het plan concreet wordt. Dit geldt ook voor aanvragen voor grote invoedingscapaciteit groen gas (zie ook hoofdstuk 6.9.2). Een grote, nog niet geplande uitbreiding is ook qua capaciteit moeilijk te plannen Variabele C: groei piekverbruik per aansluiting Zoals in hoofdstuk 6.9 beschreven, zijn er verschillende technologische ontwikkelingen met tegengestelde gevolgen mogelijk voor de capaciteit per aansluiting. Denk aan het gebruik van de HRe ketel (microwkk) versus de verbeterde isolatiewaarden van nieuwe en bestaande woningen. De verwachting is dat de technologische ontwikkelingen op korte termijn geen bijzonder groot effect zullen hebben. Voor de korte termijn zal energiebesparing enige invloed hebben. Voor de lange termijn is er meer onzekerheid en zijn de scenario s conservatiever ingericht, namelijk op een lichte capaciteitsgroei per aansluiting. Bovenstaande overwegingen zijn in tabel 10 verwerkt in de scenario s van zeer laag tot zeer hoog met oplopende capaciteitsgroei.

53 Scenario s Variabele zeer laag Laag midden hoog zeer hoog A. Realisatie % van 10% 30% 70% 85% 100,00% marktplannen marktplannen B. Ongeplande % van de 0,00% 0,10% 0,50% 1,00% 2,00% groei per jaar capaciteit C. Groei piek per % van de -0,25% -0,10% 0,00% 0,10% 0,25% aansluiting per jaar capaciteit Tabel 10 Scenario s van zeer laag tot zeer hoog Meest waarschijnlijke scenario Er is evenals in voorgaande jaren gekozen voor een verschillend scenario voor de korte- en de lange termijn. De reden hiervan is enerzijds de recente economische neergang die vooral op korte termijn invloed heeft op de groei van het aantal aansluitingen en de contractwaarden bij grootverbruik. Zelfs een groeiscenario dat middelmatig is en aansluit bij een meerjarig gemiddelde, lijkt voor de eerste jaren niet realistisch. Anderzijds zijn de langetermijn-ontwikkelingen moeilijker te voorspellen. Denk aan de uitbreidingsplannen, maar ook aan de technologische ontwikkelingen. Een meer conservatieve benadering, uitgaande van hogere groei, is daar op zijn plek. In navolging van de resultaten van de marktverkenning is gekozen voor een opdeling in de periodes 2016 tot en met 2017 en 2018 tot en met Als meest waarschijnlijke scenario is gekozen voor het combinatiescenario Laag-Midden. Voor de jaren geldt het Laag scenario, en voor de jaren geldt het Midden scenario Prognose In hoofdstuk is het Laag-Midden scenario vastgesteld als het meest waarschijnlijke scenario. Op basis hiervan wordt de capaciteitsprognose bepaald. Zoals eerder beschreven, wordt de prognose samengesteld uit de gemeten piekuurcapaciteiten van elk GOS, vermeerderd met een jaarlijks groeipercentage. Hiermee is bepaald hoe groot de noodzakelijke capaciteit op GOS niveau zal worden. Vervolgens wordt bekeken wat de gevolgen zijn voor de transportnetten van Cogas en voor de GOS en van GTS. Dit wordt in hoofdstuk uitgewerkt. Op basis van de jaarlijkse groeipercentages en de laatst gemeten piekuurcapaciteiten is voor het scenario Laag-Midden de prognose van de piekuurcapaciteiten op GOS niveau berekend (zie figuur 10). Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 53 van 61

54 Figuur 10 ontwikkeling piekuur capaciteit per GOS - scenario "laag-midden" In figuur 10 is per GOS de meest recente theoretische capaciteit te zien zoals die door GTS bepaald is. Duidelijk is dat de meerderheid van de GOS en in de komende 10 jaar geen problemen hoeft te verwachten qua beschikbare capaciteit. Voor een drietal GOS en overschrijdt de prognosewaarde de theoretische capaciteit, en wel in het jaar 2021 of Dit zijn de GOS en waarvan het groeipercentage bovengemiddeld is. In hoofdstuk wordt uitgewerkt in hoeverre dit aandachtspunten kunnen worden Betrouwbaarheid en risico s De capaciteitsprognose geeft de verwachting van de ontwikkeling van de capaciteitsvraag weer. Dit hoofdstuk geeft een beeld van de risico s en betrouwbaarheid van de methodiek van ramen Risicoanalyse Met het oog op het risico voor de capaciteit is de belangrijkste variabele op het gekozen groeiscenario een grotere economische groei en realisatie van de marktplannen, met als gevolg dat een groter aantal woningen/bedrijventerreinen wordt gerealiseerd dan aangenomen in het scenario Laag-Midden. Vanuit dit oogpunt is het interessant te weten wat de geschatte capaciteiten zouden zijn indien voor het scenario zeer hoog gekozen was; Een worst case benadering waarbij 85% van de marktplannen gerealiseerd worden. De resultaten van het doorrekenen van het scenario zeer hoog is te zien in Tabel 11.

55 Tabel 11 ontwikkeling piekuurcapaciteit per GOS - scenario worst case Dezelfde drie GOS en bereiken over de lange termijn de GTS theoretische grenswaarde bij het scenario zeer hoog. GOS Wierden bereikt als eerste deze theoretische capaciteit in In het Capaciteitsplan 2013 werd dit nog ingeschat voor 2017 (voor hetzelfde scenario zeer hoog ). Voor een worst case scenario biedt dit een voldoende grote tijdspanne om in te spelen op het zich voordoen van deze niet verwachte situatie. Van een aantal externe factoren is de toekomstige ontwikkeling ingeschat. Denk aan klimaat, economie en technologie. Er is geen rekening gehouden met de demografische ontwikkelingen, zoals een eventuele bevolkingskrimp. Een deel van het verzorgingsgebied is aan te merken als krimpgebied. Het niet meenemen van deze ontwikkeling zal geen risico vormen, maar juist de capaciteitsmarge vergroten. Geconcludeerd wordt dat het risico met de keuze voor het scenario Laag-Midden acceptabel is Betrouwbaarheid Er is een inschatting gemaakt van ontwikkelingen die invloed hebben op de betrouwbaarheid van de capaciteitsraming. Een aantal factoren speelt hierin mee. Een voorbeeld is het feit dat de marktverkenning slechts een verzameld beeld is van de huidige plannen. Het is onbekend wat de realisatiegraad zal zijn, maar ook hoeveel plannen er nog bij komen. Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 55 van 61

56 Een ander voorbeeld is de vertaling van de uitbreidingsplannen in een capaciteitsgroei op GOSniveau. Een aantal aannames is gemaakt, waaronder de toewijzing van de geplande capaciteit aan een bepaald GOS. De werkelijke verdeling van capaciteit over de GOS en kan hier (licht) van afwijken. Een derde voorbeeld is het middelen van het groeipercentage vanuit de marktverkenning over de twee periodes. De werkelijke geplande groei per jaar kan hoger of lager zijn. Naast de betrouwbaarheid van de ramingsmethodiek zijn er externe factoren die moeilijk voorspelbaar zijn, zoals klimatologische, economische, demografische en technologische ontwikkelingen. De huidige prognose ligt iets boven de groei van de afgelopen jaren, hetgeen past bij een mogelijk economisch herstel. Bovenstaande laat zien dat het globale beeld van de groeiprognose, ondanks een aantal moeilijk voorspelbare factoren, past binnen andere bestaande toekomstverwachtingen en eerder aan de optimistische kant zit qua realisatie van plannen (worst case qua groeicapaciteit). Daarmee beschouwen we het resultaat van deze capaciteitsraming, in de vorm van de opgestelde scenario s en de keuze van het meest waarschijnlijke scenario Laag-Midden, als voldoende betrouwbaar. Het past goed in de historische ontwikkeling van de laatste jaren. Een plotselinge omslag wordt niet verwacht. Het is mogelijk dat de toekomst zich ontwikkelt volgens een scenario dat op dit moment niet gezien of voorspeld kan worden. Het aantal variabelen dat de toekomstige ontwikkeling beïnvloedt, is omvangrijk en niet alle factoren kunnen in het Capaciteitsplan afgedekt worden. Echter, het is de verwachting dat elke ontwikkeling zich relatief geleidelijk zal aandienen. Het is van belang dat Cogas alert blijft en adequaat reageert op nieuwe ontwikkelingen. Onder die voorwaarde is er voldoende gelegenheid om tijdig maatregelen te nemen.

57 Knelpunten en aandachtsgebieden Op basis van de prognose vanuit het scenario Laag-Midden wordt geanalyseerd wat de gevolgen zijn voor de beschikbare capaciteit van de GOS en en daarna van het Cogas transportnet. In wordt de capaciteitsprognose voor de GOS en kort bekeken. De GOS-capaciteit is de verantwoordelijkheid van GTS, doch is het van belang om ons ervan te vergewissen dat de capaciteit voldoende is en blijft. In wordt de capaciteitsprognose voor de transportnetten van Cogas geanalyseerd. Uit deze analyse kunnen aandachtsgebieden naar voren komen, of in een zeer extreem geval zogenaamde knelpunten indien de beschikbare capaciteit in een extreme weersituatie daadwerkelijk overschreden zou worden. De aandachtsgebieden en/of knelpunten leiden tot een voorstel van maatregelen. Deze maatregelen kunnen variëren van het uitoefenen van verhoogde monitoring tot feitelijke uitbreiding/verzwaring van het net Capaciteit GOS en (GTS) In de prognose is geconcludeerd dat alleen de geraamde capaciteit van het GOS Hardenberg, het GOS Vriezenveen en het GOS Wierden de theoretisch beschikbare capaciteit overschrijdt binnen de periode van 10 jaar. Het GOS Hardenberg en GOS Wierden bereiken de theoretische capaciteit in het jaar Dit betekent dat er nog ongeveer vijf jaar tijd is voor GTS om de gemeten capaciteiten te analyseren en waar nodig actie te ondernemen. Met GTS wordt jaarlijks overlegd over de GOS-capaciteiten Capaciteitsanalyse Regionale Transportnetten (Cogas, 4 en 8 bar) Vanuit de noodzaak voor leveringszekerheid en duurzaamheid wordt gezorgd voor tijdige verzwaringen van het net waar dat noodzakelijk is. Vanuit maatschappelijke noodzaak tot kostenefficiëntie dient tegelijkertijd voorkomen te worden dat er onnodig (te vroeg) verzwaringen uitgevoerd worden. Hoe om te gaan met deze tegengestelde belangen? Er wordt bekeken hoe de planvorming zich ontwikkelt. Pas op het moment dat de plannen concrete vormen aannemen en realisatie dichtbij komt, wordt overgegaan tot maatregelen. Er is dan nog voldoende tijd om de verzwaringen te realiseren. In geval van twijfel zal de leveringszekerheid prioriteit krijgen boven kostenefficiëntie. De aard van de transportnetten maakt het mogelijk om in een relatief korte tijd verzwaringen uit te kunnen voeren. Een á twee jaar is veelal voldoende. Dit geeft de tijd om te monitoren hoe de uitbreidingsplannen zich ontwikkelen en te bekijken of verwachtingen en ontwikkelplannen ook bewaarheid worden. In het stadium dat er alleen nog langetermijnplannen zijn, wordt met gebruik van netberekeningen nagegaan hoe groot de capaciteitsmarge is van de huidige transportnetten. De Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 57 van 61

58 verwachte ontwikkeling in capaciteit wordt globaal getoetst met dit beeld. Bij het uitvoeren van de berekeningen in het gastransportnet zijn aandachtsgebieden aangetekend. Aandachtsgebieden zijn gebieden of specifieke situaties waar verhoogde aandacht nodig is, omdat de gevraagde capaciteit de beschikbare capaciteit begint te benaderen. Enerzijds ontstaat dit door specifieke, grootschalige nieuwbouwplannen die zich in het stadium begeven van voorontwerp en de ambitie weergeven van een gemeente. Deze staan of vallen in belangrijke mate met de economische groei. De impact van grootschalige nieuwbouw op de transportnetten wordt beoordeeld aan de hand van netberekeningen. Deze toetsing vindt vooral plaats indien een project daadwerkelijk de voorbereidingsfase ingaat. Anderzijds kunnen op basis van de gestage groei van het aantal aansluitingen op het distributienet en de capaciteitsgroei van vooral bestaande grootverbruik-aansluitingen, mogelijk op termijn de marges van toegestane bedrijfszekerheid of capaciteit ontoereikend beginnen te worden. De prognose van de ontwikkeling in de totale capaciteitsvraag laat een geleidelijke groei zien die door de nawerking van de recessie vooral op de korte termijn sterk afgeremd wordt. De impact van de geprognosticeerde nieuwbouw is beoordeeld met behulp van netberekeningen. Voor een analyse van de middellange termijn zijn alle substantiële geplande uitbreidingen tot 2020 in Irene ingevoerd en zijn de netten doorgerekend. In de analyse van het capaciteitsplan wordt geconcludeerd dat de 8 en 4 bar netten tot 2020 geen beperkende factor vormen voor de benodigde transportcapaciteit. Naast de berekeningen en marktverwachtingen wordt de ontwikkeling van capaciteit getoetst door middel van analyse van monitoringsdata uit het veld, waaronder vooral metingen van capaciteit en druk. Bovenstaande resulteert in de bevinding dat de beschikbare capaciteit van het transportnet voor de komende jaren voldoende is en dat er in het gastransportnet geen sprake is van knelpunten, zoals bedoeld in artikel 14 van de MR. Wel zijn een aantal punten aangemerkt als aandachtsgebied. Deze gebieden krijgen een verhoogde aandacht en, indien noodzakelijk, een verhoging van de monitoringsactiviteiten en/of ondersteuning door netberekeningen. Dit heeft als doel om een beter beeld te krijgen van de situatie. Bij het actueel worden van bepaalde ontwikkelingen kunnen de maatregelen tijdig worden voorbereid en gerealiseerd. Door het blijven monitoren kunnen de eventueel benodigde maatregelen aan het transportnet tijdig ingepland en uitgevoerd worden Knelpunten Op basis van de prognose bevinden zich in het gasnetwerk van Cogas geen capaciteitsknelpunten, zoals bedoeld in artikel 14 van de MR. Daarmee zijn er geen assetgerelateerde risico s met betrekking tot capaciteit.

59 7 Directiebeoordeling Artikel 20 van de Ministeriële Regeling Regeling kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas geeft aan dat een netbeheerder ten minste elke zes jaar het registratieproces van storingen, procedures en plannen rond capaciteitsplanning, investeringen en onderhoud, nagestreefde kwaliteitsniveau en noodzakelijke wijzigingen van het registratieproces, procedures en plannen, evalueert. Cogas geeft hier invulling aan door iedere proces-, procedure-, document-, en formuliereigenaar jaarlijks een oordeel te laten geven of deze nog actueel zijn of verbeterd moeten worden. Verder worden er interne en externe audits gehouden betreffende de normen voor ISO 9001, VCA** en NTA8120. Door de directie wordt jaarlijks een directiebeoordeling gegeven. Daarbij worden alle interne en externe auditrapporten in overweging meegenomen. De eindconclusie van de directiebeoordeling 2014 van 2 juli 2015 luidt: Eindconclusie directiebeoordeling In algemene zin laten de resultaten die input vormen voor de directiebeoordeling over 2014 zien dat er sprake is van een goed werkend en volledig managementsysteem. Strategische en operationele doelstellingen zijn behaald en tonen aan dat Cogas goed inspeelt op veranderingen in wet- & regelgeving en daarbinnen kans ziet zich te ontwikkelen vanuit de ambities die zijn gesteld. Slechts een enkele norm is overschreden als gevolg van externe invloeden. Bij de analyse van de afzonderlijke onderdelen komen bruikbare punten naar voren die verdere verbetering van het systeem geven en de effectiviteit ervan kan verhogen. De verbeterpunten uit deze directiebeoordeling worden opgenomen in het verbetermanagement dat zorgt voor continue verbetering van het managementsysteem, en via audits wordt de effectiviteit van het managementsysteem het hele jaar door gecheckt. Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 59 van 61

60 8 Bijlagen 8.1 Leeswijzer Onderstaande tabel geeft de verbinding weer tussen een bepaald artikel uit de MR en de plek in het KCD waar hieraan invulling is gegeven. MRQ geldend per 1 juli 2011 KCD hoofdstuk Omschrijving Art. 10 lid 1a. 4.2 Streefwaarde jaarlijkse uitvalduur. Art. 10 lid 1b. 4.2 Streefwaarde gemiddelde onderbrekingsduur. Art. 10 lid 1c. 4.2 Streefwaarde onderbrekingsfrequentie. Art. 10 lid Toegepaste normen, richtlijnen en voorschriften bij aanleg, onderhoud, beheer en transport via gastransportnet. Art. 11 lid 1 a Resultaten raming totale behoefte capaciteit E en G. Art. 11 lid 1 b De capaciteitsknelpunten. Art. 11 lid 1 c Wijze waarop te voorzien in totale behoefte aan capaciteit en wijze waarop de knelpunten opgelost worden. Art. 11 lid 1 e Afschrift uitgevoerde risicoanalyse en vastgestelde risico s (Art. 15). Art. 11 lid 1 f 4.4 Maatregelen ten aanzien van onderhoud en vervanging (Art. 15). Art. 11 lid 1 g 8.5/8.6 Afschrift investeringsplan. Art. 11 lid 1 h 8.4 Afschrift onderhoudsplan. Art. 11 lid 1 i 3.4 Afschrift onderhouds- en storingsplan waarin beschreven wordt hoe storingen en onderbrekingen worden opgelost en waarin de organisatie van de onderhouds- en storingsdienst wordt beschreven. Art. 11 lid 2 3 KCD wordt gebaseerd op gegevens uit het KBS. Art. 14 lid Raming totale behoeftecapaciteit. Art. 14 lid 2a. 6.4 Beschrijving methode van ramen. Art. 14 lid 2b Een schets van de ontwikkeling van meerdere scenario's die de totale capaciteitsbehoefte prognosticeren. Art. 14 lid 2c Uitwerking op hoofdlijnen van het meest waarschijnlijke scenario. Art. 14 lid 2d 6.10 Een indicatie van de te hanteren uitgangspunten die aan Art. 14 lid 2b ten grondslag liggen. Art. 14 lid 2e Analyse voor het bepalen van de betrouwbaarheid van de raming. Art. 14 lid 2f Analyse van de wijze waarop wordt omgegaan met het risico dat zich een ander scenario verwezenlijkt. Art. 14 lid 2g Methode van bepaling capaciteitsknelpunten Art. 14 lid 3a Bij capaciteitsraming zoveel mogelijk gebruikmaken van ingediende capaciteitsvraag, of onderbouwde schattingen. Art. 14 lid 3b Bij capaciteitsraming gebruik maken van capaciteitsvraag die is gerealiseerd t.o.v. vorige raming. Art. 14 lid Motivering van de keuze van het meest waarschijnlijke scenario waarbij aandacht wordt besteed aan de invloed van de ingediende, eventueel geschatte en eerder gerealiseerde capaciteitsvraag op die keuze. Art. 14 lid 5a De uitwerking van de methode voor het bepalen van de knelpunten richt zich in ieder geval op de wijze waarop een verband wordt gelegd tussen het bepalen van een knelpunt en een ontwikkelingsscenario. Art. 14 lid 5b De uitwerking van de methode richt zich op de waarschijnlijkheid waarmee, de termijn waarbinnen en de omstandigheden waaronder een knelpunt zich naar verwachting voor doet. Art. 14 lid Afstemming met aangrenzende netbeheerders/invoedende netbeheerders. Art. 15 lid Kwaliteitsbeheersingssysteem gericht op beheersing risico s voor realiseren of in stand houden nagestreefde kwaliteit van de transportdienst op korte en lange termijn. Art. 15 lid Vaststellen belangrijkste risico s met actuele risicoanalyse.

61 Art. 15 lid Inzichtelijk maken in de actuele risicoanalyse hoe de belangrijkste risico's zijn geïnventariseerd en op relevantie zijn beoordeeld en op welke bedrijfswaarden de risico's betrekking hebben. Art. 15 lid Vaststellen maatregelen in onderhoud en vervanging in de komende zeven jaar (exclusief eerste drie jaar) voor realiseren of in stand houden nagestreefde kwaliteit van transportdienst. Art. 15 lid Bij de risicoanalyse de in het bedrijfsmiddelenregister opgenomen gegevens, bepalend voor kwaliteit, betrekken. Art. 16 lid 1a 4.4 Investeringsplan komende drie jaar met een beschrijving van de investeringen benodigde werkzaamheden, uitgesplitst naar vervangings- en uitbreidingsinvesteringen. Art. 16 lid 1b 4.4 Onderhoudsplan komende drie jaar met een beschrijving van onderhoud en benodigde werkzaamheden Art. 16 lid 1c 8.3 Plan met beschrijving wijze van oplossing storingen en onderbrekingen, alsmede onderhouds- en storingsdienst. Art. 16 lid 2a 4.4 Specificatie benodigde tijd, financiële middelen. Toelichting aanpassingen ten opzichte van voorgaand plan. Art. 16 lid 2b 4.4 Toelichten hoe met risicoanalyseresultaten rekening is gehouden in de plannen. Tevens resterende risico's betrekken. Art. 17 lid Hanteren van een bedrijfsmiddelenregister dat een beschrijving bevat van alle verbindingen, leidingen, hulpmiddelen, aangeduid naar locatie, aard, type en overige relevante info. Art. 17 lid Procedure actualiteit en compleetheid bedrijfsmiddelenregister. Art. 17 lid 3a 3.3 Beschrijving van het bedrijfsmiddelenregister (BMR) en de wijze waarop geborgd is dat de gezamenlijke systemen die het BMR vormen actueel en compleet zijn. Art. 17 lid 3b 4.5 Beschrijving en kwalitatieve beoordeling componenten. Art. 17 lid 3c 4.5 Wijzigingen in toestand componenten t.o.v. voorgaande jaar. Art Onderlinge consistentie kwaliteitsbeheersingssysteem, resultaten en procedure capaciteitsbehoefte, de streefwaarden, registratieproces en jaarlijkse begroting. Art. 20 lid 1 7 Evaluatie van het registratieproces van storingen en procedures en plannen rond capaciteitsbepaling, investeringen en onderhoud, éénmaal per zes jaar. Art. 20 lid 2 7 Evaluatie registratieproces met betrekking tot bijdrage procedures en plannen aan nagestreefd kwaliteitsniveau. Art. 20 lid 3 7 Noodzakelijke wijzigingen registratieproces, procedures en plannen. Art. 20a lid Beschikt over calamiteitenplan waarin aan bod komen: visie, uitgangspunten en strategie met betrekking tot crisismanagement; taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden crisismanagers; crisisorganisatie; besluitvormingsstructuur; wijze van alarmering en opschaling van activiteiten; interne en externe communicatieafspraken. Tabel 12 Leeswijzer Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Pagina 61 van 61

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2013

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2013 Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2013 Cogas Infra en Beheer B.V. Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2013 (openbaar) Pagina 1 van 60 Dit is de openbare versie van het KCD 2013 van Cogas Infra en Beheer

Nadere informatie

Studiedag VZI Risicomanagement Toepassing van gecertificeerde kwaliteitsmanagementsystemen Kees van Putten, DEKRA Solutions B.V.

Studiedag VZI Risicomanagement Toepassing van gecertificeerde kwaliteitsmanagementsystemen Kees van Putten, DEKRA Solutions B.V. Studiedag VZI Risicomanagement Toepassing van gecertificeerde kwaliteitsmanagementsystemen Kees van Putten, DEKRA Solutions B.V. Een kwaliteitsmanagementsysteem helpt bij de beheersing van risico s Want

Nadere informatie

Energiemanagement Actieplan

Energiemanagement Actieplan 1 van 8 Energiemanagement Actieplan Datum 18 04 2013 Rapportnr Opgesteld door Gedistribueerd aan A. van de Wetering & H. Buuts 1x Directie 1x KAM Coördinator 1x Handboek CO₂ Prestatieladder 1 2 van 8 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Energiemanagementplan Carbon Footprint

Energiemanagementplan Carbon Footprint Energiemanagementplan Carbon Footprint Rapportnummer : Energiemanagementplan (2011.001) Versie : 1.0 Datum vrijgave : 14 juli 2011 Klaver Infratechniek B.V. Pagina 1 van 10 Energiemanagementplan (2011.001)

Nadere informatie

Energiemanagementprogramma HEVO B.V.

Energiemanagementprogramma HEVO B.V. Energiemanagementprogramma HEVO B.V. Opdrachtgever HEVO B.V. Project CO2 prestatieladder Datum 7 december 2010 Referentie 1000110-0154.3.0 Auteur mevrouw ir. C.D. Koolen Niets uit deze uitgave mag zonder

Nadere informatie

Informatiebeveiligingsbeleid

Informatiebeveiligingsbeleid Stichting Werken in Gelderland Versiebeheer Eigenaar: Review: Bestuur juni 2019 Versie Status Aangepast Datum Door 0.1 Concept Versiebeheer 31-5-2018 Privacyzaken, Michel Rijnders 1.0 Vastgesteld Vastgesteld

Nadere informatie

1. FORMAT PLAN VAN AANPAK

1. FORMAT PLAN VAN AANPAK INHOUDSOPGAVE 1. FORMAT PLAN VAN AANPAK 1.1. Op weg naar een kwaliteitsmanagementsysteem 1.2. Besluit tot realisatie van een kwaliteitsmanagementsysteem (KMS) 1.3. Vaststellen van meerjarenbeleid en SMART

Nadere informatie

Medewerker administratieve processen en systemen

Medewerker administratieve processen en systemen processen en systemen Doel Voorbereiden, analyseren, ontwerpen, ontwikkelen, beheren en evalueren van procedures en inrichting van het administratieve proces en interne controles, rekening houdend met

Nadere informatie

Energie management Actieplan

Energie management Actieplan Energie management Actieplan Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 2.2 Auteur: Mariëlle de Gans - Hekman Datum: 30 september 2015 Versie: 1.0 Status: Concept Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Doelstellingen...

Nadere informatie

Factsheet Kwaliteit 2015 Liander N.V. Autoriteit Consument & Markt. Factsheet Kwaliteit 2015

Factsheet Kwaliteit 2015 Liander N.V. Autoriteit Consument & Markt. Factsheet Kwaliteit 2015 Factsheet Kwaliteit 215 N.V. Autoriteit Consument & Markt Factsheet Kwaliteit 215 Regionale Netbeheerders Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten N.V. De gegevens in de grafieken in dit document zijn

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente Lingewaard

Aan de raad van de gemeente Lingewaard 6 Aan de raad van de gemeente Lingewaard *14RDS00194* 14RDS00194 Onderwerp Nota Risicomanagement & Weerstandsvermogen 2014-2017 1 Samenvatting In deze nieuwe Nota Risicomanagement & Weerstandsvermogen

Nadere informatie

ISO 9000:2000 en ISO 9001:2000. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V.

ISO 9000:2000 en ISO 9001:2000. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. ISO 9000:2000 en ISO 9001:2000 Een introductie Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. Organisatie SYSQA B.V. Pagina 2 van 11 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 1.1 ALGEMEEN... 3 1.2 VERSIEBEHEER...

Nadere informatie

Factsheet Kwaliteit 2014 Liander N.V. Autoriteit Consument & Markt. Factsheet Kwaliteit 2014

Factsheet Kwaliteit 2014 Liander N.V. Autoriteit Consument & Markt. Factsheet Kwaliteit 2014 Factsheet Kwaliteit 214 Regionale Netbeheerders Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten N.V. De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders aan

Nadere informatie

Elektriciteitsnetten & gastransportnetten

Elektriciteitsnetten & gastransportnetten Factsheet Kwaliteit regionale netbeheerders 217 Elektriciteitsnetten & gastransportnetten N.V. De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders aan

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Energiemanagement programma I GMB 2

Inhoudsopgave. Energiemanagement programma I GMB 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Duurzaamheid beleid... 4 3 PLAN: Energieverbruik en reductiekansen... 6 3.1 Energieverbruik door GMB (scope 1 en 2)... 6 3.2 Energieverbruik in de keten (scope 3)... 7

Nadere informatie

Administrateur. Context. Doel. Rapporteert aan/ontvangt hiërarchische richtlijnen van: Directeur dienst Afdelingshoofd

Administrateur. Context. Doel. Rapporteert aan/ontvangt hiërarchische richtlijnen van: Directeur dienst Afdelingshoofd Administrateur Doel Realiseren van beheersmatige, adviserende en managementondersteunende administratieve werkzaamheden ten behoeve van de instelling, dan wel onderdelen daarvan, binnen vastgestelde procedures

Nadere informatie

ISMS BELEIDSVERKLARING. +31(0) Versie 1.0: 3/7/18

ISMS BELEIDSVERKLARING. +31(0) Versie 1.0: 3/7/18 ISMS BELEIDSVERKLARING info@thepeoplegroup.nl +31(0) 73 523 67 78 www.thepeoplegroup.nl Versie 1.0: 3/7/18 INTRODUCTIE De directie van The People Group zal bij het voorbereiden en uitvoeren van het algemeen

Nadere informatie

Liander N.V. Factsheet Kwaliteit 2011 Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten. Inleiding

Liander N.V. Factsheet Kwaliteit 2011 Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten. Inleiding Factsheet Kwaliteit 211: N.V. Factsheet Kwaliteit 211 Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten N.V. De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de

Nadere informatie

Elektriciteitsnetten & gastransportnetten

Elektriciteitsnetten & gastransportnetten Factsheet Kwaliteit regionale netbeheerders 217 Elektriciteitsnetten & gastransportnetten Netbeheer B.V. De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders

Nadere informatie

Checklist voor controle (audit) NEN 4000

Checklist voor controle (audit) NEN 4000 Rigaweg 26, 9723 TH Groningen T: (050) 54 45 112 // F: (050) 54 45 110 E: info@precare.nl // www.precare.nl Checklist voor controle (audit) NEN 4000 Nalooplijst hoofdstuk 4 Elementen in de beheersing van

Nadere informatie

Assetmanagement. Resultaten maturityscan. 14 januari 2015

Assetmanagement. Resultaten maturityscan. 14 januari 2015 Assetmanagement Resultaten maturityscan 14 januari 2015 De 7 bouwstenen van Assetmanagement 2 22.Afwijkingen en herstelacties 23. Preventieve acties 24. Verbetermanagement 5.Leiderschap en betrokkenheid

Nadere informatie

Delta Netwerkbedrijf B.V.

Delta Netwerkbedrijf B.V. Factsheet Kwaliteit 212 Regionale Netbeheerders Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten Delta Netwerkbedrijf B.V. De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale

Nadere informatie

Communicatieplan m.b.t. CO2

Communicatieplan m.b.t. CO2 Communicatieplan m.b.t. CO2 Opgesteld door : H. van Roode en Y. van der Vlies Datum : 20 februari 2014 Goedgekeurd door : H. van Roode Datum: 20 februari 2014 Blad 2 van 11 Inhoudsopgave Inleiding... 3

Nadere informatie

Factsheet Kwaliteit 2015 Enduris B.V. Autoriteit Consument & Markt. Factsheet Kwaliteit 2015

Factsheet Kwaliteit 2015 Enduris B.V. Autoriteit Consument & Markt. Factsheet Kwaliteit 2015 Factsheet Kwaliteit 15 Regionale Netbeheerders Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten B.V. De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders aan

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan. Van Schoonhoven Infra BV

Energiemanagement actieplan. Van Schoonhoven Infra BV BV Leusden, oktober 2013 Auteurs: G.J. van Schoonhoven D.J. van Boven Geaccordeerd door: D.J. van Boven Directeur eigenaar INLEIDING Ons bedrijf heeft een energiemanagement actieplan conform NEN-ISO 50001.

Nadere informatie

Generieke systeemeisen

Generieke systeemeisen Bijlage Generieke Systeem in kader van LAT-RB, versie 27 maart 2012 Generieke systeem NTA 8620 BRZO (VBS elementen) Arbowet Bevb / NTA 8000 OHSAS 18001 ISO 14001 Compliance competence checklist 1. Algemene

Nadere informatie

Factsheet Kwaliteit regionale netbeheerders 2017 Elektriciteitsnetten & gastransportnetten

Factsheet Kwaliteit regionale netbeheerders 2017 Elektriciteitsnetten & gastransportnetten Factsheet Kwaliteit regionale netbeheerders 217 Elektriciteitsnetten & gastransportnetten De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders aan de

Nadere informatie

Informatiebeveiligingsbeleid. Stichting Pensioenfonds Chemours

Informatiebeveiligingsbeleid. Stichting Pensioenfonds Chemours Informatiebeveiligingsbeleid Stichting Pensioenfonds Chemours Versiebeheer Versie Datum Van Verspreid aan 0.1 J.W. Kinders W. Smouter Vroklage Goedkeuring Versie Goedgekeurd door Datum 2 INHOUD Algemeen

Nadere informatie

Documentenanalyse Veiligheidsvisitatiebezoek

Documentenanalyse Veiligheidsvisitatiebezoek Ingevuld door: Naam Instelling: Documentenanalyse Veiligheidsvisitatiebezoek In de documentenanalyse wordt gevraagd om verplichte documentatie en registraties vanuit de NTA 8009:2007 en HKZ certificatieschema

Nadere informatie

Energie Management Actieplan

Energie Management Actieplan Energie Management Actieplan Rijssen, Juli 2013 Auteur: L.J. Hoff Geaccodeerd door: M. Nijkamp Directeur Inhoudsopgave 1. Inleiding Pagina 3 2. Beleid CO₂ reductie Pagina 4 3. Borging CO₂ prestatieladder

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan. Baggerbedrijf West Friesland

Energiemanagement actieplan. Baggerbedrijf West Friesland Baggerbedrijf West Friesland Gebruikte handelsnamen: Baggerbedrijf West Friesland Grond & Cultuurtechniek West Friesland Andijk, februari-mei 2014 Auteurs: M. Komen C. Kiewiet Geaccordeerd door: K. Kiewiet

Nadere informatie

ENERGIEMANAGEMENTPROGRAMMA VDM-GROEP

ENERGIEMANAGEMENTPROGRAMMA VDM-GROEP ENERGIEMANAGEMENTPROGRAMMA VDM-GROEP F.G. van Dijk (Directie) C.S. Hogenes (Directie & lid MVO groep) Opdrachtgever : Van Dijk Maasland Groep Project : CO 2 Prestatieladder Datum : Maart 2011 Auteur :

Nadere informatie

Kwaliteitssysteem datamanagement. Meetbaar Beter

Kwaliteitssysteem datamanagement. Meetbaar Beter Kwaliteitssysteem datamanagement Meetbaar Beter Datum: 20 juli 2017 Versie : 0.10 Kwaliteitssysteem Meetbaar Beter versie 0.10.docx Pagina 1 van 8 Voorwoord Het aantal centra dat is aangesloten bij Meetbaar

Nadere informatie

KWALITEIT MANAGEMENT PLAN CO2 EMISSIE INVENTARIS SOGETI

KWALITEIT MANAGEMENT PLAN CO2 EMISSIE INVENTARIS SOGETI KWALITEIT MANAGEMENT PLAN CO2 EMISSIE INVENTARIS SOGETI Auteur René Speelman Versie V1.0 Plaats Vianen Kenmerk Versie informatie VERSIE INFORMATIE Versie Datum Bijzonderheden Auteur V 1.0 09-03-2015 Aangepast

Nadere informatie

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE ICT FUNCTIONEEL (INFORMATIE) BEHEERDER VERSIE 1 MEI 2012

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE ICT FUNCTIONEEL (INFORMATIE) BEHEERDER VERSIE 1 MEI 2012 Functioneel (informatie) beheerder Doel Zorgdragen voor het inrichten, aanpassen, vernieuwen en onderhouden van de informatievoorziening (processen, procedures en/of systemen), passend binnen het informatiebeleid

Nadere informatie

Kwaliteitssysteem datamanagement. Meetbaar Beter

Kwaliteitssysteem datamanagement. Meetbaar Beter Kwaliteitssysteem datamanagement Meetbaar Beter Datum: 22 maart 2016 Versie : 0.8 Kwaliteitssysteem Meetbaar Beter versie 0.8 Pagina 1 van 8 Voorwoord Het aantal centra dat is aangesloten bij Meetbaar

Nadere informatie

VMS veiligheidseisen voor het ZKN-Keurmerk Een vertaling van de NTA8009:2011 naar de situatie van de zelfstandige klinieken

VMS veiligheidseisen voor het ZKN-Keurmerk Een vertaling van de NTA8009:2011 naar de situatie van de zelfstandige klinieken VMS veiligheidseisen voor het ZKN-Keurmerk Een vertaling van de NTA8009:2011 naar de situatie van de zelfstandige klinieken Leiderschap 1. De directie heeft vastgelegd en is eindverantwoordelijk voor het

Nadere informatie

Wij brengen energie. Waar mensen licht en warmte nodig hebben

Wij brengen energie. Waar mensen licht en warmte nodig hebben Wij brengen energie Waar mensen licht en warmte nodig hebben Energie in goede banen De beschikbaarheid van energie bepaalt in grote mate hoe we leven: hoe we wonen, werken, produceren en ons verplaatsen.

Nadere informatie

Taak- en functieomschrijving teamleider kinderopvang

Taak- en functieomschrijving teamleider kinderopvang Pagina 1 van 5 Taak- en functieomschrijving teamleider kinderopvang Doel Het vastleggen van taken, verantwoordelijkheden van een functionaris, met inbegrip van opleidingseisen en salarisindicatie. Van

Nadere informatie

Factsheet Kwaliteit 2012

Factsheet Kwaliteit 2012 Factsheet Kwaliteit 212 Regionale Netbeheerders Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders aan de

Nadere informatie

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd >>> Overgang Maatstaf 2016 Onderstaand overzicht bevat de selectie van de geheel nieuwe eisen uit de Maatstaf 2016 en de eisen waarbij extra of andere accenten zijn gelegd, inclusief een korte toelichting.

Nadere informatie

Functieprofiel Ondersteuner ICT Functieprofiel titel Functiecode 00

Functieprofiel Ondersteuner ICT Functieprofiel titel Functiecode 00 1 Functieprofiel Ondersteuner ICT Functieprofiel titel Functiecode 00 Doel Registreren en (laten) oplossen van vragen en storingen van ICTgebruikers binnen de richtlijnen van de afdeling, teneinde bij

Nadere informatie

Risicomanagement en NARIS gemeente Amsterdam

Risicomanagement en NARIS gemeente Amsterdam Risicomanagement en NARIS gemeente Amsterdam Robert t Hart / Geert Haisma 26 september 2013 r.hart@risicomanagement.nl / haisma@risicomanagement.nl 1www.risicomanagement.nl Visie risicomanagement Gemeenten

Nadere informatie

VOORWOORD. 1 Code voor informatiebeveiliging, Nederlands Normalisatie Instituut, Delft, 2007 : NEN-ISO.IEC 27002.

VOORWOORD. 1 Code voor informatiebeveiliging, Nederlands Normalisatie Instituut, Delft, 2007 : NEN-ISO.IEC 27002. Gesloten openheid Beleid informatiebeveiliging gemeente Leeuwarden 2014-2015 VOORWOORD In januari 2003 is het eerste informatiebeveiligingsbeleid vastgesteld voor de gemeente Leeuwarden in de nota Gesloten

Nadere informatie

Ondersteuner ICT. Context. Doel

Ondersteuner ICT. Context. Doel Ondersteuner ICT Doel Registreren en (laten) oplossen van vragen en storingen van ICT-gebruikers binnen de richtlijnen van de afdeling, teneinde bij te dragen aan efficiënt en effectief functionerende

Nadere informatie

Energiezorgplan Van Dorp installaties bv 2011 2015. Versie 3.0 (Summary)

Energiezorgplan Van Dorp installaties bv 2011 2015. Versie 3.0 (Summary) Energiezorgplan Van Dorp installaties bv 2011 2015 Versie 3.0 (Summary) Auteurs: Van Dorp Dienstencentrum Datum: Update: Augustus 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Energiebeleid... 3 2.1 Continue

Nadere informatie

Energie Kwailteitsmanagement systeem

Energie Kwailteitsmanagement systeem Energie Kwailteitsmanagement systeem (4.A.2) Colofon: Opgesteld : drs. M.J.C.H. de Ruijter paraaf: Gecontroleerd : W. van Houten paraaf: Vrijgegeven : W. van Houten paraaf: Datum : 1 april 2012 Energie

Nadere informatie

Energie Management Programma. InTraffic

Energie Management Programma. InTraffic Energie Management Programma InTraffic Wijzigingsblad Versie Datum Auteur Wijzigingen 0.1 17/2/2012 Marije de Vreeze Opzet structuur 0.2 13/3/2012 Marije de Vreeze Gegevens 0.3 5/4/2012 Dirk Bijkerk Input

Nadere informatie

Energiemanagement Actieplan

Energiemanagement Actieplan 1 van 8 Energiemanagement Actieplan Datum Rapportnr Opgesteld door Gedistribueerd aan A. van de Wetering & H. Buuts 1x Directie 1x KAM Coördinator 1x Handboek CO₂ Prestatieladder 1 2 van 8 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

DOORSTAAT UW RISICOMANAGEMENT DE APK?

DOORSTAAT UW RISICOMANAGEMENT DE APK? WHITEPAPER DOORSTAAT UW RISICOMANAGEMENT DE APK? DOOR M. HOOGERWERF, SENIOR BUSINESS CONS ULTANT Risicomanagement is tegenwoordig een belangrijk onderdeel van uw bedrijfsvoering. Dagelijks wordt er aandacht

Nadere informatie

Informatiebeveiligings- en privacybeleid (IBP) voor het SWV PPO Hoeksche Waard

Informatiebeveiligings- en privacybeleid (IBP) voor het SWV PPO Hoeksche Waard Stichting Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Hoeksche Waard Informatiebeveiligings- en privacybeleid (IBP) voor het SWV PPO Hoeksche Waard Vastgesteld door het dagelijks bestuur d.d. 18 december

Nadere informatie

Functieprofiel: Ondersteuner ICT Functiecode: 0405

Functieprofiel: Ondersteuner ICT Functiecode: 0405 Functieprofiel: Ondersteuner ICT Functiecode: 0405 Doel Registreren en (laten) oplossen van vragen en storingen van ICT-gebruikers binnen de richtlijnen van de afdeling, teneinde bij te dragen aan efficiënt

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Beleid en doelstellingen / directieverantwoordelijkheid

Hoofdstuk 2 Beleid en doelstellingen / directieverantwoordelijkheid Hoofdstuk 2 Beleid en doelstellingen / directieverantwoordelijkheid 2.1 KAM beleidsverklaring De directie van Axent Groen BV onderschrijft het volgende KAM-beleid: Het beleid is er op gericht te willen

Nadere informatie

Energiemanagementsysteem

Energiemanagementsysteem Energiemanagementsysteem BVR Groep B.V. Roosendaal, 20-06-2014. Auteur(s): H. Schrauwen, Energie & Technisch adviseur. Geaccordeerd door: M. Soenessardien,Manager KAM, Personeel & Organisatie Pagina 1

Nadere informatie

Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018

Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018 Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018 *** Onbekende risico s zijn een bedreiging, bekende risico s een management issue *** Samenvatting en besluit Risicomanagement is een groeiproces waarbij

Nadere informatie

Factsheet Kwaliteit 2015

Factsheet Kwaliteit 2015 Factsheet Kwaliteit 215 Regionale netbeheerders Autoriteit Consument & Markt Factsheet Kwaliteit 215 Regionale Netbeheerders Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten De gegevens in de grafieken in dit

Nadere informatie

Doel van de rol Iedere Compliance Officer heeft als doel het beheersen van de risico s die BKR loopt in haar strategische en operationele processen.

Doel van de rol Iedere Compliance Officer heeft als doel het beheersen van de risico s die BKR loopt in haar strategische en operationele processen. FUNCTIEPROFIEL Opdrachtgever: Functienaam: BKR Compliance Officer Security & Risk BKR is een onafhankelijke stichting met een maatschappelijk doel. BKR streeft sinds 1965, zonder winstoogmerk, een financieel

Nadere informatie

Risico s in beeld. Wat nu? Door Ilona Hoving 1

Risico s in beeld. Wat nu? Door Ilona Hoving 1 Risico s in beeld. Wat nu? 29-9-2015 Door Ilona Hoving 1 Even voorstellen Ilona Hoving 29-9-2015 Door Ilona Hoving 2 Wat gaan we DOEN? Korte introductie op thema Aan de slag met risico s Hoe waardeer je

Nadere informatie

Roy Verstegen. Managementenergie Actieplan

Roy Verstegen. Managementenergie Actieplan Roy Verstegen Managementenergie Actieplan 1. Inleiding In dit document worden de concrete CO2-reductiemaatregelen en reductiedoelstellingen van het Roy Verstegen B.V. beschreven. De voortgang met betrekking

Nadere informatie

Energiemanagementsysteem. Van de Kreeke Beheer BV en Habets-van de Kreeke Holding BV

Energiemanagementsysteem. Van de Kreeke Beheer BV en Habets-van de Kreeke Holding BV Van de Kreeke Beheer BV en Habets-van de Kreeke Holding BV Nuth,20augustus 2015 Auteur(s): Tom Kitzen Theo Beckers Geaccordeerd door: Serge Vreuls Financieel Directeur C O L O F O N Het format voor dit

Nadere informatie

Planning & Control. Inleiding. Inhoudsopgave

Planning & Control. Inleiding. Inhoudsopgave Planning & Control Inleiding Planning & Control is de Engelse benaming voor coördinatie en afstemming. Het is gericht op interne plannings- en besturingsactiviteiten. Een heldere Planning & Control functie

Nadere informatie

Beleid Informatiebeveiliging InfinitCare

Beleid Informatiebeveiliging InfinitCare Beleid Informatiebeveiliging InfinitCare Wijzigingshistorie Versie Wie Wanneer Wat 2019-V001 Han Laarhuis 2019-03-04 Aanpassen aan nieuwe ISMS 2019 V096 Han Laarhuis 2016-03-21 Toevoegen Wijzigingshistorie

Nadere informatie

Hoezo dé nieuwe ISO-normen?

Hoezo dé nieuwe ISO-normen? De nieuwe ISO-normen Dick Hortensius Senior consultant Managementsystemen NEN Milieu & Maatschappij dick.hortensius@nen.nl 1 Hoezo dé nieuwe ISO-normen? 2 1 De cijfers voor Nederland (eind 2013) Norm Aantal

Nadere informatie

Procedure Risicobeheersing en kansen afweging. Waterketen. Registratienummer: Versie: 1.0. Datum

Procedure Risicobeheersing en kansen afweging. Waterketen. Registratienummer: Versie: 1.0. Datum Procedure Risicobeheersing en kansen afweging Waterketen Soort document: Procedure Registratienummer: 14.0037073 Versie: 1.0 Status: Definitief Afdeling /Eenheid: Proceseigenaar: Procesbeheerder Procesbeschrijver:

Nadere informatie

energiemanagement & kwaliteitsmanagement

energiemanagement & kwaliteitsmanagement Energiemanagement Programma & managementsysteem Het beschrijven van het energiemanagement en kwaliteitsmanagementplan (zoals vermeld in de norm, voor ons managementsysteem). 1 Inleiding Maatschappelijk

Nadere informatie

Informatiebeveiligings- en privacy beleid. Haagsche Schoolvereeniging

Informatiebeveiligings- en privacy beleid. Haagsche Schoolvereeniging Informatiebeveiligings- en privacy beleid Haagsche Schoolvereeniging 1 INLEIDING... 3 1.1 INFORMATIEBEVEILIGING EN PRIVACY... 3 2 DOEL EN REIKWIJDTE... 3 3 UITGANGSPUNTEN... 4 3.1 ALGEMENE BELEIDSUITGANGSPUNTEN...

Nadere informatie

HANDBOEK ENERGIE- EN CO 2 - MANAGEMENTSYSTEEM EN16001 ISO 14064

HANDBOEK ENERGIE- EN CO 2 - MANAGEMENTSYSTEEM EN16001 ISO 14064 HANDBOEK ENERGIE- EN CO 2 - MANAGEMENTSYSTEEM EN16001 ISO 14064 VAN AANNEMINGSBEDRIJF GEBR. DE KONING B.V. Naam Functie Datum Paraaf Opstelling: A.P. Kleiberg KAM-coördinator 12-03-2010 Autorisatie: M.

Nadere informatie

Nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen

Nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen Nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen September 2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Aanleiding... 4 3. Nadere toelichting... 5 4. Doelstellingen en wettelijke kaders... 6 4.1. Doelstellingen...

Nadere informatie

ICT EN INFORMATIEBELEIDSPLAN

ICT EN INFORMATIEBELEIDSPLAN ICT EN INFORMATIEBELEIDSPLAN 2018-2023 VERSIE definitief Vastgesteld op : 14 augustus 2018 Directeur bestuurder 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Doelstelling 3 3. Positionering ICT en Informatiebeleid

Nadere informatie

Informatiemanager. Doel. Context

Informatiemanager. Doel. Context Informatiemanager Doel Ontwikkelen, in stand houden, evalueren, aanpassen en regisseren van het informatiemanagement, de digitale informatievoorziening en de ICT-facilitering van de instelling en/of de

Nadere informatie

Business Risk Management? Dan eerst data op orde!

Business Risk Management? Dan eerst data op orde! Business risk management? Dan eerst data op orde! Kwaliteit, leveringsbetrouwbaarheid, klantgerichtheid, kostenbewustzijn en imago zijn kernwaarden in de bedrijfsvoering die door nutsbedrijven hartelijk

Nadere informatie

Proactief en voorspellend beheer Beheer kan effi ciënter en met hogere kwaliteit

Proactief en voorspellend beheer Beheer kan effi ciënter en met hogere kwaliteit Proactief en voorspellend beheer Beheer kan effi ciënter en met hogere kwaliteit Beheer kan efficiënter en met hogere kwaliteit Leveranciers van beheertools en organisaties die IT-beheer uitvoeren prijzen

Nadere informatie

Factsheet 2010 Kwaliteit Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gasnetten N.V. RENDO. Expert versie

Factsheet 2010 Kwaliteit Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gasnetten N.V. RENDO. Expert versie Factsheet 2010 Kwaliteit Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gasnetten N.V. Expert versie De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders

Nadere informatie

Is uw organisatie grootverbruiker van gas en/of elektriciteit? In deze brochure vindt u belangrijke informatie voor uw aansluiting. www.enduris.

Is uw organisatie grootverbruiker van gas en/of elektriciteit? In deze brochure vindt u belangrijke informatie voor uw aansluiting. www.enduris. Is uw organisatie grootverbruiker van gas en/of elektriciteit? In deze brochure vindt u belangrijke informatie voor uw aansluiting www.enduris.nl Wanneer wordt u aangemerkt als grootverbruiker? U valt

Nadere informatie

Hoofdlijnen Corporate Governance Structuur

Hoofdlijnen Corporate Governance Structuur Hoofdlijnen Corporate Governance Structuur 1. Algemeen Deugdelijk ondernemingsbestuur is waar corporate governance over gaat. Binnen de bedrijfskunde wordt de term gebruikt voor het aanduiden van hoe een

Nadere informatie

Checklist voor interviews en workshops

Checklist voor interviews en workshops 1 Bijlage 6 Checklist voor interviews en workshops Hoe komen we aan de nodige informatie over de vast te leggen processen en procedures? In deze bijlage beschrijven we waar informatie aanwezig is en hoe

Nadere informatie

Energie Management Programma over 2017 De Wilde NL

Energie Management Programma over 2017 De Wilde NL Energie Management Programma over 2017 De Wilde NL (3.B.2) Colofon Opgesteld N. Bok Paraaf: Gecontroleerd M.F. Swillens Paraaf: Vrijgegeven J.A.G. de Wilde Paraaf: Datum 15-08-2017 3.B.2. Energie Managementprogramma

Nadere informatie

ISO 27001:2013 INFORMATIE VOOR KLANTEN

ISO 27001:2013 INFORMATIE VOOR KLANTEN ISO 27001:2013 INFORMATIE VOOR KLANTEN WAT IS ISO 27001:2013 ISO 27001 is een internationale standaard voor informatiebeveiliging. Deze standaard richt zich op het ontwikkelen, uitvoeren, controleren en

Nadere informatie

Wel of niet certificatie? K. de Jongh

Wel of niet certificatie? K. de Jongh K. de Jongh Tijdsduur: 30 minuten Certificatie; ondermeer status 2015 versies De nieuwe norm; HLS en 2015 versies Voorbeelden uit de praktijk HLS en 2015 versies in de praktijk Conclusies? 9-3-2015 2 Certificatie:

Nadere informatie

Opstapcertificatie fase I en II > VV&T Onderdeel Kraamzorg

Opstapcertificatie fase I en II > VV&T Onderdeel Kraamzorg Opstapcertificatie fase I en II > VV&T Onderdeel Kraamzorg Versie 2012 Inleiding 201 Nederlands Normalisatie Instituut. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel

Nadere informatie

Het BiSL-model. Een whitepaper van The Lifecycle Company

Het BiSL-model. Een whitepaper van The Lifecycle Company Het BiSL-model Een whitepaper van The Lifecycle Company Met dit whitepaper bieden we u een overzicht op hooflijnen van het BiSL-model. U vindt een overzicht van de processen en per proces een beknopte

Nadere informatie

VDZ Geldzaken. Beloningsbeleid

VDZ Geldzaken. Beloningsbeleid VDZ Geldzaken Beloningsbeleid 2018 INHOUD 1. Inleiding... 3 Toezicht... 3 Inwerkingtreding... 3 2. Definities en begrippen... 3 De categorieën van medewerkers... 3 Beloning... 4 Vaste beloning... 4 Variabele

Nadere informatie

Introductie OHSAS 18001

Introductie OHSAS 18001 Introductie OHSAS 18001 OHSAS 18001 -in het kort OHSAS 18001 is een norm voor een managementsysteem die de veiligheid en gezondheid in en rondom de organisatie waarborgt. OHSAS staat voor Occupational

Nadere informatie

CO2 managementplan. Max Bögl

CO2 managementplan. Max Bögl CO2 managementplan Max Bögl Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Energie meetplan... 4 2.1 Planning meetmomenten... 4 2.2 Vergelijking met vergelijkbare organisaties... 5 3 Energiemanagement actieplan... 6 4 Stuurcyclus...

Nadere informatie

Kwaliteitshandboek v1.0 CO 2 -Prestatieladder Roelofs

Kwaliteitshandboek v1.0 CO 2 -Prestatieladder Roelofs Kwaliteitshandboek v1.0 CO 2 -Prestatieladder Roelofs Datum: Januari 2013 Bezoekadres Dorpsstraat 20 7683 BJ Den Ham Postadres Postbus 12 7683 ZG Den Ham T +31 (0) 546 67 88 88 F +31 (0) 546 67 28 25 E

Nadere informatie

3.B.2 Energie Management Actieplan

3.B.2 Energie Management Actieplan Inleiding B.V. is in 2012 gecertificeerd voor niveau 3 van de CO 2 -prestatieladder. Op basis van de uitkomsten uit de interne audits van 2012 en de vragen vanuit de markt, is een vervolgtraject gestart

Nadere informatie

Leidraad PLAN VAN AANPAK OP WEG NAAR EEN CERTIFICEERBAAR KWALITEITSMANAGEMENTSYSTEEM

Leidraad PLAN VAN AANPAK OP WEG NAAR EEN CERTIFICEERBAAR KWALITEITSMANAGEMENTSYSTEEM Pagina 1 van 6 Leidraad PLAN VAN AANPAK OP WEG NAAR EEN CERTIFICEERBAAR KWALITEITSMANAGEMENTSYSTEEM In het onderstaande is een leidraad opgenomen voor een Plan van aanpak certificeerbaar kwaliteitsmanagementsysteem.

Nadere informatie

ENERGIEMANAGEMENTPROGRAMMA VDM-GROEP

ENERGIEMANAGEMENTPROGRAMMA VDM-GROEP ENERGIEMANAGEMENTPROGRAMMA VDM-GROEP F.G. van Dijk (Directie) C.S. Hogenes (Directie & lid MVO groep) Opdrachtgever : Van Dijk Maasland Groep Project : CO2 Prestatieladder Datum : Maart 2011 Datum herzien

Nadere informatie

Uitbestedingsbeleid Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V.

Uitbestedingsbeleid Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V. Uitbestedingsbeleid Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V. [geldend vanaf 1 juni 2015, PB15-220] Artikel 1 Definities De definities welke in dit uitbestedingsbeleid worden gebruikt zijn nader

Nadere informatie

SAP Risk-Control Model. Inzicht in financiële risico s vanuit uw SAP processen

SAP Risk-Control Model. Inzicht in financiële risico s vanuit uw SAP processen SAP Risk-Control Model Inzicht in financiële risico s vanuit uw SAP processen Agenda 1.Introductie in Risicomanagement 2.SAP Risk-Control Model Introductie in Risicomanagement Van risico s naar intern

Nadere informatie

Een OVER-gemeentelijke samenwerking tussen Oostzaan en Wormerland

Een OVER-gemeentelijke samenwerking tussen Oostzaan en Wormerland OVER OOSTZAAN Een OVER-gemeentelijke samenwerking tussen Oostzaan en Wormerland WORMERLAND. GESCAND OP 13 SEP. 2013 Gemeente Oostzaan Datum : Aan: Raadsleden gemeente Oostzaan Uw BSN : - Uw brief van :

Nadere informatie

Factsheet Kwaliteit 2014

Factsheet Kwaliteit 2014 Factsheet Kwaliteit 214 Regionale netbeheerders Autoriteit Consument & Markt Factsheet Kwaliteit 214 Regionale Netbeheerders Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten De gegevens in de grafieken in dit

Nadere informatie

ISO 9001:2015 ReadinessReview

ISO 9001:2015 ReadinessReview ISO 9001:2015 ReadinessReview Organisatie Adres Certificaat Nr. Contactpersoon Functie Telefoon Email BSI is vastbesloten ervoor te zorgen dat klanten die willen certificeren op ISO 9001:2015 een soepele

Nadere informatie

ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN. 3 oktober 2013

ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN. 3 oktober 2013 ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN code: B1308 3 oktober 2013 datum: 3 oktober 2013 referentie: lak code: B1308 blad: 3/8 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Onderdelen van het energiemanagement actieplan 5 2.1

Nadere informatie

Is uw organisatie grootverbruiker van gas en/of elektriciteit? In deze brochure vindt u belangrijke informatie voor uw aansluiting. www.dnwg.

Is uw organisatie grootverbruiker van gas en/of elektriciteit? In deze brochure vindt u belangrijke informatie voor uw aansluiting. www.dnwg. Is uw organisatie grootverbruiker van gas en/of elektriciteit? In deze brochure vindt u belangrijke informatie voor uw aansluiting www.dnwg.nl Wanneer wordt u aangemerkt als grootverbruiker? U valt in

Nadere informatie

Stedin Netbeheer B.V.

Stedin Netbeheer B.V. Factsheet 2010 Kwaliteit Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gasnetten Netbeheer B.V. Expert versie De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders

Nadere informatie

Beschrijving Energie Management Systeem

Beschrijving Energie Management Systeem Beschrijving Energie Management Systeem 11 maart 2014 Dit document beschrijft het Energie Management Systeem en het reductieplan voor realisatie van de energiereductie doelstellingen van Bepacom B.V. StenVi

Nadere informatie

Beheerder ICT. Context. Doel

Beheerder ICT. Context. Doel Beheerder ICT Doel Zorgdragen voor het doen functioneren van ICTproducten en het instandhouden van de kwaliteit daarvan, passend binnen het beleid van de afdeling, teneinde aan de eisen en wensen van de

Nadere informatie

ENERGIE MANAGEMENT ACTIEPLAN 2014

ENERGIE MANAGEMENT ACTIEPLAN 2014 ENERGIE MANAGEMENT ACTIEPLAN DRAAGT EEN STEENTJE BIJ CO 2 -PRESTATIELADDER Index Datum Redactie Goedgekeurd door 28-01- B. de Klerk A.W. Bontrup 28-01- Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Beleid... 3 3. Borging...

Nadere informatie

Company statement Algemene verordening gegevensbescherming. AVG Informatie voor professionele relaties (v ) 1 / 7

Company statement Algemene verordening gegevensbescherming. AVG Informatie voor professionele relaties (v ) 1 / 7 Company statement Algemene verordening gegevensbescherming AVG Informatie voor professionele relaties (v2018.02) 1 / 7 Algemene verordening gegevensbescherming Inleiding Op 25 mei 2018 treedt de Algemene

Nadere informatie