Fietsgedrag van Nieuwe Nederlanders

Transcriptie

1 Fietsgedrag van Nieuwe Nederlanders Hoe kijken Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders en Polen naar fietsen? Veilig Verkeer Nederland Auteurs Ikrame Azaaj, MSc. drs. Ahmed Ait Moha Projectnummer Z8723

2 Inhoudsopgave Achtergrond 3 Samenvattende conclusies en visie 4 Methode en opzet 6 Resultaten 7 Bijlage 18 2

3 Achtergrond Motivaction voert al sinds 1995 structureel onderzoekstrajecten uit onder Nieuwe Nederlanders*. In 1995 is gestart met dit type onderzoek, omdat Nieuwe Nederlanders een groot deel uitmaken van de Nederlandse bevolking, maar door de internetdrempel of taalbarrière vrijwel niet vertegenwoordigd waren in onderzoeken. Tegelijkertijd werd duidelijk dat Nieuwe Nederlanders op veel thema s duidelijke verschillen vertonen ten opzichte van autochtone Nederlanders. Anno 2017 is het gegeven de omvang van de doelgroep Nieuwe Nederlanders (4 miljoen consumenten), en het feit dat deze groep in omvang blijft toenemen nog belangrijker geworden om deze doelgroep te betrekken in onderzoek. In 2006 heeft Motivaction het omnibusonderzoek Nieuwe Nederlanders in het leven geroepen. Bedoeld om partijen een kostenvoordelige optie te bieden om onderzoek om de wensen, behoeften, leefwereld en belevingswereld bloot te leggen van deze kansrijke doelgroepen. Elk jaar vindt er minimaal één omnibusonderzoek plaats. In het voorjaar van 2017 heeft de 15e editie plaatsgevonden. Veilig Verkeer Nederland, in opdracht van Andre Kamphuis, heeft deelgenomen aan het omnibusonderzoek om te achterhalen hoe Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders en Polen aankijken tegen fietsen (fietsbezit, fietsvaardigheid, fietsgebruik en achterliggende motieven). De uitkomsten worden beschreven in deze rapportage * Niet-westerse allochtonen en Midden- en Oost-Europeanen woonachtig in Nederland 3

4 Samenvattende conclusies Fietsen wordt anders ervaren door de TMSA-groep in vergelijking met autochtone Nederlanders. Men is negatiever over fietsen en beschouwt fietsen vaker als oncomfortabel (op de fiets moet je zwoegen, weer is vaak te slecht om te fietsen, fietsen is voor arme mensen) en onveilig. Maar ook is de TMSA-groep vanuit huis veel minder opgegroeid met fietsen waardoor zij fietsen vaak niet bij zichzelf vinden passen. Veel liever reist de TMSA-groep met de auto of het openbaar vervoer. In lijn daarmee is het fietsbezit, maar ook de fietsvaardigheid relatief laag. Als men wel een fiets bezit, dan wordt er minder geld uitgegeven aan de aanschaf daarvan en wordt de fiets minder frequent gebruikt. Daarbij wordt de fiets vooral ingezet in de vrije tijd, bijvoorbeeld om boodschappen te doen of voor recreatieve doeleinden. Veel minder vaak wordt de fiets structureel gebruikt voor bijvoorbeeld woon-werkverkeer. Wel lijkt het erop dat ouders binnen de TMSA-groep willen dat hun eigen kinderen wel fietsen. Hoewel zij het in mindere mate belangrijk vinden dat hun kinderen kunnen fietsen, staan zij relatief vaak open voor het idee om iemand anders hun kinderen te leren fietsen. Ook hebben de thuiswonende kinderen al even vaak een fiets als autochtone Nederlanders. Polen in Nederland wijken weinig af van autochtone Nederlanders als het gaat om hun fietsgedrag. Zij gebruiken de fiets veelvuldig als vervoersmiddel, zowel voor woon-werkverkeer als recreatieve doeleinden en zelfs vaker dan autochtone Nederlanders. Wel bestaan er grote verschillen als het gaat om de aanschaf van de fiets. Zij geven namelijk relatief weinig uit aan de aanschaf van de fiets. 4

5 Visie van de onderzoekers op de resultaten De resultaten laten een duidelijke gap zien in het fietsbezit, het fietsgedrag en opvattingen over fietsen tussen de TMSA-groep en autochtone Nederlanders. Gegeven de houding die men heeft ten aanzien van fietsen (oncomfortabel en onveilig, voorkeur voor andere vervoersmiddelen) en het feit dat men thuis veel minder is opgegroeid met fietsen, zal het lastig zijn om deze groep te bewegen tot meer fietsen. Wel zien wij een rol weggelegd voor Veilig Verkeer Nederland, met het oog op de toekomst, ten aanzien van het stimuleren van fietsgedrag onder kinderen binnen de TMSA-groep. De taak voor VVN is dan tweeledig. 1. Het bevorderen van de fietsvaardigheid. De thuiswonende kinderen van de TMSA-groep bezitten al even vaak een fiets als autochtone Nederlanders. Ook vinden de ouders van deze kinderen het een goed idee dat hun kinderen leren fietsen. Echter, achten de ouders zich minder goed in staat om zelf de kinderen hierbij te ondersteunen (waarschijnlijk vanwege hun gepercipieerde lage fietsvaardigheid) en vinden deze ouders het minder vanzelfsprekend dat zijzelf deze rol op zich nemen. Dit is op zich ook niet verbazingwekkend, aangezien zijzelf vaak geen fiets bezitten en ook niet altijd goed kunnen fietsen. Zij zien juist graag dat een ander deze rol op zich neemt. Op basis hiervan is een mogelijkheid voor Veilig Verkeer Nederland: Het ontwikkelen en aanbieden van fietslessen aan de kinderen 2. Het bevorderen van het imago van fietsen. Opvallend is dat we zien dat jongeren (15-24 jaar) binnen de TMSA-groep juist minder fietsen, terwijl zij wel betere fietsvaardigheden bezitten en vaker zijn opgegroeid met fietsen dan de oudere generatie. Vooral hun negatievere houding (willen niet op een fiets worden gezien, vinden fietsen niet bij hen passen) staat het fietsen in de weg. Hieruit kan worden afgeleid dat fietsen niet alleen gestimuleerd moet worden in de kindertijd, maar er vooral voor gezorgd moet worden dat het fietsen ook op latere leeftijd wordt doorgezet (tienerjaren). Op basis hiervan zijn er in onze perceptie een aantal mogelijkheden voor Veilig Verkeer Nederland: Algemene imago verbetering van fietsen (men moet zich niet generen om op de fiets gezien te worden) Het benadrukken van het belang van fietsen (bijvoorbeeld voor de fysieke gezondheid, verbeteren veiligheidsbewustzijn in het verkeer) Het stimuleren van regulier fietsgebruik (woon-schoolverkeer) Hoewel de thuiswonende kinderen van de TMSA-groep al even vaak een fiets bezitten als autochtone Nederlanders is nog niet bekend waarvoor zij de fiets gebruiken en hoe vaak. Dit inzicht is nodig om te zien welke fietsbehoeften er bestaan en hoe ouders daarmee omgaan zodat Veilig Verkeer Nederland daar gerichter op in kan spelen. 5

6 Methode en opzet Het onderzoek is uitgevoerd onder respondenten Nieuwe Nederlanders hebben deelgenomen aan het onderzoek. Onder hen is onderzoek mixed-mode uitgevoerd. Dit houdt in dat een gedeelte van het onderzoek face-to-face en een gedeelte online (30%) via het Mixxit panel van Motivaction is uitgevoerd. De steekproef bestaat uit Turkse Nederlanders (n=186), Marokkaanse Nederlanders (n=197), Surinaamse Nederlanders (n=197), Antilliaanse Nederlanders (n=202) en Polen in Nederland (n=222). Om de uitkomsten te kunnen vergelijken is het onderzoek ook uitgevoerd onder 415 autochtone Nederlanders. Deze steekproef is volledig online gerealiseerd via het online StemPunt-panel van Motivaction. Voor meer uitgebreide informatie over de methode zie de bijlage. Methode Doelgroep Werving Veldwerkperiode Online vragenlijst Online vragenlijst van 30 vragen TMSAP en referentiegroep Bezoekers autochtonen van EYE (zowel film- als museum- als horecabezoekers Online en face-to-face t/m Het adres van 01/01/ bezoekers is verzameld t/m op een tablet. 31/12/2016 6

7 Resultaten 7

8 Leeswijzer In deze rapportage bespreken we de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek. De resultaten worden weergegeven per doelgroep. Het gaat om: Autochtone Nederlanders (referentiegroep) Polen in Nederland TMSA-groep (Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders) De resultaten worden visueel weergegeven en ondersteund door tekst. Ten behoeve van de visuele herkenning krijgt iedere doelgroep een eigen kleur toegekend. Significante verschillen geven we aan met een gekleurd pijltje omhoog (significant hoger) of een rood pijltje omlaag (significant lager). Online vragenlijst van 30 vragen Bezoekers van EYE (zowel film- als museum- als horecabezoekers Het adres van bezoekers is verzameld op een tablet. 01/01/2016 t/m 31/12/2016 8

9 FIETSBEZIT 9

10 FIETSBEZIT Land van herkomst Het eigen fietsbezit is laag onder de TMSA-groep Autochtone Nederlanders 90% Eigen bezit van 1 of meer fietsen Polen in Nederland 88% 37% van de TMSA-groep bezit een fiets. Het fietsbezit is significant lager dan onder autochtone Nederlanders. Onder hen bezit 90% zelf een fiets. Binnen de TMSA-groep is het fietsbezit het laagst onder Turkse en Antilliaanse Nederlanders (28% bezit een fiets). Het fietsbezit is onder Surinaamse en Marokkaanse Nederlanders wat hoger (respectievelijk 41% en 51% bezit een fiets). Ook leeftijd is van invloed op het fietsbezit binnen de TMSA-groep. Het fietsbezit stijgt naarmate men ouder is van 30% onder jarigen tot 45% onder jarigen. Onder 55-plussers neemt het fietsbezit in lichte mate af naar 40%. Motieven om geen fiets te bezitten zijn onder de TMSA-groep vooral dat men liever met de auto of het openbaar vervoer reist. Maar ook kan men niet heel goed fietsen, vindt fietsen niet bij zichzelf passen, is men niet opgegroeid met fietsen, wordt fietsen als oncomfortabel beschouwt en vindt dat fietsen te vaak worden gestolen. Het fietsbezit onder Polen in Nederland is circa even hoog als die van autochtonen (88%). TMSA-groep 37% Redenen om geen fiets te hebben Turks (n=188) Marokkaans (n=145) Surinaams (n= Antilliaans (n=197) Ik reis liever met de auto 50% 40% 33% 41% Ik reis liever met het openbaar vervoer 21% 24% 37% 37% Ik kan niet heel goed fietsen 17% 20% 10% 8% Fietsen past niet bij mij 14% 20% 16% 9% Ik vind fietsen niet comfortabel 13% 10% 9% 13% Ik ben niet opgegroeid met fietsen Ik wil liever niet op de fiets worden gezien 9% 16% 10% 5% 8% 9% 11% 8% Ik vind fietsen onveilig 6% 4% 4% 7% Fietsen worden te vaak gestolen Er is geen plek om de fiets neer te zetten, zoals een opbergbox of fietsrek Ik reis liever met de scooter/bromfiets Ik heb het geld niet om een fiets te kopen 4% 15% 15% 9% 2% 3% 5% 2% 1% 3% 9% 4% 0% 1% 5% 1% Anders 0% 5% 7% 2% = genoemd in top 5

11 FIETSBEZIT Land van herkomst TMSA-groep en Polen in Nederland geven relatief minder geld uit aan de aanschaf van de eigen fiets Autochtone Nederlanders die zelf een fiets bezitten (n=370) Gemiddeld 487,60 59% heeft 250,- of meer besteed aan de aanschaf van de eigen fiets 1. Fiets nieuw gekocht in de winkel 56% 2. Fiets tweedehands gekocht 28% 3. Iemand anders gekocht in de winkel 9% 4. Iemand andere tweedehands gekocht 4% 5. Weet niet 3% Aanschaf van de fiets Polen in Nederland die zelf een fiets bezitten (n=196) Gemiddeld 128,60! Opvallend is dat 57% van de Polen in Nederland aangeeft niet te weten wat de fiets heeft gekost 3% heeft 250,- of meer besteed aan de aanschaf van de eigen fiets 1. Fiets tweedehands gekocht 40% 2. Iemand andere tweedehands gekocht 20% 3. Fiets nieuw gekocht in de winkel 13% 4. Iemand anders gekocht in de winkel 7% 5. Weet niet 20% TMSA-groep die zelf een fiets bezit (n=288) Gemiddeld 224,40 22% heeft 250,- of meer besteed aan de aanschaf van de eigen fiets 1. Fiets tweedehands gekocht 40% 2. Fiets nieuw gekocht in de winkel 37% 3. Iemand anders gekocht in de winkel 14% 4. Iemand andere tweedehands gekocht 4% 5. Weet niet 5% 250,- of meer besteed aan de aanschaf van de eigen fiets: Turks (n=52*) 19% Marokkaans (n=99) 17% Surinaams (n=80) 28% Antilliaans (n=57*) 27% jaar (n=51*) 7% jaar (n=65*) 25% jaar (n=70*) 27% jaar (n=66*) 23% jaar (n=37*) 27% *Resultaten zijn indicatief vanwege lage aantallen Door de TMSA-groep en Polen in Nederland wordt relatief weinig geld uitgegeven aan de aanschaf van de eigen fiets. 22% van de TMSA-groep en slechts 3% van de Polen in Nederland heeft 250,- of meer uitgegeven aan de fiets (onder autochtone Nederlanders gaat het om 59%). Binnen de TMSA-groep lijken Marokkaanse en Turkse Nederlanders en jongeren (15-24 jaar) het minst uit te geven aan de aanschaf van een fiets. In lijn met de lagere uitgaven voor de aanschaf van de eigen fiets, wordt deze door de TMSA-groep en Polen in Nederland relatief vaak tweedehands aangeschaft. Autochtone Nederlanders kopen hun fiets vaker nieuw in de winkel. 11

12 FIETSBEZIT Ook binnen een huishouden is het fietsbezit relatief laag onder de TMSA-groep Aantal fietsen binnen het huishouden Autochtone Nederlanders 95% heeft minimaal 1 fiets 16% 15% 21% 5% 17% 26% of meer Gemiddeld huishouden 2,47 personen Polen in Nederland 91% heeft minimaal 1 fiets 24% 14% 2% 9% 33% 19% of meer Gemiddeld huishouden 3,05 personen TMSA-groep 56% heeft minimaal 1 fiets 22% 11% 3% 2% 19% 44% of meer Gemiddeld huishouden 3,26 personen Turks (n=186) Marokkaans (n=197) Surinaams (n=197) Antilliaans (n=202) 0 37% 32% 52% 53% 1 18% 21% 17% 20% 2 33% 23% 15% 16% 3 10% 14% 10% 8% 4 2% 5% 4% 2% 5 of meer 1% 5% 1% 1% Bij 56% van de TMSA-groep is er minimaal één fiets in het huishouden. Het fietsbezit binnen een huishouden is significant lager dan onder autochtone Nederlanders (95%) en Polen in Nederland (91%). Ook zijn minder fietsen aanwezig ondanks de grotere huishoudgrootte. Zo heeft 16% van de TMSA-groep 3 of meer fietsen, onder autochtone Nederlanders en Polen in Nederland gaat het respectievelijk om 52% en 39%. Binnen de TMSA-groep is het fietsbezit binnen een huishouden het laagst onder Antilliaanse en Surinaamse Nederlanders (respectievelijk 47% en 48%). Onder Turkse en Marokkaanse Nederlanders ligt het fietsbezit binnen een huishouden wat hoger (respectievelijk 63% en 68%). Dit kan wellicht verklaard worden door de huishoudgrootte. Deze ligt namelijk hoger onder Turkse (gemiddeld 3,76 personen) en Marokkaanse Nederlanders (gemiddeld 3,63 personen) dan onder Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders (beide gemiddeld 2,86 personen per huisouden). 12

13 FIETSBEZIT Er bestaan weinig verschillen wanneer het gaat om het fietsbezit van thuiswonende kinderen Autochtone Nederlanders met thuiswonende kinderen (n=137) Fietsbezit onder thuiswonende kinderen Polen in Nederland met thuiswonende kinderen (n=32)* TMSA-groep met thuiswonende kinderen (n=285) Thuiswonende kinderen hebben in 85% van de gevallen wel een fiets. Onder thuiswonende kinderen zonder fiets (15%): Is 10% te jong om te kunnen fietsen Heeft 5% geen fiets Ik vind het belangrijk dat mijn kinderen kunnen fietsen 2% 25% 73% Thuiswonende kinderen hebben in 71% van de gevallen wel een fiets. * Resultaten zijn indicatief vanwege lage aantallen Onder thuiswonende kinderen zonder fiets (29%) is: Is 12% te jong om te kunnen fietsen Heeft 14% geen fiets en 3% kan niet fietsen Ik vind het belangrijk dat mijn kinderen kunnen fietsen 3% 12% 26% 56% 3% Thuiswonende kinderen hebben in 90% van de gevallen wel een fiets. Onder thuiswonende kinderen zonder fiets (10%) is: Is 4% te jong om te kunnen fietsen Heeft 6% geen fiets Ik vind het belangrijk dat mijn kinderen kunnen fietsen 1% 11% 38% 45% 1% 3% Zeer oneens Oneens Niet eens, niet oneens Eens Zeer eens Weet niet/geen mening Zeer oneens Oneens Niet eens, niet oneens Eens Zeer eens Weet niet/geen mening Zeer oneens Oneens Niet eens, niet oneens Eens Zeer eens Weet niet/geen mening Hoewel er weinig verschillen bestaan met betrekking tot het fietsbezit van thuiswonende kinderen, vinden de TMSA-groep en Polen in Nederland het relatief minder belangrijk dat hun kinderen kunnen fietsen. Wel vindt de TMSA-groep het relatief vaker aantrekkelijk als iemand anders hun kind leert fietsen (47%, onder autochtone Nederlanders en Polen in Nederland gaat het slechts om 6% en 12%). Het zijn vooral de Turkse Nederlanders die dit idee aantrekkelijk vinden (58%), maar ook een groot deel van de Marokkaanse (38%), Surinaamse (41%) en Antilliaanse Nederlanders (49%) is het daarmee eens. 13

14 FIETSGEBRUIK & FIETSVAARDIGHEID 14

15 FIETSGEBRUIK & FIETSVAARDIGHEID Land van herkomst Er bestaan weinig verschillen in de fietsfrequentie, wel wordt de fiets anders gebruikt Frequentie eigen fietsgebruik en motieven Autochtone Nederlanders die zelf een fiets bezitten (n=370) 8% 15% 15% Elke dag 20% 21% 22% 5-6 dagen per week 3-4 dagen per week 1-2 dagen per week 1 dag in de twee weken Minder dan 1 dag in de twee weken Fietsgebruik Boodschappen doen 68% Doelgerichte afspraken in de vrije tijd 63% Korte recreatieve tochten 51% Woon-werkverkeer 40% Lange recreatieve tochten 19% Halen en brengen van de kinderen 15% Top 5 redenen om de fiets niet vaak te gebruiken (n=104) Ik reis liever met de auto 55% Ik vind fietsen niet comfortabel 10% Ik reis liever met het openbaar vervoer 9% Fietsen past niet bij mij 6% Ik kan niet heel goed fietsen 5% 29% Polen in Nederland die zelf een fiets bezitten (n=196) 6% 1% Elke dag 19% 44% 5-6 dagen per week 3-4 dagen per week 1-2 dagen per week 1 dag in de twee weken Minder dan 1 dag in de twee weken Fietsgebruik Woon-werkverkeer 84% Boodschappen doen 74% Korte recreatieve tochten 38% Doelgerichte afspraken in de vrije tijd 11% Halen en brengen van de kinderen 3% Lange recreatieve tochten 3% Top 5 redenen om de fiets niet vaak te gebruiken (n=2) Ik reis liever met het openbaar vervoer 100%! Resultaten zijn indicatief vanwege kleine aantallen 8% TMSA-groep die zelf een fiets bezit (n=288) 20% 17% 17% 28% 10% Elke dag 5-6 dagen per week 3-4 dagen per week 1-2 dagen per week 1 dag in de twee weken Minder dan 1 dag in de twee weken Fietsgebruik Boodschappen doen 54% Doelgerichte afspraken in de vrije tijd 40% Korte recreatieve tochten 37% Woon-werkverkeer 24% Halen en brengen van de kinderen 12% Lange recreatieve tochten 7% Top 5 redenen om de fiets niet vaak te gebruiken (n=104) Ik reis liever met de auto 53% Ik vind fietsen niet comfortabel 21% Ik reis liever met het openbaar vervoer 17% Fietsen past niet bij mij 14% Fietsen worden te vaak gestolen 8% 15

16 FIETSGEBRUIK & FIETSVAARDIGHEID Land van herkomst Er bestaan weinig verschillen in de fietsfrequentie, wel wordt de fiets anders gebruikt Frequentie eigen fietsgebruik Polen in Nederland gebruiken hun fiets het meest intensief. 64% gebruikt de fiets 5 dagen per week of meer. Deze wordt vooral ingezet voor woon-werkverkeer (84%) en het doen van boodschappen (74%). Ruim een derde van de Polen in Nederland met een fiets, gebruikt deze ook voor korte recreatieve tochten (38%). Onder autochtone Nederlanders gebruikt 43% de fiets 5 dagen per week of meer. De fiets wordt vooral gebruikt om boodschappen te doen (68%), voor doelgerichte afspraken in de vrije tijd (63%) en voor korte recreatieve tochten (51%). De TMSA-groep gebruikt de fiets het minst: 37% gebruikt de fiets 5 dagen per week of meer. Deze wordt, net als onder autochtone Nederlanders, vooral gebruikt voor het doen van boodschappen doen (54%), voor doelgerichte afspraken in de vrije tijd (40%) en voor korte recreatieve tochten (37%). Binnen de TMSA-groep bestaan echter wel verschillen. Zo gebruiken Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders* de fiets relatief vaak. 49% van de Surinaamse Nederlanders en 49% van de Antilliaanse Nederlanders gebruikt de fiets 5 dagen per week of meer. Dit is zelfs meer dan onder autochtone Nederlanders. Het fietsgebruik is vooral laag onder Turkse * en Marokkaanse Nederlanders. 21% van de Turkse Nederlanders en 30% van de Marokkaanse Nederlanders gebruikt de fiets 5 dagen of meer. * Resultaten zijn indicatief vanwege lage aantallen Turks (n=52) Marokkaans (n=99) Surinaams (n=80) Antilliaans (n=57) Elke dag 13% 22% 40% 34% 5-6 dagen per week 8% 8% 9% 15% 3-4 dagen per week 31% 8% 18% 20% 1-2 dagen per week 35% 16% 7% 17% 1 dag in de twee weken 2% 12% 10% 3% Minder dan 1 dag in de twee weken 12% 33% 17% 11% 16

17 FIETSGEBRUIK & FIETSVAARDIGHEID TMSA-groep heeft een negatievere visie op fietsen Autochtone Nederlanders die kunnen fietsen (n=406) (percentage dat niet kan fietsen: 1%) Land van herkomst Fietsvaardigheid in rapportcijfer en houding ten aanzien van fietsen Polen in Nederland die kunnen fietsen (n=221) (percentage dat niet kan fietsen: 1%) 8,2 7,6 6,3 TMSA-groep die kunnen fietsen (n=747) (percentage dat niet kan fietsen: 5%) Fietsvaardigheid binnen de TMSA-groep % EENS (% ONEENS) %EENS (%ONEENS) %EENS (%ONEENS) Fietsen is goed voor de gezondheid 95% 0% 86% 1% 79% 2% Ik vind het weer vaak te slecht om te fietsen 23% 46% 28% 13% 62% 11% Ik ga niet zitten zwoegen op een fiets 25% 49% 3% 47% 49% 24% Ik heb mezelf leren fietsen 32% 40% 25% 47% 35% 40% Ik vind het niet zo veilig om te fietsen 10% 70% 6% 39% 38% 34% Bij ons thuis zijn we niet opgegroeid met fietsen 7% 87% 4% 58% 43% 35% Fietsen is voor arme mensen 2% 93% 1% 91% 9% 78% Turks (n=182) 5,9 Marokkaans (n=184) 6,9 Surinaams (n=188) 6,3 Antilliaans (n=192) 6, jaar (n=166) 7, jaar (n=188) 6, jaar (n=178) 6, jaar (n=136) 5, jaar (n=79*) 5,7 *Resultaten zijn indicatief vanwege lage aantallen De TMSA-groep ervaart fietsen op een andere manier dan autochtone Nederlanders en Polen in Nederland. Allereerst is de fietsvaardigheid in de optiek minder goed (en hoe ouder men is, hoe minder goed deze is). Daarnaast is de TMSA-groep in mindere mate van mening dat fietsen goed is voor de gezondheid. Vaker wordt aangegeven dat het weer te slecht is om te fietsen, dat men niet wilt zwoegen op een fiets en dat fietsen als onveilig is. Ook is men in mindere mate thuis opgegroeid met fietsen. Iets meer dan gemiddeld vindt de TMSA-groep fietsen iets voor arme mensen. 17

18 BIJLAGE 18

19 Bijlage Sociodemografie Land van herkomst Autochtone Nederlanders Polen in Nederland TMSA-groep Gemiddeld huishouden 2,47 personen Gemiddeld huishouden 3,05 personen Gemiddeld huishouden 3,26 personen 43% heeft één of meer thuiswonende kinderen 15 t/m 24 17% 25 t/m 34 16% 35 t/m 44 17% 45 t/m 54 21% 55 t/m 70 30% Mannen 51% Vrouwen 49% 15% heeft één of meer thuiswonende kinderen 15 t/m 24 15% 25 t/m 34 40% 35 t/m 44 22% 45 t/m 54 11% 55 t/m 70 11% Mannen 49% Vrouwen 51% 57% heeft één of meer thuiswonende kinderen 15 t/m 24 21% 25 t/m 34 25% 35 t/m 44 24% 45 t/m 54 19% 55 t/m 70 12% Mannen 48% Vrouwen 52% Hoog opgeleid 27% Midden opgeleid 51% Laag opgeleid 22% Hoog opgeleid 7% Midden opgeleid 73% Laag opgeleid 20% Hoog opgeleid 13% Midden opgeleid 53% Laag opgeleid 34% Onder modaal 36% Modaal 14% Boven modaal 29% Wil niet zeggen 20% Onder modaal 50% Modaal 12% Boven modaal 0% Wil niet zeggen 38% Onder modaal 34% Modaal 27% Boven modaal 12% Wil niet zeggen 27% 19

20 Bijlage Onderzoekstechnische informatie - kwantitatief Veldwerkperiode - Het veldwerk is uitgevoerd in de periode van 27 maart t/m 2 mei 2017 Methode respondentenselectie - Uit het Mixxit-panel van Motivaction - Via face-to-face werving Incentives - De online geworven respondenten hebben als dank voor deelname aan het onderzoek punten voor het StemPunt spaarprogramma ontvangen Weging - De onderzoeksdata zijn gewogen (zie ook bijlage gewogen en ongewogen data) op basis van een RIM-weging per etnische groep, waarbij data van het CBS als ijkbestand fungeerde. Voor de TMSA-groep is de data per groep representatief op geslacht, leeftijd en opleiding. Voor Polen zijn de resultaten representatief voor geslacht en leeftijd. Bewaartermijn primaire onderzoeksbestanden - Digitaal beschikbare primaire onderzoeksbestanden worden tenminste 12 maanden na afronden van het onderzoek bewaard. Beeld- en geluidsopnames op cd en niet digitaal beschikbare schriftelijke primaire bestanden zoals ingevulde vragenlijsten, worden tot 12 maanden na afronden van het onderzoek bewaard. Overige onderzoekstechnische informatie - Overige onderzoekstechnische informatie en een exemplaar van de bij dit onderzoek gehanteerde vragenlijst is op aanvraag beschikbaar voor de opdrachtgever 20

21 Bijlage Ongewogen en gewogen data Turkse Nederlanders Kenmerken Ongewogen Gewogen N % N % Leeftijd 15 t/m 24 jaar 71 23, ,2 25 t/m 34 jaar 86 28, ,4 35 t/m 44 jaar 82 27, ,0 45 t/m 54 jaar 43 14, ,1 55 t/m 70 jaar 19 6,3 16 5,3 Opleidingsniveau Hoog (wo/hbo) 51 16,9 29 9,6 Middel (havo/vwo/mbo/mavo) , ,8 Laag (ibo/basisschool/geen opleiding 95 31, ,6 Geslacht Mannen , ,5 Vrouwen , ,5 21

22 Bijlage Ongewogen en gewogen data Marokkaanse Nederlanders Kenmerken Ongewogen Gewogen N % N % Leeftijd 15 t/m 24 jaar 68 22, ,2 25 t/m 34 jaar 79 26, ,9 35 t/m 44 jaar 89 29, ,7 45 t/m 54 jaar 48 15, ,0 55 t/m 70 jaar 20 6,6 22 7,2 Opleidingsniveau Hoog (wo/hbo) 49 16, ,5 Middel (havo/vwo/mbo/mavo) , ,8 Laag (ibo/basisschool/geen opleiding , ,6 Geslacht Mannen , ,6 Vrouwen , ,4 22

23 Bijlage Ongewogen en gewogen data Surinaamse Nederlanders Kenmerken Ongewogen Gewogen N % N % Leeftijd 15 t/m 24 jaar 50 16, ,9 25 t/m 34 jaar 67 21, ,4 35 t/m 44 jaar 67 21, ,6 45 t/m 54 jaar 76 24, ,8 55 t/m 70 jaar 52 16, ,3 Opleidingsniveau Hoog (wo/hbo) 79 25, ,4 Middel (havo/vwo/mbo/mavo) , ,0 Laag (ibo/basisschool/geen opleiding 58 18, ,6 Geslacht Mannen , ,8 Vrouwen , ,2 23

24 Bijlage Ongewogen en gewogen data Antilliaanse Nederlanders Kenmerken Ongewogen Gewogen N % N % Leeftijd 15 t/m 24 jaar 66 22, ,0 25 t/m 34 jaar 72 24, ,1 35 t/m 44 jaar 65 21, ,3 45 t/m 54 jaar 55 18, ,4 55 t/m 70 jaar 41 13, ,2 Opleidingsniveau Hoog (wo/hbo) 65 21, ,3 Middel (havo/vwo/mbo/mavo) , ,9 Laag (ibo/basisschool/geen opleiding 65 21, ,8 Geslacht Mannen , ,6 Vrouwen , ,4 24

25 Bijlage Ongewogen en gewogen data Polen in Nederland Kenmerken Ongewogen Gewogen N % N % Leeftijd 15 t/m 24 jaar 60 16, ,1 25 t/m 34 jaar , ,1 35 t/m 44 jaar 79 22, ,0 45 t/m 54 jaar 48 13, ,9 55 t/m 70 jaar 30 8,4 35 9,8 Geslacht Mannen , ,0 Vrouwen , ,0 25

26 Bijlage Ongewogen en gewogen data Autochtone Nederlanders Kenmerken Ongewogen Gewogen N % N % Leeftijd 15 t/m 24 jaar 28 6, ,5 25 t/m 34 jaar 47 11, ,6 35 t/m 44 jaar 61 14, ,5 45 t/m 54 jaar 84 20, ,2 55 t/m 70 jaar , ,3 Opleidingsniveau Hoog (wo/hbo) , ,8 Middel (havo/vwo/mbo/mavo) , ,4 Laag (ibo/basisschool/geen opleiding 89 21, ,8 Geslacht Mannen , ,5 Vrouwen , ,5 26

27 Wij verminderen onze footprint Motivaction is ISO gecertificeerd Motivaction gebruikt energiezuinige auto s Motivaction gebruikt groene stroom Motivaction gebruikt uitsluitend papier met een FSC-label 27

28 Auteursrecht Het auteursrecht op dit rapport ligt bij de opdrachtgever. Voor het vermelden van de naam Motivaction in publicaties op basis van deze rapportage anders dan integrale publicatie is echter schriftelijke toestemming vereist van Motivaction International B.V. Zie ook ons Pers- en publicatiebeleid. Beeldmateriaal Motivaction heeft datgene gedaan wat redelijkerwijs van ons verwacht kan worden om de rechthebbenden op beeldmateriaal te achterhalen. Mocht u desondanks menen recht te kunnen doen gelden op gebruikt beeldmateriaal, neem dan contact op met Motivaction. 28

29 Algemene Voorwaarden Artikel 1 - Algemeen Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten tussen Motivaction International B.V. (hierna: de Opdrachtnemer ) en een (potentiële) opdrachtgever (hierna: de Opdrachtgever ) met betrekking tot door Opdrachtnemer te verrichten marktonderzoek (hierna: de Opdracht ). Afwijkingen van deze Algemene Voorwaarden kunnen uitsluitend schriftelijk worden overeengekomen en gelden alleen voor de Opdracht waarop zij van toepassing zijn verklaard. De wijze waarop Opdrachtnemer onderzoek uitvoert is gecertificeerd conform de ISO norm voor markt-, opinie-, en sociaalwetenschappelijk onderzoek en de ISO norm voor accespanels. Het kwaliteitsmanagement systeem van Opdrachtnemer is gecertificeerd conform NEN-EN-ISO 9001 en NEN-ISO Artikel 2 - MOA-voorwaarden Voor zover in de onderhavige Algemene Voorwaarden daar niet expliciet van wordt afgeweken, zijn op alle Opdrachten de Algemene Voorwaarden van de MarktOnderzoekAssociatie Nederland (hierna te noemen: de MOA-voorwaarden ) van toepassing. De MOA-voorwaarden zijn te downloaden op onder 'Over de MOA. Op verzoek worden de voorwaarden toegezonden. Artikel 3 - Offertes Met inachtneming van het bepaalde in Artikel 3 van de MOA-voorwaarden gelden door Opdrachtnemer aan Opdrachtgever verstrekte offertes voor een termijn van 30 dagen na dagtekening van de offerte, terwijl Opdrachtnemer zich het recht voorbehoud om na het verstrijken van deze termijn de planning en/of de kosten, in overleg met Opdrachtgever, aan te passen. Artikel 4 - Intellectuele Eigendomsrechten Indien bij de uitvoering van de Opdracht door Opdrachtnemer gebruik wordt gemaakt van de door Opdrachtnemer ontwikkelde segmentatiemodellen Mentality' en/of 'BusinessLocus', dan wel van daarop gebaseerde nieuw ontwikkelde segmentatiemodellen, geldt dat alle (intellectuele eigendoms)rechten, zowel met betrekking tot die modellen als met betrekking tot de daarmee verzamelde data, aan Opdrachtnemer zullen (blijven) toebehoren. Het voorgaande betekent, onder meer, dat ingeval Opdrachtgever de met de genoemde segmentatiemodellen verzamelde data van Opdrachtnemer ter beschikking heeft gekregen, Opdrachtgever deze niet zonder schriftelijke toestemming van Opdrachtnemer als basis voor ander onderzoek of doel (dan dat waarop de Opdracht betrekking had) mag gebruiken, of om welke reden dan ook aan derden ter beschikking mag stellen of door derden mag doen gebruiken, bij gebreke waarvan Opdrachtgever schadeplichtig jegens Opdrachtnemer Artikel 5 - Facturering Met inachtneming van het bepaalde in Artikel 8 van de MOA-voorwaarden geschiedt de facturering in twee termijnen: tweederde bij de opdrachtbevestiging en éénderde na afronding van de Opdracht. Opdrachtnemer behoudt zich echter het recht voor van deze bepaling af te wijken en in één termijn te factureren bij opdrachtbevestiging; bedragen tot ,- zullen altijd in één keer gefactureerd worden. Deze Algemene Voorwaarden van Motivaction International B.V. zijn gedeponeerd bij de Griffie van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam onder nummer 58/2012, versie juni 2012 Indien in deze offerte sprake is van het aanbieden van door Motivaction International B.V. ontwikkelde of te ontwikkelen software producten, dan zijn naast de Algemene voorwaarden Motivaction International B.V. de Algemene voorwaarden IT-Development Motivaction International B.V. van toepassing. Deze voorwaarden zijn te vinden op de website onder de kop Over Motivaction. 29

30 Motivaction International B.V. Marnixkade ZL Amsterdam Postbus MG Amsterdam T +31 (0) M info@motivaction.nl