Raadsmededeling - Openbaar

Transcriptie

1 Raadsmededeling - Openbaar Nummer : 62/2015 Datum : 20 april 2015 B&W datum : 20 april 2015 Beh. ambtenaar : C. Snels, H. Eskes en H. Scheffer Portefeuillehouder : T.M.M. Kok Onderwerp : Beantwoording vragen CDA over Tussenrapportage met betrekking tot het bestemmingsplan Landelijk Gebied 2015 Aanleiding De fractie van het CDA stelt vragen met betrekking tot de paragraaf van de Nota van Uitgangspunten voor het bestemmingsplan Landelijk Gebied. Wij zullen de vragen puntsgewijs beantwoorden. De CDA fractie is voornemens een amendement 5.1. inzake aanpassen tussenrapportage in te dienen. Betreft de mogelijkheid van woningsplitsing. Tenslotte zijn vragen gesteld met betrekking tot de verwerking van mest. Inhoud mededeling Agrarisch bouwperceel 1. Welke norm wordt aangehouden bij de toekenning van een agrarisch bouwperceel. De hoofdregel is dat de bestaande agrarische bouwvlakken worden overgenomen, tenzij ter plaatse geen agrarisch bedrijf meer wordt uitgeoefend. Wij hebben daarbij met name een koppeling gelegd met de vergunningen/meldingen op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Ook de plaatselijke situatie is in ogenschouw genomen. 2. Welke criteria gelden voor de omstandigheid als bedoeld onder gedachtenstreepje 3 Hier zijn geen limitatieve criteria voor opgesteld. Veelal is dit dossieronderzoek dan wel een onderzoek ter plaatse. 3. Zit er een verschrijving in 46 SO? De SO-norm is een gestandaardiseerde opbrengst (in euro) per ha of per dier die met een gewas of diercategorie gemiddeld op jaarbasis wordt behaald. Agrarische bedrijven verschillen onderling sterk in bedrijfsopzet. Om bedrijven toch te kunnen indelen in homogene groepen, is de NSO-typering in gebruik. Daarbij worden economische normen gebruikt: de Standaardopbrengst (SO). Voor alle duidelijkheid had er ( x 1000 ) aan toegevoegd moeten worden, hetgeen als een verschrijving kan worden opgevat.

2 4. Is het college zich er van bewust dat 40-50% van de agrarische bedrijven onder de norm van 20 NGE of 46 SO zitten? Deze vorm van agrarische bedrijvigheid vindt met name plaats binnen de bestemming Wonen, hetzij als hobby, hetzij als nevenactiviteit (veelal in de vorm van akkerbouw en/of een beperkte veebezetting). In het voorontwerp van het bestemmingsplan is aangegeven dat de agrarische bedrijvigheid tot een omvang van 46 SO (zie artikel van de planregels) ook binnen de bestemmingen Wonen-1 en Wonen-2 is toegestaan. Binnen de agrarische bestemmingen heeft het grootste deel van de agrarische ondernemers een omvang van méér dan 46 SO. 5. Welk doel heeft deze paragraaf in deze nota? Dit is één van de bouwstenen om te komen tot een goed bestemmingsplan voor het landelijke gebied en de daarbij behorende bestemmingen. Het is met name bedoeld als afwegingskader voor het maken van een onderbouwde keuze tussen een woon- dan wel een agrarische bestemming. Onze doelstelling is namelijk een plan te maken dat recht doet aan de feitelijke situatie. 6. Op welke wijze kunnen ondernemers hun agrarisch bestemming nog veilig stellen? Een aantal agrariërs heeft op dit punt ingesproken. Deze reacties worden de komende periode beoordeeld, hetgeen kan leiden tot een maatwerk bestemming. Veelal betreft het akker- en/of tuinbouw. In een volgende fase van het planproces kan een zienswijze bij uw gemeenteraad kenbaar worden gemaakt. Woningsplitsing. Volgende maand ligt de Woonagenda en de resultaten van de kernenfoto ter besluitvorming voor. Daarin is opgenomen dat we de woningbouwplanning fors moeten terugbrengen. Doel is om tot 2025 nog maar feitelijk zo n 250 woningen meer te hebben dan nu. Dit is een enorme opgave, maar hard nodig om een overaanbod aan woningen te voorkomen. Alle woningen die we nu nog toevoegen moeten qua aantal over 20 jaar weer extra uit de markt zijn genomen. Dus terughoudendheid is hard nodig. Met name in de hoofdkernen moeten de toevoegingen komen (mede door de verkleining van de kernwinkelgebieden) en niet in het buitengebied en de kleine kernen. Daar staat al het aantal woningen dat we over 10 jaar nodig hebben. De fractie van het CDA brengt de volgende argumenten naar voren: 1. De leefbaarheid in het landelijke gebied verbeterd worden als er zich meer nieuwe gezinnen kunnen vestigen, 2. Mantelzorgmogelijkheden worden verbeterd, bijvoorbeeld kinderen die voor hun ouders zorgen, 3. De kosten van het onderhoud van deze veelal grote panden zijn beter te dragen. Dit geeft ons aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen: Ad. 1 Er zijn voldoende mogelijkheden in het buitengebied voor deze gezinnen. Er staat veel te koop en er staat veel leeg. Ook zijn er al jaren mogelijkheden om nieuwe woningen te bouwen. Er staan veel kavels te koop, waaronder de VAB-locaties. Wij verwijzen u naar het kaartbeeld in de bijlagen. In ons voorstel zit de mogelijkheid voor splitsing van alleen monumenten en karakteristieke objecten; dat segment bevat al 90 nog potentieel te splitsen panden. Ook daar stellen wij voor om maatwerk te leveren om de echte noodzaak te beoordelen.

3 Ad.2 Voor mantelzorg is het mogelijk om een tijdelijke unit neer te zetten, dan wel in bestaande bebouwing tijdelijk een wooneenheid te realiseren. Deze mantelzorgwoning drukt dan wel tijdelijk op onze woningaantallen, maar wordt na verloop van tijd weer weggehaald en past prima in onze strategie. Ad. 3 Dit is zeer persoonlijk en geeft op zich geen garantie voor beter onderhouden panden. Mestbewerking. In het voorontwerp van het bestemmingsplan is aangegeven dat via een afwijking- mestbewerking en verwerking (o.a. mestvergisting) kan plaatsvinden binnen het agrarisch bouwperceel. De maximale afmeting van het perceel bepaalt het maximale aantal dieren dat kan worden gehouden en daarmee ook de maximale hoeveelheid (drijf)mest dat kan worden geproduceerd. Op een agrarisch perceel (2,5 hectare grondgebonden, of 1,5 hectare grondgebonden en 1 hectare niet grondgebonden ) kan niet meer dan ton (drijf)mest worden geproduceerd. Wanneer als regel geldt dat alleen mest afkomstig van het eigen bedrijf, bouwvlak, mag worden bewerkt/verwerkt is geen grotere capaciteit nodig. Diersoort Maximaal aantal dieren (per ha) Mestproductie per jaar (in kg) Totaal (ton) 2,5 ha Melkvee (ton) 1 ha varkens 1,5 ha melkvee (ton) vleesvarkens melkkoeien Vrouwelijk jongvee, jaar Vrouwelijk jongvee, , jaar Melkveehouderij , Tabel 1 Mestproductie, bron CBS In het plan is warmtekrachtkoppeling (WKK) niet uitgesloten. Met WKK wordt (bio)gas omgezet naar elektriciteit. Dit gaat gepaard met een uitstoot van NO x. Toepassing van WKK leidt bij deze omvang, per locatie, tot een jaarlijkse emissie van maximaal 13,2 ton NO x. NO x heeft een lagere depositiesnelheid dan NH 3 (ammoniak). De emissie van 1 kg N, als onderdeel van NOx, veroorzaakt minder depositie dan de emissie van 1 kg N als onderdeel van NH 3. Dit leidt tot een significante stikstofdepositie op de Natura 2000 gebieden en daarmee tot negatieve effecten op de Natura 2000 gebieden. Wij staan een verscherping van het algemene beleid ten aanzien van de verwerking van mest voor teneinde ook op dit punt te kunnen voldoen aan de eisen van de Natuurbeschermingswet en op die wijze een bestemmingsplan ter vaststelling voor te leggen dat de toets der kritiek kan ontstaan. Uitzondering op deze algemene lijn zijn voor ons bespreekbaar via een bijzondere procedure. De volgende stukken zijn voor u bijgevoegd: Overzicht met: - mogelijkheden voor woningsplitsing voor karakteristiek panden en monumenten; - maart 2015: woningen te koop in buitengebied en de kleine kernen (bron Funda); - zo te bouwen nieuwe woningen; - inzicht in aantallen met gebied te bouwen, te koop, leeg - inzicht in leegstandsduur buitengebied. Kaart met zichtbaar de leegstand en te koop(bron WOZ) op De volgende stukken zijn voor u ter inzage gelegd: ---

4 Leegstand en/of te koop buitengebied Aalten peildatum Leegstand en/of koop peildatum Leeg A3 1: C,.Heisterkamp Te koop Te koop en leeg J:\GL\SHEI\Carla\D dwg, Model, :53:44, shei, :1 D

5 Woningsplitsing in het buitengebied totaal in bp buitengebied panden met woonfunctie nog splitsbaar al gesplitst rijksmonumenten gemeentelijke monumenten karakteristieke panden overig; niet nagegaan 1731 nb nb Medio maart 2015 te koop staande woningen buitengebied/kleine kernen % van vraagprijzen bestaande bouw totaal bestaand tot > te koop buitengebied bestaand 64 4% te koop kleine kernen bestaand 20 kavels (al dan niet incl bouwpl) 71 bron Funda Zo te bouwen woningen kl.kern/bui totaal tengebied mogelijk sinds 2 jaar jaar jaar 28 > 10 jaar 2 totaal 112 bron Woningbouwplanningslijst Aantal bestaande woningen per gebied op te koop bestaand te bouwen * leeg % leegstand Buitengebied ,5 Bredevoort Barlo Haart De Heurne ,5 Lintelo Ijzerlo totaal * dus niet de kavels etc. Bron WOZ weergave op kaartbeeld Leegstand buitengebied langer dan 5 jaar-10 jaar 15 langer dan 10 jaar 11 78

6 bron BRP

7 19/2015 CDA schriftelijke vragen raadsvergadering d.d. 21 april 2015 m.b.t agendapunt 5. Vragen CDA fractie mbt tot Paragraaf Nota van Wijzigingen ten behoeve van het bestemmingsplan Landelijk Gebied 2015 met tussenrapportage Agrarische functie of gestopt? In regel 2/3.bouwvlakken worden overgenomen, tenzij vaststaat dat er feitelijke geen sprake meer is van een agrarisch bedrijf. Vraag 1. Welke norm wordt hierbij aangehouden? Inschrijving bij Kamer van Koophandel, fiscale ondernemerschap bij de belastingdienst? Vervolgens worden er 3 omstandigheden genoemd. Omstandigheid 3 is heel vaag. Vraag 2. Welke criteria geld voor omstandigheid 3? Vervolgens wordt aangegeven wat volgens de gemeente geen serieuze bedrijven zijn. Het is hobbymatig dan wel een neventak. Vraag 3. Zit er een verschrijving in 46 SO? Welke getal wordt hiermee bedoeld? Vraag 4. Omdat de vergelijking wordt gemaakt met 20 NGE, verwacht ik dat hiermee SO bedoeld wordt, en dat is enorm veel. Volgens de norm tabel Lei Wageningen UR komt dit overeen met: 90 stuks vleesvee (volwassen) of 120 stuks jongvee (voor melkveehouderij) of 55 stuks jongvee met 23 ha grasland of 39 ha grasland of 37 ha snijmais of 16 melkkoeien of 187 vleesvarkens. Zijn jullie je er van bewust dat circa 40-50% van de huidige agrarische bedrijven onder deze norm zitten? Kleinere bedrijven zijn ingeschreven bij de kvk, krijgen subsidie als echte ondernemer maar worden door de gemeente afgedaan als neventak. Vraag 5. Welk doel heeft deze paragraaf in de nota? Vraag 6. Op welke wijze kunnen ondernemers hun agrarische bestemming nog veilig stellen? Graag zie ik de beantwoorden als raadsmededeling tegemoet. Met vriendelijke groet, Bert Mateman

8 20/2015 CDA schriftelijke vragen raadsvergadering d.d. 21 april 2015 m.b.t. agendapunt 5. Vragen CDA fractie mbt tot Paragraaf Mestverwerking van de Nota van Wijzigingen ten behoeve van het bestemmingsplan Landelijk Gebied 2015 met tussenrapportage Geacht college, bij ons leven vragen over de tekst over de nota Tussenrapportage, mestverwerking. de voorgestelde tekst (onderste kader) is een verscherping t.a.v. het huidige beleid verwoord in het bovenste kader ( ton i.p.v ton; bedrijfseigen mest tegenover eventueel mest van andere bedrijven op ten hoogste 5 km afstand). 1. Kunt u deze problematiek nog eens goed uitleggen wat dit in de praktijk betekent? 2. Waarom deze verscherping? 3. Voor zover wij weten, hanteert provincie de normen zoals geformuleerd in het bovenste kader. Waarom wil de gemeente hiervan afwijken? Wij verzoeken u de vragen vóór dinsdag via een Raadsmededeling beantwoord zodat wij de antwoorden mee kunnen nemen in onze bijdrage in de Raad. Met vriendelijke groet, G.J. Assink