InfoMil Nieuws 22. Inhoud Nummer 22, zesde jaargang, juni De uitstoot van stikstofoxiden, die bijdragen aan

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "InfoMil Nieuws 22. Inhoud Nummer 22, zesde jaargang, juni 2001. De uitstoot van stikstofoxiden, die bijdragen aan"

Transcriptie

1 InfoMil Nieuws 22 Inhoud Nummer 22, zesde jaargang, juni Interview: Prestatienorm en emissiehandel voor NO x 3 Column: Over veiligheid en kriebels van ambtenaren 4 Vragen aan de helpdesk 7 Verschenen 8 Lucht: Europese richtlijn verwerkt in oplosmiddelenbesluit 9 Stand der techniek: Drie filters voor lasrookverwijdering 10 Lucht: NeR moet ambitieniveau verhogen Nieuwe software voor het Nieuw Nationaal Model 11 Nieuw Besluit luchtkwaliteit stelt strengere eisen 12 Bestuurlijk-juridisch: Wijzigingen in drie besluiten 13 Lucht: Evaluatie NO x /N 2 O-conferentie 14 Energie: Milieudienst IJmuiden met energie aan de slag Subsidieregeling Aanpak Milieudrukvermindering Subsidieoverzicht/Energiecursus/MJA Tapijtindustrie 15 LIM: Veiligheid in landelijk handhavingsprogramma LIM en I&E Milieu werken samen Landbouw: Anticipatieregeling en bestaande rechten 16 Water: Afvalwatervoorschriften Afval- en emissiepreventie: Projectenbundel herzien 17 Asbest: Nieuw Asbestverwijderingsbesluit 18 Bodem: Facilitering handhaving Bouwstoffenbesluit Lucht: CFK s in FO-Industrie: Tien convenanten 20 In aanbouw: LIM-site Agenda Aandachtsgebieden van InfoMil De uitstoot van stikstofoxiden, die bijdragen aan onder meer verzuring en smogvorming, moet verder omlaag. De spraakmakende nieuwe aanpak combineert een prestatieverplichting met emissiehandel. VROM en het bedrijfsleven steunen die aanpak, zo blijkt uit het interview. Voor dit nummer van InfoMil Nieuws waren zestien bladzijden niet langer genoeg. Het zat er aan te komen, want InfoMil geeft nu ondersteuning op bijna dertig aandachtsgebieden. Ook onze helpdesktelefoons staan roodgloeiend: het kan dus even duren voor u een specialist aan de lijn krijgt. Desondanks geven onze klanten de helpdesk nog steeds een ruime voldoende.

2 2 Interview Pieter. Thomassen (foto: Rinie Bleeker) Prestatienorm en emissiehandel centraal in nieuwe NO x -aanpak De Tweede Kamer heeft op 30 mei haar goedkeuring gegeven aan de manier waarop minister Pronk de uitstoot van stikstofoxiden (NO x ) wil aanpakken. Met de huidige aanpak van de industriële NO x -emissies via het Besluit emissie-eisen stookinstallaties (Bees) en de vergunning blijkt de taakstelling van de industrie niet te kunnen worden gerealiseerd. Daarom krijgen individuele inrichtingen een prestatieverplichting opgelegd, en hebben ze aanvullend de mogelijkheid deel te nemen aan emissiehandel. De details van het nieuwe systeem worden voorbereid door een werkgroep, met vertegenwoordigers van overheid en industrie. Chris Dekkers van VROM en Pieter Thomassen van Exxon-Mobil zijn lid van die groep en vertellen over de laatste vorderingen. Wat is er eigenlijk mis met de huidige manier van werken, via Bees en de vergunning? Dekkers: De aanpak van het NO x -probleem via Bees, convenanten en de vergunning gaat buitengewoon moeizaam: we komen met de getroffen en afgesproken maatregelen niet eens in de buurt van de beoogde reductie. De laatste aanpassing van het Bees bijvoorbeeld heeft vier jaar van overleg gevraagd en dat toonde duidelijk aan dat wat NO x betreft de route van uniforme emissie-eisen doodliep. Ook de route van de vergunning werkt niet voor NO x, onder meer omdat er geen direct verband bestaat tussen de nationale doelstellingen en de eisen op het niveau van de inrichting. Thomassen: Op dit moment gaan vergunningverleners uit van BAT en het Alaraprincipe en stoppen ze veel tijd in de afweging welke techniek van een bedrijf redelijkerwijs geëist kan worden. Als een bedrijf maar onder een bepaalde Bees-norm komt, is het verder wel goed, ook al kan zonder veel extra moeite meer worden gereduceerd. Blijft een bedrijf boven de norm steken, dan zijn de rapen gaar. Er wordt per definitie naar één enkele installatie gekeken, en niet naar bijvoorbeeld een hele sector, om te bepalen waar de benodigde reducties het beste gehaald kunnen worden. Dat komt omdat er momenteel op techniek wordt gestuurd en niet op doel. Dat is raar, want binnen Europa gelden inmiddels emissieplafonds, die er om vragen dat op doel wordt gestuurd. Dekkers: Het principe past ook goed bij een moderne overheid en een veranderende samenleving, waarbij de overheid aangeeft wat het doel is, de daarbij behorende randvoorwaarden definieert, en vervolgens de precieze route naar het doel vrijlaat. Daarbij komt dat NO x -emissies net als CO 2 belangrijke en grensoverschrijdende milieuproblemen veroorzaken. Dat is duidelijk anders dan de meer Thomassen: lokaal gebonden De integrale problemen voor gezondheid en afweging voor veiligheid, zoals NO x is in Brussel stank, water- of al gemaakt bodemvervuiling. Dat maakt het niet alleen noodzakelijk, maar ook uitstekend uitvoerbaar om NO x op internationale doelstellingen te sturen. Wat zijn volgens u belangrijke voordelen van het nieuwe systeem? Thomassen: De voordelen zijn evident. Momenteel zitten we met een wetgeving voor schriftgeleerden, die een zware belasting vormt voor zowel bedrijven als vergunningverleners. In plaats van die zeer complexe regels komt er een prestatie-eis per inrichting die in Prestatienormen en emissiehandel: een profiel Invoering van de prestatienormering betekent dat bijna 200 grotere bedrijven worden verplicht met hun uitstoot te voldoen aan een prestatienorm voor hun stookinstallaties en voor een beperkt aantal productieprocessen (in grammen NO x per gigajoule of in kg NO x per ton product). Deze prestatienormen (telkens één jaar geldig en binnenkort vast te stellen) zijn afgeleid van de taakstelling voor de Nederlandse industrie van 55 kiloton in Als de industriële groei en of het industriële brandstofverbruik sterker toenemen dan verondersteld, en de taakstelling niet gehaald dreigt te worden, dan zullen de prestatienormen worden aangescherpt. Er geldt daarbij een ondergrens van 40 g/gj in Met de invoering van de prestatienorm vervallen voor de betreffende inrichtingen de normen voor stookinstallaties uit Bees A. Wel moet men voldoen aan de maximale emissie-eisen uit de EU-wetgeving; hierover loopt nog overleg met de Europese Commissie. de loop der jaren scherper kan worden gesteld. Daarbij is bovendien de keuzevrijheid van maatregelen verruimd: een bedrijf kan zelf een techniek bepalen, de maatregelen richten op bepaalde installaties binnen zijn inrichting, kiezen voor een andere brandstof of een ander proces en tenslotte zo nodig nog een uitruil plegen met andere bedrijven om de prestatienorm te halen. Elke stap daarbij is steeds helder gekoppeld aan de prestatienorm, die weer direct is afgeleid van de landelijke doelstelling. Dekkers: Kijk nog eens naar hoe we het de afgelopen jaren hebben gedaan. We hebben in het kader van het Bees gekeken naar de stand der techniek en daarop eisen gebaseerd: wat is een redelijke eis voor Chris Dekkers (foto: Rinie Bleeker) nieuwe installaties, welke eisen kunnen we stellen aan bestaande installaties, en welke uitzonderingen moeten we toestaan. Om de zoveel jaar zouden we kijken of die normen aanscherping behoefden, en zo ja hoe veel dan. Dat is een heel tijdrovend en complex proces gebleken, dat ook zeer complexe regelgeving oplevert. Daar moeten vervolgens de vergunningverlener en het bedrijf maar zien uit te komen, en liefst ook nog zo dat er geen sprake is van rechtsongelijkheid ten opzichte van andere bedrijven. Daarmee vergeleken is een systeem van prestatienormering en emissiehandel een wonder van eenvoud. Met de introductie van de emissiehandel in NO x ontstaat voor bedrijven de mogelijkheid om aan de prestatienorm te voldoen door reducties te kopen die andere bedrijven hebben gerealiseerd. Er wordt gehandeld in certificaten (credits) voor kilogrammen NO x. Deze credits hebben een looptijd van één jaar. De vergelijking van de inrichtingseis met de werkelijke uitstoot en de verhandelde kilogrammen NO x vindt aan het einde van elk jaar plaats; een bedrijf krijgt daarna een periode van zestig dagen de tijd om emissie en inrichtingseis met elkaar in overeenstemming te brengen door aan- of verkoop van deze credits. Bedrijven worden vrijgelaten in de opzet van hun handelssystemen, zoals handel via een makelaar of via een beurs. Alle transacties moeten bij een aparte instantie worden geregistreerd. Daarnaast richt de overheid een nationale Emissie Autoriteit op, die gaat toezien op de naleving van de nieuwe amvb-no x, en die ook de monitoring en handhaving aanstuurt.

3 3 Veel gaat dus draaien om de prestatienorm; hoe wordt die bepaald? Dekkers: We hebben gekozen voor een aanpak waarbij we voor de grote industriële inrichtingen een taakstelling van 55 kiloton NO x in 2010 hebben gedefinieerd. Die taakstelling hebben we vervolgens vertaald naar een uniforme prestatienorm per inrichting, uitgedrukt in grammen NO x per gigajoule, als eenheid voor de in de inrichting verbruikte brandstoffen. Voor het jaar 2010 ligt de prestatienorm op 50 g/gj, voor de jaren moeten de prestatienormen de komende maanden nog worden vastgesteld. In 2006 wordt de situatie geëvalueerd om te zien of we in 2010 werkelijk uitkomen op de taakstelling van 55 kiloton NO x. Toezicht op de naleving van de regelgeving voor het hele systeem en Prestatienormen en emissiehandel: vijf veel gestelde vragen Betekent het nieuwe systeem dat NO x niet meer in de vergunning wordt opgenomen? Dekkers: Het is de bedoeling dat er een duidelijke scheiding komt tussen de verantwoordelijkheden van de Emissie Autoriteit, die op de nieuwe amvb gaat toezien, en het bevoegd gezag. De prestatienormen voor de NO x -emissie en de minimumeisen uit de EUrichtlijnen komen in genoemde amvb te staan, en in die zin verdwijnt NO x inderdaad uit de vergunning. Is NO x -emissiehandel niet strijdig met Alara en andere milieubeleidsinstrumenten? Dekkers: Het gaat hier in elk geval om een belangrijke wijziging. De Raad van State heeft dan ook bepaald dat de huidige wet zich niet leent voor een systeem van emissiehandel. Om die reden zal de Wet milieubeheer worden aangepast. Staat NO x -emissiehandel de integrale milieuafweging van een vergunningverlener niet in de weg? Thomassen: Niet in de weg, denk ik. Er wordt wel een stukje bij de vergunningverlener weggehaald. Maar dat moet ook, want er is een nationaal plafond op basis van Europese besluitvorming. De integrale milieuafweging voor NO x is dus al in Brussel gemaakt. de monitoring ligt bij de Emissie Autoriteit, die de overheid zal oprichten. Thomassen: Het systeem kan gemakkelijk worden aangepast. Als gaandeweg bijvoorbeeld blijkt dat we met de afgesproken prestatienormen per bedrijf de doelstelling van 55 kiloton niet halen Dekkers: en dat evalueren we Sturing van dus uitgebreid in 2006 dan kan de NO x op internationale doelen is tienormen met maxi- overheid de presta- noodzakelijk maal 20% aanscherpen. We houden én uitstekend daarvoor met name uitvoerbaar. het brandstofverbruik scherp in de gaten: dat is de beste indicator welke kant het met de NO x -emissies en de prestatienorm opgaat. Bij veel regionale overheden maakt men zich zorgen over de handhaving binnen het nieuwe systeem. Wie gaan die handhaving uitvoeren? Thomassen: Toezicht en handhaving zullen straks tot de taken en verantwoordelijkheden van de Emissie Autoriteit gaan behoren. Er is het nodige voor te zeggen om de hele handhaving nauw af te stemmen met de verantwoordelijkheden van het gezag dat voor de vergunning verantwoordelijk blijft. Bedrijven zouden er in de nieuwe situatie belang bij kunnen hebben om hun emissies rooskleuriger af te schilderen. Hoe wil de overheid dat tegengaan? Dekkers: Er zullen extra eisen aan de monitoring worden gesteld. De monitoring onder supervisie van de Emissie Autoriteit zal aan drie eisen moeten voldoen: ze moet zekerheid bieden, eenvoudig en transparant zijn, en flexibel genoeg voor allerlei verschillende bedrijfssituaties. Het bepalen van de precieze emissie van een inrichting lijkt wel een heel belangrijk aandachtspunt te worden. Thomassen: Dat klopt. Het is duidelijk dat veel afhangt van betrouwbare metingen en de monitoring daarvan: als je gaat handelen, moet je wel weten welke kilo s waar precies vandaan komen. We werken nu aan het opzetten van een valide en solide systeem dat eisen stelt aan de bepalingen en metingen bij bedrijven, de monitoring daarvan en aan het verhandelen en registreren van emissies. Overigens is het vaststellen van emissies ook onder het huidige Bees-regime een moeilijke kwestie: de uitstoot wordt sterk beïnvloed door variabelen als soort en samenstelling van de brandstof, belasting, luchtvoorverwarming en verbrandingstemperatuur. Dat wordt nog verergerd door het feit dat er allerlei verschillende meetmethodes door elkaar worden gebruikt. Dat moet straks verbeterd zijn. Een verschil is wel dat de huidige NO x -metingen zijn gericht op individuele installaties en op het bepalen van de vraag of de gemeten emissie groter of kleiner is dan de emissie-eis. Voor emissiehandel is het noodzakelijk dat je de uitstoot per inrichting nauwkeurig genoeg weet. Dekkers: Voor de monitoring zullen we strikte, algemene regels opstellen voor onder meer de minimum nauwkeurigheid en de verifieerbaarheid. Bedrijven krijgen de vrijheid om een op hun bedrijfsomstandigheden toegesneden meetprotocol te ontwikkelen en te hanteren. Dat protocol moet wel eerst worden goedgekeurd door de Emissie Autoriteit. Er loopt nu een project waarbij per bedrijf de huidige meet- en monitoringmethodes worden geëvalueerd; daaruit kunnen mogelijk nog praktische richtlijnen voortkomen. Voorop staat uiteraard dat een bedrijf glashelder moet maken waarop zijn NO x -emissiecijfers zijn gebaseerd, ook bij een eventuele steekproef. Blijft het bedrijf in gebreke, dan volgen er sancties. Gerard Taat Veiligheid en de kriebels van ambtenaren (foto: Rinie Bleeker) Sinds de vuurwerkramp hebben veel bestuurders kriebels over de veiligheid in hun gebied, willen ambtenaren krampachtig elk risico uitsluiten en zijn bedrijven uitvoerig gecontroleerd. Dat laatste is op zich prima. Natuurlijk moeten rampen als het even kan worden voorkomen, maar wees altijd realistisch en blijf praktisch en open. Veilig is een relatief begrip; een situatie is veilig als we dat met z n allen vinden. Uiteindelijk bepaalt de politiek de aanvaardbaarheid van een risico of het nu gaat om dijkverzwaring, een vuurwerkopslagplaats of een goederenspoorlijn. Politici houden bij hun afwegingen rekening met het effect van een eventuele ramp en met kansberekening, maar ook met geld, de heersende publieke opinie en de ruimte die veiligheid mag kosten: hoe breed wordt de strook rondom een risicovol object waar niet gebouwd mag worden? Blijf praktisch: bedenk dat niet alles veiliger te maken is met technische oplossingen, door een heksenjacht op punten en komma s, of met haastig bedachte regelgeving. Blijf open: inzicht stimuleert bedrijven tot naleving van de regels, vergemakkelijkt de acceptatie van risico s bij omwonenden en bevordert overleg en afstemming tussen ambtenaren. Het is opmerkelijk hoe vaak medewerkers van InfoMil aan ambtenaren voor milieu, ruimtelijke ordening en bouwen en aan brandweermensen nog de tip geven eens contact met elkaar te zoeken. Toen InfoMil vijf jaar bestond, trakteerden we op gelukskoekjes. In een daarvan stond: Er zijn twee soorten van kennis. We kennen een zaak, of we weten waar de informatie kunnen vinden. Ook collega s en andere betrokkenen kunnen een bron van kennis zijn. Wie dat onderkent, heeft een medicijn dat kriebel kan voorkomen. Gerard Taat InfoMil, sectie externe veiligheid

4 4 Vragen aan de helpdesk Uw mening over de helpdesk: Tachtig procent van de respondenten Menskracht: een probleem is tevreden tot zeer tevre- Een veel gehoorde klacht is dat een 7 + den met de antwoorden die ze men voor bepaalde onderwerpen van onze medewerkers hebben niet de hele dag terecht kan met In Nieuwsbrief 19 (oktober 2000) schreven we dat we graag uw gekregen. In de gevallen dat vragen, en dat het lang kan duren mening over de helpdesk wilden peilen.vanaf oktober hebben we bellers niet tevreden waren met voordat de juiste persoon beschikbaar maandelijks vijftig bellers een korte lijst met vragen toegestuurd. het antwoord was de kritiek is. Dat is inderdaad een De respons was hoog: zes van de tien enquêteformulieren kwamen meestal dat het antwoord niet probleem: met name onze juristen ingevuld terug. Gemiddeld waardeert u de helpdesk met een 7 +. praktisch of niet duidelijk genoeg en de specialisten van externe was. Wij zullen proberen dit veiligheid kunnen de grote stroom verder te verbeteren. Wel moeten vragen nauwelijks aan. Op korte we opmerken dat de InfoMil-helpdesk termijn zien wij helaas geen toelichting geeft op wet- en mogelijkheid de menskracht op regelgeving, maar geen standpunt deze veelbevraagde onderwer- inneemt, bijvoorbeeld pen uit te breiden. Wel onderzoe- wanneer de regelgeving onduidelijk ken we momenteel of we internet of zeer algemeen is. En soms beter kunnen benutten om de is een vraag moeilijk te beantwoorden stroom helpdeskvragen efficiënter omdat regels achter- te verwerken. Wij hopen u daar- lopen op de praktijk. mee op de middellange termijn extra van dienst te kunnen zijn. (foto: Joop van Reeken Studio) HANDHAVING OPENBAARHEID VAN HANDHAVINGSGEGEVENS BODEM TOEPASSING NRB BIJ KOSTBARE MAATREGELEN Hoe staat het met de openbaarheid van gegevens van handhavingszaken, zoals die bijvoorbeeld in lokaal handhavingsoverleg worden besproken? Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) geeft een nen ) en is dus een relatieve en toezicht door bestuursorga- aantal uitzonderingsgronden uitzonderingsgrond. voor de verplichte verstrekking Om inhoud te geven aan de van gegevens. Lid 1 van dit artikel implementatie van de EG-richtlijn noemt allereerst de absolute inzake de vrije toegang tot milieuinformatie, is aan artikel 10 een uitzonderingsgronden, dat zijn die gronden die informatieverstrekking zonder meer in de weg artikel 10 lid 2g (het voorkomen lid 4 toegevoegd. Daarmee wordt staan (zoals informatie die de van onevenredige bevoordeling staatsveiligheid kan schaden). of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke Lid 2 somt vervolgens de relatieve uitzonderingsgronden op: is een personen of rechtspersonen dan van deze voorwaarden van wel van derden) buiten werking toepassing, dan moet het algemene belang van openbaarma- waarvan openbaarmaking verklaard als het gegevens betreft king worden afgewogen tegen aantasting van het milieu waarschijnlijk zou maken. Deze EU- het specifieke belang dat door de betrokken bepaling wordt aanpassing geldt niet voor lid 2c beschermd. Handhavingsinformatie uit lokaal handhavingsoversing op milieuhandhavingsinfor- en 2d, en is dus niet van toepasleg valt onder artikel 10, lid 2c matie zoals die in lokaal handhavingsoverleg wordt besproken. ( de opsporing en vervolging van strafbare feiten ) en 2d ( inspectie Bedrijven moeten allerlei maatregelen treffen om te kunnen voldoen aan de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten. In de praktijk kan dat erg kostbaar worden; bedrijven zouden zelfs failliet kunnen gaan. Hoe strikt moet de NRB worden toegepast? De NRB is een richtlijn voor vergunningverlening en geen wet. bevoegd gezag afziet van het beperking van het risico. Als het Het bevoegd gezag moet er voorschrijven van maatregelen verstandig mee omgaan. Een plan om reden van bijvoorbeeld een van aanpak waarin is aangegeven in welk tempo en met welke het rekening houden met de dreigend faillissement, dan moet prioriteit bodemknelpunten mogelijke consequenties: met het worden aangepakt, zal in veel gedogen van een risicovolle situatie accepteert het bewust een situaties uitkomst bieden. Dat neemt echter niet weg dat in kans op bodemverontreiniging de NRB de stand der techniek en daarmee een mogelijke voor bodembescherming is vastgelegd. Afwijken is mogelijk, gezag zelf. Het betreffende kostenpost voor het bevoegd maar dat moet duidelijk worden bedrijf zal de kosten voor een gemotiveerd. Wanneer in een eventuele bodemsanering immers nieuwe situatie het risico op evenmin kunnen betalen. bodemverontreiniging niet verwaarloosbaar is, kan die situatie niet worden geaccepteerd. In bestaande situaties moet er uitzicht zijn op een acceptabele

5 5 LANDBOUW VERPLAATSING VAN HET EMISSIEPUNT LANDBOUW NADERE EISEN AAN BEREGENINGSINSTALLATIES Is het mogelijk om het verplaatsen van een emissiepunt per voorschrift op te nemen? Dat is mogelijk, maar dan mag de De Afdeling bestuursrechtspraak afwijking ten opzichte van de is van oordeel dat het bevoegd aanvraag niet zo ingrijpend zijn gezag met dit voorschrift binnen dat het opnemen van het voorschrift ertoe leidt dat een andere blijft, ervan uitgaande dat het de grondslag van de aanvraag inrichting wordt vergund dan emissiepunt deel blijft uitmaken waarvoor vergunning is aangevraagdschrift is naar oordeel van de van de stal. (Het betreffende voor- Op dit gebied ligt er een recente afdeling door zijn formulering uitspraak van de Raad van State overigens wel in strijd met de (nr /1, dd. 26 maart rechtszekerheid, omdat er 2001, Heteren). Het bedrijf in behalve de genoemde woning kwestie kon niet voldoen aan de nog meer woningen binnen vereiste afstand van honderd honderd meter van de inrichting meter tot de dichtstbijzijnde liggen.) woning. Het gemeentebestuur Dat het hier gaat om genuanceerde afwegingen blijkt uit een had in een besluit per voorschrift vastgelegd dat binnen vier maanden na het onherroepelijk worden 0057, dd. 5 oktober 1999, andere uitspraak (nr. E van de vergunning de mechanische ventilatie van de varkensstal gemeente per voorschrift bepaald Harenkarspel). Daarbij had de zo moest zijn uitgevoerd dat de dat alle afgassen uit de pluimveestal gezamenlijk moesten worden afstand tussen een woning en enig emissiepunt van de varkensstal minimaal honderd meter zou van ten minste 12,5 meter lengte afgevoerd via een schoorsteen bedragen. Minimaal vier weken en een diameter van 1 meter. voor het daadwerkelijk aanpassen van het ventilatiesysteem dit voorschrift een zo ingrijpende De afdeling was van oordeel dat moesten een tekening en een wijziging van het stalsysteem tot berekening van de uitvoering ter gevolg zou hebben, dat hiermee goedkeuring aan het bevoegd de grondslag van de aanvraag gezag worden overlegd. zou worden verlaten. Een akkerbouwbedrijf heeft in een boomgaard een beregeningsinstallatie. Kan ik met betrekking tot deze installatie een nadere eis opleggen? Nee, dat kan niet. De Raad van van de inrichting. Nu de beregeningsinstallatie in de boomgaard State heeft zich over dit onderwerp recent uitgesproken (nr. en dus buiten het terrein van de /1, dd. 12 maart inrichting is geplaatst, kunnen 2001). De gemeente Steenbergen daaraan geen nadere eisen legde een nadere eis op voor een worden gesteld. beregeningsinstallatie in een De vraag die dan overblijft is of boomgaard, op basis van voorschrift 10.7 van het Besluit akkerstandige inrichting aangemerkt de beregeningsinstallatie als zelfbouwbedrijven milieubeheer; de kan worden. In het betreffende boomgaard behoorde tot een geval is het gebruik van de installatie hiervoor te incidenteel, zo fruitteeltbedrijf dat valt onder de werkingssfeer van dat besluit. oordeelt de Raad. Er kan hier dus Zoals de Afdeling bestuursrechtspraak al eerder concludeerde bedrijvigheid als bedoeld in arti- niet worden gesproken van een (E , in M&R 1997/6, kel 1.1, eerste lid van de Wet nr. 72), maakt een boomgaard bij milieubeheer. een fruitteeltbedrijf geen deel uit BESTUURLIJK-JURIDISCH NATWASSERIJEN Valt een natwasserij met een capaciteit van kg per dag en een individuele beladingscapaciteit van 75 kg per opgestelde machine voor het wassen onder het Besluit textielreinigingsbedrijven Milieubeheer? Ja. Sommigen veronderstellen dat een dergelijke inrichting niet onder het besluit valt, omdat artikel 3, onderdeel b vermeldt dat de individuele beladingscapaciteit van de opgestelde machines voor het reinigen maximaal 50 kg mag zijn. Maar het besluit maakt een onderscheid tussen reinigen en wassen, en een maximale individuele beladingscapaciteit geldt alleen voor reinigen. De definities van wassen en reinigen vindt u in het eerste artikel van het besluit. Kort samengevat: reinigen is schoonmaken met oplosmiddelen, wassen is schoonmaken met water. (foto: Corel) De helpdesk in de zomer In de maanden juli en augustus is de bezetting van de InfoMil-helpdesk minder omvangrijk dan normaal. Dit kan betekenen dat u soms langer moet wachten voordat u een specialist te pakken krijgt. Wij vragen hiervoor uw begrip.

6 6 ENERGIE ENERGIEBESPARINGSONDERZOEKEN In de voorschriften voor afvalpreventie staat expliciet vermeld dat de gemeente om een onderzoek kan vragen, maar bij energiebesparing ontbreekt zo n vermelding. Kan ik bij een bedrijf dat onder een amvb valt toch om een energiebesparingsonderzoek vragen? Ja dat kan, op voorwaarde dat het bedrijf meer verbruikt dan m 3 aardgas of kwh elektriciteit, dat de gemeente al een overzicht heeft gekregen van genomen en te nemen energiebesparende maatregelen, en dat daaruit blijkt dat het bedrijf onvoldoende maatregelen neemt. De gemeente kan in zo n geval de uitvoering van rendabele maatregelen bij nadere eis voorschrijven. Omdat de gemeente meestal niet bij voorbaat de terugverdientijd en de technische haalbaarheid van maatregelen kan inschatten, is eerst een onderzoek nodig. Het is verstandig dit onderzoek (aan de hand van de informatiebladen bij de amvb s) te richten op de haalbaarheid van maatregelen die in de sector over het algemeen rendabel zijn. Lasrookafzuiginstallatie (foto: Kemper) NeR EMISSIE-EISEN LASROOK ASBEST ASBESTINVENTARISATIEPLICHT Komt er een asbestinventarisatieplicht in niet-sloopsituaties? Welke emissie-eisen kan ik stellen aan een lasbedrijf waar alleen ongelegeerd staal wordt gelast? Overheden en metalektrobedrijven hebben afspraken over milieubeleid vastgelegd in het convenant voor de metalektroindustrie; de praktische uitwerking van dit convenant en de mogelijke milieumaatregelen staan in het Werkboek milieumaatregelen voor de metaal- en elektrotechnische industrie. Zowel de afspraken zelf als het werkboek zijn voor de vergunningverlener van belang. In de module lassen uit het werkboek (C.3.1.) staat de uitwerking van de emissie-eisen voor lasprocessen uit de NeR. Bij het lassen van ongelegeerd staal is alleen een nageschakelde techniek nodig wanneer een bedrijf per jaar meer dan 1000 kg toevoegmateriaal (lasdraad) gebruikt. (Dit in tegenstelling tot RVS-lassen, waarbij in vrijwel alle gevallen een nageschakelde techniek vereist is.) Voor het vastleggen van een emissie-eis kun je uitgaan van de algemene stofeis van 10 mg/m 3. Voor sommige stoffen die kunnen vrijkomen geldt conform de NeR een strengere eis, zoals bijvoorbeeld voor fluorverbindingen (5 mg/m 3 ). De emissie kan worden vastgesteld door metingen (die zijn vrij duur) of door berekening met behulp van emissiefactoren voor specifieke componenten. In plaats van emissie-eisen kan de vergunningverlener ook middelvoorschriften opnemen waarin wordt vastgelegd dat een nageschakelde techniek moet worden toegepast, gekoppeld aan voorschriften die een goede werking van deze techniek garanderen. In de considerans moet dan wel gemotiveerd worden dat met deze nageschakelde techniek de gewenste emissie-eis gehaald wordt. (NB: Op pagina 9 van deze nieuwsbrief wordt aandacht besteed aan nageschakelde technieken die bij lasbedrijven kunnen worden toegepast.) Ja. De overheid bereidt momenteel zo n asbestinventarisatieplicht in niet-sloopsituaties voor. Deze verplichting zou twee problemen moeten oplossen. Ten eerste bevat een aanzienlijk aantal gebouwen in Nederland niet-hechtgebonden asbest dat niet of niet goed is afgeschermd. Omdat dit de gebruikers van die gebouwen blootstelt aan risico s, zijn maatregelen eigenlijk nodig. Eigenaars, huurders en gebruikers zijn echter vaak niet op de hoogte van deze risico s, zo blijkt uit onderzoek van de Arbeidsinspectie. Ten tweede kan het bij kleinschalige onderhoudswerkzaamheden voorkomen dat werknemers worden blootgesteld aan asbest omdat zij niet weten dat de stof aanwezig is. Voor gebouwen met een hoog potentieel risico zal de asbestinventarisatieplicht in niet-sloopsituaties waarschijnlijk in de eerste helft van 2002 in werking treden. De planning is dat een ontwerpbesluit deze zomer wordt voorgepubliceerd in de Staatscourant. (foto: Oerlemans Van Reeken)

7 7 MILIEUEFFECTRAPPORTAGE MER-PLICHT BIJ AANLEG VAN WEGEN Verschenen Er wordt een weg met vier rijstroken of meer aangelegd, maar het betreft geen hoofdweg, autosnelweg of autoweg. Er bestaat wel een MER-plicht. Wie is in zo n geval bevoegd gezag voor het uitvoeren van de milieueffectrapportage? Algemeen I03 InfoMil/FO-Industrie cd-rom. Op deze cd-rom staan de internetsites van InfoMil en FO-Industrie, inclusief de publicaties die kunnen worden gedownload. Voor iedereen die niet altijd toegang heeft tot het internet. De cd-rom is in mei naar de doelgroep verzonden. Afval en Emissiepreventie A14 Inventarisatie van preventieprojecten, herziene versie 2001 A15-3 Vergunningprocedure: considerans en voorschriften (foto: Joop van Reeken Studio) A16 Afvalscheiding bij vergunningplichtige bedrijven, In onderdeel C, categorie 1.3, derde kolom van het Besluit MER staat dat eerst moet worden streekplan of een (inter)gemeentelijk structuurplan. Voorwaarde om de milieueffect- kader ook geregeld wie het bevoegd gezag is voor de besluitvorming; dat is dan ook bevoegd handreiking voor het bevoegd gezag (juli) A17 Informatieblad Afvalscheiding (voor bedrijven) (juli) bepaald of het hier gaat om een besluit tot vaststelling van een tracé of plan door het provinciaal bestuur of het gemeentebestuur, of om de vaststelling van een rapportage te koppelen aan een streekplan of structuurplan is wel dat zo n plan een concrete beleidsbeslissing moet bevatten (als bedoeld in artikel 1 van de gezag in het kader van de milieueffectrapportage. Betreft het een streekplan, dan zijn Provinciale Staten het bevoegd gezag voor zowel de vaststelling van dat plan Bodem B05 Nederlandse Richtlijn Bodembescherming, herziene versie Alle abonnees van de NRB krijgen deze nieuwe versie in augustus gratis toegestuurd. Daarnaast ontvangen alle gemeenten, provincies, ruimtelijk plan, dat als eerste in de mogelijke aanleg van de weg voorziet. In dit geval moet de vergunningverlener dus eerst Wet op de Ruimtelijke Ordening). De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in twee uitspraken (nr. E als de milieueffectrapportage. Betreft het een structuurplan of bestemmingsplan, dan is de gemeenteraad het bevoegd samenwerkingsverbanden en waterschappen een exemplaar. De nieuwe NRB is vanaf augustus aan te vragen en kost ƒ 80,. Aanvullingen worden gratis toegestuurd aan abonnees. kijken of op basis van bijzondere regelgeving (bijvoorbeeld de Wegenwet) een tracé moet worden vastgesteld (overigens is de Tracéwet hier niet van toepassing, omdat die betrekking heeft 0163, dd. 20 december 1999, en nr. E , dd. 27 januari 2000; beide over het woningbouwproject Waalsprong in Nijmegen) eisen geformuleerd voor de mate van concreetheid gezag voor zowel de vaststelling van het plan als de milieueffectrapportage. Bij een intergemeentelijk plan vormen de betrokken gemeenteraden samen het bevoegd gezag. Als in plaats van Regelgeving RM05 Besluit inrichtingen motorvoertuigen, herziene versie 2001 (juli) RM07 Besluit textielreinigingsbedrijven (juli) R17 Informatieblad textielreinigingsbedrijven (september) op hoofdwegen). Wanneer er geen bijzonder tracé(vaststellings)besluit of een bijzonder plan(vaststellings)- van een beleidsbeslissing in een structuurplan; zie hiervoor ook het artikel van mr. S. Pieters in kenmerken, april met een vaststellingsbesluit van een bestemmingsplan vergunning wordt verleend met toepassing van artikel 19 van de Wet op de Energie Energie- en preventiesubsidieoverzicht Alleen digitaal beschikbaar op de InfoMil-site (juli). besluit nodig is, moet de vergun- Bevatten het streekplan en struc- Ruimtelijke Ordening (anticipatie- ningverlener kijken of er een ruimtelijk plan als bedoeld in de Wet op de ruimtelijke ordening tuurplan geen concrete beleidsbeslissing, dan moet de milieueffectrapportage gekoppeld procedure), dan zijn doorgaans B&W het bevoegd gezag. Dezelfde regels voor het bepalen U kunt de publicaties bij InfoMil aanvragen via fax (070) vastgesteld moet worden (een worden aan het besluit tot vast- van het bevoegd gezag gelden bij definitie van de term ruimtelijk stelling van een relevant bestem- de herziening van genoemde plan vindt u in Onderdeel A mingsplan. plannen en besluiten. (Begripsbepaling) van het Besluit Vervolgens kan het bevoegd MER). Is dat inderdaad zo, dan gezag bepaald worden. Is er een moet u eerst bezien of er besluit- bijzonder tracébesluit of planbe- vorming nodig is die betrekking sluit nodig op grond van bijzon- heeft op een provinciaal dere wetgeving, dan wordt in dat InfoMil Helpdesk (070) uur

8 8 LUCHT Europese richtlijn verwerkt in oplosmiddelenbesluit Op 1 april van dit jaar is het Besluit houdende regels inzake het beperken van de emissie van vluchtige organische stoffen bij het gebruik van organische oplosmiddelen (Oplosmiddelenbesluit omzetting EG-VOS-richtlijn milieubeheer) van kracht geworden. Hiermee heeft Nederland de Europese Oplosmiddelenrichtlijn van 1999 geïmplementeerd in nationale wetgeving. Het doel van het oplosmiddelenbesluit (Staatsblad 2001, 161) is door het vaststellen van emissie-eisen de emissie van vluchtige organische stoffen bij twintig industriële activiteiten voorkomen of verminderen. Naast het oplosmiddelenbesluit wordt binnenkort ook een ministeriële regeling van kracht: een verdere uitwerking van het oplosmiddelenbesluit die vooral ingaat op het meten en controleren van emissies en eisen stelt aan het gebruik van een oplosmiddelenboekhouding. het de VOS-emissie reduceert, bijvoorbeeld door een naverbrander te installeren of door brongerichte maatregelen te nemen. In dat laatste geval moet het bedrijf bij het bevoegd gezag een reductieprogramma indienen dat leidt tot ten minste een zelfde emissiereductie als bij het voldoen aan de emissiegrenswaarden. Hoe aantonen? Om aan te tonen dat het aan het oplosmiddelenbesluit voldoet, moet een bedrijf een oplosmiddelenboekhouding bijhouden. In het algemeen volstaat een registratie van de belangrijkste ingaande en uitgaande stromen van oplosmiddelen in een bedrijf (zoals de jaarlijkse inkoop aan VOS en de afvoer van VOS in afvalstoffen). Vergunningen aanpassen? Het oplosmiddelenbesluit is gebaseerd op artikel 8.44 van de Wet milieubeheer. De voorschriften uit het besluit hebben directe werking en hoeven daarom niet in de vergunning te worden vastgelegd. Wel is het aan te raden om in de considerans van de vergunning te vermelden dat het besluit van toepassing is. Wanneer een bedrijf een nageschakelde techniek toepast om aan het besluit te voldoen, moet de meetmethode voldoen aan bepaalde voorwaarden. De ministeriële regeling die binnenkort verschijnt verwijst daarvoor naar de NeR. Vanaf wanneer gelden de eisen? Voor bestaande bedrijven die voor de inwerkingtreding van het besluit (1 april 2001) in het bezit waren van een adequate vergunning (of een volledige aanvraag hadden ingediend) geldt in de meeste gevallen dat ze uiterlijk in 2007 volledig moeten voldoen aan de eisen uit het oplosmiddelenbesluit. Uiterlijk in 2005 moet een bedrijf aangeven of het een reductieprogramma wil volgen. Voor nieuwe bedrijven die een aanvraag hebben ingediend na 1 april 2001 is het besluit direct van toepassing. Voor bestaande bedrijven die na die datum hun nominale capaciteit veranderen (waarbij de emissie van VOS zodanig toeneemt dat er volgens het besluit sprake is van een belangrijke wijziging) geldt dat het besluit direct van kracht wordt voor de uitbreiding. Onder bepaalde voorwaarden is dan nog wel uitstel tot 2007 mogelijk. Het begrip belangrijke wijziging is vastgelegd in het besluit. InfoMil heeft verschillende informatiebladen opgesteld bij het oplosmiddelenbesluit. Deze bladen sturen we in juli aan alle bevoegde gezagen en de betrokken brancheorganisaties. U kunt ze opvragen bij InfoMil of downloaden van Coating van hout (foto: Van den Brink) Voor wie? Het oplosmiddelenbesluit is van toepassing op vergunningplichtige inrichtingen waar een of meer van de activiteiten worden verricht die zijn opgenomen in bijlage 1 van het besluit (zie de tabel op deze pagina). Per activiteit is aangegeven boven welk jaarlijks VOSverbruik een bedrijf te maken heeft met het besluit. Voor bedrijven die vallen onder de werkingssfeer van het Besluit bouw- en houtbedrijven, inrichtingen voor motorvoertuigen of textielreinigingsbedrijven geldt het oplosmiddelenbesluit niet; daarvoor zijn in die besluiten al afzonderlijke reductievoorschriften voor VOSemissies opgenomen. Welke eisen? In het oplosmiddelenbesluit staan per activiteit emissiegrenswaarden waaraan een bedrijf moet voldoen. Een bedrijf kan zelf kiezen hoe Industriële activiteiten en hun drempelwaarden Nr. Activiteit Drempelwaarde (verbruik ton VOS/jaar) 1 Heatsetrotatieoffsetdruk 15 2 Illustratiediepdruk 25 3 Andere rotatiediepdruk, flexografie, rotatiezeefdruk, lamineer- of lakeenheden 15 Rotatiezeefdruk op textiel of karton 30 4 Oppervlaktereiniging met stoffen met R-zin 40, 45, 46, 49, 60 of Overige oppervlaktereiniging 2 6 Coating van voertuigen en overspuiten van voertuigen 0,5 7 Bandlakken 25 8 Andere coatingprocessen 5 9 Coating van wikkeldraad 5 10 Coating van hout Chemisch reinigen 12 Impregneren van hout Coating van leer Fabricage van schoeisel 5 15 Lamineren van hout en kunststof 5 16 Aanbrengen van een lijmlaag 5 17 Vervaardigen van coatingpreparaten, lak, inkt en kleefstoffen Bewerking van rubber Extractie van plantaardige oliën en dierlijke vetten en raffinage van plantaardige oliën Vervaardiging van geneesmiddelen 50

9 9 STAND DER TECHNIEK Drie technieken voor lasrookverwijdering In deze rubriek houden wij u op de hoogte van ontwikkelingen op het gebied van emissiebeperkende technieken. Deze zesde aflevering is gewijd aan filtermethodes die toegepast kunnen worden bij het afzuigen van lasrook. In principe bestaan hiervoor drie technieken, elk met hun specifieke voor- en nadelen. Voor lasrook is afzuiging aan de bron vaak de beste methode. Het principe is simpel: een grote ventilator zuigt de lasrook af waar die ontstaat en leidt de rook door een filter. De gefilterde lucht wordt naar buiten geblazen of gerecirculeerd. Deze laatste optie is het meest energiezuinig, omdat de in de lucht aanwezige warmte dan behouden blijft. De filterinstallatie wordt geleverd met een afzuigcapaciteit van m 3 /uur en een gemiddelde levensduur van zeker tien tot twintig jaar. De installatie is meestal uitgerust met een indicator die aangeeft wanneer het filter vervangen of gereinigd moet worden. Er bestaan drie soorten filters. De afzuiginstallatie in de praktijk: Betonson in Son Betonson in Son maakt betonnen heipalen in lange mallen. De stalen spankabels van de palen worden met een elektrode doorgebrand. We doen zo n 3700 kabels per dag en dat levert veel rookontwikkeling op: de hal stond regelmatig wit van de rook, zegt Bart van der Linden van Betonson. Daarom hebben wij een centrale afzuiginstallatie geïnstalleerd. Onder elke mal is een buis gemonteerd met om de twintig meter een aansluiting voor de afzuiging; daardoor kan de lasrook op elke gewenste plaats worden afgezogen. Meer mensen kunnen tegelijk van de installatie gebruik maken; de afzuigcapaciteit wordt daar automatisch aan aangepast. In de centrale afzuiging is een patroonfilter gemonteerd. Heel praktisch in het gebruik, want het filter wordt automatisch gereinigd als het vol is, vindt Van der Linden. De lucht in de fabriek is zichtbaar verbeterd en zowel de werknemers als het milieu hebben baat bij de gekozen oplossing. Iedereen is er heel tevreden over. We gaan dit zeker promoten. materiaal (lasdraad). De aanschafprijs van een installatie met mechanisch filter en een capaciteit van ca m 3 /uur bedraagt ongeveer 2100 euro. Een nieuw filter kost zo n 200 euro. Elektrostatisch filter Bij een elektrostatisch filter vangt een voorfilterdoek eerst de grove deeltjes af. De resterende deeltjes worden geïoniseerd en met de luchtstroom door een elektrisch veld geleid. Door de aantrekkingskracht van dit veld worden de geladen stofdeeltjes vervolgens afgescheiden. Het apparaat vangt meer dan 98% van de deeltjes af, maar de effectiviteit loopt terug als het filter vervuild raakt. Regelmatig schoonmaken van een elektrostatisch filter is daarom essentieel. Schoonmaken is eenvoudig (het kan bijvoorbeeld met perslucht), moet gemiddeld één keer per week gebeuren en duurt een kwartier tot een half uur. Een filtersysteem met een elektrostatische filterunit en een capaciteit van 1200 m 3 /uur kost zo n 3200 euro. Nieuwe filters zijn niet nodig. Patroonfilter Een patroonfilter bestaat uit een dragermateriaal met een teflon coating; de stofdeeltjes in de afgezogen lucht blijven aan de oppervlakte van het filter hangen. Het rendement van het filter (99,9%) is vergelijkbaar met dat van een mechanisch filter. Als de oppervlakte van het filter is verzadigd, neemt de afzuigcapaciteit merkbaar af. Een patroonfilter kan eenvoudig gereinigd worden (dit gebeurt vaak volautomatisch). Door een luchtstroom in omgekeerde richting over het filter te leiden, worden de De verschillende technieken in trefwoorden Lasrookafzuigingsinstallatie (foto: Kemper) Mechanisch filter Een mechanisch filter bestaat uit filterplaten van geweven materiaal, waarin de lasrookdeeltjes worden opgevangen. Het is een zogeheten dieptefiltertechniek, wat betekent dat de deeltjes diep in het filtermateriaal doordringen. Het filter vangt meer dan 99,9% 1 van het aangezogen stof af. Na verloop van tijd neemt de afzuigcapaciteit merkbaar af omdat het filter vol is; dat moet dan vervangen worden. De levensduur van een filter is afhankelijk van de hoeveelheid lasrook die wordt afgezogen. Bij benadering geldt dat één filter voldoende is voor de verwerking van 400 kg toevoegstofdeeltjes van het filteroppervlak verwijderd. Het stof valt vervolgens in een daarvoor bestemde container. De levensduur van een patroonfilter is van veel factoren afhankelijk, maar als richtlijn geldt een standtijd van drie tot vier jaar. Een installatie met een capaciteit van 1200 m 3 /uur, filterunit en een patroonfilter kost zo n 4500 euro. De kosten voor filtermateriaal bedragen ongeveer 300 euro op jaarbasis. Conclusie Voor een optimale verwijdering van lasrook is een mechanisch filter of een patroonfilter de beste keus. De keuze tussen deze twee mogelijkheden zal vooral worden bepaald door economische overwegingen. 1 De effectiviteit is experimenteel bepaald met druppels paraffine-olie van 0,3 µm. Hiervoor geldt een afvangpercentage van 99,997%, volgens opgave van de fabrikant. Mechanisch Elektrostatisch Patroon Werkingsprincipe Afvangen stof in filter- Afvangen stof door elektro- Afvangen stof op filtermateriaal (dieptefiltratie) statische werking materiaal (oppervlaktefiltratie) Investeringskosten 2100 per unit 3200 per unit 4500 per unit van 1200 m 3 /uur van 1200 m 3 /uur van 1200 m 3 /uur Kosten filters 200/400 kg lasdraad Geen 300 euro/jaar Energieverbruik 1,1 kwh per unit 1,1kWh per unit 1,5 kwh per unit van 1200 m 3 /uur van 1200 m 3 /uur van 1200 m 3 /uur Persluchtgebruik Geen Incidenteel (reiniging) Incidenteel (reiniging) Afvalproductie Filtermateriaal Stof Stof, filtermateriaal

10 10 LUCHT NeR moet ambitieniveau verhogen Wil de NeR niet achter de feiten aanlopen, dan moeten sommige emissie-eisen scherper worden gesteld. Dit is een van de conclusies uit een bijeenkomst met deelnemers van gemeenten, provincies, het bedrijfsleven, adviesbureaus en de milieubeweging. De workshop was het startschot voor de inhoudelijke actualisatie van de NeR. De NeR is bezig met groot onderhoud. Na de uiterlijke oppoetsbeurt in 2000 komt nu ook de binnenkant van de richtlijnen aan bod. Een van de kritiekpunten op de huidige NeR is dat veel eisen makkelijk worden gehaald en niet meer aansluiten bij de huidige stand der techniek. Op 4 april discussieerden vijftig vertegenwoordigers van bedrijfsleven, overheid, milieubeweging en adviesbranche over de noodzaak en de mogelijkheden voor aanpassing van de algemene eisen uit de NeR. Hogere eisen Drie sprekers hielden een korte inleiding. De NeR is de stand der techniek van vijftien jaar geleden, stelde Johan Vollenbroek namens de milieubeweging. Hij staafde zijn bewering met voorbeelden van een ijzergieterij, een zetmeelfabriek en een halfgeleiderfabriek, die alle drie emissieniveaus ver onder de NeR-eisen wisten te halen. Ad de Lange van Provincie Zeeland vroeg zich af of het niet vreemd is dat geen enkel bedrijf nog moeite heeft met het naleven van NeReisen. Hij hield een pleidooi voor het opnemen van procesgeïntegreerde maatregelen in de NeR. Henny Hoogland van Corus Staal relativeerde dit namens de industrie door erop te wijzen dat de discussie over aanscherping vooral zinvol is bij die emissies waar nog milieuhygiënische knelpunten zitten. Volgens Hoogland moet het instrument NeR in de context worden geplaatst van andere, Europese regelgeving en aansluiten bij de integrale milieuaanpak in de Europese BREFs. Breed draagvlak Na deze inleidingen werd de discussie voortgezet in drie werkgroepen. In elke groep werden vijf stoffen geselecteerd, waarop de discussie zich verder toespitste. De resultaten van de workshops werden samengevat door symposiumvoorzitter Wiebe Brandsma, ook de voorzitter van de adviesgroep NeR. Samen met de deelnemers haalde Brandsma de belangrijkste punten uit de workshops naar voren: er is een breed draagvlak voor aanscherping van de eisen voor VOS en fijn stof meer aandacht moet uitgaan naar stoffen met potentieel zeer schadelijke effecten in de NeR moeten meer procesgeïntegreerde maatregelen aan bod komen de aanpassing van de Duitse TA-Luft kan uitgangspunt zijn voor aanpassing van de NeR. Plan van aanpak Alle deelnemers oordeelden positief over de bijeenkomst. Een van de ingrediënten voor vernieuwing bleek daarmee aanwezig: een groot draagvlak bij de belanghebbende partijen. Vooralsnog gaat de adviesgroep NeR door op de ingeslagen weg en is de planning voortvarend. Nog voor de zomer buigt de adviesgroep zich over een plan van aanpak. Volgend jaar juni is de aangepaste NeR hopelijk een feit. Het uitgebreide verslag van de workshop vindt u op Nieuwe software PluimPlus en PC-Stacks op de markt Het is bijna zover: PluimPlus en PC-Stacks, de softwarepakketten van het Nieuw Nationaal Model voor de berekening van verspreiding van luchtverontreiniging, zijn vernieuwd. Beide pakketten maken voortaan gebruik van precies dezelfde meteorologische invoer en andere aanpassingen verkleinen de verschillen in uitkomsten nog verder. (foto: Oerlemans van Reeken) Volgende maand zijn de vernieuwde PluimPlus en PC-Stacks beschikbaar voor de gebruikers. Het verschijnen van de software betekent dat nu het Nieuw Nationaal Model gebruikt kan worden en u niet langer hoeft terug te vallen op het oude Nationaal Model (het LTFDmodel), zo laat het ministerie van VROM de abonnees van PluimPlus en PC-Stacks weten. De enige uitzondering hierop zijn de bijzondere regelingen in de NeR waarin het LTFDmodel expliciet als uitgangspunt genoemd wordt (zie ook Infomil Nieuws 21, p. 9). Veranderingen Het gebruik van de oude programma s Pluim- Plus en PC-Stacks leidde tot onderlinge verschillen. Het doel van de aanpassing was die verschillen tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen. Naar het oordeel van de beheercommissie van het Nieuw Nationaal Model is dat voldoende gelukt. Het is nog niet zo dat de uitkomsten in alle gevallen precies hetzelfde zijn, maar op basis van 25 representatieve rekensituaties is de verwachting dat de verschillen beperkt zullen blijven. Door alle doorgevoerde veranderingen zullen de rekenresultaten van de nieuwe pakketten en die van de vorige versies van PluimPlus en PC-Stacks verschillen. Het valt niet te voorspellen in welke gevallen die verschillen relevant zijn. De enige manier om daar achter te komen is bij twijfel een nieuwe berekening te maken. Meer over de ontwikkelingen rond het Nieuw Nationaal Model vindt u op onder Lucht.

11 11 LUCHT Het nieuwe Besluit luchtkwaliteit stelt strengere eisen Deze zomer wordt het nieuwe Besluit luchtkwaliteit van kracht, dat is gebaseerd op de Europese richtlijnen. Het besluit stelt onder meer nieuwe grenswaarden vast en bepaalt dat burgers meer informatie moeten kunnen krijgen over de lucht waarin ze leven. Gemeenten en provincies moeten daarom de luchtkwaliteit in kaart brengen Het Utrechts provinciehuis opende op 16 mei zijn deuren voor een symposium over het nieuwe Besluit luchtkwaliteit. Sprekers van VROM, InfoMil en TNO schetsten de ruim zestig deelnemers aan dit VVM-symposium wat de nieuwe amvb voor gemeenten en provincies gaat betekenen. Daarna volgde een uitgebreide forumdiscussie over onduidelijkheden en mogelijke knelpunten. (foto: Joop van Reeken Studio) Het nieuwe besluit is gebaseerd op de Europese richtlijnen voor de luchtkwaliteit. Deze schrijven voor dat lidstaten van de EU de kwaliteit van de buitenlucht moeten vaststellen en toetsen aan grenswaarden. Die waarden voor SO 2, NO x, lood en fijn stof (PM 10) zijn gericht op bescherming van de volksgezondheid en bescherming van ecosystemen. Situaties waarin de grenswaarden worden overschreden, moeten worden gesaneerd. Informatie voor burgers De richtlijn eist dat de overheid informatie over de luchtkwaliteit beschikbaar stelt aan haar burgers. In de nieuwe amvb is dit omgezet in de verplichting voor gemeenten en provincies om de luchtkwaliteit vast te stellen (monitoring), hiervan verslag te doen (rapportage) en overschrijdingen te saneren (planvorming). Voor gemeenten en provincies zijn vooral de grenswaarden voor NO x relevant. Plaatselijk mogen die worden overschreden, vooral langs drukke wegen. Omdat de grenswaarden voor fijn stof bijna overal worden overschreden, worden de monitoring- en rapportagetaken voor fijn stof landelijk door het Rijk uitgevoerd. De grenswaarden voor SO 2 en lood worden in Nederland niet overschreden. In kaart brengen Gemeenten en provincies brengen de luchtkwaliteit in kaart met behulp van gegevens van het landelijk meetnet luchtkwaliteit ( gegevens van Rijkswaterstaat over de rijkswegen en aanvullende berekeningen met computermodellen (zoals het CAR-model en het Nieuw Nationaal Model). De rapportages moeten klaar zijn voor 1 mei van het jaar na het jaar waarover wordt gerapporteerd. Het eerste rapportagejaar is 2001; gemeenten en provincies moeten dus voor 1 mei 2002 voor het eerst rapporteren volgens de nieuwe systematiek. Zorgen Tijdens de discussie op het symposium bleek dat sommige gemeenten zich zorgen maken over de gevolgen van de nieuwe NO x -grens- Nieuwe stoffen voorlopig ingedeeld De adviesgroep NeR heeft een aantal nieuwe stoffen voorlopig ingedeeld: Casnummer Stofnaam Voorlopige indeling ethoxy 2-propanol go Dimethyladipaat go Dimethylglutaraat go Dimethylsuccinaat go Benzalchloride go Benzotrichloride C Benzaldehyde go Broomchloormethaan go MTBE Methyl(tert)butylether go.2 Heeft u kanttekeningen bij deze voorgestelde indeling, dan kunt u binnen zes maanden na het verschijnen van dit nummer van InfoMil Nieuws contact opnemen met de InfoMil helpdesk, via info@infomil.nl, of faxnummer (070) Mede op grond van de reacties bepaalt de adviesgroep NeR de definitieve indeling. Meer informatie: onder Lucht/NeR (foto: Joop van Reeken Studio) waarden voor nieuwbouwlocaties langs drukke wegen. Worden daardoor niet allerlei projecten onmogelijk gemaakt? Vertegenwoordigers van VROM en provincies stelden dat gemeenten er rekening mee moeten houden dat sommige locaties ongeschikt zijn voor woningbouw. Informatie en voorlichting Gemeenten en provincies moeten straks in korte tijd veel informatie gaan uitwisselen en verwerken. InfoMil gaat samen met de betrokken partijen werken aan sjablonen voor de uitwisseling van deze informatie. Ook komen er handreikingen over het interpreteren en verwerken van luchtkwaliteitsgegevens. Uiteindelijk moet dit ertoe leiden dat in het najaar van 2002 de lokale luchtkwaliteit in heel Nederland compleet in beeld is gebracht. Het ministerie van VROM zet dit najaar een voorlichtingsproject op om gemeenten en provincies te informeren over het nieuwe Besluit luchtkwaliteit en de uitvoering ervan. InfoMil gaat dit project ondersteunen. Meer informatie over luchtkwaliteit en het nieuwe besluit vindt u op onder Lucht

12 12 BESTUURLIJK-JURIDISCH Wijzigingen in de Besluiten motorvoertuigen, opslag en transport en bouw- en hout In het Besluit textielreinigingsbedrijven milieubeheer zijn belangrijke correcties opgenomen van de Besluiten inrichtingen voor motorvoertuigen, opslag- en transportbedrijven en bouw- en houtbedrijven. Dit Besluit textielreiniging is 1 april 2001 in werking getreden. Voor uw informatie volgen hieronder integraal de drie artikelen uit het Besluit textielreinigingsbedrijven milieubeheer waar het om gaat. Artikel 10 Het Besluit inrichtingen voor motorvoertuigen milieubeheer wordt gewijzigd als volgt. Artikel 2, tweede lid, komt te luiden: 2 Indien een gedeelte van een inrichting als bedoeld in het eerste lid is ingericht als tankstation voor het wegverkeer type B als bedoeld in het Besluit tankstations milieubeheer, met uitzondering van toepassing van artikel 1, onder c, onderdeel 1, van het Besluit tankstations milieubeheer, geldt voor dat gedeelte uitsluitend het Besluit tankstations milieubeheer. B Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt. 1 In onderdeel c wordt na «onherroepelijk was» ingevoegd:, of die situaties waarvoor onmiddellijk voorafgaand aan 1 april 1990 een vergunning nog in werking en onherroepelijk was en waarvoor de voornoemde afstand van 50 meter is vervangen door een afstand van 30 meter. 2 Onderdeel i komt te luiden: i. de inrichting of een onderdeel daarvan is ingericht voor het opslaan van vloeibare gevaarlijke stoffen, vloeibare gevaarlijke afvalstoffen of brandbare vloeistoffen in tanks, tenzij sprake is van het opslaan in ondergrondse tanks, waarop het Besluit opslaan in ondergrondse tanks 1998 van toepassing is, dan wel sprake is van opslaan van brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks. In de bijlage worden de volgende wijzigingen aangebracht. 1 In voorschrift wordt telkens na «gevaarlijke stoffen» ingevoegd: en brandbare vloeistoffen. 2 Voorschrift komt te luiden: In de werkplaats alsmede in enig ander gebouw van de inrichting worden geen brandstofreservoirs van motorvoertuigen bijgevuld, met uitzondering van brandstof die in de categorie brandbare vloeistof valt. (NB. Overigens zijn per abuis de eerste volzin en de laatste volzin van het oorspronkelijke voorschrift komen te vervallen. Dit was niet de bedoeling en wordt dan ook zo snel mogelijk hersteld. Redactie InfoMil.) Artikel 11 Het Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer wordt gewijzigd als volgt. A Artikel 3, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt. 1 In onderdeel f komt «verstikkende gassen en» te vervallen. 2 In onderdeel g wordt na «vellen,» ingevoegd: ruwe tabak, ruwe tropische producten,. 3 In onderdeel h wordt na «wordt opgeslagen» ingevoegd: in bovengrondse tanks. 4 De aanhef van onderdeel i komt te luiden: vloeibare gevaarlijke stoffen, vloeibare gevaarlijke afvalstoffen of brandbare vloeistoffen in tanks worden op- of overgeslagen, tenzij sprake is van:. 5 Onderdeel n komt te luiden: n. meer dan in totaal kg aan gevaarlijke stoffen en brandbare vloeistoffen in emballage als bedoeld in de voorschriften 2.1.4, en worden opgeslagen, niet zijnde gassen of gasmengsels in gasflessen of binnen één van de vormen van opslag als bedoeld in de voorschriften 2.1.4, en meer dan kg wordt opgeslagen,. 6 Na onderdeel s wordt, onder wijziging van de punt aan het slot van dat onderdeel door een komma, een onderdeel ingevoegd, dat komt te luiden: t. carcinogene, teratogene, mutagene stoffen of organische peroxiden worden op- of overgeslagen. B In de bijlage worden de volgende wijzigingen aangebracht. 1 Voorschrift komt te luiden: Bedrijfsafvalwater afkomstig uit: a. een ruimte als bedoeld in voorschrift , onder a, dat niet is geleid door een slibvangput en een vetafscheider als bedoeld in dat voorschrift, b een ruimte waar grafische processen plaatsvinden, c een parkeergarage, d een wasplaats, of e een opslagplaats van zand, grond of akkerbouwproducten, wordt, alvorens vermenging met bedrijfsafvalwater

13 13 (foto: VROM) afkomstig uit andere ruimten plaatsvindt, door een doelmatige, goed toegankelijke controlevoorziening geleid. 2 In voorschrift komt de eerste volzin te vervallen en wordt na «dan 15 kw per m 2.» een volzin ingevoegd, luidende: Op verzoek van het bevoegd gezag toont degene die de inrichting drijft aan, dat zodanige brandpreventieve voorzieningen zijn getroffen dat aan de eerste volzin wordt voldaan. 3 In voorschrift wordt telkens na «gevaarlijke stoffen» ingevoegd: en brandbare vloeistoffen. 4 In voorschrift wordt na «Gevaarlijke stoffen» ingevoegd: en brandbare vloeistoffen. 5 In voorschrift 2.2.3, laatste volzin, wordt na «vloeibare gevaarlijke stoffen» ingevoegd: en brandbare vloeistoffen. 6 In voorschrift 2.2.6, onder i, onderdeel 1, wordt «brandbare vloeistoffen» vervangen door: vloeistoffen met een vlampunt lager dan 55 C. 7 In voorschrift wordt telkens na «gevaarlijke stoffen» ingevoegd: en brandbare vloeistoffen. 8 In voorschrift komt de aanhef te luiden: Van de opgeslagen gevaarlijke stoffen, die aan het einde van de werkdag binnen de inrichting aanwezig zijn en voor zover de opslag in totaal meer bedraagt dan 2500 kg, bedoeld in voorschrift 2.1.4, en 2.2.8, wordt een registratie bijgehouden met ten minste de volgende gegevens:. 9 In voorschrift wordt na «gevaarlijke stoffen» ingevoegd: en brandbare vloeistoffen. Artikel 12 Het Besluit bouw- en houtbedrijven milieubeheer wordt gewijzigd als volgt. A Artikel 3, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt. 1 De aanhef van onderdeel g komt te luiden: in de inrichting vloeibare gevaarlijke stoffen, vloeibare gevaarlijke afvalstoffen of brandbare vloeistoffen in tanks worden opof overgeslagen, tenzij sprake is van:. 2 In onderdeel j, onder 8, wordt «type C of type D» vervangen door: type A of type B. In de bijlage worden de volgende wijzigingen aangebracht. 1 In voorschrift komt de eerste volzin te vervallen en wordt na «dan 15 kw per m 2.» een volzin ingevoegd luidende: Op verzoek van het bevoegd gezag toont degene die de inrichting drijft aan, dat zodanige brandpreventieve voorzieningen zijn getroffen dat aan de eerste volzin wordt voldaan. 2 In voorschrift wordt telkens na «gevaarlijke stoffen» ingevoegd: en brandbare vloeistoffen. 3 In voorschrift wordt na de laatste volzin een volzin toegevoegd, luidende: Op verzoek van het bevoegd gezag toont degene die de inrichting drijft aan, dat zodanige brandpreventieve voorzieningen zijn getroffen dat aan de eerste volzin wordt voldaan. 4 In voorschrift wordt «3.2.12» vervangen door: Daarnaast was de publicatie van het Besluit voor motorvoertuigen milieubeheer in Staatsblad 2000, 262 niet correct. Dit is hersteld door een verbeterblad, in Staatsblad 2001, 262V. De tekst van artikel 3 onderdeel h (vuurwerk) moet als volgt worden gelezen: h. de inrichting of een onderdeel daarvan is ingericht voor de opslag van vuurwerk;. Dit betekent dat een garagebedrijf dat vuurwerk opslaat, vergunningplichtig is. LUCHT NO x /N 2 O-conferentie: kennisuitwisseling en implementatie nodig Op 21 en 22 maart 2001 werd in Parijs een internationale conferentie gehouden over reductie van NO x - en N 2 O-emissies. De organisatoren, het Franse milieuagentschap Ademe en InfoMil, kijken terug op een drukbezocht (568 bezoekers uit dertig landen) en geslaagd evenement. De belangrijkste aanleiding voor de NO x / N 2 O-conferentie vormden het klimaatverdrag van Kyoto en de Europese IPPC richtlijn (Integrated Pollution Prevention and Control), die uiterlijk in 2007 toepassing van best beschikbare technieken verplicht stelt. Maar ook voor die tijd is er al veel mogelijk. De conclusie tijdens de afsluitende forumdiscussie was dat de aandacht vooral gericht moet zijn op kennisuitwisseling en op de implementatie van technieken. Nieuwe praktijkervaringen Veel sprekers leverden zeer nuttige bijdragen. Zij deelden hun ervaringen en vaardigheden met de deelnemers. De informatie die zij gaven was heel praktisch, en strekte zich soms zelfs uit tot een vermelding van de kosten. Er is een verscheidenheid aan technieken beschikbaar om de uitstoot van NO x te beperken; de trend is dat die steeds goedkoper worden en een steeds beter rendement hebben. Daarnaast werden op de conferentie verschillende nieuwe katalysatorvarianten voor N 2 O- afbraak gepresenteerd. Opvallend was dat voor de bestaande technieken vaak nieuwe toepassingen worden gevonden en dat kundige engineers vaak verrassende oplossingen vinden voor lastige situaties. Profiteren van de mogelijkheden Wie alle ontwikkelingen zou kunnen overzien, binnen en buiten de eigen bedrijfstak, zowel in Europa als in de VS en Japan, zou voor een NO x - of N 2 O-probleem in veel gevallen een adequate oplossing kunnen vinden. Er is veel kennis en ervaring, maar vaak is die versnipperd. Het wiel wordt al te vaak opnieuw uitgevonden. Daarom moet de aandacht vooral uitgaan naar kennisuitwisseling en implementatie op technologisch gebied, binnen en tussen bedrijfstakken, nationaal en internationaal. Daar bestaan formele EU-circuits voor, maar er blijkt ook een behoefte te bestaan aan informele circuits waar gedachten en informatie kunnen worden uitgewisseld. De komende tijd wordt nader bekeken hoe in deze behoefte kan worden voorzien. Van de conferentiebundel met meer dan zestig papers is binnenkort een herdruk beschikbaar. Meer informatie bij de helpdesk van InfoMil en op

14 14 ENERGIE Milieudienst IJmond gaat met energie aan de slag Er zijn volop mogelijkheden om energie te besparen door eisen te stellen bij vergunningverlening en handhaving, maar helaas blijven die nog te vaak onbenut. Om dat te verbeteren heeft de Milieudienst IJmond een training voor haar medewerkers georganiseerd. Alle buitenmedewerkers hebben de cursus gevolgd, zodat het onderwerp energie nu de aandacht krijgt die het verdient. De Milieudienst IJmond gaf de energiecursus in het kader van het Programma Intensivering Ondersteuning Bevoegd gezag (PIOB), de voorloper van het Subsidieprogramma Aanpak Milieudrukvermindering. Theoretische modules werden gevolgd door een training on the job, waarin de docent steeds twee gemeentemedewerkers begeleidde bij het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van een bedrijfsbezoek. Zo kreeg de opgedane theoretische kennis een praktisch vervolg, waardoor die ook beter beklijfde. Tijdens de cursus (vooral bij het bedrijfsbezoek) werd veel gebruik gemaakt van een digitale camera en een videocamera om de situatie in het bedrijf vast te leggen: ventilatie, verwarming, koeling, isolatie, enzovoort. Dat maakte het veel makkelijker de bevindingen te evalueren. De deelnemers vonden deze werkwijze effectief en informatief. Begin- en eindniveau Voorafgaand aan de theoriesessies moesten de deelnemers steeds een korte toets maken. Aan het einde van de training is deze toets herhaald, wat een goed beeld opleverde van het beginniveau van de deelnemers en het niveau van kennis en ervaring aan het eind van de training. Het was even wennen, deze wijze van monitoring, maar hij bleek uiteindelijk heel stimulerend te zijn voor de inzet van de deelnemers. Uit de evaluatie van de training kwam naar voren dat de deskundig begeleide combinatie van theorie en praktijk als zeer positief werd ervaren. Het bleek verder nauwelijks nodig te zijn om cursusdocumentatie te ontwikkelen: verwijzing naar en training met de InfoMilbladen was voldoende. (foto: Joop van Reeken Studio) Subsidieregeling Aanpak Milieudrukvermindering Bij Novem en InfoMil is in april het programmabureau van start gegaan dat de ministeries van VROM en EZ (inclusief IPO en VNG) ondersteunt bij het uitvoeren van het programma Met preventie naar duurzaam ondernemen. Een van de activiteiten van het programmabureau is de uitvoering van de Subsidieregeling Aanpak Milieudrukvermindering (SAM). Gemeenten kunnen via de SAM een financiële bijdrage krijgen voor verschillende typen projecten. Dit kunnen projecten zijn op het gebied van beleidsontwikkeling binnen gemeenten, kennis- en ervaringsprojecten, uitvoeringsprojecten of een combinatie hiervan. Het hoofddoel van SAM is dat gemeenten een extra impuls krijgen om zelf binnen die projecten aan de slag te gaan met de regulering van energiebesparing, afvalpreventie en afvalscheiding bij vergunningverlening en handhaving. Andere aspecten van de verruimde reikwijdte mogen in de projecten worden meegenomen. Ook stimuleringsactiviteiten mogen deel uitmaken van het project, op voorwaarde dat de stimuleringsacties worden gevolgd door regulering. Bij de projecten mogen ook andere partijen worden betrokken, zoals ondernemersverenigingen, de provincie en adviesbureaus. De gemeente moet de aanvraag indienen. 40 tot 70% subsidie Een voorwaarde van de regeling is dat het geld ten goede komt aan de gemeente. Het is dus niet de bedoeling dat het rechtstreeks wordt gebruikt om een quick scan bij een bedrijf uit te voeren. Daarvoor zijn vaak andere wegen beschikbaar, zoals provinciale no-cure-no-pay-regelingen en de subsidie Schoner Produceren. Afhankelijk van het type project kunnen gemeenten tussen de 40 en de 70% subsidie ontvangen, met een maximum van ƒ Voor dit jaar is door VROM 6,5 miljoen gulden voor de regelingen beschikbaar gesteld. De komende jaren krijgt de regeling een vervolg. De aanvragen voor dit jaar moeten voor 15 oktober bij Novem worden ingediend. Nadere informatie bij het programmabureau: Novem, tel. (030) , Energiecursus Wegens succes geprolongeerd: de basiscursus Energie in de milieuvergunning. InfoMil organiseert op 3 en 4 oktober 2001 een nieuwe cursus voor vergunningverleners en handhavers van gemeenten, samenwerkingsverbanden en milieudiensten. De cursus duurt twee dagen, de kosten bedragen ƒ 195, /persoon. Informatie en inschrijfformulieren: InfoMil, tel. (070) of via onder energie. Subsidieoverzicht Op de internetsite van InfoMil vindt u het overzicht van de energie- en preventiesubsidies die gelden voor In dit overzicht zijn alleen die regelingen opgenomen die interessant zijn voor de thema s energie en preventie in milieuvergunning en amvb. Het overzicht wordt dit jaar alleen digitaal gepubliceerd. U kunt het vanaf half juli downloaden: MJA tapijtindustrie In het artikel Een nieuwe generatie meerjarenafspraken (InfoMil Nieuws 21, p. 10) is in het overzicht de tapijtindustrie ten onrechte niet opgenomen. De tapijtbranche heeft zich wel degelijk aangesloten bij de eerste meerjarenafspraken en is in gesprek over de tweede generatie MJA s. Onze excuses voor de omissie.

15 15 LIM Veiligheid belangrijk in Landelijk Handhavingsprogramma De Landelijke Coördinatie Commissie Milieuwethandhaving heeft het gezamenlijk landelijk handhavingsprogramma voor de periode vanaf 2002 onlangs besproken en voorlopig vastgesteld. In hoog tempo hebben de Denktank LCCMprioriteiten, het IPO-platform Bestuursovereenkomsten en de Contactgroep Milieu (CGM) gewerkt aan het opstellen van het handhavingsprogramma voor 2002 en volgende jaren. Ook de Servicepunten Handhaving (SEPh s) zijn bij het proces betrokken. Het programma heeft bekende en nieuwe elementen. Het uitgangspunt is niet langer een eenjarige benadering of een lijst met prioriteiten. Het programma wil een meerjarenperspectief bieden en aansluiten op ervaringen en programma s uit het handhavingsveld en op wat bestuurlijk wenselijk is. Thematische aanpak Het programma in zijn huidige vorm bevat een mix van activiteiten. Voor het eerst wordt er gewerkt vanuit een themabenadering; binnen de thema s vallen verschillende onderwerpen. Ditmaal zijn drie thema s vastgesteld: veiligheid, nieuwe wetgeving en buitengebied. LIM en I&E Milieu werken samen De samenwerking tussen het Landelijke Informatiepunt Milieuwethandhaving (LIM) en het Informatie en Expertisecentrum Milieu (I&E Milieu) van de politie begint gestalte te krijgen. We schreven het al eerder (in nummer 19): het LIM streeft naar optimale samenwerking met andere informatie- en expertisecentra. Op die manier willen we zoveel mogelijk handhavingsinformatie toegankelijk maken voor toezichthouders en opsporingsambtenaren die betrokken zijn bij de handhaving van milieuwetgeving. In dit kader zijn er sinds kort intensieve contacten met de handhavers van de politie. I&E Milieu I&E Milieu is het informatie- en expertisecentrum van de politie voor de milieuwetgeving. Het centrum is momenteel ondergebracht bij het Nederlands Politie Instituut. I&E Milieu houdt zich meer bezig met strafrechtelijke wetgeving, waar het LIM zich concenteert op bestuursrechtelijke handhaving. De twee centra kunnen er door Daarnaast wordt het thema bouwstoffenbesluit voortgezet. Onder veiligheid vallen onderwerpen als het nieuwe Ontwerp Vuurwerkbesluit, het Besluit LPG-tankstations en de CPR Mogelijk worden ook de BRZO, spoorwegemplacementen en opslag gevaarlijke afvalstoffen onder dit thema gebracht. Voorbereiding Nu het programma voor volgend jaar definitief is vastgesteld, begint het LIM met de voorbereiding van het faciliteringprogramma. Het veld wordt op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen via onder meer het IPOplatform en de SEPh s. Bij de helpdesk (070) en op de InfoMil-site kunt u informatie krijgen over de laatste stand van zaken rond het landelijk programma. samenwerking voor zorgen dat deze handhavingstrajecten beter op elkaar worden afgestemd. Informatievoorziening Ook de uitwisseling en verspreiding van informatie door LIM en I&E Milieu kan door samenwerking effectiever worden. Het is de bedoeling om op termijn een gezamenlijke nieuwsbrief uit te brengen, een initiatief waarvoor de eerste stappen al zijn gezet. In het volgende nummer van InfoMil Nieuws leest u meer over de samenwerking tussen LIM en I&E Milieu. (foto: VROM) LANDBOUW Anticipatieregeling: bestaande rechten Het wetsvoorstel Wet ammoniak en veehouderij (Wav), zoals dat in december 2000 voor advies naar de Raad van State is gestuurd, bevat een anticipatieregeling die ongewenste anticipatie op de nieuwe wet moet voorkomen. Op grond van deze anticipatieregeling komen vergunningen die na 8 december 2000 worden verleend van rechtswege te vervallen als sprake is van een uitbreiding van het aantal dieren in een bepaalde diercategorie en de vergunning op grond van de nieuwe wet niet verleend kan worden. In zo n geval kan een nieuwe vergunning worden aangevraagd. De vraag is nu of er bij het indienen van een nieuwe aanvraag nog wel (vergunde) rechten voor het bedrijf aanwezig zijn. Indien de vervallen vergunning een revisievergunning betreft, komen immers op grond van de Wet milieubeheer daarmee ook de onderliggende rechten te vervallen (art. 8.4 lid 4 Wm). In het wetsvoorstel is een voorziening getroffen dat ook in geval van het van rechtswege vervallen van de revisievergunning er een nieuwe vergunning kan worden aangevraagd en verleend voor het aantal dieren dat op 8 december 2000 vergund was. In tegenstelling tot hetgeen is vermeld in het artikel Ammoniakbeleid: regeling tegen ongewenste anticipatie in InfoMil Nieuws 21 is het dus niet zo dat bij het vervallen van de revisievergunning er helemaal geen bestaande rechten meer zijn.

16 16 WATER Afvalwatervoorschriften, nu en in de nabije toekomst In InfoMil Nieuwsbrief 19 schreven we over het aflopen van de overgangsregeling voor afvalwatervoorschriften in Wm-vergunningen. In vergunningen zonder specifieke afvalwatervoorschriften zijn tot 1 maart 2003 de voorschriften van kracht die golden op grond van de gemeentelijke Lozingsverordening. Daarna vervalt deze regeling en is als er niets gebeurt sprake van een onvolledige vergunning. Afvalwatervoorschriften kunnen via een ambtshalve wijziging aan de vergunning worden toegevoegd. De vraag is welke voorschriften er ten minste in de Wm-vergunning moeten worden opgenomen. De Instructieregeling lozingsvoorschriften milieubeheer (Staatscourant 1996, nr. 59) bepaalt dat elke Wm-vergunning voorschriften voor lozing op het riool moet bevatten. Dit gebeurt ter implementatie van artikel 11 van de EU-richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (91/271/EEG, PbEG L 135). Strekking De strekking van het voorschrift moet zijn dat het geloosde afvalwater door samenstelling, eigenschappen of hoeveelheid de doelmatige werking van het riool en de rioolwaterzuiveringsinstallatie niet belemmert, dat de verwerking van riool- en zuiveringsslib niet wordt belemmerd en dat de nadelige gevolgen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater zoveel mogelijk worden beperkt. Dit is de zogenaamde vangnetbepaling, die op elke lozing op het riool van toepassing is. Werkingssfeer De nota van toelichting bij het besluit waarmee afvalwatervoorschriften aan de bestaande Wm-amvb s zijn toegevoegd (Staatsblad 1996, 45) schaart in elk geval de volgende voorschriften onder de werkingssfeer van de vangnetbepaling. Afvalwater wordt niet op het riool gebracht als: de temperatuur hoger is dan 30 C het water een ph heeft lager dan 6,5 of hoger dan 10 de sulfaatconcentratie hoger is dan 300 mg/l het afvalwater brand- of explosiegevaar kan veroorzaken het afvalwater door een beerput, rottingsput of septictank is geleid. Het is niet zo dat het bevoegd gezag deze voorschriften in alle gevallen moet opnemen: in bepaalde situaties kan hier best van worden afgeweken. De strekking van de vangnetbepaling is hierbij bepalend. Aandachtspunten In het algemeen dient een vergunning zoveel mogelijk concrete voorschriften te bevatten die zijn toegespitst op de te verwachten lozing, gerelateerd aan de bedrijfsactiviteiten. Aandachtspunten daarbij vormen slecht of niet-afbreekbare stoffen, zoals metalen en stoffen die de biologische werking van de zuivering nadelig kunnen beïnvloeden. Ook het debiet kan een onderwerp zijn; bij lozing op een drukriool met beperkte capaciteit bijvoorbeeld kan in de vergunning een lozingsregime worden opgenomen. Vaak zijn op voorhand niet alle mogelijke lozingen bekend. De vangnetbepaling in de vergunning kan dan een oplossing bieden, zij het zonder de mogelijkheid tot het stellen van een nadere eis; jurisprudentie wijst namelijk uit dat dit niet acceptabel is. Handhaving op grond van alleen de vangnetbepaling is echter zeer lastig. AFVAL- EN EMISSIEPREVENTIE Herziene versie van de preventieprojectenbundel In 1999 verscheen de eerste versie van Preventieprojecten bij bedrijven, een bundel informatie over projecten die gericht waren op afval- en emissiepreventie bij bedrijfsmatige activiteiten. Preventie is de gewoonste zaak van de wereld, was de boodschap. De afgelopen twee jaar zijn er weer veel nieuwe projecten uitgevoerd op het gebied van preventie, milieugerichte productontwikkeling (MPO), energiebesparing, afvalscheiding, (preventieve) milieuzorg en duurzame bedrijventerreinen. Er is zoveel nieuws dat het tijd werd een volledig herziene versie van de projectenbundel uit te brengen. Praktijkblad Als u in de vergunningverlening of bij het stellen van nadere eisen bij de nieuwe 8.40 amvb s (nog) meer aandacht wilt besteden aan afvalscheiding, afval- en emissiepreventie, waterbesparing en energieverbruik, dan biedt het praktijkblad Vergunningprocedure: considerans en voorschriften in de reeks Verruimde reikwijdte Wm: omgaan met afval- en emissiepreventie hiervoor een handreiking. Dit praktijkblad is weer opgesteld in nauwe samenwerking met het bureau Bisschop en Partners te Utrecht. Het staat vol praktische tips en praktijkvoorbeelden, en in interviews gaan twee milieuambtenaren in op hun ervaringen met preventie. Het praktijkblad (bestelnr. A15-3) is net als de projectenbundel (bestelnr. A14) per fax bij InfoMil te bestellen (070)

17 17 ASBEST Er verandert veel in nieuw Asbestverwijderingsbesluit In de Staatscourant van 31 juli 2000 (nr. 145) is het ontwerp van het Asbestverwijderingsbesluit 2001 (Avb-2001) gepubliceerd. De commentaarronde op dit besluit is afgerond en het besluit ligt ter beoordeling bij de Raad van State. In dit artikel gaan we uit van het ontwerpbesluit zoals dat vorig jaar gepubliceerd is, omdat de versie die voor advies bij de Raad van State ligt een vertrouwelijk karakter heeft. Dit kan betekenen dat er in het definitieve besluit nog wijzigingen optreden. Bepaling asbest in de bodem: concept-nen Sinds kort is de ontwerp-nen 5707 als concept bij het NNI verkrijgbaar. Het normontwerp kan gebruikt worden voor inspectie, monstername en analyse van asbest in de bodem en is geschikt voor alle vormen van asbestverontreiniging, zoals stukken asbestcement, zachtboard en restanten van isolatiemateriaal. Het normvoorschrift gaat in op alle facetten van het onderzoek, zoals het historisch vooronderzoek, het veldonderzoek (bestaande uit inspectie en monsterneming) en de analyse in het laboratorium. Om een goede aansluiting te krijgen bij bestaande bodemnormen zijn het vooronderzoek asbest en het verkennend onderzoek asbest zodanig opgesteld dat ze gecombineerd kunnen worden met het vooronderzoek conform NVN 5725 en het verkennend onderzoek conform NEN In de ontwerp-nen wordt niet gedetailleerd ingegaan op risicobeoordeling, saneringsnoodzaak en saneringsurgentie. Momenteel is een werkgroep met de ministeries van VROM en SZW, en TNO-MEP daarmee bezig. (foto: Joop van Reeken Studio) Het huidige Asbestverwijderingsbesluit (1993) heeft betrekking op de inventarisatie en sloop van asbest in objecten en bouwwerken. Het besluit heeft voor objecten een rechtstreekse werking. De voorschriften ten aanzien van bouwwerken moeten door de gemeenten in de gemeentelijke bouwverordening worden verwerkt; zolang dat niet is gebeurd, werkt het besluit rechtstreeks. Voorafgaand aan de sloop van asbest uit bouwwerken en objecten moet eerst een asbestinventarisatie plaatsvinden door een gecertificeerd asbestinventarisatiebedrijf. De sloop kan vervolgens worden uitgevoerd door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf. Het nieuwe besluit Het Avb-2001 heeft net als het huidige Asbestverwijderingsbesluit een rechtstreekse werking voor objecten; voor bouwwerken werkt het besluit rechtstreeks totdat het in de gemeentelijke bouwverordening is verwerkt. Een belangrijk verschil is dat het Avb-2001 niet alleen betrekking heeft op bouwwerken en objecten, maar op alle situaties waarin mogelijk asbest aanwezig is en men voornemens is dat asbest te verwijderen. Dat betekent dat het besluit ook van toepassing is op calamiteiten, zoals branden of explosies waarbij asbest in het milieu terecht is gekomen en moet worden verwijderd. Ook het verwijderen van asbestbevattende grond gaat onder het Avb-2001 vallen. Uitgangspunt blijft dat het inventariseren en verwijderen moet plaatsvinden door erkende (gecertificeerde) bedrijven. Ministeriële regeling Naast het besluit wordt een ministeriële regeling gemaakt waarin staat aangegeven in welke gevallen sprake is van vrijstellingen of van nadere voorschriften. Vrijstellingen en nadere voorschriften maken op dit moment nog deel uit van het besluit zelf. Met de ministeriële regeling die tegelijkertijd met het nieuwe Asbestverwijderingsbesluit in werking treedt kan sneller worden ingespeeld op ontwikkelingen in de asbestverwijderingsmarkt. Overige veranderingen Naast de hierboven aangegeven wijzigingen wijkt het Asbestverwijderingsbesluit 2001 ook op de volgende punten af van het huidige besluit: Er komt een verandering van het certificatiesysteem, die het Rijk meer invloed geeft op de certificatie-instellingen en de gecertificeerde bedrijven; zo kan de kwaliteit van die instellingen en bedrijven beter worden gewaarborgd. Er komt een beperking van het aantal uitzonderingen op de asbestinventarisatieplicht, om selectieve sloop van asbest beter te kunnen waarborgen. De verplichting voor particulieren om het verwijderen van bepaalde asbestbevattende materialen uit bouwwerken vooraf aan B&W te melden vervalt; in plaats daarvan komen er algemene voorschriften. De verplichte melding van asbestverwijderingswerkzaamheden aan de Arbeidsinspectie door de houder van de sloopvergunning of de opdrachtgever vervalt, omdat deze verplichting krachtens de Arbeidsomstandighedenwet 1998 al geldt voor de asbestverwijderingsbedrijven die de klus moeten uitvoeren. Er komt een verzwaring van de strafmaat voor overtreding van de voorschriften die gelden voor het verwijderen van asbest uit bouwwerken. Het Asbestverwijderingsbesluit 2001 en de ministeriële regeling treden naar verwachting eind dit jaar of begin volgend jaar in werking.

18 18 BODEM Facilitering handhaving Bouwstoffenbesluit 2000/2001 In februari 2001 is de eerste fase van het faciliteringsprogramma Handhaving Bouwstoffenbesluit 2000/2001 afgerond. Op 8 maart heeft de klankbordgroep het definitieve programma voor 2001 vastgesteld, op basis van de resultaten van een inventarisatie onder handhavers en de ervaringen met de ondersteuning van vijf adoptieprojecten in de eerste fase van het programma. Het programma bestaat uit de volgende onderdelen: Praktijkochtenden/-middagen handhaving Bouwstoffenbesluit Workshop(s) certificering BRL 2506 (BSA-granulaten) Stappenplan toezicht kernvoorschriften Bouwstoffenbesluit Publicatie voorbeeldprojecten Telefonische helpdesk bij InfoMil en Rijkswaterstaat/DWW InfoMil als informatieknooppunt. Toelichting faciliteringsprogramma Praktijkochtend/-middag Deze praktijkbijeenkomst is bedoeld voor de handhavers van het Bouwstoffenbesluit. De kernvoorschriften van het besluit worden toegelicht, met de manier waarop je die kunt handhaven. InfoMil en de SEPh s organiseren de bijeenkomsten. Workshop(s) certificering BRL 2506 (puingranulaten uit bouw- en sloopafval) Bij de handhavers bestaat er nog veel scepsis rond gecertificeerde bouwstoffen. Om hierover een constructieve dialoog te starten met alle betrokkenen (producenten, certificerende instanties en handhavers) organiseren we een workshop. We beginnen met één workshop, maar als die succesvol is, volgen er mogelijk meer bijeenkomsten. Stappenplan toezicht kernvoorschriften Bouwstoffenbesluit In het stappenplan zijn de eisen van het besluit en de controlemogelijkheden hierop gecomprimeerd vastgelegd op één A4-tje. De deelnemers krijgen het overzicht tijdens de praktijkdag uitgereikt. Eind 2001 valt de beslissing of het stappenplan nog verder wordt uitgewerkt. Publicatie voorbeeldprojecten In toenemende mate wordt succesvol gecontroleerd op naleving. In de loop van 2001 worden in een aantal media, zoals het blad Handhaving, voorbeelden van geslaagde handhavingsacties gepubliceerd. Telefonische helpdesk bij InfoMil en Rijkswaterstaat/DWW De helpdesks bij InfoMil (alle werkdagen) en Rijkswaterstaat (op dinsdag en donderdag) blijven in 2001 geopend. InfoMil als informatieknooppunt De belangrijkste projecten die momenteel rond het Bouwstoffenbesluit worden uitgevoerd, zijn Monitoring en evaluatie Bouwstoffenbesluit (VROM) en Gemeentelijke handhaving Bouwstoffenbesluit (Inspectie Milieuhygiëne). (foto: Roelenjee) Indicatoren handhaving Bouwstoffenbesluit Binnen de Landelijke Coördinatie Commissie Milieuwethandhaving wordt gewerkt aan indicatoren voor onder meer de LCCMprioriteit handhaving Bouwstoffenbesluit. De bedoeling is dat de indicatoren meebepalen hoe de handhaving precies moet gaan plaatsvinden. Bij de vaststelling zijn alle handhavingspartners betrokken: gemeenten, provincies, Inspectie Milieuhygiëne, waterkwaliteitsbeheerders, politie en Openbaar Ministerie. LUCHT CFK s in 2001 Uit onderzoek bleek dat er meer CFK s uit koelinstallaties weglekken dan verwacht. Daarom heeft de Landelijke Coördinatie Commissie Milieuwethandhaving de handhaving van het CFK-besluit in 2001 prioriteit gegeven. Bovendien heeft Europese verordening 2037/200 per 1 oktober vorig jaar de regelgeving voor CFK s aangescherpt. Sinds 1 januari 2001 is het bijvullen van koelinstallaties met harde CFK s verboden. De aan de SEPh s, provincies en gemeenten Milieuhygiëne heeft medio 1999 in een brief aanscherping komt ook in het aangepaste verzocht om eenvoudige, inrichtinggebonden CFK-besluit te staan dat in de loop van dit jaar overtredingen van het CFK-besluit zelfstandig van kracht wordt. Tot die tijd geldt de verordening rechtstreeks. Doel van het project CFK s in 2001 is dat alle af te handelen. Zowel de Inspectie Milieuhygiëne als provincies en gemeenten zijn bevoegd om de CFK- deze verruimde bevoegdheid. Daarom wordt provincies en gemeenten ervaring opdoen met regelgeving te handhaven. De Inspectie van alle gemeentes en provincies gevraagd om over de ervaringen bij tenminste twee koelinstallaties te rapporteren aan de LCCM. Een toelichting hierop vindt u in de Handreiking LCCM-project CFK s in 2001, die aan alle gemeenten en provincies is toegestuurd. De handreiking is ook te vinden op (onder overig/stoffen/cfk s) en op te vragen bij het LCCM-secretariaat, (070) De rapportageformulieren van gemeenten en provincies en van de eigen controles van de inspectie worden centraal verwerkt. Daaruit moet blijken hoe het in 2001 gesteld is met de lekdichtheid van koelinstallaties en hoeveel tijd handhaving van het CFK-besluit kost.

19 19 FO-Industrie Tien convenanten De uitwerking van de convenanten die zijn afgesloten met tien branches gaat gestaag door. Een overzicht van de stand van zaken. Basismetaal Begin mei 2001 heeft 55% van de basismetaalbedrijven het MJV 2000 ingediend en 50% het ontwerp-bmp-3. Voldoen aan de termijnen van het BMP-3-proces en het MJV 2000 indienen is dus een belangrijk punt van zorg. De SBM heeft de achterblijvende bedrijven aangespoord. Voor het BMP-3 is bedrijven gevraagd speciale aandacht te besteden aan bepaalde stoffen, die zijn aangewezen in de Knelpuntanalyse van Op basis van de BMP-3- rapportage, verwacht in het voorjaar van 2002, worden afspraken gemaakt voor de verdere invulling van de intentieverklaring gericht op doelen voor Betonmortel en betonproducten Een meerderheid van de bedrijven in de betonmortel- en betonproductenindustrie doet inmiddels mee met het BMP-1-proces. Zelfs na de vastgestelde indieningdatum komen er nog BMP s bij FO-Industrie binnen. De verwachting is dan ook dat we in 2004 bij het aflopen van de BMP-1-periode een goed beeld van de milieubelasting van de bedrijfstak kunnen geven. Pas in 2002 wordt er van de bedrijven weer een voortgangsrapportage verwacht, die betrekking heeft op In 2001 zal het bedrijfstakoverleg zich vooral bezighouden met het optimaliseren van de uitvoering van het milieubeleidsadvies. Rubber- en kunststofverwerking De intentieverklaring in de rubber- en kunststofverwerkende industrie is ondertekend, en nu wordt druk gewerkt aan het samenstellen van een (digitaal) werkboek. Eind juni verschijnt een testversie, na de zomer moet de definitieve versie beschikbaar zijn. De werving van bedrijven en overheden die aan de testfase gaan meedoen is nog niet begonnen, maar aanmeldingen zijn al welkom bij FO-Industrie. Vlees Kort na de ondertekening van de intentieverklaring van de vleesindustrie is het werkboek verschenen. Momenteel doen de brancheverenigingen hun best om de achterban voor te lichten en op weg te helpen. FO-Industrie heeft de taak op zich genomen om bevoegde gezagen voor te lichten over dit convenant en de belangrijke aandachtspunten: (grond)waterverbruik, geur, geluid en externe veiligheid. Zuivel Het bedrijfstakoverleg in de zuivelindustrie heeft besloten een werkgroep in te stellen die de trajecten van het BMP-1 en -2 procesmatig en inhoudelijk gaat evalueren. Op basis hiervan kan dan de koers worden bepaald voor het vervolg op het BMP-2. Zaken die aan de orde komen zijn onder meer de verbreding, maar zeker ook de afstand tot de te realiseren IMT-doelstellingen. Chemie In de chemische industrie wordt het BMP-3 voorbereid. De start van het BMP-3-proces is verschoven naar 1 november 2001; intussen wordt een handreiking opgesteld voor het BMP-3. De agenda voor het bedrijfstakoverleg, die door de succesvolle voortgang van het convenant tot nu toe behoorlijk is uitgedund, wordt uitgebreid met onderwerpen als duurzaam ondernemen en duurzame bedrijventerreinen. Om de geschiktheid van genoemde onderwerpen als onderdeel van het BMP-3 te bepalen is er een workshop georganiseerd met alle partijen van het convenant. Papier en karton Het Sommatierapport BMP-2 voor de papieren kartonindustrie is afgerond. Hieruit blijkt dat de belangrijkste speerpunten (energie, verdroging en verwijdering afval) bij het ontwikkelen van het convenant zijn gerealiseerd. Metalektro In 2001 wordt in de metalektrobranche de kwantitatieve monitoring uitgevoerd. Hiervoor wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bedrijfsmilieuplannen en milieujaarverslagen. Het resultaat wordt in de loop van 2002 verwacht. Het werkboek is uitgebreid met de modules Scheepsbouw en -reparatie en Overige ondersteunende voorzieningen en afdelingen. Daarnaast is de module Energie geactualiseerd. Ten slotte is een digitale publicatie ontwikkeld die helpt bij de selectie van maatregelen. (foto: Cox) Textiel en tapijt Op 12 april 2001 werd in de tweede informatiebijeenkomst over het BMP-2 in de textiel- en tapijtindustrie meegedeeld dat het BMP-2- proces beter verloopt dan de eerste ronde. Wel zijn er wat vertragingen, zodat is opgeroepen alle zeilen bij te zetten om het proces naar tevredenheid te voltooien. Ook werd er uitleg gegeven over de afstemming van het BMP-2 met de Algemene beoordelingsmethodiek voor stoffen en preparaten. Grafische industrie In 1993 hebben de brancheorganisaties in de grafische industrie en verpakkingsdrukkerijen met de overheid de Milieubeleidsovereenkomst (MBO) afgesloten. In deze MBO is een groot aantal landelijk geldende milieumaatregelen vastgelegd. Nu wordt de MBO geëvalueerd, met speciale aandacht voor de maatregelen die blijkens de evaluatie van 1996 nog onvoldoende waren ingevoerd of pas daarna van kracht werden. (foto: Joop van Reeken Studio) Rapporten kunt u downloaden van de website van FO-Industrie ( of opvragen bij FO-Industrie; mail@fo-industrie.nl, tel. (070) Voor vragen over de doelgroepconvenanten en milieujaarverslagen kunt u contact opnemen met de InfoMilhelpdesk (070)

20 In aanbouw: de LIM-site Onlangs zijn we begonnen met het opzetten van de LIM-site; deze zomer zal de eerste fase worden afgerond. De site moet de toegangsdeur worden voor alle milieuhandhavers in ons land. Via de site kan de handhaver snel de weg vinden in het handhavingsnetwerk: hij of zij kan in contact treden met collega s, en allerlei soorten informatie ontsluiten. Verder wordt op de site het laatste handhavingsnieuws gepresenteerd, en kan de digitale versie van het blad Handhaving worden bekeken. LCCM Achter de knop LCCM zit de laatste informatie over de Landelijke Coördinatie Commissie Milieuwethandhaving, inclusief de gezamenlijke landelijke programmering en de bijbehorende faciliterende producten (zie ook p.15 van dit nummer van InfoMil Nieuws). Verder bieden we direct een eerste versie van de rubriek meest gestelde vragen, een eenvoudige zoekfunctie en een webgids ( links ). Op termijn moet de LIM-site ook als digitale helpdesk gaan fungeren en zal via een bibliotheekfunctie een scala aan documenten toegankelijk worden. Koppeling Door koppeling van de site aan het huidige Politie Milieu Net kan de functie van de zogeheten regioboxen worden aangeboden. Per provincie kunnen de gezamenlijke partners bepalen hoe zij hun eigen regiobox gaan invullen. Daarbij valt te denken aan regionale discussiefora, de uitwisseling van praktijkdocumenten, en dergelijke. Het mag duidelijk zijn dat niet alles tegelijk in werking treedt: er zal sprake zal zijn van een opbouw in fases. Meer over de LIM-site in het volgende nummer van InfoMil Nieuws. De site is als gezegd nog niet in de lucht, maar als het zover is, kunt u er komen via (foto: Benelux Press) Agenda Aandachtsgebieden van InfoMil InfoMil Nieuws verschijnt vier maal per jaar. Het abonnement is gratis. Aanvragen en Lucht adreswijzigingen uitsluitend schriftelijk. 5 juli Met preventie naar duurzaam ondernemen Voor vergunningverleners, handhavers, beleidsmedewerkers en bestuurders uur Hotel Wientjes, Zwolle Informatie en aanmeldingsformulieren bij InfoMil (070) Contactpersonen bij InfoMil zijn Marlon Offerman en Roselie Wijtenburg. 1 november Derde landelijke SEPh-dag Voor en door medewerkers van SEPh s De Reehorst, Ede In de zomermaanden ontvangen alle SEPh s informatie over deze dag Informatie: InfoMil, sectie LIM (070) Bees (NO x ) Emissie van vluchtige organische stoffen (VOS) Monitoring luchtkwaliteit Nederlandse emissierichtlijn (NeR) Nieuw Nationaal Model (NNM) Bodem, water en landbouw Bodembescherming (NRB) Bodemlozingen BOOT Bouwstoffenbesluit en handhaving Landbouw Water Colofon Redactieadres InfoMil Postbus GS Den Haag Fax (070) info@infomil.nl Website Coördinatie voor InfoMil Marja Heida, Jolanda Vloon, Roselie Wijtenburg Redactie Frans Brand, Dick van Teylingen 3 en 4 oktober Basiscursus Energie in de milieuvergunning Voor vergunningverleners en handhavers van gemeenten, samenwerkingsverbanden en milieudiensten De cursus duurt twee dagen La Vie, Utrecht ƒ 195, per persoon (voor 2 dagen inclusief lunch) Informatie en aanmeldingsformulieren bij InfoMil (070) of via onder energie. Verruimde reikwijdte Wm Afval- en emissiepreventie Afvalscheiding (bedrijfsgebonden) Duurzaam ondernemen Energiebesparing MDW Overige aandachtsgebieden Asbest Bestuurlijk-juridisch Bedrijfsinterne milieuzorg Doelgroepbeleid industrie Elektromagnetische straling EuroBAT Externe Veiligheid Geluid (industrielawaai) Landelijk Informatiepunt Milieuwethandhaving (LIM) MER Milieujaarverslag (: Netwerk voor communicatie, Rotterdam) Ontwerp en vormgeving Conefrey/Koedam BNO, Almere Foto voorzijde Loeffen Druk PlantijnCasparie (ISO14001), Den Haag Oplage exemplaren InfoMil Nieuws is gedrukt op 100% kringlooppapier. Bij de productie is gebruik gemaakt van Computer To Plate (CTP). ISSN De volgende InfoMil Nieuws verschijnt in september Overnemen met bronvermelding is toegestaan. SdT/Alara VOH/VOM

Handhaving Oplosmiddelenbesluit

Handhaving Oplosmiddelenbesluit Handhaving Oplosmiddelenbesluit Schakeldagen voorjaar 2009 Erwin Theelen In opdracht van Inhoudsopgave Specifieke wensen? 1. Inleiding Oplosmiddelenbesluit (10 min) 2. Praktijkblad Handhaving Oplosmiddelenbesluit

Nadere informatie

VOS in het Activiteitenbesluit

VOS in het Activiteitenbesluit VOS in het Activiteitenbesluit Schakeldagen 2009 Gert Locht In opdracht van Inhoud Activiteitenbesluit VOS-voorschriften Voorschriften bij reinigen, coaten, lijmen Casus deel 1 VOS-verbruik Maatregelen

Nadere informatie

Monitoringsonderzoek ten behoeve van de EUrapportage. uitvoering van de Oplosmiddelenrichtlijn Verslagperiode 2011-2013

Monitoringsonderzoek ten behoeve van de EUrapportage. uitvoering van de Oplosmiddelenrichtlijn Verslagperiode 2011-2013 Monitoringsonderzoek ten behoeve van de EUrapportage over de uitvoering van de Oplosmiddelenrichtlijn Verslagperiode 2011-2013 Monitoringsonderzoek ten behoeve van de EUrapportage over de uitvoering van

Nadere informatie

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat:

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat: Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 www.provincie-utrecht.nl Datum 20 mei 2008 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

HOOFDSTUK I VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN (VOS) EN SOLVENTEN

HOOFDSTUK I VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN (VOS) EN SOLVENTEN Inhoudsopgave HOOFDSTUK I VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN (VOS) EN SOLVENTEN 9 1. Definities van VOS en solventen (organische oplosmiddelen) 9 2. Bronnen van VOS 11 3. Effecten van VOS-emissies 12 3.1. Belangrijkste

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 135 Besluit van 9 april 2008 tot wijziging van enige algemene maatregelen van bestuur in verband met aanpassing aan de artikelen 8.8 en 8.11,

Nadere informatie

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat:

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat: Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 www.provincie-utrecht.nl Datum 26 augustus 2008 Team Milieubeheer

Nadere informatie

Lasrookemissie Neptune

Lasrookemissie Neptune Lasrookemissie Neptune Inleiding Met behulp van de module C.3.1 Lassen van het werkboek metalektro industrie van maart 05 is een visie ontwikkeld op de te nemen milieumaatregelen bij het lasproces. De

Nadere informatie

EEN KORTE INLEIDING OP VOS-RICHTLIJNEN

EEN KORTE INLEIDING OP VOS-RICHTLIJNEN Hempel ondersteunt zijn klanten en eindgebruikers op verschillende manieren. We verschaffen productgegevens om het VOS-gebruik te bewaken, geven advies over het samenstellen van coatingsystemen die aan

Nadere informatie

Handleiding Oplosmiddelenboekhouding

Handleiding Oplosmiddelenboekhouding Handleiding Oplosmiddelenboekhouding Inleiding Wanneer bij de bedrijfsactiviteiten die zijn genoemd in tabel 1 gebruik wordt gemaakt van producten met daarin vluchtige organische stoffen (VOS) moet per

Nadere informatie

Informatie over luchtkwaliteit. Johan G. Vollenbroek. Nijmegen, 15 juni 2007

Informatie over luchtkwaliteit. Johan G. Vollenbroek. Nijmegen, 15 juni 2007 Informatie over luchtkwaliteit Johan G. Vollenbroek Nijmegen, 15 juni 2007 1 MOB Co-operatie sinds > 10 jaar Twee partners Project teams Europese milieuwetgeving nieuwe lidstaten IPPC project in Turkije

Nadere informatie

De Commissie dient een voorstel in voor grenswaarden voor de luchtkwaliteit voor benzeen en koolmonoxide

De Commissie dient een voorstel in voor grenswaarden voor de luchtkwaliteit voor benzeen en koolmonoxide IP/98/1049 Brussel, 2 december 1998 De Commissie dient een voorstel in voor grenswaarden voor de luchtkwaliteit voor benzeen en koolmonoxide De Europese Commissie heeft een voorstel voor een richtlijn

Nadere informatie

ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE

ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. ADVIES VAN DE COMMISSIE OVER DE M.E.R.-BEOORDELING...2 2.1

Nadere informatie

S A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen

S A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen S R L G S A H R R U T Y O U A E E D R A F O R A S Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen Eolus Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen Het programma Eolus beantwoordt

Nadere informatie

JANSEN RAADGEVEND INGENIEURSBUREAU

JANSEN RAADGEVEND INGENIEURSBUREAU JANSEN RAADGEVEND INGENIEURSBUREAU INDUSTRIËLE LAWAAIBEHEERSING / PLANOLOGISCHE AKOESTIEK / BOUW- EN ZAALAKOESTIEK / BOUWFYSICA / VERGUNNINGEN Postbus 5047 Stationsweg 2 Tel: 073-6133141 www.jri.nl 5201

Nadere informatie

Infoblad. Solventemissies Neem het niet te (v)luchtig op! Is de solventrichtlijn van toepassing op mijn bedrijf? 1. Rubriek 59 VLAREM I

Infoblad. Solventemissies Neem het niet te (v)luchtig op! Is de solventrichtlijn van toepassing op mijn bedrijf? 1. Rubriek 59 VLAREM I Infoblad Solventemissies Neem het niet te (v)luchtig op! De invoering van de solventrichtlijn (99/13/EG) in 2001 is één van de belangrijkste maatregelen geweest die de voorbije jaren werd ingevoerd om

Nadere informatie

Datum 21 augustus 2009 Betreft Aanbieding Nationaal Samenwerkingsprogramma en toelichting op de uitvoering van het NSL

Datum 21 augustus 2009 Betreft Aanbieding Nationaal Samenwerkingsprogramma en toelichting op de uitvoering van het NSL > Retouradres Postbus 20951 2500 EZ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Betreft Aanbieding Nationaal Samenwerkingsprogramma en toelichting

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 30941 2500 GX Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Betreft Beantwoording

Nadere informatie

In artikel 1.1, tweede lid, worden het volgende begrip en de daarbij behorende begripsomschrijving in alfabetische rangschikking ingevoegd:

In artikel 1.1, tweede lid, worden het volgende begrip en de daarbij behorende begripsomschrijving in alfabetische rangschikking ingevoegd: Besluit van... tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Besluit handel in emissierechten en het Besluit omgevingsrecht en tot intrekking van het Wijzigingsbesluit Besluit handel in emissierechten

Nadere informatie

memo Luchtkwaliteit Rijksweg 20-1 te Drempt 100968

memo Luchtkwaliteit Rijksweg 20-1 te Drempt 100968 memo aan: van: Gemeente Bronckhorst Johan van der Burg datum: 8 juni 2011 betreft: Project: Luchtkwaliteit Rijksweg 20-1 te Drempt 100968 INLEIDING Op het perceel Rijksweg 20-1 te Drempt (gemeente Bronkhorst)

Nadere informatie

tot intrekking van het Besluit vluchtige organische stoffen Wms en de daarmee verband houdende regeling

tot intrekking van het Besluit vluchtige organische stoffen Wms en de daarmee verband houdende regeling Besluit van tot intrekking van het Besluit vluchtige organische stoffen Wms en de daarmee verband houdende regeling Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en

Nadere informatie

Nieuwsbrief B O S A T E X. Bodemsanering een zorg minder.

Nieuwsbrief B O S A T E X. Bodemsanering een zorg minder. Nieuwsbrief 2008-1 B O S A T E X Bodemsanering een zorg minder www.bosatex.nl 1. Bosatex regeling: Ruim 240 aanmeldingen Binnen het kader van de gemaakte afspraken tussen het ministerie van VROM en Netex

Nadere informatie

Asbest in gemeentelijke gebouwen. Een praktisch handvat voor het omgaan met asbest

Asbest in gemeentelijke gebouwen. Een praktisch handvat voor het omgaan met asbest Asbest in gemeentelijke gebouwen Een praktisch handvat voor het omgaan met asbest Bezit uw gemeente gebouwen waarin asbest is verwerkt? Het kan voorkomen dat u als gemeentelijke gebouwbeheerder met asbest

Nadere informatie

Toekomstbestendig luchtkwaliteitsbeleid

Toekomstbestendig luchtkwaliteitsbeleid Toekomstbestendig luchtkwaliteitsbeleid Presentatie schakeldag 11 juni 2013 Luchtkwaliteitsbeleid Nederland en Europa Beleidsdoel: gezondheidsschade door luchtverontreiniging zoveel mogelijk beperken.

Nadere informatie

Rapport. Verslag van Rapport over een klacht over de SVB te Amstelveen. Datum: 22 januari 2013. Rapportnummer: 2013/007

Rapport. Verslag van Rapport over een klacht over de SVB te Amstelveen. Datum: 22 januari 2013. Rapportnummer: 2013/007 Rapport Verslag van Rapport over een klacht over de SVB te Amstelveen Datum: 22 januari 2013 Rapportnummer: 2013/007 2 De klacht en de achtergronden De Nationale ombudsman ontving in het voorjaar van 2012

Nadere informatie

Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Anneke Smilde

Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Anneke Smilde Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Anneke Smilde 3 december 2014 Inhoud Het probleem. De oplossing: NSL. Totstandkoming en werking NSL. Belangrijke peilers: Maatregelen Monitoring

Nadere informatie

Workshop: Vooraf scherp, achteraf geen gezeur

Workshop: Vooraf scherp, achteraf geen gezeur Workshop: Vooraf scherp, achteraf geen gezeur Jan de Leeuw, coördinator omgevingsvergunningen Gaston Dolmans, asbestcoördinator 24 november 2014 Samen grip op asbest Inhoud Introductie Kennismaken met

Nadere informatie

WKK: de energiebesparingtechnologie bij uitstek!

WKK: de energiebesparingtechnologie bij uitstek! WKK: de energiebesparingtechnologie bij uitstek! Deze notitie belicht puntsgewijs de grote rol van WKK bij energiebesparing/emissiereductie. Achtereenvolgens worden de volgende punten besproken en onderbouwd:

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid 24.11.2015 2014/0359(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de goedkeuring

Nadere informatie

Bijlage 2: Maatwerkbeleid in het kader van het Activiteitenbesluit

Bijlage 2: Maatwerkbeleid in het kader van het Activiteitenbesluit Bijlage 2: Maatwerkbeleid in het kader van het Activiteitenbesluit Deze bijlage maakt deel uit van de Beleidsregel VTH 2016 provincie Groningen Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze beleidsregel

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Provincie Zeeland Middelburg: 28 juli 2009 Nummer: 09027212 Afdeling: Milieuhygiene BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND 1. AANLEIDING Op 31 januari 2006 hebben wij aan Demontagebedrijf Schroot

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Fijnstof. Jos van Lent, provincie Noord Brabant

Informatiebijeenkomst Fijnstof. Jos van Lent, provincie Noord Brabant Informatiebijeenkomst Fijnstof Jos van Lent, provincie Noord Brabant Overzicht presentatie Omvang problematiek Brabantse aanpak Saneringsopgave Voorkomen nieuwe overschrijdingen Voorlichting & stimulering

Nadere informatie

Itho centrale ventilatieunit CVE ECO-fan 2. Voor een comfortabel en energiezuinig binnenklimaat.

Itho centrale ventilatieunit CVE ECO-fan 2. Voor een comfortabel en energiezuinig binnenklimaat. Itho centrale ventilatieunit CVE ECO-fan 2 Voor een comfortabel en energiezuinig binnenklimaat. Energiezuinig door toepassing gelijkstroommotoren. Een Centrale Ventilatie-Eenheid die ruim 83% minder energie

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.12.2013 COM(2013) 917 final 2013/0448 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de aanvaarding van de wijziging van het Protocol van 1999 inzake vermindering

Nadere informatie

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage 2011. Samenvatting Amsterdam

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage 2011. Samenvatting Amsterdam Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage 2011 Samenvatting Amsterdam 2 3 Stand van zaken luchtkwaliteit 2011 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) In 2015 moet Nederland

Nadere informatie

Op grond van artikel 28 uit het Besluit luchtkwaliteit (Stb. 2001, 269) bieden wij U hierbij aan de provinciale rapportage Luchtkwaliteit 2003.

Op grond van artikel 28 uit het Besluit luchtkwaliteit (Stb. 2001, 269) bieden wij U hierbij aan de provinciale rapportage Luchtkwaliteit 2003. Bezoekadres Houtplein 33 Het Ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer T.a.v. de Staatssecretaris P.L.B.A. van Geel Postbus 20951 2500 EX DEN HAAG Haarlem Postadres Postbus 3007

Nadere informatie

Maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit milieubeheer

Maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit milieubeheer Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit milieubeheer Smurfit Kappa Roermond Papier BV te Roermond Zaaknummer: 2016-603446 Kenmerk: 2017/3913 d.d. 19 januari

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Zeist

Luchtkwaliteit in Zeist Luchtkwaliteit in Zeist Inleiding In een eerder artikel is gesproken over Samen het milieu in Zeist verbeteren en de vier pijlers onder het uitvoeringsplan, zie het artikel op deze website van 7 juni en

Nadere informatie

VROM: beleid en regelgeving t.a.v. emissies

VROM: beleid en regelgeving t.a.v. emissies VROM: beleid en regelgeving t.a.v. emissies Cor van den Bogaard VROM-inspectie CGC-NVMM 17 sept 2009 Afwentelen gezondheidsrisico s van werknemers op omwonenden Inhoud Stoffenbeleid VROM Wet en regelgeving

Nadere informatie

Nieuwsbrief artikel 55ab Wet bodembescherming (Wbb): Aan de slag met de aanpak van de spoedlocaties

Nieuwsbrief artikel 55ab Wet bodembescherming (Wbb): Aan de slag met de aanpak van de spoedlocaties Nieuwsbrief artikel 55ab Wet bodembescherming (Wbb): Aan de slag met de aanpak van de spoedlocaties Beste collega s, De Wet bodembescherming is per 1 februari ondermeer gewijzigd om belemmeringen voor

Nadere informatie

Provinciaal Actieplan Luchtkwaliteit Drenthe 2009-2012

Provinciaal Actieplan Luchtkwaliteit Drenthe 2009-2012 Provinciaal Actieplan Luchtkwaliteit Drenthe 2009-2012 a Provinciaal Actieplan Luchtkwaliteit Drenthe 2009-2012 1 Gedeputeerde staten van Drenthe November 2008 Colofon Dit is een uitgave van de provincie

Nadere informatie

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) 495 402 Postbus 63 fax: (0342) 495 376 3770 AB BARNEVELD e-mail: gembar@barneveld.nl Ontwerpbeschikking Datum aanvraag 20 juli 2009 Nummer 46/2009 Betreft

Nadere informatie

Notitie 20101628-03 Herziening bestemmingsplan Zuiderpoort fase 2 te Apeldoorn; luchtkwaliteitsaspecten

Notitie 20101628-03 Herziening bestemmingsplan Zuiderpoort fase 2 te Apeldoorn; luchtkwaliteitsaspecten Notitie 20101628-03 Herziening bestemmingsplan Zuiderpoort fase 2 te Apeldoorn; luchtkwaliteitsaspecten Datum Referentie Behandeld door 5 oktober 2010 20101628-03 ir. P. van der Wal/MVD 1 Inleiding In

Nadere informatie

Activiteitenbesluit. Modernisering algemene regels Wet milieubeheer

Activiteitenbesluit. Modernisering algemene regels Wet milieubeheer Activiteitenbesluit Modernisering algemene regels Wet milieubeheer Inhoud presentatie Doel en uitgangspunten modernisering Welke AMvB s en voor wie gelden de nieuwe regels Structuur en opbouw Activiteitenbesluit

Nadere informatie

Statenvoorstel 52/15. Voorgestelde behandeling. PS-vergadering : 10 juli Initiatiefvoorstel Elektronisch monitoren van luchtwassers

Statenvoorstel 52/15. Voorgestelde behandeling. PS-vergadering : 10 juli Initiatiefvoorstel Elektronisch monitoren van luchtwassers Statenvoorstel 52/15 A Voorgestelde behandeling PS-vergadering : 10 juli 2015 Onderwerp Initiatiefvoorstel Elektronisch monitoren van luchtwassers Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant Onderwerp Brabantbrede

Nadere informatie

Een voorstel van de Commissie voor nieuwe grenswaarden voor de luchtkwaliteit

Een voorstel van de Commissie voor nieuwe grenswaarden voor de luchtkwaliteit IP/97/853 Brussel, 8 oktober 1997 Een voorstel van de Commissie voor nieuwe grenswaarden voor de luchtkwaliteit De Europese Commissie heeft vandaag een voorstel goedgekeurd voor een richtlijn met nieuwe

Nadere informatie

DEFINITIEVE VERGUNNING. EEW Energy from Waste Delfzijl BV

DEFINITIEVE VERGUNNING. EEW Energy from Waste Delfzijl BV DEFINITIEVE VERGUNNING verleend aan EEW Energy from Waste Delfzijl BV ten behoeve van de activiteit het wijzigen van de verwerkingscapaciteit (locatie: Oosterhorn 38, 9936 HD te Farmsum) Groningen, 17

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk 31

Nadere informatie

Itho Daalderop Centrale ventilatie-unit CVE ECO RFT. energiezuinig. & comfortabel

Itho Daalderop Centrale ventilatie-unit CVE ECO RFT. energiezuinig. & comfortabel Itho Daalderop Centrale ventilatie-unit CVE ECO RFT energiezuinig & comfortabel CVE ECO RFT: - Verbruikt tot 83% minder energie dan ventilatoren met wisselstroommotor - Altijd schone lucht in huis - Lagere

Nadere informatie

Provincie Noord-Brabant. Aanvulling. bij Planstudie/tracé-MER N261 Tilburg-Waalwijk. april 2005 / Definitief

Provincie Noord-Brabant. Aanvulling. bij Planstudie/tracé-MER N261 Tilburg-Waalwijk. april 2005 / Definitief Provincie Noord-Brabant Aanvulling bij Planstudie/tracé-MER N261 Tilburg-Waalwijk april 2005 / Definitief Provincie Noord-Brabant Aanvulling bij Planstudie/tracé-MER N261 Tilburg-Waalwijk dossier D0582A1001

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Noord-Holland Nr. 5651 30 juli 2018 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 17 juli 2018 tot vaststelling van de Beleidsregel openbaarmaking

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 533 Besluit van 30 november 2009, houdende wijziging van het Warenwetbesluit algemene chemische produktveiligheid in verband met verordening

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten Joost Wesseling Inhoud: Doorsneden door de luchtkwaliteit Concentraties: de laatste decennia; EU normen; Nederland in de EU. Luchtkwaliteit en gezondheid.

Nadere informatie

Wijziging Uitvoeringsregeling milieuverslaglegging

Wijziging Uitvoeringsregeling milieuverslaglegging VROM, VW Wijziging Uitvoeringsregeling milieuverslaglegging Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat

Nadere informatie

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC),

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), 1990-2009 Indicator 26 mei 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Sessie Geur GGD-richtlijn en risicocommunicatie. Ontmoetingsdag GGD-OD, 26 maart 2015

Sessie Geur GGD-richtlijn en risicocommunicatie. Ontmoetingsdag GGD-OD, 26 maart 2015 Sessie Geur GGD-richtlijn en risicocommunicatie Ontmoetingsdag GGD-OD, 26 maart 2015 Inhoud (Concept) GGD-richtlijn Geur Risicocommunicatie (Kort) Instrument Ruimtelijke Veiligheid GGD-richtlijn Geur Verwacht

Nadere informatie

Memo. In totaal worden er maximaal 110 woningen gerealiseerd. Dit kunnen zowel grondgebonden woningen zijn alsook gestapeld woningen.

Memo. In totaal worden er maximaal 110 woningen gerealiseerd. Dit kunnen zowel grondgebonden woningen zijn alsook gestapeld woningen. Memo aan: van: Gemeente Arnhem SAB datum: 18 maart 2015 betreft: Luchtkwaliteit Schuytgraaf Arnhem project: 150131 INLEIDING Het voornemen bestaat om veld 13 van de in aanbouw zijnde woonwijk Schuytgraaf

Nadere informatie

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Bogor projectontwikkeling

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Bogor projectontwikkeling memo aan: van: Bogor projectontwikkeling SAB datum: 4 februari 2015 betreft: Luchtkwaliteit Plantageweg 35 Alblasserdam project: 140479 INLEIDING Het gebied tussen de Plantageweg, de Cornelis Smitstraat,

Nadere informatie

Aan: Gemeente Baarn T.a.v. de heer W. Stolp Postbus 1003 3740 BA Baarn. Geachte heer Stolp,

Aan: Gemeente Baarn T.a.v. de heer W. Stolp Postbus 1003 3740 BA Baarn. Geachte heer Stolp, Dienst Water en Milieu Aan: Gemeente Baarn T.a.v. de heer W. Stolp Postbus 13 374 BA Baarn Pythagoraslaan 11 Postbus 83 358 TH Utrecht Tel. 3-2589111 Fax 3-258342 http://www.provincie-utrecht.nl Datum

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 198 Besluit van 21 mei 2013 tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Besluit handel in emissierechten en het Besluit omgevingsrecht

Nadere informatie

c) de belangen die mogelijk invloed kunnen ondervinden van de installatie van bodemenergiesystemen

c) de belangen die mogelijk invloed kunnen ondervinden van de installatie van bodemenergiesystemen 1 juli 2014 zaaknummer 2013-018143 Beleidsregels masterplannen bodemenergie Gelderland 2014 GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 6.4, eerste

Nadere informatie

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag voor de invoering van een minimum CO 2-prijs bij elektriciteitsopwekking (Wet minimum CO 2-prijs elektriciteitsopwekking) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Eastman Chemical Middelburg B.V. Herculesweg 35 4338 PL Middelburg Kenmerk: Afdeling: W-AOV160355 Vergunningverlening Datum: 19 september 2016

Nadere informatie

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER Ministerie van Economische Zaken en Klimaat INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER Informatiebijeenkomst voor de gebouwde omgeving Stef Strik Directoraat-generaal Klimaat en Energie 25 juni

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Bescliikking 00532065 ODH-2018-00160159 2 8 JAN. 2019 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl

Nadere informatie

Meetstrategie met betrekking tot stookinstallaties

Meetstrategie met betrekking tot stookinstallaties Nieuwsbrief MilieuTechnologie, maart 1995 (Kluwer, jaargang 2, nummer 3) Jan Gruwez, TREVI nv Meetstrategie met betrekking tot stookinstallaties In de context van VLAREM II worden industriële inrichtingen

Nadere informatie

LUCHTKWALITEITSONDERZOEK ONTWIKKELING LOCATIE AALVANGER EN UITBREIDING GEMEENTEHUIS TE HASSELT GEMEENTE ZWARTEWATERLAND. Auteurs : mro b.v.

LUCHTKWALITEITSONDERZOEK ONTWIKKELING LOCATIE AALVANGER EN UITBREIDING GEMEENTEHUIS TE HASSELT GEMEENTE ZWARTEWATERLAND. Auteurs : mro b.v. LUCHTKWALITEITSONDERZOEK ONTWIKKELING LOCATIE AALVANGER EN UITBREIDING GEMEENTEHUIS TE HASSELT GEMEENTE ZWARTEWATERLAND Auteurs : mro b.v. Opdrachtnummer : 023.14 Datum : november 2007 Versie : 1 2 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Aanpak fijn stof bij veehouderijen

Aanpak fijn stof bij veehouderijen Aanpak fijn stof bij veehouderijen Ministerie van Infrastructuur en Milieu 13 december 2011 1. Inleiding In het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) is in 2009 en 2010 onderzoek

Nadere informatie

Beste beschikbare technieken. Cathine Knijff. 29 maart 2012

Beste beschikbare technieken. Cathine Knijff. 29 maart 2012 Beste beschikbare technieken Cathine Knijff 29 maart 2012 Inhoud Wettelijke regeling Jurisprudentie Afdeling bestuursrechtspraak EU IED Wetsvoorstel ter implementatie IED Andere relevante wetsvoorstellen

Nadere informatie

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Gemeente Tiel Johan van der Burg

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Gemeente Tiel Johan van der Burg memo aan: van: Gemeente Tiel Johan van der Burg datum: 3 september 2012 betreft: Luchtkwaliteit Tuincentrum Hamsche Biezen project: 110281 INLEIDING In Wadenoijen (gemeente Tiel) is het tuincentrum Life

Nadere informatie

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

I. BESLISSING. I.A. Algemeen Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 10 november 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT250700

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. B. Canton (PvdD) (d.d. 11 september 2018) Nummer 3441

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. B. Canton (PvdD) (d.d. 11 september 2018) Nummer 3441 van Gedeputeerde Staten op vragen van B. Canton (PvdD) (d.d. 11 september 2018) Nummer 3441 Onderwerp Baggerdepot en weg Westvoorne & Hellevoetsluis Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting Hellevoetsluis

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over Waternet te Amsterdam. Verantwoordelijk bestuursorgaan: Waterschap Amstel, Gooi en Vecht

Rapport. Rapport betreffende een klacht over Waternet te Amsterdam. Verantwoordelijk bestuursorgaan: Waterschap Amstel, Gooi en Vecht Rapport Rapport betreffende een klacht over Waternet te Amsterdam. Verantwoordelijk bestuursorgaan: Waterschap Amstel, Gooi en Vecht Datum: 25 april 2014 Rapportnummer: 2014/039 2 Klacht Verzoekster klaagt

Nadere informatie

Casus workshop Knelpunten bij de uitvoering van het Oplosmiddelenbesluit op 3 november 2005

Casus workshop Knelpunten bij de uitvoering van het Oplosmiddelenbesluit op 3 november 2005 Casus workshop Knelpunten bij de uitvoering van het Oplosmiddelenbesluit op 3 november 2005 Casus: Combinatie van processen bij drukkerij. Procesomschrijving: Er worden in een drukkerij allerhande papier

Nadere informatie

De waarde van stadswarmte. Hoe komt de prijs tot stand?

De waarde van stadswarmte. Hoe komt de prijs tot stand? De waarde van stadswarmte Hoe komt de prijs tot stand? De waarde van stadswarmte 3 Hoe komt de prijs tot stand? De energierekening is voor vrijwel iedereen een belangrijk onderdeel van de maandelijkse

Nadere informatie

Vlaams beleid luchtverontreiniging en. milieuvergunningsaanvragen

Vlaams beleid luchtverontreiniging en. milieuvergunningsaanvragen Vlaams beleid luchtverontreiniging en milieuvergunningsaanvragen Geert Pillu Adviesverlener LNE afdeling Milieuvergunningen Brugge Vlaams beleid luchtverontreiniging en milieuvergunningsaanvragen Kennis

Nadere informatie

Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency

Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency 1. Het Convenant Benchmarking energie efficiency Op 6 juli 1999 sloot de Nederlandse overheid met de industrie het Convenant Benchmarking energieefficiency.

Nadere informatie

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 december 2013 (OR. en) 18165/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0448 (NLE) VOORSTEL van: ingekomen: 20 december 2013 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENV 1234 ENER 599

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm VOORSCHRIFTEN behorende bij de veranderingsvergunning Wm betreffende het voornemen tot het reinigen van afvalwater van derden in de bestaande Biologische Voorzuivering Installatie (BVZI) Attero Noord BV

Nadere informatie

Urgente sanering LPGtankstations

Urgente sanering LPGtankstations VROM-Inspectie Portefeuillehouder Veiligheid & Risico Urgente sanering LPGtankstations Een onderzoek naar de voortgang van de urgente sanering van LPG-tankstations Cascadeplein 10 Postbus 30020 9700 RM

Nadere informatie

GRUNDFOS pump audit HOE EFFICIËNT EN DUURZAAM ZIJN UW POMPEN?

GRUNDFOS pump audit HOE EFFICIËNT EN DUURZAAM ZIJN UW POMPEN? GRUNDFOS pump audit HOE EFFICIËNT EN DUURZAAM ZIJN UW POMPEN? Een Grundfos pump audit creëert duidelijkheid Is duurzaamheid één van de doelstellingen in uw organisatie? Steeds meer bedrijven en (semi-)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1790 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

In de volgende figuur is het aandeel in de stikstofdepositie van verkeer en industrie rood omcirkeld.

In de volgende figuur is het aandeel in de stikstofdepositie van verkeer en industrie rood omcirkeld. Achtergrondinformatie voor achterbanberaad milieubeleid regio Eemsdelta Het milieubeleid omvat veel onderwerpen. Teveel om in één keer allemaal te behandelen. Op basis van onze ervaringen in de regio en

Nadere informatie

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit.

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling/RIZA Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit

Nadere informatie

Voorbeelden toepassen Besluit m.e.r.

Voorbeelden toepassen Besluit m.e.r. Voorbeelden toepassen Besluit m.e.r. Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Hier vindt u twee voorbeelden voor het toepassen van de bijlage bij het Besluit m.e.r. (onderdeel C en D): Een

Nadere informatie

ENBO evaluatie nieuwsbrief digitaal

ENBO evaluatie nieuwsbrief digitaal ENBO evaluatie nieuwsbrief digitaal 13-11-2012 Survey Statistieken Survey details Survey naam Naam afzender Talen Filter startdatum 04-10-2012 Filter einddatum 04-11-2012 Aantal vragen 8 Totaal via universele

Nadere informatie

Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018

Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018 Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018 Aanleiding De provincie Noord Brabant en de regio s Zuidoost en Noordoost Brabant vinden het belangrijk om de handen in één

Nadere informatie

Toelichting milieuneutrale verandering Abbott Healthcare Products B.V.

Toelichting milieuneutrale verandering Abbott Healthcare Products B.V. REPORT Weesp, The Netherlands Health, Safety & Environment Issue Date: 19 mei 2016 Toelichting milieuneutrale verandering Abbott Healthcare Products B.V. COPYRIGHT AND PROPERTY ABBOTT HEALTHCARE PRODUCTS

Nadere informatie

*15.182956* 15.182956

*15.182956* 15.182956 omgevingsvergunning wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) Beschikking 236848 *15.182956* 15.182956 ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

Nadere informatie

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER Ministerie van Economische Zaken en Klimaat INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER RWS Schakeldag 2018 Den Bosch Stef Strik Directoraat-generaal Klimaat en Energie 28 juni 2018 Nationaal Energieakkoord:

Nadere informatie

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Overzicht presentatie Waarom luchtmetingen in Vlaanderen? Evolutie van de laatste decennia Toetsen van de luchtkwaliteit aan de heersende

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING WABO. Bos Recycling B.V. ten behoeve van het overslaan van bouw- en sloopafval en onverwerkte slakken voor metaal verwijdering.

OMGEVINGSVERGUNNING WABO. Bos Recycling B.V. ten behoeve van het overslaan van bouw- en sloopafval en onverwerkte slakken voor metaal verwijdering. OMGEVINGSVERGUNNING WABO verleend aan Bos Recycling B.V. ten behoeve van het overslaan van bouw- en sloopafval en onverwerkte slakken voor metaal verwijdering. de locatie: Rouaanstraat 43 te Groningen

Nadere informatie

Besluit van. tot intrekking Asbestbesluit milieubeheer

Besluit van. tot intrekking Asbestbesluit milieubeheer Besluit van tot intrekking Asbestbesluit milieubeheer Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van, nr. MJZ, Directie Juridische Zaken, Afdeling

Nadere informatie

memo INLEIDING WETTELIJK KADER aan: Johan van der Burg datum: 26 maart 2013 Luchtkwaliteit parkeerterrein Fort Pannerden project: 110189.

memo INLEIDING WETTELIJK KADER aan: Johan van der Burg datum: 26 maart 2013 Luchtkwaliteit parkeerterrein Fort Pannerden project: 110189. memo aan: van: Johan van der Burg datum: 26 maart 2013 betreft: Luchtkwaliteit parkeerterrein Fort Pannerden project: 110189.01 INLEIDING De ministeriële regeling NIBM bevat geen kwantitatieve uitwerking

Nadere informatie

Voorwoord Preview Voorbeeld

Voorwoord Preview Voorbeeld Voorwoord In 1996 werd de eerste versie van ISO 14001 gepubliceerd. Daarmee werd het mogelijk een milieumanagementsysteem op te zetten volgens een wereldwijd erkend model en het te laten certificeren tegen

Nadere informatie

Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie

Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie KOSTEN EFFECTIVITEIT VOS MAATREGELEN 2010 Achtergronddocument Op- en overslag Jochem Jantzen Henk van der Woerd 3 oktober 2003 Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie (TME) Hogeveenseweg 24 2631 PH NOOTDORP

Nadere informatie

Bodemrapportage. Dynamisch Rapport - 27-08-2014. Legenda. Bodemlocaties

Bodemrapportage. Dynamisch Rapport - 27-08-2014. Legenda. Bodemlocaties Bodemrapportage Dynamisch Rapport - 27-08-2014 Legenda Geselecteerd gebied 25-meter buffer Bodemonderzoeken Historisch Bodembestand (HBB) Bodemlocaties Coördinaten volgens RDM (Rijksdriehoeksmeting) Middelpunt:

Nadere informatie

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet milieubeheer voor de invoering van een minimum CO 2-prijs bij elektriciteitsopwekking (Wet minimum CO 2- prijs elektriciteitsopwekking) VOORSTEL

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie