/fe:w^? groningen V.'S, >*!5<« ir^ Ing.d.d.; 26 AUG Zaaknr' ^&o

Transcriptie

1 s i-i >'j i; maatschappelijke & juridische dienstverlening groningen /fe:w^? groningen V.'S, >*!5<«ir^ ng.d.d.; 26 AUG 2013 Provincie Groningen College van Gedeputeerde Postbus AP GRONNGEN Corrnr.: ld.: ten- ^&o Zaaknr' BJL J N Groningen, 22 augustus 2013 Kenmerk Betreft Bijlagen aa/tvdb/nho kwartaalrapportage, 2e kwartaal 2013, Modules AGH en laj als genoemd Geacht College, Conform afspraak ontvangt u hierbij in 5-voud de kwartaalrapportage voor het 2e kwartaal.,. van 2013 met betrekking tot de modules Ambulante Gezinshulpverlening (AGH) en ntensieve Ambulante Jeugdhulp (laj). Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Wanneer u vragen of opmerkingen heeft dan kunt u contact opnemen met mevrouw T. van den Berg, bereikbaar via telefoonnummei^ loso Mefvriend^lijke groet. dn directeur-lbe ; ' i.a.a. de heer J, Bolt, Provincie Groningen Herman Collenlusstraat KT Groningen tel fax Banknr. NG-bank: ; KvK nr,

2 KWARTAALRAPPORTAGE Modules AGH en laj 2e kwartaal 2013 T.b.v. Provincie Groningen Modules 'Ambulante Gezinshulpverlening' (AGH) en 'ntensieve Ambulante Jeugdhulp' (laj) MJD Groningen H. Collenlusstraat KT Groningen Tel.: Fax:

3 nhoudsopgave 1. Aanbiedingsbrief 2. Beleidsuitvoering 2.1 nhoudelijke ontwikkelingen zorgaanbod 3. Prestatie-indicatoren 4. Cliëntaantallen 5. Financiële cijfers Bijlagen 1 Formatie jeugdzorg en ziekteverzuim 2 Budgetvergelijkingoverzicht 3 Jaaroverzicht 4 Bekostigingseenheden 5 Evidence based en practice based evidence methodieken binnen de modules van de MJD Kwartaalrapportage 2" kwartaal 2013 MJD Groningen

4 1. Aanbiedingsbrief Aar) liet College van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen Geacht College, Met genoegen bied ik u de kwartaalrapportage van de MJD over het tweede kwartaal van 2013 aan. n het afgelopen kwartaal hebben we ons mogen verheugen op een aantal bezoeken aan onze organisatie: het werkbezoek van de gedeputeerde, het periodiek overleg met de inspectie en het bezoek van de externe auditoren van Lloyd's Register. Hoewel de bezoeken allen een verschillend karakter en doelstelling hadden, konden we bij al deze bezoeken de geïndiceerde jeugdzorg voor het voetlicht brengen en vol enthousiasme vertellen over de uitvoeringspraktijk en de werkprocessen. Wij zijn natuurlijk content met de positieve uitkomsten van de bezoeken en het gegeven dat er geen tekortkomingen of verbeterzaken zijn geconstateerd. Voor ons betekent dit niet dat wij nu achterover kunnen gaan leunen. Als MJD willen we voortdurend oog blijven houden voor de kwaliteit van onze hulp- en dienstverlening, zowel naar cliënten als samenwerkingspartners en deze blijven ontwikkelen en verbeteren. Dit vraagt om een open en lerende houding van onze medewerkers en van ons als organisatie. Ondanks de forse bezuinigingen waar wij als organisatie mee geconfronteerd worden blijven we ook dit jaar weer investeren in kwaliteitsverbetering en in deskundigheidsbevordering van onze medewerkers o.a. in de werkwijze van Signs of Safety en de methodiek van Ouders voor Altijd rondom 'vechtscheidingsproblematiek'. n deze kwartaalrapportage leest u hier meer over. k vertrouw erop u met deze rapportage voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u nadere toelichting wensen, dan kunt u contact opnemen met mevrouw T. van den Berg of met ondergetekende. et vriendelijke groet. drs. J. directeur-bes1ï Kwartaalrapportage 2 kwartaal 2013 MJD Groningen

5 2. Beleidsuitvoering Voor 2013 heeft de MJD een subsidiebeschikking ontvangen voor het zorgaanbod geïndiceerde jeugdzorg bestaande uit Ambulante Gezinshulpverlening (AGH) en ntensieve Ambulante Jeugdhulp (laj). Op basis van de subsidiebeschikking kan er in 2013 uitvoering gegeven worden aan 88 geïndiceerde jeugdzorgtrajecten (50 instroom en 38 doorstroom). AREZ subsidie 2013 Met de toekenning van de subsidie uit de AREZ 2013 kunnen we in 2013 meer jeugdigen en gezinnen van zorg voorzien. Onze capaciteitsvolumes kunnen hiermee verhoogd worden naar 100 geïndiceerde jeugdzorgtrajecten ( 62 instroom en 38 doorstroom) nstroom en wachttijden Op peildatum 30 juni 2013 komen we uit op in totaal 75 gebruikers. De gemiddelde wachttijd voor de zorgstart in het tweede kwartaal ligt op 25 kalenderdagen. Ten opzichte van het vorige kwartaal is de gemiddelde wachttijd licht gestegen maar ligt het nog binnen onze streefnorm om binnen vier weken te starten. Voor de meeste nieuw gestarte trajecten in 2013 is de wachttijd minder dan vier weken, voor 10 cliënten lag de wachttijd tussen de vier en negen weken. Er hebben geen cliënten langer dan negen weken moeten wachten op zorgstart. n totaal zijn er 15 trajecten afgesloten in het tweede kwartaal van De gemiddelde doorlooptijd van deze trajecten bedraagt 11.6 maand. Ten opzichte van het eerste kwartaal 2013 is de doorlooptijd iets gestegen. nstroomplanning Ook in het tweede kwartaal verloopt de instroomplanning goed en is er sprake van een redelijk gelijkmatig aantal aanmeldingen per maand. Wij signaleren vooralsnog dan ook geen problenien op dit vlak. Beleidsvoornemens 2014 Voor 2014 hebben wij onze beleidsvoornemens Jeugdzorg bij de Provincie ingediend. Hierin hebben we kenbaar gemaakt dat we ook het komende jaar ons aanbod Ambulante Gezinshulpverlening (AGH) en ntensieve Ambulante Jeugdhulp (laj) graag willen continueren en waar mogelijk verder af te stemmen op de vraag vanuit Bureau Jeugdzorg. Daarbij ligt er ook voor het komende jaar een grote uitdaging ten aanzien van de transitie Jeugdzorg. Als eerstelijns organisatie is de MJD sterk in wijkgericht, outreachend en integraal werken, de burgers actief betrekken en vroegtijdig signaleren. Gezamenlijk van jongerenwerk tot aan geïndiceerde Jeugdzorg geven we invulling aan Welzijn Nieuwe Stijl en experimenteren en ontwikkelen we'nieuwe werkvormen en methodieken. We doen dit in samenwerking met ketenpartners waardoor wekomen tot een verbetering in de jeugdzorgketen. Met het verder ontwikkelen en uitbouwen van diverse pilots in samenwerking met ketenpartners willen we anticiperen op de komende transities. Voorbeelden hiervan hebben we ook benoemd in het onderzoek 'Routekaart Jeugdzorg' die het afgelopen kwartaal is uitgevoerd in de Provincie Groningen. Professionalisering Jeugdzorg Binnen de MJD hebben we een werkgroep geformeerd die uitvoering zal geven aan het plan van aanpak in het kader van de Professionalisering Jeugdzorg. De werkgroep bestaat uit een jeugdzorgmedewerker, een gedragswetenschapper, een medewerker P&O, een kwaliteitsfunctionaris en een leidinggevende. Er is contact gelegd met het landelijke projectteam voor nadere informatie en afstemming. Voor het najaar staat er een voorlichtingsbijeenkomst over het beroepsregister en tuchtrecht in de planning. Kwartaalrapportage 2 kwartaal MJD Groningen

6 Werkbezoek Gedeputeerde Wegens ziekte kon een eerder gepland werkbezoek van de gedeputeerde mevrouw Y. van Mastrigt geen doorgang vinden. Op 7 juni jl. konden wij alsnog met elkaar kennismaken. Vanuit de diverse werksoorten van de MJD op gebied van jeugd- en gezinshulpverlening waren een aantal medewerkers aanwezig die de gedeputeerde iets vertelden over hun werkpraktijk en eventuele knelpunten in de uitvoeringspraktijk. De bijeenkomst verliep in een prettige en informele sfeer. Na afloop gaf de gedeputeerde aan een goed beeld te hebben gekregen van de MJD als brede professionele welzijnsorganisatie in Groningen. Periodiek overleg nspectie n juni heeft eveneens het periodiek overleg met de nspectie Jeugdzorg plaatsgevonden. Hierin zijn de ontwikkelingen bij de nspectie en de MJD besproken. Tevens de stand van zaken en aanbevelingen n.a.v. het UZ onderzoek en de invoering van de Meidcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld. De inspectie ontvangt periodiek onze kwartaalrapportages voor de Provincie. Zij gaven aan dit zeer prettig te vinden en op deze wijze ook goed geïnformeerd te blijven over de voortgang. Uit het overleg zijn geen specifieke aandachtspunten of verbeterzaken naar voren gekomen. Klanttevredenheidsonderzoek JHV 2012/2013 De MJD streeft naar een kwalitatief goede dienstverlening die professioneel wordt uitgevoerd. De ervaring en waardering van klanten over de dienstverlening kunnen belangrijke aangrijpingspunten bieden waarmee de kwaliteit verder verbeterd kan worden, onder andere door de dienstverlening beter aan te laten sluiten bij de wensen en verwachtingen van de klanten. De MJD voert daarom periodiek klanttevredenheidonderzoeken uit om inzicht te krijgen in de ervaringen en waarderingen van haar klanten over de geboden dienstverlening. n april jl. heeft de MJD een tussentijdse rapportage klantwaardering Jeugdhulpverlening MJD 2012/2013 uitgebracht. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van de resultaten van de exitvragenlijsten. Er heeft een uitgebreide analyse plaatsgevonden van de uitkomsten van de exitvragenlijsten die in de periode juni 2012 tot en met april 2013 zijn ingevuld bij de geïndiceerde jeugdzorg. Van de 61 trajecten die in deze periode zijn afgesloten hebben 42 klanten (26% jongeren en 74% ouder/verzorger) de vragenlijst ingevuld (69%). De klanten zijn zeer tevreden over de hulpverlening: onder andere over het verloop van, de resultaten van en het betrekken van naasten bij de hulpverlening. Zij geven de hulpverlening gemiddeld een 8,9. Als conclusie is gesteld dat de klanten over het algemeen zeer tevreden zijn over de geïndiceerde jeugdhulpverlening van de MJD. Uit de antwoorden van de respondenten in het onderzoek komen geen duidelijke inhoudelijke aandachtspunten naar voren. Voor meer informatie is het rapport opvraagbaar. Certificering HKZ n april heeft Lloyd's Register een tweedaagse kwaliteitscontrole bij de MJD uitgevoerd in het kader van de HKZ certificering. Naast ondermeer de directie en diverse uitvoerende medewerkers van andere teams/afdelingen, zijn de leidinggevende en een hulpverlener van de geïndiceerde jeugdzorg geaudit. De externe auditoren waren zeer content met hetgeen zij aantroffen binnen de MJD, waaronder ook bij de geïndiceerde jeugdzorg. Ze hebben geen enkele tekortkoming vastgesteld. De tekortkomingen die ze in 2012 hebben aangetroffen zijn opgeheven. Kwartaalrapportage 2 kwartaal MJD Groningen

7 2.1 nhoudelijke ontwikkelingen zorgaanbod Pilot Netwerkbijeenkomsten (EKC) Zoals vermeld in eerdere rapportages bleek het om verschillende redenen niet eenvoudig de pilot Netwerkbijeenkomst bij de start van gezinshulpverlening in de praktijk toe te passen. Toch is het gelukt nog 4 conferenties plaats te laten vinden. Er heeft opnieuw een gesprek plaatsgevonden met de coördinator van de Eigen Kracht Conferentie mevr. Heggers waarin we deze trajecten hebben geëvalueerd. De trajecten zijn positief verlopen met als resultaat een duidelijk plan van aanpak. Aangezien de vragenlijsten m.b.t. voor- en nameting al gereed waren willen we hiervan toch nog gebruik maken. Hiervoor hebben we alle betrokken gezinnen de vragenlijsten gestuurd en op dit moment heeft 1 gezin deze ingevuld geretourneerd. We hopen in de volgende rapportages u hiervan op de hoogte te kunnen stellen. Samenwerking Accare en MJD Ook in het afgelopen kwartaal heeft er een uitwisselingsgesprek plaatsgevonden tussen teamleiders/gedragswetenschappers van Accare en de zorgafdeling van de MJD. Dit gesprek was bedoeld om elkaar op de hoogte te houden van de nieuwe projecten op het gebied van Jeugd en Gezin die er plaatsvinden aan beide kanten zodat er in de toekomst meer samengewerkt kan worden tussen de MJD en Accare en we elkaar goed weten te vinden. Wat betreft de samenwerking binnen de STAP-studie (Study of Treatment of ADHD and behavior problems in Preschool) is de aanmeldlijn duidelijk geworden, medewerkers van de zorgafdeling zijn op de hoogte van de aanmeldcriteria en weten hoe en bij wie ze kinderen die in aanmerking komen voor het onderzoek aan kunnen melden. Deskundigheidsbevordering Uit het minor onderzoek m.b.t.' de werkwijze van Signs of Safety binnen het Oplossingsgerichte werken' waarover in de1 kwartaalrapportage is gesproken, kwam naar voren dat er vanuit de ondervraagde medewerkers behoefte was aan scholing en deskundigheidsbevordering op het gebied van de Signs of Safety benadering en het Oplossingsgerichte werken. Hieraan is in het 2^ kwartaal gehoor gegeven. Signs of Safety Signs of Safety is een oplossingsgerichte methode, bedoeld voor gezinnen waar (vermoedelijk) kindermishandeling plaatsvindt of de risico's hierop groot zijn (Turnell & Edwards, 1999). Het doel is een samenwerkingsrelatie op te bouwen met gezinnen, gezamenlijk een veiligheidsplan te ontwikkelen en zo veiligheid voor het kind te creëren. Op 18 juni 2013 was de MJD aanwezig bij de 'kick-off' van het implementatietraject Signs of Safety binnen BJZ Groningen. Hier is met meerdere ketenpartners gesproken over het nut van een gedeelde werkwijze en een gezamenlijk trainingsaanbod. Een vruchtbare bijeenkomst met als resultaat dat 20 medewerkers (waaronder alle medewerkers van de zorgafdeling, teamleider, coach en gedragswetenschapper) direct aan konden sluiten bij het bestaande trainingsprogramma binnen BJZ Groningen. n juli is gestart met de1 groep waarna eind augustus de volgende groep zal starten. Ook is in het kader van de implementatie SoS besproken met ketenpartners, om gezamenlijk casuïstiek te overleggen binnen het gedachtegoed van Signs of Safety. Dit om elkaar te inspireren en om in de toekomst cliënten gezamenlijk vanuit dit gedachtegoed te kunnen begeleiden. De eerste casuïstiekbespreking heeft reeds plaatsgevonden en besloten is om hier gevolg aan te geven. Kwartaalrapportage 2 kwartaal MJD Groningen

8 Bijscholing ntensieve Ambulante Gezinsbegeleiding (lag) Het hele team gezinshulpverleners heeft in juni gedurende 2 dagdelen de 'opfristraining' lag gevolgd. Het betrof de lag nieuwe stijl met belangrijke onderdelen als systemisch werken en het versterken van de 'eigen kracht'. Ook is er veel aandacht besteed aan het werken met mensen met een Licht Verstandelijke Beperking (LVB), het directief zijn binnen het oplossingsgerichte werken en werd er veel praktijkgericht geoefend middels rollenspelen. Triple P Ook in het afgelopen kwartaal zijn er weer MJD medewerkers Triple P geaccrediteerd. Zowel voor de groepstraining Triple P voor (ouders van) kinderen van 0-12 jaar als voor de groepstraining voor (ouders van) tieners zijn 3 medewerkers getraind en allen hebben hun accreditatie behaald. Deze groepstrainingen zullen o.a. aangeboden worden binnen de verschillende CJG's en (middelbare) scholen. n mei heeft een verdiepingsworkshop Triple P plaatsgevonden met als onderwerp 'flexibiliteit'. Gedragswetenschapper en de aandachtsfunctionaris binnen de zorgafdeling hebben daar aan deelgenomen. Een belangrijk onderwerp met als grote vraag "in hoeverre mag je binnen je eigen werkpraktijk flexibel omgaan met het inzetten van een Evidence Based methodiek als Triple P". Vele aspecten van de methodiek kwamen aan bod en gaven handvatten voor verdere implementatie van Triple P binnen de zorgafdeling. Op gemeentelijk niveau heeft een overleg Triple P plaatsgevonden met de aandachtsfunctionarissen van de verschillende ketenpartners (GGD/COP/Elker/MEE/MJD). Hierin is een evaluatie gedaan wat betreft de borging en het gebruik in de dagelijkse praktijk binnen de verschillende CJG's. Nu elk CJG een eigen aandachtsfunctionaris Triple P heeft lijkt er meer zicht te komen op het inzetten van de methodiek en de vragen die dit oproept. Ook worden er door de aandachtsfunctionarissen binnen de CJG's opfriscursussen/ intervisies gegeven voor de medewerkers. Ouders voor Altijd Zoals gemeld in de vorige kwartaalrapportage zijn binnen de MJD 6 medewerkers (waarvan 4 vanuit de zorgafdeling) getraind in de methodiek 'Ouders voor altijd'. Dit omdat we steeds vaker het probleem tegenkomen van gescheiden ouders die strijd voeren ten koste van hun kinderen. Scheidingsproblemen staan zelden los van andere problemen, zoals opvoedingsproblemen, problemen in het netwerk, financiële problemen en individuele kind problemen. Daarom wordt dit hulpverleningsaanbod binnen de MJD integraal ingezet waardoor de effectiviteit en de klantgerichtheid van de hulpverlening wordt vergroot. Medewerkers hebben tijdens de training geleerd ouders positief te laten communiceren ten behoeve van hun kinderen. Ouders leren daarbij onderscheid te maken tussen contact op ex-partner niveau en contact op ouder niveau en blokkades in de communicatie op ouderniveau op te sporen en op te heffen. Ouders zijn dan in staat om zelf zorg te dragen voor een goede omgangsregeling en een onbedreigde omgang van de kinderen met beide ouders. n juni zijn we gestart met de eerste trajecten en wordt er verder gewerkt aan PR, borging en implementatie van het hulpaanbod. Kwartaalrapportage 2 kwartaal MJD Groningen

9 Meidcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld Meidcode Per 1 juli 2013 is het voor organisaties verplicht een meidcode kindermishandeling en huiselijk geweld te hanteren en zoals bekend was bij de MJD al in een vroeg stadium een op maat gemaakte interne meidcode aanwezig. Op dit moment is er aan het registratiesysteem (Regas) een checklist toegevoegd waarin alle stappen van de meidcode zijn opgenomen. Deze kan op elk moment in een traject toegevoegd worden aan een casus. Op deze manier kan er zowel kwalitatief als kwantitatief geëvalueerd worden op het gebruik van de meidcode door medewerkers. n het najaar 2013 staat voor alle medewerkers van de MJD de Meidcode-training op het scholingsprogramma. Deze training is een vervolg op de, enkele jaren geleden aangeboden, RAAK-training. Voor medewerkers en vrijwilligers die nog geen RAAK training hebben gevolgd zal vooraf een korte bijscholing ontwikkeld worden. Aandachtsfunctionarissen Kindermishandeling en Huiselijk Geweld Zoals bekend is er binnen de MJD gekozen voor een brede, integrale aanpak op het gebied van kindermishandeling en huiselijk geweld. Er is een structuur opgebouwd met onder meer een inhoudelijk aandachtsfunctionaris (gedragswetenschapper) en per wijkteam aandachtsfunctionarissen Kindermishandeling en Huiselijk Geweld. Elke aandachtsfunctionaris is vraagbaak voor collega's en ambassadeur / specialist op het gebied van kindermishandeling en huiselijk geweld. Door teamwisselingen en het aflopen van contracten zal opnieuw gekeken moeten worden naar de samenstelling van dit team voor de komende tijd. Zorg voor Jeugd De MJD acht het van groot belang dat haar betrokkenheid bij jeugdigen kenbaar kan worden gemaakt aan andere organisaties, zodat organisaties in contact kunnen komen met de MJD wanneer zij zorgen hebben of eveneens betrokken zijn. Voor het succesvol functioneren van Zorg voor Jeugd is het actief signaleren door professionals van groot belang. Door de outreachende aanpak bevindt de medewerker van de MJD zich in de wijken, in de straten en in de huizen van zijn cliënten. Hierdoor ziet en hoort hij veel. Op dit moment wordt een standaard ketenregistratie in ZvJ gedaan door alle medewerkers die hulp bieden aan jeugdigen tot 23 jaar (waaronder de zorgafdeling). Daarnaast kan elke medewerker van de MJD een signaal afgeven wanneer hij zich zorgen maakt over een jeugdige waarbij hij direct of indirect betrokken is. De vraag of het aantal standaard ketenregistraties uitgebreid moet worden met meerdere functiegroepen (bv. medewerkers die hulp bieden aan ouders waarbij geen direct opvoedvragen spelen) is nog niet beantwoordt. Deze vraag zal o.a. meegenomen worden in de meidcode-training als discussiepunt. Daarna zal hierover door het MT een besluit genomen worden. Evidence based en practice based evidence methodieken Binnen het aanbod van de MJD wordt steeds gezocht naar 'practice-based evidence' en wordt er gewerkt met de zogenoemde 'wat-werkt'-principes zoals opgesteld door het Nederlands Jeugdinstituut (NJ). Dit jaar gaan we op zoek naar de werkwijze van Signs of Safety. Signs of Safety is een oplossingsgerichte benadering. Deze benadering is vooral 'practice-based' ontwikkeld en bedoeld voor gezinnen waar (vermoedelijk) kindermishandeling plaatsvindt of de risico's hierop groot zijn. Onderzoek lijkt erop te wijzen dat op langere termijn het aantal gezinnen dat te maken krijgt met een kinderbeschermingsmaatregel afneemt. Gezinnen blijken meer tevreden over de geboden hulp en kinderen blijken minder vaak opnieuw mishandeld te worden (NJ, 2013). Daarnaast wordt er vanuit een oplossingsgerichte basishouding gebruik gemaakt van de evidencebased methodiek Triple P en worden elementen uit het competentiemodel, de systeemtheorie, de presentietheorie en de cognitieve gedragstherapie ingezet. Uitgebreidere informatie hierover is als bijlage (5) bij deze kwartaalrapportage toegevoegd. Kwartaalrapportage 2 kwartaal MJD Groningen

10 3. Prestatie-indicatoren Prestatie-indicatoren kwartaal 2" kwartaal 3* kwartaal 4^ kwartaal Mate van doelrealisatie Doel niet gehaald 8% 16% Doel deels gehaald 39% 51% Doel gehaald 53% 33% Mate van cliënttevredenheid Gemiddeld rapportcijfer Jeugdigen Ouders/verzorgers Mate van reguliere beëindiging Door cliënt eenzijdig afgebroken 7% 7% Door BJZ/MJD voortijdig afgebroken n overeenstemming tussen cliënt, BJZ en 79% 93% MJD beëindigd Andere redenen 14% ' ToeïicY)t\ng: De scores van de mate van doelrealisatie worden gemeten per einddoel (maximaal 10 per cliënt) van de afgeronde trajecten. De cijfers van doelrealisatie in het tweede kwartaal zijn gebaseerd op 96 indicatiedoelen. Het percentage behaalde doelen ligt op 33%. Het percentage behaalde doelen en deels behaalde doelen ligt samen op 84%. Ten opzichte van het 1 kwartaal 2013 is het percentage behaalde doelen iets gedaald. De daling kan verklaard worden uit de relatief kleine aantallen: een traject met een mindere score haalt het gemiddelde sterk naar beneden. Het aantal respondenten van de afgeronde trajecten die de exitvragenlijst hebben ingevuld, ligt op 86%. Van totaal 14 afgeronde trajecten zijn 12 exitformulieren ingevuld door ouder en/of jeugdige. De afsluitingen betroffen zowel ambulante gezinshulpverleningtrajecten als jeugdhulpverleningtrajecten. n geval van gezinnen met jeugdigen ouder dan 12 jaar zijn de exitvragenlijsten zowel door de ouder(s) als de jeugdigen ingevuld. Zowel ouders als jeugdigen waarderen onze hulpverlening met een gemiddeld rapportcijfer van respectievelijk een 8.9 en een 10. n totaal is er in het tweede kwartaal één traject geweest dat voortijdig is beëindigd. Reden s geen medewerking van ouders aan hulpverlening in vrijwillig kader. Vanuit BJZ zal er een doorverwijzing komen naar voorwaardelijke hulpverlening. Kwartaalrapportage 2 kwartaal 2013 MJD Groningen

11 4. Cliëntaantallen Aanmeldingen n tweede kwartaal van 2013 mochten we in totaal 19 aanmeldingen ontvangen. Voor 15 van de aangemelde cliënten is op peildatum 30 juni 2013 de zorg daadwerkelijk gestart. Het totaal aantal gebruikers (instroom 2013 en doorloop 2012) komt in het tweede kwartaal uit op 75. Wachttijden De gemiddelde wachttijd van de nieuwe aanmeldingen tot zorgstart ligt in het tweede kwartaal op 25 dagen. Ten opzichte van het eerste kwartaal 2013 is de gemiddelde wachttijd licht gestegen maar ligt nog binnen onze streefnorm om binnen vier weken te starten. Bij 28 cliënten is de zorgstart gepland binnen de termijn van vier weken, voor 10 cliënten bedraagt de wachttijd vier tot negen weken. Van de in totaal 37 aangemelde cliënten is op peildatum 30 juni 2013 voor 33 cliënten de zorg daadwerkelijk gestart, 4 cliënten wachten nog op zorgstart. Uitstroom trajecten n het tweede kwartaal van 2013 zijn er totaal 15 trajecten uitgestroomd, hiervan is een traject voortijdig beëindigd. De gemiddelde doorlooptijd van de uitgestroomde trajecten betreft 10.9 maanden. Op peildatum 30 juni 2013 zijn er totaal 46 actieve trajecten. Kernaantallen voor 2013 Conform de afspraak met de Provincie Groningen biedt de MJD in 2013 op basis van de subsidie beschikking plaats aan 88 geïndiceerde jeugdzorgtrajecten in 2 hulpvarianten, de Ambulante Gezinshulpverlening en de ntensieve Ambulante Jeugdhulpverlening (50 nieuwe instroom en 38 doorstroom). n verband met de toekenning AREZ gelden 2013 kunnen we meer gezinnen en jeugdigen van hulp voorzien en onze capaciteitsvolumes uitbreiden naar 100 trajecten. Aantal gebruikers Hulpvariant waarvoor de cliënt is aangemeld Ambulante Gezinshulpverlening (AGH) ntensieve Ambulante Jeugdhulpverlening (laj) Stand per nstroom Kwartaal 1 nstroom Kwartaal 2 nstroom kwartaal 3 nstroom Kwartaal 4 Totaal aantal gebruikers Totaal Wachttijden instroom tweede kwartaal (kalenderdagen) Wachttijd start zorg Module AGH Module laj Totaal gerniddelde wachttijd kalenderdagen Toelichtinq: Het totaal gemiddelde wordt berekend naar verhouding van tiet aantal instroomcliënten per module. Kwartaalrapportage 2 kwartaal MJD Groningen

12 Wachtlijst op peildatum 30 juni 2013 Hulpvariant waarvoor de cliënt is aangemeld Ambulante Gezinshulpverlening (AGH) ntensieve Ambulante Jeugdhulpverlening (laj) Aanmeldingen Wachttijd < 4 weken Wachttijd 4-9 weken Wachttijd > 9 weken Wachtlijst ^;- ' '0 Totaal Aantal afgesloten trajecten (uitstroom) Hulpvariant waarvoor de cliënt is aangemeld Ambulante Gezinshulpverlening (AGH) ntensieve Ambulante Jeugdhulpverlening (laj) Uitstroom Kwartaal 1 Uitstroom kwartaal 2 Uitstroom kwartaal 3 Uitstroom kwartaal 4 Totaal Totaal Gemiddelde doorlooptijd trajecten (in maanden) Hulpvariant waarvoor de cliënt is aangemeld Ambulante Gezinshulpverlening (AGH) ntensieve Ambulante Jeugdhulpverlening (laj) Doorloop Kwartaal 1 Doorloop kwartaal 2 Doorloop kwartaal 3 Doorloop kwartaal 4 Totaal ' gemjddeld Totaal gemiddeld Kwartaalrapportage 2 kwartaal MJD Groningen

13 5. Financiële cijfers Het financiële resultaat van de MJD tot en met het tweede kwartaal van 2013 laat een positief beeld zien. Doordat organisatiekosten niet precies 'matchen' in de tijd, kan het beeld gedurende het jaar vertekenen. De prognose gebaseerd op de begroting en voortschrijdend inzicht is dat geheel 2013 ook met een neutraal tot positief resultaat zal worden afgesloten. Mogelijke toekomstige beztiinigingen kunnen gaan leiden tot een noodzakelijke reorganisatie. Dit kan het resultaat van 2013 mogelijk wel negatief gaan beïnvloeden. De toegerekende bedrijfsopbrengsten aan het resultaat met betrekking tot de geïndiceerde jeugdzorg, zijn circa 4% van de totale baten van de MJD. De balansposities zijn ook zeer wisselend in de tijd bijvoorbeeld als gevolg van vooruit ontvangen subsidie termijnen. Dit verlengt de balans en dit geeft wel enige vertekening van de berekende kengetallen. Kengetallen Ultimo T kwartaal Vorderingen op korte termijn A Liquide middelen B Eigen vermogen C Schulden op korte termijn * D Totaal passiva E Liquiditeit (A+B)/D 1,52 1,51 Solvabiliteit (C/E) 32,25% 31,75% NB: exclusief voorzieningen, inclusief de passiefpost 'nog te besteden inzake beleidsagenda' Kwartaalrapportage 2 kwartaal MJD Groningen

14 i i i Bijlagen 1 Formatie jeugdzorg en ziekteverzuim 2 Budgetvergelijkingsoverzicht 3 Jaaroverzicht 4 Bekostigingseenheden 5 Evidence based en practice based evidence methodieken binnen de modu éi5 van de MJD Kwartaalrapportage 2" kwartaal ViJD Groningen

15 '. Bijlagen 1 Formatie jeugdzorg en ziekteverzuim 2 Budgetvergelijkingsoverzicht 3 Jaaroverzicht 4 Bekostigingseenheden 5 Evidence based en practice based evidence methodieken binnen de modules van de MJD Kwartaalrapportage 2 kwartaal MJD Groningen

16 Bijlage 1 Formatie jeugdzorg en ziekteverzuim [i 1 De afdeling die onder andere werkzaamheden verricht ten behoeve van de geïndiceerde jeugdzorg, bestaat uit circa 17 medewerkers. Het ziekteverzuim tot en met het tweede kwartaal van 2013 bedroeg: nclusief zwangerschap: 4,93% exclusief zwangerschap: 3,36% Langdurig ziekteverzuim beïnvloedt niet de uitvoering omdat er dan sprake is van ziektevervanging. Kwartaalrapportage 2 kwartaal MJD Groningen i i Kwartaalrapportage 2 kwartaal MjpiJGroningen

17 Bijlage 1 Formatie jeugdzorg en ziekteverzuim De afdeling die onder andere werkzaamheden verricht ten behoeve van de geïndiceerde jeugdzorg, bestaat uit circa 17 medewerkers. Het ziekteverzuim tot en met het tweede kwartaal van 2013 bedroeg: nclusief zwangerschap: 4,93% exclusief zwangerschap: 3,36% Langdurig ziekteverzuim beïnvloedt niet de uitvoering omdat er dan sprake is van ziektevervanging. Kwartaalrapportage 2" kwartaal MJD Groningen

18 Bijlage 2 Budgetvergelijkingsoverzicht realisatie t/m 2e kw 2013 begroting t/m 2e kw 2013 begroting 2013 Subsidie Totaal Baten Nonnatieve lasten (uren x tarief) * resultaat : * Op basis van geschreven uren op cliëntdossiers, gewaardeerd tegen integrale kostprijs De lineair toegerekende baten en de normatieve lasten liggen redelijk op hetzelfde niveau. De toegekende Arez subsidie zal ingezet worden in het tweede halfjaar van Kwartaalrapportage 2 kwartaal MJD Groningen

19 Bijlage 3 Jaaroverzicht Stichting MJD Groningen Concept, tussentijdse cijfers BALANS (na resultaatbestemming) ACTVA 30-jun dec-12 Vaste activa mmateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa O O O O Vorderingen en overlopend e activa Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa PASSVA 30-jun dec-10 Eigen vermogen Kapitaal Collectief gefinancierd geb( Dnden vennogen Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen tussentijds resultaat Totaal eigen vennogen Voorzieningen Langlopende schulden 0 0 Kortlopende schulden en o verlopende passiva Totaal passiva Kwartaalrapportage 2" kwartaal MJD Groningen

20 Stichting MJD Groningen Concept, tussentijdse cijfers RESULTATENREKENNG 30-jun Som der bedrijfsopbrengsten BEDRJFSLASTEN: Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten Som der bedrijfslasten BEDRJFSRESULTAAT Financiële baten en lasten RESULTAAT UT GEWONE BEDRJFSVOERNG Buitengewone teten en lasten RESULTAAT BOEKJAAR Kwartaalrapportage 2 kwartaal MJD Groningen

21 ;!: Bijlage 4 Bekostigingseenheden De MJD hanteert in overleg met haar grootste opdrachtgever, de Gemeente Groningen, een kostprijssystematiek met als resultaat een prijs per uur dienstverlening. Op basis van de subsidie die MJD ontvangt ten behoeve van de geïndiceerde Jeugdzorg, wordt de formatie bepaald die ingezet kan worden. Op jaarbasis zal een eventueel positief resultaat behaald bij de geïndiceerde jeugdzorg gereserveerd worden in een egalisatiereserve. Kwartaalrapportage 2 kwartaal MJD Groningen

22 Bijlage 5 Evidence based en practice based evidence methodieken binnen de modules van de MJD Algemeen Binnen het aanbod van de MJD wordt steeds gezocht naar 'practice-based evidence' en wordt er gewerkt met de zogenoemde 'wat-werkt-principes zoals opgesteld door het Nederlands Jeugdinstituut (NJ). Dit jaar gaan we op zoek naar de werkwijze van Signs of Safety. Signs of Safety is een oplossingsgerichte benadering. Deze benadering is vooral 'practice-based' ontwikkeld en bedoeld voor gezinnen waar (vermoedelijk) kindermishandeling plaatsvindt of de risico's hierop groot zijn. Onderzoek lijkt erop te wijzen dat op langere termijn het aantal gezinnen dat te maken krijgt met een kinderbeschermingsmaatregel afneemt. Gezinnen blijken meer tevreden over de geboden hulp en kinderen blijken minder vaak opnieuw mishandeld te worden (NJ, 2013). Daarnaast wordt er vanuit een oplossingsgerichte basishouding gebruik gemaakt van dé evidencebased methodiek Triple P en worden elementen uit het competentiemodel, de systeenitheorie, de presentietheorie en de cognitieve gedragstherapie ingezet. Meervoudige problematiek Bij meervoudige problematiek blijkt het een werkzame aanpak te zijn om op meerdere terreinen tegelijkertijd hulp te bieden aan zowel het gezin/de jeugdige als de leefomgeving van het gezin/de jeugdige. Om mensen actief participant te maken van het eigen hulpverleningsproces i is het van belang cliënten te betrekken bij het opstellen van het eigen hulpverleningsplan, gebaseerd ojd eigen krachten en de mogelijkheden uit zijn sociale netwerk. Ook blijkt het belangrijk dat de hulp'intensief is en de hulpverlener de hulpverlening coördineert. Het bieden van praktische ondersteuning naast psychische hulp en het werken vanuit de leefomgeving van het gezin zelf zijn effectief gebleken. Naast de algemeen werkzame factoren van goed hulpverlenen is de houding van de hulpverlener nog belangrijker dan bij andere gezinnen/jeugdigen: empowerment en uitgaan van de krachten van het gezin moeten de centrale uitgangspunten zijn. n de meeste gevallen hebben deze gezint;ien ^en ook de jeugdigen namelijk al een lange - intergenerationele - geschiedenis met hulpverlening, waardoor ze zich erg wantrouwend opstellen tegenover hulpverleners. Het gedrag van jongeren is onlosmakelijk verbonden met het systeem waarin ze leven. Betrokkenheid van ouders en het gezin kan belangrijk zijn. Daarom wordt in sommige trajecten een combinatie gemaakt van intensieve ambulante jeugdhulp (laj) en ambulante gezinshulp (AGH). Voor een goed resultaat wordt binnen de modules van de MJD vanzelfsprekend planmatig en doelgericht gewerkt. Zo worden doelen altijd SMART geformuleerd, wat wil zeggen:: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden. Oplossingsgerichte methodiek Het leidende methodische model binnen de modules van de MJD is de oplossingsgerichte methodiek. Medewerkers hebben de post-hbo opleiding ntensieve Ambulante Gezinsbegeleiding (lag) gevolgd welke als uitgangspunt de oplossingsgerichte werkwijze heeft. Dit jaar heeft het team gedurende 2 dagdelen een bijscholing lag gevolgd om kennis opnieuw aan te scherpen en de nieuwste ontwikkelingen binnen te halen. De bijscholing betrof de lag nieuwe stijl met belangrijke onderdelen als systemisch werken len het versterken van de 'eigen kracht'. Binnen de bijscholing is extra aandacht besteed aan LVBproblematiek en directief optreden binnen het oplossingsgerichte werken. Bij de oplossingsgerichte methodiek ligt de oorsprong in communicatie- en systeemtheorieën en (cognitieve) gedragstherapie (M.H. Erikson, J. Haley e.a.). Dat betekent o.a. dat de problemen niet meer vanuit de beperking van het probleem gezien worden, maar dat primair, concreet eri, praktisch gekeken wordt naar hoe mensen eigenlijk doorgaans problemen oplossen en wat zé zelf aan mogelijkheden en vaardigheden hebben. Mensen hebben zelf hun hulpbronnen. Voor zover deze mochten ontbreken, hebben mensen wellicht de mogelijkheid om deze te vergroten of te versterken, Kwartaalrapportage 2 kwartaal MJDjGroningen j'. )

23 dan wel de situatie op een oplossingsgerichte manier tegemoet te treden. Zo ligt de aandacht bij de cliënt zelf. De begeleider heeft tot taak om deze aandacht goed vorm te geven en concreet fei helpen focussen op de oplossing. Het vergroten van het eigen netwerk om steun te mobiliseren en problemen te delen speelt een grote rol. Binnen de methodiek worden door de hulpverlener verschillende technieken ingezet als: contact maken; context verhelderen; doelen stellen; hijlpbronnen zoeken; complimenteren; uitzonderingen zoeken; schaalvragen stellen; wondervraag. Competentiemodel Competentie kan gezien worden als een balans; aan de ene kant van de balans staan de taken en aan de andere kant de vaardigheden. Beschikt iemand niet over de benodigde vaardigheden, dan zijn de taken te zwaar en is er sprake van onbalans. Mensen met meervoudige problematiek zijn vaak niet opgewassen tegen de taken waarvoor zij in het dagelijks leven staan. Om een evenwicht tussen de taken en vaardigheden te vinden is het dus van belang om de competenties en krachten van het gezin/ de jeugdige te versterken en uit te breiden, opdat men op eigen kracht en gepaste wijze met moeilijke situatie in het dagelijks leven om kan gaan. Binnen de modules van de MJD wordt o.a. middels het gebruik van competentieschaiën gericht gewerkt aan het aanleren van vaardigheden en het versterken van de sociale competentie. Triple P Binnen de modules van de MJD wordt veelvuldig gewerkt met Triple P. De medewerkers van de geïndiceerde zorg zijn allen als Triple P uitvoerder niveau 4 en/of niveau 5 geregistreerd en daardoor gecertificeerd om Triple P interventies uit te voeren. Deze interventie richt zich op ouders van kinderen met ernstige gedragsproblemen, die meer intensieve hulp nodig hebben. Daarnaast zijn lenkele medewerkers geaccrediteerd voor de modules Triple P Tieners. De hulpverlener leert de ouders verschillende opvoedingsstrategieën aan die een positief contact met hun kind bevorderen, gewenst gedrag stimuleren, leren ongewenst gedrag te hanteren en leren hoe zij hun kind nieuwe vaardigheden en gedrag kunnen leren. Binnen de modules van de MJD wordt de methodiek van Triple P gedurende meerdere sessies in de thuissituatie ingezet, zowel voor ouders met kinderen van 0-12 jaar als voor ouders met pubers. Nieuw dit jaar is, dat naast de individuele Triple P trajecten die worden aangeboden er ook gewerkt wordt aan een collectief aanbod omdat dit goed past binnen de gedachte van Welzijn Nieuwe Stijl. Het biedt de gelegenheid om kwetsbare en niet-kwetsbare burgers bij elkaar te brengen - aan elkaar te verbinden- en vanuit dat contact de sociale netwerken op te bouwen die nodig zijn om zelfredzaamheid vanuit de eigen kracht te bevorderen. Zowel voor Triple P niveau 4 groep,. a s voor Triple P Tieners groep zijn enkele medewerkers geaccrediteerd om deze trainingen te geven. De naam 'Triple P' staat voor positief pedagogisch programma. Het oorspronkelijk Australische programma voor opvoedingsondersteuning is bedoeld voor ouders met kinderen van O tot 16 jaar. Triple P is een laagdrempelig, integraal programma met als doel (ernstige) emotionele en gedragsproblemen bij kinderen te voorkomen door het bevorderen van competent ouderschap. n Nederland zijn weinig programma's voor opvoedingsondersteuning met zo'n uitgebreide onderbouwing en waarnaar in zo veel verschillende landen onderzoek is gedaan. Triple P is een van de programma's die de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) aanbeveelt voor de preventie van problemen bij jeugdigen. Cognitieve gedragstherapie Binnen de modules wordt gebruik gemaakt van onderdelen uit de cognitieve gedragstherapie'en de sociale leertheorie. De interventies zijn gericht op veranderingen in de manier van denken van de cliënt en zijn interpretatie van de omgeving. Het gaat hierbij om inzicht in leerprocessen in de opvoeding en in de wisselwerking en wederzijdse beïnvloeding van ouder(s) en kind. Er wordt vanuit gegaan dat gedrag grotendeels aangeleerd wordt op basis van het gedrag van anderen uit de Kwartaalrapportage 2" kwartaal MJD Groningen

24 omgeving van het kind/de jeugdige. Zo nemen veel kinderen gedragingen van ouders over, maar ook van hulpverleners. De hulpverlener heeft hier de functie van rolmodel. Om sociale en probleemoplossende vaardigheden te verbeteren wordt gewerkt met modeling (rolmodel imiteren), ontspanningstechnieken en het geven van feedback. Ook wordt ingezet op het verbeteren van de communicatieve vaardigheden en het belonen/stimuleren van gewenst gedrag. Binnen de modules wordt gebruik gemaakt van rollenspelen en ook het geven van huiswerk, met name bij jeugdigen met meervoudige problematiek, blijkt een werkzame interventie. Daarnaast geeft psycho-educatie (bv. in geval van psychopathologie) voor ouders en jeugdige vaak nieuwe inzichten. Systeemtheorie Niemand functioneert los van zijn/haar omgeving en daarom is het van belang systeemgericht té kijken. Een gezin is op te vatten als een systeem, met interactie tussen gezinsleden en interactie tussen het gezin en de omgeving. Vaak dragen alle gezinsleden bij tot het handhaven en versterken van de problematiek. Binnen het oplossingsgerichte denken betekent dit dat de gezinsleden tevens allen een bijdrage geven aan het oplossen van de problemen van het systeem. Binnen de module ambulante intensieve gezinsbegeleiding (AGH) van de MJD richt de zorg zich daarom op het gehele cliëntsysteem en beslaat meerdere leefgebieden. Ter ondersteuning van! het gezin/ de jeugdige wordt het eigen sociale netwerk ingezet. Er wordt getracht dit netwerk uit te breiden en te versterken, zodat men zo nodig op het eigen netwerk terug kan vallen en de hulpverlener zich steeds verder terug kan trekken. Ook binnen de module intensieve ambulante jeugdhulp (laj) wordt vanuit de systeemtheoretische gedachte gewerkt binnen verschillende leefgebieden. n sommige trajecten wordt een combinatie gemaakt van intensieve ambulante jeugdhulp (laj) en ambulante gezinshulp (AGH). Presentietheorie Methodische kenmerken van de presentietheorie zijn: het bewegen naar de ander toe in plaats van omgekeerd; niet uitgaand van één hulpvraag of probleem; aansluitend bij de leefwereld en levensloop van de betrokkenen; afstemming en openheid. Binnen de modules van de MJD zien we dit terug in het outreachend en ambulant werken bij de cliënten thuis en het aansluiten bij zijn/haar leefwereld. De hulpverlener neemt zelf initiatief in het contact met de cliënt en laat zich hierin niet ontmoedigen. Binnen de intensieve ambulante jeugdhulp (laj) houdt de hulpverlener zich op in de leefomgeving van de jongere. Hierdoor worden problemen eerder gesignaleerd en worden signalen opgemerkt die anders moeilijker boven water zouden zijn gekomen. Kwartaalrapportage 2 kwartaal MJD Groningen