{{Üf]}j^ provincse ^t7?f^^^ groningen. W)!miH. Ing. d.d.: 15 FEB 2013

Transcriptie

1 maatschappelijke & juridische dienstverlening groningen é {{Üf]}j^ provincse ^t7?f^^^ groningen W)!miH Ing. d.d.: 15 FEB 2013 Provincie Groningen t.a.v. de heer J. Bolt Postbus AP GRONINGEN Corr.nr.: ^ Zaaknr.: Groningen, 14 februari 2013 Kenmerk Betreft Bijlagen mf/tvdb/ndg kwartaalrapportage, 4^ kwartaal 2012, Modules AGH en laj als genoemd Geachte heer Bolt, Ter informatie ontvangt u hierbij de kwartaalrapportage voor het 4e kwartaal van 2012 met betrekking tot de modules Ambulante Gezinshulpverlening (AGH) en Intensieve Ambulante Jeugdhulp (laj). Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Wanneer u vragen of P";f;^kingen heeft dan kunt u contact opnemen met mevrouw T. van den Berg, bereikbaar via telefoonnummer of per t.vandenbergigmjd.nl. Met vriendelijke^groet.,e.m. Aaldering jr-bestuurder Herman Colleniusstraat KT Groningen tel fax Banknr. ING-bank: KvK nr

2 Gfl(oxM]s aem(affl[l^ KöÊxMs ^Z?ö3)(M]gKte s^^^ (i«y[d) (ilïtsffinlsci) y. 2t (*êgtegfi H FgEs (s)iê)=idiii[ai «gflwnlfe^bipoiiil!

3 Inhoudsopgave 1. Aanbiedingsbrief 3 2. Beleidsuitvoering Inhoudelijke ontwikkelingen zorgaanbod Ontwikkelingen op het gebied van aanpak kindermishandeling 6 3. Methodiek 8 4. Prestatie-indicatoren Cliëntaantailen Financiële cijfers 15 Bijlagen 1 Formatie Jeugdzorg en ziekteverzuim 17 2 Budgetvergelijkingsoverzicht 18 3 Bekostigingseenheden 19 4 Werkplan Cliëntenraad 20 5 Instrumenten LIRIK en Veilig Thuis kaart 21 Kwartaalrapportage 4^ kwartaal MJD Groningen

4 Aanbiedingsbrief Aan het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen Geacht College, Met genoegen bied ik u de kwartaalrapportage van de MJD over het vierde kwartaal van 2012 aan. In 2012 heeft de MJD een onderzoek uitgevoerd naar de waardering van ketenpartners ten aanzien van de dienstverlening, de communicatie en andere kwaliteitsaspecten. Daarnaast heeft de MJD dit jaar een werkconferentie georganiseerd voor samenwerkingspartners waarbij 62 samenwerkingspartners aanwezig waren. Tijdens deze conferentie zijn de eerste onderzoeksresultaten gepresenteerd. De resultaten en relevante ontwikkelingen op het gebied van zorg, jeugd, buurtwelzijn of financiële problematiek zijn vervolgens nader besproken in workshops. Uit het onderzoek en de conferentie is naar voren gekomen dat samenwerkingspartners de MJD zien als een maatschappelijk betrokken, wijkgerichte en laagdrempelige organisatie, die voorziet in de vraag van burgers en onmisbaar is binnen de keten van zorg en welzijn. De onlangs gestarte internethulpverlening 'Hulp Online Noord' wordt onder andere genoemd als een goed instrument om de drempel om hulp te zoeken te verlagen voor burgers die eerder geen hulp durfden te zoeken. Men heeft ook een aantal verbeterpunten aangegeven met name op het gebied van efficiëntie en informatievoorziening ten aanzien van de werkzaamheden van en ontwikkelingen binnen de MJD. Uit het onderzoek blijkt dat een groot deel van de samenwerkingspartners goed bekend is met de werkzaamheden van de MJD op het gebied van de zorg. Tevens is men zeer tevreden over de bijdrage die de MJD levert aan de ontwikkeling en samenwerking op het gebied van de zorg. Daarbij ervaart men het als positief dat de MJD ook geïndiceerde zorg biedt aan gezinnen, jongeren en kinderen. Ik vectföyw erop u met deze rapportage voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u nadere toëlichtingw^ensen, dan kunt u contact opnemen met mevrouw T. van den Berg of met Dndergeteker Kwartaalrapportage 4^ kwartaal MJD Groningen

5 2. Beleidsuitvoering Voor 2012 heeft de MJD een subsidiebeschikking ontvangen voor het zorgaanbod geïndiceerde jeugdzorg bestaande uit Ambulante Gezinshulpverlening (AGH) en Intensieve Ambulante Jeugdhulp (laj). Op basis van de subsidiebeschikking en aanvullende afspraken i.v.m. overhevelingbudget kan er in 2012 uitvoering gegeven worden aan 85 geïndiceerde jeugdzorgtrajecten (29 instroom en 56 doorstroom). Met de toegekende AREZgelden konden we onze capaciteitvolumes uitbreiden met nog eens negen extra trajecten in Hiermee komt de maximale capaciteitsvolumes voor 2012 uit op 94 geïndiceerde jeugdzorgtrajecten (38 instroom en 56 doorstroom). Instroom en wachttijden Op peildatum 31 december 2012 komen we uit op in totaal 107 gebruikers en zit de MJD daarmee al boven de beschikkingsafspraak voor 2012 van 85 gebruikers en uitbreiding middels AREZgelden tot 94 gebruikers. Er is sprake van een overschrijding van de capaciteit met 13 trajecten. De gemiddelde wachttijd voor de zorgstart in het vierde kwartaal ligt op 16 kalenderdagen. Ten opzichte van het vorige kwartaal is de gemiddelde wachttijd gelijk gebleven. In de eerste twee kwartalen van 2012 is fors meer formatie-inzet gevraagd dan op basis van een maandelijks gemiddelde inzet beschikbaar is. Gevolg hiervan was dat de wachttijd voor zorgstart opliep. Daarnaast hebben boventallige aanmeldingen in het tweede kwartaal enige tijd op een wachtlijst gestaan in afwachting van duidelijkheid over extra capaciteitsuitbreiding. Voor alle aangemelde jeugdzorgcliënten is de zorg gestart. In onze vorige kwartaalrapportages hebben wij melding gedaan van een voorlopige aanmeldingenstop in verband met het bereiken van de maximale capaciteitsvolumes. Wij hebben u inmiddels geïnformeerd over de beëindiging hiervan. Gezien de geringe omvang en formatie welke wij in kunnen zetten ten behoeve van geïndiceerde jeugdzorg gerelateerd aan de vraag naar ons aanbod, is het lastig om tot een constante en evenwichtige in- en uitstroomplanning te komen. In overleg met BJZ zijn we aan het kijken hoe we voor 2013 tot een meer gespreide instroom over het jaar kunnen komen zodat BJZ, daar waar dit gewenst is, gedurende het gehele jaar gebruik kan blijven maken van ons aanbod. Cliëntenraad Naar aanleiding van uitkomsten van klanttevredenheldsonderzoeken in de periode 2009 t/m 2011 is in 2012 een uitgebreide brochure over rechten en plichten van klanten uitgebracht. Deze brochure is op de site van de MJD te vinden. Een verkorte versie van deze brochure, de folder 'Wat u mag verwachten en wat wij van u vragen', wordt standaard uitgereikt aan klanten. Van deze folder is een specifieke versie voor jongeren gemaakt die standaard aan jongeren die hulpverlening krijgen wordt uitgereikt. De inhoud van de brochure en folder is mede in overleg met de cliëntenraad van de MJD tot stand gekomen. Tijdens de periodieke overleggen met de cliëntenraad van de MJD komen allerlei onderwerpen aan de orde waar de cliëntenraad zich mee bezighoudt of zich mee bezig wil gaan houden zoals armoede en sociale uitsluiting en ontwikkelingen rondom vrijwilligers en Stip. Daarnaast is de cliëntenraad betrokken bij het onderwerp privacy, klanttevredenheid, beleid van de MJD en dergelijke. In de bijlage treft u de werkagenda van de cliëntenraad aan. In het afgelopen jaar heeft de cliëntenraad een ronde langs alle (wijk)teams van de MJD gehouden voor nadere kennismaking. Het streven naar een (jeugdige) vertegenwoordiger vanuit de geïndiceerde jeugdzorg in de cliëntenraad hebben wij vanuit onze klantengroep helaas nog niet weten te realiseren. We hebben deze vraag een aantal malen onder de jeugdzorgmedewerkers uitgezet. In overleg met de cliëntenraad gaan we kijken hoe we de werving van deze vertegenwoordiging in 2013 verder vorm kunnen geven. Kwartaalrapportage4 kwartaal MJD Groningen

6 2.1 Inhoudelijke ontwikkelingen zorgaanbod Samenwerking Accare en MJD Er heeft een verkennend gesprek plaatsgevonden tussen de MJD en het Universitair Centrum voor Kinder en Jeugd Psychiatrie (UCKJP, onderdeel van Accare) gericht op het vergroten van de instroom in de STAP-studie (Study of Treatment of ADHD and behavior problems in Preschool). Dit met als inhoudelijk doel de zorg aan gezinnen met jonge kinderen met gedragsproblemen beter op elkaar aan te laten sluiten. Het plan is om kinderen van 2,5-6 jaar die door de MJD behandeld zijn met een vorm van oudertraining en waarbij nog ruimte is voor verbetering van het gedrag van het kind, deel te laten nemen aan de studie. Uitkomst van dit gesprek was dat het samenbrengen van ieders sterke punten (algehele zorg aan gezinnen thuis door de MJD en specialistische behandeling van kinderen met ernstige gedragsproblemen door het UCKJP) tot verbetering van zorg kan leiden. In 2013 zal een plan van aanpak worden opgesteld en zal Accare tijdens het teamoverleg van de zorgafdeling verdere informatie verstrekken. Pilot "Netwerkbijeenkomst bij de start van gezinshulpverlening" Er hebben vervolggesprekken plaatsgevonden met betrekking tot de pilot 'netwerkbijeenkomst bij de start van gezinshulpverlening' tussen de MJD en de RUG/Hanzehogeschool in het najaar van Gestart zal worden met het inzetten van Eigen Kracht Conferenties (EKC) binnen de gemeentelijke WMO trajecten. Van de uitkomsten van deze pilot zal In 2013 gebruik gemaakt worden voor het verder ontwikkelen van de geïndiceerde jeugdzorg trajecten. Binnen deze pilot wordt voor 5 gezinnen bij start van het hulpverleningstraject een aanvraag gedaan voor een Eigen Kracht Conferentie (EKC). Er wordt een Eigen Krachtcoördinator gekoppeld aan het gezin en deze zal vanaf dat moment de netwerkbijeenkomst organiseren. De hulpverlener blijft op de achtergrond aanwezig voor het geval zich een crisissituatie voordoet of een probleem dat onmiddellijke aandacht vereist waarbij onderbouwd kan worden dat dit probleem niet kan wachten tot na de Eigen kracht conferentie. Vanuit de Hanze Hogeschool wordt er achteraf door een studentenkoppel een casestudy gedaan om de resultaten te meten. Daarnaast zal een student van de RUG, afdeling Orthopedagogiek, de onderzoeksgegevens verwerken in een thesis. Gezien het feit dat in januari 2013 de eerste EKC's zijn gestart en ze gefaseerd binnenkomen, zal naar verwachting eind mei 2013 meer duidelijk zijn over de uitkomsten van deze pilot. In de volgende kwartaalrapportages in 2013 zal hier inhoudelijk op worden teruggekomen. Aandachtsfunctionarissen Triple P binnen de CJG's Binnen de gemeente Groningen is de invoering van Triple P geëvalueerd en besproken in de stuurgroep. De evaluatie laat zien dat Triple P goed is ingevoerd, er is veel aandacht geweest voor het trainen van medewerkers. In de volgende fase zal de focus dienen te liggen op de borging van de methodiek en aandacht voor de toepassing in de dagelijkse praktijk. De aandachtsfunctionarissen Triple P van de verschillende instelling zullen verdeeld over de CJG's hier zorg voor gaan dragen. Binnen de zorgafdeling van de MJD zal de aandachtsfunctionaris Triple P van de MJD zich hierop blijven richten middels het aanbieden van nieuwe trainingen, verdiepingsworkshops en intervisie. Ook zal de werkgroep Triple P binnen de zorgafdeling een rol spelen in het verder uitwerken van implementatie op het gebied van casuïstiek, registratie en effectmeting. Kwartaalrapportage 4^ kwartaal MJD Groningen

7 Deskundigheidsbevordering Training LIRIK In het najaar van 2012 heeft de training LIRIK plaatsgevonden voor alle medewerkers van de zorgafdeling van de MJD en alle aandachtsfunctionarissen Kindermishandeling en Huiselijk Geweld. Het Licht Instrument Risicotaxatie Kindermishandeling (LIRIK) is een korte checklist, gericht op gestructureerde oordeelvorming, dat wil zeggen dat het de beroepskracht helpt om op grond van de beschikbare informatie systematisch de voorliggende casus te beoordelen. Het professionele oordeel van de beroepskracht staat daarbij centraal. De LIRIK is bedoeld als hulpmiddel bij het onderkennen van een vermoeden van kindermishandeling of anderszins onveilige opvoedingssituatie. Daarbij geeft het een inschatting van het risico op kindermishandeling in de nabije toekomst. De meenwaarde van de LIRIK ten opzicht van het eigen professionele oordeel ligt in de focus op (on)veiligheid, het expliciteren van de professionele intuïtie, het voorkomen van een tunnelvisie of andere valkuilen, het stilstaan bij feiten en het aanreiken van kennis over relevante aandachtspunten. De trainingsdag werd gezamenlijk voorbereid door gedragswetenschappers van MJD en BJZ waardoor een op maat gemaakte training is ontstaan. Naast theoretische kennis kwam ook het praktisch gebruik van het instrument aan de orde. Het verder implementeren van de LIRIK binnen de professionele praktijk zal in 2013 uitgewerkt worden binnen de zorgafdeling en tijdens het aandachtsfunctionarissenoverleg. Het instrument is inmiddels toegevoegd aan het registratiesysteem (Regas) van de MJD. Thematische casuïstiek Tijdens het teamoverleg van de zorgafdeling is ruimte voor verschillende thema's, ingebracht door de medewerkers. Een medewerker van 'De Zijlen' heeft ervaringen gedeeld en informatie gegeven aan het team over ambulante thuisbegeleiding van mensen met een verstandelijke beperking. Ook heeft het team een bijeenkomst gehad over 'familieopstellingen'. 2.2 Ontwikkelingen op het gebied van aanpak kindermishandeling en huiselijk geweld MJD Meidcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld De werkgroep 'Expertmeeting meidcode kindermishandeling en huiselijk geweld' was in 2012 gestart met de voorbereiding voor een conferentie om andere organisaties op weg te helpen bij het ontwikkelen en implementeren van een interne meidcode. Nu de invoering van de wet op de Meidcode waarschijnlijk in juli 2013 gaat plaatsvinden heeft de werkgroep, bestaande uit (beleids-) medewerkers van het SHG, AMK en MJD, besloten deze conferentie in maart 2013 te laten plaatsvinden. Er is opnieuw een behoeftenpeiling gedaan onder verschillende organisaties en er blijkt met name onder welzijnsorganisaties in het noorden voldoende belangstelling te bestaan. Tijdens de conferentie zal de meidcode die binnen de MJD het afgelopen jaar is ontwikkeld als 'good practice' meegenomen worden. Hanteren verwijsindex Zorg voor Jeugd Er is opnieuw onderzoek gedaan naar de verwijsindex en de hantering daarvan binnen de MJD. Aanleiding is de onduidelijkheid die bij verschillende functiegroepen kan ontstaan over het hanteren van de verwijsindex Zorg voor Jeugd. Naar aanleiding van het onderzoek is een voorstel geschreven, bestaande uit een visie en een plan van aanpak. Kwartaalrapportage 4^ kwartaal MJD Groningen

8 De MJD acht het van groot belang dat haar betrokkenheid bij jeugdigen kenbaar kan worden gemaakt aan andere organisaties, zodat organisaties in contact kunnen komen met de MJD wanneer zij zorgen hebben of eveneens betrokken zijn. Zodoende kan zorgcoördinatie gerealiseerd worden. Samen met andere organisaties kunnen wij garant staan voor een veilige leefomgeving van de jeugdige. Zorgcoördi natie kan hierbij zorgen voor een sluitende aanpak en daarnaast bijdragen aan effectieve en efficiënte hulpverlening. Voor het succesvol functioneren van Zorg voor Jeugd is het actief signaleren door professionals van groot belang. Door de outreachende aanpak bevindt de medewerker van de MJD zich in de wijken, in de straten en in de huizen van zijn cliënten. Hierdoor ziet en hoort hij veel. Middels een standaard ketenregistratie in ZvJ kan de professional zijn (langdurige) betrokkenheid bij een jeugdige kenbaar maken. Het plan van aanpak is besproken met een zorgcoördinator Zorg voor Jeugd en uitgebreid bediscussieerd in het aandachtsfunctionarissenoverleg. Binnenkort zal het voorgelegd worden aan het MT van de MJD. Veilig Thuis Kaart Binnen de zorgafdeling van de MJD wordt met grote regelmaat gebruik gemaakt van de Veilig Thuis Kaart. Dit instrument geeft een handreiking voor het beoordelen en bespreken van veiligheid van kinderen in de thuissituatie. Nu alle aandachtsfunctionarissen kindermishandeling en huiselijk geweld de voorlichting hebben bijgewoond over het gebruik van dit instrument is ervoor gekozen het instrument aan het registratiesysteem (Regas) toe te voegen waardoor alle medewerkers er gebruik van kunnen maken. Voor vragen, hulp of ondersteuning kunnen medewerkers de aandachtsfunctionaris uit het eigen team aanspreken. Als bijlage zijn de instrumenten LIRIK en Veilig Thuis kaart die gebruikt worden bij evidence based en practice based evidence methodieken toegevoegd. Kwartaalrapportage 4 kwartaal MJD Groningen

9 3. Evidence based en practice based evidence methodieken binnen de modules van de MJD Binnen het aanbod van de MJD wordt steeds gezocht naar "practice-based evidence" en wordt er gewerkt met de zogenoemde "wat-werkt"-principes zoals opgesteld door het Nederlands Jeugdinstituut (NJl). Daarnaast wordt gebruik gemaakt van Evidence Based methodieken als Triple P. In 2013 zal er een 'opfristraining' Intensieve Ambulante Gezinsbegeleiding (lag) aangeboden worden aan de medewerkers om kennis opnieuw aan te scherpen en de nieuwste ontwikkelingen binnen te halen. Bij meervoudige problematiek blijkt het een werkzame aanpak te zijn om op meerdere terreinen tegelijkertijd hulp te bieden aan zowel het gezin/de jeugdige als de leefomgeving van het gezin/de jeugdige. Om mensen actief participant te maken van het eigen hulpverleningsproces is het van belang cliënten te betrekken bij het opstellen van het eigen hulpverleningsplan, gebaseerd op eigen krachten en de mogelijkheden uit zijn sociale netwerk. Ook blijkt het belangrijk dat de hulp intensief is en de hulpverlener de hulpverlening coördineert. Het bieden van praktische ondersteuning naast psychische hulp en het werken vanuit de leefomgeving van het gezin zelf zijn effectief gebleken. Naast de algemeen werkzame factoren van goed hulpverlenen is de houding van de hulpverlener nog belangrijker dan bij andere gezinnen/jeugdigen. Empowerment en uitgaan van de krachten van het gezin moeten de centrale uitgangspunten zijn. In de meeste gevallen hebben deze gezinnen en ook de jeugdigen namelijk al een lange - intergenerationele - geschiedenis met hulpverlening, waardoor ze zich erg wantrouwend opstellen tegenover hulpverleners. Het gedrag van jongeren is onlosmakelijk verbonden met het systeem waarin ze leven. Betrokkenheid van ouders en het gezin kan belangrijk zijn. Daarom wordt in sommige trajecten een combinatie gemaakt van intensieve ambulante jeugdhulp (laj) en ambulante gezinshulp (AGH). Voor een goed resultaat wordt binnen de modules van de MJD vanzelfsprekend planmatig en doelgericht gewerkt. Zo worden doelen altijd SMART geformuleerd, wat wil zeggen: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden. Oplossingsgerichte methodiek Binnen de modules van de MJD wordt de oplossingsgerichte methodiek als basis ingezet. Medewerkers hebben de post-hbo opleiding Intensieve Ambulante Gezinsbegeleiding (lag) gevolgd welke als uitgangspunt de oplossingsgerichte werkwijze heeft. Bij de oplossingsgerichte methodiek ligt de oorsprong in communicatie- en systeemtheorieën en (cognitieve) gedragstherapie (M.H. Erikson, J. Haley e.a.). Dat betekent o.a. dat de problemen niet meer vanuit de beperking van het probleem gezien worden, maar dat primair, concreet en praktisch gekeken wordt naar hoe mensen eigenlijk doorgaans problemen oplossen en wat ze zelf aan mogelijkheden en vaardigheden hebben. Mensen hebben zelf hun hulpbronnen. Voor zover deze mochten ontbreken, hebben mensen wellicht de mogelijkheid om deze te vergroten of te versterken, dan wel de situatie op een oplossingsgerichte manier tegemoet te treden. Zo ligt de aandacht bij de cliënt zelf. De hulpverlener heeft tot taak om deze aandacht goed vorm te geven en concreet te helpen focussen op de oplossing. Het vergroten van het eigen netwerk om steun te mobiliseren en problemen te delen speelt een grote rol. Binnen de methodiek worden door de hulpverlener verschillende technieken ingezet als: contact maken; context verhelderen; doelen stellen; hulpbronnen zoeken; complimenteren; uitzonderingen zoeken; schaalvragen stellen; wondervraag. Kwartaalrapportage4 kwartaal MJD Groningen

10 Triple P De naam 'Triple P' staat voor positief pedagogisch programma. Het oorspronkelijk Australische programma voor opvoedingsondersteuning is bedoeld voor ouders met kinderen van O tot 16 jaar. Triple P is een laagdrempelig, integraal programma met als doel (ernstige) emotionele en gedragsproblemen bij kinderen te voorkomen door het bevorderen van competent ouderschap. In Nederland zijn weinig programma's voor opvoedingsondersteuning met een dergelijke uitgebreide onderbouwing en waarnaar in zo veel verschillende landen onderzoek is gedaan. Triple P is een van de programma's die de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) aanbeveelt voor de preventie van problemen bij jeugdigen. Binnen de modules van de MJD wordt veelvuldig gewerkt met Triple P. De medewerkers van de geïndiceerde zorg zijn allen als Triple P uitvoerder niveau 4 en/of niveau 5 geregistreerd en daardoor gecertificeerd om Triple P interventies uit te voeren. Daarnaast zijn enkele medewerkers geaccrediteerd voor de modules Triple P Tieners. De hulpverlener leert de ouders verschillende opvoedingsstrategieën aan die een positief contact met hun kind bevorderen, gewenst gedrag stimuleren, leren ongewenst gedrag te hanteren en leren hoe zij hun kind nieuwe vaardigheden en gedrag kunnen leren. Binnen de modules van de MJD wordt de methodiek van Triple P gedurende meerdere sessies in de thuissituatie ingezet, zowel voor ouders met kinderen van 0-12 jaar als voor ouders met pubers. Cognitieve gedragstherapie Binnen de modules wordt gebruik gemaakt van onderdelen uit de cognitieve gedragstherapie en de sociale leertheorie. De interventies zijn gericht op veranderingen in de manier van denken van de cliënt en zijn interpretatie van de omgeving. Om sociale en probleemoplossende vaardigheden te verbeteren wordt gewerkt met modeling (rolmodel imiteren), ontspanningstechnieken en het geven van feedback. Ook wordt ingezet op het verbeteren van de communicatieve vaardigheden en het belonen/stimuleren van gewenst gedrag. Binnen de modules wordt gebruik gemaakt van rollenspelen en ook het geven van huiswerk, met name bij jeugdigen met meervoudige problematiek, blijkt een werkzame interventie. Daarnaast geeft psycho-educatie voor ouders en jeugdige vaak nieuwe inzichten. Systeemtheorie Een gezin is op te vatten als een systeem, met interactie tussen gezinsleden en interactie tussen het gezin en de omgeving. Vaak dragen alle gezinsleden bij tot het handhaven en versterken van de problematiek. Binnen het oplossingsgerichte denken betekent dit dat de gezinsleden tevens allen een bijdrage geven aan het oplossen van de problemen van het systeem. Binnen de module ambulante intensieve gezinsbegeleiding (AGH) van de MJD richt de zorg zich daarom op het gehele cliëntsysteem en beslaat meerdere leefgebieden. Ook binnen de module intensieve ambulante jeugdhulp (laj) wordt vanuit de systeemtheoretische gedachte gewerkt binnen verschillende leefgebieden. In sommige trajecten wordt een combinatie gemaakt van intensieve ambulante jeugdhulp (laj) en ambulante gezinshulp (AGH). Presentietheorie Methodische kenmerken van de presentietheorie zijn: het bewegen naar de ander toe in plaats van omgekeerd; niet uitgaand van één hulpvraag of probleem; aansluitend bij de leefwereld en levensloop van de betrokkenen; afstemming en openheid. Kwartaalrapportage4 kwartaal MJD Groningen

11 Binnen de modules van de MJD zien we dit terug in het outreachend en ambulant werken bij de cliënten thuis en het aansluiten bij zijn/haar leefwereld. De hulpverlener neemt zelf initiatief in het contact met de cliënt en laat zich hierin niet ontmoedigen. Binnen de intensieve ambulante jeugdhulp (laj) houdt de hulpverlener zich op in de leefomgeving van de jongere. Hierdoor worden problemen eerder gesignaleerd en worden signalen opgemerkt die anders moeilijker boven water zouden zijn gekomen. Kwartaalrapportage 4^ kwartaal MJD Groningen

12 Prestatie-indicatoren Prestatie-indicatoren kwartaal T kwartaal 3^ kwartaal 4^ kwartaal Mate van doelrealisatie Doel niet gehaald 10% 8% 8% 12% Doel deels gehaald 61% 28% 42% 43% Doel gehaald 29% 64% 50% 45% Mate van cliënttevredenheid Gemiddeld rapportcijfer Jeugdigen - 8,6 9,0 7,8 Ouders/verzorgers 8 8,5 9,1 9,2 Mate van reguliere beëindiging Door cliënt eenzijdig afgebroken Door BJZ/MJD voortijdig afgebroken - - 4% 36% In overeenstemming tussen cliënt, BJZ en 100% 95% 96% 57% MJD beëindigd Andere redenen - 5% - 7% Toelichting: De scores van de mate van doelrealisatie worden gemeten per einddoel (maximaal 10 per cliënt) van de afgeronde trajecten. De cijfers van doelrealisatie in het derde kwartaal zijn gebaseerd op 42 indicatiedoelen (5,3 doel per traject). Het percentage behaalde doelen ligt op 45%. Het percentage behaalde doelen en deels behaalde doelen ligt samen op 88%. Het aantal respondenten van de afgeronde trajecten die de exitvragenlijst hebben ingevuld, ligt op 82%. De eerder gewijzigde procedure om exitvragenlijsten via een antwoordenveloppe door cliënten te laten retourneren leverde in het vorige kwartaal een beduidend lagere respons op. We zijn hier inmiddels weer van afgestapt en hanteren nu de oude werkwijze weer waarbij de hulpverlener er voor zorgt dat de exitvragenlijsten ingevuld retour komen. Met terugwerkende kracht hebben we nog een aantal exitvragenlijsten over het 3 kwartaal ontvangen en hebben op basis hiervan de cijfers aangepast. Dit brengt het aantal respondenten in het 3^ kwartaal op 80 %. De afsluitingen betroffen zowel ambulante gezinshulpverleningtrajecten als jeugdhulpverleningtrajecten. In geval van gezinnen met jeugdigen ouder dan 12 jaar zijn de exitvragenlijsten zowel door de ouder(s) als de jeugdigen ingevuld. Zowel ouders als jeugdigen waarderen onze hulpverlening met een gemiddeld rapportcijfer van respectievelijk een 7,8 en een 9,2. Kwartaalrapportage 4^ kwartaal MJD Groningen

13 Procentueel gezien is er in het vierde kwartaal sprake van een hoge score voortijdige beëindigingen. In totaal zijn er in het vierde kwartaal zes trajecten geweest die voortijdige zijn beëindigd. De redenen hiervoor zijn divers: het plotselinge overlijden van de ouder; een doorverwijzing naar passende gezinshulpverlening i.v.m. LVGproblematiek; uithuisplaatsing van de jeugdige; gebrek aan medewerking en motivatie bij ouders wat geresulteerd heeft in een raadsmelding. De hulpverlening is in alle gevallen in overeenstemming tussen MJD en BJZ voortijdig beëindigd. Kwartaalrapportage4 kwartaal MJD Groningen

14 5. Cliëntaantallen Aanmeldingen Met 7 nieuwe aanmeldingen in vierde kwartaal komt het totaal aantal aanmeldingen uit op 51. Dit zijn 13 aanmeldingen meer dan de afgesproken capaciteitsvolumes op basis van de subsidiebeschikking 2012 en AREZgelden. Voor alle aangemelde cliënten is op peildatum 31 december 2012 de zorg daadwerkelijk gestart. Het totaal aantal gebruikers (instroom 2012 en doorloop 2011) komt in het vierde kwartaal uit op 107. Wachttijden De gemiddelde wachttijd van de nieuwe aanmeldingen tot zorgstart ligt in het vierde kwartaal op 16 dagen. Ten opzichte van het vorige kwartaal is de wachttijd gelijk gebleven. Bij 20 cliënten is de zorgstart gepland binnen de termijn van vier weken, voor 18 cliënten vier tot negen weken en voor 13 cliënten is de wachttijd opgelopen tot meer dan negen weken. Deze langere wachttijd is deels veroorzaakt doordat een aantal cliënten (in het tweede kwartaal) enige tijd op de wachtlijst hebben gestaan in afwachting van extra capaciteitsuitbreiding. Van de in totaal 51 aangemelde cliënten is op peildatum 31 december 2012 voor alle cliënten de zorg daadwerkelijk gestart. Uitstroom trajecten In het vierde kwartaal van 2012 zijn er 14 trajecten beëindigd. De gemiddelde doorlooptijd van deze trajecten betreft 10.8 maanden. Een aantal trajecten kende een iets langere looptijd om tot doelrealisatie te komen vanwege meervoudig complexe problematiek. De gemiddelde doorlooptijd van trajecten die regulier worden beëindigd liggen nog wel in de lijn van verwachting van de gemiddelde trajectduur van negen maanden (totaal gemiddeld 8.6 maand). Op peildatum 31 december 2012 zijn er totaal 38 actieve trajecten. Kernaantallen voor 2012 Conform de afspraak met de Provincie Groningen biedt de MJD in 2012 op basis van de subsidie beschikking en AREZgelden plaats aan 94 geïndiceerde jeugdzorgtrajecten in 2 hulpvarianten, de Ambulante Gezinshulpverlening en de Intensieve Ambulante Jeugdhulpverlening (38 nieuwe instroom en 56 doorstroom). Aantal gebruikers Hulpvariant waarvoor de cliënt is aangemeld Ambulante Gezinshulpverlening (AGH) Intensieve Ambulante Jeugdhulpverlening (laj) Stand per Instroom Kwartaal 1 Instroom Kwartaal 2 Instroom kwartaal 3 Instroom Kwartaal Totaal aantal gebruikers Totaal 56* Toelichting: * We hebben een correctie toegepast op de doorstoomaantallen van Kwartaalrapportage 4 kwartaal MJD Groningen

15 Wachttijden instroom vierde kwartaal (kalenderdagen) Wachttijd start zorg Module AGH Module laj Totaal gemiddelde wachttijd kalenderdagen Toelichting: Het totaal gemiddelde wordt berekend naar verhouding van het aantal instroomcliënten per module. Wachtlijst op peildatum 31 december 2012 Hulpvariant waarvoor de cliënt is aangemeld Ambulante Gezinshulpvedening (AGH) Intensieve Ambulante Jeugdhulpverlening (laj) Aanmeldingen Wachttijd < 4 weken Wachttijd 4-9 weken Wachttijd > 9 weken Wachtlijst Totaal Aantal afgesloten trajecten (uitstroom) Hulpvariant waarvoor de cliënt is aangemeld Ambulante Gezinshulpverlening (AGH) Intensieve Ambulante Jeugdhulpverlening (laj) Uitstroom Kwartaal 1 Uitstroom kwartaal 2 Uitstroom kwartaal 3 Uitstroom kwartaal Totaal Totaal Gemiddelde doorlooptijd trajecten (in maanden) Hulpvariant waarvoor de cliënt is aangemeld Ambulante Gezinshulpverlening (AGH) Intensieve Ambulante Jeugdhulpverlening (laj) Doorloop Kwartaal 1 Doorloop kwartaal 2 Doorloop kwartaal 3 Doorloop kwartaal , , Totaal gemiddeld Totaal gemiddeld , Kwartaalrapportage 4 kwartaal MJD Groningen

16 6. Financiële cijfers Momenteel wordt het boekjaar 2012 afgesloten en worden voorbereidingen getroffen voor de accountantscontrole. Bij deze kwartaalrapportage is derhalve geen tussentijds overzicht aanwezig. De conceptjaarrekening zal conform afspraak met de heer J. Bolt begin april 2013 worden aangeleverd. Kwartaalrapportage4 kwartaal MJD Groningen

17

18 Bijlage 1 Formatie jeugdzorg en ziekteverzuim De afdeling die onder andere werkzaamheden verricht ten behoeve van de geïndiceerde jeugdzorg, bestaat uit circa 20 medewerkers. Het ziekteverzuim tot en met het vierde kwartaal van 2012 bedroeg: Inclusief zwangerschap: 9,6% exclusief zwangerschap: 9,1% Het hoge percentage ziekteverzuim wordt vertekend door één langdurig ziektegeval, dat procentueel zwaar weegt op de relatief kleine afdeling. Gecorrigeerd bedraagt het percentage (exclusief zwangerschap): 4,6%. Langdurig ziekteverzuim beïnvloedt niet de uitvoering omdat er dan sprake is van ziektevervanging. Kwartaalrapportage 4^ kwartaal MJD Groningen

19 Bijlage 2 Budget vergelijkingsoverzicht realisatie t/m begroting t/m begroting 4e kw e kw Subsidie 2012 overloop Subsidie 2011 Arez2012 Totaal Baten Normatieve lasten (uren x tarief) * resultaat \ Op basis van geschreven uren op cliëntdossiers, gewaardeerd tegen integrale kostprijs Conform de afspraak is ,- budget overgeheveld naar 2012 om extra gebruikers van zorg te kunnen voorzien. In bovenstaand overzicht is nog gerekend met normatieve lasten op basis van geschreven uren op cliëntdossiers vermenigvuldigd met een gemiddelde integrale kostprijs. Conform afspraak krijgt u van ons een definitief overzicht met het resultaat van de geïndiceerde jeugdzorg en zullen wij een eventueel overschot apart reserveren. In uw brief van 9 januari 2013 betreffende onze kwartaalrapportage derde kwartaal 2012, constateert u het volgende: Eind april is de CAO jeugdzorg afgesloten. U heeft rekening gehouden met een structurele verhoging van 1 % van de salarissen in 2012 en een eenmalige uitkering van 1,5% over De structurele CAO-verhoging is echter 2% over 2012 en een eenmalige uitkering van 1,6% over Voor deze extra personeelskosten heeft u op de balans geen reservering opgenomen. De extra kosten zouden uit de algemene reserve gedekt kunnen worden. Dit beeld behoeft enige nuancering. MJD valt als organisatie onder de CAO Welzijn en Maatschappelijke dienstverlening. Voor deze CAO geldt in 2012 een verhoging van 1% vanaf december Slechts voor een beperkt deel van de formatie heeft de CAO Jeugdzorg invloed op de personeelskosten van MJD. Kwartaalrapportage4 kwartaal MJD Groningen

20 Bijlage 3 Bekostigingseenheden De MJD hanteert in overleg met haar grootste opdrachtgever, de Gemeente Groningen, een kostprijssystematiek met als resultaat een prijs per uur dienstverlening. Op basis van de subsidie die MJD ontvangt ten behoeve van de geïndiceerde Jeugdzorg, wordt de formatie bepaald die ingezet kan worden. Op jaarbasis zal een eventueel positief resultaat behaald bij de geïndiceerde jeugdzorg gereserveerd worden in een egalisatiereserve. Kwartaalrapportage 4^ kwartaal MJD Groningen

21 Bijlage 4 Werkplan Cliëntenraad MJD Kwartaalrapportage 4^ kwartaal MJD Groningen

22 CLIËNTEN»ID raad Werkplan Cliëntenraad MJD Werkplan Cliëntenraad MJD Pagina 1 van 3

23 Inleiding Eind 2005 zijn de voorbereidingen begonnen voor het oprichten van een cliëntenraad bij de MJD in Groningen. In december 2006 is de cliëntenraad officieel geïnstalleerd. In dit werkplan staan de voorgenomen activiteiten van de cliëntenraad voor de jaren 2011, 2012 en Doelstelling De cliëntenraad houdt zich bezig met de behartiging van de (collectieve) belangen van de cliënten van de MJD. De cliëntenraad doet dit door het verschaffen van inzicht in wat er onder (potentiële) cliënten leeft. Zij beoordeelt de kwaliteit van de dienstverlening en zorgt er voor dat er binnen het beleid van de MJD voldoende aandacht is voor de positie van de cliënten. Kader waarbinnen de activiteiten worden verricht Er zijn twee sporen: In het kader van het adviesrecht dat de cliëntenraad heeft, worden jaarlijks terugkerende beleidsstukken, plannen of verslagen en dergelijke besproken en van advies voorzien. Anderzijds ziet de cliëntenraad een rol voor zichzelf weggelegd als het gaat om het peilen van behoeften, wensen en vragen van (toekomstige) klanten en het toetsen van de waardering (tevredenheid) van klanten voor het aanbod van de MJD. Activiteiten 2011 Bij vrijwel alle activiteiten komen de volgende zaken aan de orde: inventariseren uitkomsten bespreken plan van aanpak formuleren plan van aanpak uitvoeren eventueel advies uitbrengen aan de directie evaluatie plan van aanpak en advies Contacten achterban ( voorjaar / najaar) Onderzoek naar de mogelijkheden en middelen om contact achterban te vergroten. 2. Bekendheid Cliëntenraad (start maart) Onderzoek welke communicatiemiddelen de bekendheid van de Cliëntenraad voor de cliënten en de organisatie vergroten. 3. Klanttevredenheidsonderzoek: (augustus 2011 afgerond) Uitkomsten KTO eerste opvang 4. Privacy (eind 2011 afgerond) Onderzoek of de privacy (cliënten) voldoende gewaarborgd wordt. 5 ZZP Onderzoek naar de financiële problematiek en het beleid van de MJD. 6. Klachten (najaar) Onderzoek naar de aard en aantal klachten, de afhandeling van klachten en de toegankelijkheid voor het indienen van een klacht. 7. Externe contacten o.a. Klachtencommissie, cliëntenraden, WMO Platform, Landelijke Organisatie Cliëntenraden. 8. Deskundigheidsbevordering Onderzoek naar wensen en behoeften binnen de Cliëntenraad. 9. Eva/uaf/e functioneren Cliëntenraad. (december) 10. Advies aan directie over begroting, jaarrekening, jaarverslag en beleidsagenda. 11. Ontwikkelingen Werkplan Cliëntenraad MJD Pagina 2 van 3

24 Het volgen van en indien nodig inspelen op ontwikkelingen die van belang zijn voor (toekomstige) klanten van de MJD en voor het functioneren van de cliëntenraad. Een voorbeeld hiervan is het nieuwe wetsvoorstel Wet Cliëntenrechten Zorg. Activiteiten 2012/ Bereikbaarheid allochtonen. 2. Beleid vrijwillige inzet en activering en uitvoering. 3. Diversiteit (personeelsbeleid, doelgroepen en interculturele communicatie). Samenstelling cliëntenraad op De cliëntenraad van de MJD bestaat op uit de volgende personen: Reza Delfani, voorzitter Hafida Hahoud Jan Heslinga Hans van der Klooster, secretaris All Moshkani-Farahani Ellen Niewold Gryt Pebesma Jeannine Plantema Marjan Schut Robert de Wit Semiha Yazar Brigit Grol is ambtelijk secretaris. Adviesrecht cliëntenraad In de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ) staat over welke onderwerpen de cliëntenraad adviesrecht heeft. Dat wil zeggen dat de directie alleen een besluit mag nemen, als eerst de mening van de Cliëntenraad is gevraagd. Deze onderwerpen zijn: Een wijziging van de doelstelling of grondslag Het overdragen van de zeggenschap of fusie Het aangaan of verbreken van een duurzame samenwerking met een andere instelling De gehele of gedeeltelijke opheffing van de instelling, een verhuizing of ingrijpende verbouwing Een belangrijke inkrimping, uitbreiding of andere wijziging van de werkzaamheden Het benoemen van personen die rechtstreeks de hoogste zeggenschap hebben bij de leiding van arbeid in de instelling De begroting en jaarrekening Het algemeen beleid inzake de toelating van cliënten en stopzetting van de dienstverlening aan cliënten Een belangrijke wijziging in de organisatie. Verzwaard adviesrecht heeft de Cliëntenraad op o.a. onderstaande onderwerpen. Dat wil zeggen dat de directie daarover in principe uitsluitend een besluit mag nemen waarmee de Cliëntenraad het eens is. De systematische bewaking, beheersing of verbetering van de kwaliteit van de aan cliënten te verlenen zorg De vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten van cliënten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling van klachten van cliënten Wijziging van het besluit tot instelling van de Cliëntenraad. Vergaderschema 2011 In principe vergadert de cliëntenraad 10 x per jaar op de derde dinsdag van de maand. De vergaderingen worden ondersteund door een ambtelijk secretaris. De cliëntenraad (voorzitter en secretaris) vergadert 4 x per jaar met de directie. De cliëntenraad plant in 2011 een kennismakingsgesprek met de Raad van Toezicht. De cliëntenraad vergadert 1 x per jaar met de Ondernemings Raad. De cliëntenraad vergadert 1 x per jaar met het Zorgkantoor. Financiën Jaarlijks heeft de cliëntenraad beschikking over een budget van 3500,-. Werkplan Cliëntenraad MJD Pagina 3 van 3

25 Bijlage 5 Instrumenten LIRIK en Veilig Thuis kaart Kwartaalrapportage 4 kwartaal MJD Groningen

26 Bijlage 5 Instrumenten LIRIK en Veilig Thuis kaart Kwartaalrapportage 4 kwartaal MJD Groningen

27 1. Huidige veiligheidssituatie A. DIRECTE VEILIGHEID G Bedreiging door ouder(s)/primaire opvoeder(s): D Ernstige kindermishandeling G Onvoldoende bescherming D Onvoldoende basiszorg D Opvoeder niet beschikbaar D Ouder(s) belemmeren zicht op/toegang tot jeugdige D Bedreiging door jeugdige zelf D Bedreiging door ander gezinslid/derde, namelijk: Zijn er vermoedens of aanwijzingen dat de jeugdige op dit moment fysiek in gevaar is? D ja D nee D onbekend Toelichting: B. OI^IGANG OUDER(S) - JEUGDIGE Zijn er concrete aanwijzingen voor: Lichamelijk of psychisch geweld Verwaarlozing Seksueel misbruik Getuige van huiselijk geweld D ja D nee D onbekend D ja G nee G onbekend G ja G nee G onbekend D ja D nee D onbekend Zorgen over opvoeding en verzorging: Bescherming en veiligheid Basale verzorging Emotionele warmte (ondersteuning) Regels en grenzen Stimulering Stabiliteit Anders: D zorgen D zorgen D zorgen D zorgen D zorgen D zorgen D zorgen D geen zorgen D geen zorgen D geen zorgen D geen zorgen D geen zorgen G geen zorgen G geen zorgen D onbekend D onbekend D onbekend D onbekend G onbekend G onbekend D onbekend Ais één afmeer onbekend: D ouder geeft geen inzicht in eigen handelen D onvoldoende informatie beschikbaar Zijn er aanwijzingen voor bedreigend handelen of nalaten van de ouder(s)? D ja D nee D onbekend Toelichting: C. JEUGDIGE(N) Psychosociaal functioneren D zorgen D geen zorgen D onbekend Lichamelijke gezondheid Vaardigheden en cognitieve ontwikkeling Anders: G zorgen G zorgen D zorgen G geen zorgen D geen zorgen D geen zorgen D onbekend D onbekend D onbekend Zijn er kindsignalen die wijzen op een onveilige opvoedingssituatie of kindermishandeling? G ja D nee D onbekend Toelichting:

28 D. RISICOFACTOREN Risicofactoren bij de ouder(s) Functioneren als opvoeder Eerder een kind mishandeld, verwaarloosd of misbruikt Ontoereikende pedagogische kennis en/of vaardigheden Problemen in de ouder-kind interactie Minimaliseren/ontkennen aangetoonde kindermishandeling Negatieve houding t.a.v. kind Persoonlijk functioneren Psychiatrische problematiek Verslavingsproblematiek Verstandelijke beperking Beschikbaarheid voor het kind Fysiek Emotioneel Voorgeschiedenis Op jonge leeftijd (<18 jaar) ouder geworden Zelf slachtoffer van kindermishandeling Eerder geweld gebruikt tegen personen Problematische partnerrelatie Anders: Dja: D nee: D? Dia: D nee: D? Dja: D nee: D? Dja: G nee: D? Dja: G nee: G? Dja: G nee: G? Dja: Dja: D nee: G? D nee: G? Dja: D nee: G? Dja: D nee: D? Dja: G nee: D? Dja: Dja: G nee: D? D nee: G? Dja: D nee: G? Dja: D nee: G? Risicofactoren bij jeugdige(n), gezin en/of omgeving Jeugdige(n) Jong kind (< 5 jaar) Belaste voorgeschiedenis (bijv. prematuur) (Ernstige) ziekte of handicap Gedrags- en/of Ontwikkelingsproblemen Moeilijk temperament Ongewenst Anders: D ja D D ja D D ja D D ja D D ja D D ja D Dja D nee D? nee D? nee D? nee D? nee G? nee G? nee G? Gezin en omgeving Eenoudergezin, stiefgezin, groot gezin Veel conflicten Huiselijk geweld Instabiel, ongeregeld leven Materiële/financiële problemen (werkloosheid, huisvesting) Ingrijpende levensgebeurtenissen Sociaal isolement/sociaal conflict Anders: D ja D nee D? G ja G G ja G G ja G G ja G D ja D D ja D D ja D nee D? nee D? nee D? nee D? nee D? nee D? nee D? Zijn er risicofactoren voor kindermishandeling? D ja D nee D onbekend Toelichting: Conclusie huidige veiligheidssituatie D Er is sprake van een levensbedreigende situatie of direct fysiek gevaar Toelichting: O Er is sprake van feitelijlc aangetoonde kindermishandeling D op dit moment D in het verleden (nu gestopt) D Er is mogelijk sprake van kindermishandeling D er lijkt sprake van bedreigend handelen of nalaten van de ouder(s) D er zijn kindsignalen die daarop wijzen D er zijn risicofactoren bij de ouder(s) D er zijn risicofactoren bij jeugdige, gezin en/of omgeving D ouder geeft geen informatie of inzicht in eigen handelen D Er zijn geen aanwijzingen voor kindermishandeling D Onvoldoende informatie om een oordeel te vormen

29 2. Risicotaxatie Aanvullende risicofactoren bij vermoedelijke of aangetoonde kindermishandeling: D (Vermoedelijke) pleger heeft direct toegang tot de jeugdige D Derden hebben geen zicht op de jeugdige Wat kan er gebeuren? Aard Kans Mogelijke risico's voor de D Levensbedreigende situatie of direct o G groot D reëel G klein jeugdige fysiek gevaar =» D groot D reëel D klein D Ontstaan van kindermishandeling o D groot D reëel D klein D Voortduren/herhaling van => D groot D reëel G klein kindermishandeling D Anders: k/erwachte gevolgen voor de D zeer ernstig D ernstig D matig ernstic D gering peugdige Zijn er beschermende factoren die de risico's kunnen D veel ^ D enkele =* D geen D onbekend verminderen? Ouder(s) Gezin en omgeving Jeugdige D Gevoel van competentie, D Steun informele netwerk: D Sociaal vaardig draagkracht D Steun formeel netwerk: D Positief zelfbeeld D Positief zelfbeeld D Bovengemiddelde intelligentie D Ondersteunende partner D Aantrekkelijk uiterlijk D Kan eigen jeugdervaringen D Goede relatie belangrijke volwassene(n) hanteren D Ego-veerkracht (stressresistentie) D Positieve jeugdervaringen D Bereid en in staat om te veranderen D Kan steun vragen/profiteren van D Emotionele beschikbaarheid D Flexibiliteit D Bereid en in staat om te veranderen D Anders: Conclusie risico's voor de jeugdige Op dit moment D zeer groot D groot D reëel G klein Toelichting: Bij voorziene veranderingen in de nabije toekomst D zeer groot D groot D reëel G klein Toelichting:

30 Beoordeling van veiligheid: overzicht van aandachtspunten Algemene aandachtspunten Bekijk de zaak van verschillende kanten: verzamel informatie over verschillende onderwerpen en bij verschillende informanten. Lijstjes met aandachtspunten helpen je om geen belangrijke zaken over het hoofd te zien. Maak onderscheid tussen concrete, feitelijke informatie en de beleving of mening van anderen. Vraag altijd goed na wat een ander bedoelt. Let niet alleen op fysieke of materiële aspecten, maar ook op emotionele aspecten. Bespreek jouw oordeel met andere professionals. Neem moeilijke beslissingen nooit alleen. 1. Afwezigheid van seksueel misbruik, fysieke of psychische mishandeling (^ Wordt het kind thuis seksueel misbruikt? Lj O Wordt het kind thuis fysiek mishandeld? CD Q Wordt het kind thuis psychisch mishandeld? O D Wordt het kind door iemand buiten het gezin mishandeld of misbruikt én doen ouders niets ofte weinig om het kind daartegen te beschermen? O D Is het kind getuige van seks of seksueel geweld tussen de ouders of andere volwassenen? LJ LJ Is het kind getuige van fysiek en/of psychisch geweld tussen de ouders? O t De voorbeeldvragen gaan hier uit van een onveilige situatie, namelijk als sprake is van mishandeling of misbruik. 2. Aanwezigheid van basale verzorging en bescherming ^^ (f^ Is er binnen het gezin tenminste één vaste volwassene aanwezig die zorgt voor adequate verzorging van het kind? [j (^ Is er binnen het gezin tenminste één vaste volwassene aanwezig die het kind beschermt? ^ []] Is er binnen het gezin tenminste één vaste volwassene aanwezig die ervoor zorgt dat het leerplichtige kind naar school gaat? Q

31 3. Affectieve relatie tussen ouder en \K kind I aandacht van ouder voor kind (^ (^ c:; Is er sprake van een affectieve band tussen ouder(s) en kind? Is er binnen het gezin tenminste één vaste verzorger emotioneel beschikbaar voor het kind? [j L) 4. Regelmaat, structuur en continuïteit (^ <^ ' Is er regelmaat en stabiliteit in de dagelijkse verzorging en opvoeding? [J LJ Hanteren de ouders duidelijke en op het kind afgestemde regels en grenzen? L] O Stellen de ouders realistische eisen aan het kind? D D! l ' :1 5. Voldoende toezicht van een volwassene (^ (^ Is er binnen het gezin tenminste één vaste volwassene aanwezig die toezicht houdt op het kind? D LJ 6. Gevoel van veiligheid van het kind <^. (^ Voelt het kind zich thuis veilig en geborgen? LD LJ Zijn er signalen in gedrag en ontwikkeling dat het kind zich niet op zijn gemak voelt? LJ LJ 7. Veranderingsmogelijkheden van de ouder(s) (^ (^ Heeft de ouder inzicht in de problematiek? LJ D Is de ouder bereid en in staat om de situatie voor het kind in positieve zin en permanent te veranderen? LJ LJ 8. Steun uit het sociaal netwerk (^ 0^ Is steun uit het sociaal netwerk beschikbaar voor de ouders? Lj Is er een sociaal netwerk beschikbaar voor het kind? LJ LJ LJ