D E C E M B E R J A A R G A N G 9 3 S > " U U K H I S T O R I S C H
|
|
- Cecilia de Valk
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 D E C E M B E R J A A R G A N G 9 3 S > " U U K H I S T O R I S C H M A A N D B L A D '"^'w m NATUURHISTORISCH GENOOTSCHAP IN LIMBURG
2 328 D E C E M B E R l A A K G A N G 93 NATUUUHISTORISCH M A A N D B L A D VERANDERINGEN IN HET BEEKDALLANDSCHAP VAN DE PEELREGIO DEEL II: G R E N Z E N AAN HET V E R S P R E I D I N G S G E B I E D IN LIMBURG VAN DE D R I E D O O R N I G E STEKELBAARS, DE TIENDOORNIGE STEKELBAARS EN HET BERMPJE W.CEP. Verberk, Stichting Barger^een/Afdeling Dierecologie en -ecof/siologie, Radboud IJniversiteit Nijmegen. Toernooiveld I 6525 ED Nijmegen P.j.j. van den Munckhof, Ingenieursbureau Oranjewoud BV, Postbus 40, 4800 AA Oosterhout B.J.A. Pollux, Afdeling Aquatische Oecologie en Milieubiologie, Radboud Universiteit Nijmegen, Postbus KD Nijmegen De Driedoornige stekelbaars (Gasterosteus aculeatus) is één van d e interessantste vissen in de beken van Limburg. Deze soort is het meest talrijk in de Limburgse beken, maar heeft een 'gat' in zijn verspreidingsgebied in de Peelregio. De nauwverwante Tiendoomige stekelbaars {Pungitius pungitius) laat juist het tegenovergestelde zien, terwijl het verspreidingsbeeld van het Bermpje (Barbatula barbatulus) in grote lijnen overeenkomt met dat van de Driedoornige stekelbaars. Dit artikel beschrijft de verschillen en overeenkomsten in het verspreidingsgebied van deze drie soorten in Limburg, waarbij voor de Peelregio een vergelijking wordt gemaakt met de historische verspreiding. Uitgaande van de biologie van de soorten wordt hiervoor een verklaring geboden. V E R K L A R E N V AN VERSPREIDINGSPATRONEN Met het gereedkomen van de adas van de L i m - burgse beekvissen is veel informatie beschikbaar gekomen over de verspreiding van vissoorten ( C R O M B A G H S et al., ). In het geval van d e D r i e d o o r n i g e stekelbaars r o e p t het verspreidingsbeeld vragen op. D e z e s o o r t kan het meest succesvol worde n genoemd aangezien de s o o r t in vergelijking m e t andere beekvissen in d e meeste beken aanwezig is e n t e - vens de hoogste aantallen bereikt. E c h t e r de soort lijkt o o k een achilleshiel te hebben. In d e Peelregio is een 'gat' in zijn verspreidingsgebied t e zien. D a a r w a a r juist de n a u w v e r w a n - te Tiendoomige stekelbaars frequenter v o o r - komt. W a t is h i e r v o o r de verklaring? D e laaglandbeken in het Noordelijk Peelgebied zijn o v e r het algemeen sterk v e r s t u w d. Hierdoor staat het water in de zomer nagenoeg stil. H e t verschil tussen de Driedoorni- FIGUUR I H e t Bermpje ( B a r b a t u l a b a r b a t u l u s ) vermijdt concurrentie door zijn nachtactieve levenswijze en heeft daarom kleine ogen en tastdraden (foto: Wilco Verberk). ge stekelbaars en de T i e n d o o m i g e stekelbaars kan v e r v o l g e n s w o r d e n v e r k l a a r d d o o r de verschillen in v o o r k e u r van de beide s o o r t e n : de Driedoornige stekelbaars geeft de v o o r - keur aan matig snelstromende wateren, terwijl de T i e n d o o m i g e stekelbaars de v o o r k e u r geeft aan stilstaande en zwakstromende w a - teren m e t een dichte vegetatie ( H A R T, ). Een dergelijke redenatie is echter niet afdoende (zij verklaart evenveel als d e redenatie dat de Heivlinder {HIpparMa semele) m et name op de hei word t aangetroffen, omdat het een karakteristieke s o o r t v o o r heide betreft). O m de cirkelredenatie te d o o r b r e k en is het nodig o m de eigenschappen van de stekelbaarssoorten in beschouwing te nemen. Elke soort heeft in de loop van d e evolutie k e n m e r k e n ontwikkeld waardoor deze goed is aangepast aan de leefomstandigheden. Bestudering van de kenmerken en d e eisen aan d e omgeving die daaruit voorkomen, leveren een verklaring v o o r de verschillen in leefgebied ( V E R B E R K et ai, ). D e waargenomen verschillen in leefgebied kunnen hierbij een aanwijzing v o r m e n v o o r d e richdng waarin een verklaring v o o r de verandering in de verspreiding van dieren m o e t w o r d e n gezocht. Daarnaast bieden vergelijkingen tussen gebieden en tussen soorten een kader w a a r t e - gen de veranderingen kunnen w o r d e n afgezet. In dit artikel w o r d t allereerst een vergelijking gemaakt tussen de huidige en d e historische verspreiding van de Driedoornige stekelbaars en de T i e n d o o m i g e stekelbaars. B o v e n d i e n wordt hierbij o o k het Bermpje (figuur I) betrokken o m d a t deze qua verspreiding s t e rk overeenkomt m e t de Driedoornige stekelbaars. D e vergelijking met de historische situatie zal beperkt blijven t o t de Peelregio vanwege de beschikbaarheid van historische gegevens. D e verwachting hierbij is dat ten opzichte van de historische situade verschillen tussen bovenloop en benedenloop qua bezetting d o o r de drie soorten veel kleiner zijn geworden ( V E R - B E R K e al., ). D e z e verwachting w o r d t hier getoetst. T e n t w e e d e w o r d t de huidige ver-
3 N A T U U U H I S T O R I S C H M A A N D B L A D D E C E M B E R J A A R G A N G 9 J 329 spreiding van de drie soorten in Limburg vergelel<en.vanuitverschillen en overeenkomsten in d e biologie van soorten w o r d t e e n verklaring geboden v o o r de verschillen in verspreiding. BRONGEGEVENS EN VERVAARDIGING V E R S P R E I D I N G S K A A R T E N Voor de historische verspreiding is gebruikgemaakt van de talrijke historische vangstgegevens van de t w e e d e auteur die zijn verzameld in de periode van en van literatuurgegevens (CuPPEN, 1977). V o o r de actuele v e r - spreiding is gebruikgemaakt van het gegevensbestand van het N a t u u r h i s t o r i s c h G e n o o t - schap in Limburg en Sdchdng R A V O N, aangevuld m e t vangstgegevens van alle auteurs in de periode na Eind zeventiger jaren zijn de meeste beken in d e Peel regio aangetakt o p m et Maaswater gevoede kanalen. Dit heeft samen met de databeschikbaarheid de keuze v o o r de scheiding in deze t w e e perioden bepaald. Van de beschikbare data zijn verspreidingskaarten op k i l o m e t e r h o k n i v e a u g e m a a k t. Voor de verspreidingskaartjes is getracht om als volgt rekening te houden met de talrijkheid van de s o o r t e n. V o o r k i l o m e t e r h o k k e n waarvan vier of m e e r r e c o r d s v o o r h a n d e n waren, is p e r s o o r t de f r e q u e n t i e bepaald (aantal r e c o r d s van de s o o r t / totaal aantal r e c o r d s in desbetreffende km-hok x 100%). Bij f r e q u e n t i e s lager dan 5 0 % is e e n kleine stipgrootte (diameter: 0,5 k m ) aangehouden. Bij frequenties hoger dan 7 5 % van de t o t a le r e c o r d s is een g r o t e stipgrootte (diameter: I k m ) gebruikt, bij de overige frequenties en voor h o k k e n m e t drie of minder r e c o r d s e e n normale stipgrootte (diameter: 0,7 k m ). Lege hokken ( w e l r e c o r d s, s o o r t niet aangetroffen) h e b b e n e e n g r o t e stipgrootte w a n n e e r daar m e e r dan drie r e c o r d s w a r e n. A n d e r s is een n o r m a l e stipgrootte t o e g e k e n d. VERSPREIDINGSPATRONEN H I S T O R I S C H E E N A C T U E L E V E R S P R E I D I N G NOORDELIJKE P E E L R E G I O In de historische situatie ( ) is de Driedoornige s t e k e l b a a rs a a n w e z i g in h e t Loobeekdal en h e t Maasdal, w a a r de s o o r t t o t a \ Ar A / \ OOO ^ OOpK^^ / \ aan het Maasterras v o o r k o m t (figuur 2a). De T i endoornige stekelbaars daarentegen is niet beperkt in zijn v o o r k o m e n, maar bereikt de hoogste dichtheden in de omgeving van de Lollebeek en de b o v e n l o op van de L o o b e e k (figuur 2b). H e t B e r m p j e k o m t m e t name in de benedenloop van de Lollebeek samen m e t de Tiendoornige stekelbaars v o o r (figuur 2b,c). In de actuele situatie (1978-heden), w a n n e e r de beken w o r d e n gevoed m et Maaswater, valt op datdescherpescheidslijn in hetverspreidingsgebied van de D r i e d o o r n i g e stekelbaars is Legenda Soort k o m t v o o r in minder dan 50% van de records. Minder dan 4 records, of s o o r t l<omt voor in 50% t o t 75% van de records. Soort i<omi v o o r in meer dan 75% van de records. O Q Minder dan 4 records v o o r kilometerhok. 4 of meer records v o o r küometerliok. ;i Riviergrondel aangetroffen. Bermpje aangetroffen. ^ ^ Tiendoornige stekelbaars aangetroffen. Driedoornige stekelbaars aangetroffen. IJzerrijk grondwater (> IO mg per liter). FIGUUR 2 De historische verspreiding en de aauele verspreiding van de Driedoornige stel<.elbaars (Gasterosteus aculeatus) (o), de Tiendoornige stel^elbaars (Pungitius pungitius) (b), het Bermpje (Barbatula barbatulus)(c) en de Riviergrondel (Gobio gobio) (d). Het voort<omen van grondwater met ijzergehaltes hoger dan IO mgll is gearceerd aangegeven (naar VAN DEN MuNCKHOf, 2002).
4 330 D E C E M B E R J A A R G A N G 93 NATUURHISTORISCH M A A N D B L A D Legenda Soort komt voor m minder dan 50% vzn de records. Meer dan <( records, of soort komt voor n 50% lot 75% van de records. Soort komt voor in meer dan 75% van de records. O Q Minder dan 4 records voor kilometerhok. 4 of meer records voor kilometerhok. Bermpje aangetroffen. 0 Tiendoomige stekelbaars aangetroffen. ^ Driedoornige stekelbaars aangetroffen. FIGUUR 3 De actuele verspreiding in Limburg van de Driedoornige stekelbaars (Gasterosteus aculeatus^o), de Tiendoomige stekelbaars (Pungitius pungitius) (bj en het Bermpje (Barbatula barbatulus) (cj. weggevallen (figuur 2b). H e t verspreidingbeeld van de T i e n d o o m i g e stekelbaars en het B e r m - pje v e r a n d e r e n niet wezenlijk. A C T U E L E V E R S P R E I D I N G IN L I M B U R G Ook op provinciaal niveau is het opvallend dat in de N o o r d e l i j k e peelregio de T i e n d o o m i g e stekelbaars frequenter voorkom t dan de beide a n d e r e s o o r t e n (figuur 3). In de m e e s t e delen van L i m b u r g k o m e n de drie s o o r t e n echter samen voor. Zuid-Limburg v o r m t hierop een uitzondering. In feite komen in Zuid- Limburg drie situaties v o o r. T e n e e r s te, het gezamenlijk v o o r k o m e n van D r i e d o o r n i g e stekelbaars en Bermpje, terwijl de Tiendoornige stekelbaars afwezig is. D e z e situatie k o m t voor in het s t r o o m g e b i e d van de G e u l. T e n tweede, het gezamenlijk v o o r k o m e n van de Driedoornige stekelbaars en de Tiendoomige stekelbaars, zoals in het stroomgebied van de Vloedgraaf en R o o d e beek. T e n d e r d e het alleen v o o r k o m e n van de D r i e d o o r n i g e s t e - kelbaars in de G e l e e n b e e k (figuur 3). VERKLARING VAN DE V E R - SPREIDING VAN DE S O O R T E N D e drie soorten hebben een verschillende levensstrategie. In het kort komt het erop neer dat de D r i e d o o r n i ge stekelbaars een goede v e r - spreider is die van pionierssituaties kan profiteren. De Tiendoomige stekelbaars is een soort die tolerant is v o o r extreme abiotische condities (onder andere hoge zuurgraad, ijzerrijk water, lage zuurstofconcentraties, hoge en lage temperaturen), zodat deze op dergelijke plekken is gevrijwaard van concurrentie. H e t Bermpje is een soort die tolerant is voo r concurrentie en predatie door zijn nachtactieve levenswijze en zijn grotevoortplantingscapaciteit. Dit resulteert in een verschillend belang van factoren als aanvoer, afvoer en handhaving (VERBERK et o/., 2004). Deze drie factoren samen bepalen de aanwezigheid van populaties in een beektraject. D o o r een vergelijkingte maken tussen verschillende delen van Limburg is het mogelijk om het effect van aanvoer, afvoer en handhaving te scheiden. U i t de resultaten blijkt dat d e Noordelijke Peelregio en Zuid-Limburg deelgebieden zijn dieduidelijkverschillen v o o r w a t betreft het v o o r k o m e n van de drie soorten. N O O R D E L I J K E P E E L R E G I O : V E R S C H I L L E N TEN O P Z I C H T E V A N D E H I S T O R I S C H E S I T U A T I E Uit d e resultaten blijkt duidelijk dat de bovenloop en benedenloop, zoals voorspeld, veel meer op elkaar zijn gaan lijken voor wat betreft de verspreidingvan de drie beschouwde soorten. Om aan te tonen datdegevonden verschillen niet berusten op een verschil in bemonsteringsintensiteit, is ook de verspreiding van de Riviergrondel (Gobio gobio) opgenomen (figuur 2d). D e explosieve uitbreiding die deze soort laat zien is niet terug te v o e r e n op verschillen in b e m o n - steringsintensiteit In tegenstelling tot het Bermpje heeft de Riviergrondel een sterke neiging tot zwemmen (STAHLBERG & PECKMANN, 1987). B o - vendien zijn volwassen Riviergrondels bestand tegen een slechtere w a t e r k w a l i t e i t ( D E NiE, 1996). V o o r de voortplanting stellen zij hogere eisen (HERMANS, 2000), maar aangezien d e soort relatief oud kan worden (vijf tot zes jaar), kunnen populaties zich redelijk lang handhaven. Deze combinatie van eigenschappen stelt de Riviergrondel in staatom de beeksystemen die met Maaswater w o r d e n gevoed snel te koloniseren en de soort kan daarom w o r d e n beschouwd als indicator van Maasv^^ter, iets vi/at ook doorvan- DELA,NOOTE et al. (1998) is geconstateerd. Kortom, de soort doet zijn naam eer aan. Wat is dan de verklaring v o o r de verschillen tussen de historische en actuele verspreiding? In de historische situatie werden de bovenlopen g e k e n m e r k t d o o r e x t r e m e leefcondities (gedeeltelijke droogval, hoge zuurgraad, hoge ijzerconcentraties). De T i e n d o o m i g e stekelbaars kan zich o n d e r deze condities handhaven. Bovendien konden beektrajecten w a a r de lokale populatie was uitgestorven w e e r snel wor-
5 NATUUUHISTORISCH M A A N D B L A D D E C E M B E R l A A R G A N G FIGUUR 4 De mate waarin de drie soorten de Noordelijke Peelregio als geheel, of het deel met hoge of lage ijzerconcentraties in het grondwater mijden en minnen. Het voorkomen is weergegeven als het percentage kilometerhokken (a) of records (bj waar de soort is aangetroffen, minus het percentage voor heel Limburg. Bermpie (Barbcnula barbattibis) a: Kilometerhokken b: Records i Minnend - Noordelijke Peelregio (NP) NP; hoog ijzergehake H NP: laag ijzergehalte TJenöoornige stekelbaars fpungrtiiis pungitiusl den herkoloniseerd, doordat er weinig migradebarrières aanwezig waren. Bermpjes w o r d e n beperkt doordat ze een zandig substraat nodig hebben v o o r de voortplanting. De volwassen Driedoornige stekelbaars (Gasterosteus Qcul^at^i) dieren zijn w e l redelijk tolerant en kunnen vrij goed z w e m m e n, waarbij ze enkele kilometers -40% -30% -20% -10% 0% 10% 20% 30% -40% -30% -20% -10% 0% 10% 20% 30% kunnen afleggen ( M O L L E R P I L L O T, 1971). De Driedoornige stekelbaars ontvlucht een slechte waterkwaliteit en komt daardoor in de historische situatie niet v o o r in de bovenlopen. Een schijnbare uitzondering v o r m t het Loobeekdal, w a a r de drie soorten ook in de historische situatie vaak samen zijn aangetroffen. De Loobeek ligt in de ruilverkaveling Overloon- Merselo, w a a r v a n het echte w e r k (aan de Loobeek zelf) in 1978 plaatsvond. D e aanwezigheid van alle drie de soorten kan dus niet w o r - den verklaard d o o r het feit dat daar al v o o r 1978 Maaswater w e r d aangevoerd. De verklaring schuilt ditmaal in de afwezigheid van ijzerrijk grondwater. O n d e r het Loobeekdal ontbreekt namelijkdeformatie van Asten (welke waterondoorlatend is), waardoor het Loobeekdal vanouds heel erg nat was en veel méér diep kwelwater (van goede kv^liteit) ontving dan de andere Noord-Limburgse beken ten westen van de Maas. H E L L I N G S (1958) noemt (delen van) het Loobeekdal steeds als voorbeeld van te natte gebieden (voorlandbouwkundiggebruik). D o o r de sterke kweldruk is de beperking voor de D r i e - doornige stekelbaars in het Loobeekdal opgeheven. Uit de historische waarnemingen blijkt bovendien dat in d e Loobeekzelf, de Driedoornige stekelbaars duidelijk dominant was, terwijl in de kleinere zijbeken en sloten de Driedoornige en de Tiendoomige stekelbaars gelijkv^rdigvoorkwamen. D e nadelige effecten van ijzerrijk g r o n d w a t e r op de visfauna zijn ook door andere auteurs opgemerkt. B E R T E N (1990) n o e m t een ijzerconcentratie van O, I -0,2 mg/1 kritisch, g r o t e r dan 0,5 mg/1 gevaarlijk en groter dan 1,0 mg/1 dodelijk v o o r vissen. K E M P E R et al. (1996) n o e m e n de combinatie van zuurgraad en ijzerrijke kwel als sterk bepalende habitatvariabele v o o r vissen (met uitzondering van de Amerikaanse hondsvis (Umbra pygmaea)). M O L L E R P I L L O T (1971) geeft aan dat d e Driedoornige stekelbaars in het westelijk deel van het s t r o o m g e b i e d van de Reusel en de Ley ontbreekt, terwijl de s o o r t elders overal g e d u r e n d e het hele jaar voor- komt. D e z e beken van het Beerze-Reusel gebied ontspringen in een horst (het 'Kempisch Hoog'), waarin netals in d e Peelhorst ( V A N D E N MUNCKHOF, 2000) plaatselijk glauconiethoudende afzettingen relatief ondiep in de ondergrond v o o r k o m e n en waarin het grondwater van nature dan o o k relatief rijk is aan ijzer. B r e u - ken op de overgang van horst naar slenk zijn vaak o o k plaatsen waar ijzerrijk w a t e r uittreedt Met name in de omgeving van de breuken Feldbiss en de B r e u k van Vessem liggen dan ookgebieden m e t veelzeggende t o p o n i e m e n zoals 'De Roest', 'Ijzerberg' en ' R o o d l o o p ' ( V A N D E N MUNCKHOF, 2002). NOORDELIJKE P E E L R E G I O : D E E F F E C T E N VAN I J Z E R R I J K G R O N D W A T E R O P D E HUIDIGE V E R S P R E I D I N G In de huidige situatie hebben verstuwing en v o e - ding met Maaswater geleid tot een hogere aanvoer bovenstrooms en een sterke vermindering van de aanvoer benedenstrooms. De verandering in stroomsnelheid (verstuwing) en waterkwaliteit (aanvoer Maaswater), alsmede de verminderde kweldruk en de normalisatie hebben grote effecten gehad op de habitatkwaliteit en daarmee op de handhaving van vispopulaties (VERBERK et ai, 2004). D e nieuwe aanvoerroute en de teruggedrongen invloed van ijzerrijk grondwater in de bovenloop is in het voordeel van de Driedoornige stekelbaars. H i e r d o o r is deze soort totinde NoordelijkePeelregio doorgedrongen. M e t name bij de Lollebeek waar een belangrijk inplaatpunt is van Maasvi/ater (vanuit het Peelkanaal) is een brede uitwaaiering t e zien van de Driedoornige stekelbaars in de daarmee verbonden stroomgebieden (figuur 2a). H o e w e l e r van een ruimtelijke scheiding zoals die eerst aanwezig was in de Noordelijke Peelregio geen sprake meer is, lijkt het ijzerrijk grondwater nog steeds van invloed op de verspreiding van d e drie soorten (figuur 2). Ten opzichte van hun frequentie in heel Limburg zijn het Bermpje en d e Driedoornige stekelbaars in de Noordelijke Peelregio relatief minder frequent aangetroffen. H e t verschil in frequentie tussen kilometerhokken met en zonder ijzerrijk grondwater is het grootst v o o r de D r i e d o o r n i - ge stekelbaars (meest gevoelig) en het kleinst voor de Tiendoomige stekelbaars (meest tolerant) (figuur4a). Eenzelfde analyse, maar dan gebasseerd o p basis van het aantal records (in plaats van het aantal kilometerhokken) geeft waarschijnlijkeen beter beeld o p populatieniveau. Een stabiele populatie zal namelijk gedurende de gekozen tijdsperiode ( ) meerdere r e - cords opleveren. O p basis van records zien we dat stabiele populaties (meeste records) van de Tiendoomige stekelbaars juist worden gevonden in kilometerhokken met ijzerrijk grondwater. O o k het Bermpje laat zien dat o p populatieniveau de verschillen kleiner zijn tussen kilometerhokken mét ijzerrijk grondwater en zónder ijzerrijk grondwater. De Driedoornige stekelbaars heeft de grootste afname in de Noordelijke Peelregio en heeft zelfs een afname in de plekken waar de ijzerconcentratie lager is (figuur4b). Dit past ook in het beeld wzt we hebben van zijn strategie. Deze soort kan zich slecht handhaven en m o e t het hebben van (her)kolonisatie van beektrajecten. D o o r onder andere verstuwing zijn de mogelijkheden v o o r stroomopwaartse kolonisatie b e p e r k t w a a r d o o r handhaving veel bepalender wordt voor het voorkomen. Daarnaast ontvlucht de soort waarschijnlijk een (tijdelijk) slechte waterkwaliteit d o o r b e n e d e n - strooms te z w e m m e n, w a a r d o o r de soort uit een beek w o r d t gespoeld. In hetvoorgaandeisalleengekeken naar hetaantal kilometerhokken. W a n n e e r we de beeklopenals eenheid beschouwen w o r d t het verhaal nog duidelijker. Een goed voorbeeld hiervan is de G r o t e Molenbeek. D i t is een grote beek met een aantal zijbeken die hun oorsprong hebben in het ijzerrijke deel. Driedoornige stekelbaars en Tiendoomige stekelbaars komen in het stroomgebied voor. De Driedoornige stekelbaars kan vanuit de bovenlopen met het Maaswater alle plekken bereiken en heeft populaties in die de-
6 332 D E C E M B E R l A A R G A N G 9 3 NATUURHISTORISCH M A A N D B L A D len die niet onder invloed van ijzerrijkgrondwater staan. In d e Kabroekse beek bijvoorbeeld komt de Driedoornige stekelbaars ongeveer tot aan de ijzergrens voor. D e Tiendoomige stekelbaars komt in de bovenlopen van de meeste a n - dere zijbeken voor. In beken waar zich bovenstrooms bronpopulaties bevinden w o r d e n o o k benedenstrooms Tiendoomige stekelbaarzen aangetroffen, vermoedelijk doordat deze m et de stroming w o r d e n meegevoerd. Z o is in de bovenloop van de Kabroekse beek geen populade Tiendoomige stekelbaarzen aanwezig en w o r - den o o k g e en exemplaren gevonden in de benedenloop. D e afwezigheid van de Tiendoomige stekelbaars inde Kabroekse beek kan overigens verklaard w o r d e n d o o r verontreiniging van de hoofdloop in T e v e n s w a s de ruilverkaveling 'Lollebeek' t o e n reeds v e r g e v o r d e r d. D a a r d o o r w a r e n de kleinere, ('s zomers niet door Maaswatergevoedezijsloten) kwetsbaar voorverdroging. D e z e s l o t e n (refugia) spelen waarschijnlijk een grote rol bij de herkolonisatie van b e e k t r a j e c t e n nadat deze tijdelijk ongeschikt zijn geweest. Een goed v o o r b e e l d van een succesvolle herkolonisatie geeft het volgende. In w a s de W e v e r l o s e beek in september na e e n d r o g e z o m e r nog steeds kurkdroog, terwijl de sloten in en r o n d o m d e broekbossen van het W e v e r l o s e B r o e k nog water bevatten. H i e r zijn in het najaar beide soorten stekelbaarzen g e v o n d e n. H e t jaar FIGUUR 5 In de Kwistbeek bij Rinkeston treedt ijzerrijke kwel op, wat te zien is aan de bruine (roestjkleur van het water Hier werden tientallen exemplaren van de Tiendoomige stekelbaars (Pungitius pungitius) aangetroffen (foto: Wilco Verberk). daarop w e r d e n a l w e e r duizenden jonge s t e - kelbaarzen van beide s o o r t e n aangetroffen in de beek zelf D e afname van dergelijke refugia van waaruit herkolonisade kan optreden ( d o o r ruilverkavelingen afkoppeling van de beek), heeft waarschijnlijk geleid t o t een s t e r k e daling van de populades van Tiendoomige stekelbaarzen. D i t blijkt o n d e r m e e r uit het feit dat men vroeger nog scholen T i e n d o o m i g e stekelbaarzen van wel tien m lengte d o o r de beek kon zien z w e m - men, die moeten hebben bestaan uit honderdduizenden individuen (persoonlijke w a a r n e - mingen tweede auteur, onder andere in de Lollebeek, augustus ). ZUID-LIMBURG U i t de resultaten blijkt dat er drie s t r o o m g e - bieden in Zuid-Limburg zijn te onderscheiden waar de T i e n d o o m i g e stekelbaars ( G e u l ), het Bermpje (Vloedgraaf & R o o d e beek) of beide s o o r t e n ( G e l e e n b e e k ) o n t b r e k e n. V o o r de beide stekelbaarzen zijn deze verschillen reeds eerder geconstateerd ( G U B B E L S, ). H i e r - onder w o r d t per stroomgebied een verklaring gegeven op basis van de factoren aanvoer, afvoer en handhaving. Allereerst de G e u l. D e z e beek is een van de meest waardevolle beken van Limburg met een hoge stroomsnelheid, variade in morfologie (habitatdiversiteit) en weinig migratiebarrières. H i e r d o o r k o m e n er g r o t e r e karperachtigen (Kopvoorn {Leuciscus cephalus) en W i n d e (Leuciscus idus)) voor, waarvan bekend is dat ze kleine vissen eten, evenals piscivoren als Paling (Anguilla ar)guilla) en Baars (Perca fluviatilis). De predatiedrukzal dus reladef hoogzijn, w a t met name ongunstig is v o o r de Tiendoomige stekelbaars (VERBERK et al ). Stilstaande beektrajecten m e t e e n dichte vegetatie zijn in dit stroomgebied nauwelijks aanwezig. O o k zal de zuurgraad veelal lager liggen dan in d e Noordelijke Peelregio door kalkafzettingen (mergel). De T i e n d o o m i - ge stekelbaars vindt hier dus weinig refugia die bronpopulaties kunnen herbergen. Bovendien zullen individuen d o o r de hoge stroomsnelheid sneller worden afgevoerd. Deze factoren verklaren w a a r o m de Tiendoomige stekelbaars een zeldzame verschijning in heuvellandbeken (zoals de Geul) in het bijzonder en in Zuid-Limburg in het algemeen ( G U B B E L S, ). D o o r de aanwezigheid van zandig substraat en een grote habitatdiversiteit kunnen het Bermpje en de D r i e - doornige stekelbaars zich hier wel handhaven. Eenzelfde situatie treffen w e aan in de bovenlopen van de terrasbeken in Noord- en Midden- Limburg ten oosten van de Maas. H o ge stroomsnelheden en een zandig en stenig substraat, op diverse plaatsen in combinatie met de afwezigheid van stagnerend ijzerrijk kwelwater verklaart de historische afwezigheid van de Tiendoomige stekelbaars in het Meinweggebied ( A K K E R M A N S, 1999) en het Haeselaarsbroek ( L E N D E R S, ). In het stroomgebied van de Geleenbeek k o m t alleen de Driedoornige stekelbaars voor. D e z e soort verschilt van de beide andere s o o r t e n doordat het een typische kolonisator is die zich snel in nieuwe w a t e r e n kan vestigen en aanpassen ( V E R B E R K et ai, ). D i t zou betekenen dat de G e l e e n b e ek gezien dient te w o r d e n als een zeer instabiel milieu w a a r soorten zich niet voor langere tijd kunnen handhaven, w a a r d o o r alleen soorten kunnen v o o r k o m en die zich telkens opnieuw vestigen. D e Geleenbeek is inderdaad niet de meest florisante beek. De w a - terkwaliteit is slecht en de beek is sterk genormaliseerd en ligtzelfs overgrote afstanden volledig in een betonnen bedding. Toch kan hiermee het huidige verpreidingsbeeld van de Driedoornige stekelbaars niet geheel worden verklaard ( G U B B E L S, ). De beek is namelijk sterk genormaliseerd en uit de situatie van d e N o o r d e l i j k e Peelregio is bekend dat dit e e n reële barrière vormt voor herkolonisatie. B o - vendien is e r weinigaanvoer van kolonisten. Z o wordt de Geleenbeek niet gevoed d o or Maaswaterwat een extra aanvoerroute zou kunnen creëren. Daarnaastzijn in de zijbeken (mogelijke b ron van aanvoer) slechts enkele populaties
7 N A T U U I Ï H I S T O R I S C H M A A N D B L A D D E C E M B E R JAARGANG aangetroffen (GuBBELS, 1996). V o o r t d u r e n d e herkolonisade lijkt dus onwaarschijnlijk. W a a r - schijnlijk ligt de oorzaak inde reladef korte p e - riode die is verstreken na verbetering van de waterkwaliteit. G e d u r e n d e deze periode heeft alleen de Driedoornige stekelbaars kans gezien o m de beek te koloniseren. H e t Bermpje is minder geneigd t o t z w e m m e n en zal de beek daaro m minder snel bereiken, hoewel de waterkwaliteit wellicht volstaat (in ieder geval v o o r overleving van de adulten). D i t w o r d t nog eens versterkt d o o r de genoemde verstuwing. O o k de Tiendoornige stekelbaars kan zich wellicht handhaven o n d e r de huidige w a t e r k w a l i t e i t maar zal de beek nog niet hebben b e r e i k t o m - dat de soort veel minder algemeen is in Zuid- Limburg. Daarnaast hebben mogelijk enkele individuen van de Tiendoornige stekelbaars de beek w e l bereikt maar zich niet gevestigd, o m - dat de soort dergelijke betonnen beekprofielen mijdt en/of zich heeft laten meespoelen tijdens piekafvoeren. D e situade van het stroomgebied van de Vloedgraaf en R o o d e beek komt overeen met de Geleenbeek. O o k hier v/as de waterkv/aliteit lange djd slecht maar recent verbeterd en is e r sprake van een sterke normalisering. H e t v o o r k o m e n van de Tiendoornige stekelbaars in deze beek kan w o r d e n verklaard doordat de soort in dit stroomgebied waarschijnlijk wel enkele refugia vindt H i e r wijzen enkele toponiemen op. D e naam R o o d e beek duidt o p ijzeruitvlokking en de Ontwateringssloot (zijbeek in het s t r o o m g e - bied) op de ontwatering van drassige moerasgebieden. Bovendien ontspringt de R o o d e beek in de Brunsummerheide, w a a r d o o r kan w o r d e n verwachtdat daar het w a t e r zuurder is g e w e e s t Vanuit deze b o v e n s t r o o m s e refugia heeft de Tiendoornige stekelbaars zich na het verbeteren van de waterkwaliteit weer in het hele stroomgebied kunnen vestigen. CONCLUSIE Er zijn grote verschillen tussen het historische en huidige verspreidingsbeeld van de Driedoornige stekelbaars, de Tiendoornige stekelbaars e n het Bermpje. In algemenezin w o r d t duidelijkdat de ruimtelijke scheidingzoals die eerst aanwezig was in de Noordelijke Peelregio sterk is afgenomen. Dit is volgens de verwachting die is opgesteld o p basis van veranderingen in het landschap en een analyse naar de ecologie van de s o o r t e n. Het huidige verspreidingsbeeld laat verschillen zien in de verspreiding van de drie soorten in d e Noordelijke Peelregio en Zuid-Limburg. D e verschillen zijn te verklaren met de kennis van d e ecologie en karakteristieken van de leefomgeving. Hierbij moeten zowel karakteristieken van de leefomgeving w o r d en meegenomen die betrekkinghebben op het hele stroomgebied (aanvoer maaswater, normalisatie, verstuwing), karakteristieken die betrekking hebben op een beektraject (zuurgraad, ijzergehalte) en karakteristieken die betrekking hebben op d e lokale beekcondities (aanwezigheid van grof substraat vegetade, habitatdiversiteit). Bovendien werken ook effecten uit het verleden d o o r in de huidige situatie (slechte waterkwaliteit). DANKWOORD Frank Spikmans, Michel Smits, Martijn Dorenbosch en Jeroen Reiniers hebben geholpen met het verzamelen van recente vangstgegevens. Rij het samenstellen van de huidige gegevens is gebruik gemaakt van het gegevensbestand van de Stichting RAVON en het Natuurhistorisch Genootschap. Voor het vervaardigen van verspreidingskaartjes werd dankbaar gebruik gemaakt van het programma STIPT van Peter Frigge. SUMMARY CHANGES IN T H E L A N D S C A P E O F T H E P E E L R E G I O N A N D T H E I R CONSEQUENCES F O R F I S H DISTRIBUTION L I M I T S F O R T H R E E - SPINED S T I C K L E B A C K, N I N E - SPINED S T I C K L E B A C K A N D S T O N E LOACH IN L I M B U R G The recent distribution patterns of Threespined stickleback (Gasterosteus aculeatus), Nine-spined stickleback (Pungitius pungitius) and S t o n e loach (Barbatula barbatulus) w e r e compared. F o r t h e N o r h e r n Peel region, a comparison was also made b e t w e e n recent and historic distribution patterns for these three species, as well as for Gudgeon. As expected, differences in species distribution between upstream and downstream reaches w e r e greater in the historic distribution patterns, although g r o u n d w a t e r w i t h a high iron c o n t e n t still strongly influences t h e present-day patterns. In the southern part of L i m b u r g, t h e a b s e n c e of N i n e - s p i n e d stickleback w a s attributed to the absence o f refuges (in t h e G e l e e n b e e k and G e u l streams), while the absence of S t o n e loach was attributed to the s h o r t time that has elapsed since t h e w a t e r quality w a s i m - proved, in combination with l o w dispersal (in the G e l e e n b e e k and VIoedgraaf streams). Life history strategies provide insights into the relative importance of the various factors (persistence, supply, discharge) d e t e r - mining the occurrence of populations. Explanations for the distribution patterns w e r e derived by matching environmental characteristics at different scales ( c a t c h m e nt - stream - local conditions) w i t h the ecology (i.e., life history strategy) of species. LITERATUUR AKKERMANS, R Vissen op de Meinweg. Natuurhistonsch Maandblad 88 (12): BERTEN, R., Natuur & flora in Limburg. Uitgever Robert Beilen, Genk. CROMBAGHS, B.H.J.M.. R.W. AKKERMANS. R.E.M.B. GUBBELS & G. HOOGERWERF vissen m Limburgse beken. De vei"spreiding en ecologie van vissen in stromende watenen in Limburg. Stichting Natuurpublicaties Limburg. Maastncht CUPPEN, H.P.J.J., Een hydrobiologisch onderzoek naar de macrofauna en de hogere waterplanten van een aantal wateren in Noord-Limbur;g. Rapport no. 53 Laboratorium voor Aquatische Oecologie. Katholieke Universiteit Nijmegen. Nijmegen. GUBBELS, R.E.M.B., Verspreiding van de Dnedoomige en Tiendoornige stekelbaars in Zuid-Umbur^g. Natuurhistonsch Maandblad 85 (2): HART, P.J. B., Habitat use and feeding behaviour in two closely related fish species, the three-spined and nine-spined stickieback: an expenmental analysis. Joumal of Animal Ecology 72 (5): HELUNGS, A., De landbouwwateriiuishouding in de provincie Limburg. Commissie Onderzoek Landbouwwatertiuishouding in Nederiand / T.N.O.. Delft. HERMANS, J. T, Riviergrondel. In: Crombaghs. B.H.J.M.. KW. Akkemians, RE,M.B, Gubbels & G, Hoogeiwerf", Vissen in Limburgse beken. De verspneidingen ecologie van vissen in stromende wateren in Limburg. Stichting Natuuipublicaties Limburg. Maastncht: KEMPER, J., J. MERKX & S. JANSEN, Inventarisatie van visstanden in het beheersgebied van Waterschap De Dommel. Koepelrapport. Organisatie ter Verbetenng van de Binnenvissenj. Nieuwegein. LENDERS, A.J.W., Vissen van het Haeselaarsbroek. Natuui-histonsch Maandblad 86 (4): MOLLER PILLOT. H Faunistische beoordeling van de verontreiniging in laaglandbeken. Dissertatie Katholieke Universiteit Brabant Tilburg, MUNCKHOF, P.J.J. VAN DEN, Glauconiethoudende afzettingen in de Peelregio - een ijzerstert<e basis voor behoud en ontwikkeling van voedselarme, natte milieus! Natuurtiistonsch Maandblad 89 (3): MUNCKHOF, P.J.J. VAN DEN, Bouwstenen voor een ecohydrologische systeemanalyse van de Valkenswaardse visvijvers. In: Ber^. V. van den. L van Oirschot-Beenens & P. van den Munckfiof Hennnchting Tongelreep. Integrale ecologische visie oude viskwekerij. Ingenieursbureau'Oranjewoud' B.V., Oostertiout: bijlage 2. NIE, H. W. DE Atlas van de Nederiandse Zoetwatervissen Media Publishing. Doetinchem. STAHLBERG. S. & P. PECKMAN The cntical swimming speed of small Teleost fish species in a flume. Arrhiv fur Hydrobiologie I 10 (2): VANDELANNOOTE, A, R. YSEBOODT. B. BRUYLANTS. R. VERHEYEN. J. COECK, C. BELPAIRE, G. VAN THUYNE. B. DENAYER, J. BEYENS, D. DE CHARLEROY, J. MAES & P. VANDENABEELE Atlas van de Vlaamse Beek- en Rivieivissen. Water-Energik-vLario (WEL). Wijnegem. VERBERK. W.C.E.P.. B J A POLLUX & PJ J. VAN DEN MUNCKHOF, Verandenngen in het beekdallandschap van de Peelregio. Deel I: een ecologische analyse voor de Dnedoomige stekelbaar, de Tiendoomige stekelbaars en het Bemnpje Natuurtiistonsch Maandblad 93( I I): ,
8 I N H O U D S O P G A V E N/- J U. H I S T O R I S C H M A A N D B L A D HABITATBEHEER VOOR A M F I B I E Ë N IN NATIONAAL PARK DE M E I N W E G DEEL I: OE V O O R T P U N T I N G S W A T E R E N AJ.W. LENDERS In de p e r i o d e 1997 t o t 2004 heeft e e n Intensieve inventarisade plaatsgevonden van d e amfibieeën in het Nationaal P a r k De Meinv^eg. D i t a r d k e l is het e e r s t e deel van e e n artikelenreeks over de amfibieën in en r o n d het M e i n w e g g e b i e d. D i t e e r s t e deel gaat in op de karakteristieken van d e bestaande en n i e u w aangelegde wateren in het gebied. D e onderzochte wateren blijken kwalitatief en kwantitatief zeer divers te zijn. 328 V E R A N D E R I N G E N IN H E T B E E K D A L U N D S C H A P VAN DE P E E L R E G I O DEEL II: E E N E C O L O G I S C H E ANALYSE VOOR DE D R I E D O O R N I G E S T E K E L B A A R S. DE T I E N D O O R N I G E STEKELBAARS EN HET B E R M P J E Y/.C.E.P.VerberK B.j.A. Pollux & P.j.j. van den Munckhof D e laatste 100 jaar hebben grootschalige veranderingen plaatsgevonden in het beekdallandschap van d e Peelregio.Van e e n drietal vissoorten w o r d e n de effecten besproken over de veranderingen op hun leefomgeving. Er blijken g r o t e verschillen te zijn tussen de historische en huidige verspreiding van de drie vissoorten, o o k w o r d t duidelijk dat d e ruimtelijke scheiding, zoals die aanwezig was in de Noordelijke Peelregio, sterk is afgenomen. 334 E E N MAASTRICHTS A P O T H E K E R EN ZIJN FOSSIELE Z E E P O K K E N : E E N KWESTIE VAN GROEIEND Z E L F V E R T R O U W E N? YOHN W. M. YOGT D e Maastrichtse amateur-paleontoloog J o s e p h B o s q u e t stuurde regelmatig fossiel vergelijkingsmateriaal van d e Sint-Pietersberg en omgeving op naar C h a r l e s D a r w i n. T i j d e n s e e n r e c e n t verblijf in het Koninklijk Belgisch Insdtuut v o o r N a t u u r w e t e n s c h a p p e n is de verzameling van B o s q u et o p n i e u w bekeken. Een aantal o r i - ginele etiketten lijkt iets prijs te geven van B o s q u e t s g r o e i e n d e zelfvertrouwen, mogelijk naar aanleiding van zijn briefwisseling met D a r w i n. 336 M E D E D E L I N G 337 B O E K B E S P R E K I N G 338 O N D E R DE AANDACHT 338 B I N N E N W E R K B U I T E N W E R K 340 C O L O F O N, ADRESSEN S T U D I E G R O E P E N EN K R I N G E N BIJ DE VOORPLAAT Zicht o v e r h e t Elfenmeertje ( M e i n w e g g e b i e d) ( f o t o : A. L e n d e r s ).
VERANDERINGEN IN HET BEEKDALLANDSCHAP VAN DE PEELREGIO
328 DECEMBER 2004 JAARGANG 93 VERANDERINGEN IN HET BEEKDALLANDSCHAP VAN DE PEELREGIO DEEL II: GRENZEN AAN HET VERSPREIDINGSGEBIED IN LIMBURG VAN DE DRIEDOORNIGE STEKELBAARS, DE TIENDOORNIGE STEKELBAARS
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/33072
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/33106
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/266/598
Nadere informatieGeschiedenis van de Drentsche Aa
Geschiedenis van de Drentsche Aa Ontwikkeling van een beeksysteem gedurende de laatste 500 jaar Marije Langstraat Ronald Leeraar Methodiek Afbakening Gebiedsbeschrijving Ontwikkeling Systeem Stroming Structuur
Nadere informatieEcologisch herstel van twee nieuwe beektrajecten in de bovenlopen van de Kleine Nete
Ecologisch herstel van twee nieuwe beektrajecten in de bovenlopen van de Kleine Nete Alain De Vocht Centrum voor Milieukunde, Universiteit Hasselt, Agoralaan, Geb. D, 3590 Diepenbeek, Belgium alain.devocht@uhasselt.be
Nadere informatieMONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012
MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012 WATERSCHAP AA EN MAAS 20 september 2012 076534150:0.7 - Definitief C01012.100177.0100 5 Waterschap Aa en Maas Hevelpassage Kaweise Loop 5.1 KAWEISE
Nadere informatieRode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014
Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van 1998 Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014 Inhoud Historie Rode Lijst Zoetwatervissen Aanpak Rode Lijst analyses
Nadere informatieProvinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen
Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen 1 Wijze van citeren: Boets P., Dillen A., Malfroid D., Poelman E. (2017). Visstandsonderzoek
Nadere informatieDE ELRITS IN HET STROOMGEBIED VAN DE ROER
AUGUSTUS 2003 JAARGANG 92 201 DE ELRITS IN HET STROOMGEBIED VAN DE ROER PERSPECTIEVEN VOOR EEN NIEUWE POPULATIE IN NEDERLAND? V.A. van Schaik, van der Renneweg 26, 6075 EJ Herkenbosch R.E.M.B. Gubbels,
Nadere informatieDECEMBER 1999 JAARGANG 88
293 VISSEN OP DE MEINWEG Reinier Akkermans, Wilhelminalaan 47, 6042 EL Roermond Het nationaal park de Meinweg wordt zowel aan de noord- als aan de zuidkant begrensd door een beek: de Boschbeek respectievelijk
Nadere informatieRotonde Oosthuizerweg te Edam Volendam
Rotonde Oosthuizerweg te Edam Volendam Inventarisatie naar beschermde vissoorten M. van Straaten 2013 Opdrachtgever Gemeente Edam Volendam G&G advies 2013 Versie Datum Concept 19 4 2013 Eindrapport 3 6
Nadere informatieS m T U u i: h i s t o r i s c h
OKTOBER 2 0 0 2 J A A R G A N G 91 S m T U u i: h i s t o r i s c h M A A N D B L A D NATUURHISTORISCH GENOOTSCHAP IN LIMBURG 234 OKTOBER 2 0 0 2 JAARGANG 91 NATUUimiSTORISCH M A A N D B L A D DE R O M
Nadere informatieEindrapport. Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond de Hoefweg noord en zuid te Lansingerland
Eindrapport Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond de Hoefweg noord en zuid te Lansingerland Eindrapport Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond
Nadere informatieVOORTPLANTING, GROEI EN MIGRATIE VAN VISSEN IN DE EVERLOSE
NATUURHISTORISCH M A A N D B L A D JANUARI 2004 JAARGANG 9Î VOORTPLANTING, GROEI EN MIGRATIE VAN VISSEN IN DE EVERLOSE BEEK B.J.A. Pollux, Afdeling Aquatische Oecologie en Milieu Biologie, Universiteit
Nadere informatieNader onderzoek vissen polder t Hoekje
Nader onderzoek vissen polder t Hoekje Auteur: Ir. T.F. Kroon Opdrachtgever: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Datum: 25-07-2013 Autorisator: Drs. E. Nat Status: Eindrapport Registratienummer:
Nadere informatiePlaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier
Aantal soorten Inhoud presentatie Plaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier Habitatgebruik & trendontwikkeling in de grote Actuele verspreiding & Ecologie Risico s voor inheemse
Nadere informatieEindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O
Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O rapportnr.
Nadere informatieBijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard
Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân
Nadere informatieMethodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen
Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Stichting RAVON Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen
Nadere informatiePlaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier
Plaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier Frank Spikmans RAVON I.s.m: Nils van Kessel - Natuurbalans Inhoud presentatie Exotische vissen in Nederland Habitatgebruik & trendontwikkeling
Nadere informatieZuidrand te Delfland
Inventarisatie beschermde vissen 2010 V. Nederpel 2010 Opdrachtgever KNNV afdeling Delfland Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks- en adviesbureau Bovendijk 35-G Hazenkoog 35A 2295 RV Kwintsheul
Nadere informatieHierdense Beek: building with nature in een Veluws beeksysteem. Peter van Beers Waterschap Vallei en Veluwe 3 maart 2016
Hierdense Beek: building with nature in een Veluws beeksysteem Peter van Beers Waterschap Vallei en Veluwe 3 maart 2016 Overzicht presentatie Overzicht presentatie: 1. Systeem & gebied 2. Wat speelt er
Nadere informatieVerspreiding van exotische vissoorten, bedreigingen en beheersmaatregelen
Verspreiding van exotische vissoorten, bedreigingen en beheersmaatregelen Jan Kranenbarg & Frank Spikmans In samenwerking met: Natuurbalans/Limes Divergens, Stichting Bargerveen, Radboud universiteit Nijmegen
Nadere informatieVissen in de Palmerswaard, met advies voor toekomstige inrichting
Vissen in de Palmerswaard, met advies voor toekomstige inrichting REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Stichting RAVON Vissen in de Palmerswaard, met advies voor toekomstige inrichting Een rapportage
Nadere informatieVeldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer
Veldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer Veldinventarisatie in opdracht van Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud Opgesteld door Stichting RAVON R.P.J.H. Struijk
Nadere informatieVISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, 2003. West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge. Duboislaan 14 B-1560 Hoeilaart-Groenendaal
VISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, 2003 Sven Vrielynck (1) en Gerlinde Van Thuyne (2) (1) Provinciale Visserijcommissie West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge (2) Instituut voor Bosbouw en
Nadere informatieBestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal
Bestuurlijke samenvatting Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal De Groote Meer, deels gevuld met water De Brabantse Wal: een afwisselend natuurgebied met een grote variatie aan
Nadere informatieVOORKOMEN VAN RIVIER- EN BEEKDONDERPAD IN NEDERLAND
VOORKOMEN VAN RIVIER- EN BEEKDONDERPAD IN NEDERLAND VOORKOMEN VAN RIVIER- EN BEEKDONDERPAD IN NEDERLAND M. Dorenbosch N. van Kessel F. Spikmans J. Kranenbarg B. Crombaghs In opdracht van: Ministerie van
Nadere informatie4.5 Riviervis. Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO
4.5 Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO (erwin.winter@wur.nl) De toestand van veel riviervissen is verbeterd sinds het dieptepunt in de jaren zeventig, maar de visstand is nog ver verwijderd van de situatie
Nadere informatieRegionale Implementatie KRW
Regionale Implementatie KRW Bepaling Huidige toestand waterlichamen Dommel Martijn Antheunisse, Vakgroep Ecologie, Ws De Dommel Inhoud Ws. De Dommel - 26 KRW waterlichamen Huidige situatie 2009: Biologische
Nadere informatie4.7 Exoten. Bram bij de Vaate, RIZA en Erwin Winter, RIVO
.7 Bram bij de Vaate, RIZA (b.bdvaate@riza.rws.minvenw.nl) en Erwin Winter, RIVO (erwin.winter@wur.nl) Een aanzienlijk deel van de macrofauna op harde substraten bestaat uit exoten. Dat kan problemen opleveren
Nadere informatieAanvullend visonderzoek inrichting BBL-percelen Winterswijk Oost. rapportnummer 1324
Aanvullend visonderzoek inrichting BBL-percelen Winterswijk Oost rapportnummer 1324 Opdrachtgever Dienst Landelijk Gebied Postbus 9079, 6800 ED Contactpersoon: Dhr. T. Paternotte Opdrachtnemer Stichting
Nadere informatieNevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten
Nevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten 2000-2010 Martijn Schiphouwer (i.p.v. Jan Kranenbarg) Vreugderijkerwaard, 18-10-2012 Opbouw presentatie 1. ON-onderzoek 2009: nevengeulen & uiterwaardwateren
Nadere informatieSMTU J R H I S T O R I S C H
NOVEMBER 2 0 0 4 J A A R G A N G 93 SMTU J R H I S T O R I S C H M A A N D B L A D NATUURHISTORISCH GENOOTSCHAP IN LIMBURG NATUURHISTORISCH M A A N D B L A D N O V E M B E R 2 0 0 4 J A A R G A N G 9 J
Nadere informatieGebiedsbeschrijving Oude Diep
Gebiedsbeschrijving Oude Diep I. HET STROOMGEBIED Het waterlichaam Oude is een langzaam stromende meanderende beek. De oorsprong van deze beek ligt in het natuurgebied Mantinger Bos en Weiden. Het Oude
Nadere informatieVisonderzoek Mangelbeek: 12 en 19 september
Visonderzoek Mangelbeek: 12 en 19 september Locatie 1 1.A 1.B 2 3 4 5 6 7 Het heeft lang geduurd. Maar zaterdag 12 september was het zover. De eerste bemonstering van de LIKONA-Vissenwerkgroep was een
Nadere informatieDrie aardkundige monumenten
10 Drie aardkundige monumenten Aardkundige monumenten geven iets weer van de ontstaansgeschiedenis van ons landschap. Een geschiedenis die ons honderden, duizenden of zelfs miljoenen jaren terugvoert in
Nadere informatieGroene glazenmaker in de provincie Groningen
Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Tekst: Albert Vliegenthart Met medewerking van: Herman de Heer, Henk
Nadere informatie! " # # $ ( ) * +, ( " - +. ( '. / 0 0 + 3 / #
! " # # $ % & ' ! " # # $! """" #### #### """" $" """ #### #### %%%% &&&& '''' (((( (((( )))) ( ) * +, ( " - +. ( '. / 0 0 + + ( + ( ' ( 1 ( 1 / *! ( 0 2 /! " 3 / # - +. 1 ,,,, %%%% //// + + + + + + +
Nadere informatieREACTIENOTA. Ontwerp projectplan Waterwet Herinrichting Boven Slinge Burloseweg
REACTIENOTA Ontwerp projectplan Waterwet Herinrichting Boven Slinge Burloseweg Juni 2015 INHOUD REACTIENOTA 1. INLEIDING 3 2. GEVOLGDE PROCEDURE 3 3. INGEKOMEN REACTIES 3 4. BEHANDELING REACTIES 4 2 1.
Nadere informatieVerspreidingsonderzoek vissen 2008 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND
Verspreidingsonderzoek vissen 2008 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Verspreidingsonderzoek vissen 2008 Een rapportage van RAVON In opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Nadere informatieRivierdonderpad (Cottus gobio) 2 H Status: 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994).
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Rivierdonderpad (Cottus gobio)
Nadere informatieLibelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2014 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2014 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
Nadere informatieEffecten van droogte op beken
Effecten van droogte op beken Ralf Verdonschot Wageningen Environmental Research, Wageningen UR ralf.verdonschot@wur.nl Introductie Veel permanent watervoerende natuurlijke beken hebben momenteel een verminderde
Nadere informatieMonitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 25-26 september 2008 - Wim Giesen, 2 oktober 2008 25-26 september is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen (Dortsman Noord en Krabbenkreek Zuid),
Nadere informatieFoto: Merkske, Noord-Brabant
Foto: Merkske, Noord-Brabant 1 2 Hydraulischeweerstand is een optelsom van diverse soorten weerstand. Vegetatie geeft, met name in de zomer, de grootste weerstand. Ook obstakels als takken en omgevallen
Nadere informatieDe visstand in vaarten en kanalen
De visstand in vaarten en kanalen Jochem Hop Bijeenkomst Vissennetwerk 6 juni 2013, Bilthoven Inhoudsopgave Inleiding Materiaal en Methode Analyse Trends Inleiding KRW-watertypen M3, M10, M6 en M7 M3 gebufferde
Nadere informatieVerspreidingsonderzoek vissen 2009
Verspreidingsonderzoek vissen 2009 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Verspreidingsonderzoek vissen 2009 Een rapportage van RAVON In opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Nadere informatieHet verloop van juveniele boomkikkers na het uitzetten. door. W. Ceron, J. Heuvelmans, T. Wetjens
IVN Maasduinen Het verloop van juveniele boomkikkers na het uitzetten door W. Ceron, J. Heuvelmans, T. Wetjens W.Sitsen J. Raaijmakers Inhoud 1: Inleiding 2: Doelstelling en beschrijving van de uitzetplek
Nadere informatieJan de Brouwer, Piet Verdonschot en Anna Besse
Beekdalbreed hermeanderen Technieken om dood hout in te brengen Jan de Brouwer, Piet Verdonschot en Anna Besse Jan.debrouwer@wur.nl Piet.verdonschot@wur.nl nl Anna.besse@wur.nl team zoetwaterecologie Piet
Nadere informatieAMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON
AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON juni 2007 In
Nadere informatieZoetwatervissen,
Indicator 19 oktober 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Soorten van schoon water zijn
Nadere informatieZaterdag 10 oktober 2015
Zaterdag 10 oktober 2015 Zaterdag 10 oktober zakten we af naar het hoge noorden van onze provincie. Paul, Harry en Rigo hadden de week vooraf de trajecten op de Prinsenloop vastgelegd. Bedankt daarvoor.
Nadere informatieVerplaatsen van de beekprik binnen de Keersop
36 12(2) 2010 21 Verplaatsen van de beekprik binnen de Keersop Jinze Noordijk, Theo de Jong & Jochem van Gooswilligen Aan de Keersop in Noord-Brabant worden werkzaamheden uitgevoerd om de beek en het beekdal
Nadere informatieEffecten van een kleinschalig hermeanderingsproject in de Breiloop: toestand en evaluatie van de visgemeenschap na 5 jaar
10 ANTenne JULI - SEPTEMBER 2007 JAARGANG 1 NR. 3 Natuurstudie Effecten van een kleinschalig hermeanderingsproject in de Breiloop: toestand en evaluatie van de visgemeenschap na 5 jaar Chris Van Liefferinge,
Nadere informatieKNNV afdeling Delfland
voor een natuurlijke leefomgeving In opdracht en in overleg met RAVON Uitgevoerd door de studiegroep vissen KNNV afdeling Delfland Doel: input voor digitale visatlas van Nederland en speciaal Zuid-Holland
Nadere informatieExoten in zoetwater: vissen
Indicator 7 juli 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aantal soorten vissen dat zich
Nadere informatieRAVON Hemelvaartweekend
RAVON Hemelvaartweekend Gelderland, Limburg en Noord-Brabant 2007 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND RAVON Hemelvaartweekend Gelderland, Limburg en Noord-Brabant 2007 Een rapportage van RAVON
Nadere informatieNatuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2008 Indicator 15 juli 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt
Nadere informatieOPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen
OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen De halsbandparkiet (Psittacula krameri) komt van oorsprong voor in Afrika, in een gordel ten zuiden van de Sahara en op het Indisch
Nadere informatieBeek of beekmoeras? Water stroomt waar het gaan kan, en anders niet. Veldwerkplaats Beekdallandschap Verslag Geeserstroomgebied, Gees, 13 mei 2008
Beek of beekmoeras? Water stroomt waar het gaan kan, en anders niet Veldwerkplaats Beekdallandschap Verslag Geeserstroomgebied, Gees, 13 mei 2008 Inleiders: Rients Hofstra, DLG en Piet Verdonschot, Alterra
Nadere informatie96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN
96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN Grondboor en Hamer, jrg. 43, no. 5/6, p. 225-227, 3 fig., november 1989 AFZETTINGEN VAN RIJN EN MAAS IN LIMBURG W.M. Felder* In de loop van het Mioceen, 10 tot 7 miljoenn
Nadere informatieGrondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken
Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Resultaten WAHYD Hoe zit het in elkaar: afkijken bij Noord-Brabant In het onderzoeksproject WAHYD (Waterkwaliteit op basis van Afkomst en HYDrologische systeemanalyse)
Nadere informatieWaarnemingen. AIC te Castricum
7 AIC te Castricum Waarnemingen Op het braakliggend terrein grenzend aan de Beverwijkerstraatweg is de vegetatie nauwelijks ontwikkeld. Oude restanten van een fundering zijn nog zichtbaar. Overal ligt
Nadere informatieNatuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2010 Indicator 27 november 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens
Nadere informatieMigratie door een temporele migratiezone en habitatgebruik van vissen in de Itterbeek
70 tijdschrift Migratie door een temporele migratiezone en habitatgebruik van vissen in de Itterbeek Jan Kranenbarg, Rob Lenders, Hans de Mars, Jan Kemper & Sjaak Dehing In het verleden lag er bij veel
Nadere informatieNota van zienswijzen Geanonimiseerd. Ontwerp-projectplan Waterwet Beekherstel en EVZ Peelse Loop Benedenloop November Waterschap Aa en Maas
Nota van zienswijzen Geanonimiseerd Ontwerp-projectplan Waterwet Beekherstel en EVZ Peelse Loop Benedenloop November 2016 Waterschap Aa en Maas Nota van zienswijzen Naar aanleiding van het Ontwerp-projectplan
Nadere informatieQuick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg
Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag T. ursinus Van Riezen en Partners 12.004 april 2012 De brandweerkazerne
Nadere informatieMonitoringsverslag Hierdense / Staverdense beek per 17-7-2009 Bekenwerkgroep Nederland E, van den Dool
Monitoringsverslag Hierdense / Staverdense beek per 17-7-2009 Bekenwerkgroep Nederland E, van den Dool De Hierdense beek is door de BWN 6 keer bezocht. En wel in 1973, 1987, 1995, 2001, 2005 en 2009. De
Nadere informatieedna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW)
edna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW) Jelger Herder Utrecht, 9 april 2015 Sommige soorten zijn lastig te monitoren Grote modderkruiper (Misgurnus fossilis) Vrijwilligers
Nadere informatieOverzichtkaart van barrières voor vismigratie en prioritering
Bijlage 5 Overzichtkaart van barrières voor vismigratie en prioritering 1 Toelichting per waterloop Hieronder volgt een korte toelichting per waterloop op de achtergronden van de prioriteiten om de vismigratiemaatregelen
Nadere informatieMigratie door een temporele nevengeul en habitatgebruik door vissen in de Itterbeek. Arthur de Bruin
Migratie door een temporele nevengeul en habitatgebruik door vissen in de Itterbeek Arthur de Bruin Deelonderzoeken 1. Migratie temporele nevengeul 2. Habitatgebruik vissen Itterbeek Itterbeek Schouwsmolen
Nadere informatieNetwerk vissenwaarnemers Noord-Brabant
Netwerk vissenwaarnemers Noord-Brabant Activiteitenverslag Aa en Maas 2015 Martijn Schiphouwer Netwerk vissenwaarnemers Noord-Brabant Activiteitenverslag Aa en Maas 2015 Martijn Schiphouwer Colofon Status
Nadere informatieMonitoren van klein zeegras, Oosterschelde, augustus 2008
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 26-28 augustus 2008 - Wim Giesen, 30 augustus 2008 25-28 augustus 2008 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen (Dortsman Noord en Krabbenkreek
Nadere informatieNieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015
Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015 Contactpersoon RAVON Utrecht Wim de Wild wim.de.wild@ziggo.nl tel. 030-6963771 RAVON Utrecht verstuurt onregelmatig een nieuwsbrief naar de RAVON waarnemers
Nadere informatieRoestig land. De Wijstgronden
Roestig land De Wijstgronden Verslag van de lezing en excursie van Professor R. T. van Balen en Nico Ettema voor de Werkgroep Geologie en Landschap. Bedafse Bergen, Uden. 10.00-1600 uur. Een mooie herfstdag.
Nadere informatieRAVON midzomer vissenweekend
RAVON midzomer vissenweekend 2010 Overijssel REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND RAVON Midzomer Vissenweekend 2010 Overijssel RAVON Midzomer Vissenweekend 2010 Overijssel Karin Didderen Juli
Nadere informatieVISPASSAGES IN HET BEHEERSGEBIED VAN WATERSCHAP REGGE EN DINKEL
VISPASSAGES IN HET BEHEERSGEBIED VAN WATERSCHAP REGGE EN DINKEL TYPEN, LOCATIES EN MONITORING VAN DE VISOPTREK VISPASSAGE OVERWATER Gertie Schmidt Waterschap Regge en Dinkel, afd. BOA oktober VISPASSAGES
Nadere informatieProvinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de Molenbeek- Graadbeek te Aalst
Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek Visstandsonderzoek van de Molenbeek- Graadbeek te Aalst 1 Wijze van citeren: Boets P., Dillen A., Poelman E. (2017). Visstandsonderzoek van de Molenbeek-Graadbeek
Nadere informatieDe geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).
De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). Afbeelding I.1. Vorming stuwwal Nijmegen en stuwwal Reichswald Zandige
Nadere informatieVisbestandopnames op de Abeek (2004).
Visbestandopnames op de Abeek (00). Gerlinde Van Thuyne en Jan Breine Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer Duboislaan B-50 Hoeilaart-Groenendaal september, 00 IBW.Wb.V.R.00.0 DEPOTNUMMER:D/00/3/50 Summary
Nadere informatieRealistische ecologische doelen voor macrofauna in Noord-Brabantse beken
Realistische ecologische doelen voor macrofauna in Noord-Brabantse beken Geschreven door Ralf Verdonschot (Wageningen Environmental Research), Marco Beers & Jeffrey Samuels (Waterschap Brabantse Delta),
Nadere informatieVisbestandopnames op de Mark en zijbeken en de Kleine Aa of Wildertse beek (2004).
Visbestandopnames op de Mark en zijbeken en de Kleine Aa of Wildertse beek (2004). Kleine Aa of Weerijsbeek, stuw Wuustwezel, Tereik Gerlinde Van Thuyne en Jan Breine Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer
Nadere informatieGrondwaterstanden juni 2016
Grondwaterstanden juni 2016 Kennisvraag: In beeld brengen van de grondwatersituatie zoals die buiten geweest is. Antwoord: op vrijwel alle meetlocaties waar analyse mogelijk was komt de maximale waterstand
Nadere informatieWaterkwaliteit en ecologie in juni 2016
Waterkwaliteit en ecologie in juni 2016 Kennisvraag: wat zijn de feiten geweest tijdens de periode van wateroverlast en de directe effecten op waterkwaliteit en ecologie: gemengde riooloverstorten (duur
Nadere informatieDe grote modderkruiper uitgepeild. Jan Kranenbarg & Arthur de Bruin
De grote modderkruiper uitgepeild Jan Kranenbarg & Arthur de Bruin Karakteristieken grote modderkruiper Lang flexibel lichaam (max lengte circa 30 cm) Darm ademhaling, larven hebben uitwendige kieuwen
Nadere informatieAmfibieën en poelen. Gerlof Hoefsloot
Amfibieën en poelen Gerlof Hoefsloot Inhoud presentatie Functie van een poel: vroeger en nu Hoe werkt een poel? Wat bepaalt een goede ecologische situatie Soorten amfibieën Beheer van amfibieënpoelen,
Nadere informatieTrosbosbes Effecten op het ecosysteem en mogelijkheden voor bestrijding
Trosbosbes Trosbosbes Effecten op het ecosysteem en mogelijkheden voor bestrijding GertJan van Duinen Vraagstelling Hoe beïnvloedt Trosbosbes ecosysteem? Peelvenen: veenontwikkeling, biodiversiteit Factoren
Nadere informatieEcologische effecten van droogte en afvoerpieken in beken
Ecologische effecten van droogte en afvoerpieken in beken Ralf Verdonschot 9 mei 2019 Wageningen Environmental Research, Wageningen UR ralf.verdonschot@wur.nl Introductie Klimaatverandering: toename weersextremen
Nadere informatieQuick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug
Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden N. Hemmers Bureau Buitenweg 13.143
Nadere informatieAchtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011
Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden Juni 2011 Achtergrond van de lagen benadering De oorsprong van de lagenbenadering moet gezocht worden in de negentiende eeuw,
Nadere informatie. Beperkingen recreatieve vaart op basis van criteria
11 TABEL 3:. stabel verstoringsgevoelige en zeldzame flora en fauna per beektraject. Beperkingen recreatieve vaart op basis van criteria. Eindoordeel: intensiteit kanovaart TABEL 3 zeldzaamheid status
Nadere informatied rm Neder wa e landopg
Opgewarmd Nederland deel Plant en dier: blijven, komen, weggaan of... Soorten, verspreiding en klimaat Kleine beestjes: sterk in beweging Libellen: voordeel van een warmer klimaat Dagvlinders: extra onder
Nadere informatieNederland leeft met vismigratie Naar een gestroomlijnde aanpak van de vismigratieproblemen. Tom Buijse
Nederland leeft met vismigratie Naar een gestroomlijnde aanpak van de vismigratieproblemen Tom Buijse 1 Aanleiding Aanleiding Decembernota 2006 Kaderrichtlijn Water Om vismigratie naar ecologisch waardevolle
Nadere informatieResultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland
Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten
Nadere informatieKRW- doelen voor de overige wateren in Noord- Brabant: een pragma:sche uitwerking
KRWdoelen voor de overige wateren in NoordBrabant: een pragma:sche uitwerking Frank van Herpen (Royal HaskoningDHV), Marco Beers (waterschap Brabantse Delta), Ma>hijs ten Harkel en Doesjka Ertsen (provincie
Nadere informatieHelder water door quaggamossel
Helder water door quaggamossel Kansen en risico s Een nieuwe mosselsoort, de quaggamossel, heeft zich in een deel van de Rijnlandse wateren kunnen vestigen. De mossel filtert algen en zwevend stof uit
Nadere informatieMWW - Waternood-DAN - EKO. Hanneke Keizer Piet Verdonschot Karin Didderen
MWW - Waternood-DAN - EKO Hanneke Keizer Piet Verdonschot Karin Didderen Maatregel Wijzer Waterbeheer Inleiding Implementatie van zowel WB21 als KRW vraagt om waterhuishoudkundige maatregelen Talrijke
Nadere informatieRAVON Vissenweekend 2010 Utrecht
RAVON Vissenweekend 2010 Utrecht RAVON Vissenweekend 2010 Utrecht Rémon ter Harmsel Maart 2010 STICHTING RAVON POSTBUS 1413 6501 BK NIJMEGEN www.ravon.nl Stichting RAVON Colofon 2011 Stichting RAVON, Nijmegen
Nadere informatie