De toepassing van transfer pricing op opbrengsten uit immateriële vaste activa

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De toepassing van transfer pricing op opbrengsten uit immateriële vaste activa"

Transcriptie

1 Faculteit Economie & Bedrijfskunde Masterscriptie Fiscale Economie De toepassing van transfer pricing op opbrengsten uit immateriële vaste activa Auteur: S.J.J. (Sjoerd) Kuijt Adres: Sint Agneslaan 47, 1687 CJ Plaats: Wognum Mail: Telefoonnummer: Studentnummer: Coördinator: Prof.dr.mr. E.J.W. Heithuis Datum: 13 januari

2 Verklaring eigen werk Hierbij verklaar ik, Sjoerd Kuijt, dat ik deze scriptie zelf geschreven heb en dat ik de volledige verantwoordelijkheid op me neem voor de inhoud ervan. Ik bevestig dat de tekst en het werk dat in deze scriptie gepresenteerd wordt origineel is en dat ik geen gebruik heb gemaakt van andere bronnen dan die welke in de tekst en in de referenties worden genoemd. De Faculteit Economie en Bedrijfskunde is alleen verantwoordelijk voor de begeleiding tot het inleveren van de scriptie, niet voor de inhoud. 2

3 Inhoudsopgave Afkortingenlijst... 5 Hoofdstuk 1: Inleiding Aanleiding onderzoek Centrale vraag en subvragen Onderzoeksopzet... 8 Hoofdstuk 2: De verrekenprijsproblematiek Inleiding At arm s-length verrekenprijzen Het arm s-lengthbeginsel Verrekenprijzen op basis van het arm s-lengthbeginsel Verrekenprijsmethoden Traditionele transactiemethoden Transactionele winstmethoden Subconclusie Hoofdstuk 3: Verrekenprijzen omtrent immateriële vaste activa Inleiding De definitie van immateriële vaste activa De vennootschappelijke definitie naast de definitie van de OESO De OESO definitie uitgelicht Toepassing van het at arm s-lengthbeginsel De vergelijkbaarheidsanalyse en immateriële vaste activa De kenmerken van goederen en diensten De functionele analyse De contractuele voorwaarden De economische omstandigheden De ondernemingsstrategieën De lokale marketing Intangible Business restructurings De complexiteit in Nederland Subconclusie Hoofdstuk 4: Tax planning met behulp van immateriële vaste activa Inleiding Tax planning mogelijkheden Het creëren van een royalty betaling

4 4.2.2 De limieten van de at arm s-lengthrange Subconclusie Hoofdstuk 5: Het voorkomen van misbruik bij het vaststellen van verrekenprijzen omtrent immateriële vaste activa Inleiding De aanleiding voor het BEPS actieplan De kenmerken van ongewenste tax planning Het signaleren van ongewenste tax planning BEPS-actiepunten acht tot en met tien De herziening van de verrekenprijsrichtlijnen BEPS-actiepunt acht BEPS-actiepunt negen BEPS-actiepunt tien De visie van Nederland Subconclusie Hoofdstuk 6: Kritiek op de antimisbruikmaatregelen Inleiding Kritiek op het BEPS actieplan Algemene kritiek op het BEPS actieplan Het faciliteren van misbruik Kritiek op het BEPS beginsel Subconclusie Hoofdstuk 7: Conclusie Inleiding Subvragen en conclusies Hoofdconclusie Aanbevelingen Literatuurlijst: Boeken: Kranten en andere media: Rapporten: Tijdschriftartikelen:

5 Afkortingenlijst Art. Artikel APA BEPS CCA CUP HMRC MAP OECD OESO PLI R&D TNMM Advance Pricing Agreement Base Erosion and Profit Shifting Cost Contribution Arrangement Comparable-uncontrolled-pricemethode Her Majesty s Revenue and Customs Mutual Agreement Procedure Organisation for Economic Co-operation and Development Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling Profit-levelindicator Research and Development Transactionele nettomargemethode 5

6 Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Aanleiding onderzoek Op 12 november 2012 zijn Amazon, Google en Starbucks door de Public Accounts Committee, in het Verenigd Koninkrijk uitgenodigd om verslag te doen over hun belastingstrategie. De aanleiding voor dit initiatief van de Public Accounts Committee was dat Amazon, Google en Starbucks, naar de mening van de Public Accounts Committee, niet een fair share aan belasting in het Verenigd Koninkrijk betaalden. 1 Dit was de aanleiding voor UK Uncut, een netwerk dat tegen het afschaffen van publieke voorzieningen is en tegen belastingontwijking is, om bij filialen van Starbucks te demonstreren. UK Uncut verwijt Starbucks dat zij geen fair share heeft betaald. 2 Een deel van de klanten van Starbucks waren het met UK Uncut eens en deze groep klanten heeft Starbucks geboycot. 3 Starbucks heeft duidelijk imagoschade opgelopen en wil dat herstellen door vrijwillig belasting te betalen. 4 Hierna volgden vergelijkbare gevallen, een voorbeeld daarvan is Apple. In 2013 publiceerde de Volkskrant dat Apple effectief slechts een belasting van 0,2% in Nederland heeft betaald terwijl het Nederlandse belastingtarief 20% tot 25% is. Dit is echter gemeten aan de hand van de omzet in plaats van de winst. 5 De belastingbetaler krijgt hierdoor een onjuist beeld en vindt de geschetste situatie door de media een onrechtvaardige uitkomst omdat de belastingbetaler een deel van de publieke voorzieningen, in dit geval voor Apple maar het geldt ook voor Amazon, Google, Starbucks en andere bedrijven die geen fair share aan belasting betalen, financiert. 6 Belasting betalen door multinationals is een hot topic geworden waarbij gesteld wordt dat bedrijven onethisch bezig zijn als zij nauwelijks belasting betalen. 7 Het voornemen van de OESO is dat multinationals meer belasting gaan betalen. In 2013 kwam de OESO met de eerste BEPS rapporten die zich richten op het aanpakken van de huidige regelgeving. 8 Er wordt namelijk in het BEPS rapport vastgesteld dat multinationals de laatste jaren belasting hebben ontweken door activiteiten te verplaatsen naar een land met een lage belastingdruk of een land dat helemaal niet over de desbetreffende activiteiten belasting heft. In de BEPS rapporten worden verschillende actiepunten genoemd die moeten leiden tot het voorkomen van het verplaatsen van activiteiten door multinationals zonder dat daar een belastingclaim tegenover staat. 9 Op 24 november 2016 zijn meer dan 100 landen tot een akkoord gekomen met betrekking tot het multilateraal instrument en de ondertekeningsceremonie is 7 juni in 1 Public Accounts Committee UK Uncut protests over Starbuck tax avoidance, BBC 8 december 2012; zie ook About, UK Uncut, geraadpleegd op 2 juni 2017, van ukuncut.org.uk/about/. 3 Campbell, The Daily Mail 17 oktober Houlder e.a., FT 6 december Dekker & Rengers, de Volkskrant 22 mei 2013; zie ook art. 22 Wet op de vennootschapsbelasting Belastingdruk op burger neemt toe, FD 3 december Berentsen, FD 22 november OECD 2013, Addressing Base Erosion and Profit Shifting. 9 OECD 2013, Action Plan on Base Erosion and Profit Shifting. 6

7 Parijs. 10 In het multilateraal instrument staan bepalingen die BEPS-actiepunten 2, 6, 7, 14 en 15 (het multilateraal instrument zelf is actiepunt 15) van kracht laat worden op de bilaterale verdragen van de landen die op 7 juni in Parijs het multilateraal instrument zullen ondertekenen. 11 Het gaat om belastingverdragen waar het multilateraal instrument invloed op kan uitoefenen. Indien deze belastingverdragen opnieuw onderhandeld hadden moeten worden had dit veel tijd in beslag genomen maar met behulp van het multilateraal instrument is het sneller gegaan dan aanvankelijk werd gedacht. 12 Het is hierdoor mogelijk dat de BEPS-actiepunten acht tot en met tien, die zien op het vaststellen van verrekenprijzen, sneller dan gedacht worden ingevoerd indien deze op een soortgelijke wijze kunnen worden geïmplementeerd. Bij het voorbeeld van Starbucks ontstond er, onder andere, discussie over het feit dat Starbucks UK een royalty van 6%, die na discussie met de HMRC is gereduceerd tot 4,7%, voor het gebruik van het intellectueel eigendom van Starbucks betaalt. 13 De omzet van Starbucks UK over de afgelopen tien jaar is 3 miljard pond terwijl Starbucks over dezelfde tijdsperiode maar 8,5 miljoen pond in corporation tax in de UK heeft betaald. 14 Deze winsten zijn door de royalty van 6% over de afgelopen 10 jaar 180 miljoen pond verminderd. Daar heeft de UK dus geen belasting over kunnen heffen maar een ander land wel. Het gaat dus om grote bedragen en grote belangen van de verschillende landen. De verrekenprijsproblematiek is actueel en de verrekenprijzen van transacties die zien op rechten van immateriële activa of de overdracht van immateriële activa hebben gevolgen voor de belastinggrondslag van de verschillende landen. Het is interessant te onderzoeken hoe de verrekenprijzen voor transacties, die te maken heeft met de overdracht van immateriële activa of het gebruik van de rechten van de immateriële activa, worden vastgesteld en hoe BEPS-actiepunten acht tot en met tien de verrekenprijzen beïnvloeden. 1.2 Centrale vraag en subvragen De afgelopen jaren zijn multinationals in het nieuws gekomen omdat er onenigheid was over de belasting die de multinationals niet betaalden. De oorzaak van de onenigheid hangt samen met de verrekenprijsproblematiek doordat bijvoorbeeld Starbucks UK een royalty betaalt en de hoogte van de royalty de winst van Starbucks UK beïnvloedt. Hoe deze royalty en vergelijkbare transacties met betrekking tot immateriële vaste activa worden vastgesteld en hoe deze in de toekomst worden vastgesteld wordt in deze scriptie onderzocht. De volgende vraag staat dan ook centraal in dit onderzoek: In hoeverre is de winstallocatie van bedrijven met immateriële vaste activa aan verandering onderhevig indien BEPS-actiepunten acht tot en met tien van kracht worden? In dit onderzoek wordt inzicht gecreëerd in de recente ontwikkelingen die zien op de verrekenprijsproblematiek met betrekking tot immateriële vaste activa. Hierdoor worden 10 V-N, V-N 2017/3.10, p OECD Article: Multilateral Instrument to implement BEPS Actions and the UK Treasury s response, BDO UK 16 januari Public Accounts Committee Armstrong, The Telegraph 15 december

8 eventuele verschillen tussen de huidige methode en de toekomstige methode, van het vaststellen van verrekenprijzen die zien op de overdracht van immateriële vaste activa en de verrekenprijzen die zien op het gebruik van materiële vaste activa, geduid. De volgende subvragen vloeien voort uit de centrale vraag en worden beantwoord in dit onderzoek: 1. Wat is de verrekenprijsproblematiek? Hierbij is van belang wat de verrekenprijsproblematiek inhoudt en welke methoden er worden gebruikt om met de verrekenprijsproblematiek om te kunnen gaan. 2. Wat is de complexiteit van het vaststellen van verrekenprijzen omtrent immateriële vaste activa? Hierbij wordt duidelijk wat het kader van immateriële vaste activa is en wat de complexiteit is van het vaststellen van verrekenprijzen die zien op transacties die samenhangen met immateriële vaste activa. 3. Op welke wijze is het met behulp van immateriële vaste activa mogelijk om aan tax planning te doen? Er dient achterhaald te worden wat mogelijke strategieën kunnen zijn om winsten aan concernonderdelen toe te rekenen waar een lagere belastingdruk is. 4. Hoe proberen de OESO en de Nederlandse belastingdienst misbruik bij het vaststellen van verrekenprijzen omtrent immateriële vaste activa tegen te gaan? Deze vraag dient te worden beantwoord zodat duidelijk is wat de recente ontwikkelingen zijn en hoe verrekenprijzen met betrekking tot immateriële vaste activa aan verandering onderhevig zijn. Deze vraag wordt beantwoord door de BEPS-actiepunten acht tot en met tien te belichten en het Nederlandse Verrekenprijsbesluit te analyseren en te vergelijken met de BEPS-actiepunten acht tot en met tien. 5. Is er kritiek op de eventuele antimisbruikbepalingen die nu actief zijn of ingevoerd worden? Ten slotte wordt onderzocht of de eventuele antimisbruikbepalingen, die de visie en de handelingen van de OESO vertegenwoordigen, aan kritiek onderhevig zijn of dat er overeenstemming is dat deze antimisbruikbepalingen uitsluitend misbruik voorkomen. Nadat de subvragen zijn beantwoord kan er een uitgebreid antwoord op de centrale vraag worden gegeven en zal er een aanbeveling worden gedaan wat een mogelijk vervolgonderzoek kan inhouden. 1.3 Onderzoeksopzet Dit onderzoek zal worden voorgezet in de vorm van een literatuuronderzoek. Hierbij wordt verwezen naar BEPS-actiepunten acht tot en met tien welke betrekking hebben op het gebruik van immateriële vaste activa en de overdracht van immateriële vaste activa, de OESO transfer pricing guidelines, het Nederlandse verrekenprijsbesluit en vakliteratuur. 8

9 Hoofdstuk 2: De verrekenprijsproblematiek 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de eerste subvraag beantwoord die als volgt luidt: Wat is de verrekenprijsproblematiek? In paragraaf 2.2 wordt ingegaan op wat het at arm s-lengthbeginsel is en wat de functie van verrekenprijzen is. In paragraaf 2.3 wordt behandeld hoe verrekenprijzen worden getoetst aan het arm s-lengthbeginsel waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de verrekenprijsmethoden die bij de transactie aansluiten en verrekenprijsmethoden die bij de winst aansluiten. De transactionele winstmethoden worden vaak gebruikt omdat de gegevens op het niveau van brutowinsten maar beperkt beschikbaar zijn. 15 Ten slotte wordt in paragraaf 2.4 een subconclusie getrokken die antwoord op de subvraag geeft. 2.2 At arm s-length verrekenprijzen Het arm s-lengthbeginsel Het arm s-lengthbeginsel is van groot belang voor de vaststelling van verrekenprijzen en het arm s-lengthbeginsel is dan ook in het OESO-modelverdrag opgenomen. 16 Nederland heeft dit arm s-lengthbeginsel ook op 1 januari 2002 in de wet geïmplementeerd. 17 Voor 2002 vloeide het handhaven van het arm s-lengthbeginsel uitsluitend voort uit het Nederlandse totaalwinstbegrip. 18 Het arm s-lengthbeginsel geldt ook voor gelieerde ondernemingen die fiscaal transparant zijn. 19 Een ondernemer kan namelijk meerdere ondernemingen drijven waaruit hij winst uit onderneming geniet. 20 Het arm s-lengthbeginsel houdt in dat de individuele entiteiten binnen een concern als onafhankelijke ondernemingen worden beschouwd. Dit wordt door de OESO de separate entity approach genoemd en dit geldt ook voor vaste inrichtingen. 21 Doordat er wordt uitgegaan van de separate entity approach worden bij transacties tussen gelieerde partijen dezelfde voorwaarden en prijzen overeengekomen die tussen ongelieerde partijen, in een vergelijkbare situatie, overeengekomen zouden worden. 22 De OESO heeft het arm slengthbeginsel ingevuld zodat conflicten over het arm s-lengthbeginsel tussen de verschillende landen voorkomen wordt, waardoor er geen belastingnadelen maar ook geen belastingvoordelen ontstaan. Hierdoor worden fiscale motieven weggenomen en blijven alleen de economische motieven bestaan waardoor het, tussen de OESO-landen, aanvaarde arm s-lengthbeginsel de internationale handel en investeringen bevordert Van Egdom 2014, p Van Egdom 2014, p. 2; zie ook art. 9 OESO-modelverdrag. 17 Zie art. 8b Wet op de vennootschapsbelasting Zie art. 3.8 Wet inkomstenbelasting Van Kempen, Cursus Belastingrecht IB B.b7. 20 Van Kempen, Cursus Belastingrecht IB B.a; zie ook art. 3.2 Wet inkomstenbelasting OECD 2017, p. 35; zie ook art. 7 lid 2 OESO-modelverdrag. 22 Van den Dool & Heithuis 2016, p OECD 2017, p

10 2.2.2 Verrekenprijzen op basis van het arm s-lengthbeginsel Het probleem van het toetsen van verrekenprijzen aan het arm slengthbeginsel Verrekenprijzen zien op transacties tussen gelieerde ondernemingen. Deze transacties kunnen bestaan uit goederen of diensten. De verrekenprijzen en de dealings van fictieve transacties tussen een vaste inrichting en het hoofdhuis dienen zakelijk te zijn. 24 Indien tussen gelieerde partijen een geldleningsovereenkomst wordt gesloten waarbij een andere rente overeengekomen is die een willekeurige derde overeen zou komen dan wordt de rente gecorrigeerd naar de rente die een willekeurige derde bereid is te betalen onder dezelfde voorwaarden. 25 Deze zakelijke prijs moet echter ook vastgesteld worden indien er geen willekeurige derde is die de goederen of diensten afneemt. 26 Dit probleem is niet eenvoudig op te lossen en daarom worden er verrekenprijsmethoden gebruikt De vergelijkbaarheidsanalyse Verrekenprijzen worden getoetst aan het at arm s-lengthbeginsel met behulp van verrekenprijsmethoden waarbij de prijs van transacties tussen onafhankelijke partijen vergeleken worden met de gehanteerde verrekenprijs tussen gelieerde partijen. Deze transacties zijn niet allemaal goed vergelijkbaar en daarom dient er een vergelijkbaarheidsanalyse te worden gemaakt waaruit blijkt welke transacties met elkaar te vergelijken zijn. De vergelijkbaarheidsanalyse bestaat uit vijf factoren: De kenmerken van goederen en diensten, de functionele analyse, de contractuele voorwaarden, de economische omstandigheden en de ondernemingsstrategieën. 28 De factoren verschillen in belang per verrekenprijsmethode, dit wordt uitgelicht bij het bespreken van de verrekenprijsmethoden. Verrekenprijzen van transacties gerelateerd aan immateriële activa staan centraal in deze scriptie en daarom wordt de vergelijkbaarheidsanalyse in hoofdstuk 3 uitgebreid uitgelicht en toegepast op immateriële vaste activa De at arm s-lengthrange De verrekenprijs van een transactie tussen gelieerde partijen en de prijs van een transactie tussen ongelieerde partijen hoeft niet exact gelijk te zijn om te voldoen aan het arm slengthbeginsel. 29 Indien de gelieerde transactie goed vergelijkbaar is met transacties tussen ongelieerde partijen en de prijs ligt binnen alle waarnemingen van de gehanteerde prijzen tussen ongelieerde partijen voor een vergelijkbare transactie dan voldoet de verrekenprijs aan het arm s-lengthbeginsel. 30 Indien het vergelijkingsmateriaal minder goed overeenkomt met de transactie waarvan de verrekenprijs getoetst wordt aan het arm s-lengthbeginsel 24 Vermeulen 2015, p Heithuis, Kavelaars & Schuver 2016, p Staats 2013, p O.C.R. Marres, S.J. Mol-Verver & J.L. van de Streek 2014, p Van Egdom 2014, p Van den Dool & Heithuis 2016, p Van Egdom 2014, p

11 wordt uitsluitend naar de interquartiële deviatie van de waarnemingen gekeken. De verrekenprijs voldoet dan aan het arm s-lengthbeginsel indien deze binnen de interquartiële deviatie van de waarnemingen is Verrekenprijsmethoden Traditionele transactiemethoden Comparable-uncontrolled-pricemethode (CUP) Bij de CUP-methode is de eerste factor van de vergelijkbaarheidsanalyse, de kenmerken van goederen en diensten, het meest van belang. Bij de CUP-methode wordt de verrekenprijs die samenhangt met goederen of diensten vergeleken met de prijs die tussen onafhankelijke partijen overeen wordt gekomen voor vergelijkbare goederen of diensten onder vergelijkbare omstandigheden. Doordat de CUP-methode aansluit bij de werkelijk aangegane transactie is deze methode de meest betrouwbare methode. Een verschil tussen de verrekenprijs en de vastgestelde prijs tussen ongelieerde partijen kan namelijk herleid worden tot een verschil in de contractuele voorwaarden die met de transactie samenhangt. 32 De CUP-methode is te onderscheiden in een interne en externe CUP-methode. 33 Bij de interne CUP-methode wordt de transactie van een onderneming met de gelieerde onderneming vergeleken met een vergelijkbare transactie die dezelfde onderneming met een ongelieerde onderneming overeenkomt. Bij de externe CUP-methode wordt deze transactie uitsluitend vergeleken met een vergelijkbare transactie die onder vergelijkbare omstandigheden tussen ongelieerde partijen tot stand is gekomen. De externe CUPmethode wordt niet vaak toegepast in de praktijk omdat de goederen en diensten van ongelieerde partijen niet vaak vergelijkbaar zijn. 34 Er kan echter wel aangesloten worden bij de beursnoteringen indien het bij de transactie gaat om goederen die een beursnotering hebben zoals goud en olie. In dat geval moeten de contractuele voorwaarden van de transactie wel in acht worden genomen omdat er een andere leveringstermijn gehanteerd kan worden dan de termijncontracten die op de beurs verhandeld worden. Andere contractuele voorwaarden leiden logischerwijs tot een andere prijs. 35 De transactie tussen ongelieerde partijen is vergelijkbaar met de transactie tussen gelieerde partijen indien de verschillen die zichtbaar zijn geworden met behulp van de vergelijkbaarheidsanalyse geen materiële invloed hebben op de prijs of dat deze materiële verschillen opgeheven kunnen worden door het toepassen van nauwkeurige correcties Besluit van 14 november 2013, IFZ 2013/184M, Stcrt. 2013, Van Egdom 2014, p Van den Dool & Heithuis 2016, p Van Egdom 2014, p Van Egdom 2014, p OECD 2017, p

12 Resale-pricemethode Bij de resale-pricemethode wordt de brutowinst, die gerealiseerd wordt bij de verkoop van het product aan een ongelieerde partij, geanalyseerd. De resale-pricemarge dient namelijk aan het arm s-lengthbeginsel te voldoen hetgeen beïnvloed wordt door de inkoopprijs die aan de gelieerde transactie gekoppeld is. Indien de resale-pricemarge niet binnen de at arm s-lengthrange wordt vastgesteld zal er een correctie bij de inkoopprijs van de gelieerde transactie gemaakt worden zodat de resale-pricemarge binnen de arm s-lengthrange is. 37 De resale-pricemethode is beter toepasbaar indien er minder tijd verstrijkt tussen inkoop en verkoop van de goederen, het product minder modificaties ondergaat door de verkoper en er weinig waarde wordt toegevoegd door de verkoper. 38 De belangrijkste factor van de vergelijkbaarheidsanalyse voor de resalepricemethode is de functionele analyse. Daarin wordt namelijk vastgesteld of er extra waarde wordt toegevoegd door de verkoper. Indien de verkoper een voorraad aanhoudt zal deze verkoper voorraadrisico lopen en daardoor extra waarde creëren. Dit leidt tot een hogere resale-pricemarge dan wanneer er geen voorraad aangehouden werd. Als een verschil in waardetoevoeging tussen de gelieerde transactie en de ongelieerde transactie niet gewaardeerd kan worden is het niet mogelijk om deze transacties te vergelijken Cost-plusmethode De cost-plusmethode toetst of een verrekenprijs at arm s-length is door de kosten die, door de leverancier van goederen of verlener van diensten, zijn gemaakt te analyseren en daar vervolgens de winstopslag aan toe te voegen. De winstopslag zal worden vergeleken met de winstopslag die door onafhankelijke partijen bij vergelijkbare transacties zijn behaald. 40 Indien de winstopslag binnen de arm s-lengthrange is, kwalificeert de verrekenprijs als zakelijk. De belangrijkste factor van de vergelijkbaarheidsanalyse is de functionele analyse en de uitvoering hiervan komt overeen met de resale-pricemethode zoals besproken in paragraaf De kostengrondslag wordt bepaald op basis van de directe en indirecte productiekosten en voor diensten geldt hetzelfde. 42 De kostengrondslag mag echter gereduceerd worden tot de variabele kosten van het product in het geval dat de goederen aan een onafhankelijke partij worden verkocht tegen een prijs die lager is dan berekend wordt met deze methode. 43 Kosten die door de verkopende partij worden gedragen maar ook door de kopende partij hadden kunnen worden voldaan doordat de verkopende partij geen waarde toevoegt, worden niet meegenomen in de kostengrondslag Van Egdom 2014, p OECD 2017, p Van Egdom 2014, p OECD 2017, p Van Egdom 2014, p OECD 2017, p OECD 2017, p Van Egdom 2014, p

13 Volgens de OESO dient er van de gebudgetteerde kosten uit te worden gegaan omdat een onafhankelijke partij geen hogere prijs wil betalen door inefficiëntie van de leverende partij. 45 Het Nederlandse verrekenprijsbeleid komt hiermee overeen Transactionele winstmethoden Transactionele nettomargemethode (TNMM) Bij de transactionele nettomargemethode wordt de nettowinst, die op een concerntransactie wordt behaald, in verhouding tot een profit-levelindicator (PLI) bij de vergelijkbaarheidsanalyse gebruikt. Deze nettowinst tussen de gelieerde partijen wordt vergeleken met de winst die de ongelieerden onder vergelijkbare omstandigheden zouden behalen. De kosten, omzet of activa kunnen als PLI fungeren. 47 Indien TNMM met de kosten of omzet als PLI wordt toegepast, wordt feitelijk de cost-plusmethode en respectievelijk de resale-pricemethode gebruikt maar dan op nettoniveau in plaats van op brutoniveau. De PLI activa kan worden gebruikt bij kapitaalintensieve ondernemingen. 48 Indien eenzelfde transactie wordt aangegaan met een ongelieerde partij kan gebruik worden gemaakt van de interne vergelijking waarbij de transactie tussen de gelieerde partijen wordt vergeleken met de transactie die met de ongelieerde partij overeengekomen is. Als er geen interne vergelijking mogelijk is dient er een externe vergelijking plaats te vinden waarbij er een functionele analyse van de gelieerde en ongelieerde transacties wordt gemaakt om de vergelijkbaarheid van de transacties te kunnen bepalen. 49 De TNMM is een veel gebruikte methode doordat de verschillen van de goederen en diensten minder relevant zijn dan op brutowinstniveau. 50 Dit valt te verklaren doordat de nettomethode de transactie vanuit nettowinstperspectief bekijkt en door het in acht nemen van algemene bedrijfskosten wordt de invloed van de kwaliteit van goederen en diensten in de prijs relatief minder. 51 De eerste vergelijkbaarheidsfactor van de vergelijkbaarheidsanalyse, de kenmerken goederen en diensten, zijn dus minder relevant bij de toepassing van de TNMM. De TNMM wordt toegepast door naar de gelieerde partij, die deelneemt aan de transactie, te kijken die de minst complexe activiteiten uitvoert. 52 Op deze wijze wordt gerealiseerd dat deze minder gecompliceerde activiteiten, net als bij de cost-plusmethode en resale-pricemethode, een routinematige vergoeding krijgt die voldoet aan het arm slengthbeginsel en dat de overige winst toekomt aan de complexere activiteiten. De tweede vergelijkbaarheidsfactor van de vergelijkbaarheidsanalyse, de functionele analyse, is dus het meest van belang bij de toepassing van de TNMM. 45 OECD 2017, p Besluit van 14 november 2013, IFZ 2013/184M, Stcrt. 2013, 32854; zie ook Van Egdom 2014, p OECD 2017, p Van Egdom 2014, p OECD 2017, p Van Egdom 2014, p OECD 2017, p OECD 2017, p

14 Profit-splitmethode De profit-splitmethode is geaccepteerd als verrekenprijsmethode doordat onafhankelijke ondernemingen ook een gezamenlijke winst op een afgesproken wijze kunnen splitsen en verdelen. De verrekenprijs voor een transactie tussen gelieerde partijen moet overeenkomen met een winstsplitsing die onafhankelijke derden in een vergelijkbare situatie zouden overeenkomen. 53 De winstsplitsing kan op basis van de brutowinst maar ook de nettowinst plaatsvinden. 54 De verrekenprijs van de transactie worden bij deze methode vergeleken door naar de bijdrage van elke onderneming te kijken. De tweede factor van de vergelijkbaarheidsanalyse, de functionele analyse, is van groot belang bij deze methode. De bijdrage van elke onderneming wordt namelijk bepaald door naar de uitgeoefende functies, risico s en gebruikte activa te kijken. 55 De functies van elke onderneming worden geanalyseerd waardoor dit een meerzijdige analyse is. Het voordeel hiervan is dat activiteiten die ver geïntegreerd zijn tussen de ondernemingen en waarmee voordelen worden behaald door beiden ondernemingen niet bij één onderneming terecht komen doordat er een eenzijdige methode wordt gebruikt waarbij één van de ondernemingen een beperkte routinewinst toekomt. De profit-splitmethode zorgt bij deze activiteiten voor een winstverdeling die meer overeenkomt met de werkelijkheid. 56 De winst kan gesplitst worden op basis van een contributieanalyse of restwinstanalyse. 57 Bij de contributieanalyse wordt de winst gesplitst op basis van de toegevoegde waarde van de ondernemingen die in verband staan met de uitgeoefende functies. Daarentegen wordt bij de restwinstanalyse aangesloten bij het toerekenen van een routinematige beloning voor de uitgeoefende functies van de ondernemingen. Vervolgens wordt de nog te verdelen winst verdeeld aan de ondernemingen die de complexere activiteiten uitoefenen waarbij de relatieve waarde van de activiteiten bepalend is voor de mate van restwinst die aan de onderneming wordt toegerekend. 58 Afspraken over winstsplitsingen worden altijd voorafgaand aan het behalen van deze winsten gemaakt. De contractuele voorwaarden in deze afspraken zijn dan ook het uitgangspunt bij het bepalen of onafhankelijke partijen op dat moment vergelijkbare afspraken zouden hebben gemaakt. Het gebruik van hindsight door de belastingdienst is niet toegestaan nu de belastingplichtigen niet konden weten wat de werkelijke winsten zouden zijn Van Egdom 2014, p Van Egdom 2014, p. 102; zie ook OECD 2017, p Van Egdom 2014, p OECD 2017, p OECD 2017, p Van Egdom 2014, p OECD 2017, p

15 2.4 Subconclusie Dit hoofdstuk is toegespitst op de beantwoording van de eerste subvraag: Wat is de verrekenprijsproblematiek? In paragraaf 2.2 is duidelijk geworden dat verrekenprijzen aan het arm s-lengthbeginsel moeten voldoen en dat de gelieerde transacties vergeleken moeten worden met vergelijkbare transacties tussen ongelieerde partijen. Om te bepalen of de transactie vergelijkbaar is moet er een vergelijkbaarheidsanalyse gedaan worden waarbij naar de vijf factoren (de kenmerken van goederen en diensten, de functionele analyse, de contractuele voorwaarden, de economische omstandigheden en de ondernemingsstrategieën) wordt gekeken. Vervolgens is vastgesteld dat de verrekenprijs at arm s-length is als deze binnen de at arm s-lengthrange valt. In paragraaf 2.3 zijn de verrekenprijsmethoden behandeld die worden gebruikt om te bepalen of de gehanteerde verrekenprijzen at arm s-length zijn vastgesteld. Het is nu bekend dat er onderscheid wordt gemaakt tussen de transactiemethoden, waaronder de CUPmethode, resale-pricemethode en de cost-plusmethode vallen, en winstmethoden, waaronder TNMM en de profit-splitmethode vallen. Elke methode heeft haar eigen belang bij één van de vijf factoren van de vergelijkbaarheidsanalyse. Hierdoor is het afhankelijk van de situatie welke verrekenprijsmethoden het meest geschikt zijn om te toetsen of de verrekenprijs binnen de at arm s-lengthrange is en dat de verrekenprijs dus aan het arm slengthbeginsel voldoet. Dit impliceert dat er geen specifieke methode is ontwikkeld voor een specifieke soort transactie. Bij een transactie omtrent immateriële vaste activa is dan ook geen vaste verrekenprijsmethode die gehanteerd wordt. 15

16 Hoofdstuk 3: Verrekenprijzen omtrent immateriële vaste activa 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de tweede subvraag beantwoord die als volgt luidt: Wat is de complexiteit van het vaststellen van verrekenprijzen omtrent immateriële vaste activa? Verrekenprijzen van immateriële vaste activa worden in beginsel op dezelfde wijze als in hoofdstuk 2 vastgesteld. 60 Echter zijn er door de complexiteit van immateriële vaste activa extra richtlijnen voor het vaststellen van verrekenprijzen en dat wordt behandeld in dit hoofdstuk. In paragraaf 3.2 wordt het kader van immateriële vaste activa geduid. In paragraaf 3.3 wordt uitgelicht hoe het at arm s-lengthbeginsel wordt toegepast bij transacties van immateriële activa. De vergelijkbaarheidsanalyse (die in paragraaf is geïntroduceerd) wordt in paragraaf 3.4 op transacties omtrent immateriële vaste activa toegepast. In paragraaf 3.5 wordt het ontstaan van een lokale marketing intangible behandeld. In paragraaf 3.6 wordt ingegaan op herstructureringen van concerns waarbij immateriële vaste activa worden overgedragen. Vervolgens wordt in paragraaf 3.7 geanalyseerd of deze complexiteit in Nederlandse gevallen terugkomt. Ten slotte wordt in paragraaf 3.8 een subconclusie getrokken die antwoord op de subvraag geeft. 3.2 De definitie van immateriële vaste activa De vennootschappelijke definitie naast de definitie van de OESO Het begrip immateriële vaste activa van de OESO is ruimer dan het begrip immateriële vaste activa dat in de vennootschappelijke jaarrekening wordt gehanteerd. Vennootschappelijk is er sprake van een immaterieel vast actief indien aan de volgende drie kenmerken wordt voldaan: Ten eerste dient er sprake te zijn van een middel waarover de rechtspersoon de beschikkingsmacht heeft, ten tweede moet de rechtspersoon recht hebben op alle economische voordelen uit dat middel en ten derde moet het middel identificeerbaar zijn waarbij het niet van monetaire aard mag zijn en geen fysiek gedaante mag hebben. 61 De OESO definitie maakt gebruik van dezelfde kenmerken als er vennootschappelijk gehanteerd worden echter is het tweede kenmerk door de OESO anders geformuleerd. Het tweede kenmerk van de OESO houdt in dat er een vergoeding tegenover het verlenen van een recht op het immaterieel vast actief of overdracht van het immaterieel vast actief moet hebben gestaan indien deze transactie tussen onafhankelijke partijen zou hebben plaats gevonden. 62 De OESO zegt bovendien dat er ook sprake van immateriële vaste activa kan zijn indien deze niet opgenomen zijn in de vennootschappelijke jaarrekening. Dit kan het geval zijn indien in voorgaande jaren R&D- of marketing-uitgaven niet geactiveerd zijn maar als kosten zijn genomen. 63 Een andere mogelijkheid is dat het immaterieel vast actief niet voor activering in 60 OECD 2017, p. 247 en p Böhmer, Hoogendoorn & Kruit 2016, p. 211; zie ook IAS 38.8 en RJ OECD 2017, p OECD 2017, p

17 aanmerking komt. 64 Hieruit volgt dat de OESO immateriële vaste activa sneller in aanmerking neemt dan vennootschappelijk wordt gedaan De OESO definitie uitgelicht De OESO maakte voor 10 juli 2017 onderscheid tussen trade intangibles en marketing intangibles. 65 In de nieuwe richtlijnen erkent de OESO dat er soms onderscheid wordt gemaakt maar heeft de OESO geen specifieke richtlijnen voor trade intangibles of marketing intangibles. 66 Omdat de nieuwe richtlijnen onlangs zijn gepubliceerd is het alsnog van belang om het onderscheid te definiëren omdat in de literatuur het onderscheid veelal wordt gemaakt. 67 Trade intangibles vloeien voort uit risicovolle en kostbare R&D-activiteiten. Er wordt getracht deze kosten te dekken door de ontwikkelde producten te verkopen, de ontwikkelde services te leveren of de ontwikkelde kennis ter beschikking te stellen. Een voorbeeld van een trade intangible is een patent. 68 Het ontwikkelen van het product dat wordt beschermd door het patent is kostbaar. 69 De oude richtlijnen komen daarmee geheel overeen met de nieuwe richtlijnen. 70 Marketing intangibles zijn bezittingen die de exploitatie van een product, bijvoorbeeld een trade intangible, mogelijk maken. Voorbeelden van een marketing intangibles zijn handelsmerken, klantenbestanden, distributiekanalen en symbolen. 71 Het creëren van een handelsmerk is in verhouding met het ontwikkelen van een product minder kostbaar. Het waardevol maken en de waarde behouden van een handelsmerk is echter wel relatief kostbaar. 72 In de nieuwe richtlijnen wordt dit op een zelfde wijze verwoord. 73 Intellectueel eigendom zoals know-how en handelsgeheimen kunnen zowel een trade intangible als marketing intangible zijn, ook als deze niet door patenten beschermd zijn. 74 Zo is de receptuur ( know-how ) van Coca-Cola niet geregistreerd maar is dit wel een trade intangible. Daarnaast is het marketingconcept ( know-how ) van Coca- Cola een marketing intangible. 75 Dit komt wederom overeen met de nieuwe richtlijnen. 76 De definitie van de OESO is grotendeels gelijk gebleven in de nieuwe richtlijnen, echter heeft de OESO willen uitsluiten dat er een verschillende aanpak wordt gehanteerd bij het vaststellen van de verrekenprijzen bij transacties omtrent trade intangibles en 64 Van Egdom 2014, p OECD 2010, p OECD 2017, p Van Egdom 2014, p OECD 2010, p OECD 2010, p OECD 2017, p OECD 2010, p OECD 2010, p OECD 2017, p OECD 2010, p Van Egdom 2014, p OECD 2017, p

18 marketing intangibles. Dit heeft de OESO willen realiseren door het onderscheid tussen trade intangibles en marketing intangibles niet meer de maken Toepassing van het at arm s-lengthbeginsel Bij transacties gerelateerd aan immateriële vaste activa dient rekening te worden gehouden met zowel de overdrager als de ontvanger van de licentie of het immaterieel vast actief. 78 De ontvanger van de licentie zou eventueel bij een ongelieerde partij een vergelijkbare licentie kunnen bemachtigen waarmee het een hogere omzet of lagere kosten kan behalen. De prijs die de gelieerde licentieverstrekker in rekening brengt is dan niet at arm s-length of de transactie is geheel niet at arm s-length doordat de licentie of het immaterieel vast actief maar beperkte voordelen voor de verkrijger heeft. 79 Een onafhankelijke derde zou namelijk geen inferieure licentie tegen een hogere prijs aanschaffen. Dat komt namelijk niet overeen met de winstmaximalisatie die onafhankelijke partijen nastreven. 80 Wanneer er een licentie wordt verstrekt waarbij een royalty in rekening wordt gebracht en de licentie geeft recht op alle immateriële vaste activa van een onderneming dan zal die royalty aangepast worden indien er nieuwe, in verhouding tot de al ter beschikking gestelde immateriële activa, waardevolle immateriële vaste activa zijn ontwikkeld. 81 Het is mogelijk dat de verrekenprijs van het verstrekken van een bepaalde licentie niet at arm s-length is doordat er een te lage prijs in rekening wordt gebracht door de licentieverstrekker. Het is echter mogelijk dat een correctie achterwege kan blijven indien de totale som van de transacties en verrekenprijzen tussen de partijen at arm s-length is. Het gaat hier om package pricing. Zo is het mogelijk dat de licentieverstrekker ook andere producten aan de licentiehouder verstrekt waar het een hogere prijs dan at arm s-length voor in rekening brengt. Bij package pricing waarbij één prijs gehanteerd wordt voor het verstrekken van meerdere licenties is het soms nodig de licenties individueel te analyseren om te achterhalen of de package pricing at arm s-length is. 82 Indien de immateriële vaste activa een dermate speciaal karakter hebben dat er geen vergelijkbare transacties met vergelijkbare immateriële vaste activa zijn is het niet mogelijk om daar een at arm s-length prijs uit af te leiden. De waarde van het immaterieel vast actief kan dan bepaald worden door uit te gaan van de verwachte opbrengsten van het immaterieel vast actief. 83 Onafhankelijke derden kunnen de prijs die daarmee berekend wordt accepteren echter is het ook mogelijk dat onafhankelijke derden vinden dat de prijs op basis van de verwachte opbrengsten de risico s van het immaterieel actief onvoldoende weerspiegelt. In dat geval is het mogelijk om contracten voor een kortere termijn te sluiten of dat er prijs- 77 OECD 2017, p OECD 2017, p OECD 2017, p Bogetoft & Olesen OECD 2017, p OECD 2017, p OECD 2017, p. 284 en p

19 aanpassingsclausule in het contract wordt opgenomen. Dit kan voor bescherming zorgen tegen onvoorziene ontwikkelingen. 84 Een voorbeeld hiervan is een royalty die verhoogd wordt als de verkopen toenemen. Een andere mogelijkheid is dat de onafhankelijke derde het risico deels accepteert, in dat geval kan er een heronderhandelingsclausule worden opgenomen. 85 Indien er licentie wordt verstrekt om medicijnen te produceren maar er komt een vergelijkbare goedkopere licentie op de markt is het voor beide partijen voordelig om de royalty verlagen. Het blijft dan voor de licentiehouder rendabel om de licentie af te nemen en de licentieverstrekker kan licenties blijven verstrekken nu deze door de lagere royalty rendabel blijven. 86 Indien niet aan het at arm s-lengthbeginsel wordt voldaan kan een belastingdienst de transactie herkwalificeren of negeren. De oude richtlijnen van de OESO geven ruimte om de transactie herkwalificeren indien de economische werkelijkheid van de transactie niet overeenkomt met de juridische vormgeving van de transactie. 87 Een voorbeeld hiervan is de hybride lening waarbij de geldlening feitelijk functioneert als eigen vermogen. 88 De belastingdienst kan de lening dan als eigen vermogen kwalificeren. Een transactie kan worden genegeerd indien als de economische werkelijkheid en de juridische vorm van de transactie overeenkomen maar een onafhankelijke derde een dergelijke transactie nooit was aangegaan. 89 Een voorbeeld hiervan is de situatie waarbij een onderneming een licentie aan een gelieerde partij verstrekt die het recht geeft om de ontwikkelde en nog te ontwikkelen immateriële vaste activa door de onderneming te mogen gebruiken tegen eenmalige betaling. Een onafhankelijke derde zou een dergelijke transactie niet aangaan omdat de waarde van de immateriële vaste activa sterk kan verschillen zeker indien er ook nog nieuwe immateriële vaste activa ontwikkeld wordt. Onafhankelijke derden zouden dan een prijsaanpassingsclausule of heronderhandelingsclausule in het contract hebben opgenomen. De belastingdienst kan een dergelijke transactie dan negeren. De nieuwe richtlijnen komen vrijwel overeen met de oude richtlijnen. 90 In de nieuwe richtlijnen wordt echter expliciet genoemd dat het om een samenhang van transacties kan gaan waarbij de transacties als geheel niet door een derde overeengekomen zouden worden. In dat geval is het onder de nieuwe richtlijnen mogelijk om de samenhang van transacties in samenhang te beoordelen en deze te herkwalificeren of te negeren in plaats van het uitsluitend beoordelen van de individuele transacties OECD 2017, p OECD 2017, p OECD 2017, p. 307; zie ook Van Egdom 2014, p OECD 2010, p Zie art. 10 lid 1 sub d Wet op de vennootschapsbelasting OECD 2010, p OECD 2010, p en OECD 2017, p OECD 2017, p

20 3.4 De vergelijkbaarheidsanalyse en immateriële vaste activa De kenmerken van goederen en diensten De verschillen in de specifieke kenmerken van goederen en diensten beïnvloeden de prijs van de transactie en daarmee de vergelijkbaarheid van een transactie. Bij immateriële activa is het van belang om te achterhalen of het gaat om het overdragen of ter beschikking stellen van immateriële activa. Dit heeft namelijk grote invloed op de prijs. Het gebruik van een patent of de know-how van een bedrijf zijn verschillende soorten transacties en het is dus goed mogelijk dat er een andere prijs wordt gehanteerd waardoor de vergelijkbaarheid goed in acht moet worden genomen bij deze transacties. Factoren die van belang zijn bij dergelijke transacties zijn de duur en de omvang van de bescherming van het immaterieel vast actief maar ook het voordeel dat te verwachten is door het gebruik van het immaterieel vast actief De functionele analyse Functies Functies die te maken kunnen hebben met immateriële vaste activa zijn R&D, design en marketing. Deze activiteiten kunnen leiden tot een immaterieel vast actief zoals gedefinieerd is in paragraaf Deze lijst is niet limitatief nu een onderneming ook met betrekking tot inkoop of transport unieke know-how kan bezitten zodat dat tot een immaterieel vast actief kan leiden. Het is van belang goed te analyseren wat de hoofdfuncties van het concern zijn omdat het grootste deel van de waardetoevoeging van het concern wordt gerealiseerd door de hoofdfuncties. Voor deze hoofdfuncties dient dan ook een hogere beloning toe te worden gerekend dan de functies die ten opzichte van de hoofdfuncties van ondersteunende aard zijn. 93 De functionele analyse kan gemaakt worden door de structuur en organisatie van het concern goed te begrijpen waarbij het duidelijk is welke rechten en verplichtingen de individuele ondernemingen van het concern hebben. 94 Per functie moet er bekend zijn wat de aard en omvang van de activiteiten is, waar deze activiteiten plaatsvinden, waar de aansturing van deze activiteiten plaatsvindt, welke gelieerde transacties er zijn in relatie tot de uitgeoefende functie en wat het relatieve belang van de functie is in verhouding tot de waardetoevoeging van het concern. 95 De functies die onder het ontwikkelen en exploiteren van immateriële vaste activa vallen zijn niet altijd op dezelfde wijze gestructureerd. Zo kan de aansturing en ontwikkeling van immateriële vaste activa binnen een onderneming plaatsvinden maar de aansturing en ontwikkeling kan ook gescheiden worden doordat een aansturende partij de ontwikkeling door een andere onderneming binnen het concern laat uitvoeren. De aansturende partij heeft invloed op het risico dat genomen wordt en de ontwikkeling zal dan ook voor rekening 92 OECD 2017, p. 73; zie ook Van Egdom 2014, p Van Egdom 2014, p OECD 2017, p Van Egdom 2014, p. 45; zie ook OECD 2017 p

21 en risico van de aansturende partij plaatsvinden. In dat geval is er sprake van contract R&D. De ontwikkeling kan ook als een gezamenlijk project binnen het concern door verschillende ondernemingen worden aangestuurd en ontwikkeld. Er is dan sprake van een CCA oftewel een cost contribution arrangement. 96 Een CCA is een contractuele overeenkomst waarin is vastgelegd dat er gezamenlijke ontwikkelingen plaatsvinden en de mogelijke opbrengsten van deze ontwikkelingen tussen de ondernemingen worden verdeeld op basis van de individuele bijdrage van de ondernemingen. 97 Er wordt verder niet ingegaan op het uitgebreide CCA leerstuk omdat het buiten het kader van deze scriptie valt. 98 Er moeten correcties worden gemaakt indien de functies van de ondernemingen waarvan de transacties worden vergeleken materieel verschillen. 99 Echter omdat immateriële vaste activa vaak unieke kenmerken hebben zijn er weinig vergelijkbare transacties die tussen ongelieerde ondernemingen plaatsvinden. Hierdoor is het moeilijk om een accurate vergelijkbaarheidscorrectie te maken. Om deze reden vindt de vergelijking vaak plaats bij de partij (die deelneemt aan de transactie) die de minst complexe activiteit uitvoert. 100 Indien een geheim recept van koffie door een ontwikkelaar ter beschikking wordt gesteld aan een verkoper zal de winst van de verkoper vergeleken worden met de winst van onafhankelijke verkopers van koffie. Deze informatie is beter beschikbaar dan de winst van de ontwikkelaar van een geheim recept omdat er meer verkopers zijn dan ontwikkelaars Activa Het gebruikte immaterieel vast actief Binnen de functionele analyse dient het soort immaterieel vast actief, dat gebruikt wordt voor de uitgeoefende functie, te worden vastgesteld om de vergelijkbaarheid van transacties te waarborgen. 101 De OESO noemt als belangrijke kenmerken van de gebruikte immateriële vaste activa: De marktwaarde van het immaterieel vast actief, de exclusiviteit, de rechten die het immaterieel vast actief beschermen, de locaties waar het immaterieel vast actief mag en kan worden ingezet, de economische levensduur van het immaterieel vast actief, de ontwikkelingsfase van het immaterieel vast actief, rechten op verbeteringen van het immaterieel vast actief en verwachte opbrengsten van het immaterieel vast actief. 102 Van Egdom noemt ook de mogelijkheid van sublicentiëring en de gerechtigheid van de licentiehouder om deel te nemen aan de verdere ontwikkeling waarbij er een CCA wordt overeengekomen. 103 Kenmerken zoals een hoge marktwaarde en exclusief karakter van het immaterieel vast actief zorgen voor een hoge waardetoevoeging en hier moet dan ook rekening mee 96 Van Egdom 2014, p Van Egdom 2014, p ; zie ook OECD 2017, p OECD 2017, p OECD 2017, p Van Egdom 2014, p OECD 2017, p OECD 2017, p Van Egdom 2014, p. 153; zie ook OECD 2017, p

22 gehouden worden tijdens het vaststellen van de verrekenprijs en het vergelijken van de transactie Trade intangibles Bij trade intangibles zoals een patent stond voorheen expliciet vermeld dat er rekening moest worden gehouden met het feit of het om een beschermd bedrijfsproces of beschermd product gaat. 105 Onder de nieuwe richtlijnen is het niet meer expliciet vermeld maar dient hier nog steeds rekening mee te worden gehouden op basis van de exclusiviteit. 106 Indien er met behulp van een ander bedrijfsproces hetzelfde product kan worden gerealiseerd zal een patent dat een product beschermt een hogere waarde hebben dan een patent dat het bedrijfsproces beschermt. Daarnaast is de mate en duur van de bescherming van belang. 107 Hierbij dient er ook rekening te worden gehouden met het ontwikkelen van nieuwe patenten gebaseerd op oude patenten die de effectieve bescherming van het immaterieel vast actief verlengen. Tevens is de lengte van de economische waarde van het immaterieel vast actief van belang. 108 Indien het patent tien jaar geldig is maar na vijf jaar zijn er geen voordelen meer te behalen met het immaterieel vast actief wordt hiermee rekening gehouden. In de nieuwe richtlijnen dient hiermee rekening te worden gehouden op basis van de economische levensduur en de verwachte economische voordelen van het immaterieel vast actief. 109 Indien er een compleet revolutionair productieproces ontwikkeld is dient voor dat patent tevens een hogere prijs te worden gehanteerd dan voor een patent dat ziet op een verbetering van een al bestaand productieproces of een patent dat op een productieproces ziet waar al substituten voor zijn. 110 Dit valt onder de factoren exclusiviteit en de verwachte toekomstige voordelen van het immaterieel vast actief die zijn opgenomen in de nieuwe richtlijnen. 111 De relatieve toegevoegde waarde van het gebruikte patent in het eindproduct moet ook geanalyseerd worden. 112 Het is namelijk ongepast om het mogen gebruiken van bijvoorbeeld navigatiesoftware bij de productie van een auto te belonen op basis van een tien procent royalty over de verkoopwaarde van die auto. De nagivatiesoftware heeft immers niet de verkoopwaarde van die auto met tien procent verhoogd. Er kan eventueel achterhaald worden wat de prijs van de auto zonder navigatiesoftware zou zijn geweest. Hierdoor kan relatieve toegevoegde waarde van het gebruikte patent achterhaald worden en een juiste beloning voor gebruik van het patent worden vastgesteld. In de nieuwe richtlijnen valt dit onder de tweezijdige analyse waarbij het perspectief van zowel de 104 Van Egdom 2014, p OECD 2010, p OECD 2017, p Van Egdom 2014, p OECD 2010, p OECD 2017, p OECD 2010, p OECD 2017, p. 287 en p OECD 2010, p

> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Directie Internationale Zaken en Verbruiksbelastingen

> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Directie Internationale Zaken en Verbruiksbelastingen > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Belastingvoordeel halen door misbruik

Belastingvoordeel halen door misbruik Transfer Pricing Levert u goederen en/of diensten binnen uw groep van bedrijven? Dan moet u zakelijk handelen en heeft u te maken met Transfer Pricing. Een onderwerp dat steeds meer in de belangstelling

Nadere informatie

Wetstraat BRUSSEL

Wetstraat BRUSSEL FOD FINANCIEN DIENST VOORAFGAANDE BESLISSINGEN Wetstraat 24 1000 BRUSSEL Gent, 20/11/2015 BETREFT: PREFILINGAANVRAAG U. Ref.: Nieuw dossier O. Ref.: Geachte Heer, Mevrouw, 1. Wij schrijven u aan namens

Nadere informatie

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van betreffende de vennootschapsbelasting op een aanmerkelijke digitale aanwezigheid

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van betreffende de vennootschapsbelasting op een aanmerkelijke digitale aanwezigheid EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2018 C(2018) 1650 final AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 21.3.2018 betreffende de vennootschapsbelasting op een aanmerkelijke digitale aanwezigheid NL NL AANBEVELING VAN

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Lijst van gebruikte afkortingen / XI. HOOFDSTUK 1 Inleiding en verantwoording / 1. HOOFDSTUK 2 Het arm s-lengthbeginsel / 5

INHOUDSOPGAVE. Lijst van gebruikte afkortingen / XI. HOOFDSTUK 1 Inleiding en verantwoording / 1. HOOFDSTUK 2 Het arm s-lengthbeginsel / 5 INHOUDSOPGAVE Lijst van gebruikte afkortingen / XI HOOFDSTUK 1 Inleiding en verantwoording / 1 HOOFDSTUK 2 Het arm s-lengthbeginsel / 5 2.1 Inleiding / 5 2.2 Het arm s-lengthbeginsel en de OESO-richtlijnen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26874 11 mei 2018 Internationaal Belastingrecht. Verrekenprijzen, toepassing van het arm s-lengthbeginsel en de Transfer

Nadere informatie

Hoe verhoudt de Nederlandse fiscale geheimhoudingsplicht zich tot die in andere EU-landen? Bent u bereid dit te onderzoeken?

Hoe verhoudt de Nederlandse fiscale geheimhoudingsplicht zich tot die in andere EU-landen? Bent u bereid dit te onderzoeken? 2018D44270 Beantwoording van vragen van leden van de vaste Commissie voor Financiën over de brief van de staatssecretaris van Financiën van 27 maart 2018 over de opening van de formele onderzoeksprocedure

Nadere informatie

The arm s length principle versus formulary apportionment

The arm s length principle versus formulary apportionment The arm s length principle versus formulary apportionment Naam: Paul de Kleijne Studierichting: Master Fiscale Economie ANR: 188011 Datum: 16 juni 2016 Examencommissie: Dr. C.A.T. Peters Prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Internationale Fiscale Zaken. Besluit van 14 november 2013 nr. IFZ 2013/184M

Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Internationale Fiscale Zaken. Besluit van 14 november 2013 nr. IFZ 2013/184M Internationaal Belastingrecht. Verrekenprijzen, toepassing van het arm s-lengthbeginsel en de Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations (OESO-richtlijnen). Directoraat-Generaal

Nadere informatie

Europees Parlement TAXE-commissie Dhr. Lamassoure Wiertzstraat 60 B-1047 Brussel België

Europees Parlement TAXE-commissie Dhr. Lamassoure Wiertzstraat 60 B-1047 Brussel België > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Europees Parlement TAXE-commissie Dhr. Lamassoure Wiertzstraat 60 B-1047 Brussel België Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

25087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid. 31066 Belastingdienst. Brief van de minister en staatssecretaris van Financiën

25087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid. 31066 Belastingdienst. Brief van de minister en staatssecretaris van Financiën 25087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid 31066 Belastingdienst Nr. 113 Brief van de minister en staatssecretaris van Financiën Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 27

Nadere informatie

Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1

Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord V Lijst van gebruikte afkortingen XIII HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1 1.1 Totaalwinst, transfer pricing mismatches en art. 10b Wet VPB 1969 1 1.2 Probleemstelling 3 1.2.1 Aanleiding voor

Nadere informatie

Transfer pricing: fiscaal aanvaardbare prijszetting bij intracompany transacties...

Transfer pricing: fiscaal aanvaardbare prijszetting bij intracompany transacties... ONDERNEMEN // 27.03.2013 Transfer pricing: fiscaal aanvaardbare prijszetting bij intracompany transacties... Auteurs:, Anouck Sandra Transfer pricing is en blijft een hot topic, zowel op nationaal niveau

Nadere informatie

BASE EROSION AND PROFIT SHIFTING

BASE EROSION AND PROFIT SHIFTING De invloed van transfer pricing op tax incentives voor innovatie Marlies de Ruiter Head of Tax Treaty, Transfer Pricing, Financial transactions Div OECD Ewald Cratsborn Director Corporate Fiscal Affairs

Nadere informatie

Interne rente bij de vaste inrichting

Interne rente bij de vaste inrichting 3 Internationaal Belastingrecht en Dividendbelasting Master Internationaal en Europees Belastingrecht Universiteit van Amsterdam Interne rente bij de vaste inrichting Het in aanmerking nemen van interne

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Internationaal Belastingrecht. Winstallocatie Vaste Inrichtingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Internationaal Belastingrecht. Winstallocatie Vaste Inrichtingen STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1375 27 januari 2011 Internationaal Belastingrecht. Winstallocatie Vaste Inrichtingen 15 januari 2011 Nr. IFZ2010/457M

Nadere informatie

Samenvatting besluit Europese Commissie inzake Starbucks tax ruling. 1. Inleiding

Samenvatting besluit Europese Commissie inzake Starbucks tax ruling. 1. Inleiding Samenvatting besluit Europese Commissie inzake Starbucks tax ruling 1. Inleiding De Europese Commissie heeft in het besluit van 21 oktober 2015 (het besluit) vastgesteld dat de op 28 april 2008 tussen

Nadere informatie

Internationale arbeid: transfer pricing en de doorbelasting van loonkosten

Internationale arbeid: transfer pricing en de doorbelasting van loonkosten Internationale arbeid: transfer pricing en de doorbelasting van loonkosten M.T Kisfeld-Mommer Studentnummer 10665129 Scriptiebegeleider: H.A. Vollebregt 1 oktober 2015 Opleidingsinstituut: Universiteit

Nadere informatie

Kan een Value Chain Analysis worden gebruikt voor het controleren van verrekenprijsmethodes?

Kan een Value Chain Analysis worden gebruikt voor het controleren van verrekenprijsmethodes? Master Scriptie Fiscale Economie Kan een Value Chain Analysis worden gebruikt voor het controleren van verrekenprijsmethodes? Naam: Studierichting: Stan van Aaken Fiscale Economie Administratienummer:

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 24 oktober 2017 Betreft Beantwoording Kamervragen

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 24 oktober 2017 Betreft Beantwoording Kamervragen > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Antwoord van minister De Jager (Financiën) (ontvangen 16 november 2010)

Antwoord van minister De Jager (Financiën) (ontvangen 16 november 2010) AH 492 2010Z15249 Antwoord van minister De Jager (Financiën) (ontvangen 16 november 2010) 1 Kent u de techniek 1) waarbij inkomsten van bedrijven zoals Google naar Ierland en vervolgens via Nederland naar

Nadere informatie

Een stap in de goede richting?

Een stap in de goede richting? Transfer Pricing regelgeving bij immateriële activa: Een stap in de goede richting? Masterscriptie Fiscale Economie Tilburg University School of Economics and Management Naam: Studierichting: Jorg Verhallen

Nadere informatie

Douanewaarde en transfer pricing

Douanewaarde en transfer pricing ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Faculteit der Economische Wetenschappen Masterscriptie Douanewaarde en transfer pricing De gevolgen van het UCC en de verhouding met interne verrekenprijzen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 32854 26 november 2013 Internationaal Belastingrecht. Verrekenprijzen, toepassing van het arm s-lengthbeginsel en de Transfer

Nadere informatie

Internationaal Belastingrecht. Winstallocatie Vaste Inrichtingen.

Internationaal Belastingrecht. Winstallocatie Vaste Inrichtingen. Internationaal Belastingrecht. Winstallocatie Vaste Inrichtingen. Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Internationale Fiscale Zaken Besluit van 15 januari 2011, nr. IFZ2010/457 M, Staatscourant

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15955 12 juni 2014 Behandelprocedure verzoeken om advance pricing agreements. Procedure voor een behandeling van verzoeken

Nadere informatie

Country-by-Country reporting

Country-by-Country reporting Country-by-Country reporting Op welke wijze zorgt Country-by-Country reporting dat belastingontwijking door multinationals beperkt wordt? Bachelor scriptie fiscale economie Auteur: Owen Dubbelaar Studentnummer:

Nadere informatie

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inleiding Joyce Mahabali De inkomsten van de overheid zijn de gelden die de overheid binnenkrijgt, overheidsuitgaven zijn de gelden die de overheid

Nadere informatie

Hoofdstuk 270 / De winst- en verliesrekening 270.1

Hoofdstuk 270 / De winst- en verliesrekening 270.1 Hoofdstuk 270 / De winst- en verliesrekening 270.1 Het verschil tussen de reële waarde en het nominale bedrag van de tegenprestatie wordt over de periode tot de verwachte ontvangst als rentebate verwerkt.

Nadere informatie

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Innovatiebox & WBSO 2018

Innovatiebox & WBSO 2018 Innovatiebox & WBSO 2018 1. Wat is innovatiebox? 3 2. Welke ondernemingen komen in aanmerking? 3 3. Hoe kan innovatiebox worden toegepast? 4 4. Hoe wordt winst uit innovatie bepaald? 4 5. Randvoorwaarden:

Nadere informatie

Herziening hoofdstukken I-III OESO-Richtlijnen voor Verrekenprijzen: business as usual of een drastische wijziging? (deel II)

Herziening hoofdstukken I-III OESO-Richtlijnen voor Verrekenprijzen: business as usual of een drastische wijziging? (deel II) nummer 9 MBB september 2011 Herziening hoofdstukken I-III OESO-Richtlijnen voor Verrekenprijzen: business as usual of een drastische wijziging? (deel II) 385 Drs. B.W.A.M. Damsma en dr. C.S.J. Jie-A-Joen

Nadere informatie

1. Lichamen met financiële dienstverleningsactiviteiten binnen concernverband

1. Lichamen met financiële dienstverleningsactiviteiten binnen concernverband Lichamen met financiële dienstverleningsactiviteiten binnen concernverband zonder reële economische aanwezigheid in Nederland; geen zekerheid vooraf, verstrekken van inlichtingen en beperking verrekening

Nadere informatie

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009 Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009 Inleiding Participeren in het beleggingsobject Terra Vitalis kan gevolgen hebben voor uw belastingpositie

Nadere informatie

TRANSFER PRICING SERVICES

TRANSFER PRICING SERVICES TRANSFER PRICING SERVICES WAAROM IS TRANSFER PRICING ZO BELANGRIJK Door de toenemende hoeveelheid en variatie van intercompany transacties en regelgeving op het gebied van transfer pricing, samen met een

Nadere informatie

Verwerking van IE in de jaarrekening, een praktische beschouwing

Verwerking van IE in de jaarrekening, een praktische beschouwing Verwerking van IE in de jaarrekening, een praktische beschouwing WAARDEBEPALING IP-RECHTEN Verwerking van onderzoek in innovatie in uw jaarrekening, een praktische beschouwing: Introductie Inhoud 1. Algemene

Nadere informatie

Financieel verslag Stichting De Nijensteen, Heerde

Financieel verslag Stichting De Nijensteen, Heerde Financieel verslag 2015 Stichting De Nijensteen, Heerde Inhoud Jaarrekening 3 Balans per 31 december 2015 (na voorgestelde resultaatbestemming) 4 Staat van baten en lasten over 2015 5 Grondslagen van waardering

Nadere informatie

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Ontwerpcirculaire: verrekenprijzen

Ontwerpcirculaire: verrekenprijzen Ontwerpcirculaire: verrekenprijzen Inhoud Randnummers Inleiding Hoofdstuk I Het arm s length principe 1 22 Het vaststellen van verrekenprijzen 2-14 Diverse topics 15 22 Verliezen 15 Overheidspolitiek 16

Nadere informatie

Herziening hoofdstukken I-III OESO-Richtlijnen voor Verrekenprijzen: business as usual of een drastische wijziging? (deel I)

Herziening hoofdstukken I-III OESO-Richtlijnen voor Verrekenprijzen: business as usual of een drastische wijziging? (deel I) Herziening hoofdstukken I-III OESO-Richtlijnen voor Verrekenprijzen: business as usual of een drastische wijziging? (deel I) 105 Drs. B.W.A.M. Damsma en dr. C.S.J. Jie-A-Joen 1 Vijftien jaar na de publicatie

Nadere informatie

Dit besluit vervangt het besluit van 11 augustus 2004, nr. IFZ2004/124M. In dit besluit wordt het voorgaande besluit geactualiseerd.

Dit besluit vervangt het besluit van 11 augustus 2004, nr. IFZ2004/124M. In dit besluit wordt het voorgaande besluit geactualiseerd. AATSCO Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. "I" N 5955 12juni 2014 Behandelprocedure verzoeken om advance pricing agreements. Procedure voor een behandeling van verzoeken om

Nadere informatie

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010 Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010 Inleiding Participeren in het beleggingsobject Terra Vitalis kan gevolgen hebben voor uw belastingpositie

Nadere informatie

Innovatiebox. Toepassing en aandachtspunten. MFFA Belastingadvies Tax Advice

Innovatiebox. Toepassing en aandachtspunten. MFFA Belastingadvies Tax Advice Innovatiebox Toepassing en aandachtspunten Voor en nadelen 5% belastingheffing over winsten die toerekenbaar zijn aan technische IP is een belangrijk voordeel. Kosten in de voorfase kunnen gewoon tegen

Nadere informatie

Invoerrechten en Omzetbelasting bij invoer van intellectuele eigendom binnen concernverband

Invoerrechten en Omzetbelasting bij invoer van intellectuele eigendom binnen concernverband Invoerrechten en Omzetbelasting bij invoer van intellectuele eigendom binnen concernverband Door: Drs. Piet van der Zande Post-Master Indirecte Belastingen 2017/2018 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Afkortingen...

Nadere informatie

Tax Rulings: Legitieme overheidstaak of onverenigbare staatssteun? Universiteit van Amsterdam. Michiel Friedhoff Studentnummer:

Tax Rulings: Legitieme overheidstaak of onverenigbare staatssteun? Universiteit van Amsterdam. Michiel Friedhoff Studentnummer: Tax Rulings: Legitieme overheidstaak of onverenigbare staatssteun? Universiteit van Amsterdam Auteur: Michiel Friedhoff Studentnummer: 6124364 Begeleider: Drs. H.A. Vollebregt MDR Faculteit: Faculteit

Nadere informatie

This article starts with a brief overview of the elements governing the arm s length

This article starts with a brief overview of the elements governing the arm s length Federale Overheidsdienst FINANCIEN - BELGIE D O C U M E N T A T I E B L A D 68ste jaargang, nr. 3, 3de kwartaal 2008 Verrekenprijzen: OESO-richtlijnen en Belgisch perspectief Stefaan DE BAETS Eerste Attaché

Nadere informatie

Notitie Detachering aan derden Publicatie 15 april 2016

Notitie Detachering aan derden Publicatie 15 april 2016 Toelichting Deze notitie heeft de status van een inlichting/algemene voorlichting, omdat geen specifieke casuïstiek aan de orde komt. De notitie beoogt de overheidslichamen te ondersteunen bij het beoordelen

Nadere informatie

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 - Inleiding Hoofdstuk 2 - Beschrijving regelgeving Hoofdstuk 3 - Onderzoek jaarrekeningen

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 - Inleiding Hoofdstuk 2 - Beschrijving regelgeving Hoofdstuk 3 - Onderzoek jaarrekeningen Immateriële activa Inhoudsopgave Titelblad... 1 Inhoudsopgave... 2 Hoofdstuk 1 - Inleiding... 4 1.1 Algemeen... 4 1.2 Probleemstelling... 4 1.3 Opbouw... 4 Hoofdstuk 2 - Beschrijving regelgeving... 6 2.1

Nadere informatie

Fiscaal beleidsstatement van de Rabobank

Fiscaal beleidsstatement van de Rabobank Fiscaal beleidsstatement van de Rabobank Inleiding De Rabobank geeft hierna een toelichting op het fiscale beleid en het country-by-country-overzicht in de jaarrekening 2014 (Toelichting 5: Bedrijfssegmenten).

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/17 - Erkenning van opbrengsten en kosten. Advies van 7 november 2012

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/17 - Erkenning van opbrengsten en kosten. Advies van 7 november 2012 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2012/17 - Erkenning van opbrengsten en kosten Advies van 7 november 2012 I. Onderwerp van het advies 1. In het artikel 31, 1 van de Vierde Europese Richtlijn

Nadere informatie

Heroverweging van het gebruik van het at arm s length-beginsel

Heroverweging van het gebruik van het at arm s length-beginsel Heroverweging van het gebruik van het at arm s length-beginsel Dr. FPJ Snel 1 In de jurisprudentie verschijnen nu uitspraken over aandeelhouders (holdings, dga s) die garant stonden voor schulden van de

Nadere informatie

1. Verzoek om voorlegging van een zaak voor arbitrage

1. Verzoek om voorlegging van een zaak voor arbitrage ONDERLINGE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN EN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND TOT REGELING VAN DE WIJZE VAN TOEPASSING VAN DE ARBITRAGEPROCEDURE VOORZIEN IN ARTIKEL 25, VIJFDE LID, VAN HET

Nadere informatie

Het nieuwe regime voor de innovatiebox

Het nieuwe regime voor de innovatiebox Het nieuwe regime voor de innovatiebox Nadat de OESO/G20 op 5 oktober 2015 hun Base Erosion and Profit Shifting (BEPS) rapport met 15 actiepunten had gepubliceerd, welk rapport ten doel had om de belastingheffing

Nadere informatie

Afschaffing Dividendbelasting

Afschaffing Dividendbelasting Afschaffing Dividendbelasting VKC Financiën 14 December 2017 Prof. dr Hans van den Hurk Allereerst 1,4 miljard Dit bedrag is ingepland als reguliere opbrengst door de rekenmeesters van Financiën Echter

Nadere informatie

Innovatiebox & Research en developmentaftrek

Innovatiebox & Research en developmentaftrek Innovatiebox & Research en developmentaftrek 2014 1. Wat is innovatiebox? 3 2. Welke ondernemingen komen in aanmerking? 3 3. Hoe kan innovatiebox worden toegepast? 4 4. Hoe wordt winst uit innovatie bepaald?

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico

Hoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico Hoofdstuk 1: Begrip Wat bedoelen w e h i e r m e t lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt van en ter beschikking stelt aan uw BV. In dit hoofdstuk spreken we

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord... v HOOFDSTUK 1 ALGEMENE INLEIDING... 1

INHOUD. Voorwoord... v HOOFDSTUK 1 ALGEMENE INLEIDING... 1 INHOUD Voorwoord................................................................. v HOOFDSTUK 1 ALGEMENE INLEIDING.................................................... 1 1. Oorzaak van internationale dubbele

Nadere informatie

Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen

Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen www.jooplengkeek.nl Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen De waarderingsgrondslag is de wijze waarop de activa (bezit) wordt gewaardeerd in de administratie (boekhouding, balans). Voor welke prijs?

Nadere informatie

voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9 Lenen van de BV HOOFDSTUK 1: BEGRIP Wat bedoelen we hier met lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA 's Gravenhage

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA 's Gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA 's Gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Aandelen en andere opties

Aandelen en andere opties Aandelen en andere opties Hoe zit het in grensoverschrijdende situaties? Het gaat weer beter met de Nederlandse economie. Dit zien we onder meer terug in de toenemende behoefte van Nederlandse werkgevers

Nadere informatie

TETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN

TETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN TETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN I. Inleiding De Europese Commissie lanceerde op 28 januari 2016 haar voorstel voor een Richtlijn tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken

Nadere informatie

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Vennootschapsbelasting. Dividendbelasting. Zekerheid vooraf. Rulings met een internationaal karakter

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Vennootschapsbelasting. Dividendbelasting. Zekerheid vooraf. Rulings met een internationaal karakter Algemene wet inzake rijksbelastingen. Vennootschapsbelasting. Dividendbelasting. Zekerheid vooraf. Rulings met een internationaal karakter Besluit van xxxxxxx De Staatssecretaris van Financiën heeft het

Nadere informatie

Blok 10: IS 1: tarieven, gelieerde partijen, onderkapitalisatie, belastingparadijzen, fiscale eenheid

Blok 10: IS 1: tarieven, gelieerde partijen, onderkapitalisatie, belastingparadijzen, fiscale eenheid Blok 10: IS 1: tarieven, gelieerde partijen, onderkapitalisatie, belastingparadijzen, fiscale eenheid Vennootschapsbelasting (IS). 1. Algemeen. Vennootschappen. De vennootschapsbelasting (Impuesto sobre

Nadere informatie

Deze definities betreffen het gebruik ervan in de Licentieovereenkomst.

Deze definities betreffen het gebruik ervan in de Licentieovereenkomst. Deventer, 21-06-2018 Foticoon Smedenstraat 30 7411 RD Deventer Contact@foticoon.nl +31 6 42 75 29 02 Algemene voorwaarden Deze Algemene Voorwaarden zijn van de eenmanszaak Foticoon, gevestigd en kantoorhoudende

Nadere informatie

Dit besluit vervangt het besluit van 11 augustus 2004, nr. IFZ2004/127M. In dit besluit wordt het voorgaande besluit geactualiseerd.

Dit besluit vervangt het besluit van 11 augustus 2004, nr. IFZ2004/127M. In dit besluit wordt het voorgaande besluit geactualiseerd. Vraag- en antwoordbesluit dienstverleningslichamen Vragen en antwoorden met betrekking tot het besluit Dienstverleningslichamen en zekerheid vooraf (DGB 2014/3101), en het besluit Behandeling van verzoeken

Nadere informatie

TRANSFER PRICING METHODES IN HET LICHT VAN WAARDECREATIE EN DE DOELSTELLINGEN VAN DE OECD

TRANSFER PRICING METHODES IN HET LICHT VAN WAARDECREATIE EN DE DOELSTELLINGEN VAN DE OECD TRANSFER PRICING METHODES IN HET LICHT VAN WAARDECREATIE EN DE DOELSTELLINGEN VAN DE OECD 'In hoeverre zijn de huidige transfer pricing methodes de oplossing in transfer pricing vraagstukken om beter aan

Nadere informatie

Vraag en Antwoord Common Reporting Standard en uw fiscale woon- of vestigingsplaats

Vraag en Antwoord Common Reporting Standard en uw fiscale woon- of vestigingsplaats Vraag en Antwoord Common Reporting Standard en uw fiscale woon- of vestigingsplaats Wat is de Common Reporting Standard (CRS)? De Nederlandse overheid werkt met veel landen samen om belastingontduiking

Nadere informatie

CO2-voetafdruk van beleggingen

CO2-voetafdruk van beleggingen CO2-voetafdruk van beleggingen Waarom meet ACTIAM de CO 2 -voetafdruk van haar beleggingen? Klimaatverandering is één van de grootste uitdagingen van de komende decennia. Daarom steunt ACTIAM het klimaatakkoord

Nadere informatie

Europees Economisch en Sociaal Comité ADVIES

Europees Economisch en Sociaal Comité ADVIES Europees Economisch en Sociaal Comité ECO/360 Belastingheffing - Richtlijn moedermaatschappij / dochteronderneming Brussel, 25 maart 2014 ADVIES van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel

Nadere informatie

Kan ik procesbijstand verlenen bij een fiscale procedure van een audit cliënt van een geassocieerde accountant?

Kan ik procesbijstand verlenen bij een fiscale procedure van een audit cliënt van een geassocieerde accountant? Kan ik procesbijstand verlenen bij een fiscale procedure van een audit cliënt van een geassocieerde accountant? Juli 2018 Commissie Beroepszaken Inhoud 1. Inleiding 3 2. Samenwerken met accountants in

Nadere informatie

1. Inzet van het kabinet

1. Inzet van het kabinet Inleiding Op 27 november 2015 heeft het kabinet per brief 1 een kabinetsreactie gegeven op het besluit van de Europese Commissie (hierna: Commissie) inzake Starbucks Manufacturing EMEA BV (hierna: SMBV).

Nadere informatie

De RJ is hierbij bijzonder geïnteresseerd in het antwoord op de vraag of u deze ontwerp- Interpretatie nuttig vindt.

De RJ is hierbij bijzonder geïnteresseerd in het antwoord op de vraag of u deze ontwerp- Interpretatie nuttig vindt. RJ-Uiting 2005-5 Ten geleide De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft het verzoek ontvangen van het Koninklijk NIVRA d.d. 29 december 2004 om een uitspraak te doen over de verwerking van terugkoopverplichtingen

Nadere informatie

Type belastingen in het systeem van nationale rekeningen Curaçao, 2013

Type belastingen in het systeem van nationale rekeningen Curaçao, 2013 Type belastingen in het systeem van nationale rekeningen Curaçao, 2013 Lorette Ford Inleiding Belastingen worden gezien als de belangrijkste inkomstenbron voor de overheid, mede ter financiering van de

Nadere informatie

MEMO INNOVATIEBOX NA BELASTINGPLAN 2017 Belangrijkste wijzigingen

MEMO INNOVATIEBOX NA BELASTINGPLAN 2017 Belangrijkste wijzigingen MEMO INNOVATIEBOX NA BELASTINGPLAN 2017 Belangrijkste wijzigingen Achtergrond De innovatiebox heeft als doel om technische innovatie in Nederland te stimuleren. Dankzij de innovatiebox betalen innoverende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 31 066 Belastingdienst Nr. 326 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Jaarverslag 2010 Rhodenborg Beleggingen I BV Houten

Jaarverslag 2010 Rhodenborg Beleggingen I BV Houten Jaarverslag 2010 Rhodenborg Beleggingen I BV Houten Inhoudsopgave pagina Jaarrekening Balans per 31 december 2010 2 Algemene toelichting 3 Grondslagen voor de waardering van activa en passiva 4 Grondslagen

Nadere informatie

Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2

Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2 Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2 Op 29 mei 2017 is een aanpassing van de EU-richtlijn ter bestrijding van belastingontwijking aangenomen, zodat deze richtlijn zich (ook) richt tegen hybridemismatches

Nadere informatie

ABN AMRO Investment Management B.V. Jaarrekening 2013

ABN AMRO Investment Management B.V. Jaarrekening 2013 Jaarrekening 2013 Pagina 1 van 12 INHOUD Pagina Directieverslag 3 Balans per 31 december 2013 4 Winst- en verliesrekening 2013 5 Toelichting algemeen 6 Toelichting op de balans per 31 december 2013 8 Toelichting

Nadere informatie

BEPS en het Nederlandse vestigingsklimaat

BEPS en het Nederlandse vestigingsklimaat BEPS en het Nederlandse vestigingsklimaat 23 augustus 2014 Universiteit van Amsterdam Faculteit Economie en Bedrijfskunde Masterscriptie Fiscale Economie Auteur: Thijs Zuurbier Studentnummer: 5877792 Begeleider:

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 november 2016 Betreft Motie Grashoff en Groot Substance

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 november 2016 Betreft Motie Grashoff en Groot Substance > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Bijdrage opruimingskosten in de jaarrekening

Bijdrage opruimingskosten in de jaarrekening Bijdrage opruimingskosten in de jaarrekening Verschillende overheidsregelingen eisen van ondernemingen financiële bijdragen voor de kosten van het opruimen van producten of productiefaciliteiten van die

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35519 28 juni 2019 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Vennootschapsbelasting. Dividendbelasting. Zekerheid vooraf;

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 25 087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid 31 066 Belastingdienst Nr. 114 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 3 februari 2016

Nadere informatie

CO2-voetafdruk van beleggingen

CO2-voetafdruk van beleggingen CO2-voetafdruk van beleggingen Beleggen en de uitstoot van broeikasgassen 1 WAAROM MEET ACTIAM DE CO 2 -UITSTOOT VAN HAAR BELEGGINGEN? Klimaatverandering is één van de grootste uitdagingen van de komende

Nadere informatie

De Veste B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2018

De Veste B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2018 JAARREKENING 2018 BALANS PER 31 DECEMBER 2018 (na resultaatbestemming) 31 december 2018 31 december 2017 ACTIVA Materiële vaste activa 62.290 94.446 Financiële vaste activa 31.212 70.986 Vaste activa 93.502

Nadere informatie

Voorbeelden wel/geen toegang tot ruling met internationaal karakter

Voorbeelden wel/geen toegang tot ruling met internationaal karakter Voorbeelden wel/geen toegang tot ruling met internationaal karakter 1 Belastingbesparing als enige dan wel doorslaggevende beweegreden Voorbeeld 1 Een Nederlandse vennootschap leent renteloos een fors

Nadere informatie

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Merkies (SP) over belastingparadijzerij (ingezonden 21 februari 2013).

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Merkies (SP) over belastingparadijzerij (ingezonden 21 februari 2013). > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA 's Gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

UITWERKING WAARDERING ONDERHANDEN WERK

UITWERKING WAARDERING ONDERHANDEN WERK UITWERKING WAARDERING ONDERHANDEN WERK 1. Inleiding De Belastingdienst en de brancheorganisaties Bouwend Nederland, Uneto-VNI en FME CWM hebben onderzocht welke uitwerking van artikel 3.29b Wet IB 2001

Nadere informatie

(Slechts de tekst in de Nederlandse taal is authentiek) (Voor de EER relevante tekst)

(Slechts de tekst in de Nederlandse taal is authentiek) (Voor de EER relevante tekst) L 83/38 NL 29.3.2017 BESLUIT (EU) 2017/502 VAN DE COMMISSIE van 21 oktober 2015 betreffende steunmaatregel SA.38374 (2014/C ex 2014/NN) die Nederland ten gunste van Starbucks ten uitvoer heeft gelegd (Kennisgeving

Nadere informatie

ANBI Publicatie Stichting De Nijensteen, Heerde

ANBI Publicatie Stichting De Nijensteen, Heerde ANBI Publicatie 2017 Stichting De Nijensteen, Heerde Inhoud Jaarrekening 3 Balans per 31 december 2017 (na voorgestelde resultaatbestemming) 4 Staat van baten en lasten over 2017 5 Grondslagen van waardering

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 550 VERBONDEN PARTIJEN

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 550 VERBONDEN PARTIJEN INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 550 VERBONDEN PARTIJEN INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-6 Bestaan en toelichting van verbonden partijen... 7-8 Transacties tussen verbonden partijen... 9-12 Onderzoek

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010 De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010 28 juni 2010 1 Regeling van De Nederlandsche Bank NV van [datum], tot vaststelling

Nadere informatie

Provinciale Normenkader Rechtmatigheid 2015(aangepast)

Provinciale Normenkader Rechtmatigheid 2015(aangepast) Provinciale Normenkader Rechtmatigheid 2015(aangepast) Inleiding Met ingang van 2004 moeten alle provinciale jaarrekeningen worden voorzien van een accountantsverklaring met betrekking tot de financiële

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN advies 2018/01 Aftrek voor innovatie inkomsten Advies van 21 maart

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN advies 2018/01 Aftrek voor innovatie inkomsten Advies van 21 maart COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN advies 2018/01 Aftrek voor innovatie inkomsten Advies van 21 maart 2018 1 I. Inleiding 1. Onderhavig advies geeft toelichting over de boekhoudkundige verwerking

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa

Nadere informatie

Inhoudsopgave met nadere fiscale onderwerpindicatie

Inhoudsopgave met nadere fiscale onderwerpindicatie Inhoudsopgave met nadere fiscale onderwerpindicatie 1 Inwonerschap Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Dual resident natuurlijk persoon; duurzame band van persoonlijke aard; middelpunt

Nadere informatie