INHOUD VIII-1. 1 Opbouw van het deelleerplan verkeer 3. 2 Visie op het domein verkeer 3. 3 Leerlijn verkeer 5

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INHOUD VIII-1. 1 Opbouw van het deelleerplan verkeer 3. 2 Visie op het domein verkeer 3. 3 Leerlijn verkeer 5"

Transcriptie

1 VIII-1 INHOUD 1 Opbouw van het deelleerplan verkeer 3 2 Visie op het domein verkeer 3 3 Leerlijn verkeer 5 4 Didactische suggesties en toelichtingen Algemene suggesties 9 - tweestappentraining 9 - de verkeersgangmaker Specifieke suggesties 10 - rubriek 1: Veilig bewegen binnen de ruimte 10 - rubriek 2: De voetganger en zijn risico s 11 - rubriek 3: Verkeersregels voor voetgangers toepassen 13 - rubriek 4: De zelfstandige voetganger 17 - rubriek 5: Verkeersregels voor de fietser 19 - rubriek 6: Leren fietsen 23 - rubriek 7: De fietser in het verkeer 26 - rubriek 8: Mobiliteit 28 5 Media 29 6 Bibliografie 31 7 Register 33

2 VIII-2 OVSG-LEERPLAN WERELDORIENTATIE

3 DOMEIN VERKEER VIII-3 1 OPBOUW VAN HET DEELLEERPLAN Dit deelleerplan bestaat uit volgende delen: - visie op het domein verkeers- en mobiliteitseducatie; - de leerlijn verkeers- en mobiliteitseducatie; - didactische suggesties en toelichtingen; - media; - bibliografie; - trefwoordenregister. Zowel binnen de leerlijn als bij de didactische suggesties is een indeling terug te vinden op basis van 8 rubrieken : rubriek 1: Veilig bewegen binnen de ruimte rubriek 2: De voetganger en zijn risico s rubriek 3: Verkeersregels voor de voetganger rubriek 4: De zelfstandige voetganger rubriek 5: Verkeersregels voor de fietser rubriek 6: Leren fietsen rubriek 7: De fietser in het verkeer rubriek 8: Mobiliteit 2 VISIE OP HET DOMEIN VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE Vroeger hield men het meestal bij verkeersonderwijs of verkeersopvoeding. Eigenlijk had men het dan vooral over de verkeersonveiligheid, het gevaar en de verkeersregels. De term verkeers- en mobiliteitseducatie die al enkele jaren ingang vindt in de verkeers- en onderwijswereld, wordt gekenmerkt door een meer positieve ingesteldheid en een bredere kijk op de mobiliteit van nu en vooral van morgen. De verkeers- en mobiliteitseducatie is vooral gericht op een vaardige, veilige en bewuste verkeersdeelname. Dit houdt o.m. in: - vergroten van de individuele en sociale redzaamheid van de leerlingen in de rol van verkeersdeelnemer; - vergroten van de individuele en sociale redzaamheid van de leerlingen in de rol van bewuste bestuurder van vervoermiddelen; - vergroten van de maatschappelijke weerbaarheid van de leerlingen als reiziger m.b.t. de systemen verkeer, vervoer en mobiliteit. De uiteindelijke doelstelling luidt: spontaan een veilig, sociaal geïntegreerd en mobiliteitsbewust gedrag vertonen. 1 1 VLAAMSE STICHTING VERKEERSKUNDE, De verkeersgangmaker in het secundair onderwijs, 1993

4 VIII-4 OVSG-LEERPLAN WERELDORIENTATIE

5 DOMEIN VERKEER LEERLIJN VIII-5 3 LEERLIJN OD ET kleuters lagereschoolkinderen DOELEN 1ste 2de 6j 8j 10j 1 De leerlingen kunnen zich bewegen binnen een afgebakende ruimte zoals de opdracht voorschrijft. 2 De leerlingen herkennen in de eigen omgeving de plaatsen waar ze veilig kunnen spelen en waar niet. OD De leerlingen beseffen dat het verkeer risico's inhoudt. Dit tonen ze door: OD op het trottoir zo ver mogelijk van de rijbaan te stappen; 3.2 bij de groep aan te sluiten; 3.3 niet bruusk te reageren; 3.4 aan een bekende volwassene hulp te vragen om over te steken; 3.5 reflecterend materiaal te dragen in passende omstandigheden; 3.6 te stoppen aan de stoeprand alvorens over te steken; 3.7 de straat haaks over te steken; 3.8 niet te rennen tijdens het oversteken; 3.9 rond te kijken en te luisteren om een verkeerssituatie op te nemen; 3.10 onder begeleiding in groep veilig over te steken. 4 De leerlingen kunnen als voetganger onder begeleiding elementaire verkeersregels toepassen zoals: OD op het trottoir blijven; 4.2 oversteken op een zebrapad; 4.3 hun gedrag aanpassen aan de hand van de bevelen van een bevoegd persoon; 4.4 bij het zien van verkeerstekens hun gedrag aanpassen.

6 VIII-6 OVSG-LEERPLAN WERELDORIENTATIE OD ET kleuters lagereschoolkinderen DOELEN 1ste 2de 6j 8j 10j 5 De leerlingen kunnen de principes van preventief voetgangersgedrag en de betreffende verkeersregels in concrete verkeerssituaties toepassen. Dit tonen ze door: 5.1 op de juiste wijze om een hindernis op het trottoir heen te stappen; 5.2 bij afwezigheid van een trottoir, - op de berm of - op het fietspad te stappen; 5.3 bij afwezigheid van een trottoir, berm of fietspad links van de rijbaan te stappen; 5.4 een kruispunt met een bevoegd persoon correct over te steken; 5.5 een kruispunt met verkeerslichten correct over te steken; 5.6 een T-kruispunt correct over te steken; 5.7 een kruispunt zonder voorzieningen correct over te steken; 5.8 binnen een afstand van 30 m op een zebrapad over te steken; 5.9 hun gedrag aan te passen aan de verkeersregels voor voetgangers; 5.10 best niet over te steken - tussen geparkeerde auto's, - nabij een bocht, - nabij een helling, maar indien nodig, dit toch correct uit te voeren. 6 De leerlingen kunnen langs de veiligste weg naar school komen en terug huiswaarts keren. 7 De leerlingen kunnen de schoolomgeving aan de hand van een maquette bespreken naar problemen, mogelijke oplossingen en adequaat verkeersgedrag. 8 De leerlingen kunnen de gevaarlijke verkeerssituaties in de ruimere schoolomgeving lokaliseren. ET De leerlingen kunnen onder voldoende toezicht een omloop voor voetgangers in de schoolomgeving foutloos afleggen, rekening houdend met de remweg van de auto's, de weersomstandigheden en het gedrag van andere verkeersdeelnemers.

7 DOMEIN VERKEER LEERLIJN VIII-7 OD ET kleuters lagereschoolkinderen DOELEN 1ste 2de 6j 8j 10j 10 De leerlingen kennen de verkeersregels voor fietsers. Dit betekent dat ze ET de veilige uitrusting van de fiets kennen; 10.2 weten wanneer ze wel of niet op een trottoir mogen fietsen; 10.3 begrippen zoals fietsstrook, rijstrook, voorsorteren,... in de juiste betekenis gebruiken; 10.4 verkeerstekens voor fietsers begrijpen; 10.5 de algemene voorrangsregel kennen; 10.6 de voorrangsregels op een kruispunt met voorzieningen kennen; 10.7 weten hoe ze een kruispunt met de fiets moeten oversteken; 10.8 de voorrangsregels bij een pad of aardeweg kennen; 10.9 weten aan welke bijzondere voertuigen een fietser voorrang moet verlenen; de bevelen van een bevoegd persoon begrijpen. 11 De leerlingen kunnen, rekening houdend met de verkeersregels voor fietsers, zich als fietser zelfstandig en veilig verplaatsen langs een voor hen vertrouwde route. Dit betekent dat ze 11.1 de veilige uitrusting van hun fiets kunnen controleren; 11.2 de reglementering kunnen toepassen betreffende fietsstrook, rijstrook, voorsorteren; 11.3 hun rijgedrag kunnen aanpassen aan de verkeerstekens; 11.4 de algemene voorrangsregel kunnen toepassen 11.5 de voorrangsregel op een kruispunt kunnen toepassen; 11.6 een kruispunt kunnen oversteken; 11.7 de voorrangsregels bij een pad of aardeweg correct kunnen toepassen; 11.8 voorrang aan bijzondere voertuigen kunnen verlenen; 11.9 hun fietsgedrag aanpassen aan de bevelen van een bevoegd persoon.

8 VIII-8 OVSG-LEERPLAN WERELDORIENTATIE OD ET kleuters lagereschoolkinderen DOELEN 1ste 2de 6j 8j 10j 12 De leerlingen houden ermee rekening dat ze als gebruiker van rollend materiaal meer ruimte nodig hebben dan als voetganger. 13 De leerlingen beschikken als fietser over voldoende reactiesnelheid, evenwichtsbehoud en gevoel voor coördinatie om zich zelfstandig en veilig te verplaatsen langs een voor hen vertrouwde route. Daartoe kunnen ze ET de fiets langs de rechterzijde op- en afstappen; 13.2 met voldoende stuurvastheid en evenwicht fietsen; 13.3 in een beveiligde oefenruimte een omloop voor fietsers foutloos afleggen; 13.4 de fietsversnellingen efficiënt gebruiken. 14 De leerlingen tonen zich in hun fietsgedrag bereid rekening te houden met andere weggebruikers, door op een correcte wijze: ET * naar rechts af te slaan; 14.2 naar links af te slaan; 14.3 een andere fietser in te halen; 14.4 om een hindernis heen te rijden. 15 De leerlingen kunnen, onder voldoende toezicht, een omloop voor fietsers in het verkeer foutloos afleggen. 16 De leerlingen kennen de belangrijkste gevolgen van het groeiende autogebruik. ET De leerlingen kunnen de voor- en nadelen van mogelijke alternatieven voor het groeiende autogebruik vergelijken. ET De leerlingen kunnen zich in de eigen omgeving verplaatsen met het openbaar vervoer. 19 De leerlingen kunnen een eenvoudige route met het openbaar vervoer uitstippelen. ET 6.16

9 DOMEIN VERKEER DIDACTISCHE SUGGESTIES EN TOELICHTINGEN VIII-9 4 DIDACTISCHE SUGGESTIES EN TOELICHTINGEN 4.1 Algemene suggesties Reeds meer dan tien jaar is er een accentverschuiving waar te nemen: minder theoretisch onderricht, meer training van verkeersgedrag. De klassieke verkeersles in de klas wordt meer en meer vervangen door activiteiten op de speelplaats, in de turnzaal, op een parkeerplaats,... en in het verkeer. Met doeactiviteiten wordt geopteerd voor verkeerstraining. Tweestappentraining De eerste training vindt plaats in een beveiligde ruimte, waar spreken, observeren en oefenen zonder gevaar kunnen gebeuren. Dit geldt zowel voor het voetgangers- als het fietsgedrag. De tweede training gaat door in het verkeer, bij voorkeur in een rustige omgeving, met voldoende beveiliging. Trainen in het verkeer is noodzakelijk om volgende redenen: - toepassen in de realiteit; - de verbinding maken tussen de echte situatie en de oefensituatie. Trainen in het verkeer is niet gevaarlijk; oefen enkel in relatief rustige straten, met inachtneming van de noodzakelijke beveiliging zodat een ongeval uitgesloten wordt. Aspecten van beveiliging: - beveiligingsborden A23 met onderbord VERKEERSLES... m (zie verder onder MEDIA); - medewerking van extra leraar, ouders of andere externen; - fluorescerende of reflecterende kledij voor de leraar en de medewerkers; - medewerking van politie of rijkswacht. De verkeersgangmaker Het is wenselijk dat binnen elke school een verkeersgangmaker functioneert. Dit personeelslid kan, samen met de directie, voor de school een beleid ontwikkelen inzake verkeers- en mobiliteitseducatie en inzake de concrete verkeersveiligheid van de leerlingen. Concreet: de verkeersgangmaker onderzoekt, bestudeert, stimuleert, informeert en coördineert. De verkeersgangmaker hoeft niet alleen te staan voor deze opdracht. Hij kan contact opnemen met specialisten uit de verkeers- en de onderwijswereld. Studiedagen en jaarlijkse ontmoetingen met andere verkeersgangmakers bieden hem de gelegenheid zich te herbronnen en ervaringen uit te wisselen. De verkeersgangmaker is ook de contactpersoon voor de school met plaatselijke verkeersverantwoordelijken.

10 VIII-10 OVSG-LEERPLAN WERELDORIENTATIE 4.2 Specifieke suggesties Rubriek 1: Veilig bewegen binnen de ruimte OD ET kleuters lagereschoolkinderen DOELEN 1ste 2de 6j 8j 10j 1 De leerlingen kunnen zich bewegen binnen een afgebakende ruimte zoals de opdracht voorschrijft. 2 De leerlingen herkennen in de eigen omgeving de plaatsen waar ze veilig kunnen spelen en waar niet. OD 6.10 doel 1 Kinderen bewegen te voet, op allerlei rollend materiaal en ook per fiets. Die fiets kan zowel een loopfiets, een driewieler als een echte tweewieler - met of zonder steunwieltjes - zijn. Die ruimte kan onbegrensd of afgebakend zijn. De opgelegde beperkingen moeten de kinderen leren respecteren. Opdrachten gericht op activiteiten als: gaan, lopen, fietsen, stoppen, reageren op auditieve en visuele signalen, worden gesitueerd binnen de motoriekbevordering. doel 2 Niet alleen binnen de school en in huis, maar vooral ook buiten moet een kind weten waar het mag spelen en waar niet. Sommige spelen kunnen op een bepaalde plaats wel, andere niet. Bv.: waar een bal de straat kan oprollen zijn balspelen ongewenst; andere spelen kunnen daar misschien wel.

11 DOMEIN VERKEER DIDACTISCHE SUGGESTIES EN TOELICHTINGEN VIII-11 Rubriek 2: De voetganger en zijn risico's OD ET kleuters lagereschoolkinderen DOELEN 1ste 2de 6j 8j 10 j 3 De leerlingen beseffen dat het verkeer risico's inhoudt. Dit tonen ze door OD op het trottoir zo ver mogelijk van de rijbaan te stappen; 3.2 bij de groep aan te sluiten; 3.3 niet bruusk te reageren; 3.4 aan een bekende volwassene hulp te vragen om over te steken; 3.5 reflecterend materiaal te dragen in passende omstandigheden; 3.6 te stoppen aan de stoeprand alvorens over te steken; 3.7 de straat haaks over te steken; 3.8 niet te rennen tijdens het oversteken; 3.9 rond te kijken en te luisteren om een verkeerssituatie op te nemen; 3.10 onder begeleiding in groep veilig over te steken. doel 3 Met deze doelstellingen beogen wij in eerste instantie de zelfredzaamheid. Het is zeker niet de bedoeling de kinderen bang te maken voor het verkeer. Een realistische kijk op het verkeer beoogt vooral dat je als zwakke verkeersdeelnemer beseft dat je bij een aanrijding vaak het slachtoffer bent. Bij het oefenen van deze doelen in de beveiligde ruimte is het wenselijk dat dit gebeurt door een deelgroepje van de klas terwijl de andere kinderen observeren en hun opmerkingen aan de leraar meedelen. Zo krijgen de kinderen een kritisch oog voor het verkeersgedrag van anderen: wat fout is, gaan zij ook als fout beoordelen. Ook in het verkeer gaan zij verkeerd gedrag als verkeerd be(ver-)oordelen. 3.1 Dit moet een attitude worden. Frequent volgehouden trainingen in diverse omstandigheden en locaties kunnen tot resultaat leiden.

12 VIII-12 OVSG-LEERPLAN WERELDORIENTATIE 3.2 Het is helemaal geen tijdverlies het stappen in groep in de oefenruimte te trainen. Wie enkel bij occasionele uitstappen opmerkingen maakt, zal die steeds mogen herhalen en er zal nooit een attitude ontstaan. Door het observeren van een groep, zien en beseffen de kinderen dat elk groepslid verantwoordelijk is voor de verplaatsing van de groep. 3.3 Door observatie en door ervaring gaan kinderen beseffen dat elke bruuske reactie of beweging voor de andere een verrassing kan zijn. Bv.: bij een spelvorm als in een kring lopen, zullen de kleuters tegen een vriendje botsen wanneer deze plots stopt. Onvoorspelbaar gedrag is in het verkeer uit den boze. 3.4 Leerlingen moeten in staat zijn om aan een bekende (buur, leraar, bakker,...) of 'herkenbare' persoon (agent, gemachtigde opzichter, postbode,... ) hulp te vragen. Jonge kinderen zijn het best geholpen door het aanleren van een bepaalde vraag, oudere kinderen kunnen wellicht zelf een vraag formuleren. 3.5 Opvallen, gezien worden is van kapitaal belang voor elke zwakke verkeersdeelnemer. Het dragen van helgekleurde kledij, aangevuld met fluorescerende of reflecterende materialen, is dan ook een must. Zeker in de winterperiode is een actie 'zien en gezien worden' met de bedoeling het dragen van reflecterend materiaal te bevorderen, zeker op haar plaats. Medewerking van de ouders, een volgehouden controle en een degelijke evaluatie mogen hierbij niet ontbreken. 3.6, 3.7, 3.8, 3.9 en 3.10 Terwijl vroeger het oversteken werd gelijkgesteld met 'links-en-rechts kijken', bestaat thans de helft van de oversteektechniek uit 'het stilstaan op een goede plaats' alvorens over te steken. Hiervoor zijn meerdere redenen: het spontaan overrennen (naar moeder-aan-de-overkant) beletten, zij hebben tijd nodig om te kijken, om gezien te worden,... Hoe te leren? Niet: duizend keer zeggen! Wel: duizend keer oefenen! Bij het oefenen in de beveiligde ruimte kunnen stoeprandstroken gebruikt worden. Het uitkijken gebeurt in zeven stappen: (1) links - (2) rechts... om een algemeen beeld van de straat op te nemen; (3) links - (4) rechts... om te besluiten of het veilig kan; (5) links - (6) rechts... tijdens het oversteken; en ten slotte: (7) flink doorstappen naar de overkant (afhankelijk van de breedte van de weg). Het links-en-rechts kijken evolueert mee met de leeftijd naar rondkijken in alle richtingen. Ook de mogelijkheid tot luisteren neemt toe met de leeftijd.

13 DOMEIN VERKEER DIDACTISCHE SUGGESTIES EN TOELICHTINGEN VIII-13 Rubriek 3: Verkeersregels voor voetgangers toepassen OD ET kleuters lagereschoolkinderen DOELEN 1ste 2de 6j 8j 10j 4 De leerlingen kunnen als voetganger onder begeleiding elementaire verkeersregels toepassen zoals: OD op het trottoir blijven; 4.2 oversteken op een zebrapad; 4.3 hun gedrag aanpassen aan de hand van de bevelen van een bevoegd persoon; 4.4 hun gedrag aanpassen bij het zien van verkeerstekens. doel 4 Hier ligt de klemtoon op het feit dat kinderen op deze leeftijd (nog) niet zelfstandig aan het verkeer kunnen deelnemen. Toch moeten zij in staat zijn om 'onder toezicht' te handelen volgens een aantal afspraken, waaraan ieder zich dan ook moet houden. 4.1 Kinderen blijven bij het stappen op het trottoir en beseffen dat zij op dat moment aan het verkeer deelnemen. 4.2 en 4.3 In principe mogen kinderen van die leeftijd niet zelfstandig oversteken. Zij wachten op hulp of kiezen bij voorkeur de 'beveiligde en bewaakte plaatsen uit: het zebrapad, de verkeerslichten, de agent, de gemachtigde opzichter. Daar steken zij over zoals het hoort. Ze hebben aandacht voor het verkeer, kijken uit, ook tijdens het oversteken, en houden zich aan de bevelen. Het gebruik van een zebrapad wordt sterk aanbevolen maar is niet verplicht zolang kinderen een afstand van 30 m nog niet kunnen schatten. Tip: schilder of kleef voetjes op het trottoir om de kinderen (en de ouders!) aan te zetten het zebrapad te gebruiken. Een verzamelvierhoek met STOP is handig om kinderen eerst te verzamelen vlak vóór het zebrapad en ze dan gezamenlijk te laten oversteken.

14 VIII-14 OVSG-LEERPLAN WERELDORIENTATIE 4.4 Via het werken met pre-borden kunnen enkele verkeerstekens, relevant voor de leeftijd en aansluitend bij de omgeving, behandeld worden. De vraag hierbij is: Wat moet je doen bij het zien van dit bord?. Het antwoord verwijst naar een gedragsaanpassing: Ik let op voor... ik mag niet... ik moet... ik kan hier....

15 DOMEIN VERKEER DIDACTISCHE SUGGESTIES EN TOELICHTINGEN VIII-15 OD ET kleuters lagereschoolkinderen DOELEN 1ste 2de 6j 8j 10j 5 De leerlingen kunnen de principes van preventief voetgangersgedrag en de betreffende verkeersregels in concrete verkeerssituaties toepassen. Dit tonen ze door: 5.1 op de juiste wijze om een hindernis op het trottoir heen te stappen; 5.2 bij afwezigheid van een trottoir, - op de berm of - op het fietspad te stappen; 5.3 bij afwezigheid van een trottoir, berm of fietspad links van de rijbaan te stappen; 5.4 een kruispunt met een bevoegd persoon correct over te steken; 5.5 een kruispunt met verkeerslichten correct over te steken; 5.6 een T-kruispunt correct over te steken; 5.7 een kruispunt zonder voorzieningen correct over te steken; 5.8 binnen een afstand van 30 m op een zebrapad over te steken; 5.9 hun gedrag aan te passen aan verkeerstekens voor voetgangers; 5.10 best niet over te steken - tussen geparkeerde auto's, - nabij een bocht, - nabij een helling, maar indien nodig, dit toch correct uit te voeren. doel 5 5.1, 5.2 en 5.3 In het kader van 'altijd aan de huizenkant' de kinderen aanleren, ook bij een hindernis op het trottoir (een boom, een paal, een vuilnisbak,...) spontaan aan de kant van de huizen te stappen. Indien er geen trottoir is of het is niet begaanbaar, moeten ze dit principe ook leren toepassen. Ook hier primeert de praktijk op de theorie. 5.4 Op de oefenplaats wordt een kruispunt gemaakt. De leraar leert er de bevelen van de agent/rijkswachter/gemachtigde opzichter. Enkele leerlingen steken over wanneer dat toegelaten is. Het oefenen met een échte agent op de speelplaats is een tussenstap naar het toepassen in de werkelijkheid.

16 VIII-16 OVSG-LEERPLAN WERELDORIENTATIE 5.5 Bij het kruispunt op de oefenplaats gebruik je zelfgemaakte (eventueel getekende) verkeerslichten. Indien nodig maak je ook voetgangerslichten. Oefen later ook op een echt kruispunt met verkeerslichten. 5.6 Bij het leren oversteken van de straat gaat de aandacht vooral naar het stilstaan op een veilige plaats. Pas daarna naar het links-en-rechts uitkijken. Bij het oversteken van een T-kruispunt, d.i. een eenvoudig en op deze leeftijd nog overzichtelijk kruispunt, worden links-en-rechts uitkijken aangevuld met kijken naar voor en naar achter. 5.7 Bij het oversteken van een vierarmenkruispunt spreken wij niet meer van links/rechts/voor/achter, maar van rondkijken naar alle richtingen en naar alles wat gevaar kan opleveren (fietsers, vertrekkende auto s, bussen,...). 5.8 Als de leerlingen een afstand van 30 m kunnen schatten en meten, kan de wettelijke verplichting meegedeeld worden. Het is goed om in de schoolomgeving naar de zebrapaden te gaan, er deze afstand te meten en een aanduiding op het trottoir aan te brengen (viermaal per zebrapad!). Kinderen moeten aan de bestuurder laten merken dat ze willen oversteken. Ze wachten tot er 'oogcontact' is en de bestuurder inderdaad ook stopt. Bovendien moeten ze erop letten dat er geen ander voertuig de stoppende bestuurder inhaalt en dat er van de andere richting ook geen gevaar dreigt. Herhaal nogmaals dat, ook op een zebrapad, je nooit zonder kijken mag oversteken. 5.9 Wat zijn verkeerstekens? Volgens het verkeersreglement moet onder verkeerstekens worden verstaan: de verkeersborden, de wegmarkeringen en de verkeerslichten. Gooi deze termen niet door elkaar! Behandel niet te veel verkeerstekens. Het betreft hier enkel die tekens die relevant zijn voor de voetganger op deze leeftijd en die in de omgeving te vinden zijn. Stel altijd de juiste vraag: 'Wat moet je doen bij het zien van dit bord?'. Het antwoord verwijst dan naar een gedragsaanpassing: 'Ik let op voor... ik mag niet... ik moet... ik kan hier...'. Theoretische kennis van de juridische terminologie uit het verkeersreglement kan pas op het einde van de basisschool aanvangen Op sommige plaatsen (tussen geparkeerde auto s, nabij een bocht of een helling) is oversteken zo gevaarlijk dat het voor kinderen ongewenst is. Tussen geparkeerde auto s zien kinderen het verkeer niet en ze worden ook niet gezien. Kinderen leer je best uitkijken naar een veiliger oversteekplaats. Zij gaan beter een eindje verder, dan risico s te nemen op een dergelijke plaats. Wanneer het echt niet anders kan - als een straat vol staat met geparkeerde auto s - moeten kinderen in staat zijn zich tussen de geparkeerde auto s te begeven mits de nodige voorzorgen: op de kijklijn halt houden (om zich duidelijk te laten zien) en vandaar de gewone oversteektechniek toepassen.

17 DOMEIN VERKEER DIDACTISCHE SUGGESTIES EN TOELICHTINGEN VIII-17 Rubriek 4: De zelfstandige voetganger OD ET kleuters lagereschoolkinderen DOELEN 1ste 2de 6j 8j 10j 6 De leerlingen kunnen langs de veiligste weg naar school komen en terug huiswaarts keren. 7 De leerlingen kunnen de schoolomgeving aan de hand van een maquette bespreken naar problemen, mogelijke oplossingen en adequaat verkeersgedrag. 8 De leerlingen kunnen de gevaarlijke verkeerssituaties in de ruimere schoolomgeving lokaliseren. ET De leerlingen kunnen onder voldoende toezicht een omloop voor voetgangers in de schoolomgeving foutloos afleggen, rekening houdend met de remweg van de auto's, de weersomstandigheden en het gedrag van andere verkeersdeelnemers. doelen 6, 7 en 8 De meeste verkeersongevallen met kinderen gebeuren op de weg tussen huis en school. Deze route dient dan ook meerdere keren per jaar behandeld te worden. Dit schakelen wij best in, in een actie 'Veilig schoolbegin' of de actie 'Veilige(r) schoolroutes'. Maar ook daarbuiten komt de schoolroute vaak aan de orde. De kinderen beseffen dat zij de veiligste weg moeten nemen en dat de heen- en terugweg niet altijd dezelfde hoeft te zijn. Veel verkeersproblemen worden door de verkeersdeelnemers veroorzaakt en zijn dus door een gedragswijziging op te lossen. Voor andere problemen vindt men in de meeste bibliotheken een voorraad vaklectuur waaruit ideeën kunnen gehaald worden. Ook diareeksen en videofilms kunnen hulp bieden: geen pasklare oplossingen, wel alternatieven die kunnen vergeleken worden. Kinderen zijn in staat om de omgeving vanuit hun standpunt te bespreken, zowel naar infrastructuur als naar verkeersgedrag. De knelpunten, gezien vanuit het standpunt van de voetganger, zijn niet dezelfde als deze die de bestuurder ervaart.

18 VIII-18 OVSG-LEERPLAN WERELDORIENTATIE doel 9 Op het einde van de basisschool zijn de leerlingen oud genoeg om - na voldoende ervaring en training - zich als een volleerde zelfstandige voetganger in het verkeer te begeven. Een goede toepassing is de omloop voor voetgangers in het verkeer. Er is voldoende beveiliging, de kinderen stappen een bepaalde omloop waarbij zij de diverse aangeleerde deelaspecten van het voetgangersgedrag moeten toepassen, er is observatie en ook evaluatie. Deelname van ouders en politie of rijkswacht is onontbeerlijk. Voetgangerstraining is nodig tot het einde van de basisschool!

19 DOMEIN VERKEER DIDACTISCHE SUGGESTIES EN TOELICHTINGEN VIII-19 Rubriek 5: Verkeersregels voor de fietser OD ET kleuters lagereschoolkinderen DOELEN 1ste 2de 6j 8j 10j 10 De leerlingen kennen de verkeersregels voor fietsers. Dit betekent dat ze ET de veilige uitrusting van de fiets kennen; 10.2 weten wanneer ze wel of niet op een trottoir mogen fietsen; 10.3 begrippen zoals fietsstrook, rijstrook, voorsorteren,... in de juiste betekenis gebruiken; 10.4 verkeerstekens voor fietsers begrijpen; 10.5 de algemene voorrangsregel kennen; 10.6 de voorrangsregels op een kruispunt met voorzieningen kennen; 10.7 weten hoe ze een kruispunt met de fiets moeten oversteken; 10.8 de voorrangsregels bij een pad of aardeweg kennen; 10.9 weten aan welke bijzondere voertuigen een fietser voorrang moet verlenen; de bevelen van een bevoegd persoon begrijpen. 11 De leerlingen kunnen, rekening houdend met de verkeersregels voor fietsers, zich als fietser zelfstandig en veilig verplaatsen langs een voor hen vertrouwde route. Dit betekent dat ze 11.1 de veilige uitrusting van hun fiets kunnen controleren; 11.2 de reglementering kunnen toepassen betreffende fietsstrook, rijstrook, voorsorteren; 11.3 hun rijgedrag kunnen aanpassen aan de verkeerstekens; 11.4 de algemene voorrangsregel kunnen toepassen; 11.5 de voorrangsregel op een kruispunt kunnen toepassen; 11.6 een kruispunt kunnen oversteken; 11.7 de voorrangsregels bij een pad of aardeweg correct kunnen toepassen;

20 VIII-20 OVSG-LEERPLAN WERELDORIENTATIE OD ET kleuters lagereschoolkinderen DOELEN 1ste 2de 6j 8j 10j 11.8 voorrang aan bijzondere voertuigen kunnen verlenen; 11.9 hun fietsgedrag aanpassen aan de bevelen van een bevoegd persoon. Doelen 10 en en 11.1 Het is wettelijk bepaald hoe een fiets moet uitgerust zijn. Voor sommige fietsen is dat slechts een minimumuitrusting. Veel fietsen, die bv. wettelijk niet met lichten en reflectoren moeten uitgerust zijn, kunnen toch gemakkelijk en goedkoop veiliger gemaakt worden. Onze zorg gaat niet enkel naar de fiets, maar naar de veiligheid van de fietser! Zo goed mogelijk uitrusten is dus de boodschap! 1 Bel, hoorbaar vanop 20 meter 2 Wit of geel voorlicht 3 Witte voorreflector 4 en 10 Goed werkende remmen 5 en 6 Minstens twee symmetrisch aangebrachte spaakreflectoren en/of een 13 en 14 witte reflecterende strook langs elke kant van de band 7 en 15 Hard opgepompte banden, zonder scheuren, uitstulpingen of afgesleten loopvlak 8 en 16 Wielen, ronde velg zonder slag, spaken strak aangespannen, geen speling op de lagers 9 en 18 Gele of oranje pedaalreflectoren 11 Een grote rode achterreflector, apart van het achterlicht aangebracht 12 Rood achterlicht, s nachts bij helder weer zichtbaar van op ten minste 100 meter 17 Een goedgesmeerde ketting met juiste speling (+/-1 cm)

21 DOMEIN VERKEER DIDACTISCHE SUGGESTIES EN TOELICHTINGEN VIII-21 Voor de onderdelen vermeld in de nummers 7, 8, 15, 16 en 17 zijn geen wettelijke vereisten voorzien. Bij een veilige fiets zijn ze echter in goede staat. Reflectoren moeten van een goedgekeurd type zijn Kinderen van minder dan 9 jaar die met een fiets rijden waarvan de wielen niet groter zijn dan 50 cm, mogen altijd op het trottoir of op de verhoogde berm rijden, zonder de voetgangers in gevaar te brengen en 11.2 Bij het behandelen van de begrippen is het niet voldoende dat de kinderen die enkel kunnen benoemen. Ze moeten geleidelijk aan meer vulling krijgen: wat wel, wat niet, voor wie, voor wie niet, hoe is de realiteit, ga je daarmee akkoord, wat doen wij daaraan,...? 10.4 en 11.3 Wij beperken ons tot die verkeerstekens die relevant zijn voor de fietser op deze leeftijd en die in de omgeving te vinden zijn. Ter herinnering nog even de enige correcte vraag: 'Wat moet je doen bij het zien van dit bord?'. Het antwoord verwijst naar een gedragsaanpassing: 'Ik let op voor... ik mag niet... ik moet... ik kan hier...'. 10.5, 10.6, 10.7, 10.8, 10.9 en , 11.5, 11.6, 11.7, 11.8,en 11.9 Algemene regel: Voorrang van rechts Tip: Maak een kruispunt. Acht fietsers volstaan om de voorrangsregel toe te passen terwijl de anderen zodanig observeren dat zij telkens de rechterkant van elke fietser moeten situeren. Laat 1 tot 3 kinderen (maar nooit 4!) naar het kruispunt fietsen. De fietsers moeten voorrang geven aan alle bestuurders die van rechts komen. Zij die niet fietsen beoordelen de situatie. Dat is niet eenvoudig en vraagt zeer geconcentreerd denkwerk. Veel korte oefenmomenten waarbij de regel wordt toegepast, zijn echt noodzakelijk. Oefen eerst langdurig.... Voorrangsregeling door middel van voorrangsborden Tip: Maak een kruispunt op de oefenplaats en plaats de borden 'omgekeerde driehoek' of 'stopbord', en 'voorrangskruispunt' of 'voorrangsweg'. In elke straat moet nu wel een bord staan. Merk op: het bord 'voorrangskruispunt' staat vlak voor het kruispunt, maar het bord 'voorrangsweg' staat voorbij het kruispunt (of bevindt zich ver vóór het kruispunt). Voor deze oefening mag maximum de helft van de klas fietsen. Anders ontstaan er onoverzichtelijke situaties. De leerlingen die observeren zijn, door hun denkwerk, ook actief betrokken bij de oefening. Laat 1 tot 4 kinderen naar het kruispunt rijden. De fietsers moeten voorrang verlenen of krijgen, moeten stoppen of doorrijden naargelang de borden. Wissel de borden van plaats tijdens het oefenen. Uitzonderingen op de voorrangsregel Wie uit een pad of aardeweg komt gereden, geeft altijd voorrang aan de bestuurders die van links én van rechts aankomen. Aan prioritaire voertuigen (uitgerust met blauwe knipperlichten en een speciaal geluidstoestel), alsook aan de bussen die hun halteplaats verlaten en aan de voertuigen voor schoolvervoer moet altijd voorrang gegeven worden. De bevelen van de bevoegde personen en de verkeerslichten gaan boven alle voorrangsregels. Zie de voorrangstrap.

22 VIII-22 OVSG-LEERPLAN WERELDORIENTATIE

23 DOMEIN VERKEER DIDACTISCHE SUGGESTIES EN TOELICHTINGEN VIII-23 Rubriek 6: Leren fietsen Sommigen zitten nog met de vraag 'of alle kinderen dan moéten fietsen?' Meestal wordt, zowel binnen onderwijs- als verkeerskringen, volgend standpunt ingenomen: niet alle leerlingen moéten kunnen fietsen, maar wie fietst moet dit dan wel vaardig en veilig kunnen. Door de verschillende mobiliteitsproblemen waarmee wij rekening moeten houden én de mogelijke alternatieven, zal het fietsen in de toekomst nog veel belangrijker worden dan nu. Leren fietsen gebeurt in 4 n: - evenwicht houden op een tweewieler; - fietsvaardigheid bevorderen; - verkeersvoorbereidend gedrag trainen; - toepassen in het verkeer. Daarnaast is de kennis van de verkeersregels een vereiste, zelfs voor kinderen van de basisschool die niet fietsen. Wanneer begint het leren fietsen? Voor velen reeds rond de leeftijd van 2 à 3 jaar. Het leren fietsen verdient bijgevolg zeker aandacht vanuit de kleuterschool. Het valt trouwens op hoezeer - in verkeerskringen - het belang van vroeg leren fietsen beklemtoond wordt! Wanneer eindigt het leren fietsen? Nooit, zegt men soms. Wetenschappelijke studies (zie o.a. Prof. Pauwels, Project Hoe leer je veilig fietsen?, KUL Leuven, I.L.O., Labo voor Motorisch Leren, Leuven) wijzen erop dat kinderen pas op de leeftijd van ca. 12 jaar het volwassen verkeersgedrag benaderen. Dus: de hele basisschool lang hebben kinderen de tijd nodig om hun 'fietskunde' te ontwikkelen. Fietsen is een vaardigheid. Om dit aan te leren wordt de vaardigheid in deelvaardigheden verdeeld die dan achtereenvolgend geautomatiseerd worden. Enkel volgehouden training kan leiden tot geïntegreerd verkeersgedrag. Kennen en kunnen dienen tegelijkertijd te worden aangepakt. Fietsen is ook een sociaal gedrag. Dit houdt o.m. in dat de kinderen moeten fietsen volgens afspraken (verkeersregels) en dat een kritische houding (i.v.m. milieu, verplaatsingswijzen, mobiliteit, hoffelijkheid) gewenst is. Fietsen kan gevaarlijk en levensbedreigend zijn. Kinderen moeten bijgevolg niet alleen correct leren fietsen en hoffelijk zijn, maar ook defensief kunnen rijden. Elke fietsactiviteit begint best met een kleine controle. De leerlingen dienen te ervaren dat de leraar bestendig aandacht schenkt aan de staat van de fietsen. De attitude is: je komt enkel met een veilig uitgeruste fiets in het verkeer. Trimestrieel kan een vollediger fietscontrole worden gehouden. De ouders krijgen daarvan dan een beoordelingsfiche. Verder kan ieder jaar een externe instantie een grondige fietscontrole houden. Indien de vorige stappen werden gezet, zullen de meeste fietsen wel een goedkeuring krijgen.

24 VIII-24 OVSG-LEERPLAN WERELDORIENTATIE OD ET kleuters lagereschoolkinderen DOELEN 1ste 2de 6j 8j 10j 12 De leerlingen houden ermee rekening dat ze als gebruiker van rollend materiaal meer ruimte nodig hebben dan als voetganger. 13 De leerlingen beschikken als fietser over voldoende reactiesnelheid, evenwichtsbehoud en gevoel voor coördinatie om zich zelfstandig en veilig te kunnen verplaatsen langs een voor hen vertrouwde route. Daartoe kunnen ze ET de fiets langs de rechterzijde op- en afstappen; 13.2 met voldoende stuurvastheid en evenwicht fietsen; 13.3 in een beveiligde oefenruimte een omloop voor fietsers foutloos afleggen; 13.4 de fietsversnellingen efficiënt gebruiken. doel 12 Kinderen bewegen te voet, op allerlei rollend materiaal en ook per fiets. Zij dienen te ervaren dat zij als voetganger erg wendbaar zijn, maar dat zij op wielen (en vaak zonder remmen) veel meer ruimte nodig hebben. doel Wie een kind leert fietsen, doet er goed aan het kind rechts te laten opstappen. Ook het afstappen gebeurt beter rechts. Dit is tegelijk veiliger én gemakkelijker: - veiliger omdat de fietser dan op het trottoir kan staan i.p.v. op de rijbaan; - gemakkelijker omdat de fietser op het trottoir hoger staat en beter met de voeten aan de grond kan. Bij de fietsoefeningen fietst de helft van de kinderen. De anderen helpen, observeren, bespreken... Aldus zijn zij op die manier actief betrokken Er zijn oefeningen zonder en met gebruik van didactisch materiaal. Gebruik echter altijd driedimensionale middelen. Geschilderde strepen op de grond geven meer beperkingen dan mogelijkheden. Met houten latten, planken, balken, kegels, blokken e.d. kunnen alle oefeningen en omlopen aangepast worden aan het niveau van de leerlingen en komt er gradatie in de activiteiten.

25 DOMEIN VERKEER DIDACTISCHE SUGGESTIES EN TOELICHTINGEN VIII Slechts na veel oefenen kan eens een volledige omloop opgesteld worden. De leerlingen rijden maar al te graag een omloop, hetzij tegen de tijd, hetzij met strafpunten. Op deze manier zijn de vorderingen meetbaar en kan er geëvalueerd worden Heel wat fietsen zijn uitgerust met (te) veel versnellingen. Weinig kinderen maken daar functioneel gebruik van. Dat komt doordat zij niet inzien waartoe de versnellingen eigenlijk dienen. Het komt er op aan de beste verhouding te kiezen tussen de geleverde inspanning en het gewenste resultaat.

26 VIII-26 OVSG-LEERPLAN WERELDORIENTATIE Rubriek 7: De fietser in het verkeer Hier gaat de aandacht vooral naar de plaats op de openbare weg en de manoeuvres: vertrekken, afslaan, inhalen en over een hindernis rijden. OD ET Kleuters lagereschoolkinderen DOELEN 1ste 2de 6j 8j 10j 14 De leerlingen tonen zich in hun fietsgedrag bereid rekening te houden met andere weggebruikers door op een correcte wijze ET * naar rechts af te slaan; 14.2 naar links af te slaan; 14.3 een fietser in te halen; 14.4 om een hindernis heen te rijden. 15 De leerlingen kunnen, onder voldoende toezicht, een omloop voor fietsers in het verkeer foutloos afleggen. doel 14 Manoeuvres dienen getraind te worden in de oefenruimte én zo gauw mogelijk in het verkeer te worden toegepast Vooraf: omkijken en arm uitsteken. Vóór het afslaan: remmen. Tenslotte: een korte bocht nemen. Na drie oefenbeurten zouden alle leerlingen deze techniek correct moeten kunnen toepassen. Daarna kan dit onmiddellijk worden toegepast in het verkeer.

27 DOMEIN VERKEER DIDACTISCHE SUGGESTIES EN TOELICHTINGEN VIII Vooraf: omkijken en arm uitsteken. Vóór het afslaan: remmen. Ten slotte: een brede bocht nemen om in de 'nieuwe' straat aan de rechterkant te rijden. Na enkele oefenbeurten eveneens toepassen in een rustige woonwijk. Ten slotte links en rechts afslaan: twee groepen fietsers slaan om beurt links en rechts af. 14.3, 14.4 Ook hier vooraf omkijken en arm uitsteken. Pas dan, indien mogelijk, het manoeuvre uitvoeren: inhalen van een trage fietser of een geparkeerde auto voorbijrijden. doel 15 Tenslotte, wanneer de leerling een vollediger toepassing kan maken, een omloop in het verkeer organiseren. Leerlingen rijden graag dergelijke omlopen. Zorg voor voldoende beveiliging: beveiligingsborden, agenten, ouders,... Doelgerichte observatie maakt het mogelijk te evalueren en eventueel te remediëren.

28 VIII-28 OVSG-LEERPLAN WERELDORIENTATIE Rubriek 8: Mobiliteit OD ET kleuters lagereschoolkinderen DOELEN 1ste 2de 6j 8j 10j 16 De leerlingen kennen de belangrijkste gevolgen van het groeiende autogebruik. ET De leerlingen kunnen de voor- en nadelen van mogelijke alternatieven voor het groeiende autogebruik vergelijken. ET De leerlingen kunnen zich in de eigen omgeving verplaatsen met het openbaar vervoer. 19 De leerlingen kunnen een eenvoudige route met het openbaar vervoer uitstippelen. ET 6.16 doelen 16 en 17 Dat onze mobiliteit een probleem wordt, is duidelijk. De jongere generatie zal wellicht in een andere mobiliteit terechtkomen. Deze nieuwe mobiliteit wordt echter nu al ingezet. De denkpistes van de jongeren dienen afgestemd op hun toekomstige mobiliteit. Hoe die er zal uitzien, is niet meteen in twee woorden te zeggen. Naast het probleem van de mobiliteit op zich is er ook nog dit van de natuur. Het autogebruik heeft voordelen op korte termijn voor de individuele persoon, maar heeft veel nadelen voor Moeder Aarde. Dat is voor velen een grote zorg. De altijd maar blijvende aangroei van het autopark belooft grote problemen wanneer niet oordeelkundig wordt omgesprongen met de auto. Over dit onderwerp kunnen kinderen veel opzoekingswerk verrichten. Raad altijd aan om zoveel mogelijk recente uitgaven te gebruiken. Ook voor alternatieven gaan kinderen op zoek in de bibliotheek of informeren zich bij deskundigen. doelen 18 en 19 Het gebruik van het openbaar vervoer vraagt van de kinderen een aantal vaardigheden: - een tabel raadplegen (halteplaatsen, vertrekuur, aankomstuur, wanneer een terugrit aanvangt); - een vervoerbewijs aanschaffen; - op het juiste ogenblik het voertuig verlaten. Uitstappen kunnen op deze manier georganiseerd worden: naar de markt, de supermarkt, de stad, het dorp,... Het realiseren van deze beide doelen mag niet als afzonderlijk worden beschouwd, maar als een integratie van en een samenhang met tijdsrekenen, tijdsbeleving, ruimtebeleving en begrijpend lezen.

29 DOMEIN VERKEER VIII-29 5 MEDIA Voor de organisatie van actieve verkeers- en mobiliteitseducatie dient er minimaal volgend didactisch materiaal te worden voorzien: - voor de voetgangersactiviteiten: stoeprandstroken en beveiligingsborden; - voor de fietsactiviteiten: het materiaal van de behendigheidspiste, enkele voorrangsborden, stoeprandstroken en beveiligingsborden; - veiligheidskledij (bv. een fluorescerende overgooier) voor de leraar; - beveiligingsbord (A23); - maquette van de schoolomgeving.

30 VIII-30 OVSG-LEERPLAN WERELDORIENTATIE

31 DOMEIN VERKEER VIII-31 6 BIBLIOGRAFIE BELGISCH INSTITUUT VOOR DE VERKEERSVEILIGHEID, Fiets je veilig vaardig. Brussel 1989 BELGISCH INSTITUUT VOOR DE VERKEERSVEILIGHEID, Fietsvoorzieningen (2de druk), Brussel 1996 BELGISCH INSTITUUT VOOR DE VERKEERSVEILIGHEID, Stichting Vlaamse Schoolsport en Delhaize, Fiets Veilig Vaardig, Leerkrachtenbrochure en vorderingenboekje voor de leerlingen. Brussel 1993 BELGISCH INSTITUUT VOOR DE VERKEERSVEILIGHEID, Veiliger op twee wielen. Brussel 1989 KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN EN DVV-VERZEKERING, Hoe leer je veilig fietsen? Een folder voor de leerkrachten en een voor de ouders. Leuven 1991 KONING BOUDEWIJNSTICHTING, Zeg nooit zomaar weg tegen een straat, Brussel 1988 LANGZAAM VERKEER, Fietsen kan, Leuven 1995 MINISTERIE VAN ONDERWIJS, Veilig wegverkeer en verkeersopvoeding, Leerplan basisonderwijs. Brussel 1987 ONDERWIJSSSECRETARIAAT VAN DE STEDEN EN GEMEENTEN VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, Lessenpakketten Voorrang deel 1, Ik leer voor voetganger, (5de druk) Brussel 1996 ONDERWIJSSECRETARIAAT VAN DE STEDEN EN GEMEENTEN VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, Lessenpakketten Voorrang deel 2, Ik leer fietsen, (5de druk) Brussel 1996 ONDERWIJSSECRETARIAAT VAN DE STEDEN EN GEMEENTEN VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, Verkeerstekens in de basisschool. Brussel 1992 (Poster voor de klas en leidraad voor de leerkracht) ONDERWIJSSECRETARIAAT VAN DE STEDEN EN GEMEENTEN VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, Kampioen op twee wielen. Brussel 1992 ONDERWIJSSECRETARIAAT VAN DE STEDEN EN GEMEENTEN VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, Op weg naar een deelschoolwerkplan. Brussel 1995 VLAAMSE STICHTING VERKEERSKUNDE, Mobiliteit in welvaartstijd, Mechelen VLAAMSE STICHTING VERKEERSKUNDE, Mobiliteit Vandaag en morgen, Mechelen 1990 VLAAMSE STICHTING VERKEERSKUNDE, Verkeers- en mobiliteitseducatie in de ontwikkelingsdoelen en eindtermen. Mechelen 1995

32 VIII-32 OVSG-LEERPLAN WERELDORIENTATIE VLAAMSE STICHTING VERKEERSKUNDE, Verkeers- en mobiliteitseducatie, Van eindtermen naar leerplannen, Mechelen 1996 VLAAMSE STICHTING VERKEERSKUNDE, Verkeers- en mobiliteitseducatie, Van leerplannen naar realisatie, Mechelen 1996

33 DOMEIN VERKEER VIII-33 7 REGISTER A achterlicht 20 agent 12, 13, 15 B behendigheidspiste 29 bel 20 berm 6, 15, 21 bestuurder 3, 16, 17 beveiligingsborden 9, 26, 29 bevoegd persoon 5, 6, 7, 13, 15, 19, 20 controle 12, 22 D defensief 22 E evenwicht 8, 22, 23 fiets 7, 8, 10, 19, 20, 21, 22, 23, 31 fietsen 1, 3, 7, 10, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 31 fietser 1, 3, 7, 8, 19-21, 23, 25, 26 fietsoefeningen 23 fietspad 6, 15 fietsstrook 7, 19 fietsversnellingen 8, 23 gevaar 3, 9, 16, 21 gevoel voor coördinatie 8, 23 kruispunt 6, 7, 15, 16, 19, 21 M manoeuvres 25 mobiliteit 1, 3, 22, 27, 31 mobiliteitsbewust gedrag 3 mobiliteitseducatie 1, 3, 9, 29, 31, 32 O oversteken 5, 7, 11, 12, 13, 16, 19 P positieve ingesteldheid 3 pre-borden 14 R reactiesnelheid 8, 23 redzaamheid 3 reflecterend 5, 11, 12 reflectoren 20, 21 remmen 20, 23, 25, 26

34 VIII-34 OVSG-LEERPLAN WERELDORIENTATIE remweg 6, 17 rijbaan 5, 6, 11, 15, 23 rijstrook 7, 19 ruimte 1, 3, 5, 8, 9, 10, 11, 12, 23 S spaakreflectoren 20 stoeprand 5, 11 stoeprandstroken 12, 29 stuurvastheid 8, 23 T training 9, 18, 22 trottoir 5, 6, 7, 11, 13, 15, 16, 19, 21, 23 uitrusting 7, 19 V veiligheidskledij 29 verkeer 1, 3, 5, 8, 9, 11, 12, 13, 16, 18, 22, 25, 26, 31 verkeersdeelnemer 11, 12 verkeersgangmaker 1, 3, 9 verkeersgedrag 9, 11, 17, 22 verkeersles 9 verkeersopvoeding 31 verkeersregels 1, 3, 5, 6, 7, 13, 19, 22 verkeerssituatie 5, 11 verkeerstekens 5, 7, 14, 15, 16, 19, 21, 31 verzamelvierhoek 13 vierarmenkruispunt 16 voertuig 16, 27 voetganger 1, 3, 5, 8, 11, 13, 16, 17, 18, 23 voorlicht 20 voorrang 7, 19, 21 voorrangsborden 29 voorsorteren 7, 19 W wegmarkeringen 16 Z zebrapad 5, 6, 13, 15 zelfredzaamheid 11

VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE

VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE 18+ (bedrijven) 18+ Secundair onderwijs Basisonderwijs 12 6 8 10 4 2 HOGER! LAGER! Jonge kinderen in het verkeer, wat weet jij erover? WAT MOETEN SCHOLEN

Nadere informatie

VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE

VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE 18+ (bedrijven) 18+ Secundair onderwijs Basisonderwijs 12 6 8 10 4 2 HET ONDERWIJS IN VLAANDEREN Ministerie Leerplicht Eindtermen en Ontwikkelings doelen

Nadere informatie

LEERLIJN STAPPEN & FIETSEN

LEERLIJN STAPPEN & FIETSEN VERKEER OP SCHOOL BEGELEIDING OP MAAT (BoM) LEERLIJN STAPPEN & FIETSEN Donderdag 15 juni 2017 8 10 12 6 4 2 WAAR SITUEREN WE VME? Wereldoriëntatie Domein 4: ruimte Oriëntatie- en kaartvaardigheid Ruimtebeleving

Nadere informatie

CURIEUZE NEUZEN WERKBOEK

CURIEUZE NEUZEN WERKBOEK CURIEUZE NEUZEN WERKOEK 6 Wie heeft voorrang? Voorrang oefenen Voorrang van rechts 1 2 A A C D Tekening 1 heeft voorrang op Tekening 2 A heeft voorrang op en moet voorrang geven aan heeft voorrang op

Nadere informatie

VME Lerarenopleiding. Vlaamse Stichting Verkeerskunde. 1. Verkeers- en mobiliteitseducatie. VME in het basisonderwijs

VME Lerarenopleiding. Vlaamse Stichting Verkeerskunde. 1. Verkeers- en mobiliteitseducatie. VME in het basisonderwijs Vlaamse Stichting Verkeerskunde 2014 1. Verkeers- en mobiliteitseducatie VME in het basisonderwijs Doel: Verkeersvaardig worden, zich op een veilige manier in het verkeer begeven. al Stappend al Trappend

Nadere informatie

LERARENOPLEIDING BALO ONZE TOEKOMST

LERARENOPLEIDING BALO ONZE TOEKOMST LERARENOPLEIDING BALO ONZE TOEKOMST PROGRAMMA Klas Uren Omschrijving module Groep 1A 09.00-10.15 u Stap voor stap, trap voor trap 10.30 12.00 u Praktijktraining stappen en trappen ZELF OP PAD DOORHEEN

Nadere informatie

VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE LERARENOPLEIDING BALO ONZE TOEKOMST

VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE LERARENOPLEIDING BALO ONZE TOEKOMST VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE LERARENOPLEIDING BALO ONZE TOEKOMST PROGRAMMA Klas Uren Omschrijving module Klas 1 9.00u 10.15u leslokaal Stap voor stap, trap voor trap 10.30u 12.00u

Nadere informatie

CURIEUZE NEUZEN WERKBOEK

CURIEUZE NEUZEN WERKBOEK CURIEUZE NEUZEN WERKOEK 2 Tussendoor 1 Oversteken a In het verkeer 1 3 5 Knip de figuurtjes uit het kopieerblad en plak op de juiste plaats. 1 en 2: De agent heeft het voor het zeggen. 3 en 4: Geen agent.

Nadere informatie

LEERLIJN STAPPEN & TRAPPEN

LEERLIJN STAPPEN & TRAPPEN VERKEER OP SCHOOL BEGELEIDING OP MAAT (BoM) LEERLIJN STAPPEN & TRAPPEN IN HET BUITENGEWOON ONDERWIJS Donderdag 26 oktober 2017 WANNEER BEN JE klaar voor het verkeer? Maar ma ik word volgende week 18!!!!

Nadere informatie

VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE LERARENOPLEIDING BAKO ONZE TOEKOMST

VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE LERARENOPLEIDING BAKO ONZE TOEKOMST VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE LERARENOPLEIDING BAKO ONZE TOEKOMST PROGRAMMA Klas Uren Omschrijving module Klas 1A 8.40u 9.50u Z007 Kinderen hebben eigen spelregels 10.10u 11.40u Speelplaats

Nadere informatie

DE BASIS VOOR WERELD RIËNTATIE

DE BASIS VOOR WERELD RIËNTATIE 6b DE BASIS VOOR WERELD RIËNTATIE Ruimte Je eigen gemeente in de kijker: de rotonde en de dode hoek Dit kun je al Je kent de gevarenzones voor voetgangers en fietsers in de ruime omgeving van de school

Nadere informatie

Onze visie. Wij willen bewust inspanningen leveren om de ontwikkelingsdoelen en eindtermen met betrekking tot het verkeer en mobiliteit na te streven.

Onze visie. Wij willen bewust inspanningen leveren om de ontwikkelingsdoelen en eindtermen met betrekking tot het verkeer en mobiliteit na te streven. Onze visie Onze school investeert veel in veilig verkeer. Wij willen ons als school doelgericht en systematisch inzetten om onze leerlingen te laten groeien tot zelfstandige weggebruikers die hun verantwoordelijkheid

Nadere informatie

VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE

VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE VERKEER OP SCHOOL VERKEERS- EN MOBILITEITSEDUCATIE WANNEER klaar voor het verkeer? VERKEER OP KINDERMAAT De psychomotorische ontwikkeling van jonger kinderen in relatie tot verkeer. Baby -> primitieve

Nadere informatie

Dit is veilig! Ruimte. Dit kun je straks. 1 Het verkeer. Je weet hoe een voetganger zich gedraagt in het verkeer.

Dit is veilig! Ruimte. Dit kun je straks. 1 Het verkeer. Je weet hoe een voetganger zich gedraagt in het verkeer. 1 DE BASIS VOOR WERELD RIËNTATIE Dit is veilig! Dit kun je straks Je weet hoe een voetganger zich gedraagt in het verkeer. 1 Het verkeer Plantyn, Mechelen - De Basis voor Wereldoriëntatie 1 - leerwerkboek

Nadere informatie

Praatplaat: ga je mee op stap?

Praatplaat: ga je mee op stap? Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS Praatplaat: ga je mee op stap? Doelgroep Eerste graad van de lagere school. Lesdoel De leerlingen kunnen aangeven welke route het veiligst is. De

Nadere informatie

VERKEERSBEGRIPPEN. bij het Verkeersexamen 2014. Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg

VERKEERSBEGRIPPEN. bij het Verkeersexamen 2014. Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg VERKEERSBEGRIPPEN bij het Verkeersexamen 2014 Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. bestuurder Je bent bestuurder: - als je fietst - als je paardrijdt of loopt met je paard

Nadere informatie

LEERLIJN FIETSEN & VERO ASSEBROEK -BRUGGE

LEERLIJN FIETSEN & VERO ASSEBROEK -BRUGGE VERKEER OP SCHOOL BEGELEIDING OP MAAT (BoM) LEERLIJN FIETSEN & VERO ASSEBROEK -BRUGGE Donderdag 11 mei 2017 12 6 8 10 4 2 ONZE AANPAK Praktijkgericht Stapsgewijs Laagdrempelig Teach the teacher leerkrachten,

Nadere informatie

Vlaamse Stichting Verkeerskunde. Basiscursus C Fietstraining

Vlaamse Stichting Verkeerskunde. Basiscursus C Fietstraining Vlaamse Stichting Verkeerskunde Basiscursus C Fietstraining 2013 Programma 9.30u: onthaal / kennismakingspel 10.00u: theorie fietsvaardigheid vs leeftijd 11.00u: koffiepauze 11.15u: leren fietsen in de

Nadere informatie

De Grote Verkeerstoets - 2014 07/08/2014. 1. Ja. 2. Neen, want ik mag hier niet links afslaan. 3. Neen, want ik heb mijn arm niet uitgestoken.

De Grote Verkeerstoets - 2014 07/08/2014. 1. Ja. 2. Neen, want ik mag hier niet links afslaan. 3. Neen, want ik heb mijn arm niet uitgestoken. 100082: Welk voorwerp houd je hier boven je hoofd? 1. Een rood voorwerp. 2. Een map. 3. Een voetbal. 100081: Je slaat af naar links. Gebeurt dat hier helemaal veilig? 1. Ja. 2. Neen, want ik mag hier niet

Nadere informatie

2 DE BASIS VOOR WERELD RIËNTATIE

2 DE BASIS VOOR WERELD RIËNTATIE 2 DE BASIS VOOR WERELD RIËNTATIE Veilig naar school Je weet hoe een voetganger zich veilig gedraagt 1 Praatjes bij in plaatjes het verkeer. Dit kun je al Dit kun je straks Je weet waar het veilig is voor

Nadere informatie

Verkeerseducatieve Route Deerlijk

Verkeerseducatieve Route Deerlijk Verkeerseducatieve Route Deerlijk Toelichting leerkrachten PZ Gavers Praktische verkeerseducatie De eindtermen verkeer en mobiliteit vragen praktijkgerichte verkeerslessen. Veilig en verantwoord fietsen

Nadere informatie

Verkeerseducatieve Route Harelbeke

Verkeerseducatieve Route Harelbeke Verkeerseducatieve Route Harelbeke Toelichting leerkrachten PZ Gavers Praktische verkeerseducatie De eindtermen verkeer en mobiliteit vragen praktijkgerichte verkeerslessen. Veilig en verantwoord fietsen

Nadere informatie

Politiecongres. 5 november 2013

Politiecongres. 5 november 2013 Politiecongres 5 november 2013 Vlaamse Stichting Verkeerskunde 1990, decreet Vlaams Parlement: vorming organiseren wetenschappelijk onderzoek stimuleren Vlaams Parlement en Vlaamse regering adviseren Opleidingscentrum

Nadere informatie

4e leerjaar. Stap 11. Fiets(st)er, ken jouw plaats. Met de z van zien en van zeggen Met de s van schrijven

4e leerjaar. Stap 11. Fiets(st)er, ken jouw plaats. Met de z van zien en van zeggen Met de s van schrijven Stap 11 Fiets(st)er, ken jouw plaats Met de z van zien en van zeggen Met de s van schrijven 3 5 1 4 6 7 8 9 1 10 13 11 3 Zo hoort het Als fietser of fietsster rijd jij niet zomaar waar je het wilt. 1 Is

Nadere informatie

VERKEERSBEGRIPPEN. bij Verkeersexamen 2011. Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg

VERKEERSBEGRIPPEN. bij Verkeersexamen 2011. Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg VERKEERSBEGRIPPEN bij Verkeersexamen 2011 Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. bestuurder Je bent bestuurder: - als je fietst - als je paardrijdt of loopt met je paard aan

Nadere informatie

7 Manoeuvres en bewegingen

7 Manoeuvres en bewegingen 7 Manoeuvres en bewegingen 62 7.1 Manoeuvres Als je een manoeuvre uitvoert, zoals van rijstrook of van file veranderen, de rijbaan oversteken, een parkeerplaats verlaten of oprijden, uit een aangrenzend

Nadere informatie

VERO voor voetgangers basisschool Pulle

VERO voor voetgangers basisschool Pulle VERO voor voetgangers basisschool Pulle 1 Stappen in groep Het vertrekpunt veilig verlaten Kloosterstraat 7 Het vertrek en eindpunt van de VERO voor voetgangers is de parking voor de school (Kloosterstraat).

Nadere informatie

6. Als fietser veilig in het verkeer

6. Als fietser veilig in het verkeer 6. Als fietser veilig in het verkeer A. oversteken met een gemachtigd opzichter 1 Aan welke kant moet je fietsen op het fietspad? A rechts C om het even B links D beide kanten mogen 2 Wat moet je doen

Nadere informatie

Stap 6. Met de z van zien en van zeggen Met de s van schrijven. Wat is er toch aan de hand? Alsmaar drukker en drukker

Stap 6. Met de z van zien en van zeggen Met de s van schrijven. Wat is er toch aan de hand? Alsmaar drukker en drukker Stap 6 Alsmaar drukker en drukker 12 Met de z van zien en van zeggen Met de s van schrijven Wat is er toch aan de hand? Je weet het wel: het loopt bij momenten helemaal niet vlot in het verkeer. Op nogal

Nadere informatie

Basiscursus B Voetgangerstraining

Basiscursus B Voetgangerstraining Vlaamse Stichting Verkeerskunde Basiscursus B Voetgangerstraining Vormingsaanbod Verkeer op School Voorjaar 2013 Dagprogramma Voorstelling VSV VME in het basisonderwijs Kleuterbox Horen, zien en rijden

Nadere informatie

Vlaamse Stichting Verkeerskunde. Basiscursus C Fietstraining

Vlaamse Stichting Verkeerskunde. Basiscursus C Fietstraining Vlaamse Stichting Verkeerskunde Basiscursus C Fietstraining 2013 Programma 1. Verkeers- en mobiliteitseducatie 2. Eindtermen & verkeer 3. Horen, zien en rijden 4. Trappen 5. De markt in beeld 6. Weetjes

Nadere informatie

Peuterklas. beschermde omgeving. Oefenen op. Oefenen in. straat

Peuterklas. beschermde omgeving. Oefenen op. Oefenen in. straat Peuterklas *Leren waar het veilig is en niet veilig is om te spelen. *Leren controleren van bewegingen: evenwicht, niet bruusk reageren, afremmen, soepel draaien *Leren reageren op visuele (rood, groen,

Nadere informatie

6. Als fietser veilig in het verkeer

6. Als fietser veilig in het verkeer 6. Als fietser veilig in het verkeer A. oversteken met een gemachtigd opzichter 1 Aan welke kant moet je fietsen op het fietspad? A rechts 2 Wat moet je doen als je als fietser de oversteekplaats nadert?

Nadere informatie

IK LEER FIETSEN! PRAKTIJKBOEKJE VOOR CURSISTEN

IK LEER FIETSEN! PRAKTIJKBOEKJE VOOR CURSISTEN IK LEER FIETSEN! PRAKTIJKBOEKJE VOOR CURSISTEN De Fietsersbond komt op voor de belangen van fietsers in Nederland en zet zich in voor meer en betere mogelijkheden om te fietsen. Dat kan dankzij de steun

Nadere informatie

Veilig fietsen en stappen

Veilig fietsen en stappen Veilig fietsen en stappen Wat komt aan bod? Achtergrond Kernpunt voor veilig verkeersgedrag Basisregels voor voetgangers Stappen in groep Basisregels voor fietsers Fietsen in groep 2 Hoe verplaatsen we

Nadere informatie

1. Een stilstaand voertuig voorbijrijden 2. Rechts een weg inslaan

1. Een stilstaand voertuig voorbijrijden 2. Rechts een weg inslaan Hoe moeten de fietstaken uitgevoerd worden? 1. Een stilstaand voertuig voorbijrijden 2. Rechts een weg inslaan mindert snelheid en kijkt voor zich uit. kijkt om : nadert er verkeer? vertraagt of versnelt,

Nadere informatie

-Je moet stoppen, ook afslaan mag niet. (denk aan: niet tegen de armen rijden)

-Je moet stoppen, ook afslaan mag niet. (denk aan: niet tegen de armen rijden) Superfietser 2015 Belangrijkste regels -Volg de aanwijzingen van de politie. -Iedereen moet stoppen. -Je moet stoppen, ook afslaan mag niet. (denk aan: niet tegen de armen rijden) -Je mag doorrijden. -STOP

Nadere informatie

Fiche Leerlingen. De plaats op de openbare weg binnen de bebouwde kom

Fiche Leerlingen. De plaats op de openbare weg binnen de bebouwde kom De plaats op de openbare weg binnen de bebouwde kom Kijk naar de fietsers. Kleur de nummers van de fietsers die de verkeersregels volgen en op de juiste plaats rijden groen. Kleur de nummers van de fietsers

Nadere informatie

De leerlingen wandelen de vooraf uitgestippelde route op de wandelkaart. Ze observeren en leggen de knelpunten inzake de verkeersveiligheid vast.

De leerlingen wandelen de vooraf uitgestippelde route op de wandelkaart. Ze observeren en leggen de knelpunten inzake de verkeersveiligheid vast. Op leerwandeling y Eindtermen 6.12 De leerlingen kunnen de gevaarlijke verkeerssituaties in de ruimere schoolomgeving lokaliseren. ICT 5 De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm

Nadere informatie

VME in kleuteronderwijs Verkeersborden. David Van Fraechem

VME in kleuteronderwijs Verkeersborden. David Van Fraechem VME in kleuteronderwijs Verkeersborden David Van Fraechem Kleuteronderwijs en VME (verkeersborden): 1. Ontwikkelingsdoelen (Departement Onderwijs Vlaanderen) Ontwikkelingsdoelen WO Domein Verkeer en Mobiliteit

Nadere informatie

5. De plaats van de fietser op de openbare weg 1 M. Is er een fietspad, dan moeten fietsers daar op rijden, tenminste indien het berijdbaar is.

5. De plaats van de fietser op de openbare weg 1 M. Is er een fietspad, dan moeten fietsers daar op rijden, tenminste indien het berijdbaar is. 5. De plaats van de fietser op de openbare weg 1 M Is er een fietspad, dan moeten fietsers daar op rijden, tenminste indien het berijdbaar is. 2 E Is het fietspad op de grond aangeduid met twee witte evenwijdige

Nadere informatie

Basiscursus Voetgangerstraining

Basiscursus Voetgangerstraining Vlaamse Stichting Verkeerskunde Basiscursus Voetgangerstraining Vormingsaanbod Verkeer op School 4 oktober 2013 Dagprogramma 09.30 u: Onthaal 10.00 u: Verwelkoming + kennismakingsspel 10.15 u: Horen zien

Nadere informatie

Dode hoek BASISONDERWIJS. Doelgroep. Eindtermen. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie

Dode hoek BASISONDERWIJS. Doelgroep. Eindtermen. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS Dode hoek Doelgroep Derde graad van de lagere school. Eindtermen Lager onderwijs: Mens en maatschappij - verkeer en mobiliteit: De leerlingen 4.14

Nadere informatie

OEFENFICHE KRUISPUNT MET VERKEERSLICHTEN OVERSTEKEN FIETS EXAMEN HET GROTE 1. INTRO 2. VOORAF 3. VERKENNEN. Onderstaande vragen kunnen daarbij helpen:

OEFENFICHE KRUISPUNT MET VERKEERSLICHTEN OVERSTEKEN FIETS EXAMEN HET GROTE 1. INTRO 2. VOORAF 3. VERKENNEN. Onderstaande vragen kunnen daarbij helpen: KRUISPUNT MET VERKEERSLICHTEN OVERSTEKEN 1. INTRO Door het drukke verkeer en de inrichting van de weg is het voor fietsers vaak moeilijk om aan kruispunten veilig over te steken of af te slaan. Verkeerslichten

Nadere informatie

Blijkerijstraat 1 Oude Meirstraat 39 2390 Oostmalle directie.kleuters@immaculata-oostmalle.be VERKEERSKRANT

Blijkerijstraat 1 Oude Meirstraat 39 2390 Oostmalle directie.kleuters@immaculata-oostmalle.be VERKEERSKRANT Blijkerijstraat 1 Oude Meirstraat 39 2390 Oostmalle directie.kleuters@immaculata-oostmalle.be DE VERKEERSKRANT Info over het 10op10-project Ouders zijn een voorbeeld voor hun kinderen, ook in het verkeer.

Nadere informatie

VOORWOORD. Beste fietser,

VOORWOORD. Beste fietser, n- VOORWOORD Beste fietser, Fietsen is gezond, maar dat wist je al. Fietsen is goed voor het milieu, maar daar moeten we je ook niet meer van overtuigen. Veilig fietsen. Het klinkt evident, maar we merken

Nadere informatie

Beschrijving route Noorderwijk. Start Klavertje Ring

Beschrijving route Noorderwijk. Start Klavertje Ring Beschrijving route Noorderwijk Start Klavertje Ring Gebruik de achteruitgang van de school. Neem de fietsoversteek en rij naar links. Let op! Op een fietsoversteek heb je geen voorrang, goed uitkijken

Nadere informatie

Theorieles groep 5/6

Theorieles groep 5/6 Theorieles groep 5/6 Alles op een rij voor de leerkracht van groep 5/6 Met dit document kunt u een theorieles over het onderwerp verkeersveiligheid geven aan de groepen 5 en 6. Deze theorieles bestaat

Nadere informatie

Fietsen in voetgangerszones

Fietsen in voetgangerszones Enkel kinderen jonger dan 9 jaar op een kinderfiets zijn toegelaten op het voetpad, omdat kinderfietsen volgens de wet als speelgoed worden beschouwd. Als je de rijbaan wil oversteken op het zebrapad,

Nadere informatie

Parcours fietsexamen zesde leerjaar Sint-Jan Berchmanscollege

Parcours fietsexamen zesde leerjaar Sint-Jan Berchmanscollege 6 9 8 7 1 2 11 12 5 3 10 4 Parcours fietsexamen zesde leerjaar Sint-Jan Berchmanscollege Vertrek; Sint-Jan Berchmanscollege, poort Holstraat Holstraat indraaien naar rechts; op het einde: Controlepunt

Nadere informatie

Beoordelingsfiches VERO Deerlijk

Beoordelingsfiches VERO Deerlijk Beoordelingsfiches VERO Deerlijk SCHOOL Klas Locatie: Startpunt Neunkirchenplein 1. Opstappen en wegrijden - Kies een veilige startplaats en plaats je fiets in de gewenste richting - Stap op aan de rechterzijde

Nadere informatie

Veiligheidsdossier Uitstap per fiets

Veiligheidsdossier Uitstap per fiets Veiligheidsdossier Uitstap per fiets Mauroo Dirk, Preventieadviseur School aan de waterkant 1 Veiligheidsdossier uitstap per fiets INFO VOOR DE LEERKRACHT 1. Verplaatsingen met de fiets "alleen": De leerkracht/begeleider

Nadere informatie

Beschrijving route Noorderwijk. Start Klavertje Ring

Beschrijving route Noorderwijk. Start Klavertje Ring Beschrijving route Noorderwijk Start Klavertje Ring Gebruik de achteruitgang van de school. Neem de fietsoversteek en rij naar links. Let op! Op een fietsoversteek heb je geen voorrang, goed uitkijken

Nadere informatie

FIETSEXAMEN WIJK STENE

FIETSEXAMEN WIJK STENE FIETSEXAMEN WIJK STENE INFOSLIDE (maakt geen deel uit van de route) UITLEG VERSCHIL FIETSOVERSTEEK / FIETSPAD Fietsoversteken: steeds met blokken Nooit voorrang aan een fietsoversteek, dus: *voorrang verlenen

Nadere informatie

Beoordelingsfiches VERO Harelbeke

Beoordelingsfiches VERO Harelbeke Beoordelingsfiches VERO Harelbeke SCHOOL Klas Locatie: Startpunt Kollegeplein 1. Opstappen en wegrijden - Kies een veilige startplaats en plaats je fiets in de gewenste richting - Stap op aan de rechterzijde

Nadere informatie

VERKEER. Handleiding. Proeflessen THEMA 1

VERKEER. Handleiding. Proeflessen THEMA 1 8 VERKEER Proeflessen Handleiding THEMA 1 Wat u vooraf moet weten In dit pakket vindt u het werkboek van thema 1 van groep 8. Het werkboek kunt u optioneel inzetten voor zelfstandig werken. Kinderen slijpen

Nadere informatie

De Grote Verkeerstoets Het Grote Fietsexamen

De Grote Verkeerstoets Het Grote Fietsexamen De Grote Verkeerstoets Het Grote Fietsexamen De Grote Verkeerstoets 1 de Grote Verkeerstoets Gluren bij de buren Veilig Verkeer Nederland - het verkeersexamen 2008-2009: proefproject 25 lagere scholen

Nadere informatie

DE GROTE VERKEERSTOETS

DE GROTE VERKEERSTOETS DE GROTE VERKEERSTOETS Lesfiche 5 e LEERJAAR Dode Hoek Eindtermen Mens en maatschappij Ruimte Verkeer en mobiliteit De leerlingen 4.14 kunnen de gevaarlijke verkeerssituaties in de ruimere schoolomgeving

Nadere informatie

Tijdens de verkeerslessen hebben we met de kinderen gepraat over veilig fietsen.

Tijdens de verkeerslessen hebben we met de kinderen gepraat over veilig fietsen. O Ouderbrief 1 Kopieerblad 1 Beste ouder/verzorger, Tijdens de verkeerslessen hebben we met de kinderen gepraat over veilig fietsen. Bijvoorbeeld: hoe maak je veilig een bocht naar links en naar rechts?

Nadere informatie

FIETSEXAMEN WIJK STENE

FIETSEXAMEN WIJK STENE FIETSEXAMEN WIJK STENE INFOSLIDE (maakt geen deel uit van de route) UITLEG VERSCHIL FIETSOVERSTEEK / FIETSPAD Fietsoversteken: steeds met blokken Nooit voorrang aan een fietsoversteek, dus: *voorrang verlenen

Nadere informatie

Het Fietsexamen. Voorwoord:

Het Fietsexamen. Voorwoord: Het Fietsexamen Voorwoord: Deze beknopte beschrijving is er om gebruikt te worden door leerkrachten, begeleiders, controleurs (examinatoren) tijdens het examen, ouders alsook de leerlingen. Met deze beschrijving

Nadere informatie

GROTE VERKEERSTOETS 2017

GROTE VERKEERSTOETS 2017 GROTE VERKEERSTOETS 2017 1. Beste en slechtst beantwoorde vragen Je stuurt een sms terwijl je aan het fietsen bent. Mag dat? A. Neen. B. Ja, sms'en mag maar telefoneren niet. C. Ja. Correct antwoord: A

Nadere informatie

Een kruispunt. is geen jungle

Een kruispunt. is geen jungle Een kruispunt is geen jungle Bebouwde kommen bevatten allerhande kruispunten waar verschillende types weggebruikers elkaar ontmoeten. Door de drukte en de verscheidenheid van het verkeer is het gevaar

Nadere informatie

Veiligheidsdossier Uitstap te voet

Veiligheidsdossier Uitstap te voet Veiligheidsdossier Uitstap te voet Mauroo Dirk, Preventieadviseur School aan de waterkant 1 Veiligheidsdossier uitstap te voet INFO VOOR DE LEERKRACHT 1. Verplaatsingen te voet "alleen": De leerkracht/begeleider

Nadere informatie

VERKEERSBEGRIPPEN. Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg. verkeersbegrip uitleg

VERKEERSBEGRIPPEN. Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg. verkeersbegrip uitleg VERKEERSBEGRIPPEN Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. bestuurder Je bent bestuurder: - als je fietst - als je paardrijdt of loopt met je paard aan de teugel. voetganger

Nadere informatie

PARCOURS KLEIN FIETSEXAMEN VIJFDE LEERJAAR

PARCOURS KLEIN FIETSEXAMEN VIJFDE LEERJAAR PARCOURS KLEIN FIETSEXAMEN VIJFDE LEERJAAR Vertrekken op de parking van de school. We nemen het fietspad in de Kasteellaan in de richting van de kerk. Goed uitkijken bij het oversteken van de Holstraat.

Nadere informatie

VEILIG OP STAP. Te voet of per fiets, alleen of in groep

VEILIG OP STAP. Te voet of per fiets, alleen of in groep VEILIG OP STAP Te voet of per fiets, alleen of in groep Deze leidraad bevat de voornaamste verkeersregels voor voetgangers en fietsers, alleen of in groep (al dan niet vergezeld van een leider of wegkapitein).

Nadere informatie

VEILIG OP STAP. Te voet of per fiets, alleen of in groep

VEILIG OP STAP. Te voet of per fiets, alleen of in groep VEILIG OP STAP Te voet of per fiets, alleen of in groep Deze leidraad bevat de voornaamste verkeersregels voor voetgangers en fietsers, alleen of in groep (al dan niet vergezeld van een leider of wegkapitein).

Nadere informatie

Veilig of gevaarlijk? Verkeersoefening - 1 ste en 2 de leerjaar lager onderwijs.

Veilig of gevaarlijk? Verkeersoefening - 1 ste en 2 de leerjaar lager onderwijs. Veilig of gevaarlijk? Verkeersoefening - ste en de leerjaar lager onderwijs. 6 Zie je de kinderen op de tekening? Sommigen hebben een bolletje met een cijfer. Zijn ze voorzichtig? Kleur het bolletje groen.

Nadere informatie

Protocol leerlingenvervoer en veiligheid. Samen lopen in een groep

Protocol leerlingenvervoer en veiligheid. Samen lopen in een groep Veel kinderen gaan in Nederland lopend of fietsend naar school. Toch is er een aanzienlijk aantal ouders dat hun kinderen met de auto naar school brengt. Hierdoor ontstaan onveilige situaties, parkeerproblemen

Nadere informatie

Dienst Preventie Stad Turnhout Politie Regio Turnhout

Dienst Preventie Stad Turnhout Politie Regio Turnhout Dienst Preventie Stad Turnhout Politie Regio Turnhout Wat is het fietsexamen? Het fietsexamen is een praktische proef in het centrum van Turnhout. Je moet kunnen aantonen dat je klaar bent om zelfstandig,

Nadere informatie

Verkeersbegrippen. Overzicht van verkeersbegrippen die belangrijk zijn voor kinderen. Fietspad/tweerichtingenfietspad. Bestuurder. Voetganger.

Verkeersbegrippen. Overzicht van verkeersbegrippen die belangrijk zijn voor kinderen. Fietspad/tweerichtingenfietspad. Bestuurder. Voetganger. Verkeersbegrippen Overzicht van verkeersbegrippen die belangrijk zijn voor kinderen. Bestuurder Je bent bestuurder: Als je fietst. Als je paardrijdt of loopt met je paard aan de teugel. Voetganger Je bent

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. In het dorp

Hoofdstuk 1. In het dorp Hoofdstuk 1. In het dorp Vraag 1.1 De fietsers krijgen te maken met auto s die de rotonde op en af willen gaan. Mogen ze voorgaan? Ja Nee Vraag 1.2 Sabine en Simone fietsen samen op één fiets. Wat is waar?

Nadere informatie

doe-fiche fietser Opstappen en wegrijden uw kind politie Bilzen - Hoeselt - Riemst nog niet kiest de dichtsbijzijnde plaats waar de rit kan beginnen.

doe-fiche fietser Opstappen en wegrijden uw kind politie Bilzen - Hoeselt - Riemst nog niet kiest de dichtsbijzijnde plaats waar de rit kan beginnen. Opstappen en wegrijden 7 kiest de dichtsbijzijnde plaats waar de rit kan beginnen. kijkt uit hoe het veilig en zonder het verkeer te hinderen de startplaats kan bereiken. stapt met de fiets aan de hand

Nadere informatie

OP UITSTAP MET DE FIETS

OP UITSTAP MET DE FIETS Fietsen in groep OP UITSTAP MET DE FIETS OP UITSTAP MET DE FIETS Fietsen is een gezonde en goedkope manier om met leerlingen op uitstap te gaan. Als je rekening houdt met onderstaande aandachtspunten dan

Nadere informatie

Verkeerseducatie op maat van elke doelgroep. Congres Verkeer op School 28 januari 2016

Verkeerseducatie op maat van elke doelgroep. Congres Verkeer op School 28 januari 2016 Verkeerseducatie op maat van elke doelgroep Congres Verkeer op School 28 januari 2016 1 Op het programma Situering 10op10-project Praktijklessen verkeer op maat van je leerling Belang van een leerlijn

Nadere informatie

*** L E G E N D E. Moeilijkheidsgraad van het knooppunt: * niet echt moeilijk ** opletten geblazen *** ogen en oren wijd open!

*** L E G E N D E. Moeilijkheidsgraad van het knooppunt: * niet echt moeilijk ** opletten geblazen *** ogen en oren wijd open! L E G E N D E *** Moeilijkheidsgraad van het knooppunt: * niet echt moeilijk ** opletten geblazen *** ogen en oren wijd open! Kijk naar, maak oogcontact met Linkerarm uitsteken Rechterarm uitsteken Fietstraject

Nadere informatie

Lesfiche: dode hoek BASISONDERWIJS. Doelgroep. Eindtermen (ET) Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie

Lesfiche: dode hoek BASISONDERWIJS. Doelgroep. Eindtermen (ET) Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS Lesfiche: dode hoek Doelgroep Derde graad lager onderwijs Eindtermen (ET) Wereldoriëntatie, domein Ruimte Verkeer en mobiliteit ET 6.1 Lichamelijke

Nadere informatie

verkeersregels voor kinderen

verkeersregels voor kinderen verkeersregels voor kinderen afspraken voor stappers te voet bron: www.verkeervpi.be Als er een begaanbare stoep (trottoir) is, gebruik die dan. Is er geen (begaanbare) stoep, verhoogde of gelijkgrondse

Nadere informatie

Kaartspel verkeerstekens voor fietsers en voetgangers

Kaartspel verkeerstekens voor fietsers en voetgangers Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie SECUNDAIR ONDERWIJS Kaartspel verkeerstekens voor fietsers en voetgangers Doelgroep Alle graden van het secundair onderwijs VOET Context: 1.13 Lesthema Veilig

Nadere informatie

Vragen en antwoorden theorie verkeersregels en verkeerstekens - Deel 1

Vragen en antwoorden theorie verkeersregels en verkeerstekens - Deel 1 Theorie Verkeersregels Deel 1 Vragen en antwoorden theorie verkeersregels en verkeerstekens - Deel 1 (wordt je aangeboden door Autorij-instructie.nl) Onderstaand vind je -in totaal 30- afbeeldingen over

Nadere informatie

Fiets wijzer. examen. Dienst Preventie Stad Turnhout Politie Regio Turnhout FIETSWIJZER / FIETSEXAMEN

Fiets wijzer. examen. Dienst Preventie Stad Turnhout Politie Regio Turnhout FIETSWIJZER / FIETSEXAMEN Fiets wijzer examen Dienst Preventie Stad Turnhout Politie Regio Turnhout 1 Ik ken de betekenis van deze verkeersborden: voorkennis 2 Ik ken de betekenis van deze verkeersborden: voorkennis 3 Ik kan uitleggen

Nadere informatie

FIETSEXAMEN OOSTENDE

FIETSEXAMEN OOSTENDE FIETSEXAMEN OOSTENDE VERTREKPUNT ROUTE Sportpark De Schorre CP28 SPORTPARKLAAN PARKING MR V STARTPUNt à OPGEPAST: het examen start vanaf het vertrekpunt! Dus uitkijken vooraleer je vertrekt! Kan ik veilig

Nadere informatie

1. Stop 2. Oversteken (of doorrijden) in de richting van de armen 3. Afslaan naar rechts. Signalen agent

1. Stop 2. Oversteken (of doorrijden) in de richting van de armen 3. Afslaan naar rechts. Signalen agent In het verkeer In het verkeer 2 4 6 1 3 5 De straat is een openbare plaats. Dat betekent dat ze van iedereen is. Ook jij loopt, fietst of speelt wel eens op straat. Toch mag je er niet zomaar doen wat

Nadere informatie

NEUZEN CURIEUZE WERKBOEK CURIEUZENEUZEN 5 WERKBOEK

NEUZEN CURIEUZE WERKBOEK CURIEUZENEUZEN 5 WERKBOEK CURIEUZE NEUZEN WERKBOEK CURIEUZENEUZEN 5 WERKBOEK 5 Pascal Bruynooghe Els Gallin Jozefien Loman Harry Peersmans Frank Roels Peggy Roumans Peter Vanbedts ISBN 978-90-301-4450-2 CUNE50W cover.indd 1 5/31/16

Nadere informatie

De Verkeersbril. lespakket voor groep 1, 2 en 3 van het basisonderwijs

De Verkeersbril. lespakket voor groep 1, 2 en 3 van het basisonderwijs De Verkeersbril lespakket voor groep 1, 2 en 3 van het basisonderwijs Ontwikkeling: Regio-coördinatie Verkeerseducatie Drenthe Jaar van uitgave: 2011 Auteurs: Marja Derksen, Karin Pasjes en Geralda Vrieling

Nadere informatie

De verkeersborden voor kinderen

De verkeersborden voor kinderen De verkeersborden voor kinderen Veel kinderen verplaatsen zich vanaf de leeftijd van 10 à 11 jaar alleen en onafhankelijk als voetganger en fietser. Vanaf dat moment is het dus belangrijk dat zij de verkeerstekens

Nadere informatie

Verkeerswetgeving fietsers

Verkeerswetgeving fietsers Verkeerswetgeving (Koninklijk besluit 1 december 1975) INDIVIDUELE FIETSERS of GROEPEN van MINDER DAN 15 FIETSERS Een verplicht fietspad wordt aangegeven met bord G11. Fietsers en snor MOETEN hier gebruik

Nadere informatie

Lokale Politie LAN. Foutparkeren. Je doet er toch niet aan mee? Veiligheid? Samen zorgen we daarvoor!

Lokale Politie LAN. Foutparkeren. Je doet er toch niet aan mee? Veiligheid? Samen zorgen we daarvoor! Lokale Politie LAN Foutparkeren Je doet er toch niet aan mee? Veiligheid? Samen zorgen we daarvoor! beste inwoner Stilstaan en parkeren Het gevaar en de hinder die veroorzaakt worden door foutparkeerders

Nadere informatie

Bromfiets SECUNDAIR ONDERWIJS. Doelgroep. VOET'en. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie. Leerlingen van de tweede en de derde graad

Bromfiets SECUNDAIR ONDERWIJS. Doelgroep. VOET'en. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie. Leerlingen van de tweede en de derde graad Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie SECUNDAIR ONDERWIJS Bromfiets Doelgroep Leerlingen van de tweede en de derde graad VOET'en Gemeenschappelijke stam : 12, 13 Context 1 : 13, 14 Lesthema Vanaf 16

Nadere informatie

Actieplan: Voorrang 2 Oversteekplaats voor voetgangers / fietsers

Actieplan: Voorrang 2 Oversteekplaats voor voetgangers / fietsers ZVP 2014 2017 - Veiligheid en leefbaarheid Verkeer Storende interacties zone 30 Preventie Voorrang 2 Actieplan: Voorrang 2 Oversteekplaats voor voetgangers / fietsers HCP Koen Wouters - HINP Jo Daniels

Nadere informatie

VOORWOORD. Beste fietser,

VOORWOORD. Beste fietser, n- VOORWOORD Beste fietser, Fietsen is gezond, maar dat wist je al. Fietsen is goed voor het milieu, maar daar moeten we je ook niet meer van overtuigen. Veilig fietsen. Het klinkt evident, maar we merken

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Buiten de bebouwde kom

Hoofdstuk 1. Buiten de bebouwde kom Hoofdstuk 1. Buiten de bebouwde kom Vraag 1.1 Wie mag of mogen hier voorgaan? De voetgangers. De fietser. Vraag 1.2 Mark en Rick lopen op de rijbaan, want er is hier geen voetpad. Welke zin is waar? Mark

Nadere informatie

Welkom 23/10/2014. Open WiFi netwerk: t Godshuis

Welkom 23/10/2014. Open WiFi netwerk: t Godshuis Welkom 23/10/2014 Open WiFi netwerk: t Godshuis Filip Van Alboom Test uw kennis van de wegcode Commercieel vantwoordelijke VAB Rijschool A. Ik heb voorrang B. Ik moet voorrang verlenen De bus verlaat de

Nadere informatie

Tip: oefen het examen op http://www.veiligverkeernederland.nl/examen beschikbaar vanaf 7 maart

Tip: oefen het examen op http://www.veiligverkeernederland.nl/examen beschikbaar vanaf 7 maart Tip: oefen het examen op http://www.veiligverkeernederland.nl/examen beschikbaar vanaf 7 maart Enkele belangrijke pas op. Borden Pas op een gevaarlijk kruispunt Pas op er kunnen tegemoet komers zijn Pas

Nadere informatie

Stappen en fietsen met de klas. Organisatie Aansprakelijkheid

Stappen en fietsen met de klas. Organisatie Aansprakelijkheid Stappen en fietsen met de klas. Organisatie Aansprakelijkheid Voorwaarden voor veilig fietsen en stappen: 1. kennis van en respect voor de wegcode 2. goede afspraken en voldoende vaardigheden bij alle

Nadere informatie

PARCOURS KLEIN FIETSEXAMEN VIJFDE LEERJAAR

PARCOURS KLEIN FIETSEXAMEN VIJFDE LEERJAAR PARCOURS KLEIN FIETSEXAMEN VIJFDE LEERJAAR Vertrekken op de parking van de school. We nemen het fietspad in de Kasteellaan in de richting van de kerk. Goed uitkijken bij het oversteken van de Holstraat.

Nadere informatie

Deze brochure frist je kennis op van deze op het eerste gezicht vanzelfsprekende, maar o zo noodzakelijke regels. Een kruispunt is immers geen jungle!

Deze brochure frist je kennis op van deze op het eerste gezicht vanzelfsprekende, maar o zo noodzakelijke regels. Een kruispunt is immers geen jungle! Een k is geeruispunt n jung le Bebouwde kommen bevatten allerhande kruispunten waar verschillende types weggebruikers elkaar ontmoeten. Door de drukte en de verscheidenheid van het verkeer is het gevaar

Nadere informatie

CURRICULUM PRAKTIJKOPLEIDING CATEGORIE B

CURRICULUM PRAKTIJKOPLEIDING CATEGORIE B CURRICULUM PRAKTIJKOPLEIDING CATEGORIE B INLEIDING Het Curriculum Praktijkopleiding Categorie B bundelt de essentiële kennis, vaardigheden en gedragsaspecten die een leerling tijdens de praktijkopleiding

Nadere informatie

12 STILSTAAN EN PARKEREN

12 STILSTAAN EN PARKEREN 12 STILSTAAN EN PARKEREN 12.1 Algemene regels 77 Waar moet het voertuig worden opgesteld? De rijbaan is bedoeld voor het rijdende verkeer. Daarom moet je zoveel mogelijk buiten de rijbaan stilstaan of

Nadere informatie