Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 t/m 11

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 t/m 11"

Transcriptie

1 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 t/m 11 Samenvatting door een scholier 4501 woorden 24 maart ,4 27 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk 7 Erfelijkheid Paragraaf 1: Je bent uniek De genetica onderzoekt hoe eigenschappen vastliggen en overerven. Er is een enorme verscheidenheid aan mensen, dit komt omdat de mens zich geslachtelijk voortplant. Door variatie bij meiose I is de kans erg klein dat een man via twee verschillende zaadcellen precies dezelfde genencombinatie doorgeeft. Bij vrouwen is deze kans bijna 0. Het herverdelen van van erfelijke eigenschappen heet recombinatie. Nog twee oorzaken van variatie: tijdens profase I, wanneer de homologe chromosomen dicht tegen elkaar aanliggen, kunnen chromatiden van homologe chromosomen elkaar kruisen, dit leidt tot breuk en verwisseling van chromatiden: crossingover. Het resultaat is twee chromosomen die samengesteld zijn uit delen van beide homologe chromosomen. De tweede oorzaak van variatie zijn mutaties in het DNA. Meer dan 95% van de genen van ieder mens is gelijk, daardoor behoren alle mensen tot de soort: Homo sapiens. Paragraaf 2: Wat je chromosomen vertellen Chromosomen zijn zichtbaar in een karyogram. De chromosomen van een cel zijn op een karyogram te zien tijdens de metafase van de mitose. Het laatste paar chromosomen uit het karyogram bevat de info voor de geslachtsbepaling, dat zijn de geslachtschromosomen, de andere chromosomen zijn autosomen. Als de geslchr gelijk zijn van grootte en vorm, X-chromosomen, dan is het een vrouw. Als het een man is, zijn de geslchr verschillend, een X- en een Y-chromosoom. Dus vrouw: XX, man: XY. In de lichaamscellen van vrouwen blijft een van de twee X- chromosomen gespiraliseerd, ze zijn daardoor ook niet zichtbaar in niet-delende cellen. Dit X-chromosoom wordt ook lichaampje van Barr genoemd. In 1990 is op het Y-chromosoom het SRY-gen (seksdeterminating region Y) ontdekt. Het SRY-gen activeert of remt een hele serie andere genen. Het bepaalt dat een embryo omstreeks de achtste week zaadballen Pagina 1 van 12

2 ontwikkelt en zorgt dus dat het embryo een jongen wordt.l wanneer het SRY-gen ontbreekt of door een mutatie onwerkzaam is, zal het tot een meisje ontwikkelen, ondanks een mannelijke chromosomen combinatie. Wanneer bij een van de 23 chromosomenparen een chromosoom ontbreekt, is er monosomie. Monosomie leidt bijna altijd tot een miskraam. Als er een extra chromosoom is, is het trisomie. Beide afwijkingen zijn het gevolg van een fout tijdens de meiose. De chromosomenparen of chromatiden gaan tijdens de meiose niet uiteen (non-disjunctie). Kinderen met een extra chromosoom 21 in elke lichaamscel, hebben het syndroom van Down. Kinderen met het Down-syndroom ontwikkelen zich langzamer en hebben een geestelijke handicap. Paragraaf 3: Een mens is meer dan genen Waarneembare eigenschappen: fenotype, de genen die de erfelijke informatie voor deze eigenschappen bevatten vormen het genotype. Fenotype hangt niet alleen van je genotype af. Fenotype is het gevolg van een samenspel van je genotype en invloeden van buitenaf: het milieu. Fenotype bij geboorte is aangeboren. Maar al tijdens zwangerschap heeft het milieu invloed op het kind. Genotype + milieu = fenotype. Een aangeboren eigenschap hoeft niet erfelijk te zijn. Nature: genen, nurture: milieu en opvoeding. Paragraaf 4: Je genen geef je door Allelen, dominant, recessief. Homozygoot: TT of tt, heterozygoot: Tt Voor een dominant overervende eigenschap kun je homozygoot of heterozygoot zijn. Een heterozygoot is drager van de recessieve eigenschap; het fenotype wordt bepaald door het dominante allel. Kleurenblindheid en hemofilie zijn X-chomosomaal overervende aandoeningen. Mendel voerde kruisingsexperimenten uit. Ouderplanten:P-generatie, nakomelingen:f1-generatie, daar de nakomelingen van: F2. Uit deze experimenten leidde Mendel de volgende wetmatigheden af: Bij kruising van een homozygoot dominante en een homozygoot recessieve ouderplant: - hebben alle F1-planten het dominante fenotype - heeft 75% van de F2-planten het dominante fenotype en 25% het recessieve fenotype. Intermediair fenotype: tussenvorm, bv donker haar en blond haar: lichtbruin haar, beide allelen op fenotype zijn even sterk. Bij de overerving van bloedgroepen is sprake van co-dominantie. Er is sprake van meer dan een dominant allel voor deze eigenschap. Wanneer je het allel voor bloedgroep A en het allel voor bloedgroep B bezit, dat heb je bloedgroep AB. Paragraaf 5: Als genen afwijken Pagina 2 van 12

3 Prenatale diagnostiek. Vlokkentest: uit vlokken uit de placenta, embryo ong. 10 weken Vruchtwaterpunctie: cellen uit vruchtwater: 16 weken. Navelstrengpunctie: bloed van embryo, 19 weken. Echoscopie Erfelijkheidsonderzoek wordt uitgevoerd om de kans op een ernstige erfelijke afwijking te kunnen bereken. Het doel van prenatale diagnostiek is het opsporen van eventuele afwijkingen bij een embyo of foetus. Hoofdstuk 8 Werken met genen Paragraaf 1: Melk, melk en nog eens melk Wanneer fokken als doel; heeft een ras te verbeteren, is er sprake van veredelen. De mens selecteert steeds de beste ouderdieren. Een goede combinatie van erfelijke eigenschappen komt pas optimaal tot uiting onder gunstige omstandigheden. Paragraaf 2: Mientje en Adelheid Een kruising waarbij je op twee genen tegelijk let heet een dihybride kruising. Een kruisingschema van een dihybride kruising is net zo opgebouwd als van een monohybride kruising: dambord schema. Kruisingen tussen verwante individuen leiden tot inteelt. De kans dat in de nakomelingen eigenschappen te voorschijn komen die horen bij recessieve allelen is groter dan bij kruisingen tussen niet verwante individuen. Paragraaf 3: Runderen uit glas Superovulatie: hormonen toedienen waardoor 10 tot 20 eicellen tegelijk rijpen en vrijkomen. Sperma toevoegen en kunstmatige inseminatie (KI). Embryotransplantatie: embryo s worden ingebracht in draagkoe. Klonen is ongeslachtelijke voortplanting. Voor klonen van een volwassen dier: kerntransplantatie. Maar klonen is het gemakkelijkst vanuit het embryonale stadium. Paragraaf 4: Runderen met een menselijk trekje Transgene organismen ontstaan door de recombinant-dna techniek. Bij de recombinanttechnieken wordt een stukje DNA (of RNA) met de informatie voor een gewenste eigenschap in het DNA van een ander organisme ingebouwd. Hierbij ontstaat een transgeen individu. Transgene dieren maken door: Pagina 3 van 12

4 - micro-injectie. Vreemd DNA in een bevruchte eicel implanteren. Je weet alleen niet waar de genen terechtkomen. - Infectie met retrovirussen. Een stukje vreemd erfelijk materiaal in het RNA van het retrovirus in gastheercel bouwen. - Embryocellen. Ongedetermineerde cellen in petrischaaltje kweken en genetisch modificeren. Vervolgens weer in brengen bij embryo dat aan begin vd ontwikkeling staat. DNA combineren door celfusie. Alle eigenschappen worden dan gecombineerd. Paragraaf 5: Biotechnologie ter discussie Ethische vragen en aspecten spelen een rol waar het gaat om biotechnologische technieken. Vragen over veiligheid en welzijn voor mens, dier en milieu spelen een rol bij de beoordeling van onderzoek en toepassingen van moderne biotechnologische technieken. Hoofdstuk 9 Afweer Paragraaf 1: Ziekteverwekkers: geen toegang Ziekte (verschijnselen) door: - Bacteriën, die giftige stoffen produceren - Virussen, die vermeerderen in gastheercellen, dit betekent het einde van de gastheercellen. - Schimmels, infecteren meestal de huid of de luchtwegen. - Andere micro-organismen, zoals malaria. Ziekteverwekkers en lichaamsvreemde stoffen worden tegengehouden door de dekweefsels van de huid, longen en darmen. Dekweefsels vormen de grens tussen inwendige en uitwendige milieu. Reflexen als hoesten, niezen, en braken helpen indringers te verwijderen. Huid: - Opperhuid - Kiemlaag = onderste laag vd opperhuid, deze delen constant, daardoor groeit de huid - Opperhuid produceert het vettige hoornstof - Hoornlaag bestaat uit dode versleten opperhuidcellen. UV-straling is schadelijk voor de huid. Maar huid herstelt dat, zoniet: huidkanker. UV kan niet doordringen tot de kiemlaag. Andere vorm van bescherming is de vorming van pigmentkorrels door melanocyten. Als er veel zon is, worden deze cellen bruin. In luchtwegen en darmen: slijmvlies dat voor bescherming zorgt. Stof wordt bij inademen in het slijm opgevangen en door trilharen afgevoerd naar keelharen. Het slijm bevat bacteriedodende stoffen. Pagina 4 van 12

5 Paragraaf 2: Indringers opruimen Je afweersysteem zorgt ervoor dat indringers worden uitgeschakeld. Afweerreacties gaan samen met veranderingen in het lichaam. Witte bloedcellen zijn directe verdedigers, ze kunnen lichaamsvreemde cellen en stoffen onderscheiden en kunnen deze doden of onschadelijk maken. De verschillende witte bloedcellen hebben elk een eigen taak en vormen een goed team. Boodschapstoffen als interferon zorgen voor communicatie en samenwerking tussen de cellen. Overal in lichaam zijn afweercellen, ze verspreiden zich via bloed- en lymfevaten. Vooral veel in lymfeklieren en in milt. Geen centraal orgaan. Witte bloedcellen ontstaan in het rode beenmerg uit stamcellen, bij jonge kinderen gebeurt dat in de mergholtes van pijpbeenderen en na puberteit voornamelijk in platte beenderen vd schedel, ribben, borstbeen en bekken. Uit de stamcellen ontwikkelen zich twee groepen witte bloedcellen: - verschillende typen fagocyten - twee typen lymfocyten: - - B-lymfocyten, ontwikkelen zich verder in beenmerg - - T-lymfocyten ontwikkelen zich in de thymus, een klier achter het borstbeen celmembraan van elke cel bevat herkenningseiwitten: antigenen. Aan de antigenen kan goed/slecht herkend worden. Elk individu heeft eigen antigeencombinatie. Elke lymfocyt is gespecialiseerd in het herkennen van 1 bepaald type antigeen. Lymfocyten die reageren op lichaamseigen antigenen worden in de thymus of het beenmerg uit de roulatie genomen. Ruim 95% vd lymfocyten zijn ongebruikt en gaan dood. Wanneer een ziekteverwekker voor het eerst het lichaam binnendringt zijn de lymfocyten die kunnen reageren nog niet geactiveerd. De ziekteverwekker kan zich snel vermeerderen en je wordt ziek. Bij bestrijding vd ziekteverwekker worden geheugencellen gevormd, die bewaren de info over de ziekteverwekker. Als de ziekteverwekker terugkomt wordt deze snel herkend en effectief opgeruimd door lymfocyten, je bent dan immuun. Wanneer de witte bloedcellen een ziekteverwekker opmerken, slaan ze alarm, dit gebeurt via rechtstreeks contact en via signaalstoffen: cytokinen. Er zijn ongeveer 70 verschillende cytokinen. Sommige activeren in het beenmerg de deling en rijping van witte bloedcellen. Andere regelen de activering van B- lymfocyten. Paragraaf 3: Witte bloedcellen aan het werk Wanneer je een wondje of snee hebt, ontsteekt die plek, zwelt op, wordt rood en pijnlijk. Fagocyten kruipen door de bloedvatwand en binden de strijd aan met bacteriën. Ze omsluiten de bacteriën met schijnvoetjes, slokken ze via fagocytose op en breken ze af. Dit betekent vaak ook het einde van de fagocyten. Samen met dode weefselcellen blijven ze in de wond achter als een laagje pus. Omdat fagocyten niet in staat zijn onderscheid te maken tussen de verschillende soorten indringers, horen ze tot de algemene afweer. De algemene afweer biedt meestal onvoldoende bescherming tegen bacteriën en virussen. Die kunnen zich zo snel vermeerderen dat dit kan leiden tot een infectieziekte. Gelukkig heeft Pagina 5 van 12

6 je lichaam ook specialisten van de specifieke afweer: de T- en B-lymfocyten. Lymfocyten worden geactiveerd door bepaalde typen fagocyten: macrofagen. Cellen en dus ook macrofagen plaatsen voortdurend resten van eiwitten op het celmembraan. Op die manier komen ook stukjes verteerd bacterie eiwit op het membraan van een macrofaag terecht. Tussen die stukjes bevinden zich de specifieke bacterie-antigenen. De macrofaag met de bacterie-antigenen op zijn buitenkant zoekt contact met lymfocyten. De antigeenresten vormen daarbij een alarmsignaal voor de lymfocyten. Lymfocyten zijn onderdeel van de specifieke afweer omdat ze alleen werken tegen het antigeen waarmee de macrofaag alarm slaat. De macrofaag zoekt een T-lymfocyt die op zijn celmembraan een T-receptor heeft die pas op zijn eigen unieke combinatie aan receptoren, waarvan miljoenen varianten bestaan. De door de macrofaag geactiveerde T-lymfocyt gaat delen. Een deel blijft inactief aanwezig als T- geheugencellen. De meeste nakomelingen differentiëren zich tot T-helpercellen, die chemisch signalen afgeven: cytokinen. Intussen is ook een geschikte B-lymfocyt geactiveerd. Gestimuleerd door de cytokinen van de T-helpercellen gaat de B-lymfocyt delen. Er ontstaat een kloon van B-lymfocyten. Een klein deel vd celkloon blijft inactief: B-geheugencellen. Het grootste deel differentieert tot plasmacellen. Plasmacellen hebben een groot ER. Het zijn echte chemisch fabrieken die allemaal dezelfde antistof maken. Antistoffen of immunoglobulinen (Ig) zijn eiwitmoleculen die op 1 bepaald antigen reageren. Antistoffen reageren dus specifiek. Enkele dagen na een infectie bevatten je bloed en lymfe grote hoeveelheden van de antistoffen tegen de ziekteverwekker. Virussen besmetten een lichaamscel met hun DNA of RNA waarna die cel dat erfelijk virusmateriaal gaat bijmaken. De cel verpakt het virusmateriaal in een eiwitmantel waarna het celmembraan openscheurt. De antistoffen die je lichaam maakt kunnen hun werk niet doen zolang het virus binnen het beschermende membraan ven een lichaamscel zit. Toch moeten de insluipers snel opgespoord worden. Daartoe activeren T-helpercellen bepaalde T-lymfocyten die dan differentiëren tot cytotoxische T-lymfocyten. Deze cytotoxische T-lymfocyten speuren het hele lichaam af naar lichaamscellen die met het virus zijn besmet. Ze herkennen een geïnfecteerde cel aan stukjes virusantigeen die door de cel op het membraan zijn geplaatst. Bij zo n cel geven zij eiwitten af die het celmembraan van die lichaamscel stuk maken. Dat is het einde van de lichaamscel, maar ook van de virussen. Cytotoxische T-lymfocyten zijn ook actief bij het opruimen van sommige herkenbare typen kankercellen. Ze vallen ook cellen aan van een getransplanteerd orgaan. Paragraaf 4: Nooit meer ziek worden? Baby s: vaccinatieprogramma s Vaccinatie: vaccin met onschadelijk gemaakte ziekteverwekkers wordt ingespoten. Soms alleen de antigenen. Je afweersysteem reageert op de antigenen. De geheugencellen die daarbij ontstaan, zorgen dat je immuun wordt. Omdat de antigenen uit het vaccin je afweersysteem activeren, wordt dit actieve kunstmatig immunisatie genoemd. Natuurlijke immunisatie treedt op wanneer je besmet wordt met de mazelen. Passieve kunstmatige immunisatie: bv tetanusprik, antiserum. Het afweersysteem wordt niet geactiveerd. Pagina 6 van 12

7 Natuurlijke passieve immunisatie: antistoffen via moedermelk of via placenta. Monoklonale antistoffen bestaan uit identieke antistoffen die in laboratoria gemaakt worden. Ze worden gemaakt door een celkloon van hybridoma s. een hybridoma ontstaat door samensmelting van een B- lymfocyt en een kankercel. De B-lymfocyt zorgt voor de informatie om de juiste antistoffen te maken, de kankerel levert het vermogen grote aantallen cellen te maken. Antibiotica zijn afkomstig van schimmels, ze remmen de celdeling van bacteriën, virussen reageren niet op antibiotica. Als het te vaak gebruikt wordt: resistentie. Bij een allergie reageert je lichaam onnodig of te heftig op een bepaalde stof, een allergeen. Allergenen:bv huisstofmuit, graspollen, huidschilfers ve kat. Bij een allergische reactie zijn mestcellen betrokken, deze witte bloedcellen bevinden zich vooral in je slijmvliezen en bevatten oa histamine. Dit werkt in op cellen van bloedvaten en spieren. Hierdoor zwellen slijmvliezen op en ontstaat een ontstekingsreactie. Een allergie als hooikoorts bestaat uit twee stappen. Auto-immuunziekten: als het afweersysteem zich tegen eigen lichaamscellen keert. Als je afweersysteem niet of te weinig in actie komt: immuundeficiëntie. Voorbeeld: AIDS. Paragraaf 5: Verder met een nieuwe nier Bij transplantaties worden de nieuwe organen soms niet herkend en dus afgestoten. De antigenen van de cellen zijn erfelijk bepaald. Bij transplantaties spelen vooral de antigenen van het HLA-systeem (Human Leucocyte Antigen-systeem) een rol. Deze antigenen zijn voor het eerst aangetoond op witte bloedcellen. Ieder mens heeft zijn eigen unieke combinatie van HLA-antigenen. Als transplantatie gewenst is, wordt het HLA-systeem bepaald en in de computer van Eurotransplant in Leiden gestopt. Dit gebeurt ook met de beschikbare donororganen. de best passende donor wordt dan gezocht. HLA-combinaties komen niet altijd compleet overeen, dan medicijnen om afstoting te voorkomen. Bloed van verschillende mensen klontert soms samen (agglutineert). De oorzaak hiervan ligt in de antigenen van het ABO-stelsel, een van de meer dan honderd verschillende antigeensystemen op de rode bloedcellen. Er zijn twee verschillende typen antigenen in het ABO-stelsel, A en B. Vier combinaties. Wanneer je bloedgroep A hebt, maakt je afweersysteem dus antistof anti-b. Je bloedgroep is erfelijk vastgelegd. Het ABO-stelsel wordt geregeld door een gen met drie allelen, het A-allel (IA), het B-allel (IB) en het O-allel (i). Bij bloedtransfusie worden bloedcellen en plasmafactoren apart toegediend. Voor de transfusie eerst een kruisproef om te kijken of er geen klontering is. Resuspositief: als er een resusantigeen op het membraan van de rode bloedcellen zit. Mensen die dat niet hebben zijn resusnegatief. Hoofdstuk 10 Regeling Pagina 7 van 12

8 Paragraaf 1: Waarnemen en bijstellen Een regelkring is een beschrijving van een opeenvolgende gebeurtenissen zonder begin- of eindpunt. Een regelkring laat zien hoe een regeling precies verloopt. Norm: de gewenste waarde. Zintuigen zijn receptoren voor de regelkring, nemen dingen waar. De effectoren zorgen dat je je aan de norm houdt (bv armspieren als je rechtdoor wilt fietsen).elke afwijking van de norm beantwoord je met een tegengestelde beweging? dat is negatieve terugkoppeling. Vallen is bv een prikkel dat wordt omgezet in impulsen. In de hersenen wordt deze informatie van de receptoren vergeleken met de norm. Dan wordt beslist welke spieren in actie komen. Paragraaf 2: Tussen snikheet en ijskoud Schiltemperatuur: temperatuur in de buitenkant van het lichaam is afhankelijk van omgevingstemperatuur en is meestal lager dan 37C. Kerntemperatuur: temp binnenin het lichaam, 37C. Hoofd en romp. Bij inspanning neemt de stofwisseling in je spiercellen toe. Daardoor meer ATP voor bewegen van je spieren en meer restwarmte. In rust bij kamertemp is 18% van je lichaamswarmte afkomstig van spieren. Bij lichamelijke inspanning neemt de warmteproductie van je skeletspieren toe met factor 20. als daar niets aan gedaan werd, zou je temp 42C worden. Maar bloedvaten in de huid verwijden, daardoor meer warmte naar buitenkant van lichaam. Schiltemp stijgt, kerntemp daalt. Huid wordt roder, uitstraling van warmte. Het grotere verschil in temp tussen huid en omgeving leidt ook tot een toename van geleiding van warmte van huid naar omgeving. Je verliest meer warmte door stroming, door je huid opgewarmde lucht stijgt op waardoor onderaan koude lucht wordt opgezogen. Ook meer zweten, daardoor meer verdampingswarmte, je bloed koelt af. Lichaamstemp wordt geregeld door regelsysteem met negatieve terugkoppeling. Samenwerking tussen regelkring schiltemp en kerntemp. Voor schiltemp receptor in huid, voor kerntemp in hypothalamus? meet bloedtemp. Ook andere onderdelen van de kerntempregelkring in hypothalamus: norm en set point (verwerkingseenheid). In verwerkingseenheid word receptorinfo vergeleken met norm. Wanneer afwijking? impuls naar effectoren om te corrigeren. Voor schiltemp geen vaste norm. Ook regeling is minder bekend. Er zijn wel meer en hogere hersencentra bij betrokken. Twee effectoren van kerntempregeling zijn zweetklieren en bloedvaatjes in huid. Deze ook deel van schiltempregeling. De spieractiviteit van je hele lichaam is ook een effector voor beide regelkringen. Paragraaf 3: Kritieke temperaturen Koorts is een reactie van het lichaam op een infectie. Door een hogere lichaamstemp wordt de productie en afgifte van afweerstoffen gestimuleerd. De infectie kan sneller en beter bestreden worden. De oorzaak van koorts is een tijdelijke verschuiving van de norm van de kerntemp. Die verschuiving vindt plaats onder Pagina 8 van 12

9 invloed van een cytokine van witte bloedcellen die bij ontstekingen in je lichaam wordt geproduceerd. Onderkoeling ontstaat als de warmteproductie van je lichaam de warmte-afgifte niet kan bijbenen. De uitwerking van onderkoeling is een sluipend proces. Bij verhitting of koorts reageert het lichaam effectiever dan bij onderkoeling. Bij een te hoge temp is de warmte-afgifte door bloedvatverwijding in de huid en extra transpiratie zeer doeltreffend. Bij een te lage temp wordt eerst de warmte-gifte beperkt; dat gebeurt door bloedvat vernauwing en stoppen van transpiratie. De warmteproductie neemt toe door onwillekeurige spierbewegingen. Je gaat rillen en klappertanden. Als schiltemp te laag wordt, neemt doorbloeding weer toe, om beschadiging door te sterke afkoeling te voorkomen. Dit merk je onder normale omstandigheden aan het weer rood worden van handen en gezicht bij langdurig verblijf in de kou. Paragraaf 4: Cellen in bad Lichaam = 60% water. Ruim de helft van dat water zit in cellen. Rest is verdeeld over drie met elkaar verbonden ruimten in het lichaam: bloedvaatstelsel, lymfevaatstelsel en de intercellulaire ruimten. Bloedsomloop grootste ruimte en snelste transport. 5 liter bloed, waarvan 2.2 liter bloedcellen en 2.8 bloedplasma. Hart pomp bloed in grote slagaders. Slagaders naar kleine, gespierde slagadertjes, die voeren bloed naar organen. Met behulp van spiertjes in de wand wordt de diameter van de slagadertjes geregeld en daarmee de bloedtoevoer naar organen. Binnen de organen vertakken de bloedvaten tot een netwerk van zeer dunne, poreuze bloedvaatjes: haarvaten. Dankzij bloeddruk aan begin stroomt uit haarvaten weefselvloeistof (bloedplasma-extract) de weefsels in. Deel daarvan wordt weer opgenomen aan eind van haarvaten. Wat overblijft stroomt weefsels in. Per dag wordt ongeveer 2 liter weefselvloeistof (lymfe) via lymfevaatstelsel teruggevoerd naar bloedsomloop in de ondersleutelbeenaders. In totaal stroomt per dag ongeveer 9 liter weefselvloeistof door miljarden kleine ruimten tussen de cellen richting haarvaten of lymfevaten. De eigenschappen en de samenstelling van die weefselvloeistof vormen de direct omgeving van je lichaamscellen, daardoor is weefselvloeistof onderdeel van interne milieu van lichaam. Heel klein deel van cellen staat in direct contact met bloed. Bijna alle lichaamscellen wisselen stoffen uit met weefselvloeistof. Zweet is voornamelijk water en opgeloste zouten. Nieren regelen de concentratie van de verschillende zouten in plasma en ook de zoutconcentratie van weefselvloeistof. Verlies aan water en zout kun je compenseren door minder urine te maken en minder zouten uit te scheiden. Daardoor veel extra afvalstoffen? ph, weefselvloeistof en bloedplasma daalt. De nieren kunnen dit afremmen door afvalstoffen uit te scheiden, maar dan moeten ze wel genoeg water hebben. Ook longen, lever, maagdarmkanaal zijn betrokken bij bewaken van kwaliteit van interne milieu. In de longen wordt O2 opgenomen en CO2 verwijderd met water en warmte. Lever recyclet afvalstoffen en haalt gifstoffen uit het bloed. In darmkanaal wordt vast en vloeibaar voedsel bewerkt tot een voor bloed geschikte vorm. Ongeschikte stoffen worden vastgehouden en uitgescheiden als ontlasting. Er zijn regelkringen voor samenstelling van interne milieu. De normen en verwerkingseenheden liggen in hypothalamus. Hormonen (boodschapperstoffen) communiceren. Elk hormoon is een bericht dat alleen begrepen wordt door cellen met een celmembraanreceptor waarop dat hormoon past. Hormoonklieren bestuurd uit hypothalamus. Pagina 9 van 12

10 Paragraaf 5: Leven is regelen. Organismen handhaven een constante samenstelling van een constant intern milieu temidden van allerlei wisselende invloeden van buitenaf en van binnenin. Homeostase is het eindresultaat van een groot aantal regelkringen met een norm en negatieve terugkoppeling. Daardoor variëren samenstelling en eigenschappen van het interne milieu binnen nauwe grenzen, het interne milieu is niet constant maar stabiel. Homeostase is de basis voor gezondheid. Hoe beter je daar rekening mee houdt, des te groter is de kans dat je gezond blijft. Hoofdstuk 11 Regeling door hormonen Paragraaf 1: De centrale hormoonklier Spiergroei draait om de groei van eiwitten; daarbij spelen drie hormonen een belangrijke rol: - groeihormoon uit hypofyse, stimuleert opname van aminozuren en eiwitsynthese in spiercellen. - Thyroxine uit schildklier, regelt snelheid van stofwisselingsprocessen. Een hogere concentratie thyroxine versnelt eiwitsynthese in spiercellen. - Testosteron, geslachtshormoon uit zaadballen. Het beïnvloedt het ontstaan van secundaire geslachtskenmerken bij mannen, waaronder spiergroei. Het bevordert de eiwitsynthese en vertraagt de afbraak van eiwitten. Hierdoor worden de spieren dus dikker. Veel hormoonconcentraties in lichaam worden geregeld via een regelkring met negatieve terugkoppeling. Bv concentratie thyroxine. De terugkoppeling vindt daarbij op twee niveaus plaats. - onder invloed van het hormoon TSH (thyreois-stimulerend-hormoon), gemaakt door hypofyse, geeft de schildklier thyroxine af.. als de concentratie thyroxine te hoog wordt, geeft de hypofyse minder TSH af. Daardoor ook minder thyroxine. - Een hogere concentratie thyroxine verhoogt de stofwisselingssnelheid in cellen. Daardoor snellere verbranding. Als kerntemp hierdoor toeneemt zal hypothalamus minder THR (thyreotropine releasing hormoon) afgeven. De hypothalamus is ook in staat om de norm voor de kerntemp te veranderen en op die manier de hypogyse meer of minder te stimuleren. De hypothalamus is deel van zenuwstelsel. Sommige zenuwcellen van hypothalamus maken stoffen die een stimulerende of remmende werking hebben op de hypofyse. Via korte bloedvaten komen deze stoffen in het bloedvatennetwerk van hypofyse-voorkwab, bv de relasing-hormonen (RH s) die rol spelen bij productie TSH en LH en groeihormoon. Andere zenuwcellen in hypothalamus maken hormonen die in de hypofyse-achterkwab worden opgeslagen en afgegeven wanneer nodig, bv ADH. Het verschijnsel dat zenuwdellen hormoonachtige stoffen afgeven heet neurosecretie. Hypofyse is dus centrale hormoonklier. Paragraaf 2: Brandstof voor je cellen Pagina 10 van 12

11 Celstofwisseling is ingesteld op verbranding van glucose. Spiercellen verbranden naast glucose ook vetzuren. Koolhydraten en vetten komen in lichaam via voeding. Glucose is bouwsteen van koolhydraten. Na vertering komen glucose en vetzuren in bloed. Glucose rechtstreeks naar cellen, vetzuren worden als vetten opgeslagen. Als zenuwcellen te weinig cellen krijgen, concentratie en reactievermogen verminderen. Het is belangrijk dat concentratie glucose in bloed op peil blijft. Glycogeen dient als glucosevoorraad, glucose in moeilijk op te slaan. Glycogeen is aantal glucosemoleculen aan elkaar. Door veel koolhydraten te eten, meer glycogeenvoorraad. Het hormoon insuline en de eilandjes van Langerhans spelen hierbij grote rol. Bij hoge concentratie glucose wordt ook concentratie insuline hoger. Insuline bevordert de opname van glucose in cellen. In lever- en spiercellen stimuleert insuline de vorming van glycogeen uit glucose. Bij inspanning daalt glucose concentratie in bloed. Het wordt aangevuld oiv hormoon glucagon uit de eilandjes van Langerhans in alvleesklier. Glucagon bevordert de omzetting van glycogeen in glucose in lever en de afgifte van glucose aan bloed. Daling van voorraad leverglycogeen wordt tegengegaan doordat er nieuwvorming van glycogeen plaatsvindt oiv hormoon cortisol. Dit hormoon komt bij grote inspanning vrij uit bijnierschors. Cortisol bevordert het vrijkomen van aminozuren uit spiercellen en van vetzuren uit vetcellen. Vervolgens stimuleert het de omzetting van aminozuren en vetzuren in glucose in lever en omzetting van glucose in leverglycogeen. Glucagon heeft nog een effect, het bevordert de omzetting van vet in vetzuren en afgifte van vetzuren aan het bloed. Bij lichaam in rust regelen insuline en glucagon de glucoseconcentratie in het bloed. Insuline en glucagon hebben een tegengesteld effect op de glucoseconcentratie. Insuline stimuleert ook opname van vetzuren in vetzuren en de omvorming tot vetten. Stimuleert ook opname van aminozuren in spiercellen. Bij deze processen heeft glucagon het omgekeerde effect, evenals andere hormonen. - groeihormoon bevordert afbraak van vet tot vetzuren en vorming van glucose uit leverglycogeen. Bij zware inspanning neemt concentratie groeihormoon toe door lage concentraties glucose die dan optreden. - Thyroxine, dat bij zware inspanning en een te lage kerntemp in bloed komt, versnelt de verbranding van glucose, waardoor de hoeveelheid glucose en glycogeen afnemen. - Bij plotselinge actie, schrik, angst komt adrenaline uit bijniermerg in bloed. Dit versnelt de afbraak van leverglycogeen tot glucose en bevordert de afgifte van glucagon. - Cortisol heeft insuline-achtig effect. Komt in bloed vrij bij zware lichamelijke of psychische belasting bij verwondingen. Paragraaf 3: Klaar voor de start! Door adrenaline stoomt er meer bloed naar spieren van ledematen en minder naar maag en darmen. Adrenaline beïnvloedt kringspiertjes in slagaderwanden. In de wand van slagaders naar spieren verslappen ze in en de slagaderen naar darmen trekken ze samen. Bloed stroomt sneller omdat adrenaline de hartslag ook versnelt. Ook ademhaling sneller. Door adrenaline meer glucose vrij uit glycogeen. Dat alles zorgt dat spieren extra hard kunnen werken. Pagina 11 van 12

12 Als je schrikt, angst of woede, komt er vanuit zenuwstelsel een grote hoeveelheid in bijniermerg. Lichaam is dan klaar voor een reactie. Langdurige stress kan leiden tot over-stress. Paragraaf 4: Nat van binnen en nat van buiten Door zweten verliest het lichaam water en zouten. Maar andere stoffen gaan niet verloren, daarom worden de concentraties van die stoffen groter. Cellen werken niet meer optimaal doordat de concentratie opgeloste stoffen in bloedplasma en weefselvloeistof te hoog wordt. Ook al drink je veel bij grote inspanning, darmen kunnen het water niet sneller opnemen. Daardoor wordt de osmotische waarde van bloedplasma hoger en hoeveelheid bloed neemt af. Speciale osmoreceptoren in hypothalamus registreren dit. De hypothalamus stuurt signaal naar hypofyse waardoor deze ADH (anti-diuretisch hormoon) af gaat geven. ADH heeft invloed op nierwerking. Oiv een hogere concentratie ADH houden nieren meer water vast in lichaam en omgekeerd. Als bloedvolume met 8% daalt geeft de hypofyse extra ADH af. Oiv deze extra hoge concentratie ADH vernauwen de bloedvaten die naar de buitenkant van het lichaam lopen. Bloed concentreert zich op kern, bloeddruk blijft op peil, maar warmteafgifte door huid komt in gevaar. Bij te veel vochtverlies en weinig drinken: uitdrogingsverschijnselen. Paragraaf 5: hormonen doen hun werk Hormoonconcentraties zijn onder normale omstandigheden rond bepaalde evenwichtswaarde. Hebben een regelsysteem met negatieve terugkoppeling. Daarnaast ook nog ritmische schommelingen van hormoonconcentraties, bv met leeftijd. Hoe hoger concentratie hormoon, hoe sterker effect. Hormoonklieren geven oiv signalen uit zenuwstelsel of andere hormonen, sneller of langzamer hormoon af aan bloed. Hormoon verdwijnen door afbraakprocessen in lever en via urine. Hormonen hebben verschillende halveringstijden. Suikerziekte (diabetes) is hormoonziekte, zo iemand maakt geen of te weinig insuline. Hierdoor cellen geen glucose opnemen en ook omzetting in glycogeen of vet verloopt niet. Iemand met hormoonziekte maakt voortdurend te veel of te weinig van hormoon. Hormoon werkt niet op alle cellen, alleen cellen met receptoreiwit, de doelwitcellen, reageren erop. Als bv ADH zich aan receptoreiwit verbindt, ontstaat aan binnenkant van celmembraan een interne boodschapperstof. Deze boodschapperstof beïnvloedt de doorlaatbaarheid van het celmembraan voor water. In andere cellen beïnvloedt de interne boodschapperstof de afgifte of opname van andere stoffen. Pagina 12 van 12

Antwoorden Biologie Deel 1: Hoofdstuk 9, Afweer

Antwoorden Biologie Deel 1: Hoofdstuk 9, Afweer Antwoorden Biologie Deel 1: Hoofdstuk 9, Afweer Antwoorden door een scholier 1813 woorden 17 augustus 2010 5,8 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk 9 9.1 (Deze paragraaf gaat over huid

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 Samenvatting door een scholier 2839 woorden 21 september 2003 7,5 27 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Paragraaf 9.1 Micro-organismen: verhinderen dat ziekteverwekkers

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Module 9, 10 en 11

Samenvatting Biologie Module 9, 10 en 11 Samenvatting Biologie Module 9, 10 en 11 Samenvatting door een scholier 2824 woorden 29 juni 2005 7,1 20 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 9.1 ziekte verwekkers: geen toegang De miljoenen micro-organismen

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 2064 woorden 18 maart keer beoordeeld. Biologie Hoofdstuk 9 9.1

Samenvatting door een scholier 2064 woorden 18 maart keer beoordeeld. Biologie Hoofdstuk 9 9.1 Samenvatting door een scholier 2064 woorden 18 maart 2004 7 20 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie Hoofdstuk 9 9.1 Op 1 cm2 miljoenen micro-organismen. Escherichia coli: darmbacterie die

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 t/m 11

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 t/m 11 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 t/m 11 Samenvatting door een scholier 2350 woorden 21 juni 2004 5,4 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Nectar 4 7,8,9,10,11 hst 7.1 De genetica onderzoekt hoe

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7: Bescherming en evenwicht

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7: Bescherming en evenwicht Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7: Bescherming en evenwicht Samenvatting door E. 997 woorden 20 december 2016 0 keer beoordeeld Vak Biologie 1 de huid en bescherming De huid > beschermt de lichaam tegen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 11, Regeling door hormonen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 11, Regeling door hormonen Samenvatting Biologie Hoofdstuk 11, Regeling door hormonen Samenvatting door een scholier 1429 woorden 19 juni 2006 5,7 16 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar H11 1 Ribosomen: koppelen aminozuren

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 afweer

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 afweer Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 afweer Samenvatting door een scholier 1970 woorden 31 mei 2011 7,4 6 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar HOOFDSTUK 9 Afweer Je afweersysteem maakt onderscheid

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 7, Bescherming

Samenvatting Biologie Thema 7, Bescherming Samenvatting Biologie Thema 7, Bescherming Samenvatting door een scholier 1387 woorden 20 januari 2006 7,4 143 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 7 Bescherming Basisstof 1:

Nadere informatie

1 De huid en bescherming Waar beschermt onze huid ons eigenlijk allemaal tegen?

1 De huid en bescherming Waar beschermt onze huid ons eigenlijk allemaal tegen? Samenvatting door Y. 1076 woorden 27 januari 2015 8,9 6 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1 De huid en bescherming Waar beschermt onze huid ons eigenlijk allemaal tegen? Onze huid

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8 Samenvatting door een scholier 2251 woorden 18 maart 2004 7,3 43 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8 Hoewel mensen

Nadere informatie

Bij het uitscheiden helpen de nieren om de samenstelling van je bloed constant te houden. Uitscheiding is het

Bij het uitscheiden helpen de nieren om de samenstelling van je bloed constant te houden. Uitscheiding is het Samenvatting door R. 1946 woorden 10 maart 2016 7 37 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Bio samenvatting H9 9.1 WAT WORDT ER BINNENIN JE LICHAAM GEREGELD? Je lichaam probeert vanbinnen om constant

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen: Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid Basisstof 1 Erfelijke eigenschappen: - Genotype: o genen liggen op de chromosomen in kernen van alle cellen o wordt bepaald op moment van de bevruchting - Fenotype: o

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 Bescherming

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 Bescherming Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 Bescherming Samenvatting door een scholier 1136 woorden 21 juni 2011 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou BASISSTOF 1 DE HUID EN HET ONDERHUIDSE

Nadere informatie

biologie voor jouw ; klas 5 havo ; hoofdstuk 7 bescherming en evenwicht Hoofdstuk 7 paragraaf 1 de huid beschermd tegen invloeden van buitenaf en

biologie voor jouw ; klas 5 havo ; hoofdstuk 7 bescherming en evenwicht Hoofdstuk 7 paragraaf 1 de huid beschermd tegen invloeden van buitenaf en biologie voor jouw ; klas 5 havo ; hoofdstuk 7 bescherming en evenwicht Hoofdstuk 7 paragraaf 1 de huid beschermd tegen invloeden van buitenaf en gaat waterverlies door verdamping tegen. 1. de opperhuid:

Nadere informatie

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA.

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA. Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou 4.1 Fenotype Genotype = waarneembare eigenschappen van een individu = de erfelijke informatie in het DNA Genotype + milieufactoren = fenotype Erfelijke

Nadere informatie

Samenvatting Biologie H7 Bescherming

Samenvatting Biologie H7 Bescherming Samenvatting Biologie H7 Bescherming Samenvatting door N. 1845 woorden 6 november 2010 7,7 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie H7 Bescherming Paragraaf 1 De opperhuid: heeft

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 13 Hormonen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 13 Hormonen Samenvatting Biologie Hoofdstuk 13 Hormonen Samenvatting door Elin 1039 woorden 4 april 2018 9,5 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie Hoofdstuk 13 13.1 * Hormoonklieren = organen die

Nadere informatie

Samenvatting Biologie H9 + 6.5

Samenvatting Biologie H9 + 6.5 Samenvatting Biologie H9 + 6.5 9.1 Ziekteverwekkers Kenmerken van groepen organismen waartoe ziekteverwekkers kunnen behoren: Bacteriën: produceren giftige stoffen ziek, meestal wordt er antibiotica tegen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Erfelijkheid & Evolutie (Hoofdstuk 7 & 8.1)

Samenvatting Biologie Erfelijkheid & Evolutie (Hoofdstuk 7 & 8.1) Samenvatting Biologie Erfelijkheid & Evolutie (Hoofdstuk 7 & 8.1) Samenvatting door CÃ line 1065 woorden 5 juli 2016 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie P4 Hoofdstuk 7 1 Uniek Eigenschappen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1, 7 en 8

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1, 7 en 8 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1, 7 en 8 Samenvatting door een scholier 1255 woorden 18 maart 2009 3,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie Samenvatting H.1,7,8 Hoofdstuk 1 gedrag 1.1

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4 t/m 7

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4 t/m 7 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4 t/m 7 Samenvatting door een scholier 1173 woorden 6 november 2006 8,1 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar H4 Voeding Mensen en dieren zijn heterotroof: ze voeden

Nadere informatie

Biologie SE4. Hoofdstuk 13 Paragraaf 1 Begrippenlijst:

Biologie SE4. Hoofdstuk 13 Paragraaf 1 Begrippenlijst: Hoofdstuk 13 Paragraaf 1 Begrippenlijst: Hormoonklieren: Exocriene klieren: Endocriene klieren: Hypothalamus: Biologie SE4 organen die elders in het lichaam organen en weefsels activeren. zweet- en verteringsklieren

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4 Erfelijkheid

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4 Erfelijkheid Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4 Erfelijkheid Samenvatting door een scholier 1431 woorden 17 jaar geleden 6,6 99 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Bas.1 wanneer zijn eigenschappen

Nadere informatie

- Is een centrale hormoonklier die zich net onder de grote hersenen bevindt en een doorsnee van ongeveer één centimeter heeft.

- Is een centrale hormoonklier die zich net onder de grote hersenen bevindt en een doorsnee van ongeveer één centimeter heeft. Samenvatting door H. 1895 woorden 16 februari 2016 7,6 30 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie H13: Hormonen Samenvatting 13.1 Hormoonklieren Hormoonklieren zijn organen die elders in het

Nadere informatie

Begrippenlijst Biologie DNA

Begrippenlijst Biologie DNA Begrippenlijst Biologie DNA Begrippenlijst door een scholier 1969 woorden 27 juni 2007 7,8 51 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Begrippen Allel: Elk van de genen van een genenpaar

Nadere informatie

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen:

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen: IMMUNITEIT 1 Immuniteit Het lichaam van mens en dier wordt constant belaagd door organismen die het lichaam ziek kunnen maken. Veel van deze ziekteverwekkers zijn erg klein, zoals virussen en bacteriën.

Nadere informatie

Op de foto: Karyogram: chromosomenportret -> chromosomen tijdens metafase van mitose.

Op de foto: Karyogram: chromosomenportret -> chromosomen tijdens metafase van mitose. Samenvatting door een scholier 1727 woorden 29 januari 2005 6 11 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk 7 Erfelijkheid 7.1 Je bent uniek Overeenkomsten en verschillen: Genetica: - hoe overeenkomsten

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 6

Samenvatting Biologie Thema 6 Samenvatting Biologie Thema 6 Samenvatting door Saar 879 woorden 10 april 2018 0 keer beoordeeld Vak Biologie Aantekeningen Biologie P3: Homeostase en regelkringen: Bij meercellige organismen: de cellen

Nadere informatie

V5 Begrippenlijst Hormonen

V5 Begrippenlijst Hormonen V5 Begrippenlijst Hormonen ADH Hormoon dat de terugresorptie van water in de nierkanaaltjes stimuleert. adrenaline Hormoon dat door het bijniermerg wordt afgescheiden. Adrenaline wordt ook door zenuwvezels

Nadere informatie

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou Samenvatting door E. 1393 woorden 6 december 2016 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 4: Erfelijkheid 5-HTTPLR gen heeft invloed op de hoeveelheid geluk die je ervaart.

Nadere informatie

genen die op de autosomen liggen, in tegenstelling tot X-chromosomale genen.

genen die op de autosomen liggen, in tegenstelling tot X-chromosomale genen. Begrippenlijst door een scholier 3446 woorden 20 september 2009 7,7 10 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Aangeboren eigenschappen eigenschappen die bij de geboorte aanwezig zijn. Voor een deel

Nadere informatie

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april 2006 6.7 33 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Erfelijkheidsmateriaal Het menselijk lichaam bestaat uit een veel organen, deze organen

Nadere informatie

Diagnostische toets Van HIV tot AIDS?

Diagnostische toets Van HIV tot AIDS? Diagnostische toets Van HIV tot AIDS? Moleculen 1. Basenparing In het DNA vindt basenparing plaats. Welke verbinding brengt een basenpaar tot stand? A. Peptidebinding B. Covalente binding C. Zwavelbrug

Nadere informatie

GEZONDHEIDSKUNDE. Het menselijk lichaam

GEZONDHEIDSKUNDE. Het menselijk lichaam GEZONDHEIDSKUNDE Het menselijk lichaam 1 KENMERKEN VAN HET LEVEN Anatomie à wetenschap die zich bezighoudt met de bouw van het menselijk lichaam (waar ligt wat?). Fysiologie à Wetenschap die zich bezighoudt

Nadere informatie

Paragraaf 6.1 en 6.2. 2. Osmotische waarde, ph weefselvloeistof, glucosegehalte

Paragraaf 6.1 en 6.2. 2. Osmotische waarde, ph weefselvloeistof, glucosegehalte Paragraaf 6.1 en 6.2 1. Neem de volgende begrippen over in je schrift en geef een omschrijving Homeostase In stand houden van het interne milieu opperhuid Bovenste laag van de huid chitine Koolhydraat

Nadere informatie

Samenvatting Biologie H7 erfelijkheid

Samenvatting Biologie H7 erfelijkheid Samenvatting Biologie H7 erfelijkheid Samenvatting door een scholier 1875 woorden 23 juni 2016 4,6 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Inhoud Paragraaf 1: Verschillen tussen mensen 2 Begrippen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Regeling

Samenvatting Biologie Regeling Samenvatting Biologie Regeling Samenvatting door P. 1319 woorden 20 maart 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting Regeling SE2 Het zenuwstelsel Het zenuwstelsel

Nadere informatie

Examentrainer. Vragen vmbo-bk. Scan

Examentrainer. Vragen vmbo-bk. Scan THEMA 4 REGELING EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN 3 VMBO-bk Examentrainer Vragen vmbo-bk Scan In een Engelse folder staat informatie over een bepaald apparaat. Hiermee kan het centrale zenuwstelsel onderzocht

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4 Samenvatting door een scholier 1472 woorden 23 oktober 2007 6,5 24 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 3 - Genetica Homologe chromosomen

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Thema 4

Antwoorden Biologie Thema 4 Antwoorden Biologie Thema 4 Antwoorden door een scholier 2182 woorden 18 januari 2005 7 433 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1 In de chromosomen zit de informatie voor

Nadere informatie

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen). Samenvatting door M. 1493 woorden 28 februari 2014 5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Genotype en fenotype Veel eigenschappen zijne erfelijk. Je hebt deze eigenschappen geërfd van

Nadere informatie

H.6 regeling. Samenvatting

H.6 regeling. Samenvatting H.6 regeling Samenvatting Zenuwstelsel Het zenuwstelsel bestaat uit: Centrale zenuwstelsel ( bestaat uit: grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg Zenuwen Functies van zenuwstelsel: Verwerken

Nadere informatie

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA DNA bevat de erfelijke informatie van een organisme. Een gen(ook wel erffactor) is een stukje DNA dat de informatie bevat voor een erfelijke eigenschap(bvb

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 6: Regeling. Basisstof 1. Zenuwstelsel regelt processen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 6: Regeling. Basisstof 1. Zenuwstelsel regelt processen: Samenvatting Thema 6: Regeling Basisstof 1 Zenuwstelsel regelt processen: - regelen werking spieren en klieren - verwerking van impulsen van zintuigen Zintuigcellen: - staan onder invloed van prikkels

Nadere informatie

Extra paragraaf. Hormonen

Extra paragraaf. Hormonen Extra paragraaf Hormonen In deze extra paragraaf leer je meer over hormonen. Het gaat over de structuur van hormonen en de manier waarop ze werken. Daarnaast leer je een aantal hormoonklieren en het samenspel

Nadere informatie

Biologie ( havo vwo )

Biologie ( havo vwo ) Tussendoelen Biologie ( havo vwo ) Biologie havo/vwo = Basis Biologische eenheid Levenskenmerk Uitleggen hoe bouw en werking van onderdelen van een organisme bijdragen aan de functies voeding, verdediging

Nadere informatie

Uitscheiding en afweer

Uitscheiding en afweer Uitscheiding en afweer De lever: slokdarm galblaas maag 12-ving. darm dunne darm ligging van de lever Functies van de lever: bloedsuikerspiegel (glucosegehalte in bloed) op peil houden overtollige eiwitten

Nadere informatie

HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde

HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde plaats. Allelen coderen voor dezelfde eigenschap bijvoorbeeld

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 3

Samenvatting Biologie Thema 3 Samenvatting Biologie Thema 3 Samenvatting door J. 1261 woorden 6 jaar geleden 4,4 4 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 3,1 chromosomen Een menselijke celkern bestaat uit 46 chromosomen.

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni keer beoordeeld. Genetica

Samenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni keer beoordeeld. Genetica Samenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni 2004 6 78 keer beoordeeld Vak Biologie Genetica A. Inleiding Ouders en nakomelingen bezitten gelijke kenmerken, maar toch vertonen ze verschillen. Wat

Nadere informatie

1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden

1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden Paragraaf 5.1 1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden 2. a) Huid, longen, nieren en lever b) Water c) Huid: zouten, Longen: CO 2, Nieren: Ureum,

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 t/m 8

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 t/m 8 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 t/m 8 Samenvatting door een scholier 3148 woorden 24 april 2007 8,4 7 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar H6 Voortplanting 6.1 Het begin is er Wanneer een eicel

Nadere informatie

Fenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11

Fenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11 1. Bij honden is het allel voor donkerbruine haarkleur (E) dominant over het allel voor witte haarkleur (e). Het allel voor kort haar (F) is dominant over het allel voor lang haar (f). Een aantal malen

Nadere informatie

1 Bespreek de tekening tijdens de les 2 D 3 C 4 B 5C 6 A 7 C 8 B. Open vragen

1 Bespreek de tekening tijdens de les 2 D 3 C 4 B 5C 6 A 7 C 8 B. Open vragen ANTWOORDEN VOORTPLANTING EN SEKSUALITEIT Serie a Opdracht Anticonceptiepil 1,3,5 Schema samen doornemen! OPDRACHTEN 1 Bespreek de tekening tijdens de les 2 D 3 C 4 B 5C 6 A 7 C 8 B Open vragen 1 Bij sterilisatie

Nadere informatie

Afweer: 3 Barrières / Wat / Waar

Afweer: 3 Barrières / Wat / Waar Afweer: 3 Barrières / Wat / Waar ASPECIFIEKE AFWEER Primaire / Externe bescherming (fysieke barrière) (AANGEBOREN) Secundaire / Interne bescherming (cellulaire / biochemische barrière) SPECIFIEKE AFWEER

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 11 Gezondheid

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 11 Gezondheid Samenvatting Biologie Hoofdstuk 11 Gezondheid Samenvatting door Jacomijn 2032 woorden 16 december 2017 5,9 6 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting Biologie H11 11.1 Gezondheidsproblemen

Nadere informatie

2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31

2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voortplanten van genen 9 1.1 Genetica 9 1.2 Kruisingen 13 1.3 Crossing-over en mutatie 16 1.4 Erfelijkheid en praktijk 17 1.5 Inteelt en inteeltdepressie 21 1.6 Afsluiting

Nadere informatie

6.9. Werkstuk door E woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Inhoudsopgave

6.9. Werkstuk door E woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Inhoudsopgave Werkstuk door E. 1687 woorden 25 juni 2006 6.9 23 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Inhoudsopgave Het Bloed De Bloedsomloop De bloedvaten Uitscheiding De Hartslag Weefselvloeistof

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk

Samenvatting Biologie Hoofdstuk Samenvatting Biologie Hoofdstuk 10.1-10.5 Samenvatting door Dave 2329 woorden 1 februari 2018 7,5 28 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 10.1 Om in leven te blijven zijn er verschillende lichaamsprocessen

Nadere informatie

Immunologie. Afweer. Wij leven als levende organismen in evenwicht met onze omgeving

Immunologie. Afweer. Wij leven als levende organismen in evenwicht met onze omgeving Immunologie Afweer 1 Wij leven als levende organismen in evenwicht met onze omgeving Verstoring van het evenwicht tussen organisme en omgeving kan ertoe leiden dat ons lichaam door indringers uit de omgeving

Nadere informatie

Bescherming Evenwicht

Bescherming Evenwicht Examen Voorbereiding Bescherming Evenwicht Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 7 Bescherming en Evenwicht Begrippenlijst: Begrip Melanocyt Temperatuurregulatie Pathogenen Infectie Lichaamsvreemd

Nadere informatie

8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica

8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari 2018 8,6 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica 2 Fenotype, genotype en epigenetica Erfelijke

Nadere informatie

Level 1. Vul het juiste woord in

Level 1. Vul het juiste woord in Level 1 Vul het juiste woord in Keuze uit: Gen, Allel, Locus, Dominant, Recessief, Co-dominantie, Monohybride kruising, Dihybride kruising, Autosoom, Autosomale overerving, X-chromosomale overerving, Intermediair

Nadere informatie

Chapter 6. Nederlandse samenvatting

Chapter 6. Nederlandse samenvatting Chapter 6 Nederlandse samenvatting Chapter 6 122 Nederlandse samenvatting Het immuunsysteem Het immuunsysteem (of afweersysteem) beschermt het lichaam tegen lichaamsvreemde en ziekmakende organismen zoals

Nadere informatie

BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.10.1

BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.10.1 BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.10.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

6,7. Samenvatting door een scholier 1580 woorden 20 juni keer beoordeeld

6,7. Samenvatting door een scholier 1580 woorden 20 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1580 woorden 20 juni 2011 6,7 3 keer beoordeeld Vak Biologie Les 1. - Organen zorgen bijvoorbeeld voor je bloedsomloop, spijsvertering en uitscheiding. - Onder alle omstandigheden

Nadere informatie

PTA biologie KB locatie Bohemen, Kijkduin, Statenkwartier en Waldeck cohort

PTA biologie KB locatie Bohemen, Kijkduin, Statenkwartier en Waldeck cohort Eindtermen biologie BI/K/1 Oriëntatie op leren en werken BI/K/2 Basisvaardigheden BI/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie BI/K/4 Cellen staan aan de basis BI/K/5 Schimmels en bacteriën: nuttig en soms

Nadere informatie

PTA biologie KB locatie Bohemen, Kijkduin, Statenkwartier en Waldeck cohort

PTA biologie KB locatie Bohemen, Kijkduin, Statenkwartier en Waldeck cohort Eindtermen biologie BI/K/1 Oriëntatie op leren en werken BI/K/2 Basisvaardigheden BI/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie BI/K/4 Cellen staan aan de basis BI/K/5 Schimmels en bacteriën: nuttig en soms

Nadere informatie

HOMEOSTASE. Biologie Havo. Docent: A. Sewsahai HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL]

HOMEOSTASE. Biologie Havo. Docent: A. Sewsahai HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] HOMEOSTASE Biologie Havo HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai DOELSTELLINGEN De student moet aan het einde van de les de homeostase bij de mens kunnen beschrijven

Nadere informatie

Samenvatting Biologie H6 & H7

Samenvatting Biologie H6 & H7 Samenvatting Biologie H6 & H7 Samenvatting door Biba 2869 woorden 2 april 2018 7,7 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk 6 6.1 Hoe werkt een bevruchting? Tijdens de ovulatie komt een

Nadere informatie

Normwaarde = is een waarde die je af leest, zoals bij de thermostaat, zie je 19 graden staan dan is dat de normwaarde. Zo warm moet het zijn.

Normwaarde = is een waarde die je af leest, zoals bij de thermostaat, zie je 19 graden staan dan is dat de normwaarde. Zo warm moet het zijn. Boekverslag door E. 1602 woorden 17 maart 2014 6.8 55 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting paragraaf 1 Een regelkring = is een kring van meerdere apparaten die samen

Nadere informatie

ERFELIJKHEID. 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2

ERFELIJKHEID. 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2 ERFELIJKHEID 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2 Afbeelding 17-1 Mensen uit elkaar houden vind je vast makkelijker. Toch hebben ook mensen veel meer overeenkomsten dan verschillen.

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 en 5

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 en 5 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 en 5 Samenvatting door een scholier 1896 woorden 25 mei 2003 4,9 12 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie overal Hoofdstuk 3, Wie het kleine niet leert. Paragraaf

Nadere informatie

Welke combinatie van twee celorganellen en hun respectievelijke functies is correct?

Welke combinatie van twee celorganellen en hun respectievelijke functies is correct? Biologie Vraag 1 Welke combinatie van twee celorganellen en hun respectievelijke functies is correct? ribosoom en synthese van eiwitten kern en fotosynthese mitochondrion en fotosynthese ribosoom

Nadere informatie

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings De meeste organismen hebben een twee sets chromosomen, met daarop informatie voor alle eigenschappen van dat organisme (diploid) Deze erfelijke informatie noemen we het genotype Hoe deze erfelijke informatie

Nadere informatie

Samenvatting Biologie hoofdstuk 10

Samenvatting Biologie hoofdstuk 10 Samenvatting Biologie hoofdstuk 10 Samenvatting door een scholier 1705 woorden 8 april 2018 3,3 4 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 10.1 goed geregeld Wat gebeurt er in je lichaam? Omstandigheden

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9: Gezondheid

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9: Gezondheid Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9: Gezondheid Samenvatting door W. 2014 woorden 16 mei 2013 6,4 26 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 9.1 Goed geregeld Wat wordt er binnenin je lichaam geregeld?

Nadere informatie

Bloed, Afweer en Infectieziekten

Bloed, Afweer en Infectieziekten Bloed, Afweer en Infectieziekten Functies Vervoer van stoffen O 2 van longen naar cellen CO 2 van cellen naar longen Voedingstoffen van de dunne darm naar cellen Ureum van de lever naar de nieren Hormonen

Nadere informatie

Tussen de trofoblast en de kiemschijf wordt de navelstreng gevormd.

Tussen de trofoblast en de kiemschijf wordt de navelstreng gevormd. Biologie SE4 Hoofdstuk 6 Paragraaf 1 Tijdens de ovulatie komt een eicel vrij uit een van de beide ovaria. Deze eicel komt terecht in een eileider. Een van de zaadcellen die de tocht van de vagina naar

Nadere informatie

Praktische opdracht ANW Afweersysteem

Praktische opdracht ANW Afweersysteem Praktische opdracht ANW Afweersysteem Praktische-opdracht door een scholier 2389 woorden 14 jaar geleden 7,4 47 keer beoordeeld Vak ANW Inleiding: Dit werkstuk gaat over het menselijk afweersysteem. Een

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen Samenvatting door M. 721 woorden 15 januari 2014 7,1 28 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Organismen Organismen is een levend wezen:

Nadere informatie

Level 1. Vul het juiste woord in

Level 1. Vul het juiste woord in Level 1 Vul het juiste woord in Keuze uit: Gen, Allel, Locus, Dominant, Recessief, Co-dominantie, Monohybride kruising, Dihybride kruising, Autosoom, Autosomale overerving, X-chromosomale overerving, Intermediair

Nadere informatie

7,4. Samenvatting door Madelief 2314 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie 10.1 goed geregeld. Wat gebeurt er in je lichaam?

7,4. Samenvatting door Madelief 2314 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie 10.1 goed geregeld. Wat gebeurt er in je lichaam? Samenvatting door Madelief 2314 woorden 7 februari 2018 7,4 22 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie 10.1 goed geregeld Wat gebeurt er in je lichaam? Om te blijven leven zijn er verschillende

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 3569 woorden 19 maart keer beoordeeld. Biologie samenvatting H6, 7, 8.

Samenvatting door een scholier 3569 woorden 19 maart keer beoordeeld. Biologie samenvatting H6, 7, 8. Samenvatting door een scholier 3569 woorden 19 maart 2007 7.6 28 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie samenvatting H6, 7, 8 Hoofdstuk 6 6.1 Klievingsdelingen: de eerste delingen na de bevruchting

Nadere informatie

Juli blauw Biologie Vraag 1

Juli blauw Biologie Vraag 1 Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en

Nadere informatie

Juli geel Biologie Vraag 1

Juli geel Biologie Vraag 1 Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en

Nadere informatie

6,1. Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou

6,1. Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari 2011 6,1 46 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1: chromosomen Chromosomen: komen voor in een celkern bevindt zich de

Nadere informatie

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen? Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Bloedsomloop

Samenvatting Biologie Bloedsomloop Samenvatting Biologie Bloedsomloop Samenvatting door F. 1110 woorden 4 jaar geleden 0 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1. Functies van het bloed Vervoeren van zuurstuf, afvoeren van

Nadere informatie

Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de. hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het

Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de. hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het SUIKERZIEKTE Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het lichaam. U kunt hierbij denken aan slecht functionerende

Nadere informatie

3 Rundveefokkerij Melkproductiecontrole Selectie Fokwaardeschatting Inseminatieplannnen 69 3.

3 Rundveefokkerij Melkproductiecontrole Selectie Fokwaardeschatting Inseminatieplannnen 69 3. Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Veiligheidsvoorschriften 9 1.1 Genen en hun vererving 9 1.2 Genotype en fenotype 14 1.3 Erfelijke gebreken 18 1.4 Genfrequenties 25 1.5 Afsluiting 27 2 Fokmethoden 28 2.1

Nadere informatie

Samenvatting Biologie DNA

Samenvatting Biologie DNA Samenvatting Biologie DNA Samenvatting door een scholier 2995 woorden 8 december 2005 6 29 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 3 DNA: het management van je cellen 3.1 DNA: geheimtaal (De bouw van

Nadere informatie

Het vaccin waarmee de meisjes worden geïnjecteerd, beschermt onder andere tegen HPV18.

Het vaccin waarmee de meisjes worden geïnjecteerd, beschermt onder andere tegen HPV18. Examentrainer Vragen HPV-vaccinatie Baarmoederhalskanker is een vorm van kanker die relatief vaak voorkomt bij vrouwen. De ziekte kan zijn veroorzaakt door een infectie met het humaan papillomavirus (HPV).

Nadere informatie

6 VWO. biologie voor jou BIOLOGIE VOOR DE BOVENBOUW

6 VWO. biologie voor jou BIOLOGIE VOOR DE BOVENBOUW 6 VWO biologie voor jou uitwerkingenboek BIOLOGIE VOOR DE BOVENBOUW vwo auteurs ARTEUNIS BOS MARIANNE GOMMERS ARTHUR JANSEN ONNO KALVERDA THEO DE ROUW GERARD SMITS BEN WAAS RENÉ WESTRA VIJFDE EDITIE MALMBERG

Nadere informatie

ERFELIJKE INFORMATIE IN DE CEL

ERFELIJKE INFORMATIE IN DE CEL DE CEL 1. INLEIDING... 3 2. ONDERDELEN VAN DE CEL...4 2.1. CYTOPLASMA... 4 2.2. CELMEMBRAAN... 4 2.2.1. Functies van het celmembraan...5 2.2.2. Bouw van het celmembraan (eenheidsmembraan)...5 2.2.3. Transportmogelijkheden

Nadere informatie

Newsletter April 2013

Newsletter April 2013 1. Inleiding Met het thema van deze nieuwsbrief willen we ons richten op de fundamenten van het fokken: de basisgenetica. Want of je het nu wil of niet. dit is ook de basis voor een succesvolle fok! Misschien

Nadere informatie

Het genotype van een individu staat in de chromosomen. Daar staat namelijk de erfelijke informatie in van alle eigenschappen die erfelijk zijn.

Het genotype van een individu staat in de chromosomen. Daar staat namelijk de erfelijke informatie in van alle eigenschappen die erfelijk zijn. Opdracht door een scholier 1105 woorden 13 november 2004 5,9 55 keer beoordeeld Vak Biologie Basis erfelijkheidsleer Ik kan de bouw en functie van chromosomen beschrijven. In de kern van een cel komen

Nadere informatie

Praktische opdracht Biologie Transplantatie

Praktische opdracht Biologie Transplantatie Praktische opdracht Biologie Transplantatie Praktische-opdracht door een scholier 1784 woorden 19 oktober 2010 7,5 6 keer beoordeeld Vak Biologie Orgaantransplantatie Wat houdt een transplantatie in? Inleiding

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Bloed

Werkstuk Biologie Bloed Werkstuk Biologie Bloed Werkstuk door een scholier 1195 woorden 14 juni 2004 6,2 321 keer beoordeeld Vak Biologie De inleiding Waarom doen wij ons werkstuk over bloed? Wij doen ons werkstuk over bloed,

Nadere informatie