Advies: Instemmen met en het vaststellen van de werkwijze van de persoonsgerichte aanpak Woerden en Oudewater

Transcriptie

1 VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Van: M. van Dijken Tel nr: 8486 Nummer: 7A.0082 Datum: Team: JZ/Inkoop/OOV Tekenstukken: Nee Bijlagen: Afschrift aan: N.a.v. (evt. briefnrs.): R. van den Hoven, M. Arbaj, M. van Wijk Onderwerp: Werkwijze persoonsgerichte aanpak gemeente Woerden en gemeente Oudewater Advies: Instemmen met en het vaststellen van de werkwijze van de persoonsgerichte aanpak Woerden en Oudewater Begrotingsconsequenties NEE B. en W. d.d.:03/04/208 Besluit : Akkoord Portefeuillehouder: Burgemeester V. Molkenboer Inleiding:

2 Om de Persoonsgericht Aanpak op lokaal niveau op een goede en adequate wijze te kunnen uitvoeren is er een PGA werkwijze ontwikkeld. De PGA werkwijze beschrijft de volgende onderwerpen: Het onderscheiden van vier fasen om tot een goede persoonsgerichte aanpak te komen. De vier fasen zijn: ) Selecteren 2) Prioriteren 3) Opstellen en uitvoeren van het plan van aanpak en 4) Monitoren en beëindigen. Onderscheid in regievoering binnen de lokale PGA: procesregie (regie op proces) en casusregie (regie op inhoud) Borgen van de bestuurlijke betrokkenheid middels periodieke (voortgangs)besprekingen Deelnemende ketenpartners aan het casusoverleg PGA De criteria om een inwoner aan te merken als PGA-waardig De uitvoering van de PGA en werkafspraken met de ketenpartners In mei 206 is ingestemd met de start van de PGA lokaal, de ondertekening van het Privacyreglement Lokale Persoonsgerichte Aanpak en in juni 207 is ingestemd met de aanvulling op het Privacyreglement ten behoeve van problematische jeugdgroepen. In navolging hierop wordt gevraagd om in te stemmen met de PGA werkwijze voor gemeenten Woerden en Oudewater. De bevoegdheid van het college komt voort uit de volgende wet - en/of regelgeving: Het college is op grond van Artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht, het college kan beleidsregels vaststellen. Beoogd effect: De ambitie met betrekking tot de werkwijze van de PGA is een uniforme, duidelijke samenwerking tussen de samenwerkende partners. De werkwijze PGA draagt eraan bij om op de juiste manier te komen tot het bereiken van het gezamenlijke einddoel (het bereiken van het beoogde effect). Argumenten:. De werkwijze is een beschrijving van de praktische uitvoering en de reeds bestaande, effectieve PGA aanpak. 2. Dit voorstel is integraal afgestemd De werkwijze is in gezamenlijkheid met alle ketenpartnerts in mei 207 vastgesteld. 3. De werkwijze draagt bij aan een uniforme, integrale aanpak van alle partners 4. De werkwijze draagt bij aan het effectief uitvoeren van de procesregie als gemeente Kanttekening:. Zonder deze werkwijze is er geen uniforme en afgestemde werkwijze. 2. Zonder deze werkwijze weten de ketenpartners niet wat er van ze verwacht wordt 3. Zonder deze werkwijze kunnen ketenpartners niet aangesproken worden op hun aandeel of rol in het traject of binnen de algehele PGA 4. Als er geen werkwijze is vermoeilijkt dat het uitvoeren van de regierol als gemeente, omdat niet duidelijk is waarop gestuurd moet worden. Financiën: n.v.t.

3 Uitvoering: In een gezamenlijke bijeenkomst is de inhoud van de PGA werkwijze met de partners besproken en hebben zij kennis genomen van de inhoud en hebben zij op- en/of aanmerkingen kenbaar kunnen maken. De ketenpartners hadden geen opmerkingen, waardoor de werkwijze met instemming van de ketenpartners is goedgekeurd.. De definitieve versie is vervolgens vastgelegd en deze definitieve versie hebben zij inmiddels ontvangen. De samenwerkende partners zijn dus bekend met de inhoud. Communicatie / Website: n.v.t. Ondernemingsraad: n.v.t. Samenhang met eerdere besluitvorming: Collegevoorstel Persoonsgerichte aanpak op lokaal niveau (PGA lokaal) voor het jaar 206 en 207 (Corsa nummer 6A.00246); Collegevoorstel Aanvulling privacyreglement Persoonsgerichte aanpak (Corsanummer 7A.00743). Bijlagen:. PGA werkwijze Woerden en Oudewater (Corsanummer )

4 Persoonsgerichte Aanpak Werkwijze voor de gemeenten Woerden ã Oudewater E*3 6 oktober 207 ** Marieke van Dijken en Malik Arbaj

5 Inhoudsopgave. inleiding 3. Aanleiding 3.2 Prioritering en werkwijze van PGA 3.3 Waarom een PGA lokaal 3.4 Ambitie 4.5 PGA lokaal in relatie tot TOP X 4.6 Privacyreglement PGA 5 2. Werkwijze PGA Woerden en Oudewater 6 2. Vier fasen Inwoners PGA-lijst 7 3. Regievoering 8 3. Procesregie Casusregie Escalatiemodel Bestuurlijke betrokkenheid 9 4. Ketenpartners PGA-lokaal 0 4. Deelnemers casusoverleg PGA-lokaal Overige deelnemers PGA-lokaal PGA-partners kaart 5. PGA-waardig 2 5. Stroomschema PGA-waardig Uitleg stroomschema Vroegsignalering PGA Overige situaties voor PGA 3 6. Uitvoering PGA 5 6. Uitvoeringsschema PGA Toelichting uitvoeringsschema PGA Hand-out uitvoeringsschema PGA Overige werkafspraken 8 7. Monitoren en afsluiten 9 7. Redenen van monitoren en afsluiten Indicatoren Monitoringsafspraken Proces en afsluiting tot monitoren tijdens voorlopige afsluiting 20 Bijlage A: - Problemen en leefgebieden 2 Bijlage B: - PGA brieven 24 2

6 . Inleiding. Aanleiding Het werken met een persoonsgerichte aanpak is ontstaan in het Veiligheidshuis Utrecht, momenteel Veiligheidshuis Regio Utrecht (VHRU). In het VHRU is ervaring opgedaan met een Persoonsgerichte Aanpak (PGA) op daders van huiselijk geweld, risico jongeren, kopstukken uit jeugdgroepen, (jeugdige) veelplegers en ex-gedetineerden. Begin 205 heeft het VHRU de doelgroep veranderd, omdat er altijd wel complexe casussen waren die niet onder een van de eerder genoemde categorieën vielen. Daarnaast is er binnen de regio Midden-Nederland besloten om in te zetten op de zogeheten high impact crimes zoals woninginbraken, overvallen en geweldsmisdrijven. In het VHRU wordt nu gewerkt met een TOP X lijst, samengesteld uit complexe casussen uit de verschillende gemeenten. Voorwaarde voor een goede Top X-aanpak is dat op lokaal (gemeentelijk) niveau volgens dezelfde systematiek (persoonsgericht) gewerkt wordt, waardoor zowel opschalen vanuit de lokale aanpak naar de Top X, als afschalen vanuit de Top X naar de lokale aanpak mogelijk is..2 Prioritering en werkwijze van PGA In het Integrale Veiligheidsplan van zowel de gemeenten Woerden en Oudewater, als in de Regionale Veiligheidsstrategie Midden Nederland , is de persoonsgerichte aanpak (PGA) lokaal benoemd als prioriteit. Daarmee heeft deze aanpak een prominente plek gekregen in de totale aanpak van (on)veiligheid. De kracht van de Persoonsgerichte Aanpak is dat ketenpartners gezamenlijk focussen op bewust gekozen personen die verantwoordelijk zijn voor ernstige delicten met grote impact op het slachtoffer, diens directe omgeving en het veiligheidsgevoel in de samenleving. Integrale ketensamenwerking is noodzakelijk om deze personen waarbij (langdurig) sprake is van crimineel gedrag en vaak complexe onderliggende problematiek aan te pakken. De PGA is informatie gestuurd. De gezamenlijke probleemanalyse, richtingen en doelen worden bepaald in het PGA-overleg waaraan een groot aantal partners vanuit eigen expertise en ervaring deelnemen. Met de direct betrokken interventieplegers wordt het uitvoeringsplan van aanpak opgesteld en uitgevoerd. In het uitvoeringsplan van aanpak wordt de aandacht ook gericht op de broertjes, zusjes, kinderen en groepsleden De ouders worden meegenomen bij minderjarigen. Dit om een nieuwe generatie jonge criminelen te voorkomen. De PGA moet voorkomen dat personen op de Top X en PGA-lijsten verder afglijden en/of recidiveren. De definitie van Persoonsgerichte Aanpak is: De persoonsgerichte aanpak is een aanpak, waarin een integraal op de persoon én met aandacht voor zijn (gezins-)systeem toegesneden mix van interventies wordt toegepast..3 Waarom een PGA lokaal Een lokale aanpak (PGA lokaal) zorgt voor een betere algehele aanpak van de overlast en criminaliteit in de regio Utrecht. Daarnaast zorgen de decentralisaties van taken vanuit het Rijk naar de gemeenten er voor, dat de kans er nu ligt om een PGA lokaal goed in te richten. De gemeente heeft hierin de regiefunctie. Primair hebben de gemeenten het initiatief voor een dergelijke integrale en geregisseerde persoonsgerichte aanpak opgedragen aan het samenwerkingsverband van het Veiligheidshuis in de regio, in het bijzonder voor de complexe en ketenoverstijgende Top-X-casuïstiek. 3

7 In bepaalde gevallen is het echter voor het Veiligheidshuis (nog) niet, of niet meer mogelijk om een persoonsgerichte aanpak voor de betrokken inwoner vast te stellen, terwijl de partners een dergelijke aanpak wel noodzakelijk achten gelet op het feit dat, ook blijkens politieregistraties, dit gedrag de openbare orde herhaaldelijk verstoort of de veiligheid van de inwoner zelf of die van anderen herhaaldelijk bedreigt. In dergelijke gevallen is een lokale persoonsgerichte aanpak nodig. Zo nodig kan deze lokale persoonsgerichte aanpak worden opgeschaald naar het Veiligheidshuis, indien deze lokale persoonsgerichte aanpak zelfstandig niet voldoende resultaat heeft. In die gevallen waarin het Veiligheidshuis een persoonsgerichte aanpak vaststelt (dit betreft de Top-X), zijn overigens lokale partners altijd betrokken bij de uitvoering daarvan. Partners willen met de lokale persoonsgerichte aanpak - hetzij in het Veiligheidshuis hetzij lokaal - criminaliteit en ernstige overlast bij de bron (pleger) aanpakken om nieuwe aanwas te voorkomen en recidive te verminderen. De samenwerking van de partners bestaat o.a. uit het analyseren van het gedrag en de problematiek van de inwoner en het op basis van deze analyse vaststellen en uitvoeren van een lokale persoonsgerichte aanpak. Deze aanpak is erop gericht het gedrag van de inwoner zodanig te beïnvloeden dat de inwoner met zijn gedrag niet langer herhaaldelijk de openbare orde verstoort en/of zijn eigen veiligheid of die van anderen bedreigt. Hierbij wordt de inwoner zo nodig ook ondersteund bij de aanpak van zijn problemen op verschillende leefgebieden zodat weer perspectief ontstaat op volwaardige deelname aan de samenleving. De interventies van de lokale aanpak kunnen o.a. bestaan uit bestuursrechtelijke, civielrechtelijke en strafrechtelijke interventies en een aanbod van jeugdhulp en/of maatschappelijke ondersteuning..4 Ambitie De ambitie is het voorkomen/terugdringen van delict- en/of overlast gevend gedrag door inzet van interventies op maat binnen á 2 jaar. Het beoogd effect is tweeledig: Minder aanwas: we willen voorkomen dat kwetsbare mensen in de criminaliteit verzeild raken en of ernstige overlast veroorzaken en richten ons ook op de broertjes en zusjes van deze personen. Minder recidive door goede combinatie van zorg en straf: we willen een langdurige afname van delict- en/of overlastgedrag van personen en hen perspectief voor de toekomst bieden. Eind 207 moet een duidelijk resultaat zichtbaar zijn op bovenstaande doelen..5 PGA lokaal in relatie tot TOP X Voor de meeste inwoners die overlast en criminaliteit plegen, volstaat een reguliere aanpak van zorg en hulpverlening in het sociaal domein of strafrechtelijke trajecten door afzonderlijke justitiepartners, al dan niet samen of in afstemming. In een beperkt aantal veeleisende gevallen is opschaling nodig: een integrale persoonsgerichte aanpak via een gecoördineerd plan van aanpak met een mix van interventies, opgesteld in een lokaal casusoverleg of interventieteam (Hokale PGA). Tot slot worden de zeer complexe multi-problem gevallen van criminaliteit en ernstige overlast nog verder opgeschaald; deze worden extra intensief en keten overstijgend in het Veiligheidshuis behandeld ^Top-X). Of, daar waar de casuïstiek zware georganiseerde criminelen betreft, komt samenwerking met het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) in beeld. Zodra een zeer complexe casus weer (voldoende) is opgelost, is afschaling naar de lokale PGA of een reguliere aanpak weer mogelijk en noodzakelijk. 4

8 Figuur : Persoonsgerichte Aanpak regulier werk onderwijs regulier werk [hulpverlening \ Lokaal netwerk 7 (veeleisende casussen) rlijk Veihgheidshuis (complexe casussen top-x) RIEC casussen) 7 zorg straf/ interventies Bij de Top X-aanpak gaat het om multi-problem casuïstiek op het gebied van criminaliteit en overlast, die complex van aard en keten overstijgend is. Dit wil zeggen dat er een aanpak vanuit meerdere ketens (straf, zorg, civiel, bestuurlijk) nodig is. De Top X zien we als een specifiek benoemde doelgroep waarop een bijzondere/intensieve vorm van een persoonsgerichte aanpak ingezet wordt. Het gaat hierbij om de ingewikkelde casussen (complex) die meer pro activiteit, creativiteit, een intensievere vorm van samenwerking en meer inzet vraagt van de betrokken partners..6 Privacyreglement PGA Voor de samenwerking van de partners in het kader van een lokale persoonsgerichte aanpak is het noodzakelijk dat persoonsgegevens, waaronder bijzondere persoonsgegevens worden verwerkt. Omdat de verwerking rechtmatig en zorgvuldig dient te geschieden is het privacyreglement vastgesteld door de partners. Het privacyreglement is opgesteld door de Taskforce en Werkgroep PGA en mr. L. Janssen in opdracht van het Districtelijk Veiligheidscolleges en Justitieel Netwerk in Midden-Nederland (206). 5

9 2. Werkwijze PGA-lokaal Woerden Ä Oudewater Om te komen tot een goede persoonsgerichte aanpak onderscheiden we vier fasen:. Selecteren 2. Prioriteren 3. Opstellen en uitvoeren plan van aanpak (inclusief monitoring) a. Casusoverleg b. Regie: procesregie en casusregie 4. Beëindigen 2. Vier fasen Fase. Selecteren Voor de lokale persoonsgerichte aanpak binnen de gemeente richten we ons op die inwoners die overlast en/of criminaliteit plegen en waarvan de casus net te licht is voor het Veiligheidshuis, maar te zwaar voor de reguliere aanpak van ketenpartners. Met andere woorden: als de reguliere taakuitoefening niet toereikend is, wordt de casus opgeschaald naar de Lokale PGA. Criteria PGA lokaal (zie ook privacyconvenant PGA): De doelgroep voor deze lokale persoonsgerichte aanpak wordt gevormd door inwoners van wie: ' een partner op basis van herhaalde contacten en interventies meent dat het voortzetten van interventies uitsluitend vanuit de eigen keten niet volstaat; omdat het gedrag of de vermoedelijk aanwezige meervoudige problematiek een integrale aanpak vanuit twee of meer ketens noodzakelijk maakt; een geregisseerde integrale aanpak nodig is omdat het gedrag van de inwoner, ook blijkens minimaal twee politieregistraties in de afgelopen 2 maanden, de openbare orde verstoort en/of een bedreiging is of kan zijn voor de fysieke en subjectieve veiligheid van de inwoner zelf of die van anderen; én deze inwoner (nog) niet, of niet meer in aanmerking komt voor een persoonsgerichte aanpak in het Veiligheidshuis. Fase 2. Prioriteren Een groep inwoners is in beeld voor de lokale PGA aanpak voor zowel de gemeente Woerden als Oudewater. Om in dit eerste stadium maximaal effect te behalen wordt de aanpak geconcentreerd op een groep van 0 tot 5 personen uit Woerden. Voor de gemeente Oudewater gaat het om zo'n zes personen. Deze groep inwoners staan op een zogeheten 'Focuslijst', samengesteld op basis van politiecontacten. In het systeem dat we gebruiken hebben we lijsten waarin namen staan. De lijsten worden beheerd door de procesregisseur PGA. Elke lijst heeft een prioritering. De lijst met de hoogste prioritering wordt de focuslijst genoemd. Hierin staan de personen die structureel terugkomen en meer aandacht nodig hebben. De focuslijst zal regelmatig bijgesteld worden, doordat er personen afgeschaald dan wel toegevoegd kunnen worden. De samenstelling van de lijst is een continu proces. Om nieuwe aanwas te voorkomen en de criminaliteit in Woerden daadwerkelijk terug te dringen is er een aanpak nodig die zich niet alleen focust op de betreffende persoon op de PGA lokaal lijst, maar ook op broertjes en zusjes in het gezin (gezinsaanpak). Waarbij perioden in detentie of in een ISD-instelling niet worden meegeteld.

10 Fase 3. Opstellen en uitvoeren plan van aanpak (inclusief monitoring) De aanpak op de PGA-lokaal vraagt een integrale afstemming tussen verschillende partijen. Voor ieder persoon die besproken wordt in het casusoverleg wordt er voor een persoon een specifiek plan van aanpak opgesteld. Dit plan van aanpak wordt opgesteld en verwerkt in het automatiseringssysteem 'smart on people'. Afstemming met de betrokken partijen en het maken van een plan van aanpak voor een PGA-casus vindt plaats op lokaal niveau. Dit vindt eens per maand plaats. De betrokken partijen worden in hoofdstuk vier (pagina 0) nader benoemd. Fase 4. Beëindigen Indien een persoon op de PGA-lijst gedurende jaar in vrijheid (dus niet gedetineerd of opgenomen in een inrichting) geen overlast heeft veroorzaakt (gemeten aan overlastmeldingen) of criminaliteit heeft gepleegd (gemeten aan ingezonden dossiers), wordt hij van de PGA-lijst verwijderd. Hiervoor gelden 3 peilmomenten: januari, mei en september. N.B. Het verwijderen van een persoon van de PGA-lijst betekent niet automatisch dat ook een eventuele reguliere (zorg)aanpak wordt beëindigd. Zorg- c.q. justitiële trajecten kunnen gedurende langere tijd doorlopen, waarbij er op de betrokken zorgpartners en justitiële partners een verantwoordelijkheid rust om:. te melden bij de gemeentelijke procesmanager indien het dreigt mis te gaan 2. te melden bij de gemeentelijke procesmanager indien een zorg- c.q. justitieel traject wordt beëindigd. 2.2 Inwoners PGA-lijst Personen die op de PGA lijst staan, worden niet standaard uitgenodigd voor het casusoverleg. De voorkeur heeft om, indien wenselijk, in een kleiner verband (een kleine groep van direct betrokkenen) de problematiek en het plan van aanpak te bespreken. Indien de betreffende persoon het wenst, kan hij deelnemen aan het PGA overleg en zal hij daarvoor uitgenodigd worden. Indien daartoe aanleiding is, bestaat ook de mogelijkheid om - op korte termijn - alleen met de direct betrokkenen bij een casus te overleggen. Dit met het doel om snel en adequaat bij actuele ontwikkelingen te kunnen ingrijpen.

11 3. Regievoering Bij de regievoering op de PGA-lokaal maken we onderscheid tussen procesregie (regie op proces) en casusregie (regie op inhoud). 3. Procesregie De gemeente (procesregisseur PGA) voert de regie op het proces (is procesmanager). Het gaat er in de eerste plaats om dat de procesmanager ervoor zorgt dat de juiste partijen op het juiste moment aan tafel komen; hij organiseert, samen met de ondersteuner, het casusoverleg en zit het voor. Tevens zorgt de procesmanager ervoor dat per casus een casusregisseur wordt benoemd. Bovendien zorgt hij ervoor dat de in het casusoverleg gezamenlijk vastgestelde doelen, acties en interventies door de casusregisseur worden verwoord in een plan van aanpak en dat dit plan van aanpak in het casusoverleg wordt vastgesteld. Daar waar verschil van mening bestaat over wie de casusregisseur zou moeten zijn, rust de procesmanager niet voordat de casusregie is belegd. Hij adviseert eventueel gevraagd en ongevraagd over mogelijke (creatieve) interventies. De procesmanager wordt op de hoogte gehouden van de voortgang door de casusregisseur en hij bevraagt de casusregisseur op zijn afwegingen en de voortgang. De procesmanager neemt initiatief als het plan van aanpak met mogelijk verschillende interventies stokt; dit kan zijn omdat de casusregisseur hem dit vraagt of omdat hij zelf vindt dat het niet goed loopt. In dat geval handelt de procesmanager conform het escalatiemodel (zie 3.3). Hij monitort de algemene voortgang van casussen, zoals afgesproken in de plannen van aanpak. 3.2 Casusregie Binnen het casusoverleg en ad hoc-overleg wordt nadrukkelijker gewerkt met casusregie (ofwel casemanagement). Per casus wordt onder regie van de procesmanager afgesproken wie de casusregisseur wordt voor de casus. Dit gebeurt bij voorkeur door één van de direct betrokken ketenpartners die de cliënt goed kent en die een dominante rol heeft in (het oplossen van) de casus. De casusregisseur heeft de taak om het plan van aanpak op te stellen en de uitvoering in al haar aspecten te bewaken en te bevorderen. Het is primair de casusregisseur die alle betrokken partijen rechtstreeks en direct bevraagt, stuurt en informeert over de vorderingen en aanspreekt op de gemaakte afspraken in het plan van aanpak, vanuit het belang van de samenhang van de verschillende interventies. De andere partijen weten ook dat zij aangesproken kunnen worden door de casusregisseur en werken hieraan mee. De casusregisseur bewaakt en stimuleert de voortgang in de uitvoering. Hij houdt het inhoudelijke overzicht in de casus en neemt initiatief als het plan van aanpak stokt. Dan escaleert hij door de procesmanager actief in te zetten conform het escalatiemodel. De casusregisseur informeert de procesmanager periodiek over de voortgang. 3.3 Escalatiemodel Indien de casusregisseur er in de uitvoering met betrokken partijen niet uitkomt, wordt er gebruik gemaakt van een escalatiemodel. Dit model ziet er als volgt uit: ) Bij operationele knelpunten treedt de gemeentelijke procesmanager op en spreekt de direct betrokken medewerkers aan; 2) Mocht dit niet leiden tot een oplossing voor de geconstateerde knelpunten, maakt de gemeentelijke procesmanager dit aanhangig op managementniveau van de betrokken ketenpartners; 3) Mocht ook dit niet tot het gewenste resultaat leiden, maakt de procesmanager de knelpunten op bestuurs- of directieniveau bespreekbaar; 4) Indien dit niet tot oplossingen leidt, kan de burgemeester: 8

12 - oplossingen bewerkstelligen (ingeval van knelpunten binnen de gemeentelijke organisatie); - in overleg treden met de directie/bestuur van de betreffende organisatie om tot een oplossing te komen (ingeval van knelpunten bij externe organisaties). 3.4 Bestuurlijke betrokkenheid Om bestuurlijk betrokkenheid te borgen vindt periodieke (voortgangs)bespreking van de PGA-lokaal plaats met de burgemeester en zo mogelijk de wethouder Jeugd. De frequentie van deze besprekingen zijn een keer per 4 a 6 weken. 9

13 4. Ketenpartners PGA-lokaal 4. Deelnemers casusoverleg PGA-lokaal Aan het casusoverleg PGA-lokaal neemt een aantal kernpartners deel. Daarnaast kunnen per casus overige partners uitgenodigd worden voor het casusoverleg. Tot slot zijn er nog een aantal partners die vanwege de regionale functie niet in staat zijn om in elk PGA overleg (binnen de regio) aan te sluiten. Het streven is om van deze ketenpartners contactpersonen te hebben die benaderd kunnen worden indien we binnen de PGA een beroep op deze ketenpartner willen doen (voor een vraag, informatie of aanmelding). Onderstaande partners kunnen zowel voor Woerden als Oudewater ingezet worden. Belangrijk hierin is dat er gekeken wordt naar de behoefte en het probleem dat er speelt. Kernpartners PGA-lokaal: " Politie SAVE i Woerdenwijzer Stadsteam Oudewater Regionaal bureau Leerplicht (RBL) Team Openbare Orde en Veiligheid (OOV) gemeente Woerden Informatiemakelaar/adviseur Veiligheidshuis i Fermwerk i Kwadraad i Kwintes Streetcornerwork Jeugd-Punt (voornamelijk signaalfunctie en kunnen aansluiten op casusniveau of andere zaken waarbij hun expertise nodig is) Schuldhulpverlening Gemeente Woerden (sluit aan op casusniveau) Groenwest (sluit aan op casusniveau) Woningraat Oudewater (sluit aan op casusniveau) 4.2 Overige deelnemers PGA-lokaal i Deelname de Waag: Aangesloten via drie vaste contactpersonen.» Deelname Altrecht: Aangesloten via vaste contactpersonen. i i Deelname 3RO's en Raad voor de Kinderbescherming: De contacten met de 3RO's en Raad voor de Kinderbescherming lopen op dit moment veelal via de informatiemakelaar/gemeentelijk adviseur veiligheidshuis. De komende tijd zal onderzocht worden hoe de 3RO's en de Raad voor de Kinderbescherming deel uit kunnen maken van de PGA lokaal. Deelname OM: Aanvragen informatie van het Openbaar Ministerie (OM) gaat via een algemeen mailadres van het OM. Hiervoor is voor de gemeente Woerden/Oudewater een algemeen mailadres aangemaakt: pga@woerden.nl. Alleen via het algemene PGA mailadres kan informatie worden opgevraagd bij het OM en zij zullen tevens via dit mailadres de informatie verzenden. De informatie van het OM mag alleen mondeling medegedeeld worden tijdens het PGA overleg en mag niet worden opgeslagen in het registratiesysteem van de PGA. Tevens dient de mail met informatie van het OM, nadat het verstrekt is in het PGA overleg, verwijderd te worden. 0

14 : 5. PGA-waardig Wanneer en/óf een inwoner PGA-waardig is, hangt af van een aantal criteria, conform het privacyreglement, opgesteld door de Taskforce en Werkgroep PGA en mr. L. Janssen in opdracht van het District Veiligheidscolleges en Justitieel Netwerk in Midden-Nederland (206). 5. Stroomschema PGA-waardig In figuur 2 wordt de schematisch weergegeven wanneer een inwoner PGA-waardig is. Figuur 2: Stroomschema PGA-waardig ļ B -(Geen PGA ' Qĩs persoon bekend bij instantie(s) n ^ ^ ' w -(Gadoornaarļ) f5 rr4 npga I ļjzijn er twee of meer partners betrokken? - n ^ GeenPGÜ-ĮŞēļļ Aanmelding ivm vroegsignalering? «, ) í Ē ] ~ ^ B voldoet het aan de cntena van vroegsignaienng? ]a, Twee Politieregistraties in afgelopen 2 maanden? - PGA-waardig - [taf ^ ^ s J ^ - 0 Ŵ o r n ^ ( StroomschemaPGA ) :Geen?Gå V F fē' Geen pga)- [Neek ^ y Verstoring openbare orde en/of bedreiging veiligheid? x r i ( ļ C ^--(Gadoornaarĵ) (ÿnpga)' ĮNeek j s p e ŗ s o ŭ n ^ opgeschaald j afgeschaald van Top X? * Ŵ er zorgen?)- fjap ' (Doorloopde stroomschema t / m ì ) - [jap ^,, u p im-iw» jsprake van meervoudige problematiek? Mĵāļ -(Ga door naar?) ^ (Indien geen 9w) Voldoet persoon aan de criteria t/m 5? / y. ^ ^^waardg^ (^pa7bespreken PGA^owrteg)-ļ (Şorverwijzen naar juiste overlegvorm of instantie)-, I, ^ --^^ Volstaat een lokaal zorg of justitie traject? (mp bieden vanuit å kader)-, ^ I 5.2 Uitleg stroomschema: Aanmelden Persoonsgerichte Aanpak Belangrijke criterium is dat er 'zorgen' moeten zijn om deze inwoner. Een inwoner kan op verschillende manieren worden aangemeld voor de Persoonsgerichte Aanpak, namelijk: " De inwoner wordt van de TOP X lijst afgeschaald naar PGA-lokaal; " De inwoner wordt vanuit een separate lokale aanpak opgeschaald naar PGA-lokaal; " Een bestuurder of een ketenpartner meldt een inwoner aan voor een Persoonsgerichte Aanpak. Als de inwoner voldoet aan het bovenstaande dan dient men de zestal vragen te beantwoorden, die gesteld worden in het stroomschema onder figuur 2.

15 Wanneer de zes vragen met een 'ja' beantwoord kunnen worden dan kan worden gesteld dat de inwoner PGA-waardig is. Er zal dan een uitvoeringsplan van aanpak worden opgemaakt. Wanneer niet alle zes de vragen met een 'ja' kan worden beantwoord dan kan worden gesteld dat de inwoner NIET voldoet aan de criteria van de Persoonsgerichte Aanpak. In dat geval wordt er onderzocht of de inwoner: Voldoende lokale zorg krijgt om het probleem aan te pakken; In een justitie traject zit en van daaruit geholpen en aangepakt kan worden; Professioneel wordt doorverwezen naar een ander overlegvorm; Nogmaals besproken dient te worden vanuit PGA. Vraag : is de persoon bekend bij instantie(s)? Het is belangrijk om met verschillende partners te overleggen en te schakelen wanneer dat nodig is. Een belangrijke informatiebron voor de PGA is de politie. Als een inwoner één politieregistratie heeft dan is dat niet direct zorgwekkend voor de PGA, maar bij meerdere overtredingen/politieregistraties is dat wel het geval. Meestal gaat dit gepaard met andere problemen zoals schulden, schoolverzuim etc. De inwoner is dan meestal ook bekend bij andere instanties. Er blijkt in zulke gevallen een geïntegreerde aanpak nodig vanuit meer ketens met procesregie en coördinatie. Vragen 2, 3 en 4 van het stroomschema Zoals hierboven beschreven is het belangrijk om terughoudend om te gaan met de PGA. Je kan niet zomaar iedereen opnemen op de lijst van de PGA. Dit is voor de betrokken partners niet gunstig, omdat we onnodig tijd steken in het vullen van lijsten met namen, maar dan niet inhoudelijk het werk kunnen doen om daadwerkelijk zorg te verlenen aan de inwoners die dat echt nodig hebben. Doelgroep voor deze lokale persoonsgerichte aanpak wordt gevormd door inwoners van wie: een partner op basis van herhaalde contacten en interventies meent dat het voortzetten van interventies uitsluitend vanuit de eigen keten niet volstaat; omdat het gedrag of de vermoedelijk aanwezige meervoudige problematiek een integrale aanpak vanuit twee of meer ketens noodzakelijk maakt, én een geregisseerde integrale aanpak nodig is omdat het gedrag van de inwoner, ook blijkens minimaal twee politieregistraties in de afgelopen 2 maanden, de openbare orde verstoort en/of een bedreiging is of kan zijn voor de veiligheid van de inwoner zelf of die van anderen, én i deze inwoner (nog) niet, of niet meer in aanmerking komt voor een persoonsgerichte aanpak in het Veiligheidshuis. Vraag 5: is er sprake van meervoudige problematiek? Er is sprake van meervoudige problematiek als er op meerdere leefgebieden problemen zijn. Naast de twee of meer politieregistraties kun je denken aan: niet naar school en/of geen werk hebben, geen inkomen, schulden, verslavingsproblematiek. Vraag 6: Voldoet persoon aan de criteria tot en met 5? Als de inwoner voldoet aan alle bovenstaande criteria, dan is de inwoner PGA-waardig en dient er een brief te worden gestuurd. De inwoner wordt dan uitgenodigd door de procesregisseur en ondersteuner. Dit wordt verder uitgewerkt in het uitvoeringsschema (pagina 7). Afschalen of van lijst halen? Het is mooi als we successen boeken, maar iemand van het lijstje halen is een handeling waarover goed nagedacht moet worden. Als de meerderheid van de partners het hier mee eens is, dient dit gemotiveerd te worden in het dossier van de desbetreffende inwoner, alvorens het dossier wordt afgesloten. Maximale termijn om een dossier in het systeem te laten, als deze is gesloten of op monitoren is gezet, is twee jaar. Voorts kan een inwoner ook afgeschaald worden naar Woerdenwijzer of naar andere betrokken partners. 2

16 5.3 Vroegsignalering PGA Vroegtijdig signaleren gaat over gedragingen of signalen die klein beginnen en die langzamerhand groter worden en die tot sociale spanningen en onveiligheid kunnen leiden. Het gaat hier om een zogeheten 'mildere' vorm van overlast, al dan niet in groepsverband. Het uit zich bijvoorbeeld door geluidsoverlast, intimiderend aanwezig zijn, zwerfvuil achterlaten en door sterke vermoedens van betrokkenheid bij georganiseerde criminaliteit zonder harde bewijslast. Wanneer de inwoner door minimaal twee afzonderlijke partijen/instanties wordt aangemerkt als iemand die 'aandacht' dient te krijgen in het kader van vroegsignalering, dan kan de betreffende inwoner in een uitzonderlijke situatie worden aangemeld voor het lokale PGA-overleg. De aanmelding voor de lokale persoonsgerichte aanpak gebeurt door of namens de burgemeester. Bij de aanmelding wordt de onderbouwing nader uitgelegd. Het gaat om signalen waarbij bestuurlijk commitment nodig is van de burgemeester Criteria: - Betreft maatwerk, waarbij sprake is van een uitzonderlijke en verontrustende situatie - Betreft signalen die mogelijk kunnen leiden tot maatschappelijke onrust en onveiligheid - Betreft signalen die multidisciplinair moeten worden aangepakt (twee instanties of meer) - Betreft signalen met kans op escalatie of betrokkenheid van georganiseerde criminaliteit De voordelen van vroegsignalering via de PGA-aanpak zijn: o Beter en objectiever zicht op (potentiële) personen; o Sneller oppikken van signalen; o Kleinere kans op verergering; o Meldingen beter in kaart brengen en dieper op meldingen inzoomen, zodat duidelijk wordt waar meldingen vandaan komen en waar ze over gaan; o Betere informatiedeling tussen betrokkenen t.b.v. privacy, veiligheid en afstemming. o Multidisciplinaire aanpak o Snellere en meer op maat gerichte hulpverlening Vroegsignalering en daardoor vroegtijdig ingrijpen via de lokale persoonsgerichte aanpak leidt tot: o Een kleinere kans op escalatie; o Sneller herstel en minder terugval; o Uiteindelijk: minder overlast en minder sociale spanningen en onveiligheid. 5.4 Overige situaties voor PGA De mogelijkheid om inwoners, die omgaan met PGA-waardige inwoners, op de PGA te plaatsen is bij voorbaat niet uitgesloten. Dit ter preventie dat mede-inwoners op de PGA komen te staan. Daarnaast kunnen jongere broertjes of zusjes uit het gezin meegenomen worden in de systeemaanpak. De systeemaanpak wordt besproken tijdens het PGA-overleg. Casussen die verband houden met vroegsignalering radicalisering kunnen ook worden ingebracht/besproken in het PGA lokaal overleg. In het Uitvoeringsplan Integraal Veiligheidsbeleid 207 en 208 is verward gedrag opgenomen als prioriteit voor de Persoonsgerichte Aanpak (PGA) indien er tevens sprake is van openbare orde problematiek (ernstige overlast). Het uiteindelijke doel is om mensen met verward gedrag tijdig goede ondersteuning op maat te bieden zodat overlast en crisissituaties worden voorkomen. Hiermee dragen we bij aan een samenleving waarin mensen ondanks de gevolgen van hun psychiatrische aandoening kunnen blijven participeren in hun omgeving. 3

17 6. Uitvoering PGA In dit hoofdstuk wordt de uitvoering van Persoonsgerichte Aanpak nader uitgelegd. Onder 6. wordt eerst een schematische weergave van de uitvoering van PGA weergegeven. 6. Uitvoeringgschema PGA. Problemen in kaart brengen 6. Monitoren Ivan Plan vanl Į\anpak ej lafsluitenl 2.Vaststellen behoefte inwoner PGA Waardig 6. Uitvoering van Plan van Aanpak 3. Concept. uitvoeringspla n van aanpak 4. Definitief maken Plan van Aanpak. 4

18 6.2 Toelichting uitvoering PGA PGA-waardig Wanneer iemand PGA-waardig is, is het belangrijk om in kaart te brengen welke aandachtsgebieden er zijn. Wanneer dat bekend is, start het traject om die inwoner te helpen. Te allen tijde moet zorg en preventie voorop staan. De overlastgevende inwoner ontvangt een brief waarin staat dat hij op de PGA-lijst staat en wordt uitgenodigd voor een gesprek. De brief wordt als bijlage C toegevoegd. Het betreft hier de brief die gestuurd wordt naar de inwoners. Tevens wordt de brief die naar de ouders van minderjarige inwoners ook als bijlage naar de ouders gestuurd. De partner die de inwoner inbrengt, zorgt ervoor dat de inwoner wordt ingelicht. Ondertussen wordt er een dossier aangemaakt van deze inwoner in het systeem. Stap en stap 2: Problemen in kaart brengen en vaststellen behoefte Het is hier belangrijk om de problemen van de inwoner die geholpen gaat worden in kaart te brengen. Dit door middel van inbreng van partners zoals, Streetcornerwork, politie en andere ketenpartners. Daarnaast is het noodzakelijk om een gesprek aan te gaan met de betrokken inwoner. Aan de hand van dit gesprek is het de bedoeling om in kaart te brengen welke problemen er daadwerkelijk zijn en deze toe te voegen bij het dossier van desbetreffende inwoner. De problemen zijn onder te verdelen in een tiental leefgebieden (kwalificaties). De leefgebieden betreffen: Justitie i Politie/veiligheid (Criminaliteit en overlast) i Buurt /vrienden Gezin (sociale omgeving) Arbeid en dagbesteding Huisvesting Onderwijs Gezondheid i Financiën (inkomen / schulden) Legitimatie (ID) en verblijfstatus Bij al deze leefgebieden kunnen verdiepingsvragen gesteld worden om meer inzichten te verkrijgen in de situatie van de inwoner. Bijgevoegd als bijlage A is een standaard vragenlijst per leefgebied opgesteld. Dit zal de betrokken partners helpen om ze op weg te helpen bij het vaststellen van de problemen. Daarnaast helpt het de betrokken partners onderling om, in het kader van ketengericht samenwerken, met elkaar constructief mee te denken (hoe worden de problemen aangepakt?) en in het uitvoeren van het plan van aanpak. Stap 3: Concept uitvoeringsplan van aanpak De volgende stap is om een concept van het uitvoeringsplan van aanpak te realiseren. Dit gebeurt door: i De partners uit te nodigen die kunnen helpen bij de problemen die een inwoner ervaart; i Casusregisseur aan te wijzen; Het uitvoeringsplan van aanpak in te vullen met de aanwezige partners. In het digitaal werksysteem van de 'C3groep' is de mogelijkheid om een uitvoeringsplan van aanpak te maken. Aan de hand van de informatie die is verzameld, is het mogelijk om een probleemstelling te formuleren. Vervolgens wordt het traject bepaald en wordt de casusregisseur in de aanpak gezet. Gezamenlijk wordt de aanpak bepaald en vastgesteld. Stap 4: Definitief maken plan van aanpak Wanneer het plan van aanpak is opgesteld en deze is vastgesteld met de betrokken partners, dan wordt deze definitief gemaakt. In de aanpak wordt er zo veel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de inwoner, maar heeft wel een dwingend karakter. 5

19 Stap 5: Uitvoering van Plan van Aanpak Wanneer het plan van aanpak af is, kan deze besproken worden met de desbetreffende persoon. In dit gesprek is het de bedoeling dat het definitief opgestelde uitvoeringsplan van aanpak wordt besproken en dat het aansluit bij de behoefte van de inwoner. Dit is dus echt maatwerk. Dit zorgt ervoor dat hij zich geholpen voelt en kansen gaat omarmen die hem worden geboden. Er moet wel duidelijk gemaakt worden dat diegene zelf de sleutel is tot succes en de PGA niet vrijblijvend is. Er moet geprobeerd worden om de PGA over te brengen als een kans en niet als repressie. Stap 6: monitoren van Plan van Aanpak en afsluiten Het monitoren duurt maximaal twee jaar. Indien de persoon zich in deze twee jaar positief ontwikkelt, kan deze van de PGA-lijst af. Is dit niet het geval, dan beginnen we weer bij stap één en kijken we aan de hand van een gesprek met de persoon hoe het plan van aanpak kan worden bijgesteld. Verder dient er een alert in de agenda's te komen van de procesregisseur en ondersteuner voor de evaluatie. Eventueel kan worden afgeschaald naar Woerdenwijzer. 6.3 Hand-out uitvoering PGA ŗ PGA waardig ŗ *) Nadruk op preventie en zorg i J Toelichting Problemen in kaart brengen ft Inbreng ketenpartners ft Problemen verdelen onder aandachtsgebieden ļ Vaststellen behoefte y In gesprek met inwoner Concept: uitvoeringsplan van aanpak ļyļ Definitief maken Plan van Aanpak Betreffende partners uitnodigen Aanwijzen casusregisseur Invullen van UvA ^Vaststelling door betrokken partners ^Wensen inwoner worden zo goed mogelijk meegenomen jŗ Plan heeft een dwingend karakter Uitvoering van Plan van Aanpak H Gemeente en casusregisseur gaan in gesprek met inwoner A Overbrengen als een kans, geen repressie k Bieden van maatwerk ļ uitvoeren ft Uitstroom PGA OF ft Problemen (opnieuw) in kaart brengen. Volg de stappen t/m 6 6

20 6.4 Overige werkafspraken Logboek Het logboek wordt gebruikt om recente informatie te delen met de overige partners. Bij het delen van de informatie is het belangrijk om te weten welke informatie er daadwerkelijk gedeeld mag worden. Sommige informatie kan vanuit privacy niet in het systeem gezet worden. Hierbij dient er een afweging (need to know of nice to know) te worden gemaakt door de partner zelf. Denk aan persoonlijke omstandigheden o.i.d. De informatie is namelijk ook op te vragen door de persoon zelf. Wel is het mogelijk om dergelijke informatie mondeling toe te lichten tijdens een overleg. Dit gebeurd ook met informatie van het OM. Actiepunten Bij een overleg worden er actiepunten in het systeem gezet. Deze worden op naam gezet van een partner, eventueel met de naam van de uitvoerder. die er dan een bepaald tijdsbestek voor krijgt. Meestal is dit twee weken. Bij een gezamenlijk overleg wordt er gekeken welke actiepunten er open staan als een persoon wordt besproken. Tijdens het overleg wordt de actie pas op afgerond gezet. Dit wordt gedaan om de overige partners op de hoogte te brengen van de uitkomst hiervan. Uiteraard wordt de uitkomst ook gedeeld in het logboek. Vergaderingen Om er voor te zorgen dat de informatievoorziening en het contact met de partners optimaal is, wordt er eens per maand een overleg georganiseerd. Bij de vergaderingen worden alle partners die betrokken zijn bij de PGA uitgenodigd. Op de eerste dinsdag van de maand wordt de lokale PGA (Woerden) besproken. Dit zijn de inwoners uit Woerden die op de PGA staan. Op de derde dinsdag wordt Oudewater en TOP X besproken. De agenda wordt een week voor de vergadering gestuurd. Dit gebeurt meestal op maandag. Bij het versturen van de agenda worden er al een aantal namen op de bespreeklijst gezet. Het verschilt per vergadering wie er besproken wordt. Dit is afhankelijk van eerdere overleggen en recente ontwikkelingen van een persoon. Als de agenda wordt gestuurd, kan een partner nog altijd een persoon voordragen om besproken te worden. Dit wordt gecommuniceerd naar de andere partners. De gemeente behoudt de regie hierop. Notulen De notulen worden twee dagen na het overleg gestuurd naar de partners. Doordat het systeem tijdens het overleg wordt gebruikt en actiepunten direct worden toegekend aan partners kunnen de notulen direct worden vastgesteld. Elke partner is namelijk op de hoogte van de taken die uitgevoerd moeten worden. Wanneer een partner niet aanwezig is, kan het zo zijn dat de notulen niet worden vastgesteld. De termijn van twee dagen wordt dan gehanteerd alvorens de notulen worden vastgesteld. Een partner wordt dan op de hoogte gebracht van nieuwe actiepunten. Uitgangspunt blijft wel dat de notulen na elke vergadering definitief worden gemaakt. Achtervang Elk ketenpartner dient een achtervang te hebben voor de PGA. Dit om te voorkomen dat een netwerkpartner niet aanwezig is bij een bijeenkomst. Daarnaast zorgt dit ervoor dat er continuïteit is binnen de PGA. Elke partner krijgt een gebruikersaccount met een persoonlijke inlog en wachtwoord. 7

21 7. Monitoren en afsluiten 7. Redenen van monitoren en afsluiten Bij het monitoren is het belangrijk om structureel zicht houden op het verloop van de PGA. Door gedurende de PGA structureel informatie te verzamelen kun je tijdig bijsturen waar nodig. Een monitor geeft antwoord op vragen zoals: Dragen je activiteiten bij aan je doel? Wat gaat goed? Wat kan beter? Door te monitoren houd je zicht op je doelbereik. Zo weet je welke stappen je moet zetten om je doel te bereiken en bereik je het doel efficiënter. Met evalueren wordt het resultaat tegen het licht gehouden. Dit gebeurt meestal na afloop van een traject, maar kan ook tussentijds. Een evaluatie brengt helder in kaart wat de resultaten en/of effecten van het uitvoeringsplan van aanpak is. Daarbij worden de succesfactoren en de verbeterpunten benoemd. Met die kennis weet je bij toekomstige trajecten waar je aandachtspunten liggen. Hieronder worden een aantal (gestandaardiseerde) redenen van monitoren en afsluiten genoemd. Monitoren: Zorgen zijn voldoende afgenomen; Gedragsverbetering (ook minder recidive) door het inzetten van PGA; i Interventies zijn ontoereikend en/of informatiepositie ontoereikend voor casusoverleg In afwachting van strafzaak Afsluiten: Overgedragen gemeente binnen regio Overgedragen gemeente buiten regio Overgedragen Top X / ander overleg Zorgen voldoende afgenomen voor afsluiting Valt buiten aanpak Overig (bijvoorbeeld: verhuisd naar buitenland) 7.2 Indicatoren Om te kunnen bepalen of de PGA effectief is, zijn indicatoren benoemd die informatie geven over de mate waarin de doelstelling behaald is. De indicatoren die hierover informatie kunnen geven worden hieronder beschreven. Aangepakte personen/ systemen o Aantal personen geagendeerd in groot PGA-overleg o Aantal risicovolle leden gezinssysteem/ groepssysteem o Aantal personen waarvan het plan van aanpak in uitvoering is o Aantal personen waarvan het plan van aanpak afgerond is Ingezette interventies o Welke deelgebieden (persoon, sociale omgeving, criminele omgeving) o Welke tactieken (opsporen, afnemen, tegenhouden, verstoren, signaleren/ adviseren, resocialisatie/ zorg) o Aantal ingezette interventies o Resultaten ingezette interventies Ingezette capaciteit o Welke organisaties o Welke sleutelfuncties o Welke tijdsinzet (en eventuele andere middelen) 8

22 7.3 Monitoringsafspraken De samenwerking in het PGA-overleg kan in gezamenlijkheid gemonitord worden met behulp van het instrument 'Stappenmeter Doelbereik Samenwerking' van Jonker Verweij uit 203. Dit geeft duidelijkheid over hoe de samenwerking in het casusoverleg gemiddeld verloopt. Voor het monitoren kunnen de onderstaande vragen aan de betrokken partijen in het PGA-overleg heel concreet gesteld worden: WIE monitort - casusregisseur (bijv. de wijkagent) WAT wordt gemonitord (bijv. gaat na wat betrokkene overdag doet, met wie hij omgaat, waar hij naar de moskee gaat en met wie hij/zij in zijn familie/vriendenkring de beste contacten heeft) WAAROM wordt er gemonitord i VOOR HOELANG wordt er gemonitord (bijv. welke periode wordt eraan gekoppeld?) HOE wordt er gecommuniceerd en teruggekoppeld? (bijv over. 3 maanden evaluatie in casusoverleggen, bij nieuwe signalen eerder). 7.4 Proces en acties bij besluit tot monitoren tijdens voorlopige afsluiting. Besluit tot monitoren wordt genomen in het casusoverleg Procesregisseur PGA en ketenpartners besluiten in het casusoverleg of een casus voorlopig afgesloten kan worden en op 'monitoring' kan worden gezet. 2. Opstellen monitoringsplan De procesregisseur PGA geeft (desgewenst) een aanzet voor het plan. Vervolgens geeft de gemeente aan wanneer en door wie het plan wordt opgesteld. Er zijn verschillende opties mogelijk: Opstellen plan in hetzelfde casusoverleg (direct na het besluit om iemand op 'monitoren' te zetten); Agenderen nieuw casusoverleg om een monitoringsplan op te stellen; Lokaal onder regie van gemeente het monitoringsplan opstellen en terugkoppeling/formalisering/toetsing in een nieuw casusoverleg; Lokaal onder regie van gemeente het monitoringsplan opstellen en terugkoppeling/formalisering/toetsing in het eerstvolgende afstemmingsoverleg. 3. Vastleggen monitoringsplannen in digitaal werksysteem + vermelden relevante data op afstemmingslijst De informatiecoördinator (ondersteuner PGA) legt het plan vast in het digitaal werksysteem en vermeldt op de afstemmingslijst wanneer de casus op monitoring is gezet, op welke datum de tussentijdse toetsing plaats moet vinden + de datum voor agendering t.b.v. afsluiting. 4. Uitvoering monitoring (casusregisseur en gemeente) De casusregisseur is de verbindende schakel tussen alle taken en acties rondom het uitgezette plan van aanpak in een specifieke casus. Nadat het monitoringsplan is opgesteld, kan aan de casusregisseur worden gevraagd om dit plan toe te lichten op het eerstvolgende afstemmingsoverleg (optioneel). De casusregisseur houdt in de gaten of de afgesproken acties worden uitgevoerd en plaatst tussentijds updates in het digitaal werksysteem. Ook de andere betrokken ketenpartners vullen het digitaal werksysteem wanneer zij nieuwe relevante informatie hebben. Indien het monitoringsplan niet verloopt zoals afgesproken, of als er nieuwe signalen of omstandigheden blijken te zijn die van invloed zijn op de uitvoering van het plan en de bijbehorende acties, informeert de casusregisseur de procesregisseur PGA. Indien nodig wordt een casus - in overleg met de gemeente - direct een casusoverleg georganiseerd. 9

23 5. Tussentijdse toetsing/terugkoppeling casusregisseur i Na elke drie maanden (tenzij andere frequentie is bepaald in monitoringsplan) vindt een tussentijdse toetsing plaats van het monitoringsplan: zijn de afgesproken acties uitgevoerd en is er nieuwe informatie beschikbaar? Ondersteuner PGA bewaakt termijn voor agendering en attendeert gemeente t.b.v. agendering in casusoverleg PGA. i Gemeente draagt zorg voor agendering in lokaal casusoverleg PGA of afstemmingsoverleg. Gemeente draagt zorg voor ophalen informatie bij casusregisseur en nodigt hem/haar desgewenst uit voor het afstemmingsoverleg. i Afhankelijk van de uitkomsten van de bespreking: nieuwe inzet / nieuwe bespreking / vervolgen monitoringsplan. 6. Afsluiting (gemeente) i Nadat twaalf maanden uitvoering is gegeven aan het monitoringsplan, vindt in principe i i agendering plaats ten behoeve van afsluiting. Een casus kan worden afgesloten wanneer het risico in de casus t.o.v. de nulmeting is verminderd (en geaccepteerd) of wanneer partners van mening zijn dat er geen interventiemogelijkheden meer zijn. Het is belangrijk dat geconstateerd wordt dat alle mogelijkheden daadwerkelijk zijn uitgeput en dat tot op het hoogst haalbare niveau draagvlak is voor de beslissing om de casus af te sluiten. Het is afhankelijk van de wens van de gemeente waar de toetsing (wel/niet afsluiten) plaatsvindt: casusoverleg of specifiek afstemmingsoverleg tbv monitoring. De stappen onder 5. worden herhaald Wanneer navraag geen redenen oplevert om de betreffende casus niet af te sluiten, gaat de gemeente over tot definitieve afsluiting van de casus. 20

24 Bijlage A - Problemen en leefgebieden Gezin (sociale omgeving)» Heeft betrokkene problemen binnen het gezin?» Is er een relatie tussen de partner-, gezins- en familierelaties van betrokkene en het gevaar voor letsel voor zichzelf en anderen?» Is er een relatie tussen de partner-, gezins- en familierelaties van betrokkene en het delictgedrag?» Wat is de inschatting van het risico op herhaling problemen op dit leefgebied?» Motivatie, houding en mogelijkheden van betrokkene om niet-criminogene relaties aan te gaan? Financiën (inkomen/schulden)» Heeft betrokkene schulden?» Zo ja, zit betrokkene in een schuldhulpverleningstraject of schuldsaneringstraject?» Wat is de inschatting van het risico op herhaling problemen op dit leefgebied?» Motivatie, houding en mogelijkheden van betrokkene om schulden aan te pakken? Gezondheid» Heeft betrokkene een zorgindicatie? (ja/ nee)» Komt betrokkene in aanmerking voor forensisiche zorg?» Zo ja, op welk gebied (gezondheid algemeen, psychische toestand, lichamelijke toestand en sociale situatie) en in welke trajecten/ aanpakken?» Heeft betrokkene een BOPZ-maatregel (Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen)?» Bij welke gemeentelijke zorginstellingen is betrokkene bekend?» Is betrokkene zorgmijdend?» Heeft betrokkene een zorgverleden? (ja/ nee)» Heeft betrokkene een zorgverzekering?» Wat is de inschatting van het risico op herhaling problemen op dit leefgebied?» Motivatie, houding en mogelijkheden van betrokkene om gezondheid/ verslaving aan te pakken? Huisvesting» Heeft betrokkene een vorm van onderdak (ja/ nee)» Zo nee, wat is het probleem?» Zo ja, om wat voor vorm van onderdak gaat het? - huurwoning - eigen woning - huurt een kamer bij particulier - woont in bij familie - woont in bij vrienden/ kennissen - in maatschappelijke opvang - anders» Wat is de geschiktheid en duurzaamheid van de woning?» Wat is de huisvestigingsgeschiedenis van betrokkene?» Wat is de inschatting van het risico op herhaling problemen op dit leefgebied?» Motivatie, houding en mogelijkheden van betrokkene tot een stabiele huisvestingssituatie? 2