JAARPROGRAMMA ONTLEDEN groep 8

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "JAARPROGRAMMA ONTLEDEN groep 8"

Transcriptie

1 JAARPROGRAMMA ONTLEDEN groep 8 Zinnen ontleden Verdeel de zin in stukken met een grijs potlood. Benoem de volgende delen. Persoonsvorm (pv): maak de zin vragend, de persoonsvorm staat voorop. Denk goed na, wat is het hele werkwoord? Bijvoorbeeld toegeven; persoonsvorm = geef toe. Ook kun je de zin in een andere tijd zetten, de persoonsvorm veranderd dan. Als je dan nog niet zeker weet of je de persoonsvorm hebt gevonden, verander dan enkelvoud of meervoud. De persoonsvorm verandert mee. Werkwoordelijk gezegde (wwgez): dit zijn alle werkwoorden in de zin. Denk goed na, wat is het hele werkwoord? Bijvoorbeeld meenemen; neem mee. Verder is de persoonsvorm altijd een deel van het werkwoordelijk gezegde. Naamwoordelijk gezegde (nwgez): er is een naamwoordelijk gezegde in de zin als het gaat over iets zijn, iets blijven, iets schijnen, iets blijken, iets worden, iets dunken, iets lijken, voorkomen (iets), iets heten; bijvoorbeeld: Hij bleek dokter te zijn. Hij lijkt ziek; Hij wordt boos. Let op: bij een naamwoordelijk gezegde is er nooit een lijdend voorwerp. Onderwerp(ond): wie of wat + persoonsvorm..? Het antwoord op deze vraag is het onderwerp. Bijvoorbeeld. Jantje loopt over straat. Wie loopt? Jantje. Dus Jantje is het onderwerp. Let op; een onderwerp kan ook uit een groep woorden bestaan. De kinderen van groep acht van de Casimirschool gaan op kamp. Wie gaan? De kinderen van groep acht van de Casimirschool. Lijdend voorwerp(lvw): wie of wat + gezegde + onderwerp? ; bijvoorbeeld: Ans steelt een schilderij. Wie of wat steelt Ans? Antwoord: een schilderij. Meewerkend voorwerp(mwvw): er staat voor of aan vòòr een meewerkend voorwerp, òf je kunt een van deze ervoor zetten; bijvoorbeeld: Het schepje is voor Ans. OF; Geef je (.aan ) hen dat cadeau? Bijwoordelijke bepaling(bijwbep): kun je nog vragen waar, wanneer, hoe?, dan is er sprake van een bijwoordelijke bepaling van plaats, tijd of hoedanigheid. Woordsoorten benoemen. Benoem de volgende woorden. Werkwoord(ww): een werkwoord is een doe-woord, het gaat om een activiteit; bijvoorbeeld ik zwem, hij geeft toe, ik zou dat kunnen gaan doen, hij is gebleven, enz. Lidwoord (lidw.): de, het, een Zelfstandig naamwoord(znw): dit zijn zelfstandige woorden waar je de, het, een voor kan zetten en alle (aardrijkskundige) namen; bijvoorbeeld: de tafel, de stoel, de gedachte, de liefde, het geluid, de kamer, Piet, Klaas, Leidschendam etc. Bijvoeglijk naamwoord(bnw): een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord; bijvoorbeeld: de rode tafel, de enorm witte broek Bezittelijk voornaamwoord(bzvnw): een woord wat het bezit aangeeft zoals hun, zijn, haar, ons, enz. Bijvoorbeeld: hun boek, haar grap. Persoonlijk voornaamwoord(pvnw): ik, jij, je, hij, zij, u, jullie, wij enz.; bijvoorbeeld: Ik help je. maar dus niet: waar is je boek, je geeft bezit aan, het is JOUW boek Voorzetsel(vz): denk aan de kooi ; bijvoorbeeld in, naar, op, onder, tussen, van, langs, over, voorbij 1

2 Telwoord(tw): alle geschreven cijfers of afgeleiden daar van; bijvoorbeeld: eerste, elf, twee enz. Voegwoord(vw): een woord dat twee losse zinnen koppelt, zodat één nieuwe zin ontstaat; bijvoorbeeld: en, omdat, zodat, maar, vervolgens, bovendien, enz. Aanwijzend voornaamwoord: die, deze, dit of dat Bijwoord(bw): een woord zonder inhoudelijke betekenis dat er wel voor zorgt dat de zin goed loopt; bijvoorbeeld: niet, te, of, ten, geen enz. Een bijwoord is ook een woord dat wat zegt over het bijvoeglijk naamwoord of een werkwoord; bijvoorbeeld: de erg rode stoel; hij rende hard. Vragend voornaamwoord(vvnw): wie, wat, waar, wanneer, hoe, waarom etc Huiswerk: Elke week komt een setje van 5 zinnen aan bod. Deze zinnen gebruik je voor het zinsontleden en het woordsoorten benoemen. Je werkt als volgt: 1. Schrijf de zin op. Verdeel de zin (met potlood) in zinsdelen. Benoem daarna elk zinsdeel. 2. Als laatste benoem je alle woorden in de zin. Een voorbeeld: De juf heeft een spannend verhaal verteld. Heeft = pv Heeft verteld = wwgez De juf = ond Een spannend verhaal = lvw De; lidw juf: znw heeft: ww een: lidw spannend; bnw verhaal: znw verteld: ww Tenzij anders is afgesproken, lever je elke donderdag voor uur je huiswerk in. Op vrijdag bespreken we dit klassikaal, waarna je je schrift weer meekrijgt voor het huiswerk van de volgende week. 1 De jubilaris werd een geschenk aangeboden. Mijn neef voetbalt bij Ajax. Marie helpt haar moeder in de keuken. De dokter onderzoekt de patiënt zorgvuldig. Vader kocht gisteren een nieuwe auto. 2 Zij doet de afwas. Hij zette zijn kraag op. Zij groette haar buurman vriendelijk. Zij heeft een verhaal verteld. Ik heb vanmorgen de bus gemist. 3 Morgen zullen we het kasteel bezoeken. Alle leerlingen hadden de les begrepen. Heb je een postzegel op de envelop geplakt. De voorzitter hield een toespraak. Mijn broer heeft een mooie postzegelverzameling. 4 De tuinman heeft de heg gesnoeid. Ik schrijf een brief in de achterkamer We maakten een wandeling in het bos. Hij verzamelde jarenlang postzegels. Ze maakten de bedden op. 5 In het museum hangen mooie schilderijen. De boer heeft het paard in de stal gezet. De atlas van mijn broer lag in de slaapkamer. Langs de dijk wordt een brede weg aangelegd. Op een zebrapad hebben voetgangers voorrang. 2

3 6 Hij heeft de brief gisteren gepost. We mogen morgen blijven eten. We hebben een wandeling over de hei gemaakt. Er wordt hard op de deur gebonsd. Om tien uur gingen we protesterend naar bed. 7 Zou je me vandaag willen helpen? De chauffeur remde uit alle macht. Je zult harder moeten werken. Ik heb de hele dag in de tuin gewerkt. We moeten het dak laten repareren. 8 De cadeaus lagen op de tafel uitgestald. Het afgebrande hotel zal worden herbouwd. De auto is tegen een boom gereden. De misdadiger zal zwaar worden gestraft. Dit heb je voor je verjaardag gekregen. 9 Ik ga in de vakantie naar mijn oom en tante. Zij wonen in een mooi huis op de veluwe. Ik heb er heel vaak gelogeerd. Vader brengt mij altijd met de auto. Ik heb een lange brief aan mijn tante geschreven. 10 De jongens werden door de boer weggejaagd. Onze gasten zijn vanmorgen vertrokken. Zullen we vanmiddag gaan zwemmen? Het heeft in de krant gestaan. Ik zal je die moeilijke zin uitleggen. 11 Ik heb geslapen op de bank.. Ze hadden gewerkt in de bakkerij. Ik ben gisteren in de gang gevallen. We hebben in het bos gewandeld. Hij had het leuke meisje gezien. 12 Ik heb heel naar gedroomd. Ik zal je morgen helpen. Het heeft geregend in het bos. Hij zou mij gisteren opbellen. Ze zijn vanmorgen kwaad weggegaan. 13 Het gebroken glas lag op de grond. Ik heb het mooie bord gebroken. Ze las de brief zorgvuldig. Ze zijn verhuisd naar een mooie streek. De zeeman verdronk in een vijver. 14 Ik lees een mooi boek. Zij wandelt rustig in het park De beide kinderen lezen iedere week een mooi boek. Ik schrijf een lange brief aan mijn tante De kinderen luisteren vol spanning naar het verhaal. 15 Jan zag zijn moeder in de stad Zij kocht een mooi truitje op de markt Jan liep naar zijn moeder. Hij gaf haar een ijsje. Samen liepen zij weer naar huis. 16 De boer gaf zijn varkens een voedzame brei. Hij pootte de aardappelen zorgvuldig De boerin verzorgde de kippen in de ren. De koeien op het land graasden rustig. Om vijf uur ging de knecht de koeien melken. 17 Moeder geit wilde naar de stad gaan. De zeven geitjes mochten de wolf niet binnen laten. De wolf zag zijn kans. Hij klopte zachtjes op de deur. Het kleine geitje zat stilletjes in de klok. 18 Assepoester gaf de vogeltjes de kruimels. Haar petemoei schonk Assepoester een mooie jurk. Op het bal werd de prins verliefd. 3

4 Om twaalf uur werd de koets een pompoen. De prins vond het arme meisje treurend in de keuken. 19 Moeder gaf Roodkapje een mandje met lekkere dingen. Roodkapje liep op de paden naar oma. De wolf zag haar in het bos. De boze wolf at de oude vrouw op. De jager verraste de slapende wolf. 20 De hebzuchtige koning liet het meisje gouden stro maken. De kleine dwerg bood haar hulp aan. Hij wilde de eerstgeboren baby hebben. De koningin liet haar dienaren de naam opzoeken. De boze dwerg zakte woedend door de grond. 21 In het politiebureau werd Jan in een cel opgesloten. De lieve moeder gaf haar kind een pakje appelsap. Op zolder zag hij een oud treintje. Het treintje maakte een vreemd geluid. In de vakantie liep hij op het stand. 22 Deze week krijgt groep acht vijf zinnen. Het rekenwerk is heel moeilijk. Deze week moeten jullie hard werken. We gaan deze week veel dingen doen. De oude meester heeft het moeilijk 23 In het oude paleis werd een lelijke prins geboren. Hij was een slimme jongen. In het buurland zag een dom meisje het eerste levenslicht. De knappe prinses trouwde met de lelijke prins. Zij deelden hun schoonheid en intelligentie 24 De keizer zag de nachtegaal in zijn tuin. Hij wilde een gouden vogel in zijn kamer. De klokkenmaker maakte een gouden vogel. De nieuwe nachtegaal brak een van zijn veertjes. De echte nachtegaal kwam de keizer troosten. 25 De oude boer liep naar het raam. De boer zag de koeien op het land lopen. Zijn vrouw gaf de lammeren verse melk. De knecht leunde vermoeid op zijn hooivork. 's Middags moest hij de koeien melken. 26 Gisteren las ik een mooi verhaal. We hebben een uur gewandeld. Ik heb het gisteren gehoord. We hebben een uur gefietst. Zij heeft de bus gemist. 27 Heb jij die tekening gemaakt? Ik vond dit blad op de tafel. Iemand heeft dit blad verscheurd. Hij zag zijn werk vernield. Hij lijmde de stukken aan elkaar. 28 Ik schrijf mijn neef een brief Tijdens de vakantie heb ik mijn tante lekkere thee gegeven. Hang je je jas nu aan de kapstok.? Ik heb het nieuws op de radio gehoord. De tuin wordt morgen aangelegd 29 Mijn tante gaf mij tien gulden. Op sinterklaasavond kreeg ik tien cadeautjes. De rekening van dat heerlijke dineetje wordt morgen betaald. De kinderen brachten hun zieke oma een bos bloemen. Het is vandaag erg koud. 4

5 30 De voorzitter hield een toespraak. Heb je de brief gepost? Ik heb hem het verhaal verteld. Dit mooie cadeau heeft mijn vader uit Italië meegebracht. Mijn zusje werd geplaagd. 31 Oom en tante hebben ons van de trein gehaald. Hij gaf zijn zoon een nieuwe fiets. De fietser wees de chauffeur de weg. Ik heb mijn vriend het boek teruggegeven. Het pakje werd gisteren bezorgd. 32 Morgen zal ik U de rekening betalen. Dat had je me gisteren wel eens kunnen zeggen. De dokter schreef zijn patient nieuwe medicijnen voor. De reiziger bood de oude dame zijn zitplaats aan. Ik word moe. 33 Ze hebben ons weer uitgescholden. De eerlijke vinder werd een flinke beloning beloofd. 's Middags werd het plotseling mooi weer. We werden opgeschrikt door een zware donderslag. Het oude stadhuis wordt binnenkort afgebroken. 34 Onze buren zijn naar Arnhem verhuisd. De tentoonstelling wordt morgen geopend. Is je vader nog in het ziekenhuis? In het laatste huis van deze straat ben ik geboren. In ons vorige huis woont nu een dokter. 35 Hij wordt nooit een goed voetballer. Ik heb vanmorgen de bus gemist. Alle leerlingen hadden de les begrepen. Moeder kan haar tas nergens vinden. Ze groette haar buurman vriendelijk. 36 De beide kinderen gaven hun moeder een mooi presentje. Die ronde kaas weegt vijf kilo. Hij schijnt al tien jaar te zijn. Ik vroeg een voorbijganger de weg naar het station. De winnaar was een kleine jongen. 37 De bladeren van de bomen worden al geel. De glazenwasser heeft alle ramen gewassen. Het nieuwe vliegtuig is een technisch wonder. Mijn vriend won de eerste prijs. De kinderen waren in het bos verdwaald. 38 Gisteren is mijn oudste zuster getrouwd. De vorige avond hadden we alles voor de reis klaargelegd. Mijn vader heeft me goede raad gegeven. Tegenwoordig reizen zakenlieden meestal per vliegtuig. De nieuwe abonnees krijgen een zilver lepeltje. 39 De vriendelijk boerin gaf ons een dikke snee roggebrood. Het tochtte heel erg in de bioscoop. Veel toeristen gaan 's zomers naar Spanje. Kun jij een geheim bewaren? Wil jij mij dat boek even geven. 40 Ze heeft haar cadeaus op de tafel in de zitkamer uitgestald. Welke dieren leveren ons wol? Voor ons huis staat een hoge boom. Op dit gevaarlijke kruispunt is vanmorgen een ernstig verkeersongeluk gebeurd. Jan heeft ons gisteren een leuk verhaal verteld. 5

Z I N S O N T L E D I N G

Z I N S O N T L E D I N G - 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk

Nadere informatie

handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen

handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen Naslagwerk Voor leerlingen en ouders INHOUD INHOUD... 2 REDEKUNDIGE ONTLEDING: ZINSDELEN... 3 PERSOONSVORM (pv)... 3 WERKWOORDELIJK GEZEGDE (ww gez)... 3

Nadere informatie

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. DEEL 1: werkwoorden 1. Werkwoorden Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. Voorbeelden: komen, gaan, zwemmen, lopen, zijn enz. 1.1 Vormen van het werkwoord Werkwoorden

Nadere informatie

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww.,

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww., Zinsontleding: onderwerp, persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, handelend voorwerp, voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepalingen in zinnen.

Nadere informatie

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord

Nadere informatie

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6 Grammatica Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6 Inhoudsopgave Zinnen knippen 4 Het onderwerp 7 De persoonsvorm 11 Het gezegde 17 Het werkwoordelijk gezegde 21 Het naamwoordelijk gezegde 24 Het lijdend

Nadere informatie

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk

Nadere informatie

- De zin in een andere tijd zetten (tijdproef). - De zin vragend maken. - Van enkelvoud meervoud maken of andersom (getalproef).

- De zin in een andere tijd zetten (tijdproef). - De zin vragend maken. - Van enkelvoud meervoud maken of andersom (getalproef). 2. Persoonsvorm pv Wat is de persoonsvorm? Daar draait in een zin eigenlijk alles om. De persoonsvorm is altijd een werkwoord. Hoe kun je de persoonsvorm vinden? - De zin in een andere tijd zetten (tijdproef).

Nadere informatie

AANWIJZEND VOORNAAMWOORD. A) Welk woord past in de zin? Kies uit die of dat. 1. Heb je het huiswerk gemaakt? 7. Ga je naar één van onze feestjes?

AANWIJZEND VOORNAAMWOORD. A) Welk woord past in de zin? Kies uit die of dat. 1. Heb je het huiswerk gemaakt? 7. Ga je naar één van onze feestjes? A) Welk woord past in de zin? Kies uit die of dat. 1. Heb je het huiswerk gemaakt? Ja, heb ik gedaan. 2. Komt Willem dit weekend? Nee, moet helaas werken. 3. Ga je met het vliegtuig naar Hamburg? Nee,

Nadere informatie

A) Gebruik de volgende voegwoorden: maar, want, en, of.

A) Gebruik de volgende voegwoorden: maar, want, en, of. A) Gebruik de volgende voegwoorden: maar, want, en, of. 1. Trek je schoenen uit moeder heeft pas schoongemaakt. 2. Ik wilde gaan tennissen mijn vrienden vonden het te warm. 3. Drink je koffie drink je

Nadere informatie

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8 Tipboekje Herman Jozefschool Groep 8 Inhoudsopgave Tips: Woordsoorten Werkwoorden, Lidwoorden,Zelfstandige naamwoorden en eigen namen Bijvoeglijke naamwoorden,voorzetsels,vragende voornaamwoorden Bezittelijke

Nadere informatie

Loopt vader met moeder in het park?

Loopt vader met moeder in het park? Oefening 3 Maak van de gewone zin een vraagzin. Kleur de persoonsvorm lichtblauw. 1. Vader loopt met moeder in het park. Loopt vader met moeder in het park? 2. Morgen ga ik boodschappen doen. Soms begint

Nadere informatie

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Ontleden Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Bij het redekundig ontleden verdeel je de zin in zinsdelen en geef je elk zinsdeel een redekundige naam. Deze zinsdelen

Nadere informatie

Verloren grond. Murat Isik. in makkelijke taal

Verloren grond. Murat Isik. in makkelijke taal Verloren grond Murat Isik in makkelijke taal Moeilijke woorden zijn onderstreept en worden uitgelegd in de woordenlijst op pagina 84. Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen Mijn geboorte Mijn verhaal

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

Zinnen. Zinsontleding VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote taalboek - oefenboek - Paragraaf 18 Zinsontleding.

Zinnen. Zinsontleding VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote taalboek - oefenboek - Paragraaf 18 Zinsontleding. VOORBEELDPAGINA S Zinnen Zinsontleding Soorten zinnen Er zijn verschillende soorten zinnen. De meest gebruikte zijn: s MEDEDELENDE ZINNEN IN DE AANTONENDE WIJS )K GA VANDAAG NAAR HET STRAND s VRAGENDE

Nadere informatie

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. 9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw

Nadere informatie

Verhaal: Jozef en Maria

Verhaal: Jozef en Maria Verhaal: Jozef en Maria Er was eens een vrouw, Maria. Maria was een heel gewone jonge vrouw, net zo gewoon als jij en ik. Toch had God haar uitgekozen om iets heel belangrijks te doen. Iets wat de hele

Nadere informatie

Antwoorden Nederlands Ontleding

Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig

Nadere informatie

HEB JE HUISWERK VANDAAG?

HEB JE HUISWERK VANDAAG? BLAD 1 HEB JE HUISWERK VANDAAG? Je kind moet thuis werken voor school. In de agenda kan je kijken wat je kind moet doen. Wat moet je doen? 1 Maak oefening 1 op blad 2: Wat doet je kind na de school? 2

Nadere informatie

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.

Nadere informatie

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Leraar: Dag Jef. Jef: Dag mevrouw. Hoe gaat het met u? Leraar: Goed, dank je. En met jou? Jef: Ook goed. ----------- Mark: Hallo

Nadere informatie

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. Grammaticaoefeningen 3 Wonen en vervoer Werkwoorden in een andere tijd Oefening 1 Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. 1 Begrijp je deze informatie? ja / nee,

Nadere informatie

Programma Nederlands Praten

Programma Nederlands Praten Nederlands Praten 1 / Basisvaardigheden, hoofdstuk 3 Oefeningen werkwoorden hebben en zijn Oefening 1: Wat is het juiste werkwoord? (zijn) Jij ben/bent een leerling (zijn) Hij is/bent een man (zijn) Zij

Nadere informatie

Nu te koop: De kleuren zijn afschuwelijk, en je kunt zelf kiezen welke vieze veters je erbij wilt.

Nu te koop: De kleuren zijn afschuwelijk, en je kunt zelf kiezen welke vieze veters je erbij wilt. 6 Alles te koop Nu te koop: onze superslechte rolschaatsen! Kom snel naar onze piepkleine winkel waar je heel weinig keuze hebt. Onze lelijke rolschaatsen zijn echt de slechtste van de wereld. Bovendien

Nadere informatie

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden.

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden. 1 Werkwoord (wonen, werken, lopen,...) wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden. 8 Grammatica is niet moeilijk 1.1 woon, woont, wonen Ik woon nu in Nederland. Jij woont nu in Nederland. U woont nu

Nadere informatie

Luisteren: muziek (A2 nr. 7)

Luisteren: muziek (A2 nr. 7) OPDRACHTEN LUISTEREN: MUZIEK www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. Kijk

Nadere informatie

De laat gearriveerde koerier drinkt achter een bruin bureau koude koffie. Deze jonge verpleegster huppelt meestal vrolijk door de lange gangen.

De laat gearriveerde koerier drinkt achter een bruin bureau koude koffie. Deze jonge verpleegster huppelt meestal vrolijk door de lange gangen. Zinsdelen Nederlands Bijvoeglijke bepaling Bijwoordelijke bepaling Lijdend voorwerp Meewerkend voorwerp Naamwoordelijk gezegde Onderwerp Persoonsvorm Voorzetselvoorwerp Werkwoordelijk gezegde Bijvoeglijke

Nadere informatie

GRAMMATICA WERKWOORDELIJK GEZEGDE NAAMWOORDELIJK GEZEGDE VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL UITLEG PER ONDERDEEL VOLLEDIGE UITLEG

GRAMMATICA WERKWOORDELIJK GEZEGDE NAAMWOORDELIJK GEZEGDE VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL UITLEG PER ONDERDEEL VOLLEDIGE UITLEG GRAMMATICA WERKWOORDELIJK GEZEGDE NAAMWOORDELIJK GEZEGDE VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL OEFENSITES WERKWOORDELIJK GEZEGDE ONTLEDEN ZIN OEFENSITES NAAMWOORDELIJK

Nadere informatie

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen. De familieblues Tot mijn 15e noemde ik mijn ouders papa en mama. Daarna niet meer. Toen noemde ik mijn vader meester. Zo noemde hij zich ook als hij lesgaf. Hij was leraar Engels op een middelbare school.

Nadere informatie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,

Nadere informatie

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

2c nr. 1 zinnen met want en omdat OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Pdf versie uitleg Grammatica

Pdf versie uitleg Grammatica Uitleg Grammatica Inleiding In deze zelfstudiemodule kun je grammatica oefenen. Grammatica betekent volgens de Van Dale Leer van het systeem van een taal, geheel van regels volgens welke woorden en zinnen

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 1 bij 4.1 ** Uitleg voor de docent: Op de volgende pagina vind je een blad met plaatjes. Knip de plaatjes uit en doe ze in een envelop. Geef elk tweetal een envelop.

Nadere informatie

De sprookjesdialogen van groep 3

De sprookjesdialogen van groep 3 De sprookjesdialogen van groep 3 In groep 3 kregen de kinderen, samen of in een tweetal, de opdracht om een dialoog tussen sprookjesgfiguren te schrijven, waarna ze een schilderij maakten bij hun dialoog.

Nadere informatie

Woordsoorten. Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord Voorzetsels Werkwoorden

Woordsoorten. Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord Voorzetsels Werkwoorden Woordsoorten Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord Voorzetsels Werkwoorden In dit boekje ga je leren dat er verschillende woordsoorten zijn in de Nederlandse taal. Je gaat de verschillende

Nadere informatie

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. UW MENING GEVEN spreken inleiding en doel Een mening is wat iemand denkt of vindt. U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. U leert ook uw mening geven. Uw mening geven

Nadere informatie

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De

Nadere informatie

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 61 61 REGELS 1 Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 1 Ik woon met mijn gezin in een rijtjeshuis met vier slaapkamers. 2 De vijf appartementen in deze flat zijn heel klein. 3 Hij heeft een groot huis

Nadere informatie

Lesbrief. Introductie

Lesbrief. Introductie Lesbrief Introductie Deze lesbrief hoort bij Lieve Stine, weet jij het? van Stine Jensen en Sverre Fredriksen. Dit boek bestaat uit 20 brieven en antwoorden van filosoof Stine. Deze lesbrief bestaat uit

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Werkwoorden. in uitvoering. Deel B: Werkwoorden in zinnen

Werkwoorden. in uitvoering. Deel B: Werkwoorden in zinnen Werkwoorden in uitvoering Deel B: Werkwoorden in zinnen Voorwoord Werkwoorden zijn leuk, grappig en spannend. En werkwoorden zijn soms een beetje moeilijk. Werkwoorden hebben regels. 1. Er zijn regels

Nadere informatie

Juf is Ziek boekje. Groep 8

Juf is Ziek boekje. Groep 8 Juf is Ziek boekje Groep 8 Wanneer je dit boekje hebt is de juf of meester waarschijnlijk ziek. Met dit boekje kun je vandaag zelfstandig aan het werk. Er zitten verschillende opdrachten in voor rekenen,

Nadere informatie

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram, Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram, mijn kleine broer Dat is niet van mij mama Dan zegt ze

Nadere informatie

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v.

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v. Persoonsvorm - p.v. DE PERSOONSVORM IS EEN WERKWOORD 1. 2. 3. Zet de zin in een andere tijd: Muis schrijft een brief. Muis schreef een brief. Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm. Maak van de

Nadere informatie

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek Jan Heerze Kortom Nederlandse grammatica Walvaboek WOORD VOORAF Kennis van de Nederlandse grammatica is geen doel in zichzelf, maar een hulpmiddel om tekortkomingen in eigen taalgebruik te corrigeren.

Nadere informatie

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel Veertien leesteksten Leesvaardigheid A1 Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout 2011-2016 Verkoopprijs: 1,95 Ad Appel Te bestellen via www.adappelshop.nl

Nadere informatie

Grammatica Woordbenoemen 3. Werkboek gemengde opgaven Geschikt voor de groepen 5 en 6

Grammatica Woordbenoemen 3. Werkboek gemengde opgaven Geschikt voor de groepen 5 en 6 3 Werkboek gemengde opgaven Geschikt voor de groepen 5 en 6 Inhoudsopgave Overzichtslijsten 4 en 5 Inkleuren, ondertrepen, omcirkelen Lidwoord, Zelfstandig naamwoord en Werkwoord 6 + + Hulpwerkwoord en

Nadere informatie

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen. Woensdag Ik denk dat ik gek word! Dat moet wel, want ik heb net gehoord dat mijn moeder kanker heeft. Niet zomaar een kankertje dat met een chemo of bestraling overgaat. Nee. Het zit door haar hele lijf.

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna

Nadere informatie

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Jezus vertelt, dat God onze Vader is Eerste Communieproject 26 Jezus vertelt, dat God onze Vader is Jezus als leraar In les 4 hebben we gezien dat Jezus wordt geboren. De engelen zeggen: Hij is de Redder van de wereld. Maar nu is Jezus groot.

Nadere informatie

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Wat een vreemde bromfiets!

Wat een vreemde bromfiets! Wat een vreemde bromfiets! Waarom rijden er nu geen paarden meer met karren? Reed er vroeger een tram in ons dorp?! Met die bus zou ik ook wel eens willen rijden! 1. Voetgangers baas! Opdracht Lees het

Nadere informatie

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2 Beertje Anders Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2 H. Vos Beertje Anders Wat zonlicht is voor bloemen, is een glimlach voor een beer. Beertje Anders en Beertje Bruin gaan bij oma spelen. Het was maar even

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

Verteld door Schulp en Tuffer

Verteld door Schulp en Tuffer Verteld door Schulp en Tuffer Het allereerste kerstfeest Het allereerste kerstfeest Verteld door Schulp en Tuffer Vertaald en bewerkt door Maria en Koos Stenger Getekend door Etienne Morel en Doug Calder

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

De tijd die ik nooit meer

De tijd die ik nooit meer De tijd die ik nooit meer vergeet Jan Smit uit eigen pen deel 3 De Stiep Educatief De tijd die ik nooit meer vergeet De schrijver die blij is dat hij iets kan lezen en schrijven, vertelt over zijn jeugd.

Nadere informatie

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. Werkwoorden Hebben en zijn De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. persoon onderwerp hebben zijn 1 enk. ik heb ben 2 enk. jij/u hebt bent

Nadere informatie

Handleiding basiswoordenschat.

Handleiding basiswoordenschat. basiswoordenschat. Inleiding. In de basismodule wordt een basis van ongeveer 80 woorden gelegd. Deze woorden worden aangeboden om de woordenschat, maar ook om de communicatieve vaardigheden van de cursist

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school. Voorwoord Susan schrijft elke dag in haar dagboek. Dat dagboek is geen echt boek. En ook geen schrift. Susans dagboek zit in haar tablet, een tablet van school. In een map die Moeilijke Vragen heet. Susan

Nadere informatie

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

1 keer beoordeeld 4 maart 2018 7 Samenvatting door Syb 764 woorden 1 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Nederlands Nederlands Toets week 3 ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN Het onderwerp van een tekst bestaat uit een paar woorden. Een deel onderwerp

Nadere informatie

1c nr. 1: zinnen maken

1c nr. 1: zinnen maken OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling Werkstuk schrijven DPS Communicatie Werkblad: werkwoordspelling On line, korte, doelgerichte cursussen. Aan de slag wanneer het u uitkomt. Via Skype contact met een ervaren docent. Makkelijker was het

Nadere informatie

Bijwoordelijke bepaling HV 2. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/52704

Bijwoordelijke bepaling HV 2. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/52704 Bijwoordelijke bepaling HV 2 Auteurs VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 21 July 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/52704 Dit lesmateriaal is

Nadere informatie

Kijk op: www.nt2taalmenu.nl. nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. Brieven schrijven

Kijk op: www.nt2taalmenu.nl. nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. Brieven schrijven OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 103 103 HOOFDSTUK 7 Wat gaan we doen? WOORDEN 1 Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 2 Op 22 november zijn we 25 jaar

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen Boven: Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 2 bij 4.1 * slaapkamer 2 trap Beneden: tuin garage TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 4-1 Opdracht 3 bij 4.1 ** Vertel. Wat voor huis heb jij? - Woon je in

Nadere informatie

In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen.

In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen. In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen. Mochten er aanvullingen zijn, kunt u altijd een e-mail sturen naar info@obs-delandweert.nl. ONTLEDEN Taalkundig ontleden. benoem de

Nadere informatie

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 5 Bidden Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 5 blz. 1 Joris is vader aan het helpen in de tuin. Ze zijn

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Dit boekje bestaat uit drie delen:

Inhoudsopgave. Dit boekje bestaat uit drie delen: Inhoudsopgave Dit boekje bestaat uit drie delen: Deel 1: uitleg (stappenplan) blz. 2 t/m 5 Deel 2: oefenzinnen blz. 6 Deel 3: antwoorden blz. 7 t/m 12 Disclaimer Aan de inhoud van dit boekje kunnen geen

Nadere informatie

Het Adjectief. Wanneer krijgt het adjectief een [-e]?

Het Adjectief. Wanneer krijgt het adjectief een [-e]? Het Adjectief Groen, groot, dik, donker, zijn allemaal adjectieven. We kunnen ze op verschillende manieren in een zin gebruiken. Als we het adjectief direct voor een substantief zetten, komt er soms een

Nadere informatie

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. Beginsituatie: De lln doen als inleiding op het project rond geloven en de kerkwandeling, een filosofisch gesprek. Er komen verschillende

Nadere informatie

vraag 1 Geef aan of het onderstreepte werkwoord hulpwerkwoord, koppelwerkwoord of zelfstandig werkwoord is.

vraag 1 Geef aan of het onderstreepte werkwoord hulpwerkwoord, koppelwerkwoord of zelfstandig werkwoord is. Toets grammatica hoofdstuk 1, 2+3 vraag 1 Geef aan of het onderstreepte werkwoord hulpwerkwoord, koppelwerkwoord of zelfstandig werkwoord is. Zou Zidane de beste voetballer van de wereld zijn? Bij iedere

Nadere informatie

Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin.

Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin. Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin. 1. Ga opnemen de telefoon je? 2. Ik te laat altijd kwam in de les. 3. Wat zijn

Nadere informatie

IMMI Montjoie Montjoielaan, Ukkel

IMMI Montjoie Montjoielaan, Ukkel IMMI Montjoie Montjoielaan, 93-95 1180 Ukkel Opgelet: Voor de grammatica: Herhaal de theorie in je leerboek en doeboek Denk goed na bij iedere oefening Voor het schrijven Denk aan je grammatica! Varieer

Nadere informatie

De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het

De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het Maar het duurt maar heel even dat op de kop staan De wereld

Nadere informatie

2 hv. 1

2 hv.  1 2 hv www.mevrouwzus.wordpress.com 1 1. pv= persoonsvorm 2. = zinsdeel 3. wwg = werkwoordelijk gezegde 4. nwg = naamwoordelijk gezegd 5. ond = onderwerp 6. lv = lijdend voorwerp 7. mv = meewerkend voorwerp

Nadere informatie

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl R O S A D E D I E F Arco Struik Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl In de winkel 3 Bart 5 Een lieve dief 7 De telefoon 9 Bij de dokter 11 De blinde vrouw 13 Een baantje 15 Bijna betrapt

Nadere informatie

René op vakantie. 10-17 mei 2013 P U T T E N

René op vakantie. 10-17 mei 2013 P U T T E N René op vakantie 10-17 mei 2013 P U T T E N Begeleider Theo Vrijdag 10 mei Vertrek naar Landal Tegen 12 uur rijdt de Tendens bus de Ranonkelweg in en René straalt als hij mij ziet. Na de lunch nemen we

Nadere informatie

Heilig Jaar van Barmhartigheid

Heilig Jaar van Barmhartigheid Heilig Jaar van Barmhartigheid van 8 december 2015 tot 20 november 2016 Paus Franciscus heeft alle mensen van de hele wereld uitgenodigd voor een heilig Jaar van Barmhartigheid. Dit hele jaar is er extra

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ Ferenc Göndör IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ Uitgeverij Eenvoudig Communiceren 3 Mijn vader Lang geleden kwam een jonge, joodse man naar het land Hongarije. Mohr Goldklang was zijn naam. Dat was mijn opa. Mohr

Nadere informatie

Vollenhove Wonen op een havezate

Vollenhove Wonen op een havezate D S T R K C N T Opdracht 1 Nodig: foto van jezelf als klein kind, fotoblad opdracht 1 In Vollenhove staat de havezate Oldruitenborgh. De havezate is al heel oud. Bijna 250 jaar geleden, rond 1770, woonden

Nadere informatie

1b nr. 1 Wie of wat?

1b nr. 1 Wie of wat? OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1

Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1 15/10/14 1 Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1 1. (komen) Waar.... jij vandaan? 2. Uit welk land.... u? 3. Brenda.... vandaag uit Engeland. 4. Wij.... uit België. 5. Wanneer.... zij thee drinken?

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts.

Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts. Thema 5 Les 1: De angst: Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts. De schrik: Als iemand ineens achter je staat, dan schrik je. Je bent dan ineens

Nadere informatie

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst. Interview op zaterdag 16 mei, om 12.00 uur. Betreft een alleenstaande mevrouw met vier kinderen. Een zoontje van 5 jaar, een dochter van 7 jaar, een dochter van 9 jaar en een dochter van 12 jaar. Allen

Nadere informatie

Iris marrink Klas 3A.

Iris marrink Klas 3A. Iris marrink Klas 3A. 1 Inhoud. 1- Voorpagina 2- Inhoud, inleiding & mijn mening 3- Dag 1 4- Dag 2 5- Dag 3 6- Dag 4 7- Dag 5 Inleiding. Ik kreeg als opdracht om een dagverslag te maken over Polen. 15

Nadere informatie

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Bezoek op kantoor Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Ton en Toya hebben wat problemen thuis.

Nadere informatie

L E S B R I E F Onderweg, reisverhalen van Tommy Wieringa

L E S B R I E F Onderweg, reisverhalen van Tommy Wieringa L E S B R I E F Onderweg, reisverhalen van Tommy Wieringa Over het boek Bekijk en lees de voorkant, de achterkant en de inhoud.. Hoe heet het boek?................................................... Hoeveel

Nadere informatie