Inhoud 1.3 Verbeterplan voor het team 1.4 PDCA-cyclus

Transcriptie

1

2 Inhoud Visie missie beloften... 3 Inleiding... 4 Visie, missie, beloften... 6 Beloften Koersplan Kind Centrum De Nieuwe Linde... 6 Didactisch- en differentiatieplan... 8 Onderwijsleerinhoud... 9 Algemeen:... 9 Inhouden: EDI W.O I.C. Technologie Pedagogisch plan Pedagogisch beleid Zorg en ondersteuningsplan Structuur, cultuur, veiligheid ICT en communicatie 21 e eeuw vaardigheden Ontwikkelingsplan Planningsgedeelte kwaliteitsverbetering plan Verbeterplan voor het team PDCA-cyclus

3 Visie missie beloften Schema: In samenhang leren en ontwikkelen. Pedagogisch plan Didactisch en differentiatieplan Zorg- en ondersteuningsplan Kwaliteitscyclus Visie Missie Beloften Structuur cultuur resultaten Ontwikkelingsplan Onderwijsleerinhoud ICT en communicatie 21 e eeuw vaardigheden 3

4 Inleiding De Nieuwe Linde is als basisschool onderdeel van een Kindcentrum gelegen in Nuenen-Oost. De school is ook onderdeel van de stichting Eenbes. Dit schoolplan beschrijft de ambities, de organisatie en de inhoud van ons onderwijs. o In ons schoolplan staan onze visie, missie en beloften centraal. Dat is de basis voor het beschrijven van onze ambities die wij in de komende vier jaar willen realiseren. Onze beloften sluiten aan bij de beloften en ontwikkelrichtingen die ons bestuur, Eenbes Basisonderwijs, in haar Koersplan heeft geformuleerd. o Bij het schrijven van het schoolplan en bij het bepalen van de inhoudelijke ontwikkelingen, maakten we gebruik van evaluaties van de voorgaande schooljaren, input uit bronnen die gaan over de veranderingen in de wereld en in het Nederlandse onderwijs, input uit de koers van ons bestuur, input van uit de ontwikkelingen binnen Passend Onderwijs en ontwikkelingen vanuit de verdergaande vormgeving van ons Kindcentrum. Het schoolplan is tot stand gekomen door inhoudelijk overleg met het MT van KC De Nieuwe Linde en getoetst aan het team en externen. Met de MR is het plan besproken en goedgekeurd. De Nieuwe Linde creëert een krachtige, uitdagende leeromgeving om het potentieel aanwezige talent in elk kind tot ontwikkeling te laten komen. De Nieuwe Linde streeft naar een goede balans tussen vraag-gestuurd en aanbod-gestuurd leren. Het onderwijs komt tegemoet aan de basisbehoeften van elk kind op het gebied van competentie, autonomie en relatie. In het ontwikkelingsproces van een kind worden verschillen tussen kinderen geaccepteerd en wordt recht gedaan aan de uniciteit van elk individu. Elk kind mag op onze scholen nog gewoon kind zijn en moet zich veilig kunnen voelen. De Nieuwe Linde is als representant van onze samenleving in haar onderwijs ook richtinggevend op het gebied van normen en waarden en draagt bij aan de ontwikkeling van de kinderen tot sociaal vaardige en emotioneel evenwichtige medemens. Het leer- en ontwikkelingsklimaat op Kc De Nieuwe Linde is voorwaardenscheppend, uitdagend en grensverleggend. De school stimuleert een actieve betrokkenheid bij het eigen leerproces waarbij tevens tegemoet gekomen wordt aan de basisbehoeften van elk kind op het gebied van: Competentie, autonomie en relatie. Het onderwijs op onze scholen wordt ondersteund door vernieuwende inzichten waarbij gebruik gemaakt wordt van de informatie- en communicatietechnologie. Het onderwijs is gedeeltelijk gebaseerd op wettelijke vastgestelde leerdoelen. Basis voor het andere gedeelte is de vrije keuze van leerkrachten, kinderen en ouders. De kinderen worden 4

5 in hun ontwikkeling gevolgd. Cognitieve en sociaal emotionele ontwikkelingen worden door middel van een leerlingvolgsysteem geregistreerd. We werken nauw samen met de kinderopvang en de peuterspeelzaal. Kinderen en medewerkers ontmoeten elkaar bij gezamenlijke projecten, vieringen en overlegmomenten. Het personeelsbeleid is gericht op waardering van bekwaamheden en het ontwikkelen van een evenwichtige professionele organisatie. Het Kind centrum borgt haar kwaliteit middels: Meervoudige Publieke Verantwoording. Dit staat uitvoerig beschreven in het document: Meervoudig Publieke Verantwoording. Tevens werken wij met de PDCA-cyclus (Plan, Do, Act en Check- cyclus voor continue verbetering). 5

6 Visie, missie, beloften Beloften Koersplan Kind Centrum De Nieuwe Linde Kindcentrum De Nieuwe Linde hanteert vijf beloften van waaruit leren en ontwikkelen vorm krijgen. Deze zijn: Wij beloven jou dat De Nieuwe Linde voor jou een balans biedt tussen het moeten en het mogen leren. Jij mag bij ons genieten van een fijne schooltijd. Wij leren jou wat je nodig hebt voor later. We zullen je goed leren lezen, schrijven en rekenen. Taalontwikkeling en de technieken die je daarvoor nodig hebt, zullen we je eigen maken. We zullen je de mogelijkheden bieden om samen met ons de wereld en alles wat er op aanwezig is te verkennen. Belangrijk is dat ook jij aangeeft wat voor jou doelstellingen zijn om na te streven. Dingen die bij jou passen. De talenten die jij wilt ontwikkelen, worden samen met jou als stip op de horizon gezet en worden onderdeel van jou programma. De tijd die je bij ons beleeft vindt plaats in een aangename omgeving waar we elkaar op een vriendelijke en veilige manier ontmoeten. Hier moeten we samen voor zorgen. Van alle leerkrachten en medewerkers mag je verwachten dat zij een aangename en veilige omgeving willen. Maar ook jij moet moeite doen om van iedere dag een mooie dag te maken. We willen dat jij gezien wordt en vooral gerespecteerd. Je staat nergens alleen voor. Alles kan in samenwerking met iedereen geregeld worden. Samen leren kan veel voordelen hebben. We willen je nieuwsgierig maken waardoor je het prettig vindt om in actie te komen. Wij zullen samen met jou kijken naar je speciale talenten die we kunnen helpen verder te ontwikkelen. Als je speciale hulp nodig hebt, zullen wij onze uiterste best doen om die te kunnen bieden. 6

7 Wij gaan ervanuit dat ieder kind verschillend is en daarom willen wij jou goed leren kennen. Daarvoor moeten we vaak met elkaar in gesprek. Hierdoor komen wij erachter hoe we jou zelfstandig, autonoom en moedig kunnen maken. Het kindcentrum stuurt krachtig op het positieve, dat wil zeggen dat we positief gedrag benoemen en negatieve uitlatingen vermijden. De competenties van kinderen worden aangesproken. De leerlingen voegen in het proces hun eigen talenten toe. Het onderkennen van autonomie van de kinderen zal leiden tot andere werkvormen, zoals het coöperatief werken. Vertrouwen op autonome competenties is een nieuw element in ons onderwijs. De relatie van de leerkracht met de groep is niet meer alleen gericht op inhoud en opbrengsten maar ook de individuele beleving van de onderlinge relatie met de volwassen leerkracht. De toekomst is voor jou een avontuur ook op het gebied van computers. We zullen samen met jou en jouw ouders proberen vooruit te kijken naar wat je nodig hebt om over twintig jaar ook een gelukkig leven te kunnen leiden. Het vertrouwen in de toekomst is voorwaarde om te investeren in de toekomst. De toenemende kennis op het gebied van kunstmatige intelligentie en de vertaling daarvan in veranderingen veronderstellen aanpassing, wendbaarheid en moed. We beloven dat we het spelenderwijs leren, dat hoort bij jou als kind, zullen bewaken en koesteren. Ons onderwijs zal tastbaar zijn met hoofd, hand en hart. Tijdens het spelen leer je veel. Vooral buiten spelen met andere kinderen is belangrijk voor je ontwikkeling op vrijwel alle gebieden. Wij moeten ervoor zorgen dat alles wat we je willen leren eerst ook zichtbaar en tastbaar maken. Leren lezen, schrijven en rekenen kan niet alleen met cijfers en letters. Daar horen inzichtelijke beelden bij. In de volgende hoofdstukken zullen wij de beloften uitwerken. Er staan steeds uitgangspunten en schema s. Nadere uitwerkingen zijn te vinden in aparte documenten die als bijlagen kunnen dienen. 7

8 Didactisch- en differentiatieplan Onderwijs geven dat tegemoet komt aan de beloften, wordt gekenmerkt door een aantal uitgangspunten die we hebben geformuleerd met betrekking tot didactiek en de differentiatie. Deze zijn: Convergent.. en waar mogelijk divergent (kindgericht leren) De methode geeft de inhoud en de volgorde aan De leerkracht heeft de regie De leerling kent de doelstellingen en maakt ook keuzes Een groepsoverzicht is een hulpmiddel voor de leerkracht De leerkracht onderscheidt drie niveaus als uitgangspunt Model Expliciete Directe Instructie zorgt voor structuur Samenwerken en verwerken Bij het taalonderwijs en rekenen is het gewoon dat nieuwe stof uitleg en verwerking nodig heeft. De structuur van zo n les verloopt volgens het EDI-model, als volgt: De doelstelling van de les wordt met de leerlingen besproken en vastgelegd. De leerkracht grijpt terug op de vorige les van het vakgebied. De leerkracht geeft instructie, uitleg. De leerlingen oefenen gezamenlijk de opdracht. Er vindt selectie plaats in verwerking. Individueel, samen of met hulp van de leerkracht (als coach). Kinderen die de stof al eerder beheersten krijgen een verdiepingsopdracht. We streven ernaar om bij iedere opdracht/verwerking het coöperatieve voorop te stellen. Waar kan wordt er klassendoorbrekend gewerkt. Afsluitend wordt de doelstelling geëvalueerd. 8

9 Onderwijsleerinhoud Algemeen: moeten mogen Balans tussen moeten en mogen staat centraal. Er is in ons onderwijs samenspel tussen deze twee begrippen, zij kunnen niet worden gezien als aparte begrippen. Wij onderwijzen vanuit de kerndoelen (Tule SLO), waarbij de leerkracht fungeert als mentor/coach. Zij heeft de voeding/kennis om leerlingen te laten leren. We zullen je goed leren lezen, schrijven en rekenen. Taalontwikkeling en de technieken die je daarvoor nodig hebt, zullen we je eigen maken. We zullen je de mogelijkheden bieden om samen met ons de wereld en alles wat erop aanwezig is te verkennen. Wij hebben een maatschappelijk doel: Leerlingen laten inzien wat zij waard zijn en waar zij in de toekomst klaar voor moeten zijn. Wij kijken waar de maatschappij behoefte aan heeft en onderwijzen leerlingen vaardigheden die zij moeten beheersen om gelukkig en nuttig te leven in die samenleving. Belangrijk is dat de kinderen aangeven wat voor hen doelstellingen zijn om na te streven, dingen die bij hen passen. De talenten die de kinderen willen ontwikkelen, worden als een stip op de horizon gezet en worden onderdeel van het programma 9

10 Inhouden: iets niet weet, dit wilt weten, Je bent een ster(k) voor de toekomst, als je: en je je afvraagt of alles wel zo is. Al onze onderwijsleerinhouden kunnen we koppelen/linken aan onze kernvragen in onderstaande ster: Taal (IC) technologie Ik weet het niet. Ik wil het weten. Is dat zo? Waarom is dat zo? Lezen Rekenen W-O 10

11 EDI Wij onderwijzen leerlingen middels het Effectief Directe Instructie model (EDI-model) bij het geven van instructie (zie bijlage 2. EDI). Wij gebruiken dit omdat het een goede basisstructuur biedt aan leerlingen, maar het leerling initiatief niet wordt gedood. Er is balans in het moeten en mogen bij leerlingen en leerkrachten, zij hebben beiden ruimte in de wijze waarop zij willen leren; leerkracht of leerling voorop. EDI: komt tegemoet aan ons doel van samenwerken initiatief ligt van leerlingen staat centraal er is een vaste structuur aanwezig Als toevoeging aan het EDI-model vinden wij het belangrijk om vooraf de vraag te stellen: Wat is het doel van deze les, wat ga/wil je leren?. Dit om kinderen klaar te maken om te leren en tegemoet te komen aan onderwijsbehoeften. En aan het eind van de les de vragen te kunnen beantwoorden: Wat heb je geleerd en hoe heb je dat gedaan?. Om leerlingen inzicht te geven in het geleerde en welke rol zij daarin hebben. W.O. Gericht op kritisch denken en onderzoeken. Aanpak: kinderen problemen presenteren en erover laten struikelen bijv. geschiedenis. Leerlingen leren het beste vanuit onwetendheid: 'Ik weet het niet, dus ik wil het leren. Een uitdagende leeromgeving en betekenisvolle context zijn daarbij belangrijk. I.C. Technologie Technologie staat centraal, omdat Je kan niet meer anti-technologisch zijn in deze wereld, dit is nodig voor welvaart en geluk. Of voor sommigen die alleen gaan voor geluk en niet houden van techniek, vervalt wellicht de welvaart. Kinderen moeten snappen hoe dingen in elkaar zitten en wat de consequenties van het gebruik ervan zijn, bijvoorbeeld voor het milieu/natuur. Leerkrachten stimuleren kinderen om na te denken over techniek: Hoe zit het in elkaar en hoe werkt het precies?. 11

12 Pedagogisch plan/ Pedagogisch beleid Kindcentrum De Nieuwe linde wil krachtig sturen op het positieve. We hebben hiervoor een werkwijze ontwikkeld en geïmplementeerd die we in de komende jaren willen door ontwikkelen en borgen. Hieronder geven we de uitgangspunten aan die we onderschrijven. Dat zijn tevens aspecten van pedagogisch medewerkersgedrag dat wij verwachten van alle medewerkers op ons kindcentrum. Sturen op het positieve doen we door: motiveren belonen stimuleren complimenteren We willen vriendelijk leiding geven aan onze kinderen door: Basiscommunicatie (theorie): de ander te volgen het initiatief van de ander te vergroten de boodschap te ontvangen door de naam van de ontvanger te benoemen op en neer dialoog aan te gaan waarin ieder een even groot zijn aandeel heeft doelgedrag positief hardop benoemen af te stemmen op dat wat nodig is consequent te handelen (streng waar het past) corrigeren van dichtbij complimenteren van veraf in gesprek te blijven en erop terug te komen sociale controle, elkaar er op aan te spreken Wat bieden we onze kinderen? wij zijn er voor alle kinderen samen wij vinden het belangrijk dat iedereen elkaar kent en kinderen zichzelf kennen wij zijn zorgzaam voor elkaar wij streven ernaar dat kinderen kansrijk kunnen invoegen in de maatschappij Het is belangrijk om te weten welke gedragsvormen wenselijk zijn om succesvol te kunnen deelnemen aan een door iedereen gewenste maatschappij. Zelfbeheersing: meester zijn over jezelf Fatsoen: de wijze waarop we onze betrekkingen beheren. Weldadigheid: hoe leed te voorkomen en te verzachten Rechtvaardigheid: onpartijdigheid en gelijkheid. Betrouwbaarheid: de waarheid spreken en je houden aan beloften. Vrijheid: ieder heeft het recht om aan zijn eigen levensproject vorm te geven. Tolerantie: je laat oogluikend toe wat ook verhinderd kan worden. Solidariteit: het besef van eenheid in een pluriforme maatschappij. 12

13 Wij maken verschil tussen (basis)regels en doelgedrag (gewenst gedrag) Wij hebben vertrouwen in kinderen Wij doen er alles aan dat kinderen vertrouwen in de leerkracht hebben zodat ze tot betere ontwikkeling komen Wij willen dat kinderen vertrouwen in elkaar (leren) hebben Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich veilig voelen Wij creëren een fijne sfeer Wij vinden het belangrijk dat kinderen plezier hebben in school en zin hebben om te leren, zodat er een optimale leersituatie ontstaat (ARC, Stevens 2014) Wij stimuleren kinderen tot het stellen van vragen Wij stellen ons open op voor vragen van kinderen Wij zien de kenmerken van het kind en sluiten daar (zo goed mogelijk) op aan Wij leren kinderen om zichzelf te herstellen na een onplezierig voorval Wij zijn samen met ouders verantwoordelijk voor het (gedrag, welbevinden van het) kind Wij willen kinderen zelfstandig en samen (balans) laten leren Wij willen zelfregulatie (theorie) bij kinderen stimuleren in didactische en pedagogische situaties Afspraken: Drie keer per jaar SVIB (theorie) met nabespreking teamleden Wij willen bovenstaande zaken borgen daarom blijven we ons hier verder in ontwikkelen Zorg en ondersteuningsplan ONZE VISIE OP ONDERSTEUNING EN ONDERWIJS Onze visie op ondersteuning is niet los te zien van onze visie op onderwijs. We willen alle kinderen voorbereiden op een kansrijke toekomst. Wij realiseren daartoe een optimaal onderwijsaanbod zodat kinderen zich sociaal en cognitief goed kunnen ontwikkelen en kunnen doorstromen naar een voor hen passende vorm van vervolgonderwijs. Belangrijke richtinggevende aspecten zijn daarbij: Betrokkenheid van kinderen bij hun eigen leerproces. Het realiseren van de kerndoelen als geformuleerd door de overheid. De ontwikkeling van vakoverstijgende vaardigheden als zelfverantwoordelijk leren, kunnen en willen samenwerken, goed burgerschap en de ontwikkeling van talenten. Een nauwe samenwerking met ouders. Een optimaal onderwijsaanbod betekent voor ons: Het creëren van een krachtige en uitdagende leeromgeving. Hierin zijn een goede sfeer en relatie voorwaardelijk. We richten ons onderwijs zoveel mogelijk op maat en betekenisvol in. We zoeken naar activerende werkvormen en zijn sterk in het organiseren van een gestructureerde leeromgeving 13

14 Ondersteuning voor basisbehoeften van kinderen (relatie, competentie, autonomie, en ook behoeften aan beweging, samenwerking, passend meubilair, eten/drinken) Betrokkenheid (intrinsieke motivatie). Teamontwikkeling: de leerlingen meer eigenaar maken van hun eigen leerproces (Met ieder kind een aantal keren per jaar een gesprek te voeren). Wat we nu al doen: Kinderen zelf hun werk laten plannen (m.b.v. dag- en weekkaarten), met elkaar omgangsregels af te spreken en ook na te leven, luisteren naar de mening van kinderen en deze serieus te nemen. Ondersteuning is een vorm van pedagogisch - en didactisch maatwerk dat in een continu proces van signaleren, analyseren, plannen, realiseren en evalueren wordt gerealiseerd. Om een goede ondersteuning te kunnen bieden, werken de leerkrachten en de intern begeleider nauw samen. Het dagelijks onderwijs en de ondersteuning gaan uit van de behoeften en mogelijkheden van het kind. Door planmatig te handelen (PDCA) sluit ons aanbod goed aan bij de behoefte van kinderen. We werken met een evaluatieve onderwijscirkel: o.a. op basis van de methodegebonden toetsscore en op basis van niet-methodetoetsen wordt het vervolgaanbod bepaald. De logistieke aspecten van de ondersteuning op school zijn goed geregeld. Er zijn afspraken rondom toetsing, verwerking van gegevens, de communicatiestructuur rond de ondersteuning, het vastleggen en controleren van afspraken etc. In het schoolondersteuningsprofiel hebben we genoteerd wat we als school binnen de basisondersteuning kunnen aanpakken en wanneer we voor extra ondersteuning een beroep doen op externe partners. Dit SOP is dan ook een bijlage. 14

15 Structuur, cultuur, veiligheid Hier staat beschreven en uitgedrukt hoe de organisatie in samenwerking met leerlingen, leerkrachten, ouders, medewerkers en partners tot stand komt. Op dit moment werken we met heterogene en homogene groepen. Het streven is om meer heterogene momenten te creëren waar kinderen nog meer leren van en met elkaar. Het management team bestaat uit een directeur, een onderbouw coördinator, een boven bouwcoördinator en een IB er. 75% bestaat uit vrouwelijke MT leden. Ouders zijn vrijwillig lid van de oudervereniging. De ouders wordt vrijwillig een financiële bijdrage gevraagd van 50 euro. Dit is inclusief het schoolreisje. Kinderen van ouders die geen lid zijn of geen bijdrage leveren, worden niet van activiteiten uitgesloten. De samenwerking met de partners van het Kindcentrum staat beschreven in het pedagogisch plan (zie website Pedagogisch PEP-plan). Wij staan voor een veilige cultuur waarbij zowel fysiek als emotioneel het kind beschermd. Om de kinderen fysiek te beschermen beschikt de school over een veiligheidsplan waarvan iedereen op de hoogte is. Dit plan wordt regelmatig geëvalueerd. De sociale veiligheid wordt gewaarborgd in een anti-pestprotocol en een gedragscode. 15

16 Groepen kinderen Bso Peuterwerk dagopvang MT Team vrijwilligers Kindcentrum De Nieuwe Linde Ouderraad MR ouderdeelname Stakeholders Publieke relaties 16

17 ICT en communicatie 21 e eeuw vaardigheden Media wijsheid Informeren Communiceren Kinderen ICT Leerkracht 21 e eeuw Kunstmatige intelligentie Illustreren programmeren 17

18 Leerdoelen leerlingen Het aanleren van ICT vaardigheden Qua vaardigheden die de kinderen moeten beheersen, hanteren wij de volgende minimumdoelen: In de onderbouw (1 t/m 4) Werken met devices (Computer, muis, toetsenbord, digibord) Afspraken m.b.t. omgang met de devices Opstarten en afsluiten van de devices Werken met leerlingsoftware Applicaties openen op de computer (inloggen enz.) In de middenbouw (5 en 6) Informatie opzoeken met zoekmachines (bijv. google of Wikipedia) Werken met leerlingsoftware Veilig internetten (Diploma Veilig Internet) Mediawijsheid In de bovenbouw (7 en 8) Leren omgaan met het aanmaken van inloggegevens/wachtwoorden Werken met leerlingsoftware Mediawijsheid Veilig internetten (Diploma Veilig Internet) Werken met Word, Excell en PowerPoint Opslaan en afdrukken van bestanden (met toestemming van de leerkracht) Werken met 3-d printer en ontwerp software 18

19 Ontwikkelingsplan Planningsgedeelte kwaliteitsverbetering plan Meerjarenbeleidplan KC de Nieuwe Linde Bij de beleidsvoornemens worden de volgende categorieën gehanteerd: O: er vindt oriëntatie plaats t.a.v. het onderwerp I: er vindt implementatie plaats U: het KC bevindt zich in de fase van uitvoering B: er vindt borging t.a.v. het onderwerp plaats Opmerking: Een (*) wordt gebruikt om aan te geven dat het om een verbijzondering gaat!! Domein 1: ALGEMENE UITGANGSPUNTEN 18/19 19/20 20/21 21/22 Object 1.1: Identiteit Ontwikkeling Kindcentrum De Nieuwe Linde Onderwijs, dagopvang, peuterspeelzaalwerk en BSO worden geïntegreerd u u u de inhoudelijke samenwerking tussen de instituten is uitgewerkt (visiekaders zijn ontwikkeld) de visiekaders worden uitgevoerd u/b u/b b School werkt aan werving en PR: de resultaten van en de ontwikkelingen rond het KC worden goed gecommuniceerd Domein 2: ZORG VOOR KWALITEIT 18/19 19/20 20/21 21/22 Object 2.1: u u u u Kwaliteitszorg Doorgaande lijn 0 tot 6 jaar: de dagopvang werkt met kindvolgsysteem u u u de peuterspeelzaal werkt met VVE en kindvolgsysteem u u u de onderbouw werkt vanuit Reken Zeker u/b b de onderbouw werkt vanuit Schatkist Taal u/b b de onderbouw voert uit en evalueert het CITO LVS voor Kleuters u/b b Omgaan met verschillen en goed klimaat: team herziet kwaliteitskaart Interne Communicatie en stelt deze opnieuw vast. directies voeren gesprekken met de medewerkers over het welbevinden. Directies voeren functioneringsgesprekken en bespreken de competenties en scholing van de medewerkers. u u b b het KC heeft een communicatieprotocol en handelt van hieruit u u u 19

20 Domein 3: ONDERWIJS EN LEREN 18/19 19/20 20/21 21/22 Object 3.1: Leerstofaanbod wordt op alle gebieden ondersteund door ICT Rekenmethode: Taalmethode: twee leerkrachten bewaken het rekenproces binnen school Reken Zeker is de nieuwe methode sinds 2016 het team werkt met een nieuwe taalmethode u b de school heeft beleid t.a.v. woordenschatuitbreiding b Begrijpend Lezen: Techniek: het team werk met een methode Tekstverwerken en Goed gelezen school beschikt over een techniekcoördinator u het team kiest/werkt met een methodische aanpak voor techniek iedere bouw beschikt over een Techniek toren. u u u u b b Object 3.2: Pedagogisch klimaat 18/19 19/20 20/21 21/22 Het pedagogisch klimaat is vooral gericht op het positief sturen van gedrag Het KC team volgt een cursus Positief sturen op gedrag. Vide interactie en intervisie 3 x per jaar het team stelt de kwaliteitskaart pedagogisch klimaat opnieuw vast Object 3.3: Didactisch handelen Weektaken en planbord: het team werkt met weektaken en creëert daarmee ruimte voor extra zorg in de eigen groep het team kan differentiëren bij het samenstellen van weektaken, zodanig dat in de weektaak ook de leerling zorg opgenomen kan worden Klassenmanagement en zelfstandig werken: de leerkrachten handelen volgens het model directe instructie Coöperatief werken wordt ingevoerd b b b u u U b u U/b b u U/b b Iedere les begint met het vaststellen van het lesdoel Het werken met groepsoverzichten wordt uitgevoerd u u u Het werken met OPP wordt voorbereid Object 3.6. Zorg en begeleiding Meer -en hoogbegaafdheid: 20

21 Het KC beschikt over geschikte materialen voor deze groep leerlingen. Een werkgroep onder leiding van de IB coördineert Levelwerk u/b b u leerkrachten handelen volgens het vastgestelde protocol u/b u Dyslexieprotocol: de leerkrachten handelen volgens het vastgestelde protocol b b Er wordt een nieuw zorgplan opgesteld. Passend onderwijs komt tot ontwikkeling Opbrengstgericht onderwijs Individueel zorgprofiel u b u Domein 4 OPBRENGSTEN 18/19 19/20 20/21 21/22 Object 4.1 Opbrengsten/toetsing sociaal emotioneel Leerlingvolgsysteem sociaal emotionele ontwikkeling: Leerlingvolgsysteem CITO externe toetsen u u u het KC /de leerkrachten werken met Kijk en Zien /b b u Burgerschapszin: Het KC oriënteert zich op/ werkt met een methodische aanpak t.a.v. burgerschapszin Domein 5 SCHOOLCONDITIES 18/19 19/20 20/21 21/22 Object 5.1: Professionalisering Het kindcentrum werkt met functioneringsgesprekken en als nodig met POP s en met permanente scholing. u/b b b b b Het team schoolt zich t.a.v. het werken met aangepaste leerlijnen u u u Twee leerkrachten professionaliseren zich t.a.v. rekenwiskunde onderwijs, middels participatie in een netwerk rondom Reken Zeker De leerkrachten professionaliseren zich op het terrein van ICT. De leerkrachten kunnen werken met een instrument dat de sociaalemotionele ontwikkeling van leerlingen in beeld brengt Kijk en Zien Object 5.2: Interne Communicatie (zie 2.1) Object 5.3: Contacten met ouders Het KC heeft beleid/ voert beleid uit t.a.v. contacten met ouders op basis van goede analyses (o.a. analyse ouderenquête) Er is een communicatiebeleid stuk en voorziet in digitale communicatie Object 5.4: Schooladministratie en schoolprocedures u u/b u/b b u b b b u b b b School heeft de BSN van haar leerlingen geadministreerd b b u Het KC heeft beleid t.a.v. omgaan met de 5-daagse schoolweek 21

22 De school voert de lumpsumsystematiek in en voert deze uit. Alle kinderen zijn geregistreerd in Parnassys en worden in hun ontwikkeling gevolgd. Domein 6 ICT 18/19 19/20 20/21 21/22 De school heeft Parnassys in als administratiesysteem u/b b u Het team bekwaamt zich in Parnassys u/b b u De school voert Office365 (sharepoint) in als communicatiesysteem u/b b u Het team werkt digitaal aan een bekwaamheidsdossier u u/b De kinderen werken met i-pads en Notebooks Iedere groep heeft een Touchscreen. Gezamenlijke ambities komende 4 jaar: b b u/b b u Kindcentrum verder vorm geven (met peuterwerk, dagopvang en BSO). Gezamenlijke activiteiten, doorlopende themaplanning, doorlopende leer- en zorglijn. Zorg voor het pand en de omgeving voor een uitdagende speel-leerplek waar kinderen en ouders zich welkom en thuis voelen. Aandacht voor 21 -eeuwse vaardigheden Doorlopende zorgstructuur Positief sturen op gedrag Talentontwikkeling Muzikale ontwikkeling ICT vaardigheden, ook voor medewerkers Leesvaardigheid Natuurbeleving 22

23 Bijlagen Ontwikkel-/verbeterplan EDI Op Kindcentrum De Nieuwe Linde 23

24 1.1 Verbeterplan voor het team Verbeterplan EDI PLAN: Plannen van activiteiten en stellen van doelen Relatie met schoolconcept en beleidsstukken. Doel verbeterplan: Verankering van het EDI-model op de juiste en eenduidige wijze in het dagelijkse handelen (Kotter, 2006) van teamleden. Samenhang met beleidsdoelstellingen KC De Nieuwe Linde: Past bij visie/5 koersplan beloften: Kinderen kansrijk laten invoegen in de maatschappij van de toekomst en een goede bijdrage leveren aan de ontwikkeling van ieder kind, nu en in de toekomst. o Gedifferentieerd onderwijs bieden aan leerlingen. o Leerlingen op eigen niveau laten leren. o Leerkrachten blijven zich professionaliseren. Verwachte opbrengsten en resultaten: Aan het einde van het schooljaar kennen teamleden de basisprincipes van EDI en hebben, als professional zijnde, beargumenteerd aangegeven welke stappen zij (willen) inzetten in hun lessen. Aandacht van teamleden is gevestigd op het stellen (schriftelijk!) en evalueren van doelen en het geven van gedifferentieerde instructie. Deze afspraken rondom EDI worden vastgelegd in het didactisch schoolplan/meerjarenplan en bijbehorende kijkwijzer. Leerkrachten voeren deze afspraken uit in de klas. MT/IB heeft in iedere klas minstens één klassenconsultatie EDI uitgevoerd. Teamleden geven elkaar feedback a.d.h.v. filmbeelden (SVIB) gericht op: persoonlijke EDI doelstellingen van teamleden én doelen organisatie (doelen stellen/evalueren, gedifferentieerde instructie). Professionalisering van teamleden is verder ontwikkeld; leren van en met elkaar. Kwaliteit van het onderwijs is verbeterd middels schoolbesprekingen/tussenevaluaties/ studiedagen. Ouders (MR), leerlingen en teamleden voelen zich gehoord door continu terugvragen hoe zij lessen/onderwijskwaliteit ervaren. Actiepunten: Tijdpad Verantwoordelijk 1. Informeren teamleden omtrent EDItraject (stappen). Teamvergadering 30 minuten Mei 2018 IB 24

25 2/3. Studiedag EDI: Kennisname theorie en persoonlijke verbeterdoelen opstellen a.d.h.v filmopnames. 4. Uitwisselen persoonlijke doelstellingen aan IB/MT: Wat gaan teamleden aanpakken/verbeteren? 5. Studiedag EDI: Teamleden geven elkaar feedback/feedforward omtrent persoonlijke doelstellingen. 6. Tussenevaluatie: Hoe gaat het in de klas, wat doen we en hoe doen we dat? 7. Studiedag EDI: Kijkwijzer wederom onder de aandacht brengen en teamleden laten bespreken welke punten zij belangrijk vinden. Tevens filmbeelden bespreken in groepen, gericht op persoonlijke leerdoelen EDI en leren van en met elkaar. 7. Tussenevaluatie: CITOtoetsen/methodetoetsen. Zijn we op de goede weg? EDI specifiek benoemen/koppelen aan scores. NB. Ouders (MR), leerlingen bevragen hoe zij lessen/didactisch concept ervaren. 8. Klassenconsultatie: Door MT/IB m.b.v. kijkwijzer EDI. 9. Tussenevaluatie: Wat is er geleerd (individuele doelen) en feedback teamleden voor vervolgplan. Tussenevaluatie onderwijsplannen Vooraf: Opnemen filmbeelden, 15 min. per lkr en voorbereiden studiedag, 1.5uur Dagdeel studiedag. Eind mei min. per teamlid September (schooljaar ) Vooraf: Opnemen filmbeelden, 15 min. per lkr en voorbereiden studiedag, 1.5uur Dagdeel studiedag. Oktober /november. Teamvergadering 20 minuten December Vooraf: Opnemen filmbeelden, 15 min. per lkr. en voorbereiden studiedag-1,5uur Dagdeel studiedag. Januari Teamvergadering CITO 120 minuten Februari In wandelgangen en tijdens MR vergaderingen. Observaties 30 minuten per lkr. Februari-april. 60 minuten April 60 minuten BB-coördinator MT/Werkgroep (Nb. Kijkwijzer Directe Instructiegericht kijken en ontwikkelen. versie Artikel: Het succes van EDI verklaard.). IB/MT EDI-werkgroep/IB EDI-werkgroep/MT/IB EDI-werkgroep/MT/IB IB Lkr, MT/ MR Lkr IB/MT EDI-werkgroep, IB/MT 25

26 10. Terugkoppeling doelen in ontwikkelingsgesprek /functioneringsgesprek tussen Lkr/MT o.b.v. voorgaande observaties (punt 8). 11. Evaluatie verbeterplan, conceptversie nieuw plan opstellen door werkgroep. Teamleden vullen aan tijdens vergadering. 11. Schoolbespreking Analyse en conclusie op school en op groepsniveau op basis van de middentoetsen CITO en methodetoetsen. Onderwijsplannen worden geëvalueerd en waar nodig aangepast minuten per lkr. Mei Vooraf: werkgroep conceptplan 60 min. Team- /bouwvergadering 60 minuten Mei-juni Voorbereiding IB, 6 uur Juni 120 minuten Lkr IB/MT Werkgroep, Lkr IB, MT en Lkr. 12. Nieuw verbeterplan opstellen 120 minuten EDI-werkgroep, MT/IB Begeleiding: Onderwijsadviseurs: I. v.d. Ven en Veerkracht-groep. Waar nodig zetten wij hen in bij EDI. Zij zijn al verbonden aan de school bij andere projecten. Begroting: Offertes Veerkracht en onderwijsadviseur volgen nog. Beschikbaar budget: 5000 euro I. v.d. Ven en 5000 euro Veerkracht-groep. Knelpunten: - Pensionering huidige directeur (maart 2019), wat wil de toekomstige directeur omtrent dit plan? - Er zijn verschillen in pedagogische en didactische competenties en klassenmanagement-vaardigheden van leerkrachten gericht op EDI. Borging: EDI-werkgroep, MT/IB is verantwoordelijk voor EDI-scholing, zij bepalen mede waar hulp Veerkracht/onderwijsadviseur gewenst is en hoe scholing er na het verbeterplan uit komt te zien. Opstellen van een kijkwijzer passend bij team. SVIB-filmopnames blijven maken. Afspraken opnemen in de didactische schoolplan/meerjarenplan/ beleid. EDI in de jaarplanning steeds opnieuw terug laten komen (in schoolbespreking, tussenevaluatie etc.). Metingen: Het hoofddoel, gericht op lkr-handelen: Verankering van het EDI-model op de juiste en eenduidige wijze in het dagelijkse handelen (Kotter, 2006) van teamleden, wordt gemeten middels inzet van de kijkwijzer bij het aangeleverde beeldmateriaal en uitgevoerde observaties van de EDI-werkgroep/MT. Leerkrachten 26

27 spelen een belangrijke rol in het bepalen of persoonlijke doelen teamleden zijn behaald, dit gebeurt tijdens het analyseren van filmbeelden tijdens de studiedagen. Zij houden elkaar dus scherp en helpen elkaar bij het professionaliseren omtrent EDI. Cito-toetsen/methodetoetsen; peilingen onder MR-leden/kinderen/leerkrachten worden ook gebruikt om gemaakte verbetering aan te tonen. DO De uitvoering van EDI-acties(verbeterplan) CHECK: Nagaan in hoeverre de afgesproken doelen zijn gerealiseerd Middels tussenevaluaties, studiedagen (gericht op persoonlijke doelen lkr), klassenconsultatie, ontwikkel- /functioneringsgesprekken en schoolbespreking worden resultaten/doelen gemonitord (zie Resultaten en Actiepunten). De toets-gegevens worden 2 keer per jaar gemonitord door IB/ groepsleerkrachten, deze worden vergeleken met voorgaande jaren. De MR-leden en leerlingen worden door MT regelmatig bevraagd over hun bevindingen omtrent differentiatie/edi. Bijvoorbeeld tijdens Kinderraad- of MR-bijeenkomsten. ACT: Analyse van afwijkingen en aanpassen van het proces. Hoe wordt geëvalueerd, wat wordt er met de uitkomsten van de metingen gedaan en wat moet er veranderen. De verkregen resultaten (beeldmateriaal met persoonlijke doelstelling(en) lkr, toets-gegevens, llntevredenheid en MR-tevredenheid) worden continu geëvalueerd, zie actiepunten. Hier komen verbeteracties uit naar voren. Het MT bepaalt mede welke verbeteracties de hoogste prioriteit hebben en op een realistische manier kunnen worden aangepakt. Het verbeterplan wordt aan het eind van het traject geëvalueerd door EDI-werkgroep, teamleden en MT/IB. PLAN Vervolgens worden verbeteracties geformuleerd ter onderbouwing van een nieuw verbeterplan. 27

28 1.2 PDCA-cyclus Plan Do Check Act Schooljaar Mei-juni Opstellen verbeterplan. Door: EDI- Werkgroep, MT/IB. Aug-mei Uitvoeren verbeterplan. Door: EDI- Werkgroep, team. Mei Evalueren verbeterplan. Door: MT/IB/EDI- Werkgroep/team. Mei Juni Verbeterpunten beschrijven in nieuw verbeterplan. Meerjarenplan updaten met verankerde elementen. Door: EDI- Werkgroep, MT/IB. Schooljaar Mei-juni Opstellen verbeterplan. Door: EDI- Werkgroep, MT/IB. Aug mei Uitvoeren verbeterplan. Door: EDI- Werkgroep, team. Mei Evalueren verbeterplan. Door: MT/IB/EDI- Werkgroep/team. Mei Juni Verbeterpunten beschrijven in nieuw verbeterplan. Meerjarenplan updaten met verankerde elementen. Door: EDI- Werkgroep, MT/IB. Deze cyclus van kwaliteitsbeleid wordt continu voortgezet, totdat alle noodzakelijke EDI-elementen zijn verankerd in het dagelijks handelen van de leerkrachten en organisatie. Het meerjarenplan wordt 2 keer per jaar geëvalueerd, middels PDCA en zoals beschreven in het verbeterplan. 28

29 2.1 EDI-model Kijkwijzer Directe Instructie gericht kijken en ontwikkelen Onderbouw Voorbereiding 1. De leerkracht heeft de les zichtbaar goed voorbereid (lesplan, kijkwijzer, aantekeningen) 2. De leerkracht weet welke leerlingen behoren tot de groepen: sterk-basis-risico 3. De leerkracht heeft alle materialen klaarliggen 4. Er is sprake van een rijke gecijferde en geletterde leeromgeving Start 1. De leerkracht activeert de aanwezige voorkennis bij de leerlingen (wat weten we al?) 2. De leerkracht gebruikt hiervoor eigen ervaringen van de leerlingen, frist een oud leerdoel op of realiseert een korte en felle automatiseringsoefening 3. Het lesdoel is concreet en controleerbaar en bestaat uit een concept en een vaardigheid 4. De leerkracht noteert het lesdoel op het bord/ flap met een voorbeeld (wat gaan we leren?) 5. De leerkracht besteedt op enig moment in de les aandacht aan het belang van het lesdoel 6. De leerkracht geeft een lesoverzicht (wat gaan we doen?) Instructie 1. Alle leerlingen nemen deel aan dit lesonderdeel 2. De leerkracht geeft expliciet blijk van hoge verwachtingen: alle leerlingen behalen het lesdoel 3. De leerkracht onderwijst het concept: heldere betekeniszin en veel voorbeelden 4. De leerkracht onderwijst de vaardigheid: concrete stappen 5. De leerkracht gebruikt concreet materiaal bij de uitleg van nieuwe leerstof 6. De leerkracht legt uit / doet voor / denkt hardop 7. De leerkracht laat leerlingen aantekeningen maken of activeert de leerlingen anderszins 8. De leerkracht gebruikt heldere taal en legt moeilijke woorden kort uit 9. De leerkracht voorkomt uitweidingen en blijft dicht bij het lesdoel 10. De leerkracht wisselt instructie en begeleide inoefening met elkaar af 11. De leerkracht gaat regelmatig na of de leerlingen de leerstof begrijpen (controleren van begrip) Begeleide inoefening 1. De leerkracht wisselt instructie en begeleide inoefening met elkaar af 2. De leerkracht gaat na of de leerlingen de leerstof begrijpen (controleren van begrip) 3. De leerkracht stelt veel vragen aan de leerlingen 29

30 4. De leerkracht stelt de vraag aan de klas voordat er een naam van een leerling wordt genoemd 5. De leerkracht biedt denktijd (3-5 seconden) 6. De leerkracht realiseert interactie: schoudermaatjes 7. De leerkracht geeft willekeurige beurten 8. De leerkracht activeert alle leerlingen door diverse hulpmiddelen te gebruiken 9. De leerkracht laat de leerlingen de leerstof verwoorden en geeft procesgerichte feedback 10. De leerkracht stelt vragen op verschillende niveaus: herhalen, verwoorden, toepassen 11. De leerkracht zorgt voor succeservaringen 12. De leerkracht spreekt positieve verwachtingen uit naar leerlingen 13. De leerkracht biedt sterke leerlingen de mogelijkheid om aan te vullen 14. De begeleide inoefening gaat vloeiend over in de kleine lesafsluiting Probeer het tempo erin te houden Kleine lesafsluiting N.v.t. Zelfstandige verwerking 1. De leerkracht maakt duidelijk hoeveel tijd de leerlingen hebben voor het maken van de opdrachten (klok, time-timer, etc.) 2. De leerkracht geeft duidelijkheid over de eigen beschikbaarheid (stoplicht) 3. De leerkracht geeft duidelijkheid over het geluidsniveau 4. De leerkracht geeft aan of er wel of niet mag worden samengewerkt 5. De leerkracht geeft aan wat leerlingen moeten doen als ze klaar zijn (noteren op bord) 6. De opdrachten van de zelfstandige verwerking sluiten aan op het lesdoel, de instructie en begeleide inoefening 7. De leerlingen zijn gericht op verwoorden en uitleggen in plaats van antwoorden (steeds meer strategie) 8. De leerkracht stelt duidelijke eisen aan het werk 9. De leerkracht zorgt voor een rustige en prettige werksfeer 10. De leerkracht loopt een hulpronde 11. De leerkracht stimuleert leerlingen door te werken Denk aan afwisseling: loop rondjes en helpen aan instructietafel Verlengde instructie 1. Het behalen van het lesdoel staat centraal en niet het maken van de opdrachten 2. De verlengde instructie sluit aan bij de basisinstructie en begeleide inoefening 3. De leerkracht gebruikt dezelfde uitleg en materialen als in de basisinstructie 4. De leerkracht maakt eventueel gebruik van concrete materialen of kleinere stappen ter verduidelijking 5. De leerkracht herhaalt de punten zoals genoemd onder kopjes instructie en begeleide inoefening 6. De leerkracht geeft ruimte voor zelfstandige verwerking om zodoende hulpronde te kunnen lopen 30

31 7. De leerkracht geeft nogmaals verlengde instructie aan de meest zwakke leerlingen Grote lesafsluiting 1. De leerkracht laat de leerlingen vertellen wat ze geleerd hebben 2. De leerkracht geeft (op het bord) een samenvatting van de les 3. De leerkracht bespreekt het proces: werkhouding, werkpunten, opvallendheden 4. De leerkracht vraagt de leerlingen wat ze goed kunnen en wat nog lastig voor hen is 5. De leerkracht blikt terug op het lesdoel en vooruit naar de volgende les Algemeen 1. De leerkracht besteedt de geplande tijd gericht aan het behalen van het lesdoel 2. De leerkracht laat geen tijd verloren gaan tijdens de les (dode momenten, wachtende leerlingen) 3. Regels en routines (klassenmanagement) zijn helder en goed ingeslepen 4. De leerkracht benoemt en beloont gewenst gedrag en heeft voornamelijk positieve interacties met de leerlingen (interactie) 5. De leerkracht legt duidelijk uit (Onderwijsinspectie, 2013) 6. De leerkracht realiseert een taakgerichte werksfeer (Onderwijsinspectie, 2013) 7. De leerkracht betrekt leerlingen actief bij het leerproces (Onderwijsinspectie, 2013) 31

32 Kijkwijzer Directe Instructie gericht kijken en ontwikkelen Bovenbouw Voorbereiding 1. De leerkracht heeft de les zichtbaar goed voorbereid (lesplan, kijkwijzer, aantekeningen) 2. De leerkracht weet welke leerlingen behoren tot de groepen: sterk-basis-risico 3. De leerkracht heeft alle materialen klaarliggen 4. Er is sprake van een rijke gecijferde en geletterde leeromgeving (ligt aan de groep en moet functioneel zijn) Start 1. De leerkracht activeert de aanwezige voorkennis bij de leerlingen (wat weten we al?) 2. De leerkracht gebruikt hiervoor eigen ervaringen van de leerlingen, frist een oud leerdoel op of realiseert een korte en felle automatiseringsoefening 3. Het lesdoel is concreet en controleerbaar en bestaat uit een concept en een vaardigheid 4. De leerkracht noteert het lesdoel op het bord/ flap met een voorbeeld (wat gaan we leren?) 5. De leerkracht besteedt op enig moment in de les aandacht aan het belang van het lesdoel 6. De leerkracht geeft een lesoverzicht (wat gaan we doen?) Instructie 1. Alle leerlingen nemen deel aan dit lesonderdeel 2. De leerkracht geeft expliciet blijk van hoge verwachtingen: alle leerlingen behalen het lesdoel 3. De leerkracht onderwijst het concept: heldere betekeniszin en veel voorbeelden 4. De leerkracht onderwijst de vaardigheid: concrete stappen 5. De leerkracht gebruikt concreet materiaal bij de uitleg van nieuwe leerstof 6. De leerkracht legt uit / doet voor / denkt hardop 7. De leerkracht laat leerlingen aantekeningen maken of activeert de leerlingen anderszins 8. De leerkracht gebruikt heldere taal en legt moeilijke woorden kort uit 9. De leerkracht voorkomt uitweidingen en blijft dicht bij het lesdoel 10. De leerkracht wisselt instructie en begeleide inoefening met elkaar af 11. De leerkracht gaat regelmatig na of de leerlingen de leerstof begrijpen (controleren van begrip) Begeleide inoefening 1. De leerkracht wisselt instructie en begeleide inoefening met elkaar af 2. De leerkracht gaat na of de leerlingen de leerstof begrijpen (controleren van begrip) 3. De leerkracht stelt veel vragen aan de leerlingen 4. De leerkracht stelt de vraag aan de klas voordat er een naam van een leerling wordt genoemd 32

33 5. De leerkracht biedt denktijd (3-5 seconden) 6. De leerkracht realiseert interactie: schoudermaatjes 7. De leerkracht geeft willekeurige beurten 8. De leerkracht activeert alle leerlingen door diverse hulpmiddelen te gebruiken 9. De leerkracht laat de leerlingen de leerstof verwoorden en geeft procesgerichte feedback 10. De leerkracht stelt vragen op verschillende niveaus: herhalen, verwoorden, toepassen 11. De leerkracht zorgt voor succeservaringen 12. De leerkracht spreekt positieve verwachtingen uit naar leerlingen 13. De leerkracht biedt leerlingen de mogelijkheid om aan te vullen 14. De begeleide inoefening gaat vloeiend over in de kleine lesafsluiting Kleine lesafsluiting N.v.t. Zelfstandige verwerking 1. De leerkracht maakt duidelijk hoeveel tijd de leerlingen hebben voor het maken van de opdrachten (klok, time-timer, etc.) 2. De leerkracht geeft duidelijkheid over de eigen beschikbaarheid 3. De leerkracht geeft duidelijkheid over het geluidsniveau 4. De leerkracht geeft aan of er wel of niet mag worden samengewerkt 5. De leerkracht geeft aan wat leerlingen moeten doen als ze klaar zijn (noteren op bord) 6. De opdrachten van de zelfstandige verwerking sluiten aan op het lesdoel, de instructie en begeleide inoefening 7. De leerlingen zijn gericht op verwoorden en uitleggen in plaats van antwoorden 8. De leerkracht stelt duidelijke eisen aan het werk 9. De leerkracht zorgt voor een rustige en prettige werksfeer 10. De leerkracht loopt een hulpronde 11. De leerkracht stimuleert leerlingen door te werken Verlengde instructie 1. Het behalen van het lesdoel staat centraal en niet het maken van de opdrachten 2. De verlengde instructie sluit aan bij de basisinstructie en begeleide inoefening 3. De leerkracht gebruikt dezelfde uitleg, strategie en materialen als in de basisinstructie 4. De leerkracht maakt eventueel gebruik van concrete materialen of kleinere stappen ter verduidelijking 5. De leerkracht herhaalt de punten zoals genoemd onder kopjes instructie en begeleide inoefening 6. De leerkracht geeft ruimte voor zelfstandige verwerking om zodoende hulpronde te kunnen lopen 7. De leerkracht geeft nogmaals verlengde instructie aan de meest zwakke leerlingen 33

34 Grote lesafsluiting 1. De leerkracht laat de leerlingen vertellen wat ze geleerd hebben 2. De leerkracht geeft (op het bord) een samenvatting van de les 3. De leerkracht bespreekt het proces: werkhouding, werkpunten, opvallendheden 4. De leerkracht vraagt de leerlingen wat ze goed kunnen en wat nog lastig voor hen is 5. De leerkracht blikt terug op het lesdoel en vooruit naar de volgende les Algemeen 1. De leerkracht besteedt de geplande tijd gericht aan het behalen van het lesdoel 2. De leerkracht laat geen tijd verloren gaan tijdens de les (dode momenten, wachtende leerlingen) 3. Regels en routines (klassenmanagement) zijn helder en goed ingeslepen 4. De leerkracht benoemt en beloont gewenst gedrag en heeft voornamelijk positieve interacties met de leerlingen (interactie) 5. De leerkracht legt duidelijk uit (Onderwijsinspectie, 2013) 6. De leerkracht realiseert een taakgerichte werksfeer (Onderwijsinspectie, 2013) 7. De leerkracht betrekt leerlingen actief bij het leerproces (Onderwijsinspectie, 2013) 34