omschakelen naar de biologische landbouw

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "omschakelen naar de biologische landbouw"

Transcriptie

1 omschakelen naar de biologische landbouw > fruitteelt: kleinfruit omschakelen naar de biologische landbouw kleinfruit februari 2014 pag 1

2 Inhoud 3 Voorwoord 5 Omschakelen naar biologische landbouw 5 Goed boeren, hoe doe je dat? 5 Slaap er nog eens over 6 Ga planmatig te werk 6 Een erkenning als biologisch producent biedt vooral voordelen 7 De belangrijkste stappen van het controleproces op een rijtje 9 Basisprincipes van de biologische landbouw 10 Biologische plantaardige productie 13 De omschakeling technisch bekeken 14 De omschakeling, teelt per teelt bekeken 14 Aardbei 18 Framboos 21 Rode bes 23 Andere teelten: zwarte bes, stekelbes, blauwe bes en braambes 25 Economische aspecten 27 Steunmaatregelen van de overheid 26 Nuttige adressen omschakelen naar de biologische landbouw kleinfruit februari 2014 pag 2

3 Voorwoord De maatschappij vraagt aan de landbouw steeds nadrukkelijker om voedsel te verbouwen dat in alle denkbare opzichten gezond is en dat via duurzame productiemethodes. Duurzaam produceren betekent produceren zonder ecologische belasting van de omgeving en zonder een ecologische last voor de toekomst na te laten. Leven en produceren in goed rentmeesterschap voor onze aarde. Al in de jaren tachtig van de vorige eeuw erkende de fruitteelt de hopeloze strijd tussen de chemische industrie enerzijds en resistentieontwikkeling bij enkele voorname plagen anderzijds. Ze besloten niet meer tegen, maar met de natuur te werken. Waar mogelijk lieten ze natuurlijke regulatiemechanismen hun werk doen, eventueel met selectieve chemische middelen als aanvulling. Dit systeem van geïntegreerde teelt is intussen ver ontwikkeld en wordt vrij algemeen toegepast. Biologische teelt gaat nog een stap verder en wil alleen hulpmiddelen van organische oorsprong gebruiken, vanuit de overtuiging dat die methode het meest aansluit bij het duurzaamheidprincipe. De kennis uit de geïntegreerde fruitteelt vormt daarbij maar een stukje van de basis. Om dit systeem succesvol te ontwikkelen, moeten alle aspecten van de teelt veel sterker worden geïntegreerd en doordacht dan bij de gangbare geïntegreerde fruitteelt het geval is. Denk maar aan bodemvruchtbaarheid, bemesting, grondbewerking, rassenkeuze, gewasbescherming enzovoort. De ontwikkeling van biologische fruitteelt staat nog maar in de kinderschoenen. Er is nog veel onderzoek en ervaring nodig. Doordat fruitteelt een meerjarige cultuur is, is biologische fruitteelt moeilijker dan veel andere biologische teelten. Een fruitteler is niet flexibel en kan bij het kiezen van variëteiten niet snel de ontwikkeling van kennis en markt volgen. Omschakelen naar de biologische fruitteeltmethode is een zeer ingrijpende stap met veel onzekerheden. Op dit moment is omschakelen dus vooral een persoonlijke en idealistische keuze. Met deze brochure willen we het omschakelproces en de bijhorende gevolgen beschrijven. Zo krijgt iemand die een omschakeling overweegt een goed beeld van wat dat voor zijn of haar bedrijf zou betekenen. Deze brochure wil op deze manier helpen bij een gedegen afweging en voorbereiding. Om de omschakeling te vergemakkelijken heeft de overheid enkele steunmaatregelen uitgewerkt. Het gaat onder meer over investeringssteun, omschakelingsbegeleiding, ondersteuning van studievergaderingen, hectaresteun voor omschakelende bedrijven en het bevorderen van de informatieverspreiding over de teeltmethode. In het kader van dit laatste punt werkte BioForum de reeks omschakelen naar de biologische landbouw bij. In deze brochure krijg je een overzicht van de belangrijkste veranderingen die op en rond jouw bedrijf uitgewerkt zullen moeten worden voor een succesvolle omschakeling. Toch is het van doorslaggevend belang dat je niet alleen de normen en wetgeving kent, maar ook inzicht hebt in de principes van de biologische landbouw. Door verder te kijken dan de regeltjes waaraan je moet voldoen, komt er vanzelf een bedrijfsdynamiek tot stand die voortdurend anticipeert op de ontwikkeling van die normen. Daarnaast staat in deze brochure ook heel wat informatie die een praktische omschakeling kan vergemakkelijken. Elke ondernemer is uniek, en dat geldt dus ook voor elke bedrijfssituatie. Het is onmogelijk om alle aspecten die komen kijken bij een omschakeling naar de biologische teelt in een gebruiksklare handleiding te gieten. Deze brochure geeft hooguit een aanzet. omschakelen naar de biologische landbouw kleinfruit februari 2014 pag 3

4 Colofon auteur Wim Vandenberghe leescomité Yves Hendrickx (PPK Pamel), Geert Latet (PCFruit) eindredactie Tom Wouters vormgeving Ogly Doglin, Koen Huybreghts foto s Kjell Gryspeert, Mr & Ms Flash, Frambiosa y Besos datum 1ste uitgave - februari 2014 verantwoordelijke uitgever Kurt Sannen, Asdonkstraat 49, 3294 Molenstede Deze brochure is een uitgave van BioForum Vlaanderen vzw. Ze kwam tot stand met de steun van de Afdeling Duurzame Landbouw Ontwikkeling van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Overname uit deze publicatie kan enkel mits duidelijke bronvermelding. zoekt keten een project van bioforum vlaanderen in samenwerking met algemeen boerensyndicaat en boerenbond BioForum Vlaanderen vzw is de sectororganisatie van de biologische landbouw en voeding. Zij vertegenwoordigt in Vlaanderen ongeveer 1000 biologische ondernemers: producenten, verwerkers, verkooppunten en foodservices. BioForum doet aan belangenverdediging en dienstverlening voor de biologische ondernemers, werkt aan de groei van de sector en communiceert naar het grote publiek over bio. Voor meer info, surf naar of contacteer ons via info@bioforumvl.be of 03/ omschakelen naar de biologische landbouw kleinfruit februari 2014 pag 4

5 Omschakelen naar biologische landbouw Goed boeren, hoe doe je dat? Een land- of tuinbouwer die omschakelt naar de biologische bedrijfsvoering doet dit weldoordacht. Motieven voor zo n ingrijpende verandering zijn vaak van persoonlijke aard. In de meeste gevallen overheerst een grote zorg voor natuur, milieu en dierenwelzijn. Een argument dat vaak opduikt, is onvrede met de huidige wijze van produceren. Het bedrijf wordt steeds meer afhankelijk van chemische middelen en wordt als het ware een bepaalde richting uitgestuurd. Die evolutie doet afbreuk aan de liefde voor het vak. Omschakelen kan dan een grotere arbeidsvreugde geven. Het vakmanschap wordt zo nieuw leven ingeblazen. Andere bedrijfsleiders overwegen een omschakeling om louter economische redenen. Bij bedrijven die het goed doen, gaat de rendabiliteit na de omschakeling meestal nog de hoogte in. Bijkomend voordeel is dat heel wat milieumaatregelen die de overheid oplegt nu niet meer als beperkend worden ervaren. Van groot belang is dat je bewust kiest voor de nieuwe bedrijfsopzet. De biologische landbouw is over het algemeen een moeilijker pad dat, zeker in het begin, extra inspanningen en onzekerheden met zich mee brengt. Omschakelen begint tussen de oren, zonder innerlijke overtuiging lukt het niet. Je weet uiteraard al langer dat er zoiets bestaat als biologische landbouw. In principe zou je misschien zelf ook milieu- en mensvriendelijker willen werken, maar je denkt dat je er nooit fatsoenlijk gaat kunnen van leven. Ten onrechte. Het Belgische Planbureau gaat er, net als de Europese Commissie, van uit dat er tegen 2050 alleen nog duurzame landbouwmethoden zullen bestaan. Of het kleinschalige of grootschalige bedrijven zullen zijn of van alles een beetje, weten ze niet, maar dat het duurzaam zal moeten zijn, dat is zeker. Biologische landbouw is duurzaam. Dat is dus de goede weg. En op termijn is de goede weg ook altijd een rendabele weg. Trouwens niet alleen op termijn: vandaag zijn er heel wat boeren die nu ze biologisch werken, meer verdienen dan toen ze het nog op de klassieke manier probeerden. Je hebt ook gehoord dat een bioboer gecontroleerd wordt dat het niet schoon meer is? Dat klopt, alleen is het niet de bedoeling van die controles om je het werken onmogelijk te maken of om aan je winst te zitten. Het is net het omgekeerde. Van een gecontroleerde bioboer weet iedereen dat zijn werkwijze en zijn producten volledig voldoen aan de voorwaarden van de biologische landbouw. Dat is een verkoopsargument waar klanten steeds meer oog voor hebben. En als je weet dat je omzet stijgt dankzij de controles, ga je dan nog klagen? Natuurlijk niet, het is gewoon een correcte manier van werken. In die optiek is het ook logisch dat de wetgeving niet blind is voor de dagelijkse praktijk. Mest of zaadgoed bijvoorbeeld moeten in principe biologisch zijn, maar de wetgever staat uitzonderingen toe. Omdat de sector nog klein is, is een volledig gesloten kringloop van mest op dit ogenblik immers moeilijk haalbaar. Een zekere input vanuit de gangbare landbouw is dus nog toegelaten. Naarmate de sector groter wordt, lost het inputprobleem zichzelf op en kunnen de principes wel volledig hard gemaakt worden. Op een nieuwe manier gaan werken brengt in het begin natuurlijk altijd wat meer onzekerheid. Je moet ook nieuwe dingen leren en andere afleren. Maar je kunt op veel steun rekenen en wat het belangrijkste is: je werk biedt toekomst. Slaap er nog eens over Van boeren is bekend dat ze gezond verstand hebben. Ze storten zich dan ook zelden in onbekende avonturen. Zelf uitvissen hoe de vork in de steel zit, is het uitgangspunt. Als je overweegt om biologisch te gaan werken, kijk dan eerst eens goed rond. Wat bedoelen ze precies met biologische productiemethoden? Je leest er iets over in een vakblad, hoort er iets over op een voorlichtingsavond en als je de kans krijgt, geef je je ogen en oren de kost op een bedrijfsbezoek. En in plaats van chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest te gebruiken ga je op zoek naar alternatieven en probeer je die eens uit. omschakelen naar de biologische landbouw kleinfruit februari 2014 pag 5

6 Als je experimenten lukken, ben je natuurlijk extra gemotiveerd. En dat is nodig want uiteindelijk moet je heel je bedrijfsstructuur tegen het licht houden en bekijken wat er kan en moet veranderen. Het belangrijkste daarbij is voldoende ruimte voor vruchtwisseling, organische bemesting en onkruidbeheersing zonder synthetische middelen. Specifiek voor de fruitteelt gaan de veranderingen vooral over preventie van onkruid en ziekten door de keuze voor weinig ziektegevoelige en resistente rassen en door te werken aan een goede bodemstructuur. Een juridische vertaling van wat het biologische productieproces precies inhoudt, vind je in de EU Verordeningen inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en haar uitvoeringsbesluiten. (EG 834/2007 en EG 889/2008). Neem in deze fase ook eens contact op met Bio zoekt Boer. Dit project biedt gangbare boeren die nadenken over omschakeling concrete antwoorden op maat van hun specifieke bedrijf en verwijst door naar deskundigen. Bio zoekt boer Sofie Hoste, Diestsevest 40, 3000 Leuven tel 0494/ fax 016/ Ga planmatig te werk Uit onderzoek blijkt dat nieuwsgierige mensen het meest succesvol zijn in het leven. Ze staan open voor anderen, leren bij en gebruiken dat in hun eigen verhaal. Doe dan ook een beroep op experts als je de stap zet om biologisch te gaan werken. Je hoeft je uiteraard niet te laten overdonderen en zomaar alles te slikken wat ze zeggen. Denk na over hun adviezen en zeg hen hoe jij het zou doen. Uiteindelijk kom je via zo n gesprek tot de beste resultaten. Experts van erkende centra voor bedrijfsbegeleiding hebben doorgaans heel wat ervaring met het opstellen van een bedrijfsontwikkelingsplan (of omschakelingsplan). Daar kun je veel tijd (en dus geld) mee winnen. Een bedrijfsontwikkelingsplan is erg handig om knelpunten op voorhand in te schatten en op te lossen. Uitgaande van de specifieke biologische normen worden de bemestingscyclus, de arbeidsverdeling en de afzetmogelijkheden op papier gezet. Daarna volgt een bedrijfseconomische doorrekening en zo krijg je een beeld van de perspectieven die je bedrijf en jijzelf hebben. Door hier en daar iets aan te passen kan dit plan nog wat worden verfijnd en kun je de resultaten eventueel nog wat opkrikken. Bij zo n plan horen ook lijsten met subsidie- en afzetmogelijkheden en met adressen van organisaties die je eventueel kunt contacteren. Dankzij dat bedrijfsontwikkelingsplan weet je dus op voorhand wat er gaat gebeuren en vallen er dus al heel wat onzekerheden weg. Gaat er ondanks alles toch iets fout, dan zie je ook onmiddellijk dat er iets niet volgens plan verloopt en kun je al aan een oplossing werken vooraleer het echt uit de hand begint te lopen. Een bedrijfsontwikkelingsplan is dus een krachtig instrument dat je helpt om je bedrijf, stap voor stap en zonder onaangename verrassingen, duurzaam uit te bouwen. Een erkenning als biologisch producent biedt vooral voordelen Je kunt uiteraard perfect biologisch werken zonder je te laten controleren. Je zorgt er zelf voor dat het hele productieproces, van het wortelzaad dat je aankoopt tot de biefstuk die terechtkomt bij de slager, beantwoordt aan de voorwaarden van de biologische landbouw. Alleen mag je in dit geval de term biologisch en het keurmerk Biogarantie niet gebruiken. Aangezien ze bedoeld zijn als kwaliteitswaarborg voor de consument, moeten ze ook gecontroleerd worden door een controleorganisme. Deze erkende organisaties oefenen in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap de controle uit. Als je dan toch biologisch werkt, heb je er natuurlijk alle belang bij om je te laten controleren. Je mag dan op je etiketten, in je reclame en op je facturen vermelden dat je biologisch produceert. Steeds meer klanten stellen een wettelijke controle trouwens als voorwaarde voor een levering: particulieren, maar zeker ook overheidsbesturen. De controle-organisaties voor de biologische landbouw: Certisys bvba (BE-BIO-01) Blaise Hommelen K. Maria Hendrikaplein Gent tel 09/ info@certisys.eu TÜV Nord Integra (BE-BIO-02) Annick Cnudde Statiestraat 164 A 2600 Berchem tel 03/ fax 03/ info@tuv-nord-integra.com omschakelen naar de biologische landbouw kleinfruit februari 2014 pag 6

7 Quality Partner nv (BE-BIO-03) Samya Aweis Rue Hayeneux Herstal tel 04/ fax 04/ Control Union (BE-BIO-04) Wim Overlaet Abtsdreef 10B 2940 Stabroek tel 03/ fax 03/ Als je wil dat er een controle-organisatie langskomt om te controleren of je bedrijf de biologische productieregels naleeft, dan moet je als volgt te werk gaan. Zodra je start met de omschakeling vraag je bij één van de controleorganisaties een erkenning aan. Zo breng je het hele controleproces op gang. Na een omschakelingsperiode ontvang je een bedrijfscertificaat en kan je je producten als biologisch of biologisch in omschakeling op de markt brengen. Wens je bijkomend ook vrijwillig het keurmerk Biogarantie te gebruiken dan dien je lid te worden van BioForum Vlaanderen vzw en moet je aan een aantal bijkomende eisen voldoen. Het certificaat van de controleorganisatie stelt je dus op een geloofwaardige manier in staat om de hogere kosten die praktisch altijd samengaan met een biologische productiemethode door te rekenen in de verkoopprijs. Voor producten in eindverpakking geeft het keurmerk Biogarantie aan dat je product voldoet aan de strengste eisen op het vlak van biologische landbouwmethodes en ecologische, economische en sociale normen integreert. Jij betaalt de kosten die de controle van je biologische productiewijze meebrengt. In zekere zin is dat logisch omdat jij er uiteindelijk ook bij wint: je krijgt een geloofwaardig verkoopsargument tegenover de klant en je hebt recht op een teeltpremie. De controlekosten zijn wettelijk vastgelegd. Het gaat om een vast bedrag dat wordt berekend op basis van het aantal hectaren (per teeltgroep). Voor een gemiddeld bedrijf beloopt dit ongeveer 750 euro per jaar. Zorg ervoor dat je de biologische teeltpremie niet misloopt. Het kan soms afhangen van kleine zaken zoals de manier waarop en het tijdstip dat je de erkenning aanvraagt. Gebruik daarvoor het officiële formulier. Het omvat een verklaring van biologische landbouwactiviteit en een verbintenis om de geldende reglementering na te leven. Het is ook belangrijk dat je weet dat elk product dat volgens de biologische teeltmethode wordt gewonnen, door dat erkende organisme gecontroleerd moet worden. Dat organisme geeft ook de toelating om het in de handel te brengen. En tot slot moet je als producent ook een toelating hebben voor de percelen die je gebruikt. Pas als dat allemaal in orde is, kun je door aangifte via verzamelaanvraag aanspraak maken op de premie voor biologische teeltmethode. De belangrijkste stappen van het controleproces op een rijtje Aanmelding en officiële omschakelingsdatum Als je als biologisch producent erkend wil worden, moet je bij het controle-organisme eerst de nodige officiële formulieren en documenten aanvragen. Dat pakket omvat vijf zaken: 1) Het tweedelige bekendmakingsformulier: het eerste deel heeft betrekking op de referenties van de producent en op zijn verbintenis om de specifieke reglementering na te leven; het tweede deel heeft betrekking op alle percelen met biologische teeltmethode. 2) Een brochure met een vereenvoudigde versie van de reglementaire bepalingen. 3) De originele wetteksten betreffende de biologische landbouw. 4) Het prestatiecontract tussen het controleorganisme en de producent, waarbij deze ermee akkoord gaat dat zijn bedrijf gecontroleerd wordt. 5) Het tarief dat het controleorganisme vraagt om het bedrijf in kwestie te controleren. Stuur het tweedelige bekendmakingsformulier en het prestatiecontract, ingevuld en ondertekend, terug naar het controle-organisme. De omschakeling start pas officieel op de omschakelingsdatum. Dat is de datum waarop de controle-organisatie het bekendmakingsformulier en het prestatiecontract ontvangt. Regeling controlebezoeken De controleur ontvangt je documenten en maakt met jou een afspraak voor het eerste controlebezoek. Dat verloopt als volgt: 1) Alle percelen worden beschreven en bezocht. En er wordt een overzicht gemaakt van de geschiedenis van de percelen. omschakelen naar de biologische landbouw kleinfruit februari 2014 pag 7

8 2) Het teeltplan en de rotatie worden onderzocht. 3) De teelttechnieken worden onderzocht: bemesting, onkruidbestrijding, teeltbescherming, oorsprong van het teeltmateriaal... 4) De opslagplaatsen en -lokalen worden bezocht. Voor een vlot verloop van de controle is het erg belangrijk dat de oorsprong en de aard van de inkomende en uitgaande producten van je bedrijf duidelijk vermeld zijn in je boekhouding. In de regel neemt de controleur ook stalen mee om te laten ontleden. Na het bezoek krijg je van de controleur een rapport en de bevestiging dat je bedrijf wordt gecontroleerd op de biologische teeltmethode. Het rapport vermeldt welke punten je moet veranderen om ervoor te zorgen dat je bedrijf beantwoordt aan de biologische teeltnormen. Daar hoort ook een timing bij die aangeeft wanneer de veranderingen ten laatste moeten doorgevoerd zijn. Jaarlijks moet je ook per perceel een gedetailleerd teeltprogramma opmaken en vóór een vastgelegde datum opsturen naar het controleorganisme. Als je het teeltplan tijdens het seizoen wijzigt, moet je dat ook meteen doorgeven. Hoeveel controles mag je verwachten? Ten minste één per jaar. Maar het zullen er wellicht meer zijn, zowel na afspraak als onverwachts. Wat als de controleur onregelmatigheden vaststelt? Dan mag je de term biologisch niet meer gebruiken voor het geheel of het gedeelte van de teelt dat problemen geeft. Als de controleur vindt dat het gaat om een klaarblijkelijke inbreuk of een inbreuk met langdurig gevolg dan kun je ook je bedrijfscertificaat voor een bepaalde periode verliezen. Hoe lang duurt de omschakelingsperiode? 1) Plantaardige productie Bij de plantaardige productie duurt de omschakelingsperiode bij éénjarige gewassen twee jaar voor het zaaien en bij doorlevende gewassen drie jaar voor de oogst. Tijdens die periode moet je de biologische teeltprincipes wel al toepassen op die percelen, maar je mag de producten nog niet biologisch noemen. In de praktijk gebeurt het wel meer dat het controleorganisme de omschakelingsperiode verkort of verlengt. Ze stemt de periode dan af op de exacte voorgeschiedenis van de percelen en op de ontleding van de genomen stalen. Na een omschakelingsperiode van ten minste 12 maanden vóór de oogst kunnen producten worden verkocht als biologisch in omschakeling. Let wel, de precieze datum van je aanmelding bij de controleorganisatie kan een grote invloed hebben op de daum waarop je je fruit als bio kan verkopen. 2) Dierlijke productie Voor de dierlijke productie hangt de omschakelingsperiode af van de duur van de productiecyclus en van het omschakelingsregime dat je kiest: Gelijktijdige omschakeling van dieren, uitloop en percelen voor voederproductie: De omschakelingsperiode bedraagt 24 maanden voor zowel de dieren, de uitloop als de percelen voor de voederwinning. Hierbij mogen de nog aanwezige (gangbare) voedervoorraden opgebruikt worden (als die niet buitensporig groot zijn) en mag ook al het voeder dat tijdens deze 24 maanden op het bedrijf wordt geproduceerd, aan de dieren worden gegeven. Dit is een aantrekkelijk systeem voor bedrijven die zelf een aanzienlijk deel van hun voer kunnen produceren. Enkel omschakeling van dieren (kan enkel als de uitloop al biologisch in omschakeling is): In dit geval bedraagt de omschakelingsperiode: (a) 12 maanden voor runderen, paardachtigen en hertachtigen die bestemd zijn voor de vleesproductie, met als bijkomende voorwaarde dat ze ten minste driekwart van hun levensduur moeten doorgebracht hebben in de omschakelingsperiode; (b) 6 maanden voor dieren die voor melkproductie worden gehouden; (c) 6 maanden voor schapen, geiten, en varkens die bestemd zijn voor de vleesproductie. Voor de uitloop gelden minimaal zes maanden. Legkippen moeten vanaf hun zesde levensweek biologisch worden gekweekt, vleeskippen vanaf hun derde levensdag. Mestafzet: bedrijven die meer dan 2 GVE/ha hebben, moeten vóór de omschakeling al contractueel mestafzet vastleggen op andere biologische percelen. omschakelen naar de biologische landbouw kleinfruit februari 2014 pag 8

9 Basisprincipes van de biologische landbouw Duurzaamheid duurt het langst Biologische landbouw gebruikt de aarde, maar maakt ze niet kapot. Het is een productiewijze die de natuur de gelegenheid biedt om zichzelf telkens weer te herstellen. Zo kan ze steeds opnieuw worden gebruikt en zorgen we voor onze toekomst en die van onze kinderen. Dat is ook het mooie van biologische landbouw: als bioboer investeer je vandaag in smaakvolle en gezonde kwaliteitsproducten die vriendelijk zijn voor milieu en mens, maar tegelijk investeer je ook in de toekomst van die producten. Anders gezegd: het uitgangspunt van de biologische productie is duurzaamheid. Dat wil zeggen produceren op een manier die ook in de toekomst mogelijk blijft en die voldoet aan de verwachte normen die de samenleving in de toekomst zal stellen op het gebied van: - productkwaliteit - milieu - dierenwelzijn - economie - arbeidsomstandigheden Wat zijn de concrete doelstellingen van de biologische landbouwmethode? - het produceren van voldoende voedingsmiddelen met hoge voedingswaarden en die geen residu s bevatten van stoffen die de gezondheid van mens en dier schaden - het behoud of herstel van een optimale bodemvruchtbaarheid - het behoud of herstel van natuur en landschap - het behoud van de genetische diversiteit - het vermijden van handelingen die het milieu belasten of tot verarming daarvan bijdragen - een minimaal gebruik van eindige grondstoffen - een veelzijdige bedrijfsstructuur met een kringloop die zo goed mogelijk gesloten is - landbouwhuisdieren zoveel mogelijk vrijlaten in hun soorteigen gedrag - de producent de kans geven om een leefbaar inkomen te verwerven; zorgen voor een democratische consumentenprijs en een leefbaar inkomen voor elke schakel tussen producent en consument Hoe kun je die doelstellingen praktisch verwezenlijken? - zorgen voor een levende, vruchtbare bodem - toepassen van preventieve gewasbescherming door middel van cultuurmaatregelen zoals vruchtwisseling, gewas- en rassenkeuze - bemesten met organische meststoffen, groenbemesters en natuurlijke mineralen - kiezen voor grondgebonden productiesystemen en grondverbonden mestbeheer - onkruidbestrijding met behulp van mechanische en/of thermische middelen - geen gebruik maken van chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen en kunstmest - geen gebruik maken van chemisch-synthetische toevoegingen in veevoer en van groeistoffen en hormonen - geen gebruik maken van genetische modificatie in de productietechnieken en -middelen Wat is de meerwaarde van de biologische productiemethode? De biologische landbouwmethode gebruikt de lokale natuur zonder de samenhang en het evenwicht ervan onherstelbaar te verstoren. Ze houdt steeds rekening met de bodemvruchtbaarheid en het milieu. Daarom zorgt ze ook voor een ruimere vruchtwisseling, gebruik van groenbemesters en organische bemesting. De onkruidbestrijding gebeurt voornamelijk mechanisch of thermisch. In de veeteelt ligt de nadruk op dierenwelzijn, preventieve gezondheidszorg en biologisch geteeld veevoeder. De biologische landbouwer benut het zelfregulerend vermogen van het landbouwecosysteem maximaal. Hij teelt met respect voor mens, dier, gewas en cultuurland. Net als elke andere ondernemer zoekt hij daarvoor naar de economisch omschakelen naar de biologische landbouw kleinfruit februari 2014 pag 9

10 meest rendabele weg. De normering en regelgeving rond biologische landbouw steunen op deze principes. Sleutelwoorden bij de bedrijfsvoering zijn: werken aan de bodemvruchtbaarheid, preventie en natuurlijke evenwichten. Agro-ecologische meerwaarden - door grondverbonden mestbeheer zijn mestoverschotten per definitie onmogelijk - door een efficiëntere omgang met stikstof worden de EU-nitraat-richtlijnen vlot gehaald - er is ruime aandacht voor dierenwelzijn en er is geen plaats voor genetisch gemodificeerde organismen (ggo s) - ruimere teeltrotaties zorgen voor meer gediversifieerde landschappen en respecteren de natuur In het landbouwecosysteem zijn twee kringlopen te herkennen die allebei een opbouw-, afbraak- en mineralisatiegedeelte hebben. De eerste is de kringloop van plantaardige productie via veevoer en dier naar de bodem en dan weer terug naar plantaardige productie. De tweede is de kringloop van plantaardige productie via gewasresten en composthoop naar de bodem en weer terug naar plantaardige productie. Op een bedrijf zonder vee grijpt enkel de tweede kringloop plaats, terwijl op een gemengd bedrijf beide kringlopen terug te vinden zijn. Het gemengde bedrijfstype is het biologische bedrijf bij uitstek. De mineralenkringloop wordt zoveel mogelijk gesloten gehouden. Dat wil zeggen dat er steeds een sluitende relatie bestaat tussen enerzijds de voederbehoefte en anderzijds de mestproductie. Het gesloten bedrijf is minder afhankelijk van buitenaf en zorgt zoveel mogelijk zelf voor veevoeders en mest. Indien dit niet te realiseren is op één bedrijf, kunnen een aantal bedrijven regionaal als koppelbedrijven functioneren. Biologische plantaardige productie Socio-economische meerwaarden - een kortere afstand tussen consument en producent - minder nutriëntenimport en geen verstoring van de Noord-Zuidrelaties - geen bijkomende milieukosten voor de gemeenschap - meer werkgelegenheid en kansen voor plattelandsontwikkeling Kiezen voor een gemengd of een ontmengd bedrijf? Zoals reeds aangehaald: biologische land- en tuinbouw is een landbouwsysteem dat veel aandacht schenkt aan de samenhang tussen plant, dier, mens en omgeving. Dierenwelzijn, het behoud van de bodemvruchtbaarheid en het milieu staan centraal. Biologische land- en tuinbouw is gebaseerd op een ruime vruchtwisseling. Organische bemesting uit de biologische veehouderij en groenbemesters (bij voorkeur vlinderbloemigen) brengen de nodige stikstof aan voor een evenwichtige plantengroei. Rassenkeuze (resistente variëteiten), een goede bodemgesteldheid, een ruime vruchtwisseling en een aangepaste bemesting zijn belangrijke teeltmaatregelen in de gewasbescherming. De onkruidbestrijding gebeurt mechanisch of thermisch. Tenslotte stelt de biologische boer de normen voor een biologisch bedrijf ruimer en is met name de integratie van het bedrijf in de natuurlijke omgeving en in de maatschappij een belangrijk aandachtspunt. De algemene basisprincipes werden reeds genoemd, hoe deze in de praktijk vertaald worden vind je hieronder wat verder uitgewerkt. Ongeacht welke richting je in de toekomst met je bedrijf uitgaat, blijft het belangrijk deze basisprincipes in het achterhoofd te houden. omschakelen naar de biologische landbouw kleinfruit februari 2014 pag 10

11 De hieronder opgelijste aandachtspunten gelden dus voor de biolandbouw in het algemeen. Verder in de brochure, vanaf De omschakeling technisch bekeken, wordt dieper ingegaan op specifieke aandachtspunten voor fruitteelt. Voor fruitteelt is de zorg voor bodemvruchtbaarheid nog belangrijker. Een gezond teeltplan steunt op vruchtwisseling Een zorgvuldig samengestelde vruchtwisseling is de basis van gezonde gewassen en het behoud van de bodemvruchtbaarheid. Een gezond teeltplan besteedt erg veel aandacht aan : voldoende ruimte (minimum 1/5) verschillende gewassen van verschillende families de afwisseling van veeleisende gewassen (naar nutriënten en structuur) met minder eisende gewassen de opvolging van gewassen volgens hun N- behoefte, wortelstelsel, onkruiddruk, voldoende plaats voor structuuropbouwende gewassen. Hoe maak je de bodem op een biologische wijze vruchtbaarder? De biologische teelt gebruikt geen chemischsynthetische meststoffen en bestrijdingsmiddelen, maar zorgt ervoor dat planten in optimale omstandigheden kunnen groeien. Als bioboer moet je de bodem dus zo vruchtbaar mogelijk houden. De vruchtbaarheid van de bodem hangt af van het bodemtype, de bodemstructuur, de ph, de voedingstoestand, het gehalte aan organische stof, het humusgehalte, het bodemleven Je bouwt de vruchtbaarheid van de bodem op door de vruchtwisseling, maar ook door te zorgen voor maaivruchten. Deze brengen leven en structuur in de bodem (en vergen geen intensieve grondbewerking in voor- en najaar). De voedingstoestand en het humusgehalte worden op peil gehouden door middel van stalmest, vlinderbloemigen en groenbemesters. Een vlinderbloemige kan tot 450 kg N per ha per jaar uit de lucht vastleggen. Een deel hiervan wordt afgevoerd bij elke maaibeurt. Wanneer de stoppel ingewerkt wordt, komt 50 tot 125 kg N beschikbaar voor de volgteelt. Andere groenbemesters werken vooral als vanggewas en verbeteren de structuur: bodembedekking tijdens de winter voorkomt uitspoeling van nutriënten en erosie en draagt bij aan de opbouw van het gehalte aan organische stof. Er wordt bij voorkeur gewerkt met een teeltplanbemesting: na een N-leverende voorteelt en een bemesting met stalmest is de bodem klaar voor N-eisende gewassen. Voor gewassen met een lagere N-behoefte wordt dan niet bemest. Organische handelsmeststoffen (sojameel, bloedmeel ) worden niet gebruikt als basisbemesting omdat ze te duur zijn. Organische handelsmeststoffen zijn wel interessant voor een eventuele bijsturing in de loop van het groeiseizoen. Een belangrijke parameter voor de voedingstoestand in de bodem is de ph. De ph is sterk afhankelijk van de structuur, maar moet in elk geval hoog genoeg zijn voor een evenwichtige plantengroei. Net als in de gangbare landbouw kun je de ph bijsturen op basis van een bodemanalyse. Zeewierkalk kan worden gebruikt om te voldoen aan de kalkbehoefte. Via de dierlijke mest wordt voldoende fosfaat aangevoerd om de afvoer te compenseren. Gemiddelde mestinhoud van enkele mestsoorten (kg per ton mest) N P2O5 K2O Drijfmest zeugen 3,9 3,8 4,2 rundvee 4,4 1,8 5,5 Vaste mest vleesvarkens 10,1 7,2 7,8 zeugen 4,5 8,7 4,2 rundvee (loopstal) 6,5 2,5 10,5 rundvee (grupstal) 4,5 3,8 3,5 Algemeen moet je in je teeltplan streven naar een goede kalivoorziening. Kali versterkt immers de weerstand van je planten tegen ziekten en plagen. De kalibehoefte kan worden ingevuld met haspargit, kaïniet, patentkali,... Kieseriet kan interessant zijn voor gronden waar makkelijk Mg-tekort optreedt. Zodra de voedingstoestand in de bodem op peil is, komt het erop aan het evenwicht via de bemesting te bewaren. De aanvoer van mineralen moet dus ongeveer gelijk zijn aan de afvoer. Als je werkt met organische meststoffen, is dat niet zo eenvoudig. Opletten dus. omschakelen naar de biologische landbouw kleinfruit februari 2014 pag 11

12 Zaaizaad en plantgoed Het zaaizaad en het vegetatief teeltmateriaal moeten afkomstig zijn van biologische landbouw. Eveneens kan er gebruik gemaakt worden van uitgangsmateriaal afkomstig van een productie-eenheid die zich in de fase van omschakeling naar de biologische landbouw bevindt. Indien de producent kan aantonen dat dit teeltmateriaal niet verkrijgbaar is in biologische kwaliteit, dit wil zeggen dat het niet in de databank staat, kan ontheffing verkregen worden. De producent moet een aanvraag indienen bij zijn controleorganisme en verklaren dat het teeltmateriaal niet verkrijgbaar is in biologische kwaliteit. Voorkomen van ziekten en plagen In de biologische teelt ligt de nadruk op het voorkomen en beheersen van ziekten en plagen. Als planten kunnen groeien in goede omstandigheden dan zijn ze sterk genoeg om hun eigen weerstand op te bouwen. Dat is het uitgangspunt. Een vlotte groei steunt dus op een goede toestand en vruchtbaarheid van de bodem. Daarnaast vermindert een teeltrotatie die ruim genoeg is, de kans op bodemgebonden ziekten. Tevens voorkomt een evenwichtige bemesting (matige N-voorziening, voldoende kalium ) schade door insecten en schimmels. Ziekten en plagen kunnen ook worden vermeden via andere teeltmaatregelen zoals rassenkeuze, plantafstand, zaaitijdstip. Plagen zoals trips in prei worden in de biologische teelt in beperkte mate getolereerd. Voor plagen die je niet onder controle kunt houden, bestaan er een aantal biologische bestrijdingsmiddelen (voornamelijk pyrethrum en Bacillus thuringiensis) die onder bepaalde omstandigheden gebruikt mogen worden. Het verstuiven van gesteentemelen (o.a. basaltmeel) wordt wel eens gebruikt om planten te versterken. die niet heel vroeg gezaaid of geplant worden (na april) kan het perceel al enkele weken voor het zaaien of planten klaargelegd worden. Heel wat onkruidzaden uit het zaaibed gaan dan al kiemen. Deze jonge onkruiden kunnen dan in het volle veld bestreden worden met wiedeg, cultivator, brander... Goed ontwikkelde, meerjarige maaigewassen hebben een reducerend effect op de onkruidpopulatie. Ze zijn erg efficiënt tegen wortelonkruiden. De groei van het onkruid wordt beperkt door de felle loofontwikkeling van het maaigewas en het maaien van zware sneden. In gewassen met een snelle jeugdgroei (maïs, aardappelen, kolen ) gaat de mechanische onkruidbestrijding doorgaans vlot. Door wat later te gaan zaaien kan de jeugdgroei vaak nog versneld worden. Zaaigewassen zoals ui en peen zijn echter wat weerbarstiger. Mechanische onkruidbestrijding moet afgestemd zijn op de teelten en de bedrijfsomstandigheden. Je hebt dus verschillende toestellen en machines nodig: wiedeg, schoffelmachines, vingerwieder, aanaardploeg Deze gereedschappen stellen je in staat om het manueel wegschoffelen of wieden van de laatste onkruiden zo veel mogelijk te beperken. Slimme onkruidbestrijding In een biologisch bedrijf is onkruidbestrijding een absolute prioriteit. De biologische bestrijding van het onkruid maakt dan ook deel uit van het teeltplan en de arbeidsorganisatie en wordt al in een vroeg stadium aangepakt. Een belangrijk instrument in de biologische onkruidbestrijding is het vals zaaibed. Bij teelten omschakelen naar de biologische landbouw kleinfruit februari 2014 pag 12

13 De omschakeling technisch bekeken De biologische kleinfruitsector is de voorbije jaren sterk geëvolueerd. Niet alleen het areaal breidde zich uit van 28 naar 86 ha, ook het aantal telers nam sterk toe. Sommigen daarvan zijn volledig nieuw, andere zijn bestaande biobedrijven die kleinfruit als nieuwe bedrijfstak hebben. Ook bestaande plantages hebben zich uitgebreid, in het houtig kleinfruit hoofdzakelijk door uitbreiding van een van de reeds vroeger actieve biobedrijven. Daardoor is ook de technische kennis de voorbije jaren sterk toegenomen. Er zijn in de eerste plaats het onderzoekswerk van het PPK Pamel (Provinciaal Proefcentrum Kleinfruit) en de inspanningen van PCFruit. Daarnaast worden er verschillende cursussen georganiseerd over het biologisch telen van kleinfruit en is er de werking van Biobedrijfsnetwerk Kleinfruit van BioForum Vlaanderen. Tot slot delen heel wat biologische kleinfruittelers die al langer actief zijn graag hun ervaringen. Dat is voor de bestaande bioteler al erg belangrijk, maar vooral voor omschakelaars biedt dat een grote meerwaarde. Toch blijft omschakelen naar de biologische teelt een grote stap. Het vraagt vooral een mentale klik, want zeker in de beginfase is de keuze voor bioteelt kiezen voor de moeilijkere weg. Er spelen immers heel wat onbekende factoren mee, waardoor je de omschakeling niet 100% kan controleren. Alleen wie overtuigd is van de noodzaak, zal zichzelf kunnen blijven motiveren. Voorbereidingen Los daarvan bereid je de omschakeling best zo goed mogelijk voor. Stel een timing op, weet welke praktische problemen er kunnen opduiken en denk ook op langere termijn. Op die manier maak je van de omschakeling een succesverhaal. Op pagina 29 vind je contactgegevens terug van instellingen en adviseurs die je kunnen bijstaan en lees je welke steun de overheid aanbiedt. Ga zeker ook te rade bij de nieuwe collega s-biotelers, bijvoorbeeld via de Biobedrijfsnetwerken. Voor telers die voordien al in de grond teelden, zal de omschakeling technisch waarschijnlijk best meevallen. De grootste vraag is hoe je een evenwichtige, levende bodem creëert die een gezonde teelt kan voeden. Voor telers die op substraat kweekten, is de stap daarentegen een stuk groter. Hoe zit het met lopende investeringen? Wat voor bodem komt er onder het containerveld tevoorschijn? Het antwoord op die vragen kan een omschakeling misschien praktisch onhaalbaar maken. Elke omschakelaar zal ook goed moeten nadenken over het tijdsverloop: wanneer meld je welk perceel aan bij de biocontrole, en daarmee samenhangend, wanneer plant je welke teelt aan op welk perceel? Er is namelijk een verschil in omschakelingstermijn tussen één- en meerjarige teelten. Bovendien is het moeilijk om in de langere afzetketen een correcte meerprijs te krijgen voor je omschakelingsproject. Heb je al het denkwerk gedaan, alles berekend en genoeg advies ingewonnen? Dan is het knop omdraaien en springen! Extra informatie In deze brochure worden af en toe gewasbeschermingsmiddelen genoemd. Er mogen echter alleen erkende middelen gebruikt worden, en alleen in de teelten waarvoor de erkenning geldt. Omdat deze erkenningen kunnen wijzigen in de tijd, moet je als teler zelf gaan controleren of het middel mag gebruikt worden. Dat kun je nakijken op biopesticidesweb/70biolandbouw.htm. Controleer ook steeds of het product wel toegelaten is voor de beoogde teelt op be/indexnl.asp. In deze brochure worden af en toe handelsmeststoffen genoemd. Een volledig overzicht, met samenstelling en inhoud, vind je terug op Voor de grootste kleinfruitteelten heeft het Provinciaal Proefcentrum Kleinfruit in Pamel een digitale teeltagenda opgesteld die je doorheen het biologisch teeltseizoen begeleidt. Je kan die gratis opvragen bij het PPK Pamel: omschakelen naar de biologische landbouw kleinfruit februari 2014 pag 13

14 De omschakeling teelt per teelt bekeken Aardbei Vruchtwisseling In de biologische teelt wordt er in de grond gekweekt. Je mag aardbeien dus niet op substraat telen. Voor wie al gangbare aardbeien in de grond kweekt, zorgt de omschakeling niet voor problemen. Hou er wel rekening mee dat er in de biologische teelt slechts moeilijk curatief kan opgetreden worden tegen aaltjes, bodemschimmels of andere vormen van bodemmoeheid. Er moet wel een bredere vruchtwisseling aangehouden worden: een minimum van 1/4, en bij voorkeur zelfs 1/6. Voor wie gangbare aardbeien kweekt op substraat, is (opnieuw) in de grond gaan kweken een grote stap. Ten eerste kan de bestaande installatie niet meer of slechts op veel lagere capaciteit gebruikt worden. Het gotensysteem zelf verliest zijn nut. Het fertigatiesysteem kan nog dienen voor de irrigatie, maar niet voor de bemesting, omdat de bioteelt hoofdzakelijk met organische mest werkt. Voor wie in een vaste serre of vaste hoge tunnel werkt, is de grootste verandering het verlies aan teeltcapaciteit, omdat ook hier de rotatie van minstens 1/4 toegepast moet worden. Bodem en bemesting Biologische aardbeien kan je in zowat alle grondsoorten telen, op voorwaarde dat die humusrijk en goed doorlatend is. Percelen met verdichtingen of een hoge grondwatertafel komen dus niet in aanmerking. Een profielput geeft je snel zicht op de bodemstructuur. In tegenstelling tot de meeste andere kleinfruitsoorten zijn aardbeien niet zo veeleisend qua zuurtegraad van de bodem. Ze gedijen goed bij een ph tussen 6 en 6,5 (en nog iets hoger zelfs, op leemgrond). In de biologische teelt werken ze met organische bemesting: door de bodem en het bodemleven te voeden, worden ook meteen de planten gevoed. De basisbemesting bestaat uit een groenbemester, compost en/of dierlijke mest. Voor aardbeien is het van bijzonder groot belang dat er niet te veel vers organisch materiaal aanwezig is op het ogenblik van de teelt. Dat is immers zeer schadelijk voor de vruchtkwaliteit. Een groenbemester moet dus tijdig voor de start van de teelt ingewerkt worden, goed verkleind zijn en mooi met de grond gemengd worden. Zo komt er een vlotte vertering op gang. Dat kan bijvoorbeeld door te frezen en te spitten. Dat geldt ook voor toegediende dierlijke mest: verse mest moet je goed in de grond inmengen, zodat de eerste vertering vlot start. Bij het gebruik van compost of gecomposteerde stalmest stelt dit probleem zich niet. Aardbeien hebben niet zo n hoge nutriëntenbehoefte. De totale stikstofopname ligt rond de 70 kg N per ha op jaarbasis. Wel vragen ze een relatief hoge kaliumgift (tot 150 kg K2O op kleigronden) en magnesiumgift (tot 100 kg). Anderzijds kan dit hoge K-gehalte verbrandingsverschijnselen geven wanneer de aanwezigheid van opneembaar stikstof te laag is (bijvoorbeeld door lage mineralisatie in een koude periode) in combinatie met lage calciumgehalten. De basisbemesting van groenbemester, dierlijke mest of compost kan je aanvullen en verfijnen met een aantal handelsmeststoffen. Voor de N-gift bestaan er verschillende samenstellingen, waaronder snelwerkende op basis van o.a. bloedmeel. K kan met vinasse of patentkali aangevuld worden, Mg stuur je bij met bitterzout of kieseriet. In de wetgeving biologische landbouw vind je een positieve lijst van middelen (van natuurlijke oorsprong) die je hiervoor kan inzetten. Een regelmatige bodemanalyse, aangevuld met een bladanalyse of plantsapanalyse zijn echter aangewezen om je bemesting op punt te krijgen. Sinds 2013 stelt de mestwetgeving sowieso dat een bodemanalyse en een extern bemestingsadvies verplicht zijn. Voor de andere kleinfruitsoorten is dit niet verplicht. Hou er zeker rekening mee dat het enkele teeltseizoenen zal duren voor je als omschakelende omschakelen naar de biologische landbouw kleinfruit februari 2014 pag 14

15 teler de bemesting goed in de vingers hebt. Zo is onder meer de snelheid waarmee de organische bemesting werkt sterk afhankelijk van de grond, de temperatuur, het humusgehalte, het vochtgehalte enzovoort. Onkruidbestrijding De onkruidbestrijding in de bioteelt verschilt misschien nog het meest met die van de gangbare teelt, omdat je geen herbiciden mag inzetten. Voor een geslaagde aardbeienteelt is onkruidbestrijding zeer belangrijk. Onkruid bemoeilijkt de teeltwerkzaamheden en concurreert met de aardbeiplanten om water en licht en de aanwezige nutriënten. Daarnaast zorgt het vooral voor een dichter en vochtiger klimaat, de ideale broeihaard voor allerlei (schimmel)ziekten en plagen. Wortelonkruiden moet je vooraf bestrijden. Telen op een plaats met een distel- of zuringprobleem is vragen om moeilijkheden: je zal er de hele teelt last van hebben. Daarom pak je probleempercelen best vooraf aan. Dit kan met een maaiteelt die kort gehouden wordt, zodat de wortelpen uitgeput raakt, maar ook met specifieke machines als een Kvik-up. Die woelt de grond diep los en gooit alle plantmateriaal (dus ook onkruiden met wortelpen) bovenop de teeltlaag. Daar verdrogen de wortelpennen dan. Bij minder droog weer of bij zeer veel onkruid moet je deze bewerking meerdere keren herhalen. In de aardbeienteelt in de rij is geen mechanische onkruidbestrijding mogelijk, en dus werken ze daar met bodembedekking. Dat kan met stro of houtsnippers, maar meestal wordt er een folie aangebracht bij het trekken van de plantruggen. Wie met stro of andere organische mulching werkt, zal meestal enkele weken vooraf de rijen trekken, de rijen branden vlak voor het planten en na het planten pas de irrigatie en de mulching aanbrengen. Tussen de rijen wordt vaak met stro of met antiworteldoek gewerkt. Verder is het dan nog een zaak om het plantgat onkruidvrij te houden, iets wat alleen manueel kan. Planten, teeltsysteem en rassenkeuze Omdat aardbeien geen te vochtige ondergrond verdragen en best groeien in een compacte bodem met hoge capillariteit, wordt er op ruggen gekweekt. Enkele weken voor het planten worden de ruggen getrokken, al dan niet met bio-afbreekbare folie en irrigatieslangen. Zo kan de rug zich zetten vooraleer er geplant wordt en krijg je een sterk verhoogde capillariteit. Aardbeienplantgoed is te verkrijgen als verse plant of als frigoplant. Verse planten komen rechtstreeks van een vermeerderingsveld: de uitlopers van de moederplant hebben zich kunnen vestigen (hun wortelgestel heeft zich kunnen ontwikkelen). Ze worden geoogst en korte tijd later uitgeplant op het aardbeienperceel van de teler. Frigoplanten daarentegen worden ingekoeld na de oogst op het vermeerderingsbedrijf. Op deze manier worden ze in rust gebracht tot op het ogenblik dat je ze uitplant. Frigoplanten zijn duurder in aankoop maar laten een vervroegde of verlate teelt toe. Ook is de standperiode op het perceel korter: 8 weken na het planten kan de pluk al starten. Teeltwijze Bedekking Plantmateriaal Vervroegde teelt Onder tunnel Onder aardbeikap Planttijdstip Oogsttijdstip Verse plant Voor 15 augustus Tweede helft mei en juni Verse plant Voor 15 augustus Juni Normaalteelt Verse plant Voor 15 augustus Eind mei tot eind juni Verlate teelt Open lucht of in tunnel Frigoplant Frigoplant Laatste week maart 15 april tot eind juni Doorteelt Frigoplant Einde maart - april Eerste helft juni tot begin juli Juli tot oktober Mei tot juni in het 2 e teeltjaar De biologische aardbeienteelt bestaat voor het grootste deel uit junidragers. Dat zijn kortedagplanten die in de herfst bloemknoppen aanleggen en bloeien tijdens het voorjaar, na een periode van koude. Junidragers worden uitgeplant in augustus en bloeien gedurende een maand in het voorjaar. Bij junidragers hebben we tijdens het voorjaar een plukperiode van een zestal weken, met een stevige piek in het midden van de plukperiode. omschakelen naar de biologische landbouw kleinfruit februari 2014 pag 15

16 De biologische teelt van doordragers maakt slechts een klein deel uit van het totale areaal. Doordragers behoren tot de groep van de dagneutrale planten, wat wil zeggen dat de bloemaanleg en de bloei niet bepaald worden door de daglengte maar door de temperatuur. Er is een minimum temperatuur nodig om te bloeien, maar de bloei kan ook stil vallen door hittestress. Doordragers kunnen geplant worden in de herfst als verse plant of tijdens het voorjaar als frigoplant. Bij doordragers kan de pluk vijf maanden duren. In juli, bij het begin van de pluk, is er een eerste piek. Nadien neemt de productie af, met nog een tweetal kleinere pieken in augustus en eind september. Het plukverloop wordt sterk bepaald door de gevoeligheid van het ras voor hittestress. Door de latere en meer gespreide en de lagere productie is een doordrager een goede oplossing om later op het jaar de afnemende vraag aan aardbeien toch te blijven invullen. De meeste bedrijven werken met een mix van teeltsystemen: ze starten met een vervroegde teelt onder wandelkappen, gaan dan over op de normaalteelt in openlucht (eventueel met een deel hiervan onder aardbeikapjes, zeker bij een kouder voorjaar). Veel bedrijven stoppen hier, omdat na juni de vraag bij de consument sterk afneemt. Andere bedrijven gaan verder met een verlate teelt of met doordragers. De keuze hangt sterk af van de gekozen afzet en de combinatie met andere teelten op het bedrijf. Bedrijven met een thuisverkoop van enkel aardbeien zullen meestal stoppen eind juni, omdat de vraag dan sterk afneemt. Bedrijven die een thuisverkoop met een breder assortiment hebben of zelfpluktuinen zullen vaak kiezen voor doordragers, zodat ze zo lang mogelijk aardbeien kunnen aanbieden (zij het dan in kleiner volume dan in juni). Het plantgoed moet in principe van biologische oorsprong zijn, en dus moet het vermeerderingsveld ook biologisch uitgebaat zijn. Momenteel is er al plantgoed van heel wat rassen biologisch beschikbaar, zowel voor verse planten als voor frigoplanten. Op het moment van schrijven kan je nog ontheffing krijgen en gangbaar plantgoed gebruiken, maar binnen afzienbare tijd verdwijnt deze mogelijkheid. Het Provinciaal Proefcentrum Kleinfruit in Pamel werkt al jaren rond biologisch aardbeiplantgoed. Daar vind je dan ook de meest actuele informatie wat betreft raseigenschappen onder biologische teeltomstandigheden, contactgegevens, beschikbaarheid, enzovoort. Jaarlijks besteden ze ook veel aandacht aan smaakproeven. In de bijgevoegde tabel vind je enkele voorbeelden terug van in Pamel beproefde rassen. Ras Planttype Eigenschappen Clery Junidrager, vroeg ras Gemakkelijk te telen ras Goede productie Zeer mooie, smakelijke vruchten Zowel voor thuisverkoop als voor handel geschikt (voor thuisverkoop wordt meestal iets rijper geplukt) Resistent tegen de meeste ziekten, enkel licht tot zeer gevoelig voor koprot Dely Junidrager, vroeg ras Opengroeiende plant met vlot bereikbare vruchten Zeer hoge productie Zeer smakelijke, geparfumeerde vruchten Zeer lange bloei en zeer lange oogstperiode door een tweede bloei Uitermate geschikt voor zelfpluktuinen en thuisverkoop Resistent tegen wortelziekten Darselect Junidrager, vroeg tot midden Meest gebruikt in de biologische teelt Matig productief Goed van smaak en beperkte glans na koeling Goed uitstalleven, geschikt voor handel Nog geen biologisch plantgoed te krijgen Elsanta Junidrager, midden Standaard in de gangbare teelt Zeer productief Matig van smaak en beperkte glans Heel goed uitstalleven, geschikt voor handel Gevoelig voor wortelziekten, ruime teeltrotatie nodig Joly Junidrager, midden Hoge productie met zeer goede sortering en hoog plukrendement Zeer goede vruchtkwaliteit, mooie kleur en zeer goede smaak Een heel goed uitstalleven; geschikt voor thuisverkoop en handel Zeer goed resistent tegen de meeste wortel- en bladziekten Sonata Junidrager, middenlaat Helderrode vrucht met mooie glans Zeer productief, goede sortering en hoog plukrendement Zeer smakelijke vrucht Goed uitstalleven Gevoelig voor wortelziekten, weinig gevoelig aan witziekte Charlotte Doordrager Hoog productiepotentieel (1,2 kg/plant) Mooie, conische vorm, matig glanzend Aantrekkelijke stevige vrucht Sterk geparfumeerde smaak Geschikt voor thuisverkoop en handel Ziekteresistent, enkel gevoelig aan verwelkingsziekte Capri Doordrager Gemakkelijk te telen ras Stevige, mooie vrucht (in de grondteelt soms wel een groot aandeel kleine vruchten) Goede bewaring Zowel voor thuisverkoop als voor handel geschikt Weinig ziektegevoelig, wel gevoelig aan bladvlekkenziekte Bron: PPK Pamel (Yves Hendrickx), 2013 omschakelen naar de biologische landbouw kleinfruit februari 2014 pag 16

17 Gewasbescherming De gewasbescherming in de biologische teelt bestaat hoofdzakelijk uit het vermijden van ziekten en plagen door te zorgen voor zo goed mogelijke teeltomstandigheden: goede bodemstructuur, vruchtwisseling, rassenkeuze, bemesting, onkruidbestrijding, irrigeren, luchten, enzovoort. Remedies tegen schimmelziekten zijn een open gewas (geen onkruid, blad plukken, afranken...), het vermijden van overmatige N-giften en goed luchten. Curatief kan er biologisch niet opgetreden worden tegen botrytis, witziekte of rot. Bodembedekking (tegen het onkruid) zal ook vermijden dat er grond opspat op de planten, wat infectie met ziekten zou kunnen veroorzaken. Plagen als bladluizen, spint en trips kunnen onder beschutting met natuurlijke vijanden aangepakt worden. Afhankelijk van de belager kan je roofmijten, roofwantsen, lieveheersbeestjes, oorwormen, gaas- of zweefvliegen enzovoort inzetten om de plaag onder controle te houden. Gespecialiseerde bedrijven als Koppert of Biobest helpen je met advies. Zelf kan je de aanwezigheid van belagers gaan monitoren. Voor de meeste vliegende insecten (o.a. bladluis en witte vlieg) helpt een gele plakval om hun aanwezigheid tijdig op te merken. Voor trips heb je een blauwe plakval nodig en spint moet je met een loep op de plant zelf gaan zoeken. De monitoring is zeer belangrijk, omdat dat de enige manier is waarop je op tijd kan reageren, door bijvoorbeeld natuurlijke vijanden uit te zetten. In openlucht ligt dit natuurlijk moeilijker, al leveren de meeste plagen in openlucht minder schade op. Toch kan trips voor veel misvormde vruchten zorgen. Overweeg de bloemen die aan trips lijden weg te plukken als ze massaal voorkomen. Dat zorgt echter wel voor wat meer schade aan de vruchten. Eventueel kan je ook overwegen om gewasbeschermingsmiddelen als spinosad, bacillus thuringiensis of biopyrethrum in te zetten tegen insectenschade. omschakelen naar de biologische landbouw kleinfruit februari 2014 pag 17

18 Framboos Telen in de grond Ook bij de teelt van biologische frambozen geldt dat er in de grond geteeld moet worden. Substraatteelt in emmers op een containerveld kan dus niet. Voor de meeste gangbare frambozentelers betekent dit qua infrastructuur niet zo n grote omschakeling. Alleen voor sterk gespecialiseerde serrebedrijven vraagt dit een grote aanpassing. Een belangrijk gevolg van het telen in de grond is dat je veel minder flexibel kan schuiven met de teeltperiodes. Waar de planten bij een teelt in potten relatief makkelijk ingekoeld kunnen worden tot aan het gekozen teeltmoment, is dit met een teelt in de grond ondoenbaar. In de biologische teelt probeert men daarentegen de frambozenplanten lang (5 tot 10 jaar) aan te houden. Dat maakt het plantgoed iets goedkoper en beperkt ook het risico op wortelinfecties. Daardoor wordt het ook moeilijker om in een biologische frambozenteelt een zeer lang oogstseizoen met een gelijk volume en een gelijke kwaliteit te bekomen. Bodem en bemesting Frambozen vragen een eerder zure bodem: een ph tussen 5,5 en 5,8 is ideaal (en tot 6,5 in leemgrond). Gronden waarvan de ph van nature oploopt, kunnen problemen geven. Er wordt onderzoek gedaan naar oplossingen, maar momenteel bestaat er geen pasklaar antwoord. In elk geval is het aan te raden om regenwater te gebruiken voor de irrigatie, omdat de ph daarvan een stuk lager ligt dan die van grond- of putwater. Liefst hebben frambozen ook een grond die goed doorlaatbaar is. Zeker bij bodems die in de winter koud en nat zijn, kunnen wortelziekten als phytophtora optreden. Zware kleigronden zijn dan ook niet geschikt voor frambozen. Op andere bodemtypes wordt om deze reden geplant op verhoogde ruggen. Frambozen zijn niet zo veeleisend naar hoeveelheden nutriënten, maar vragen wel een goede balans tussen de verschillende voedingsstoffen. Onder meer de lage kaliumbehoefte ligt hier gevoelig. Er wordt meestal een basisbemesting gegeven met compost. Werken met een groenbemester of dierlijke mest is wel mogelijk voor het aanplanten, maar eens de teelt er staat zijn bodembewerkingen (en dus ook het inwerken van mest) sterk af te raden. Elke bewerking veroorzaakt immers wortelschade en geeft zo kans op wortelziekten. Na een basisbemesting met compost zal er verder gefractioneerd worden met handelsmeststoffen. Om een goede balans te bereiken tussen de verschillende nutriënten kan je bloedmeel (snelle stikstof) of beendermeel (tragere N, maar ook P) gebruiken, maar ook vinasse en patentkali (K), kieseriet en bitterzout (Mg), zeewierkalk (Ca) enzovoort. De bemesting wordt dan gespreid gegeven: een deel in het voorjaar, een deel bij de eerste bloei en eventueel een derde fractie bij het begin van de pluk. De fractionering wordt uitgerekend op basis van grondontleding, bladanalyse en plantsapanalyse. Onkruidbestrijding De onkruidbestrijding is vooral belangrijk, omdat het onkruid concurreert met de teelt wat betreft de nutriënten (o.a. Mg ligt hier gevoelig) en water. Daarnaast bevordert een onkruidlaag het ontstaan van schimmelziekten. omschakelen naar de biologische landbouw kleinfruit februari 2014 pag 18

19 Vanwege de oppervlakkige beworteling van frambozenplanten en de grote gevoeligheid voor verwondingen, worden frambozen in de rij manueel onkruidvrij gehouden. Door op ruggen te telen en doordat de compostgift als mulchinglaag dient, valt dat in de praktijk goed mee. Sommige biotelers houden tijdelijk kippen of eenden in de frambozenaanplant, die naast het onkruid ook insecten en kevers verdelgen die in de bodem overwinteren. Eventueel kan je het onkruid ook thermisch bestrijden, behalve dan op het ogenblik dat er jonge scheuten komen die je wil aanhouden. In de praktijk gebeurt dat weinig. Ook in de frambozenteelt moeten wortelonkruiden voor het aanplanten bestreden worden. Anders kan dat jarenlang voor problemen zorgen. De bestrijding gebeurt zoals beschreven bij de teelt van aardbeien. Tussen de rijen wordt de grond bloot gehouden, ingestrooid met stro, bedekt met antiworteldoek of wordt er gras ingezaaid (en kort gehouden). Plantsysteem Zoals al eerder vermeld zijn de mogelijkheden op het vlak van plantsystemen eerder beperkt in de biologische teelt. Je moet door een combinatie van rassen aan te planten proberen tot een continue oogst te komen, liefst ook met relatief weinig kwaliteitsfluctuaties. Het oogstseizoen kan verlengd worden door een gekozen overkapping: verwarmde serre, koud glas, gesloten tunnel of regenkappen (in volgorde van oogstvervroeging die ze geven). Voor de handel wordt steeds onder overkapping gekweekt. Enkel voor zelfpluk of voor verwerking wordt er eventueel in openlucht geteeld. Zomerframboos Herfstframboos Plukperiode: half juni tot eind juli Draagt vruchten op overjarige scheut Pas het jaar na aanplant is er de eerste pluk, tenzij je long canes (= overjarige scheut) aanplant Rassen: o.a. Glen Ample en Tulameen Plukperiode: eind juli tot begin december (indien vorstvrij) Draagt vrucht op de nieuwe scheut Draagt ook vrucht op overjarige scheut (onderste deel van de ogen ontwikkelen zich pas het tweede jaar) Rassen: o.a. Erika, Kwanza en Sugana De vroegste oogst krijg je via een overjaarse stengel van de herfstframboos. In het najaar wordt normaal de afgedragen stengel van de herfstframboos enkele ogen onder de laagst gedragen oksel ingesnoeid. De onderste (nog slapende) ogen lopen vroeg in het voorjaar uit en geven vruchten. In de biologische teelt wordt die werkwijze echter weinig gehanteerd, omdat je tijdens de voorjaarsteelt ook nieuwe scheuten moet laten doorgroeien om te garanderen dat je aanplant lang genoeg leeft. Dat bemoeilijkt de teeltwerkzaamheden aanzienlijk en verhoogt sterk de schimmelaantasting. Daarna komen de zomerframbozen, van vroege tot latere rassen. Vervolgens is het de bedoeling om met zeer vroege herfstframbozen de aansluiting te maken met de oogst van de zomerframboos. Dat blijkt vaak moeilijk en kan dus tijdelijk voor een lagere productie zorgen. Heb je deze periode overbrugd, dan kan je met late en zeer late herfstframbozen het seizoen vol maken. Door te telen onder glas kan je een seizoen nog wat verlengen, maar de steeds kortere dagen wegen wel zwaar door op de kwaliteit van de vruchten. Onder andere de smaak gaat fel achteruit. Planten- en rassenkeuze Meestal worden er meristeemplanten of trayplanten aangeplant. Planten met naakte wortel geven weliswaar een even snelle beginontwikkeling, maar er is ook een grotere kans op wortelziektes bij dit planttype. Voor zomerframbozen wordt vaak gekozen voor long canes (=overjarige scheut), omdat je die in het eerste jaar al kan oogsten. Nadeel van long canes is echter dat je vaak geen idee hebt van de leeftijd van de planten, dat er een kans is op residu van in de bioteelt niet toegelaten gewasbeschermingsmiddelen en dat je stengelziektes kan oplopen door beschadiging van de bast bij de bewaring en vooral het transport van de planten. Qua rassenkeuze worden veelal dezelfde rassen geplant als in de gangbare teelt. In de tabel worden enkele voorbeelden van vaak geteelde rassen weergegeven. Het PCFruit in Sint-Truiden legt elk jaar een uitgebreide rassenproef van zowel zomer- als herfstframbozen aan, weliswaar onder gangbare teeltomstandigheden. omschakelen naar de biologische landbouw kleinfruit februari 2014 pag 19

20 Ras Oogst Eigenschappen Glen Ample Half juni-eind juli Zomerframboos Hoog productief Grote, ronde vruchten Zeer smaakvol Phytophtora-gevoelig Tulameen Eind juni-eind juli Zomerframboos Hoog productief Grote, conische vruchten Zeer smaakvol Phytophtora-gevoelig, verder weinig ziektegevoelig Cascade Delight Imara Kwanza Sugana Erika Eerste helft julibegin augustus Eind juli-eind september Half augustus - oktober Tweede helft augustus - november Tweede helft augustus - november Zomerframboos Hoog productief Grote, dieprode vruchten Zeer smaakvol en aromatisch Weinig ziektegevoelig Herfstframboos Hoogproductief Iets donkerdere vrucht Weinig ziektegevoelig Herfstframboos Hoogproductief Iets mindere scheutvorming Op korte tijd in gangbare teelt het standaardras Herfstframboos Hoogproductief Grote, ronde vruchten Witziektegevoelig Herfstframboos Kan zeer lange scheuten vormen Hoogproductief Grote, langwerpiger vruchten Iets mindere vruchtstevigheid, maar toch goede bewaarbaarheid Biologisch plantgoed is momenteel nog niet op de markt. Je krijgt automatisch ontheffing voor gangbaar plantgoed van de controleorganisatie, na een eenvoudige melding via de website Gewasbescherming De maatregelen voor gewasbescherming lijken erg op die van de aardbeienteelt. De sleutel ligt ook hier vooral bij preventie. Door een goede bodemstructuur, voldoende hoge rug, gebalanceerde en niet overmatige bemesting, ph binnen de streefzone, irrigatie, rassenkeuze, enzovoort vermijd je al heel wat problemen. Naast de onkruidbestrijding is bij de frambozenteelt ook het dunnen van belang om een open en luchtig gewas te krijgen en zo schimmelziekten te vermijden. Door tijdig en voldoende te dunnen kan de voet van de plant snel opdrogen en creëer je geen voedingsbodem voor schimmels. Bij de zomerframboos worden om dezelfde reden onmiddellijk na de pluk de overjaarse, afgedragen stengels uitgesnoeid en verwijderd. Door de nieuwe scheuten snel vast te clipsen vermijd je scheurtjes in de bast van de stengel en krijgen stengelziekten weinig kans om zich te vestigen. Verder neem je natuurlijk ook de nodige bedrijfshygiëne in acht: door aangetaste bladeren of plantendelen weg te nemen uit de plantage vermijd je dat roest, botrytis of witziekte zich kunnen verspreiden. Ten slotte is het aan te bevelen om na de pluk niet onmiddellijk de overkapping weg te nemen. Tegen plagen kan je meestal optreden met natuurlijke vijanden. Ook hier kan je gaan monitoren met plakvallen, al zullen in de frambozenteelt vaak al preventief predatoren uitgezet worden tegen spint en trips. Verder zijn oorwormen en lieveheersbeestjes nuttig. Zorg voor omgekeerde bloempotten met stro om oorwormen te laten overwinteren. Als het nodig zou zijn, kan je ook plaatselijk optreden met bijvoorbeeld biopyrethrum. Daarmee zuiver je een haard van bladluizen rond de bloemknoppen weg. Twee specifieke plagen willen we nog vermelden. De frambozenkever is een hardnekkige klant die zeer veel schade kan veroorzaken. Omdat hij overwintert in de grond en snel migreert naar de bloemknoppen om eitjes af te zetten, is hij zeer moeilijk te bestrijden. Enkel het volgehouden uitdragen van aangetaste vruchten kan hier soelaas brengen. De bramemineerwesp is ook zo moeilijk te bestrijden, omdat hij zich binnenin de bladeren ontwikkelt. Door steeds alle zichtbare aantastingen weg te wrijven kan je hem terugdringen. Doe je dit niet, dan kan na enige tijd al het blad aangetast worden. omschakelen naar de biologische landbouw kleinfruit februari 2014 pag 20

omschakelen naar de biologische landbouw

omschakelen naar de biologische landbouw omschakelen naar de biologische landbouw > fruitteelt: pitfruit 3 5 5 5 6 6 7 8 10 12 13 13 13 Voorwoord Omschakelen naar biologische landbouw Goed boeren, hoe doe je dat? Slaap er nog eens over Ga planmatig

Nadere informatie

Velt vzw Vereniging voor Ecologische Leef- en Teeltwijze

Velt vzw Vereniging voor Ecologische Leef- en Teeltwijze Velt vzw Vereniging voor Ecologische Leef- en Teeltwijze Ecologische voeding en landbouw, moestuin, siertuin, milieubelei d,. Thierry Maréchal Milieu, Voeding en Gezondheid Biologische / Ecologische landbouw

Nadere informatie

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011 ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011 De vruchtbaarheid en de biologische activiteit van de bodem worden behouden en verbeterd - Door de teelt van vlinderbloemigen, groenbemesters

Nadere informatie

Biologische landbouw Dirk Reheul - Guido Van Huylenbroeck

Biologische landbouw Dirk Reheul - Guido Van Huylenbroeck Biologische landbouw Dirk Reheul / Guido Van Huylenbroeck 1 Biologische landbouw Dirk Reheul - Guido Van Huylenbroeck 2004-2005 eerste zit Deel economie 1. Hoe ziet het VMS van de "beef chain" (vb. cursus)

Nadere informatie

Bio zoe zo k e t k Boer

Bio zoe zo k e t k Boer Bio zoekt Boer 19 oktober 2011 PCG Sofie Hoste 1 2 3 4 5 Aanpak neutraal discreet zoeken naar kansen toegankelijk 6 Resultaten t Biozoekt Boer 28 21 22 0 0 2007 2008 2009 2010 2011 7 Steunmaatregelen bio

Nadere informatie

Omschakelen naar een biologisch rundveebedrijf

Omschakelen naar een biologisch rundveebedrijf Omschakelen naar een biologisch rundveebedrijf Toeren voor Boeren: Veetournee Sander Van Haver Innovatiesteunpunt Stimuleren van de omschakeling van gangbare land- en tuinbouwers naar de biologische productie

Nadere informatie

Omschakelen naar biologische teelt van aardbeien

Omschakelen naar biologische teelt van aardbeien Omschakelen naar biologische teelt van aardbeien Hoe aanpakken? Welke stappen zetten? Bepalen waarom je wenst om te schakelen Persoonlijke overtuiging Vraag van consument of afzet In functie van concept

Nadere informatie

Omschakelen naar een biologisch melkveebedrijf

Omschakelen naar een biologisch melkveebedrijf Omschakelen naar een biologisch melkveebedrijf Studiedag Over koetjes en kalfjes Sander Van Haver Innovatiesteunpunt Stimuleren van de omschakeling van gangbare land- en tuinbouwers naar de biologische

Nadere informatie

Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5

Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5 Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5 Projectduur: 1 januari 2016 31 december 2017 Financiering: Verantwoordelijke: Partners: Praktijkgerichte oplossingen

Nadere informatie

DE IMPACT VAN OMSCHAKELEN OP MIJN BEDRIJFSVOERING. Lieven Delanote Inagro Sander Van Haver Bio zoekt Boer Ignace Deroo Boerenbond

DE IMPACT VAN OMSCHAKELEN OP MIJN BEDRIJFSVOERING. Lieven Delanote Inagro Sander Van Haver Bio zoekt Boer Ignace Deroo Boerenbond DE IMPACT VAN OMSCHAKELEN OP MIJN BEDRIJFSVOERING Lieven Delanote Inagro Sander Van Haver Bio zoekt Boer Ignace Deroo Boerenbond EEN VOORBEELD Boerderij Jan en Rita - 30 ha - 7,5 ha prei verse markt -

Nadere informatie

Ecologisch moestuinieren

Ecologisch moestuinieren Ecologisch moestuinieren Handleiding 2008 Deze handleiding beschrijft kort de basisprincipes van ecologisch moestuinieren en illustreert deze met voorbeelden uit het moestuincomplex op het CNME-terrein.

Nadere informatie

Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5

Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5 Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5 Projectduur: 1 januari 2016 31 december 2017 Financiering: Verantwoordelijke: Partners: Praktijkgerichte oplossingen

Nadere informatie

OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE

OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE Omschakeling naar biologische varkenshouderij 1 www.vlaanderen.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Omschakeling naar biologische varkenshouderij in Vlaanderen... 3 2.1

Nadere informatie

Factsheet biologische bloembollenteelt voor professionals

Factsheet biologische bloembollenteelt voor professionals Factsheet biologische bloembollenteelt voor professionals Studiedag biologische bloembollenteelt 1 december 2016 Inleiding Het areaal biologische bloembollenteelt in Nederland is nog zeer beperkt, ongeveer

Nadere informatie

MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN!

MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN! MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN! In deze editie aandacht voor: Vernietigen en verkleinen vanggewas ph Organische stof: compost Kali bemesting Onderzaai Raskeuze Organisatie maisteelt Een plant groeit

Nadere informatie

Opdrachten. Organische bemesting opdrachten 1

Opdrachten. Organische bemesting opdrachten 1 Opdrachten Organische bemesting opdrachten 1 Inleiding Je weet dat je melk moet drinken om voldoende calcium binnen te krijgen voor de opbouw van je botten. Calcium is dus een belangrijk element voor de

Nadere informatie

van harte welkom Koolstof Kringlopen

van harte welkom Koolstof Kringlopen van harte welkom Koolstof Kringlopen 1 Programma 13:30 Opening met lezing 14:00 Instructie geleide rondgang 14:15 Geleide rondgang 16:45 Actieve demonstratie machines Afsluiting met drankje & snack Koolstof

Nadere informatie

1. Discussie loopt vast: partijen wijzen naar elkaar, de argumenten naar zichzelf

1. Discussie loopt vast: partijen wijzen naar elkaar, de argumenten naar zichzelf Hoe trek je een discussie vlot? van zorgen naar veranderbare situaties in de Phytophthora case Wat doe je als partijen met elkaar in gesprek proberen te komen maar het lukt niet echt, of er komt niets

Nadere informatie

De biologische biet. Ontwikkelingsmogelijkheden. Technische dagen KBIVB 2019 Antoons K., Vandergeten JP.

De biologische biet. Ontwikkelingsmogelijkheden. Technische dagen KBIVB 2019 Antoons K., Vandergeten JP. De biologische biet. Ontwikkelingsmogelijkheden Technische dagen KBIVB 2019 Antoons K., Vandergeten JP. 2 Bio bieten : een nieuwe teelt? Vruchtwisseling Rassenkeuze Zaai Bemesting Bestrijding tegen plaaginsecten

Nadere informatie

Bodemmonster Bodemmonster

Bodemmonster Bodemmonster Evenwicht in de volkstuin? Evenwichtige bemesting Bodemmonster Bodemmonster Belangrijk om te weten: Fosfaat laag: voldoende bemesten Kali laag: voldoende bemesten of bijsturen Magnesium laag: bijsturen

Nadere informatie

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN?

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN? BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN? Ronald Euben Wat vraagt de biet? 2 Bij de zaai Enkele (kleine) kluiten bovenaan (dichtslaan, erosie) Verkruimelde, aangedrukte laag (contact zaad bodem) Vaste,

Nadere informatie

omschakelen naar de biologische landbouw

omschakelen naar de biologische landbouw omschakelen naar de biologische landbouw > vleesvee omschakelen naar de biologische landbouw VLEESVEE februari 2011 pag 2 3 4 5 5 5 6 6 7 9 9 9 10 10 10 11 12 12 12 12 13 13 14 14 14 14 15 15 15 16 17

Nadere informatie

Samenstelling en eigenschappen

Samenstelling en eigenschappen Samenstelling en eigenschappen Mest is onder te verdelen in kunstmest en natuurlijke mest. Natuurlijke mest is op zijn beurt weer onder te verdelen in mest van dierlijke herkomst en mest van plantaardige

Nadere informatie

Groenbemester als vervanging vals zaaibed

Groenbemester als vervanging vals zaaibed Groenbemester als vervanging vals zaaibed Onkruidonderdrukking door groenbemesters 24 januari 2019, Wiepie Haagsma Onkruidbeheersing in de praktijk Vruchtwisseling en gewaskeuze Hoofdgrondbewerking Teeltwijze

Nadere informatie

BIO: ETEN & WETEN INTROLES VOOR DE

BIO: ETEN & WETEN INTROLES VOOR DE BIO: ETEN & WETEN INTROLES VOOR DE 1 e GRAAD 1 LESUUR FICHES VOOR DE LEERLINGEN FICHE 1 - A WORTELEN Biowortelen van een bioboer die kiest voor natuur en milieu. Bio kiest voor natuur en milieu! De biowortelboer(in)

Nadere informatie

Vruchtkwaliteit. Meer is zeker niet altijd beter!!! Stikstofbemesting. Bemesting bij appel en peer. Er zijn zeer grote jaarsinvloeden

Vruchtkwaliteit. Meer is zeker niet altijd beter!!! Stikstofbemesting. Bemesting bij appel en peer. Er zijn zeer grote jaarsinvloeden 6 Bemesting bij appel en peer Vruchtkwaliteit Ann Gomand 18 januari 19 Meer is zeker niet altijd beter!!! Proefcentrum Fruitteelt vzw Fruittuinweg 1, B 38 Sint Truiden 3 ()11 69 7 8 pcfruit@pcfruit.be

Nadere informatie

Inhoudstafel van deze serie

Inhoudstafel van deze serie Inhoudstafel van deze serie 1. Het planten van aspergeplanten ( gezaaid of gekocht) 2. Asperges zaaien en de verdere opkweek het eerste teeltjaar, teelthandleiding (8 pagina s- 22 foto s) In dit artikel

Nadere informatie

Reken af met duist in stappen

Reken af met duist in stappen Reken af met duist in stappen Zo blijft resistente duist beheersbaar Duist is een lastig onkruid in wintertarwe. Dat komt met name doordat het een directe concurrent is voor het gewas. Het ontneemt voedsel

Nadere informatie

Veelgestelde vragen over bio

Veelgestelde vragen over bio Veelgestelde vragen over bio 1. Biologisch? Wat is dat? 2. Organisch of biologisch? 3. Hoe herken ik een bioproduct? 4. Hoe zit het met de controle op 'biologisch'? 5. Waarom is bio duurder? 6. Hoe duurzaam

Nadere informatie

Proefresultaten zoete aardappel 2016

Proefresultaten zoete aardappel 2016 Proefresultaten zoete aardappel 2016 Zoete aardappel, een veelbelovend gewas In het najaar van 2016 werden in Proefcentrum Herent de eerste zoete aardappelen geoogst. Ondanks zijn naam is de zoete aardappel

Nadere informatie

omschakelen naar de biologische landbouw

omschakelen naar de biologische landbouw omschakelen naar de biologische landbouw > varkens omschakelen naar de biologische landbouw varkens oktober 2011 pag 1 2 5 5 5 6 6 7 10 10 10 10 11 11 11 13 13 13 14 15 15 16 17 17 17 19 19 20 23 25 26

Nadere informatie

Gedragscode met betrekking tot het gebruik van pesticiden op volkstuinenpark Slotenkouter.

Gedragscode met betrekking tot het gebruik van pesticiden op volkstuinenpark Slotenkouter. vzw Volkstuin Werk van den Akker Sint-Amandsberg Koninklijke Vereniging Maatschappelijke zetel: Sint-Dorotheastraat 80 B-9040 Gent Gedragscode met betrekking tot het gebruik van pesticiden op volkstuinenpark

Nadere informatie

Veelgestelde Vragen voor Biogarantie-winkeliers

Veelgestelde Vragen voor Biogarantie-winkeliers Veelgestelde Vragen voor Biogarantie-winkeliers Deze leidraad met vraag en antwoord bevat de basiskennis voor biowinkeliers en verkoopspersoneel. Een goede kennis van bio geeft immers vertrouwen aan jouw

Nadere informatie

Milieu. Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen

Milieu. Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen Naam: Milieu Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen Slootrandenbeheer Baggeren Krabbescheer bevorderen

Nadere informatie

Bio & de wet. Plantaardige productie

Bio & de wet. Plantaardige productie Bio & de wet Plantaardige productie Bio en de wet - plantaardige productie - versie augustus 2015 1 Colofon Eindredactie: Tom Wouters Auteurs: Esmeralda Borgo, Elke Denys Vormgeving: Tom Wouters V.U. Kurt

Nadere informatie

Wat weet jij over biologisch en over de bodem?

Wat weet jij over biologisch en over de bodem? Met leuke vragen, opdrachten en experimenten voor thuis! Wat weet jij over biologisch en over de bodem? Biologisch, lekker natuurlijk! Heb je er wel eens over nagedacht dat alles wat je eet, van een plant

Nadere informatie

Bodemmoeheid bij appel in de bio-teelt

Bodemmoeheid bij appel in de bio-teelt Pit en steenfruit -project Bodemmoeheid bij appel in de bio-teelt J. Vercammen en A. Gomand Project: Bodemmoeheid bij appel in de bio-teelt. Doelstelling: Nagaan of verschillende Mycorrhiza-preparaten

Nadere informatie

Onderzoek biologische landbouw en voeding 2015. Een greep uit de Vlaamse onderzoeksthema s ter gelegenheid van BioXpo 2015

Onderzoek biologische landbouw en voeding 2015. Een greep uit de Vlaamse onderzoeksthema s ter gelegenheid van BioXpo 2015 Onderzoek biologische landbouw en voeding 2015 Een greep uit de Vlaamse onderzoeksthema s ter gelegenheid van BioXpo 2015 1 Contact Vlaams onderzoeks en kennisnetwerk voor biologische landbouw & voeding

Nadere informatie

( BIOLOGISCHE ) Akker- en tuinbouw. Vol met boerenwijsheid én leuke Wist je datjes... CAMPAGNE GEFINANCIERD MET STEUN VAN DE EUROPESE UNIE

( BIOLOGISCHE ) Akker- en tuinbouw. Vol met boerenwijsheid én leuke Wist je datjes... CAMPAGNE GEFINANCIERD MET STEUN VAN DE EUROPESE UNIE BIOLOGISCHE ) Akker- en tuinbouw Vol met boerenwijsheid én leuke Wist je datjes... CAMPAGNE GEFINANCIERD MET STEUN VAN DE EUROPESE UNIE Een krop sla zonder gif Biologische aardappelen, granen en groenten

Nadere informatie

Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe biologische teelt

Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe biologische teelt Interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt (P.C.B.T.) v.z.w. Ieperseweg 87 8800 RUMBEKE Tel. : 051/26 14 00, Fax. : 051/24 00 20 Verslag BT03ZTA_RAS01 Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe

Nadere informatie

Bodemkunde. Datum: vrijdag 24 juni 2016 V 2.1. V3.1 V4.1

Bodemkunde. Datum: vrijdag 24 juni 2016 V 2.1. V3.1 V4.1 Bodemkunde Datum: vrijdag 24 juni 2016 V 2.1. V3.1 V4.1 Bodems en hun eigenschappen 3 Bodems en hun eigenschappen Opdracht: - Zoek op wat het bodemprofiel is waar je zelf woont / werkt / stage loopt 4

Nadere informatie

Meer theorie over bodem & compost

Meer theorie over bodem & compost Basiscursus Ecologische Moestuin Meer theorie over bodem & compost Inhoud van de presentatie 1. Waarom biologisch? 2. Waar een moestuin aanleggen? 3. Inleiding bodem 4. Bodem: Minerale bestanddelen 5.

Nadere informatie

Wat is bio? En andere vragen die (toekomstige) boeren zich stellen over bio

Wat is bio? En andere vragen die (toekomstige) boeren zich stellen over bio Wat is bio? En andere vragen die (toekomstige) boeren zich stellen over bio Colofon Redactie Tom Wouters & Petra Tas Leescomité An Jamart Lay-out We make. Fotografie Kobe Van Looveren & Sophie Nuytten

Nadere informatie

De bodem onder de kringloop Hou rekening met organische stof

De bodem onder de kringloop Hou rekening met organische stof Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl De bodem onder de kringloop Hou rekening met organische stof Marjoleine Hanegraaf

Nadere informatie

omschakelen naar de biologische landbouw

omschakelen naar de biologische landbouw omschakelen naar de biologische landbouw > kippen omschakelen naar de biologische landbouw kippen maart 2012 pag 1 3 5 5 5 6 6 8 10 10 10 10 11 11 11 13 14 14 18 19 21 22 24 24 24 25 25 26 26 28 28 29

Nadere informatie

Vanaf 1 april Nieuwe regeling bedrijfsadvisering in de biologische landbouw

Vanaf 1 april Nieuwe regeling bedrijfsadvisering in de biologische landbouw Vanaf 1 april 2014 Nieuwe regeling bedrijfsadvisering in de biologische landbouw De Vlaamse regering heeft op initiatief van minister-president Peeters een nieuwe regelgeving goedgekeurd die landbouwers

Nadere informatie

omschakelen naar de biologische landbouw

omschakelen naar de biologische landbouw omschakelen naar de biologische landbouw > akkerbouw en vollegrond > fijne groenten > glasgroenten omschakelen naar de biologische landbouw Akkerbouw & GROENTEN februari 2011 pag 2 3 4 5 5 5 6 6 7 9 9

Nadere informatie

Rassenproeven aardbeien biologische teelt

Rassenproeven aardbeien biologische teelt Rassenproeven aardbeien biologische teelt Yves Hendrickx, Mieke Vandermersch Inleiding Een juiste rassenkeuze bepaalt in sterke mate mee de rendabiliteit van de aardbeienteelt. Belangrijke eigenschappen

Nadere informatie

Bio. (s)maakt het verschil

Bio. (s)maakt het verschil Bio (s)maakt het verschil Weet u niet precies hoe kwalitatieve voeding te kiezen? Of hoe u ervan te verzekeren dat u en uw kinderen gezond én lekker eten? Vraagt u zich soms ook af of het bio-label wel

Nadere informatie

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1 Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman Saalland Advies 1 Wat ga ik vertellen? Wie ben ik? Wat is het? Eigen stappen Tips Vragen Saalland Advies 2 Introductie Akkerbouwbedrijf

Nadere informatie

Eiwitgewassen. Voordelen luzerne. Nadelen luzerne 1/14/2016. Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja. Eiwitrijke gewassen

Eiwitgewassen. Voordelen luzerne. Nadelen luzerne 1/14/2016. Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja. Eiwitrijke gewassen Eiwitgewassen Eiwitrijke gewassen Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja Voordelen luzerne Nadelen luzerne Positief effect op bodemstructuur Droogteresistent door diepe beworteling Nalevering N: 60

Nadere informatie

Wegwijs in de etiketteringvoorschriften Biologische Productie

Wegwijs in de etiketteringvoorschriften Biologische Productie Statiestraat 164 B-2600 Berchem-Antwerpen +32 3 287 37 60 +32 3 287 37 61 www.tuv-nord-integra.com info@tuv-nord-integra.com BE 0465 666 712 Wegwijs in de etiketteringvoorschriften Biologische Productie

Nadere informatie

Evenwicht in de volkstuin? april 1, 2014 DLV Plant

Evenwicht in de volkstuin? april 1, 2014 DLV Plant Evenwicht in de volkstuin? Evenwichtige bemesting Bodemmonster Belangrijk om te weten: Algemeen: Fosfaat, kali, magnesium Op zand: ph en o.s. Op klei: % slib Bodemmonster Fosfaat laag: voldoende bemesten

Nadere informatie

Bedrijfskaart. Biodiverse Bloembollenteelt

Bedrijfskaart. Biodiverse Bloembollenteelt 1 DOEL De gezondheid en productie van uw gewassen hangt af van zowel techniek als van een natuurlijk evenwicht. U werkt immers met levend materiaal. In de praktijk gaat om het verzorgen van het bodemleven,

Nadere informatie

Een mooie tuin? Bemest! Top 5 vragen en antwoorden over bemesting! + 5 tips van onze specialist

Een mooie tuin? Bemest! Top 5 vragen en antwoorden over bemesting! + 5 tips van onze specialist Een mooie tuin? Bemest! Top 5 vragen en antwoorden over bemesting! + 5 tips van onze specialist Inhoudsopgave 1 Waarom is bemesten zo belangrijk? p5 Hoe vaak moet ik eigenlijk bemesten? p6 4 3 Wat is het

Nadere informatie

klaver melkveebedrijf Groene van motor De groene motor van het melkveebedrijf

klaver melkveebedrijf Groene van motor De groene motor van het melkveebedrijf De groene motor van het melkveebedrijf Door Minas neemt het gebruik van kunstmeststikstof af en komt het gebruik van klaver als groene motor achter de Gras & graslandproductie steeds meer in beeld. Deze

Nadere informatie

Basiscursus Compostering

Basiscursus Compostering Basiscursus Compostering Uw aangeboden door : OVAT Gegeven door Vincent de Wolff Wat gaan we vanavond doen? Wat is composteren Hoe verloopt het proces Wat wel, wat niet in de compost Waarom is compost

Nadere informatie

OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE

OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE Omschakeling naar biologisch melkvee: biologische melkproductie www.vlaanderen.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Omschakeling melkvee in Vlaanderen: biologische melkproductie...

Nadere informatie

Kan stimuleren van agrobiodiversiteit zonder externe gelden?

Kan stimuleren van agrobiodiversiteit zonder externe gelden? Resultaten met functionele agrobiodiversiteitsmaatregelen vanuit project Boeren en Agrobiodiversiteit.. Kan stimuleren van agrobiodiversiteit zonder externe gelden? Jan de Wit Louis Bolk Instituut 1 Biodiversiteit?

Nadere informatie

Bodem en bodemverzorging

Bodem en bodemverzorging Bodem en bodemverzorging Compost en composteren Basisbemesting Basiscursus dl2. TT Boxtel Volkstuinvereniging Ceres 2013-2014 Vanavond Je eigen grond Soort, structuur, zorg Compost en composteren De natuurlijke

Nadere informatie

Veilig werken. Duurzaam bodemgebruik in de landbouw

Veilig werken. Duurzaam bodemgebruik in de landbouw Veilig werken Duurzaam bodemgebruik in de landbouw Programma voor vandaag: Duurzaam bodemgebruik in de landbouw Kahoot Oefentoets bodemgebruik Veilig werken & Duurzaam bodemgebruik? Veilig werken & Duurzaam

Nadere informatie

Gewasbeschermingsmonitor

Gewasbeschermingsmonitor Gewasbeschermingsmonitor 1. Bedrijfsgegevens en Bouwplan: Jaar Perceel Ras Bedrijf Gewas Maat Adres Zaai / plantdatum Hoeveelheid Postcode Teeltfrequentie Bodemanalyse aanwezig Woonplaats Voorvrucht Aaltjesanalyse

Nadere informatie

Mestscheiding, waarom zou u hiermee aan de slag gaan?

Mestscheiding, waarom zou u hiermee aan de slag gaan? Mestscheiding, waarom zou u hiermee aan de slag gaan? Via project Langs de Linge is er op donderdag 8 december een demonstratie rondom mestscheiding gehouden. Deze demonstratie vond plaats op het melkveebedrijf

Nadere informatie

Bedrijfsadvisering in de biologische landbouw. Toelichting landbouwers en land- en tuinbouwscholen

Bedrijfsadvisering in de biologische landbouw. Toelichting landbouwers en land- en tuinbouwscholen Bedrijfsadvisering in de biologische landbouw Toelichting landbouwers en land- en tuinbouwscholen Sedert 1 april 2014 is er en adviseringssysteem in de biologische landbouw in voege gegaan die toelaat

Nadere informatie

N-index: wat zeggen de cijfers?

N-index: wat zeggen de cijfers? Beste klant, N-index: wat zeggen de cijfers? U heeft een analyse ontvangen van de Bodemkundige Dienst met bepaling van de N-index en met het bijhorend N-bemestingsadvies. Hieronder vindt u een verduidelijking

Nadere informatie

Biobedrijfsnetwerk groenten - akkerbouw Dinsdag 8 oktober 2013

Biobedrijfsnetwerk groenten - akkerbouw Dinsdag 8 oktober 2013 Biobedrijfsnetwerk groenten - akkerbouw Dinsdag 8 oktober 2013 ILVO Proefvelden niet-kerende grondbewerking en compostsite Biobedrijfsnetwerk bodem, bemesting en maaimeststoffen Koen Willekens (ILVO) en

Nadere informatie

Het beste tijdstip om grasland te vernieuwen

Het beste tijdstip om grasland te vernieuwen Het beste tijdstip om grasland te vernieuwen Auteur Alex De Vliegher 16/04/2014 www.lcvvzw.be 2 / 7 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 3 Wanneer grasland vernieuwen in het najaar? Wanneer in het voorjaar?...

Nadere informatie

Vergroening van de landbouw: hoe maken we stappen/ hoe maken we sprongen? Jolanda Wijsmuller, BCS

Vergroening van de landbouw: hoe maken we stappen/ hoe maken we sprongen? Jolanda Wijsmuller, BCS Vergroening van de landbouw: hoe maken we stappen/ hoe maken we sprongen? Jolanda Wijsmuller, BCS Markt trends Vraag naar veilig en duurzaam geteeld voedsel Sterkere focus op voedselkwaliteit en gezonde

Nadere informatie

NutriNorm.nl. Op NutriNorm vindt u praktische en onafhankelijke informatie over bemesting, meststoffen, bodem en strooien.

NutriNorm.nl. Op NutriNorm vindt u praktische en onafhankelijke informatie over bemesting, meststoffen, bodem en strooien. NutriNorm.nl Op NutriNorm vindt u praktische en onafhankelijke informatie over bemesting, meststoffen, bodem en strooien. Wij werken samen met onze kennispartners: Eurofins Agro, WageningenUR, Louis Bolk

Nadere informatie

ORGANISCHE STOF BEHEER

ORGANISCHE STOF BEHEER ORGANISCHE STOF BEHEER Weet wat je bodem eet! Anna Zwijnenburg van A tot Z landbouwadvies EVEN VOORSTELLEN Zelfstandig landbouwadviseur voor de akkerbouw/groenvoeder gewassen voor de thema s bodem, vruchtwisseling

Nadere informatie

SMAAK EN CONSUMENTEN PARTNER VOOR PUBLIEK EN PRIVAAT ONDERZOEK

SMAAK EN CONSUMENTEN PARTNER VOOR PUBLIEK EN PRIVAAT ONDERZOEK PCG tot uw dienst HET PCG Het PCG is sinds 1977 actief in onafhankelijk praktijkonderzoek en voorlichting in de groenteteelt en biedt een ruime waaier aan diensten en adviezen voor telers en andere actoren

Nadere informatie

WERKBLADEN VOOR DE LEERLINGEN

WERKBLADEN VOOR DE LEERLINGEN BIO? DA S LOGISCH! INTROLES VOOR DE 2 e GRAAD 1 LESUUR WERKBLADEN VOOR DE LEERLINGEN 2 BIO? DA S LOGISCH? - WERKBLADEN VIDEO: GEERT HOSTE Wat is biologische voeding? Schrijf zoveel mogelijk termen op die

Nadere informatie

Vanggewas. na maïs. Informatie en productenoverzicht. Lid van :

Vanggewas. na maïs. Informatie en productenoverzicht. Lid van : Vanggewas na maïs Informatie en productenoverzicht Lid van : 2 Vanggewas na maïs Een vanggewas is een groenbemestingsgewas dat na een hoofdgewas geteeld wordt met de bedoeling uitspoeling van meststoffen,

Nadere informatie

Gladiolen Bakkenproef 2011

Gladiolen Bakkenproef 2011 Gladiolen Bakkenproef 2011 Opzet: Doel: Mei geplant, oktober geoogst 90 bollen per m2 Teelt in handen van gespecialiseerde teler Geen chemische onkruidbeheersing, handmatig Grondsoort: lichte-, Calciumrijke

Nadere informatie

DCM Xtra-MIX X 1 Organisch-minerale meststof met extra lange gecontroleerde werking

DCM Xtra-MIX X 1 Organisch-minerale meststof met extra lange gecontroleerde werking INNOVATIE www.dcm-info.com DCM Xtra-MIX X 1 Organisch-minerale meststof met extra lange gecontroleerde werking DCM Xtra-MIX 1 NPK 16-3-8 32 % OS MINIGRAN TECHNOLOGY FAST N 120-150 ORGANIC N LONG LASTING

Nadere informatie

BIO? DA S LOGISCH! INTROLES VOOR DE

BIO? DA S LOGISCH! INTROLES VOOR DE BIO? DA S LOGISCH! INTROLES VOOR DE 2 e GRAAD 1 LESUUR GIDS VOOR DE LEERKRACHT 2 BIO? DA S LOGISCH? - GIDS VOOR DE LEERKRACHT BIO? DA S LOGISCH! DOELEN De leerlingen kunnen uitleggen wat bio inhoudt door

Nadere informatie

Bodemvruchtbaarheid in de ecologische moestuin

Bodemvruchtbaarheid in de ecologische moestuin Bodemvruchtbaarheid in de ecologische moestuin zaterdag 28 november 2015 Frank Petit-Jean Cultuur versus natuur: successie Pioniersvegetatie wat als de mens niet ingrijpt? Graslandvegetatie Ruigte Struweel

Nadere informatie

Programma: Studiemiddag Klein- en Steenfruit

Programma: Studiemiddag Klein- en Steenfruit Programma: Studiemiddag Klein- en Steenfruit 1) Geïntegreerde gewasbescherming 2014 2) Selectieve gewasbescherming d.m.v. foggen 3) Mogelijkheden biologische bestrijding 4) Waarschuwings- en adviessystemen

Nadere informatie

Basiscursus Ecologisch tuinieren

Basiscursus Ecologisch tuinieren Basiscursus Ecologisch tuinieren deel 3 In samenwerking met: OVAT VELT Vincent de Wolff Wat komt vanavond aanbod: Terugblik op voorgaande bijeenkomst De start van het seizoen staat in het teken van: Opkweek

Nadere informatie

Aanleiding project. 2. Opzet project 3. Resultaten eerste. 4. Vervolg. Bodemkwaliteit op zandgrond. Inhoud presentatie

Aanleiding project. 2. Opzet project 3. Resultaten eerste. 4. Vervolg. Bodemkwaliteit op zandgrond. Inhoud presentatie Bodemkwaliteit op zandgrond Inhoud presentatie Resultaten en ervaringen NKG eerste jaar 2011 Borkel & Schaft, 14 december 2011, Janjo de Haan 1. Aanleiding project en visie op bodembeheer 2. Opzet project

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Onderscheidende product(ie) kenmerken van Bio-Trio 2

Inhoudsopgave. 1. Onderscheidende product(ie) kenmerken van Bio-Trio 2 Inhoudsopgave Document: Pagina: 1. Onderscheidende product(ie) kenmerken van Bio-Trio 2 2. Bio Spring NSE 18-0-3(+2)+12 4 3. Bio Allround NSE 10-4-6(+3)+12 6 4. Bio Pre-Seed NSE 10-10-0(+HF)+12 8 5. Bio

Nadere informatie

Rassenproeven aardbei Junidragers: een vergelijking van 10 rassen, Doordragers: een vergelijking van teeltmethoden en 2 rassen

Rassenproeven aardbei Junidragers: een vergelijking van 10 rassen, Doordragers: een vergelijking van teeltmethoden en 2 rassen Rassenproeven aardbei 217 Junidragers: een vergelijking van 1 rassen, Doordragers: een vergelijking van teeltmethoden en 2 rassen 1. Junidragers Rassenproef met rassen waar: goede ervaringen mee zijn een

Nadere informatie

Organische stof, meer waard dan je denkt

Organische stof, meer waard dan je denkt Organische stof, meer waard dan je denkt Ervaringen uit het systeemonderzoek PPO-locatie Vredepeel Bodem Anders Den Bosch, 20 maart 2015 Janjo de Haan De bodem Vaste fractie Water Lucht De bodem en organische

Nadere informatie

Peeters Financieel Advies Groenestraat PT Dorst Tel:

Peeters Financieel Advies Groenestraat PT Dorst Tel: Peeters Financieel Advies Groenestraat 18 4849 PT Dorst Tel: 0161-416770 www.peetersadvies.com Over Peeters Financieel Advies Peeters Financieel Advies is opgericht in 2007 door Pascal Peeters. Peeters

Nadere informatie

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Economische, ecologische en sociale indicatoren Ine Vervaeke en Jona Lambrechts Inleiding Aanleiding: 20 jaar Vlaams-Brabant Duurzaamheid:

Nadere informatie

Opstellen van een bemestingsplan met BDB-net

Opstellen van een bemestingsplan met BDB-net Opstellen van een bemestingsplan met BDB-net 1 Wat is BDB-net? BDB-net is een overkoepelende benaming die in de toekomst alle internet-diensten van de Bodemkundige Dienst zal omvatten. Vanaf 2008 biedt

Nadere informatie

Joop Kiers Tuinwerk tel: 0321-321665 cursus milieuvriendelijk tuinieren

Joop Kiers Tuinwerk tel: 0321-321665 cursus milieuvriendelijk tuinieren Joop Kiers Tuinwerk tel: 0321-321665 cursus milieuvriendelijk tuinieren 1. Inleiding Milieuvriendelijk tuinieren is niet achteraf de ziekten en plagen die in de tuin voorkomen bestrijden, maar preventief

Nadere informatie

OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE

OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE Omschakeling naar biologische schapen en geitenhouderij www.vlaanderen.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Omschakeling naar biologische schapen- en geitenhouderij in

Nadere informatie

inagro Code van goede praktijk bodembescherming advies organische koolstofgehalte en zuurtegraad ONDERZOEK & ADVIES IN LAND- & TUINBOUW

inagro Code van goede praktijk bodembescherming advies organische koolstofgehalte en zuurtegraad ONDERZOEK & ADVIES IN LAND- & TUINBOUW inagro ONDERZOEK & ADVIES IN LAND- & TUINBOUW Code van goede praktijk bodembescherming advies gehalte en zuurtegraad 2 Toelichting resultaten MTR_versie 2011 ORGANISCHE KOOLSTOF Organische stof en in de

Nadere informatie

Gezondheid & Voeding

Gezondheid & Voeding Biologische voeding tegen over de gangbare chemische voeding Ik wil graag een pleidooi houden voor gezonde biologische voeding. Het marktaandeel van biologisch voeding is de laatste jaren vertienvoudigd.

Nadere informatie

Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar

Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar 17-1- Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar BODEM De Bodem Van Groot naar Klein tot zeer klein 2 1 17-1- Bodemprofiel Opbouw van de bodem Onaangeroerd = C Kleinste delen = 0 en A Poriënvolume

Nadere informatie

Details van het voorstel en voorstel voor standpunt BioForum:

Details van het voorstel en voorstel voor standpunt BioForum: 1 Details van het voorstel en voorstel voor standpunt BioForum: Producenten Groepscertificering Vandaag moet elke individuele biologische marktdeelnemer onder biocontrole staan. Het voorstel van de Commissie

Nadere informatie

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Economische, ecologische en sociale indicatoren Ine Vervaeke en Jona Lambrechts Inleiding Aanleiding: 20 jaar Vlaams-Brabant Duurzaamheid:

Nadere informatie

Meer biologische en duurzame landbouw in Noord-Holland

Meer biologische en duurzame landbouw in Noord-Holland Meer biologische en duurzame landbouw in Noord-Holland PvdA Noord-Holland Werkplan voor 2019 PvdA Noord-Holland Werkplan biologische landbouwgrond 2019 Manifest voor meer biologische en duurzame landbouw

Nadere informatie

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers Marleen Plomp en Gerjan Hilhorst (Wageningen Livestock Research) Maart 217 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Dataset...

Nadere informatie

Brochure en poster bemesting

Brochure en poster bemesting Brochure en poster bemesting Lore Schoeters 1 Bemesting Wat gebeurt er met meststoffen in de bodem? Hoe kan ik de nutriënten die in de bodem zitten optimaal gebruiken? Hoe kan ik ervoor zorgen dat de uitspoeling

Nadere informatie

LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING. Het examen landbouw en natuurlijke omgeving CSE KB bestaat uit twee deelexamens waarvan dit er één is.

LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING. Het examen landbouw en natuurlijke omgeving CSE KB bestaat uit twee deelexamens waarvan dit er één is. Examen VMBO-KB 2005 tijdvak 1 maandag 23 mei 9.00-11.00 uur LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING PLANTENTEELT CSE KB Het examen landbouw en natuurlijke omgeving CSE KB bestaat uit twee deelexamens waarvan

Nadere informatie

Ambitie: Op naar een Vitale Teelt in 2030

Ambitie: Op naar een Vitale Teelt in 2030 Ambitie: Op naar een Vitale Teelt in 2030 Met bollen en bloemen van topkwaliteit, vrij van ziekten, op een rendabele manier geteeld in harmonie met de omgeving, emissieloos, klimaatneutraal en met een

Nadere informatie

Basiscursus Ecologische Moestuin. Onkruid

Basiscursus Ecologische Moestuin. Onkruid Basiscursus Ecologische Moestuin Onkruid Onkruid: veel werk! Onkruid vergaat niet Het komt telkens terug Het groeit harder dan de groenten Wieden helpt maar tijdelijk Herbiciden: nee! Bijen (enz) sterven

Nadere informatie

Groenbemesters 2015-2016. Een vruchtbare investering

Groenbemesters 2015-2016. Een vruchtbare investering Groenbemesters 2015-2016 Een vruchtbare investering Beste akkerbouwer, Gezondheid, structuur en een goed bodemleven van de bodem verbeteren de opbrengst van teeltgewassen en hiermee ook uw bedrijfsresultaat.

Nadere informatie