omschakelen naar de biologische landbouw

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "omschakelen naar de biologische landbouw"

Transcriptie

1 omschakelen naar de biologische landbouw > kippen omschakelen naar de biologische landbouw kippen maart 2012 pag 1

2 Voorwoord Omschakelen naar de biologische landbouw Goed boeren, hoe doe je dat? Slaap er nog eens over Ga planmatig te werk Een erkenning als biologisch producent biedt vooral voordelen De belangrijkste stappen van het controleproces op een rijtje Basisprincipes van de biologische landbouw Duurzaamheid duurt het langst Uitgangspunten van de biologische landbouw Wat zijn de concrete doelstellingen van de biologische landbouwmethode? Hoe kun je die doelstellingen praktisch verwezenlijken? Wat is de meerwaarde van de biologische productiemethode? Kiezen voor een gemengd of een ontmengd bedrijf? Omschakelingsperiode De technische invulling op het kippenbedrijf Huisvesting Uitloop Fokkerij Gezondheidszorg Voeding Biologisch pluimvee en de mestwetgeving Mestproductie en afzet Bemesten met pluimveemest Bedrijfsvoorbeelden Voorbeeld 1: bedrijf 5000 leghennen Voorbeeld 2: bedrijf leghennen Voorbeeld 3: bedrijf vleeskuikens Arbeidsbehoefte Bedrijfseconomische aspecten Afzet Steunmaatregelen van de overheid Hectaresteun biologische landbouw Investeringssteun Bedrijfsontwikkelingsplan en bedrijfsbegeleiding Subsidie controlekost Nuttige adressen Vlaamse overheid - beleidsdomein landbouw & visserij Beroepsverenigingen en keurmerkbeheer Afzet Controle & certificering Consumentenorganisatie Vorming Erkende centra voor bedrijfsbegeleiding in de biologische landbouw Externe bedrijfsbegeleiding Biologische veevoeders Biologische slagers Gecertificeerde slachthuizen Coöperaties, handelaars en verwerkers omschakelen naar de biologische landbouw kippen maart 2012 pag 2

3 Voorwoord Onder invloed van consumenten en milieuverenigingen staan landbouwers vandaag steeds meer onder druk om hun milieutechnische resultaten te verbeteren. Bovendien leidt de groeiende bekommernis voor landschap en natuur tot de verwachting dat ook de landbouw hier steeds meer rekening mee houdt. Voor de vooruitstrevende land- of tuinbouwer kan het biologisch productiesysteem het aangewezen alternatief zijn. Biologische landbouw is een landbouwsysteem dat de samenhang tussen plant, dier, mens en omgeving voorop stelt. Centraal staan bodemvruchtbaarheid, milieu en dierenwelzijn. De interesse van boeren en tuinders voor de bioteelt wordt steeds groter. Er is echter een grote kloof tussen interesse hebben en daadwerkelijk omschakelen. Om deze overstap te vergemakkelijken heeft de overheid steunmaatregelen uitgewerkt, gaande van investeringssteun, omschakelbegeleiding, het ondersteunen van studievergaderingen, hectaresteun voor omschakelende bedrijven tot het bevorderen van de informatieverspreiding over de teeltmethode. Omschakelen naar de biologische teeltmethode is zo n ingrijpende stap voor zowel bedrijf als bedrijfsleider, dat het hele proces om een uitgekiende voorbereiding vraagt. De economische situatie van het bedrijf heeft een grote invloed op de omschakeling. Ook al heeft men als bedrijfsleider de juiste bril op en voelt hij zich verbonden met de filosofie van het biologisch gemengd bedrijf, toch kunnen de financiële aspecten, zoals investeringsmogelijkheden, het onmogelijk maken om snel naar het ideaal te evolueren. De overgang moet dan geleidelijk gebeuren. De huisvesting en de omgang met het pluimvee vragen een andere aanpak en het teeltplan moet aangepast worden om gewasbescherming, onkruidbeheersing en arbeidsorganisatie werkbaar te maken. Tal van praktische zaken zullen veranderen. Zo is het bijvoorbeeld onwaarschijnlijk dat de huidige voederleverancier biologisch veevoer kan leveren. Daarnaast moeten de afzetkanalen wijzigen, om de meerwaarde van het biologische product te valoriseren. De bedrijfsleider zal zowel mentaal, landbouwtechnisch als wettelijk goed gewapend aan de start moeten verschijnen om succesvol te kunnen omschakelen. Deze omschakelingshandleiding kan daarbij helpen. In deze brochure krijg je een overzicht van de belangrijkste veranderingen op en rond het bedrijf die bijdragen tot een succesvolle omschakeling. In eerste instantie worden de gemeenschappelijke thema s, zoals normen, huisvesting, gezondheidszorg, fokkerij,... besproken. Daarna volgen drie verschillende voorbeelden van biologische pluimveebedrijven. Ieder bedrijf is uniek en er zijn talrijke varianten mogelijk, maar vanuit deze voorbeelden kan je je oriënteren. Als landbouwer dien je inzicht te hebben in de principes van de biologische landbouw die schuilgaan achter de normen en de wetgeving. Door verder te kijken dan de regeltjes waaraan voldaan moet worden, komt een bedrijfsdynamiek tot stand die voortdurend anticipeert op de ontwikkeling van die normen. Daarbij is het belangrijk dat de uiteindelijke keuze van bedrijfsvoering nauw aanleunt bij je persoonlijkheid, dit verhoogt slaagkansen aanzienlijk. Het moge duidelijk zijn dat alle aspecten van de omschakeling naar de biologische teelt onmogelijk in een gebruiksklare handleiding gegoten kunnen worden. Elk bedrijf is uniek en de omschakeling is steeds een individuele ervaring. In deze brochure vind je de grote lijnen en de belangrijkste aandachtspunten terug, maar deze moeten per bedrijf een specifieke invulling krijgen. Succes! Het BioForumteam omschakelen naar de biologische landbouw kippen maart 2012 pag 3

4 Colofon auteur Wim Vandenberghe leesgroep Joris Arits (Taemhoeve, Neeroeteren), An Jamart en Esmeralda Borgo eindredactie Geertje Meire vormgeving Ogly Doglin, Koen Huybreghts foto s BioForum, Taemhoeve, De Lankerenhof, Pluimveebedrijf Speelman datum 2de uitgave - maart 2012 verantwoordelijke uitgever Leen Laenens Deze brochure is een uitgave van BioForum Vlaanderen vzw. Ze kwam tot stand met de steun van de Afdeling Duurzame Landbouw Ontwikkeling van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Overname uit deze publicatie kan enkel mits duidelijke bronvermelding. zoekt keten p a BioForum Vlaanderen is de koepel- en ketenorganisatie van de Vlaamse biologische landbouw en voeding. BioForum vertegenwoordigt de boeren, verwerkers, verdelers en verkooppunten uit de biosector en ondersteunt hen met onder meer advies, informatie, beleidswerk en ketenontwikkeling. BioForum wordt aangestuurd door haar leden-ondernemers uit de sector en door een beperkt aantal organisaties actief rond biolandbouw en voeding: Landwijzer, Inagro - Afdeling biologische productie, Velt, Vredeseilanden, TÜV-Nord Integra en Certisys. Voor meer info, surf naar of contacteer ons via info@bioforum.be of 03/ omschakelen naar de biologische landbouw kippen maart 2012 pag 4

5 Omschakelen naar de biologische landbouw Goed boeren, hoe doe je dat? Een land- of tuinbouwer die omschakelt naar de biologische bedrijfsvoering doet dit doordacht. Motieven voor zo n ingrijpende verandering zijn vaak van persoonlijke aard. In de meeste gevallen overheerst een grote zorg voor natuur, milieu en dierenwelzijn. Een argument dat vaak opduikt, is onvrede met de huidige wijze van produceren. Het bedrijf wordt steeds afhankelijker van chemische middelen en wordt als het ware een bepaalde richting uitgestuurd. Die evolutie doet afbreuk aan de liefde voor het vak. Omschakelen kan dan een grotere arbeidsvreugde geven. Het vakmanschap wordt zo nieuw leven ingeblazen. Andere bedrijfsleiders overwegen een omschakeling om louter economische redenen. Bij bedrijven die het goed doen, gaat de rendabiliteit na de omschakeling meestal nog de hoogte in. Bijkomend voordeel is dat heel wat milieumaatregelen die de overheid oplegt nu niet meer als beperkend worden ervaren. Het is van groot belang dat er bewust voor de nieuwe bedrijfsopzet gekozen wordt. De biologische landbouw is over het algemeen een moeilijker pad met, zeker in het begin, extra inspanningen en onzekerheden. Omschakelen begint tussen de oren, zonder innerlijke overtuiging lukt het niet. Je weet uiteraard al langer dat er zoiets bestaat als biologische landbouw. In principe zou je misschien zelf ook milieu- en mensvriendelijker willen werken, maar je denkt dat je er nooit fatsoenlijk van kan leven. Ten onrechte. Het Belgische Planbureau gaat er, net als de Europese Commissie, van uit dat er tegen 2050 alleen nog duurzame landbouwmethoden zullen bestaan. Of het kleinschalige of grootschalige bedrijven zullen zijn of van alles een beetje, weten ze niet, maar dat het duurzaam zal moeten zijn, dat is zeker. Biologische landbouw is duurzaam. Dat is dus de goede weg. En op termijn is de goede weg ook altijd een rendabele weg. Trouwens niet alleen op termijn: vandaag zijn er heel wat boeren die nu ze biologisch werken, meer verdienen dan toen ze op de klassieke manier werkten. Je hebt ook gehoord dat een bioboer gecontroleerd wordt dat het niet schoon meer is? Dat klopt, alleen is het niet de bedoeling van die controles om je het werken onmogelijk te maken of om aan je winst te zitten. Het is net het omgekeerde. Van een gecontroleerde bioboer weet iedereen dat zijn werkwijze en zijn producten volledig voldoen aan de voorwaarden van de biologische landbouw. Dat is een verkoopsargument waar klanten steeds meer oog voor hebben. En als je weet dat je omzet stijgt dankzij de controles, ga je dan nog klagen? Natuurlijk niet, het is gewoon een correcte manier van werken. In die optiek is het ook logisch dat de wetgeving niet blind is voor de dagelijkse praktijk. Zo moet bijvoorbeeld mest of zaadgoed in principe biologisch zijn, maar de wetgever staat uitzonderingen toe. En omdat de sector nog klein is, is een volledig gesloten kringloop van mest op dit ogenblik nog praktisch onhaalbaar. Een zekere input vanuit de gangbare landbouw is nog toegelaten. Naarmate de sector groeit, zal het inputprobleem zichzelf oplossen en zullen de principes wel volledig hard gemaakt kunnen worden. Een nieuwe manier van werken brengt in het begin natuurlijk wat meer onzekerheid. Je moet ook nieuwe dingen leren en andere afleren. Maar je kunt op veel steun rekenen en wat het belangrijkste is: je werk biedt toekomst. Slaap er nog eens over Van boeren is bekend dat ze gezond verstand hebben. Ze storten zich dan ook zelden in onbekende avonturen. Zelf uitvissen hoe de vork in de steel zit, is het uitgangspunt. Als je overweegt om biologisch te gaan werken, kijk dan eerst eens goed rond. Wat bedoelen ze precies met biologische productiemethoden? Je leest er iets over in een vakblad, hoort er iets over op een voorlichtingsavond en als je de kans krijgt, geef je je ogen en oren de kost op een bedrijfsbezoek. En in plaats van chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest te gebruiken, ga je op zoek naar alternatieven en probeer je die eens uit. omschakelen naar de biologische landbouw kippen maart 2012 pag 5

6 Als je experimenten lukken, ben je natuurlijk extra gemotiveerd. En dat is nodig want uiteindelijk moet je heel je bedrijfsstructuur tegen het licht houden en bekijken wat er kan en moet veranderen. Het belangrijkste daarbij is voldoende ruimte voor vruchtwisseling, organische bemesting en onkruidbeheersing zonder synthetische middelen. Specifiek voor de veehouderij gaan de veranderingen vooral over de veebezetting, het graslandmanagement, de uitloop, het veevoeder en de gezondheidszorg. Een juridische vertaling van wat het biologische productieproces precies inhoudt, vind je in de EU Verordeningen inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en haar uitvoeringsbesluiten (EG 834/2007 en EG 889/2008). Neem in deze fase ook eens contact op met Bio zoekt Boer. Dit project biedt gangbare boeren die nadenken over omschakeling concrete antwoorden op maat van hun specifieke bedrijf en verwijst door naar deskundigen. Bio zoekt Boer Sofie Hoste, Diestsevest 40, 3000 Leuven tel 0494/ fax 016/ Ga planmatig te werk Uit onderzoek blijkt dat nieuwsgierige mensen het meest succesvol zijn in het leven. Ze staan open voor anderen, leren bij en gebruiken dat in hun eigen verhaal. Doe dan ook een beroep op experts als je de stap zet om biologisch te gaan werken. Je hoeft je uiteraard niet te laten overdonderen en zomaar alles te slikken wat ze zeggen. Denk na over hun adviezen en zeg hen hoe jij het zou doen. Uiteindelijk kom je via zo n gesprek tot de beste resultaten. Experts van erkende centra voor bedrijfsbegeleiding hebben doorgaans heel wat ervaring met het opstellen van een bedrijfsontwikkelingsplan (of omschakelingsplan). Daar kun je veel tijd (en dus geld) mee winnen. Een bedrijfsontwikkelingsplan is erg handig om knelpunten op voorhand in te schatten en op te lossen. Uitgaande van de specifieke biologische normen komen de vruchtrotatie, de veestapel, de voederrantsoenen, de bemestingscyclus, de arbeidsverdeling en de afzetmogelijkheden op papier. Daarna volgt een bedrijfseconomische doorrekening en zo krijg je een beeld van de perspectieven die je bedrijf en jijzelf hebben. Door hier en daar iets aan te passen kan dit plan nog wat worden verfijnd en kun je de resultaten eventueel nog wat opkrikken. Bij zo n plan horen ook een overzicht van de subsidie- en afzetmogelijkheden, en een lijst met nuttige adressen. Dankzij dat bedrijfsontwikkelingsplan weet je op voorhand wat er gaat gebeuren en vallen er al heel wat onzekerheden weg. Gaat er ondanks alles toch iets fout, dan zie je veel sneller dat er iets niet volgens plan verloopt en kun je al aan een oplossing werken vooraleer het echt uit de hand begint te lopen. Een bedrijfsontwikkelingsplan is dus een krachtig instrument dat je helpt om je bedrijf, stap voor stap en zonder onaangename verrassingen, duurzaam uit te bouwen. Een erkenning als biologisch producent biedt vooral voordelen Je kunt uiteraard perfect biologisch werken zonder je te laten controleren. Je zorgt er zelf voor dat het hele productieproces, van het maïszaad dat je aankoopt tot de biefstuk die terechtkomt bij de slager, beantwoordt aan de voorwaarden van de biologische landbouw. Alleen mag je in dit geval de term biologisch en het keurmerk Biogarantie niet gebruiken. Aangezien ze bedoeld zijn als kwaliteitswaarborg voor de consument, moeten ze ook gecontroleerd worden door een controleorganisme. Deze erkende organisaties oefenen in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap de controle uit. Als je dan toch biologisch werkt, heb je er natuurlijk alle belang bij om je te laten controleren. Je mag dan op je etiketten, in je reclame en op je facturen vermelden dat je biologisch produceert. Steeds meer klanten stellen een wettelijke controle trouwens als voorwaarde voor een levering: particulieren, maar zeker ook overheidsbesturen. omschakelen naar de biologische landbouw kippen maart 2012 pag 6

7 De controleorganisaties voor de biologische landbouw: Certisys bvba (BE-BIO-01) Blaise Hommelen K. Maria Hendrikaplein Gent tel 09/ TÜV Nord Integra (BE-BIO-02) Annick Cnudde Statiestraat 164 A 2600 Berchem tel 03/ fax 03/ info@tuv-nord-integra.com Quality Partner nv (BE-BIO-03) Samya Aweis Rue Hayeneux Herstal tel 04/ fax 04/ info@quality-partner.be Control Union (BE-BIO-04) Wim Overlaet Abtsdreef 10B 2940 Stabroek tel 03/ fax 03/ woverlaet@controlunion.com omdat jij er uiteindelijk ook bij wint: je krijgt een geloofwaardig verkoopsargument tegenover de klant en je hebt recht op een teeltpremie. Het tarifiëringsysteem gaat om een bedrag dat wordt berekend op basis van het aantal dieren (per diersoort) en het aantal hectaren (per teeltgroep). Het tarief kan verschillen per controleorganisatie. Voor een gemiddeld bedrijf bedraagt dit ongeveer 750 euro per jaar. Zorg ervoor dat je de biologische teeltpremie niet misloopt. Deze wordt aangevraagd via de verzamelaanvraag. De modaliteiten ervan kunnen jaarlijks wijzigen. Let ook op kleine zaken, zoals de manier waarop en het tijdstip dat je de erkenning aanvraagt, en gebruik het officiële formulier. Het omvat een verklaring van biologische landbouwactiviteit en een verbintenis om de geldende reglementering na te leven. Het is ook belangrijk dat je weet dat elk product dat volgens de biologische teeltmethode wordt gewonnen, door dat erkende organisme gecontroleerd moet worden. Dat organisme geeft ook de toelating om het in de handel te brengen. En tot slot moet je als producent ook een toelating hebben voor de percelen die je gebruikt. Pas als dat allemaal in orde is, kun je aanspraak maken op de premie voor biologische teeltmethode. Als je wil dat er een controleorganisatie langskomt om te controleren of je bedrijf de biologische productieregels naleeft, dan moet je als volgt te werk gaan. Zodra je start met de omschakeling, meld je je aan bij één van de controleorganisaties. Zo breng je het hele controleproces op gang. Na een omschakelingsperiode ontvang je een bedrijfscertificaat en kan je je producten als biologisch of biologisch in omschakeling op de markt brengen. Wens je bijkomend ook vrijwillig het keurmerk Biogarantie te gebruiken dan dien je lid te worden van BioForum Vlaanderen vzw en moet je aan een aantal bijkomende eisen voldoen. Het certificaat van de controleorganisatie stelt je dus op een geloofwaardige manier in staat om de hogere kosten die bijna altijd samengaan met een biologische productiemethode, door te rekenen in de verkoopprijs. Voor producten in eindverpakking geeft het keurmerk Biogarantie aan dat je product voldoet aan de strengste eisen op het vlak van biologische landbouwmethodes en ecologische, economische en sociale normen integreert. Jij betaalt de kosten die de controle van je biologische productiewijze meebrengt. In zekere zin is dat logisch omschakelen naar de biologische landbouw kippen maart 2012 pag 7

8 De belangrijkste stappen van het controleproces op een rijtje Aanmelding en officiële omschakelingsdatum Als je als biologisch producent erkend wil worden, moet je bij het controleorganisme eerst de nodige officiële formulieren en documenten aanvragen. De wijze van aanmelden kan verschillen per controleorganisatie, maar algemeen omvat het aanmeldingspakket de volgende vijf zaken: 1) het tweedelige bekendmakingsformulier: het eerste deel heeft betrekking op de referenties van de producent en op zijn verbintenis om de specifieke reglementering na te leven; het tweede deel heeft betrekking op alle percelen en bedrijfsgebouwen met biologische teeltmethode; 2) een brochure met een vereenvoudigde versie van de reglementaire bepalingen; 3) de originele wetteksten betreffende de biologische landbouw; 4) het prestatiecontract tussen het controleorganisme en de producent, waarbij deze ermee akkoord gaat dat zijn bedrijf gecontroleerd wordt; 5) het tarief dat het controleorganisme vraagt om het bedrijf in kwestie te controleren. Stuur het tweedelige bekendmakingsformulier en het prestatiecontract, ingevuld en ondertekend, terug naar het controleorganisme. De omschakeling start pas officieel op de omschakelingsdatum. Dat is de datum waarop de controleorganisatie het bekendmakingsformulier en het prestatiecontract ontvangt. Regeling controlebezoeken De controleur ontvangt je documenten en maakt met jou een afspraak voor het eerste controlebezoek. Dat verloopt als volgt: 1) alle percelen worden beschreven en bezocht, en er wordt een overzicht gemaakt van de geschiedenis van de percelen; 2) het teeltplan en de rotatie worden besproken; 3) de teelttechnieken worden onderzocht: bemesting, onkruidbestrijding, teeltbescherming, oorsprong van het teeltmateriaal,... ; 4) de opslagplaatsen en -stallen worden bezocht. Voor een vlot verloop van de controle is het erg belangrijk dat de oorsprong en de aard van de inkomende en uitgaande producten van je bedrijf duidelijk vermeld zijn in je boekhouding. In de regel neemt de controleur ook stalen mee om te laten ontleden. Na het bezoek krijg je van de controleur een rapport en de bevestiging dat je bedrijf wordt gecontroleerd op de biologische teeltmethode. Het rapport vermeldt welke punten je nog moet aanpassen om ervoor te zorgen dat je bedrijf beantwoordt aan de biologische teeltnormen. Daar hoort ook een timing bij die aangeeft wanneer de veranderingen ten laatste moeten doorgevoerd zijn. Jaarlijks moet je ook per perceel een gedetailleerd teeltprogramma opmaken en vóór een vastgelegde datum opsturen naar het controleorganisme. Als je het teeltplan tijdens het seizoen wijzigt, moet je dat ook meteen doorgeven. Hoeveel controles mag je verwachten? Ten minste één per jaar. Maar het zullen er wellicht meer zijn, zowel na afspraak als onverwachts. Wat als de controleur onregelmatigheden vaststelt? Er zijn verschillende maatregelen mogelijk. Deze gaan van een gewone opmerking, een vraag tot verbetering, een waarschuwing met verscherpte controle, tot in het slechtste geval, een decertificatie van een lot of het volledige bedrijf. Hoe lang duurt de omschakelingsperiode? 1) Plantaardige productie Bij de plantaardige productie duurt de omschakelingsperiode bij éénjarige gewassen twee jaar, te rekenen vanaf het het zaaien of planten en bij doorlevende gewassen drie jaar vóór de oogst. Tijdens die periode moet je de biologische teeltprincipes wel al toepassen op die percelen, maar je mag de producten nog niet biologisch noemen. In de praktijk gebeurt het wel dat het controleorganisme de omschakelingsperiode verkort of verlengt. Ze stemt de periode dan af op de exacte voorgeschiedenis van de percelen en op de ontleding van de genomen stalen. Na een omschakelingsperiode van ten minste 12 maanden vóór de oogst kunnen producten worden verkocht als biologisch in omschakeling. Opgelet: bij de plantaardige productie beïnvloedt ook de omschakelingsdatum (vóór of na het zaai- of plantseizoen) de omschakelings- omschakelen naar de biologische landbouw kippen maart 2012 pag 8

9 periode! Stel dat je als akkerbouwer in juni 2011 een erkenning als biologische landbouwer aanvraagt. Je tarweoogst van het seizoen 2012 kan een erkenning biologisch in omschakeling krijgen, indien op het perceel waar de tarwe geteeld wordt, tenminste vanaf juli 2011 (dit is 12 maanden vóór de oogst) de principes van biologische landbouw zijn toegepast. Je maïsoogst van 2012 kan een erkenning biologisch in omschakeling krijgen indien op dit perceel tenminste vanaf oktober 2011 de regels van de biologische teelt zijn toegepast. De oogsten vanaf 2014 van deze percelen krijgen een erkenning als biologisch landbouwproduct, want ze zijn gezaaid of geplant na juni 2013 (de omschakelingsdatum + 2 jaar). Indien je je percelen niet in juni 2011, maar in februari 2011 (dus vóór het zaai- of plantseizoen) had aangemeld, dan waren je producten al een jaar eerder, in 2013, biologisch en dus winstgevender geweest. De expert die je zo n zaken vooraf vertelt, betaalt zichzelf uiteraard meer dan terug. En dat is ook de bedoeling. 2) Dierlijke productie Voor de dierlijke productie hangt de omschakelingsperiode af van de duur van de productiecyclus en van het omschakelingsregime dat je kiest: - gelijktijdige omschakeling van dieren, uitloop en percelen voor voederproductie: de omschakelingsperiode bedraagt 24 maanden voor zowel de dieren, de uitloop, als de percelen voor de voederwinning. Hierbij mogen de nog aanwezige (gangbare) voedervoorraden opgebruikt worden (als die niet buitensporig groot zijn) en mag ook al het voeder dat tijdens deze 24 maanden op het bedrijf wordt geproduceerd, aan de dieren worden gegeven. Dit is een aantrekkelijk systeem voor bedrijven die zelf een aanzienlijk deel van hun voer kunnen produceren. - enkel omschakeling van dieren (kan enkel als de uitloop al biologisch in omschakeling is): in dit geval bedraagt de omschakelingsperiode: (a) 12 maanden voor runderen, paardachtigen en hertachtigen die bestemd zijn voor de vleesproductie, met als bijkomende voorwaarde dat ze ten minste driekwart van hun levensduur moeten doorgebracht hebben in de omschakelingsperiode; (b) 6 maanden voor dieren die voor melkproductie worden gehouden; (c) 6 maanden voor schapen, geiten, en varkens die bestemd zijn voor de vleesproductie. Voor de uitloop gelden minimaal zes maanden. Legkippen moeten vanaf hun zesde levensweek biologisch worden gekweekt, vleeskippen vanaf hun derde levensdag. Mestafzet: bedrijven die meer dan 2 GVE/ha hebben, moeten vóór de omschakeling al contractueel mestafzet vastleggen op andere biologische percelen. Er zijn verschillende erkende centra voor bedrijfsbegeleiding: Boerenbond Consult Diksmuidsesteenweg 406/ Roeselare tel 051/ fax 051/ ignace.deroo@boerenbond.be BioForum Quellinstraat Antwerpen tel 03/ fax 03/ info@bioforum.be VAC Ambachtsweg Merelbeke tel 09/ fax 09/ vac@vacvzw.be Inagro, Afdeling biologische productie Ieperseweg Rumbeke tel 051/ fax 051/ info@inagro.be PCG Karreweg Kruishoutem tel 09/ fax 09/ info@proefcentrum-kruishoutem.be omschakelen naar de biologische landbouw kippen maart 2012 pag 9

10 Basisprincipes van de biologische landbouw Duurzaamheid duurt het langst Kwaliteitsvolle landbouwproducten zijn het uithangbord van de Vlaamse landbouw. Je wordt als landbouwer niet enkel beoordeeld op de kwaliteit van het eindproduct, maar ook op de kwaliteit van het productieproces. Alleen producenten die kiezen voor kwaliteitszorg over hun gehele bedrijfsvoering hebben toekomst. Dit is ook waar het allemaal om begonnen is: de consument bedienen met een smakelijk, gezond en milieuvriendelijk product. De uitdaging van duurzame productie biedt volop kansen. De vooruitziende boeren en tuinders spelen in op deze mogelijkheden en maken dikwijls ingrijpende keuzes. Door te anticiperen op aankomende tendensen, wordt een duidelijke meerwaarde voor het bedrijf gecreëerd. Een groeiend aantal ondernemers gaat dan ook de uitdaging van de biologische landbouw aan. Biologische landbouw wordt nog vaak geassocieerd met kleinschaligheid, weinig rendabel en enigszins oubollig. Niets is minder waar. Men kan de biosector beschouwen als toonaangevend in de ontwikkeling van de landbouw. Momenteel zijn het vooral de zogenaamde voorhoedebedrijven die omschakelen. Het zijn doorgaans goed gestructureerde, eerder grote landbouwbedrijven met goed opgeleide bedrijfsleiders. Biologische landbouw is een wettelijk omschreven teeltmethode. Deze wetgeving is een compromis tussen de ideologische grondbeginselen en de huidige praktische toepassing: daar de sector nog klein is, is bijvoorbeeld een volledig gesloten kringloop van mest of zaadgoed op dit ogenblik moeilijk haalbaar. Een zekere input vanuit de gangbare landbouw is dan ook nog toegelaten. De openingen zullen echter één na één gesloten worden, om uiteindelijk te komen tot een landbouwmethode die volledig voldoet aan de grondbeginselen. Uitgangspunten van de biologische landbouw Het uitgangspunt van de biologische productie is duurzaamheid, meerbepaald produceren op een wijze die ook in de toekomst mogelijk blijft en die voldoet aan de verwachte normen die de samenleving in de toekomst zal stellen op het gebied van: - productkwaliteit; - milieu; - dierenwelzijn; - economie; - arbeidsomstandigheden. Wat zijn de concrete doelstellingen van de biologische landbouwmethode? - Het produceren van voldoende voedingsmiddelen die voedingsfysiologisch hoogwaardig zijn en die geen residu s bevatten van stoffen die de gezondheid van mens en dier schaden; - het behoud of herstel van een optimale bodemvruchtbaarheid; - het behoud of herstel van natuur en landschap; - het behoud van de genetische diversiteit; - het vermijden van handelingen die het milieu belasten of tot verarming daarvan bijdragen; - een minimaal gebruik van eindige grondstoffen; - een veelzijdige bedrijfsstructuur met een kringloop die zo goed mogelijk gesloten is; omschakelen naar de biologische landbouw kippen maart 2012 pag 10

11 - landbouwhuisdieren zoveel mogelijk vrij laten in hun soorteigen gedrag; - de producent de kans geven om een leefbaar inkomen te verwerven, en zorgen voor een democratische consumentenprijs en een leefbaar inkomen voor elke schakel tussen producent en consument. Hoe kun je die doelstellingen praktisch verwezenlijken? - Zorgen voor een levende, vruchtbare bodem; - toepassen van preventieve gewasbescherming door middel van cultuurmaatregelen zoals vruchtwisseling, gewas- en rassenkeuze; - bemesten met organische meststoffen, groenbemesters en natuurlijke mineralen; - kiezen voor grondgebonden productiesystemen en grondverbonden mestbeheer; - onkruidbestrijding met behulp van mechanische en/of thermische middelen; - geen gebruik maken van chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen en kunstmest; - geen gebruik maken van chemisch-synthetische toevoegingen in veevoer en van groeistoffen en hormonen; - geen gebruik maken van genetische modificatie in de productietechnieken en -middelen. Wat is de meerwaarde van de biologische productiemethode? De biologische landbouwmethode gebruikt de lokale natuur zonder de samenhang en het evenwicht ervan onherstelbaar te verstoren. Ze houdt steeds rekening met de bodemvruchtbaarheid en het milieu. Daarom zorgt ze ook voor een ruimere vruchtwisseling, gebruik van groenbemesters en organische bemesting. De onkruidbestrijding gebeurt voornamelijk mechanisch of thermisch. In de veeteelt ligt de nadruk op dierenwelzijn, preventieve gezondheidszorg en biologisch geteeld veevoeder. De biologische landbouwer benut het zelfregulerend vermogen van het landbouwecosysteem maximaal. Hij teelt met respect voor mens, dier, gewas en cultuurland. Net als elke andere ondernemer zoekt hij daarvoor naar de economisch meest rendabele weg. De normering en regelgeving rond biologische landbouw steunen op deze principes. Sleutelwoorden bij de bedrijfsvoering zijn: werken aan de bodemvruchtbaarheid, preventie en natuurlijke evenwichten. Agro-ecologische meerwaarden - Door grondverbonden mestbeheer zijn mestoverschotten per definitie onmogelijk; - door een efficiëntere omgang met stikstof worden de EU-nitraat-richtlijnen vlot gehaald; - er is ruime aandacht voor dierenwelzijn en er is geen plaats voor genetisch gemodificeerde organismen (ggo s) - ruimere teeltrotaties zorgen voor een meer gediversifieerde landschappen en respecteren de natuur. Socio-economische meerwaarden - Een kortere afstand tussen consument en producent; - minder nutriëntenimport en geen verstoring van de Noord-Zuidrelaties; - geen bijkomende milieukosten voor de gemeenschap; - meer werkgelegenheid en kansen voor plattelandsontwikkeling. Kiezen voor een gemengd of een ontmengd bedrijf? In het landbouwecosysteem zijn twee kringlopen te herkennen die allebei een opbouw-, afbraaken mineralisatiegedeelte hebben. De eerste is de kringloop van plantaardige productie via veevoer en dier naar de bodem en dan weer terug naar plantaardige productie. De tweede is de kringloop van plantaardige productie via gewasresten en composthoop naar de bodem en weer terug naar plantaardige productie. Op een bedrijf zonder vee grijpt enkel de tweede kringloop plaats, terwijl op een gemengd bedrijf beide kringlopen terug te vinden zijn. omschakelen naar de biologische landbouw kippen maart 2012 pag 11

12 Het gemengde bedrijfstype is het biologische bedrijf bij uitstek. De mineralenkringloop wordt zoveel mogelijk gesloten gehouden. Dat wil zeggen dat er steeds een sluitende relatie bestaat tussen enerzijds de voederbehoefte en anderzijds de mestproductie. Het gesloten bedrijf is minder afhankelijk van buitenaf en zorgt zoveel mogelijk zelf voor veevoeders en mest. Indien dit niet te realiseren is op één bedrijf, moet gestreefd worden om regionaal als koppelbedrijven samen te werken. Het gemengde bedrijf biedt heel wat voordelen tegenover het ontmengde bedrijfstype: 1) een gemengd bedrijf is erg energie-efficiënt. Er komt niet veel transport bij kijken, omdat mest en veevoer maar een kleine afstand afleggen; 2) een gemengd bedrijf is beter voor het milieu omdat het meer mogelijkheden biedt om efficiënt om te springen met mineralen. Bovendien is de biologische veehouderij grondverbonden. De totale veebezetting mag maximaal 2 GVE per hectare bedragen. Indien dit meer is, dan moet het teveel aan mest afgezet worden op (gecontroleerde) biologische percelen. Door de grondverbondenheid kunnen geen mestoverschotten ontstaan. 3) een gemengd akkerbouw- of veeteeltbedrijf biedt ook landbouwkundige voordelen: (a) gewasresten uit de akkerbouw/groentetak van het bedrijf kunnen gevoederd worden aan het vee; (b) de afbraak of vertering in een koe gaat sneller dan de afbraak in een composthoop of bodem. Composteren duurt al gauw zes maanden terwijl een koe slechts twee dagen nodig heeft voor de vertering; (c) dieren produceren hoogwaardige mest die optimaal benut kan worden in het bemestingsplan; (d) vee geeft de boer de mogelijkheid om de vruchtwisseling met veevoedergewassen te verruimen. Dit geeft een ruimere rotatie en dus minder ziekten en plagen. omschakelen naar de biologische landbouw kippen maart 2012 pag 12

13 Omschakelingsperiode De biobasisgedachte gaat uit van een gemengd bedrijf. Dit geeft meest kansen om kringlopen te sluiten zowel naar voeder, als naar mest. Op die manier zal ook minst vervuiling optreden doordat overschotten worden vermeden. Als startend bedrijf hou je dit best voor ogen. Gangbare landbouwers die vanuit gangbare pluimveehouderij starten hebben het hierdoor iets moeilijker omdat dit meestal grondloze bedrijven zijn. Ook voor die bedrijven zijn er kansen binnen bio die we in deze brochure meer in detail beschrijven. Een veehouder die overweegt om een pluimveebedrijf volgens de biologische methode te gaan uitbaten, heeft vanuit de bio wetgeving twee mogelijkheden voor de omschakeling. De eerste houdt in dat je het volledige bedrijf, dieren én grond, op hetzelfde ogenblik omschakelt. De omschakelingsperiode duurt dan 24 maand. In de praktijk wordt dit echter nooit toegepast op een pluimveebedrijf. Dit zou immers betekenen dat je twee jaar biologisch werkt (o.a. voedert), maar de eieren of het vlees in die periode niet aan de biologische meerprijs kan verkopen. Dit is financieel niet realistisch. In dat eerste jaar mag de mest van het nog gangbare pluimvee echter niet gebruikt worden op de gronden die reeds onder biocontrole staan en moet dus afgevoerd worden. Na dit eerste jaar wordt bij de opzet van een nieuwe ronde gestart met het biologisch houden van de dieren: zodra het pluimvee aangemeld is bij de controleorganisatie, moeten ze volledig biologisch gehouden worden (aankoop van de poeljen, voeding, huisvesting, bezettingsnormen,...) en mogen de eindproducten (eieren, soepkippen, vleeskuikens) als biologisch verkocht worden. In theorie kan je de aanwezige dieren op het gangbaar bedrijf omschakelen (6 weken voor legkippen en 10 weken voor vleeskuikens). In de praktijk wordt dit echter nooit gedaan omdat de nadelen (ander voer, enkele noodzakelijke herinrichtingen,...) groot kunnen zijn. Parallelle productie op het bedrijf is niet toegestaan: eenzelfde diersoort mag binnen één bedrijf niet zowel gangbaar als biologisch gehouden worden. Er dient een juridische en sanitaire onderscheidenheid te zijn. De tweede optie is dat de omschakeling op een pluimveebedrijf gefaseerd plaats vindt. Eerst worden de grond voor de uitloop en de eventuele velden voor de voederproductie aangemeld bij de controleorganisatie. Na één jaar mag de uitloop gebruikt worden voor biologische dieren. Indien je kan aantonen dat de uitloop in het voorgaande jaar geen behandelingen heeft ondergaan die niet toegelaten zijn in de biologische productie, kan de uitloop reeds na 6 maand gebruikt worden voor biologische dieren. Het eigen gekweekte voeder dat na het eerste jaar geoogst wordt, mag 100% gebruikt worden voor eigen biologische dieren. Het voer mag ook tot 20% bestaan uit producten die je in het eerste jaar op de eigen velden in omschakeling teelde (bvb. interessant voor strooigraan of ruwvoer). Aangekocht voer mag echter geen ingrediënten uit het eerste omschakelingsjaar bevatten en slechts 30% (in verhouding tot het volledige voederrantsoen) uit het tweede omschakelingsjaar. omschakelen naar de biologische landbouw kippen maart 2012 pag 13

14 De technische invulling op het kippenbedrijf Huisvesting Het spreekt voor zich dat geen enkel kooisysteem voldoet aan de eisen van de biologische wetgeving. Biologisch pluimvee beschikt over een zit-, leg- en scharrelruimte alsook over een buitenuitloop. De binnenruimte moet voldoende groot zijn zodat de dieren hun natuurlijk exploratiegedrag kunnen uitoefenen. Voor legkippen houdt dit in dat er maximum 6 kippen per m 2 mogen aanwezig zijn in de stal. Voor vleeskuikens moet de bezetting onder 10 dieren per m 2 en onder de 21 kg levend gewicht per m 2 zitten. Ook voor de opfok van poeljen en voor de uitloop zijn er specifieke normen. Bekijk hiervoor de bijgevoegde tabel. Buitenruimte: de kippen moeten, als de weersomstandigheden het toelaten, gedurende minstens één derde van hun leven toegang hebben tot een uitloop in open lucht. Deze uitloop moet grotendeels begroeid zijn, schuilmogelijkheden bieden en de dieren gemakkelijk toegang geven tot voldoende drink- en voedergelegenheid. Voor de toegang naar de uitloop moeten de stallen voorzien zijn van voldoende grote openingen om naar binnen of naar buiten te gaan. Zie verder onder het hoofdstuk Uitloop. Omwille van de sociale orde bij pluimvee wordt de grootte van de toom wettelijk beperkt. Per afdeling mogen niet meer dan 3000 legkippen of 4800 vleeskuikens gehuisvest worden. Een stal kan echter wel meerdere afdelingen naast elkaar bevatten, onder voorwaarde dat de afdelingen en de uitloop per toom voldoende van elkaar gescheiden zijn. Per productie-eenheid mag een vleeskuikenbedrijf maximaal 1600 m 2 staloppervlak uitbaten, waarmee de bedrijfsgrootte beperkt wordt tot vleeskuikens per ronde. Voor legkippen is er op dit ogenblijk- geen dergelijke beperking. Na elke ronde dient de stal overeenkomstig de vereisten van het FAVV grondig gereinigd en ontsmet te worden en geldt er een sanitaire leegstand van minstens 4 weken voor de uitloop. De hiervoor toegelaten reinigingsproducten binnen de biologische productiemethode zijn wettelijk vastgelegd en vind je terug in Annex 7. Tabel met benodigde oppervlakte Binnenruimte Maximum aantal dieren per m 2 Minimum aantal cm zitstok per dier Nest Leghennen leghennen per nest, of 120 cm 2 per dier in geval van gemeenschappelijk nest Mestpluimvee (in vaste stallen) Mestpluimvee (in mobiele stallen van maximum 150 m 2, die s nachts open blijven) Poeljen bestemd voor de eierproductie 10, met hoogstens 21 kg levend gewicht per m 2 16, met hoogstens 30 kg levend gewicht per m 2 Leeftijd van 3 dagen tot 6 weken: max. 20 per m 2 Leeftijd van 6 tot 12 weken: max. 13 per m 2 Leeftijd van 12 tot 18 weken: max. 10 per m 2 20 (geldt alleen voor parelhoenders) Buitenruimte Minimum aantal m 2 per dier 4 m 2, mits het maximum van 170 kg N per ha en per jaar niet wordt overschreden 4 m 2 voor vleeskuikens en parelhoenders 4,5 m 2 voor eenden 10 m 2 voor kalkoenen 15 m 2 voor ganzen, mits het maximum van 170 kg N per ha en per jaar niet wordt overschreden 2,5 m 2, mits het maximum van 170 kg N per ha en per jaar niet wordt overschreden Geen verplichte uitloop in de eerste weken. Vanaf de 6 e week: minimum 1 m 2 per dier. omschakelen naar de biologische landbouw kippen maart 2012 pag 14

15 Staltypes In de biologische pluimveehouderij zijn volgende types stal bekend: Grondstal De grondstal is een open staltype. In tegenstelling tot bij de volièrestal worden de kippen op één niveau gehouden. Wel onderscheiden we enerzijds een voeder- en drinkruimte en anderzijds een scharrelruimte. Meestal is de voeder- en drinkplaats boven een roostervloer ingericht, zodat het scharrelmateriaal proper en droog blijft. In veel gevallen is deze roostervloer verhoogd en gebeurt de mestopvang op vloerniveau. Voor het uitmesten moeten de roosters dan weggenomen worden. De zitstokken worden boven deze roostervloer geplaatst. Vaak wordt in de grondstal een aantal elementen geplaatst (bijvoorbeeld houten blokken of ruwvoerruiven) die het zichtveld van de kippen breken, ze beschuttingsmogelijkheden geven en de stress in de toom hierdoor verlagen. In een grondstal van een bepaalde grootte kunnen minder kippen gehouden worden dan in een volièrestal van dezelfde oppervlakte, maar de aanbouw van een grondstal is wel heel wat goedkoper. Volièresystemen Volièresystemen vergroten de benutbare ruimte in de stal doordat ze leefruimte voor de dieren in de hoogte aanbieden. Bij de berekening van de maximaal toegelaten stalbezetting (6 per m 2 beschikbare oppervlakte) wordt de oppervlakte van de etages met mestopvang meegerekend. Leghennen maken goed gebruik van deze gelegenheid en bewegen zich met gemak over alle niveaus van dit etagesysteem. Ook werken de verschillende etages positief op de rust in het koppel en zou het verenpikkerij beperken. Daartegenover staat dat een volière de stalbezetting verhoogt en daardoor pikkerij in de hand werkt. Dit zal een belangrijk aandachtspunt zijn bij de uitbating. In volièrestallen met mestbanden onder de etages heerst meestal een lagere ammoniakconcentratie en dus een beter stalklimaat. Het volièresysteem biedt dus verschillende voordelen. Toch heerst er wat scepsis in de biologische sector. Deze komt voort uit de vrees dat de omschakeling van grote volièrestallen een bedreiging kan vormen voor het extensieve karakter van de biologische pluimveehouderij. Daarom wordt er op Europees niveau gewerkt aan een bijkomende norm voor de stalbezetting, een norm die het aantal kippen per m 2 grondoppervlakte begrenst. Bij de doorrekening van het rendement van een om te schakelen of nieuw te bouwen volièrestal, is het aangewezen zich hier omtrent te informeren, bijvoorbeeld bij BioForum Vlaanderen vzw of bij een biologische controleorganisatie. Mobiele stallen Voor bedrijven die niet over een huiskavel beschikken of voor bedrijven met kleinere koppels, kan een mobiele stal voordelen hebben. Voor de wetgever is een stal mobiel indien die minstens éénmaal per jaar verplaatst wordt. De stal mag maximum 150 m 2 (staloppervlak) groot zijn en er mogen tot 16 kippen per m 2 gehouden worden, weliswaar met een maximum van 30 kg levend gewicht per m 2. In principe is voor een mobiele stal enkel een milieuvergunning nodig, geen bouwvergunning. Dit hangt echter ook af van de gemeente: die legt soms beperkingen op wat betreft de grootte van de stal. Het voordeel van de mobiele stal ligt met name in het management van de uitloop: optimale benutting, zeer goede mogelijkheden tot wisselbeweiding en egale verspreiding van mest over de uitloop. Door het verplaatsen van de stal tussen twee rondes kan de verplichte sanitaire leegstand van de uitloop (4 weken) achterwege gelaten worden. Op gemengde bedrijven kunnen de kippen bvb. op een pas geoogste graanakker nog heel wat extra voer vinden. Het grote nadeel van mobiele stallen is de grote arbeidsbehoefte en de hogere kostprijs per legkipplaats. Huisvesting vleeskuikens Voor vleeskuikens wordt veelal een volledig ingestrooide stal gebruikt. Ingestrooide stallen zijn ook in de gangbare vleeskuikenhouderij gebruikelijk. De aanpassingen voor deze stallen blijven normaal beperkt tot het plaatsen van scheidingswanden, het organiseren van lichtinval in het dak, het maken van uitloopopeningen en de inrichting van de uitloop. Gezien de lagere stalbezetting kan een aantal voerlijnen en drinkplaatsen weggenomen worden. omschakelen naar de biologische landbouw kippen maart 2012 pag 15

16 Stalinrichting De ruimtelijke scheiding van de verschillende functiegebieden in de stal heeft een grote invloed op het welzijn en de prestaties van de kip. Kippen die willen rusten, mogen niet gestoord worden door hokgenoten onderweg naar voer, water of een legnest. Kippen die een ei willen leggen, doen dat het liefst op een rustige plek. Plaatsen voor rust en het leggen van eieren moeten minder licht zijn dan plekken waar gescharreld wordt of zonne- en stofbaden worden genomen. Voor het bouwen of verbouwen van stallen voor biologisch pluimvee kan tot 38% steun bekomen worden van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF). Zie hiervoor het hoofdstuk Steunmaatregelen, op pagina 16. Scharrelruimte De scharrelruimte beslaat minstens een derde van het toegankelijke staloppervlak en moet voorzien zijn van los en droog strooisel. Om ammoniakemissie uit de stal te beperken dient de strooisellaag zodanig te zijn, dat de kippen deze tot op de bodem van de stal kunnen omwerken. Anders gezegd: de laag mag niet te dik zijn. Daarnaast dient de strooisellaag aantrekkelijk te zijn om het grondgericht pikgedrag te bevorderen. Omdat deze minder stoffig is, wordt gemalen boomschors als grondsubstraat verkozen boven houtkrullen gemengd met gehakseld stro en zaagsel. Ook een te hoge bezettingsdichtheid vermindert de aantrekkelijkheid van het grondsubstraat. Om de kwaliteit van het strooisel optimaal te houden, moet de vochttoevoer naar het strooisel beperkt blijven: minimale mestproductie in het strooisel, geen lekkages, geen condensplekken en minimale vermorsing bij de watervoorziening. Om deze reden wordt vaak met een verhoogde roostervloer (ook beun genoemd) gewerkt: voer en water worden hier gegeven in plaats van in de scharreloppervlakte. De zitstokken (om te slapen) bevinden zich ook op deze verhoogde roostervloer. Té droog strooisel daarentegen, veroorzaakt een overmaat aan stof, en dat is ongunstig voor zowel kip als pluimveehouder. Daarom is het aan te raden de stal zodanig in te richten dat de scharrelruimte tussentijds (bvb. om de maand) kan leeggeruimd worden en van vers strooisel voorzien. Wintergarten Soms wordt aan de stal een soort veranda gebouwd zodat de kippen bij slecht weer of op koude winterdagen een alternatieve uitloop- en scharrelruimte hebben. Dit heet een wintergarten en heeft voordelen naar stalklimaat, belichting, welzijn van de kippen,... Bijkomend voordeel is dat de onmiddellijke omgeving van de stal altijd droog blijft en dus geen modderbad wordt. Stofbad Het regelmatig nemen van een zandbad is zeer belangrijk voor de gezondheid van de veren. Oud donsvet kan op deze manier verwijderd worden en het vormt een efficiënte bestrijding van bijvoorbeeld bloedluizen. Een bak of een houten kader gevuld met zand of turfmolm kan perfect dienst doen als stofbad. Legnesten De hennen geven de voorkeur aan een laag en donker nest, onafhankelijk van het feit of er strooisel in dit nest ligt. Vanuit de wetgeving worden zowel individuele als groepsnesten toegestaan met maximaal 7 hennen per nest of 120 cm 2 per dier bij een groepsnest. Bij groepsnesten is het risico op cloacapikkerij hoger. De hennen zitten dan immers bij elkaar in het nest, er is meer kans om elkaar te verdrukken waardoor de cloaca naar buiten stulpt en er gepikt wordt. Door het nest voldoende duister te maken kunnen de hennen elkaars cloaca minder goed zien en vermindert dit risico. In de praktijk blijkt één legnest per 4 of 5 hennen noodzakelijk. Dit is meer dan vereist wordt in het lastenboek voor de biologische productie. Hennen die geen nest vinden, leggen immers hun ei op de grond. Vooral bij het begin van de legperiode willen vele hennen min of meer gelijktijdig hun ei leggen. Voor groepsnesten moet dan ook op één vierkante meter nestoppervlakte gerekend worden per 70 tot 80 hennen. Twee aanvliegzitstokken voor het nest bieden de mogelijkheid om het nest te inspecteren en verhogen bijgevolg het gebruik ervan. Dit vermindert de kans op grond- en roostereieren. Kippen blijken een voorkeur te hebben voor één specifieke nestplaats. In een lange stal vinden ze dat nest gemakkelijker terug wanneer het zich aan het uiteinde van de stal bevindt. Nesten in het midden van de stal worden minder gemakkelijk teruggevonden. Met (gekleurde) panelen tussen de nestblokken verdelen de kippen zich beter over de nesten (in plaats van nesten aan omschakelen naar de biologische landbouw kippen maart 2012 pag 16

17 het begin en het eind van de stal). Indien de legnesten langs de stalwand geplaatst worden, is het belangrijk deze goed te isoleren en na te gaan of er geen koudebrug is. Zitstokken Zitstokken dragen bij tot een beter welzijn van de hennen. Verhoogde zitstokken bieden tevens de mogelijkheid om weg te vluchten van agressieve dieren. De stokken mogen andere bewegingen (bvb. het slaan met de vleugels) weliswaar niet hinderen. De lengte van de zitstok per kip is wettelijk vastgelegd op minimaal 18 cm per dier. In een scharrelstal kunnen verhoogde zitstokken boven de roostervloer worden geplaatst, in een volièrestal op elke etage. Licht Kippen hebben zonlicht nodig voor de aanmaak van vitamine D, rode en witte bloedlichaampjes, hormonen en voor de algemene weerstand. Daarom is in de biologische pluimveehouderij daglicht verplicht. Daglicht mag aangevuld worden met kunstlicht tot een totaal van maximum 16 lichturen, maar een aaneengesloten nachtelijke rustperiode van minimum acht uur is wettelijk verplicht. Onder invloed van het weer is het licht variabel in sterkte en wellicht ook in type, wat het lichtmanagement in de stal bemoeilijkt. Om pikkerij te vermijden wordt direct zonlicht in de stal afgeraden. Om de luchtinlaat te kunnen regelen,vormen zijkleppen of een overstekend dak boven de luchtinlaten goede oplossingen. Verder kan de lichtinval gereduceerd worden door een zonnewering te plaatsen. Daarnaast is het belangrijk een zo egaal mogelijke lichtverdeling in de stal te realiseren. Om de kippen vlot naar buiten te laten gaan, mag de overgang tussen binnen- en buitenlicht niet te groot zijn. Dat schrikt de dieren af. Bij de legnesten is het dan weer van belang dat ze voldoende donker zijn. Belichtingstabel Stalzone bestemd voor: Voorzieningen en vereisten Belichting Eieren leggen Legnesten/rustig Schemerig Eten, drinken en scharrelen Voer- en watersysteem, adequaat strooisel Licht Zonne- en stofbaden Geen fysieke belemmeringen, adequaat strooisel Volop daglicht Rusten Verhoogde zitstokken/rustig Schemerig Voer- en drinkinfrastructuur Om de strooiselkwaliteit optimaal te houden, valt de plaatsing van de drinkwatervoorziening te verkiezen boven een rooster. Door de drink- en voerbak iets hoger te plaatsen, hoeven de kippen niet te ver te buigen tijdens het eten en drinken. De cloaca is hierdoor minder snel zichtbaar en de kans dat de cloaca dan wordt aangepikt, kleiner. Het is belangrijk voldoende voer- en drinkplaatsen aan te bieden. Anders kan concurrentie en bijgevolg stress ontstaan. Er wordt aanbevolen om per dier minimaal 8 cm rechte voergoot te voorzien of 5 cm bij een ronde voerbak. Voor een drinkgoot wordt respectievelijk 2,5 cm (recht) en 1,5 cm (rond) per dier aanbevolen. Stalklimaat Goede ventilatie en droog strooisel zorgen voor een goed stalklimaat. Een goede ventilatie voert ammoniak sneller af. In de biologische veehouderij wordt om ecologische redenen de voorkeur gegeven aan natuurlijke ventilatie. Ventilatoren zijn immers energieverslindend. Zowel bij nieuwbouw als bij verbouwing van bestaande stallen moet hier voldoende aandacht aan besteed worden. Ook het feit dat de uitloopgaten soms open en soms dicht zijn, moet meegenomen worden bij het ontwerp van het ventilatiesysteem. In droog strooisel verloopt de afbraak van eiwitten en organische stof door micro-organismen langzamer, waardoor er minder ammoniak ontstaat. Een hoge ammoniak- of stofconcentratie in de stallucht werkt verenpikken in de hand. Een goed ventilatiesysteem en droog strooisel zijn daarom belangrijk. De staltemperatuur hoog houden (bvb. om het voerverbruik te beperken) bevordert de ammoniakproductie. Voldoende vers strooisel absorbeert vocht, maar belangrijker is lekken in de waterleidingen te voorkomen. Natuurlijk is het regelmatig verwijderen van de kippenmest ideaal om de ammoniakconcentratie in de stal laag te houden. In volièrestallen is dat makkelijk te realiseren met de mestband. In stallen met beun wordt de mest meestal slechts bij het einde van de ronde afgevoerd. Het droogblazen van de mest onder de rooster, onder de beun of op de mestband (in volièrestal) reduceert ook de ammoniakverliezen. De stal en zeker het rustgedeelte (zitstokken) ervan tochtvrij houden, vormt ook een belangrijk aandachtspunt, zeker bij de grote uitloopopeningen die moeten voorzien worden. omschakelen naar de biologische landbouw kippen maart 2012 pag 17

18 Uitloop Wanneer de kippen naar buiten gaan, wordt de bezetting in de stal lager, waardoor de zwakkere en bangere dieren makkelijker bij water en voer kunnen. Ook de luchtkwaliteit in de stal verbetert hierdoor, op voorwaarde dat geen tocht ontstaat voor de stalblijvers. Anderzijds zal de pluimveehouder zijn dieren extra moeten beschermen tegen de negatieve invloeden die aan een uitloop verbonden kunnen zijn: wormen, roofdieren, waterplassen en slijk. De overgang tussen binnen en buiten mag niet al te groot zijn: een groot verschil in lichtsterkte schrikt de kippen af om naar buiten te gaan. Het aantal openingen -4 meter per 100 vierkante meter staloppervlakte- dat naar de uitloop leidt, is vooral van belang voor de kippen die nog moeten leren om naar buiten gaan. Tussen 2 ronden moet de uitloop minstens 4 weken leeg gehouden worden om de vegetatie te laten aangroeien en om gezondheidsredenen. In de praktijk blijkt echter dat er langere leegstand nodig is om de vegetatie te laten herstellen, bvb. te realiseren met een wisseluitloop. Indien het buiten laten van het pluimvee door de overheid verboden wordt, bijvoorbeeld bij dreiging van vogelgriep, moet hier natuurlijk aan voldaan worden. Dit brengt de biologische status van de dieren niet in gevaar. Hierbij aansluitend is het vanuit het gevaar voor vogelgriep verplicht om enkel onder een afdak of een net bij te voederen of water te geven in de uitloop. De uitloop die in gevoelige natuurgebieden ligt, moet daarenboven volledig afgesloten worden voor wilde vogels. Extra informatie over een goed uitloopbeheer bij biologisch pluimvee vind je in de brochure Uitloopbeheer bij kippen, te bekomen bij BioForum Vlaanderen. Inrichting van de uitloop Om de dieren buiten te houden en de uitloop overal evenveel te laten gebruiken, is de inrichting van de uitloop van belang. Een goede inrichting biedt beschutting (zon, neerslag, wind, roofdieren), geeft een beperkt uitzicht en biedt mogelijkheden om te scharrelen en eten te zoeken. Kippen zijn van oorsprong vluchtende bosvogels en dat is nog goed te merken: ze zullen altijd in de buurt van een schuilmogelijkheid vertoeven. Een weide met uitzicht tot aan de horizon is het minst wenselijk voor de kip. Beschutting Gewassen die in de uitlopen geteeld kunnen worden zijn maïs, aardpeer, zonnebloem, asperge, luzerne, mosterd, rogge, gerst en zaadmengsels voor wilde vogels. Deze laatste zullen niet lang meegaan omdat het voor de kippen makkelijk is ze te oogsten. Hoge bomen zoals hoogstamfruitbomen, wilgen, vlier, hazelaar en hagen bieden op langere termijn een permanente beschutting. Met kunstmatige beschutting kunnen ook goede resultaten worden behaald. Camouflagenetten of windbreekgaas dat op paaltjes één meter boven de grond wordt gespannen biedt voldoende beschutting. De beste beschutte uitlopen hebben een combinatie van meerjarige bomen of struiken met daartussen snelgroeiende, eetbare voedergewassen. Wisseluitloop De uitloop kan door een afscheiding in twee of meer percelen verdeeld worden. Op die manier kan de grond bewerkt en opnieuw ingezaaid worden. Hierdoor gaat de uitloop er terug fris uitzien, is er telkens een vers gewas voor de dieren, worden nutriënten gerecupereerd en wormen en andere parasieten bestreden. Natte uitloop Op de meeste pluimveebedrijven valt op dat de omgeving dichtbij de stal door intensief gebruik niet meer is begroeid, met natte, modderige plekken als gevolg. De nattigheid wordt mee naar binnen genomen en leidt tot vuile eieren en plakkerig strooisel. Dit kan vermeden worden door de dieren pas naar buiten te laten gaan na het rapen van de eieren of ervoor te zorgen dat ze met schone poten binnen komen. Een gedeeltelijke overkapping of een waterdoorlaatbare verharding met kiezels zijn de meest duurzame oplossingen. Ook roosters, waar de kippen overheen moeten voordat ze binnen komen, zorgen ervoor dat er minder nattigheid mee naar omschakelen naar de biologische landbouw kippen maart 2012 pag 18

19 binnen gebracht wordt. Verharding met beton zonder overkapping heeft niet veel effect. Tijdelijke oplossingen tegen het binnendragen van nattigheid zijn het instrooien van de uitloop rondom de stal met houtsnippers. De mestdruk in de uitloop De normen naar veebezetting in de uitloop (maximum 2500 legkippen of vleeskuikens per ha) zorgen ervoor dat de uitloop geen overbemesting kent. Omdat de zones dicht bij de stal, en zeker bij de uitloopopeningen intensief gebruikt worden, kan hier wel een puntvervuiling optreden. De maatregelen om een natte uitloop te vermijden, kunnen best aangevuld worden met het gebruik van organisch materiaal (bvb. houtsnippers of compost) om de nutriënten vast te leggen in de nabijheid van de stal. Dit verrijkte materiaal kan dan als meststof afgevoerd worden. Fokkerij Herkomst van dieren Biologische poeljen moeten vanaf 3 dagen biologisch opgefokt worden. Dit betekent o.a. dat het voer biologisch moet zijn en dat vanaf de leeftijd van 6 weken bij goede weersomstandigheden toegang moet verschaft worden tot de uitloop. Biologische poeljen kunnen aangekocht worden bij gespecialiseerde handelaars, maar in principe enkel op bestelling. Voor het opzetten van een nieuwe ronde legkippen moet de biologische pluimveehouder dus tijdig de opfokker contacteren, zeker 6 maanden voor het opzetten, zodat de opfokker tijd heeft voor het in- omschakelen naar de biologische landbouw kippen maart 2012 pag 19

20 plannen en het opkweken van de poeljen. Volgens de wetgeing kan indien het onmogelijk is voldoende biodieren aan te kopen, gangbare dieren in het bedrijf worden ingebracht in samenspraak met de controleorganisatie. Deze moeten echter al vanaf de derde dag biologisch gevoederd zijn, dienen de biologische regels aangaande geneeskundige behandelingen te respecteren en dienen een omschakelingsperiode van 6 weken te doorlopen op het legbedrijf. Deze optie wordt enkel toegepast indien de opfokker over onvoldoende opfokcapaciteit beschikt op biologische gecertificeerde bedrijven. Voor Vlaanderen is besloten dat er voldoende bio legkuikens voorradig zijn zodat dit niet meer mogelijk is. In uitzonderlijke gevallen (bij grote sterfte door ziekte of een ramp) kan de controleorganisatie toestemming geven om een nieuwe ronde op te zetten met gangbare poeljen, wederom met een omschakelingsperiode van 6 weken. Voor vleeskuikens geldt dat ze jonger dan drie dagen moeten zijn op het moment dat ze op het bedrijf komen en vanaf dat ogenblik volledig biologisch moeten opgekweekt worden. Hierop worden geen uitzonderingen toegestaan. Opfok Met het oog op het aanleren van scharrelgedrag en omhoogvliegen naar eet- en drinkplaats, wordt bij de opkweek van hennen meestal gekozen voor het nivo-varia-systeem. Dit is een volière met een lage vaste roostervloer (ca V van het staloppervlak) en in de hoogte verstelbare roosters: de niveau s. Naarmate de dieren ouder Isa Brown worden, worden de niveau s waarop zich het eeten drinksysteem bevindt opgelierd zodat de dieren aangemoedigd worden om te vliegen. Tevens leert de opfokker met behulp van de verlichting, de jonge hennen boven te gaan slapen. Dit voorkomt later grondslaap en dus ook grondleg. De kuikens die van bij de start biologisch opgekweekt worden, zijn later meer met het strooisel bezig en pikken minder veren. Uit onderzoek blijkt dat zelf opfokken van de hennen -hoe jonger de hennen op het bedrijf komen hoe beter- zeer positief is m.b.t. verenpikkerij en kannibalisme. Opfokken is echter een vak apart dat veel kennis en ervaring vereist. Daarom wordt meestal met een opfokker gewerkt. Contactgegevens van opfokbedrijven vind je op De overgang van opfok naar de legstal zal minder stress opleveren als de jonge hennen tijdens de opfok over legnesten en zitstokken beschikken. Fictieve legnesten tijdens de opfok verminderen de kans op grondeieren. Rassenkeuze voor biologische leghennen Biologische pluimveehouders geven de voorkeur aan iets zwaardere kippen, die wellicht iets meer eten, maar die een betere weerstand hebben tegen ziekten en waarbij ook het voedermanagement iets minder nauw komt. Daarnaast spelen eikleur en productie een belangrijke rol. In Duitsland en Nederland is reeds heel wat geëxperimenteerd met diverse rassen, ondermeer met Decalb Amberlink, een witte kip die bruine eieren legt en die minder veren zou pikken. Tot nu toe heeft dit echter weinig opgeleverd en de meest gebruikte rassen zijn ook in de biologische legkippenhouderij de bekende Isa Brown, Isa Warren, Lohman Brown en aanverwante rassen. Een iets robuuster type is idealer, maar die halen momenteel nog geen concurrentiële legrendementen. Rassenkeuze voor biologische vleeskippen In de gangbare pluimveehouderij worden de kuikens vaak na vijf à zes weken slachtrijp verkocht. De biologische wetgeving stelt echter dat in de biopluimvee-vleessector gebruik gemaakt moet worden van traag groeiende rassen. De Vlaamse Overheid legde deze rassen vast in een (evolutieve) lijst. omschakelen naar de biologische landbouw kippen maart 2012 pag 20

Bio zoe zo k e t k Boer

Bio zoe zo k e t k Boer Bio zoekt Boer 19 oktober 2011 PCG Sofie Hoste 1 2 3 4 5 Aanpak neutraal discreet zoeken naar kansen toegankelijk 6 Resultaten t Biozoekt Boer 28 21 22 0 0 2007 2008 2009 2010 2011 7 Steunmaatregelen bio

Nadere informatie

omschakelen naar de biologische landbouw

omschakelen naar de biologische landbouw omschakelen naar de biologische landbouw > varkens omschakelen naar de biologische landbouw varkens oktober 2011 pag 1 2 5 5 5 6 6 7 10 10 10 10 11 11 11 13 13 13 14 15 15 16 17 17 17 19 19 20 23 25 26

Nadere informatie

Omschakelen naar een biologisch rundveebedrijf

Omschakelen naar een biologisch rundveebedrijf Omschakelen naar een biologisch rundveebedrijf Toeren voor Boeren: Veetournee Sander Van Haver Innovatiesteunpunt Stimuleren van de omschakeling van gangbare land- en tuinbouwers naar de biologische productie

Nadere informatie

OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE

OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE Omschakeling naar biologische varkenshouderij 1 www.vlaanderen.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Omschakeling naar biologische varkenshouderij in Vlaanderen... 3 2.1

Nadere informatie

Omschakelen naar een biologisch melkveebedrijf

Omschakelen naar een biologisch melkveebedrijf Omschakelen naar een biologisch melkveebedrijf Studiedag Over koetjes en kalfjes Sander Van Haver Innovatiesteunpunt Stimuleren van de omschakeling van gangbare land- en tuinbouwers naar de biologische

Nadere informatie

omschakelen naar de biologische landbouw

omschakelen naar de biologische landbouw omschakelen naar de biologische landbouw > vleesvee omschakelen naar de biologische landbouw VLEESVEE februari 2011 pag 2 3 4 5 5 5 6 6 7 9 9 9 10 10 10 11 12 12 12 12 13 13 14 14 14 14 15 15 15 16 17

Nadere informatie

omschakelen naar de biologische landbouw

omschakelen naar de biologische landbouw omschakelen naar de biologische landbouw > fruitteelt: pitfruit 3 5 5 5 6 6 7 8 10 12 13 13 13 Voorwoord Omschakelen naar biologische landbouw Goed boeren, hoe doe je dat? Slaap er nog eens over Ga planmatig

Nadere informatie

Bedrijfsadvisering in de biologische landbouw. Toelichting landbouwers en land- en tuinbouwscholen

Bedrijfsadvisering in de biologische landbouw. Toelichting landbouwers en land- en tuinbouwscholen Bedrijfsadvisering in de biologische landbouw Toelichting landbouwers en land- en tuinbouwscholen Sedert 1 april 2014 is er en adviseringssysteem in de biologische landbouw in voege gegaan die toelaat

Nadere informatie

Vanaf 1 april Nieuwe regeling bedrijfsadvisering in de biologische landbouw

Vanaf 1 april Nieuwe regeling bedrijfsadvisering in de biologische landbouw Vanaf 1 april 2014 Nieuwe regeling bedrijfsadvisering in de biologische landbouw De Vlaamse regering heeft op initiatief van minister-president Peeters een nieuwe regelgeving goedgekeurd die landbouwers

Nadere informatie

Velt vzw Vereniging voor Ecologische Leef- en Teeltwijze

Velt vzw Vereniging voor Ecologische Leef- en Teeltwijze Velt vzw Vereniging voor Ecologische Leef- en Teeltwijze Ecologische voeding en landbouw, moestuin, siertuin, milieubelei d,. Thierry Maréchal Milieu, Voeding en Gezondheid Biologische / Ecologische landbouw

Nadere informatie

Noden in de biologische pluimveehouderij. Ine Kempen (Proefbedrijf Pluimveehouderij) An Jamart (Bioforum)

Noden in de biologische pluimveehouderij. Ine Kempen (Proefbedrijf Pluimveehouderij) An Jamart (Bioforum) Noden in de biologische pluimveehouderij Ine Kempen (Proefbedrijf Pluimveehouderij) An Jamart (Bioforum) 1 2 Proefbedrijf Pluimveehouderij Sector Biologische pluimveehouderij Leghennen: 47 bedrijven 500-10,000

Nadere informatie

DE IMPACT VAN OMSCHAKELEN OP MIJN BEDRIJFSVOERING. Lieven Delanote Inagro Sander Van Haver Bio zoekt Boer Ignace Deroo Boerenbond

DE IMPACT VAN OMSCHAKELEN OP MIJN BEDRIJFSVOERING. Lieven Delanote Inagro Sander Van Haver Bio zoekt Boer Ignace Deroo Boerenbond DE IMPACT VAN OMSCHAKELEN OP MIJN BEDRIJFSVOERING Lieven Delanote Inagro Sander Van Haver Bio zoekt Boer Ignace Deroo Boerenbond EEN VOORBEELD Boerderij Jan en Rita - 30 ha - 7,5 ha prei verse markt -

Nadere informatie

OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE

OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE Omschakeling naar biologisch melkvee: biologische melkproductie www.vlaanderen.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Omschakeling melkvee in Vlaanderen: biologische melkproductie...

Nadere informatie

OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE

OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE Omschakeling naar biologische schapen en geitenhouderij www.vlaanderen.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Omschakeling naar biologische schapen- en geitenhouderij in

Nadere informatie

Wegwijs in de etiketteringvoorschriften Biologische Productie

Wegwijs in de etiketteringvoorschriften Biologische Productie Statiestraat 164 B-2600 Berchem-Antwerpen +32 3 287 37 60 +32 3 287 37 61 www.tuv-nord-integra.com info@tuv-nord-integra.com BE 0465 666 712 Wegwijs in de etiketteringvoorschriften Biologische Productie

Nadere informatie

Biologische landbouw Dirk Reheul - Guido Van Huylenbroeck

Biologische landbouw Dirk Reheul - Guido Van Huylenbroeck Biologische landbouw Dirk Reheul / Guido Van Huylenbroeck 1 Biologische landbouw Dirk Reheul - Guido Van Huylenbroeck 2004-2005 eerste zit Deel economie 1. Hoe ziet het VMS van de "beef chain" (vb. cursus)

Nadere informatie

Wat is bio? En andere vragen die (toekomstige) boeren zich stellen over bio

Wat is bio? En andere vragen die (toekomstige) boeren zich stellen over bio Wat is bio? En andere vragen die (toekomstige) boeren zich stellen over bio Colofon Redactie Tom Wouters & Petra Tas Leescomité An Jamart Lay-out We make. Fotografie Kobe Van Looveren & Sophie Nuytten

Nadere informatie

AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN IKB EI VOOR LEGEINDBEDRIJVEN SCHARRELHUISVESTING (VOORSCHRIFT 5C)

AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN IKB EI VOOR LEGEINDBEDRIJVEN SCHARRELHUISVESTING (VOORSCHRIFT 5C) AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN IKB EI VOOR LEGEINDBEDRIJVEN SCHARRELHUISVESTING (VOORSCHRIFT 5C) INHOUDSOPGAVE TOELICHTING WEGING BIJ AFWIJKINGEN 2 G1. ALGEMEEN 3 G2. VOEDSELVEILIGHEID 3 G3. INRICHTING / DIERENWELZIJN

Nadere informatie

Veelgestelde Vragen voor Biogarantie-winkeliers

Veelgestelde Vragen voor Biogarantie-winkeliers Veelgestelde Vragen voor Biogarantie-winkeliers Deze leidraad met vraag en antwoord bevat de basiskennis voor biowinkeliers en verkoopspersoneel. Een goede kennis van bio geeft immers vertrouwen aan jouw

Nadere informatie

BIJLAGE IIIb: VOORSCHRIFTEN LEGEINDBEDRIJVEN, KOOIHUISVESTING (BEHORENDE BIJ BIJLAGE 1 VOORSCHRIFTEN IKB EI)

BIJLAGE IIIb: VOORSCHRIFTEN LEGEINDBEDRIJVEN, KOOIHUISVESTING (BEHORENDE BIJ BIJLAGE 1 VOORSCHRIFTEN IKB EI) BIJLAGE IIIb: VOORSCHRIFTEN LEGEINBERIJVEN, KOOIHUISVESTING (BEHORENE BIJ BIJLAGE 1 VOORSCHRIFTEN IKB EI) Geldend voor bedrijven met kooihuisvesting Inhoud Wilt u direct naar een bepaald onderdeel van

Nadere informatie

Veelgestelde vragen over bio

Veelgestelde vragen over bio Veelgestelde vragen over bio 1. Biologisch? Wat is dat? 2. Organisch of biologisch? 3. Hoe herken ik een bioproduct? 4. Hoe zit het met de controle op 'biologisch'? 5. Waarom is bio duurder? 6. Hoe duurzaam

Nadere informatie

De kritische consument

De kritische consument De kritische consument Inleiding Om producten te kunnen maken heb je grondstoffen nodig. Mensen werken met deze grondstoffen en maken er producten van die we consumeren. Een ondernemer is tevreden als

Nadere informatie

AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN LEGEINDBEDRIJVEN KOOI EN KOLONIEHUISVESTING (VOORSCHRIFT 5B)

AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN LEGEINDBEDRIJVEN KOOI EN KOLONIEHUISVESTING (VOORSCHRIFT 5B) AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN LEGEINDBEDRIJVEN KOOI EN KOLONIEHUISVESTING (VOORSCHRIFT 5B) INHOUDSOPGAVE TOELICHTING WEGING BIJ AFWIJKINGEN 2 F1. ALGEMEEN 3 F3. INRICHTING / DIERENWELZIJN 3 Aanvullende voorschriften

Nadere informatie

CERTISYS DE LANDBOUWER. VOLLEDIGE FYSIEKE CONTROLE alle percelen gebouwen/stallen dieren(welzijn) voorraden oogsten verwerkingsproces (eventueel)

CERTISYS DE LANDBOUWER. VOLLEDIGE FYSIEKE CONTROLE alle percelen gebouwen/stallen dieren(welzijn) voorraden oogsten verwerkingsproces (eventueel) DE LANDBOUWER VOLLEDIGE FYSIEKE CONTROLE alle percelen gebouwen/stallen dieren(welzijn) voorraden oogsten verwerkingsproces (eventueel) ADMINISTRATIEVE CONTROLE veeboek (voeding, geboorten, sterftes, diergeneeskundige

Nadere informatie

Innovatief lichtsysteem brengt daglicht in biologische pluimveestal

Innovatief lichtsysteem brengt daglicht in biologische pluimveestal INHOUDELIJK DOSSIER Innovatief lichtsysteem brengt daglicht in biologische pluimveestal 1/ 1 Heusden-Zolder, 3 oktober 2013 Ter gelegenheid van Werelddierendag, op vrijdag 4 oktober, zet BioForum letterlijk

Nadere informatie

1 Regionaliteit. Nieuwe wetgeving bio veevoeder van kracht

1 Regionaliteit. Nieuwe wetgeving bio veevoeder van kracht Nieuwe wetgeving bio veevoeder van kracht 1/ Sinds 18 juni is de nieuwe wetgeving rond biologisch veevoeder van kracht. Hieronder geven we een overzicht van de belangrijkste verschillen met de vroegere

Nadere informatie

KLASSIEKE HUISVESTING VOOR KONIJNEN

KLASSIEKE HUISVESTING VOOR KONIJNEN KLASSIEKE HUISVESTING VOOR KONIJNEN LUC BUYENS buyensluc@telenet.be = KOOI VROEGER : EEN INGESTROOID HOUTEN HOK NU : HOKKEN IN GEGALVANISEERDE GAASDRAAD VOORZIEN MET DRINKNIPPEL VOERBAK NESTKASTJE NESTBAKJE

Nadere informatie

Bedrijfsadvisering in de biologische landbouw 22 juni 2015

Bedrijfsadvisering in de biologische landbouw 22 juni 2015 Erkende bedrijfsadviseurs en erkende centra in de biologische productie Volgende bedrijfsadviseurs en centra zijn erkend voor de types omschakelingsadvies en biobedrijfsplan voor de volgende sectoren:

Nadere informatie

Wist u dat... «Wie kiest voor Label Rouge gevogelte, kiest voor kwaliteit, dierenwelzijn en verantwoord maatschappelijk ondernemen»

Wist u dat... «Wie kiest voor Label Rouge gevogelte, kiest voor kwaliteit, dierenwelzijn en verantwoord maatschappelijk ondernemen» K B L A W T T L P A O H O C L S T N U T O M SM PL D W N Z N J LZ M K A A U L Wist u dat... «Wie kiest voor Label ouge gevogelte, kiest voor kwaliteit, dierenwelzijn en verantwoord maatschappelijk ondernemen»

Nadere informatie

Voorschriften IKB Ei Legeindbedrijven, vrije uitloop, versie 3.2

Voorschriften IKB Ei Legeindbedrijven, vrije uitloop, versie 3.2 BIJLAGE IIId: VOORSCHRIFTEN LEGEINBERIJVEN, VRIJE UITLOOP (BEHORENE BIJ BIJLAGE 1 VOORSCHRIFTEN IKB EI) Het bestuur van de Stichting IKB Ei heeft, gelet op Artikel 12 van de Algemene Voorwaarden IKB Ei

Nadere informatie

Bio, goed voor de natuur, goed voor ons

Bio, goed voor de natuur, goed voor ons Bio, goed voor de natuur, goed voor ons Certisys BE-BIO-01 VOOR GEVOGELTE ACTI KUIKEN [438000000] Volledig voeder voor kuikens in de vorm van meel, geproduceerd volgens Acti Kuiken bestaat uit 100% plantaardige

Nadere informatie

Introductie van bio in het kader van een duurzaam aankoopbeleid

Introductie van bio in het kader van een duurzaam aankoopbeleid Introductie van bio in het kader van een duurzaam aankoopbeleid Inleiding BioForum? Koepelorganisatie voor de Biosector in Vlaanderen. producenten verwerkers verkooppunten foodservices KETEN De keuze van

Nadere informatie

Chocomelk. van eerlijke handel, biologische landbouw en lokale boeren! www.oww.be. Handel, uit respect.

Chocomelk. van eerlijke handel, biologische landbouw en lokale boeren! www.oww.be. Handel, uit respect. Chocomelk van eerlijke handel, biologische landbouw en lokale boeren! > Handel, uit respect. We slaan de brug tussen boeren uit Noord & Zuid! www.oww.be > Kiezen Kiezen voor nóg meer duurzaamheid Oxfam

Nadere informatie

BIO: ETEN & WETEN INTROLES VOOR DE

BIO: ETEN & WETEN INTROLES VOOR DE BIO: ETEN & WETEN INTROLES VOOR DE 1 e GRAAD 1 LESUUR FICHES VOOR DE LEERLINGEN FICHE 1 - A WORTELEN Biowortelen van een bioboer die kiest voor natuur en milieu. Bio kiest voor natuur en milieu! De biowortelboer(in)

Nadere informatie

omschakelen naar de biologische landbouw

omschakelen naar de biologische landbouw omschakelen naar de biologische landbouw > fruitteelt: kleinfruit omschakelen naar de biologische landbouw kleinfruit februari 2014 pag 1 Inhoud 3 Voorwoord 5 Omschakelen naar biologische landbouw 5 Goed

Nadere informatie

Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006

Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006 Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006 Aantal geregistreerde bedrijven Aantal bedrijven (koepels) Aantal bedrijven (relaties) Aantal exploitaties Aantal entiteiten Aantal verminderde relaties

Nadere informatie

Omschakelen naar biologische teelt van aardbeien

Omschakelen naar biologische teelt van aardbeien Omschakelen naar biologische teelt van aardbeien Hoe aanpakken? Welke stappen zetten? Bepalen waarom je wenst om te schakelen Persoonlijke overtuiging Vraag van consument of afzet In functie van concept

Nadere informatie

WERKBLADEN VOOR DE LEERLINGEN

WERKBLADEN VOOR DE LEERLINGEN BIO? DA S LOGISCH! INTROLES VOOR DE 2 e GRAAD 1 LESUUR WERKBLADEN VOOR DE LEERLINGEN 2 BIO? DA S LOGISCH? - WERKBLADEN VIDEO: GEERT HOSTE Wat is biologische voeding? Schrijf zoveel mogelijk termen op die

Nadere informatie

Meer biologische en duurzame landbouw in Noord-Holland

Meer biologische en duurzame landbouw in Noord-Holland Meer biologische en duurzame landbouw in Noord-Holland PvdA Noord-Holland Werkplan voor 2019 PvdA Noord-Holland Werkplan biologische landbouwgrond 2019 Manifest voor meer biologische en duurzame landbouw

Nadere informatie

Jullie hebben met jullie groep één dag geen vlees gegeten. Hierdoor moet er minder vlees geproduceerd worden.

Jullie hebben met jullie groep één dag geen vlees gegeten. Hierdoor moet er minder vlees geproduceerd worden. Gebeurteniskaarten positieve gebeurteniskaarten Jullie hebben met jullie groep één dag geen vlees gegeten. Hierdoor moet er minder vlees geproduceerd worden. Jullie hebben samen betoogd tegen het kappen

Nadere informatie

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011 ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011 De vruchtbaarheid en de biologische activiteit van de bodem worden behouden en verbeterd - Door de teelt van vlinderbloemigen, groenbemesters

Nadere informatie

WERKBLADEN VOOR DE LEERLINGEN

WERKBLADEN VOOR DE LEERLINGEN BIO: ETEN & WETEN INTROLES VOOR DE 1 e GRAAD 2 LESUREN WERKBLADEN VOOR DE LEERLINGEN AAN TAFEL! OPDRACHT Tafelindeling Trek een etiketje met daarop de naam van een artikel en de prijs. Zoek het juiste

Nadere informatie

ALGEMEEN... 3 INRICHTING/DIERENWELZIJN...3

ALGEMEEN... 3 INRICHTING/DIERENWELZIJN...3 Wilt u direct naar een bepaald onderdeel van de voorschriften, klik dan in de inhoudsopgave op het deel van de voorschriften waarover u meer wilt lezen. Wilt u vanuit de voorschriften weer terug naar de

Nadere informatie

Onderzoek biologische landbouw en voeding 2015. Een greep uit de Vlaamse onderzoeksthema s ter gelegenheid van BioXpo 2015

Onderzoek biologische landbouw en voeding 2015. Een greep uit de Vlaamse onderzoeksthema s ter gelegenheid van BioXpo 2015 Onderzoek biologische landbouw en voeding 2015 Een greep uit de Vlaamse onderzoeksthema s ter gelegenheid van BioXpo 2015 1 Contact Vlaams onderzoeks en kennisnetwerk voor biologische landbouw & voeding

Nadere informatie

Details van het voorstel en voorstel voor standpunt BioForum:

Details van het voorstel en voorstel voor standpunt BioForum: 1 Details van het voorstel en voorstel voor standpunt BioForum: Producenten Groepscertificering Vandaag moet elke individuele biologische marktdeelnemer onder biocontrole staan. Het voorstel van de Commissie

Nadere informatie

Bio & de wet. Plantaardige productie

Bio & de wet. Plantaardige productie Bio & de wet Plantaardige productie Bio en de wet - plantaardige productie - versie augustus 2015 1 Colofon Eindredactie: Tom Wouters Auteurs: Esmeralda Borgo, Elke Denys Vormgeving: Tom Wouters V.U. Kurt

Nadere informatie

INRICHTING VRIJE UITLOOP

INRICHTING VRIJE UITLOOP INRICHTING VRIJE UITLOOP OVERGANG VAN STAL NAAR UITLOOP BESCHUTTING TEGEN ZON/REGEN/WIND/ROOFDIEREN VOORZIE RECHTE LIJNEN VOORZIE VERHARDING VOORZIE AFLEIDING DIERGEDRAG SCHARRELEN VERENPIKKEN KANNIBALISME

Nadere informatie

Biologische producten exporteren

Biologische producten exporteren Biologische producten exporteren - Bij export moet men rekening houden met de lokale (= land waarnaar men exporteert) wetgeving rond biologische productie en verwerking. bv: EU-wetgeving, Japanse JAS-wetgeving,

Nadere informatie

Factsheet biologische bloembollenteelt voor professionals

Factsheet biologische bloembollenteelt voor professionals Factsheet biologische bloembollenteelt voor professionals Studiedag biologische bloembollenteelt 1 december 2016 Inleiding Het areaal biologische bloembollenteelt in Nederland is nog zeer beperkt, ongeveer

Nadere informatie

Omzendbrief betreffende het toekennen van een unieke stempelcode aan pluimveebedrijven voor het stempelen van eieren

Omzendbrief betreffende het toekennen van een unieke stempelcode aan pluimveebedrijven voor het stempelen van eieren Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief betreffende het toekennen van een unieke stempelcode aan pluimveebedrijven voor het stempelen van eieren Referentie PCCB/S2/1583899

Nadere informatie

Wat weet jij over biologisch en over de bodem?

Wat weet jij over biologisch en over de bodem? Met leuke vragen, opdrachten en experimenten voor thuis! Wat weet jij over biologisch en over de bodem? Biologisch, lekker natuurlijk! Heb je er wel eens over nagedacht dat alles wat je eet, van een plant

Nadere informatie

Enquête Bedrijfsmanagement

Enquête Bedrijfsmanagement Project Evalueren van de mestuitscheidings- en mestsamenstellingscijfers voor de pluimvee Volièrehuisvesting Proefbedrijf voor de Veehouderij Bodemkundige Dienst van België Poïel 77 W. de Croylaan 48 2440

Nadere informatie

Opdrachten. Organische bemesting opdrachten 1

Opdrachten. Organische bemesting opdrachten 1 Opdrachten Organische bemesting opdrachten 1 Inleiding Je weet dat je melk moet drinken om voldoende calcium binnen te krijgen voor de opbouw van je botten. Calcium is dus een belangrijk element voor de

Nadere informatie

BIO: ETEN & WETEN INTROLES VOOR DE

BIO: ETEN & WETEN INTROLES VOOR DE BIO: ETEN & WETEN INTROLES VOOR DE 1 e GRAAD 2 LESUREN FICHES VOOR DE LEERLINGEN FICHE 1 - A WORTELEN Biowortelen die kiest voor natuur en milieu. Bio kiest voor natuur en milieu! De biowortelboer teelt

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 5. Inhoud

Inhoud. Voorwoord 5. Inhoud Inhoud Voorwoord 5 1 Handel in duurzame producten 11 1.1 Duurzame of traditionele productie? 11 1.2 Logo s en keurmerken 13 1.3 Kosten van duurzame teelt 18 1.4 Relatie prijs - kwaliteit - afzet 19 1.5

Nadere informatie

Handleiding bij de BASsistent Mestproductie

Handleiding bij de BASsistent Mestproductie Handleiding bij de BASsistent Mestproductie 2010 Doorheen het programma kan u enkel de groene cellen invullen door een tekst of getal te typen of de juiste mogelijkheden te kiezen in de keuzeboxen. Handleiding

Nadere informatie

Welkom namens. Proefcentrum voor Sierteelt (PCS), BioForum Vlaanderen, het Proefcentrum voor Groenteteelt (PCG) en de biologische bloementelers.

Welkom namens. Proefcentrum voor Sierteelt (PCS), BioForum Vlaanderen, het Proefcentrum voor Groenteteelt (PCG) en de biologische bloementelers. Proefcentrum voor Sierteelt (PCS), BioForum Vlaanderen, het Proefcentrum voor Groenteteelt (PCG) en de biologische bloementelers. In het kader van het PDPOproject 'Biobloemen: kleur van op het bioveld

Nadere informatie

De kip en het ei. Een kip gaat eieren leggen als ze ongeveer zes maanden oud is. Eén maal per anderhalve dag legt ze een ei.

De kip en het ei. Een kip gaat eieren leggen als ze ongeveer zes maanden oud is. Eén maal per anderhalve dag legt ze een ei. De kip en het ei Een kip gaat eieren leggen als ze ongeveer zes maanden oud is. Eén maal per anderhalve dag legt ze een ei. Komt er nog wat van? De haan vrijt met de vrouwtjeskip. Hij zorgt voor de kuikentjeseieren.

Nadere informatie

Gezondheid & Voeding

Gezondheid & Voeding Biologische producten en duurzame keurmerken Wij kochten in 2014 voor iets meer dan 1 miljard euro aan biologische producten. Dat is een groei van 6% ten opzichte van 2013. We worden steeds bewuster en

Nadere informatie

Standpuntbepaling inzake de duurzame aankoop van eieren

Standpuntbepaling inzake de duurzame aankoop van eieren Standpuntbepaling inzake de duurzame aankoop van eieren Inhoudstabel 1. Onze visie...3 2. Ons doel...4 3. Ons standpunt...5 3.1. Verantwoordelijke assortimentssamenstelling 5 3.2. Herkomst, transparantie

Nadere informatie

Plofkipvrij betekent. Een lekkernij is. 3. De titel van de tekst betekent

Plofkipvrij betekent. Een lekkernij is. 3. De titel van de tekst betekent Tekst lezen Lees de tekst met het stappenplan. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de tekst? Gebruik dan de woordhulp. 1. Leg de titel uit. Lees de titel van de tekst. Je weet vast wel wat suikervrij

Nadere informatie

LEGHENNEN. Dierenwelzijnsnormen voor leghennen met 3 sterren: Rondeel. Versie: 25-10-2012

LEGHENNEN. Dierenwelzijnsnormen voor leghennen met 3 sterren: Rondeel. Versie: 25-10-2012 LEGHENNEN Dierenwelzijnsnormen voor leghennen met 3 sterren: Rondeel De specifieke normen voor het kenmerk en de benodigde controle voor zover IKB daarin al niet voorziet, staan ook opgenomen. Niet voor

Nadere informatie

Esdonk 8, Gemert. Onderbouwing grondgebonden karakter. Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Bedrijfsopzet Esdonk 8, Gemert

Esdonk 8, Gemert. Onderbouwing grondgebonden karakter. Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Bedrijfsopzet Esdonk 8, Gemert Onderbouwing grondgebonden karakter Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Onderbouwing grondgebonden karakter rundveehouderij Esdonk 8 - Gemert 1 INHOUD 1 Inleiding 3 2 Locatie 4 3 Beschrijving van de inrichting

Nadere informatie

Versie: 12-11-2012. Norm Welzijnsaspect / voorziening Normen kenmerk met 2 sterren Opmerking Interpretatie Sanctie Algemeen BLKA01 BLKA01A

Versie: 12-11-2012. Norm Welzijnsaspect / voorziening Normen kenmerk met 2 sterren Opmerking Interpretatie Sanctie Algemeen BLKA01 BLKA01A VLEESKUIKENS Dierenwelzijnsnormen voor vleeskuikens met 2 sterren: Scharrelkip met uitloop De specifieke normen voor het kenmerk en de benodigde controle voor zover IKB daarin al niet voorziet, staan ook

Nadere informatie

Internationaal dierenwelzijnsbeleid

Internationaal dierenwelzijnsbeleid Internationaal dierenwelzijnsbeleid Stand: januari 2016 Onze visie Eenvoudig, verantwoordelijk, betrouwbaar: al meer dan 100 jaar liggen traditionele handelswaarden ten grondslag aan het succes van ALDI

Nadere informatie

VAN DER MEER. Inwerkingtreding Besluit Huisvesting. Oosterwolde, 11 augustus 2008

VAN DER MEER. Inwerkingtreding Besluit Huisvesting. Oosterwolde, 11 augustus 2008 Inwerkingtreding Besluit Huisvesting Oosterwolde, 11 augustus 2008 Op 1 april jongstleden is het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (Besluit huisvesting) inwerking getreden. Het Besluit huisvesting

Nadere informatie

Inleiding Het spel Algemeen doel van het spel

Inleiding Het spel Algemeen doel van het spel Brochure Inleiding Boerenbusiness van grond tot mond, is ontwikkeld door jonge vrijwilligers van verschillende kinderboerderijen in Vlaanderen. Ze verdiepten zich in het thema Voedsel, ontwikkelden er

Nadere informatie

Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt?

Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt? Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt? J. Bonnast (BDB), W. Odeurs (BDB) Samenvatting Het optimaliseren van de teelttechniek is een uitdaging voor iedere

Nadere informatie

AQUATISCHE LANDBOUW. haal meer uit land én water

AQUATISCHE LANDBOUW. haal meer uit land én water AQUATISCHE LANDBOUW haal meer uit land én water AQUATISCHE LANDBOUW Waarom wel het land, maar niet de sloot benutten in de veenweiden? Dat is de vraag waar het om draait in het icoon Aquatische landbouw

Nadere informatie

BEDRIJFSPORTRET PLUIMVEE

BEDRIJFSPORTRET PLUIMVEE omschakelen naar biologische landbouw BEDRIJFSPORTRET PLUIMVEE Jos en Linda Arits - Marzée Omschakelen naar de biologische teeltmethode is een ingrijpende stap. Als bedrijfsleider wil je je hierop goed

Nadere informatie

Milieu. Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen

Milieu. Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen Naam: Milieu Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen Slootrandenbeheer Baggeren Krabbescheer bevorderen

Nadere informatie

Bedrijfsadvisering in de biologische landbouw. Toelichting adviesdiensten

Bedrijfsadvisering in de biologische landbouw. Toelichting adviesdiensten Bedrijfsadvisering in de biologische landbouw Toelichting adviesdiensten Sedert 1 april 2014 is er een nieuw adviseringssysteem in de biologische landbouw van toepassing die toelaat dat landbouwers en

Nadere informatie

Welzijn, gezondheid en sanitaire status van legkippen in verrijkte kooien versus nietkooisystemen

Welzijn, gezondheid en sanitaire status van legkippen in verrijkte kooien versus nietkooisystemen Welzijn, gezondheid en sanitaire status van legkippen in verrijkte kooien versus nietkooisystemen Door Bas RODENBURG, Frank TUYTTENS, Koen DE REU, Lieve HERMAN, Johan ZOONS en Bart SONCK Traditionele batterijkooien

Nadere informatie

D arts E. Struelens Prof. Dr. ir. B. Sonck. Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek

D arts E. Struelens Prof. Dr. ir. B. Sonck. Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek PLUIMVEE Wetgeving & Onderzoeksproject: Ontwikkeling van een kwantitatieve methode voor een objectieve evaluatie van het gedrag van leghennen in verrijkte kooien D arts E. Struelens Prof. Dr. ir. B. Sonck

Nadere informatie

VRAGENLIJST BIOVEILIGHEID OP PLUIMVEEBEDRIJVEN - 2008

VRAGENLIJST BIOVEILIGHEID OP PLUIMVEEBEDRIJVEN - 2008 VRAGENLIJST BIOVEILIGHEID OP PLUIMVEEBEDRIJVEN - 2008 I. IDENTIFICATIE VAN HET BEDRIJF (**) beslagnummer: adres: gelegen in een gevoelig natuurgebied? (*) verantwoordelijke: naam: tel: adres: dierenarts:

Nadere informatie

WAT IS GENETISCHE MODIFICATIE?

WAT IS GENETISCHE MODIFICATIE? SPREEKBEURT OF WERKSTUK WAT IS GENETISCHE MODIFICATIE? Hier vind je informatie voor een spreekbeurt of werkstuk over genetische modificatie. De informatie is ingedeeld in stappen. Dit zijn de verschillende

Nadere informatie

GEZONDE BODEM, GEZOND VOEDSEL, GEZONDE MENSEN... Bokashi voor professionals

GEZONDE BODEM, GEZOND VOEDSEL, GEZONDE MENSEN... Bokashi voor professionals GEZONDE BODEM, GEZOND VOEDSEL, GEZONDE MENSEN... Bokashi voor professionals WAT IS BOKASHI? Bokashi is het Japanse woord voor gefermenteerd organisch materiaal. Met Bokashi kun je organisch restmateriaal

Nadere informatie

Samenstelling en eigenschappen

Samenstelling en eigenschappen Samenstelling en eigenschappen Mest is onder te verdelen in kunstmest en natuurlijke mest. Natuurlijke mest is op zijn beurt weer onder te verdelen in mest van dierlijke herkomst en mest van plantaardige

Nadere informatie

Studiedag Vitale hennen Verbod op snavelbehandeling

Studiedag Vitale hennen Verbod op snavelbehandeling Studiedag Vitale hennen Verbod op snavelbehandeling Praktijkmaatregelen opfok- en leghennen Wilco van de Kuilen 11-3-2015 Inhoud Inleiding Preventieve maatregelen opfok Preventieve maatregelen leg Reactieve

Nadere informatie

MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN!

MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN! MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN! In deze editie aandacht voor: Vernietigen en verkleinen vanggewas ph Organische stof: compost Kali bemesting Onderzaai Raskeuze Organisatie maisteelt Een plant groeit

Nadere informatie

In een notendop. 1 De Visie van het Netwerk Stadslandbouw Antwerpen. Het Netwerk stadslandbouw Antwerpen is

In een notendop. 1 De Visie van het Netwerk Stadslandbouw Antwerpen. Het Netwerk stadslandbouw Antwerpen is 1 De Visie van het Netwerk Stadslandbouw Antwerpen In een notendop Het Netwerk stadslandbouw Antwerpen is Een netwerk van lokale boeren en andere betrokken partners Een aanspreekpunt voor Stadslandbouw

Nadere informatie

Grenzen aan intensivering van de Nederlandse veehouderij

Grenzen aan intensivering van de Nederlandse veehouderij Grenzen aan intensivering van de Nederlandse veehouderij Wageningen, 7 februari 2013 Wouter van der Weijden Stichting Centrum voor Landbouw en Milieu www.clm.nl Dijkhuizen-these 1. Hoge productie per ha

Nadere informatie

Bio. (s)maakt het verschil

Bio. (s)maakt het verschil Bio (s)maakt het verschil Weet u niet precies hoe kwalitatieve voeding te kiezen? Of hoe u ervan te verzekeren dat u en uw kinderen gezond én lekker eten? Vraagt u zich soms ook af of het bio-label wel

Nadere informatie

Mestbeleid. Verplichte mestverwerking

Mestbeleid. Verplichte mestverwerking Mestbeleid Verplichte mestverwerking Eind december 2013 zijn de details van de verplichte mestverwerking bekend geworden. Dit betekent onder andere dat de verwerkingspercentages en de definitie van verwerken

Nadere informatie

Onderzoek biologische landbouw en voeding Een greep uit de Vlaamse onderzoeksthema s ter gelegenheid van BioXpo2017

Onderzoek biologische landbouw en voeding Een greep uit de Vlaamse onderzoeksthema s ter gelegenheid van BioXpo2017 Onderzoek biologische landbouw en voeding 2017 Een greep uit de Vlaamse onderzoeksthema s ter gelegenheid van BioXpo2017 1 Contact Vlaams onderzoeks en kennisnetwerk voor biologische landbouw & voeding

Nadere informatie

Veel veld voor vlees, weinig veld voor groenten

Veel veld voor vlees, weinig veld voor groenten Voeding > 3 e graad > lesmateriaal > kniptekst Sociaal vlees? Voor de leerkracht: Knip op voorhand de tekst in stukken op de lijnen. Houd de stukken tekst per titel samen. Veel veld voor vlees, weinig

Nadere informatie

Hoenders: Herkomst en aanschaf

Hoenders: Herkomst en aanschaf Hoenders: Herkomst en aanschaf Kippen zijn al zo oud als de wereld, zul je weggen. Hoe zijn al die rassen ontstaan, wil je weten. Het doet niet ter zake of de kip er nu eerder was of het ei. De Bankiva

Nadere informatie

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : PRI 381 Houden van runderen (behalve vetmesten kalveren), schapen en geiten, gekweekt tweehoevig wild en

Nadere informatie

Kostprijs volière-eieren gemiddeld 1,2 cent hoger.

Kostprijs volière-eieren gemiddeld 1,2 cent hoger. Kostprijs volière-eieren gemiddeld 1,2 cent hoger. P. van Horne, LEI gedetacheerde bij het Praktijkonderzoek voor de Pluimveehouderij Op semi-praktijkschaal is gedurende meerdere ronden het etagesysteem

Nadere informatie

25 jaar NAV NAV-visie op de Nederlandse akkerbouw tot 2030

25 jaar NAV NAV-visie op de Nederlandse akkerbouw tot 2030 25 jaar NAV 1 NAV-visie op de Nederlandse akkerbouw tot 2030 Visie NAV 2 Visie NAV: Een goed inkomen voor akkerbouwers Economisch en maatschappelijk duurzame akkerbouw Gewenste situatie: Nederlandse boeren

Nadere informatie

Registratieformulier Skal Biocontrole

Registratieformulier Skal Biocontrole Registratieformulier Skal Biocontrole (versie landbouw) Nummer: wordt door Skal ingevuld Ik maak graag gebruik van de spoedprocedure voor het toelatingsonderzoek.. Mijn bedrijf wil met spoed bezocht worden

Nadere informatie

Paarden 6 mnd., 250 450 kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal 204 645 303

Paarden 6 mnd., 250 450 kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal 204 645 303 Paardenhouderij in het nieuwe mestbeleid Oosterwolde, 13 januari 2006 Vanaf 1 januari 2006 vallen paarden en pony s onder de Meststoffenwet. Dit levert veel (nieuwe) problemen op. In dit bericht worden

Nadere informatie

Informatiedocument Leefoppervlaktes in de Intensieve Veehouderij CONCEPT, versie 3 Uitgeprint: 5-4-2007

Informatiedocument Leefoppervlaktes in de Intensieve Veehouderij CONCEPT, versie 3 Uitgeprint: 5-4-2007 Informatiedocument Leefoppervlaktes in de Intensieve Veehouderij Inleiding In de milieuvergunning voor veehouderijbedrijven is vastgelegd hoeveel dieren volgens welk huisvestingssysteem op het bedrijf

Nadere informatie

Biobedrijfsnetwerken Onderzoeksstrategie voor biologische landbouw en voeding Vlaanderen

Biobedrijfsnetwerken Onderzoeksstrategie voor biologische landbouw en voeding Vlaanderen Biobedrijfsnetwerken Onderzoeksstrategie voor biologische landbouw en voeding Vlaanderen 2013-2017 4 december 2014, studienamiddag Biolandbouw en voeding: een uitdaging voor elke onderzoeker! Gent Visie

Nadere informatie

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB minitoets bij opdracht 13

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB minitoets bij opdracht 13 landbouw en natuurlijke omgeving 2011 dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB minitoets bij opdracht 13 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen - Omcirkel het goede antwoord

Nadere informatie

De bodem onder de kringloop Hou rekening met organische stof

De bodem onder de kringloop Hou rekening met organische stof Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl De bodem onder de kringloop Hou rekening met organische stof Marjoleine Hanegraaf

Nadere informatie

UNITING THE ORGANIC WORLD

UNITING THE ORGANIC WORLD International Federation of Organic Agriculture Movements Principles of Organic Agriculture 1 Beginselen van de Biologische Landbouw De Beginselen vormen de wortels, waaruit de biologische landbouw groeit

Nadere informatie

Herkomst en Dierenwelzijnseisen

Herkomst en Dierenwelzijnseisen Scharrel Vlees Van Ommeren Vlees Herkomst en Dierenwelzijnseisen Inhoud Eisen en herkomst Van Ommeren Vlees Scharrel Rundvlees... 2 Eisen en herkomst Van Ommeren Vlees Scharrel Varkensvlees... 3 LIVAR...

Nadere informatie

( BIOLOGISCHE ) Akker- en tuinbouw. Vol met boerenwijsheid én leuke Wist je datjes... CAMPAGNE GEFINANCIERD MET STEUN VAN DE EUROPESE UNIE

( BIOLOGISCHE ) Akker- en tuinbouw. Vol met boerenwijsheid én leuke Wist je datjes... CAMPAGNE GEFINANCIERD MET STEUN VAN DE EUROPESE UNIE BIOLOGISCHE ) Akker- en tuinbouw Vol met boerenwijsheid én leuke Wist je datjes... CAMPAGNE GEFINANCIERD MET STEUN VAN DE EUROPESE UNIE Een krop sla zonder gif Biologische aardappelen, granen en groenten

Nadere informatie

Stichting AVINED Postbus 750, 3700 AT Zeist, 030-755 50 10, kiprelatie@avined.nl

Stichting AVINED Postbus 750, 3700 AT Zeist, 030-755 50 10, kiprelatie@avined.nl Stichting AVINED Postbus 750, 3700 AT Zeist, 030-755 50 10, kiprelatie@avined.nl Aanvraag, wijziging of beëindiging registratie De ondernemer(s) verzoekt (verzoeken) grond van de Regeling Identificatie

Nadere informatie