BELASTING OP ARBEID VS BELASTING OP VERMOGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BELASTING OP ARBEID VS BELASTING OP VERMOGEN"

Transcriptie

1 BELASTING OP ARBEID VS BELASTING OP VERMOGEN BACHELORSCRIPTIE FISCALE ECONOMIE NAAM: ROSANNA SCHAKEL STUDENTNUMMER: BEGELEIDER: van HUIJSTEE

2 Verklaring eigen werk Hierbij verklaar ik, Rosanna Schakel, dat ik deze scriptie zelf geschreven heb en dat ik de volledige verantwoordelijkheid op me neem voor de inhoud ervan. Ik bevestig dat de tekst en het werk dat in deze scriptie gepresenteerd wordt origineel is en dat ik geen gebruik heb gemaakt van andere bronnen dan die welke in de tekst en in de referenties worden benoemd. 2

3 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Inleiding Aanleiding Centrale vraag en subvragen Onderzoeksopzet... 8 Hoofdstuk 2: Wijze van de belastingheffing op vermogen en arbeid, de aanleiding voor kritiek en het huidige regeerakkoord Inleiding Definities rechtvaardigheid- en draagkrachtbeginsel en gemiddelde en rijke Nederlander Rechtvaardigheidsbeginsel en draagkrachtbeginsel Definitie gemiddelde en rijke Nederlander De vermogensbelasting Voordeel uit sparen en beleggen Proportioneel tarief Aanpassingen box 3 per Heffingsvrij vermogen Belastingheffing op arbeid Box 1 progressief tarief Schenk- en erfbelasting Heffing op erfenissen en schenkingen Soorten nalatenschappen Rechtvaardigheid van heffing op erfenissen Aanleiding kritiek van Piketty Kritiek van Piketty Vermogensongelijkheid in Nederland Politieke opvattingen over de analyse van Piketty Het huidige regeerakkoord Regeerakkoord Rutte III Aanleiding voor het aanpassen van box Conclusie Hoofdstuk 3: Voor en nadelen van een verschuiving van belasting op arbeid naar vermogen met inachtneming van de erfbelasting Inleiding Overzicht voordelen Voordelen verhoging erf- en vermogensbelasting Rekening houden met vergrijzing Draagkracht Participatie arbeidsmarkt Voordelen hogere erfbelasting Argumenten voor een verhoging van de erf- en vermogensbelasting Overzicht van de nadelen Nadelen verhoging erf- en vermogensbelasting Kapitaalvlucht als gevolg van mobiliteit vermogen Box hoppen van box 3 naar box

4 3.3.4 Nadelen hogere erfbelasting Argumenten tegen een verhoging van de erf- en vermogensbelasting Conclusie Hoofdstuk 4: Belasting op vermogen in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland Inleiding Vermogenswinstbelasting en vermogensaanwas belasting Vermogenswinstbelasting Vermogensaanwasbelasting Verenigd Koninkrijk vermogensheffing Belasting op vermogen in het Verenigd Koninkrijk De belastingdruk op arbeid en vermogen in het Verenigd Koninkrijk Belastbare vermogenstitels Erfbelasting in het VK De verschillen en overeenkomsten met Nederland Belastingdruk Erfbelasting Duitsland vermogensheffing Belasting op vermogen in Duitsland Belastingdruk op arbeid en vermogen in Duitsland Belastbare vermogenstitels Erfbelasting in Duitsland De verschillen en overeenkomsten met Nederland Belastingdruk Erfbelasting Conclusie Hoofdstuk 5: Conclusies en aanbevelingen Inleiding Subvragen Conclusie Aanbeveling en vervolgonderzoek

5 Afkortingenlijst Bv: Besloten vennootschap CBS: Centraal Planbureau voor de Statistiek CGT: Capital Gains Tax CPB: Central Planbureau EVRM: Europees verdrag voor de Rechten van de Mens EStG: Einkommensteuergesetz ErbStG: Erbschaftsteuer- und Schenkungsteuergesetz IB: Inkomstenbelasting Mld: Miljard OECD: Organisation for Economic Cooperation and Development. VK: Verenigd Koninkrijk Vpb: Vennootschapsbelasting SW: Successiewet 1956 Wet IB: Wet op de Inkomstenbelasting 2001 WFR: Weekblad fiscaal recht 5

6 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor de vermogensheffing in box 3. De belastingdruk op arbeid is namelijk gestegen en de belastingdruk op vermogen is gedaald. 1 De vraag ontstaat of de sterkste schouders in Nederland wel de zwaarste lasten dragen. Immers de hoogste inkomensgroep van Nederland bezit bijna 35 procent van het totale vermogen van Nederland 2, dit vermogen wordt relatief laag belast terwijl arbeid relatief hoog belast wordt. Ons belastingsysteem is gebaseerd op de gedachte dat de belastingdruk verdeeld moet worden naar draagkracht van de mensen. Dit geldt als norm in de Nederlandse Wet op de inkomstenbelasting Omdat het kapitaal grotendeels in handen is van de hoogste inkomensgroep, zou een evenwichtige belastingheffing tussen arbeid en kapitaal ervoor kunnen zorgen dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. 4 Wijtvliet 5 beaamt dat de gedachte is dat de vermogensbelasting hieraan kan bijdragen Om het tij van toenemende ongelijkheid te keren nemen maatschappelijke organisaties, politici en ook wetenschappers graag hun toevlucht tot het fiscale systeem, in het bijzonder tot een vermogensbelasting. De vermogensbelasting zou bijdragen aan een verkleining van vermogens- en inkomensverschillen De meningen zijn echter verdeeld over de gedachte dat de vermogensbelasting zou bijdragen aan een verkleining van vermogens- en inkomensverschillen. Jacobs 6 is bijvoorbeeld van mening dat het kapitaalinkomen tegen één tarief vlak moet worden belast, zodat er meer inkomen kan worden herverdeeld. Het vlakke belastingtarief op het kapitaalinkomen ligt hierbij wel lager dan de tarieven op het arbeidsinkomen. Anderen 7 zijn juist van mening dat kapitaalinkomen op dezelfde wijze als het inkomen uit arbeid behandeld dient te worden en derhalve hetzelfde belast moet worden, om zo een evenwichtige heffing tussen arbeid en kapitaal te creëren. Weer anderen vinden dat het kapitaalinkomen in zijn geheel onbelast moet blijven. 8 Daarnaast zijn er alternatieven mogelijk voor een bijdrage aan een verkleining van vermogens- en inkomensverschillen. Volgens Jacobs 9 zijn namelijk andere aanvullingen op de arbeidsbelasting gewenst als daardoor meer inkomen kan worden herverdeeld. De staatssecretaris van Financiën 10 geeft als argument dat de heffing van schenk- en erfbelasting economisch minder verstorend is dan heffingen op inkomsten op arbeid en winst. Hierdoor zou de schenk- en erfbelasting de inkomensverdeling kunnen aanvullen. Daarbij sluit een heffing op de schenk- en erfbelasting aan op het draagkrachtprincipe dat degene met meer vermogen of inkomen meer lasten 1 Eurostat, Taxation trends in the European Union, 2017, p Centraal Bureau voor de Statistiek, Welvaart in Nederland, 2016, p Rijkers, Een inkomensbegrip voor de 21 ste eeuw, 2013, p Kam, de & Caminada, Belastingen als instrument voor inkomenspolitiek, 2010, p Wijtvliet, Vermogensbelasting: over gif, ongelijkheid en blind gelood in de heilzame werking van belastingen, Jacobs, Fundamentele herziening van belasting op kapitaalinkomen, 2017, p Wijtvliet, Vermogensbelasting: over gif, ongelijkheid en blind gelood in de heilzame werking van belastingen, 2014, p Jacobs, Moet kapitaalinkomen worden belast?, 2010, Chamley, Optimal Taxation of Capital Income in General Equilibrium with infinite lives, Jacobs, Een economische analyse van een optimaal belastingstelsel voor Nederland, 2010, p Kamerstukken II 2008/2009, , nr.3, p. 2. 6

7 kunnen dragen. Immers iemand komt vermogen toe wanneer ze een schenking of erfenis ontvangen waardoor er sprake is van draagkrachtvermeerdering. Mocht Nederland de verschuiving van belasting op arbeid naar kapitaal als maatregel gebruiken om een evenwichtigere heffing tussen arbeid en vermogen te bereiken, dan moet er echter wel rekening worden gehouden met de eventuele gevolgen van een verschuiving van belasting op arbeid naar kapitaal. Kapitaal is namelijk internationaal veel mobieler dan arbeid, waardoor, bij een eventuele verhoging van de vermogensbelasting, een kapitaalvlucht naar het buitenland in acht genomen moet worden. Hierdoor is het voor Nederland een verstandige zet om te peilen hoe vermogen in de omliggende Europese landen wordt belast, voordat een verschuiving van de huidige belastingsituatie wordt doorgevoerd. Dat geeft direct de mogelijkheid om inzicht te verkrijgen in de manier waarop het buitenland omgaat met de belasting van inkomsten uit vermogen. De vraag blijft echter hoe het Nederlandse belastingstelsel ervoor kan zorgen dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen zodat de rijke en de gemiddelde Nederlander evenwichtig belast worden. Met deze beschouwing wordt getracht een bijdrage te leveren aan de huidige discussie omtrent de heffing op arbeid versus de heffing op vermogen om zo een stap dichter bij het antwoord van de bovenstaande vraag te komen. 1.2 Centrale vraag en subvragen In de inleiding komt de vraag hoe het vermogen moet worden belast in vergelijking met het arbeidsinkomen, meerdere keren terug. De vermogensbelasting zou namelijk kunnen bijdragen aan een verkleining van de vermogens- en inkomensverschillen. In deze scriptie wordt er beschouwd of een verschuiving van belasting op arbeid naar belasting op vermogen kan zorgen voor een nivellering van inkomen en vermogen in Nederland. De vraag die centraal staat in deze scriptie luidt dan ook: In hoeverre draagt een verschuiving van belasting op arbeid naar belasting op vermogen bij aan een evenwichtigere belastingheffing tussen de rijke en de gemiddelde Nederlander? De focus van deze beschouwing ligt op het particuliere kapitaal in box 3 en de belastingdruk op inkomen uit arbeid in box 1. Daarnaast zal de mogelijke invloed van de schenk- en erfbelasting op de verschuiving van belasting op arbeid naar vermogen mee worden genomen. Hierbij ligt de focus vooral op de erfbelasting. Bij de beantwoording van de centrale vraag is het van belang eerst stil te staan bij de definities en achtergronden van begrippen als de gemiddelde en rijke Nederlander en evenwichtige belastingdruk. Daarbij is het ook van belang om in te gaan op het rechtvaardigheidsbeginsel in het bijzonder het draagkrachtbeginsel, zodat de normen en filosofie van de Nederlandse belastingheffing in kader worden gebracht. Om de centrale vraag te beantwoorden is het van belang om eerst een analyse te maken hoe Nederland arbeid en het vermogen belast, hierbij wordt de schenk- en erfbelasting meegenomen in de analyse. Het werk 11 van de Franse econoom Thomas Piketty heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de belangstelling rondom een verhoging van de vermogensbelasting, deze kritiek wordt meegenomen in de beschouwing en er wordt gekeken of het huidige regeerakkoord op deze kritiek in speelt. Verder worden de voor- en nadelen van een verschuiving van belasting op arbeid naar belasting op vermogen uiteengezet, waarbij de erfbelasting ook in acht wordt genomen bij 11 Piketty, Kapitaal in de 21ste eeuw,

8 zowel de voor- als de nadelen. Tot slot zal worden onderzocht wat de verschillen en overeenkomsten zijn van de Nederlandse belasting heffing op arbeid, vermogen en erfenissen ten opzichte van de omliggende Europese landen. Het bovenstaande kan kort worden samengevat in de volgende drie subvragen: 1. Hoe worden arbeid en vermogen in Nederland belast, wat was de aanleiding voor de kritiek van Piketty en hoe speelt het huidige regeerakkoord hierop in? 2. Wat zijn de voor en nadelen van een verschuiving van belasting op arbeid naar belasting op vermogen voor de gemiddelde en rijke Nederlander met inachtneming van de erfbelasting? 3. Hoe worden arbeid, vermogen en erfenissen in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk belast in vergelijking met Nederland? Zoals eerder benoemd wordt met deze scriptie geprobeerd een bijdrage te leveren aan de huidige discussie omtrent de heffing op arbeid versus de heffing op vermogen. Het doel van deze scriptie is door het tonen van mijn perspectief op het behandelde onderwerp, de lezer zijn mening kan vormen over een verschuiving van belasting op arbeid naar belasting op vermogen. 1.3 Onderzoeksopzet Door middel van een kwalitatief literatuuronderzoek zullen de centrale vraag en de daaruit voortvloeiende subvragen beantwoord worden. Er worden drie subvragen geformuleerd en deze zullen in drie afzonderlijke hoofdstukken worden behandeld. Na elk hoofdstuk volgt een korte conclusie waarin de subvraag wordt beantwoord. Aan de hand van die conclusies zal uiteindelijk de centrale vraag beantwoord worden. Dit wordt gedaan met behulp van fiscale wetenschappelijke artikelen, wet- en regelgeving, jurisprudentie en parlementaire stukken. Allereerst wordt er in hoofdstuk 2 aandacht besteed aan het draagkrachtbeginsel en het rechtvaardigheidsbeginsel. Daarna wordt er gekeken naar de huidige belastingheffing op arbeid, inkomen, schenk- en erfbelasting. Hier wordt de inhoud van box 1, met betrekking tot het belasten van inkomsten uit arbeid, en box 3 behandelt aan de hand van de Wet IB. Ook wordt de inhoud van de schenk- en erfbelasting besproken met behulp van de SW. Vervolgens wordt de kritiek van Piketty geanalyseerd op basis van wetenschappelijke artikelen en jurisprudentie en wordt er beoordeeld of deze kritiek ook voor Nederland geldt. Tot slot wordt er gekeken naar het huidige regeerakkoord en wat de veranderingen zijn voor 2017 en 2018 met betrekking tot de vermogensbelasting. Dit wordt voornamelijk gedaan door gebruik te maken van kamerstukken, jurisprudentie en wet- en regelgeving. Hoofdstuk 3 zal volledig bestaan uit de voor- en nadelen van een verschuiving van belasting op arbeid naar belasting op vermogen. Hierbij worden de voor- en nadelen van een verhoging van de erfbelasting, als middel om de belasting op arbeid te verschuiven naar belasting op vermogen, geïntegreerd. Het kader van de voor- en nadelen zal bestaan uit de gevolgen voor de gemiddelde en de rijke Nederlander als resultaat van een verhoging van de vermogensbelasting of erfbelasting. De voor- en nadelen worden geformuleerd met behulp van relevante wetenschappelijke artikelen, parlementaire stukken, jurisprudentie en economische onderzoeken van Nederlandse instanties, zoals het Centraal Bureau voor de statistiek. 8

9 In hoofdstuk 4 wordt de manier waarop Duitsland en het Verenigd Koninkrijk het vermogen belasten geanalyseerd. Hierbij wordt er zowel gekeken wat de belastingdruk is op het vermogen in deze landen als de belastingdruk op arbeid, waardoor er een vergelijking met Nederland gemaakt kan worden. Verder worden de verschillen van Duitsland en het Verenigd Koninkrijk ten opzichte van Nederland in kaart gebracht en wordt er gekeken hoe de erfbelasting in het belastingsysteem van deze landen is geïntegreerd. De manier waarop deze landen de erfbelasting behandelen wordt meegenomen in de vergelijking van Nederland ten opzichte van die landen. Deze analyse wordt gemaakt op basis van de wet- en regelgeving in het VK en Duitsland, het internationale onderzoek box 3 van het ministerie van Financiën en jurisprudentie. Ten slotte volgt in hoofdstuk 5 de conclusie van deze beschouwing waarin eerst de subconclusies van de subvragen worden samengevat. Vervolgens wordt er aan de hand van deze samenvatting antwoord gegeven op de geformuleerde centrale vraag, waarna suggesties worden gedaan voor eventueel vervolgend onderzoek. 9

10 2 Wijze van de belastingheffing op vermogen en arbeid, de aanleiding voor kritiek en het huidige regeerakkoord 2.1 Inleiding In hoofdstuk 1 is reeds aangegeven dat de vraag is ontstaan of de sterkste schouders in Nederland wel de zwaarste lasten dragen. De hoogste inkomensgroep van Nederland bezit namelijk samen bijna 35 procent van het totale vermogen van Nederland. 12 Echter bij de bepaling of de sterkste schouders wel de zwaarste lasten dragen, staat het draagkrachtprincipe centraal, welke wordt uitgelegd in paragraaf Daarnaast is het voor deze scriptie van belang dat er onderscheid gemaakt wordt in de wijze van heffen op arbeid, vermogen en erfenissen. Om zo te kunnen laten zien wat de gevolgen voor deze drie grondslagen zijn, bij een verschuiving van belasting op arbeid naar vermogen. Het begrip rechtvaardigheid speelt daarbij een grote rol. Een verschuiving van belasting op arbeid naar vermogen moet namelijk voor de bevolking wel rechtvaardig geacht worden, zo niet, dan kan dit leiden tot weerstand van de burger. In dit hoofdstuk wordt de eerste subvraag beantwoord: Hoe worden arbeid en vermogen in Nederland belast, wat was de aanleiding voor de kritiek van Piketty en hoe speelt het huidige regeerakkoord hierop in? Dit hoofdstuk is opgebouwd uit acht paragrafen. In paragraaf 2.2 worden de begrippen rechtvaardigheid en draagkrachtig, evenwichtige belastingheffing en gemiddelde en rijke Nederlander omschreven. Vervolgens wordt in paragrafen 2.3, 2.4 en 2.5 uitgelegd wat box 1, met betrekking tot inkomen uit arbeid, box 3 en de schenk- en erfbelasting inhouden. In paragraaf 2.6 wordt de kritiek van Piketty op de vermogensbelasting uiteengezet. Daarna wordt in paragraaf 2.7 uiteengezet wat het huidige regeerakkoord, naar aanleiding van de kritiek, voor veranderingen heeft ingebracht in de jaren 2017 en Tot slot volgt er in paragraaf 2.8 een subconclusie waarin de eerste subvraag wordt beantwoord. 2.2 Definities rechtvaardig- en draagkrachtbeginsel en gemiddelde en rijke Nederlander Rechtvaardigheidsbeginsel en draagkrachtbeginsel Rechtvaardigheid is de rechtswaarde waar het recht op gericht is. Dit wordt volgens Gribnau 13 gevormd door de maatschappelijke opvattingen van rechtvaardigheid. Er zijn meerdere vormen van rechtvaardigheid, zoals distributieve rechtvaardigheid waarbij de vraag hoe je dat-wat-er is op een eerlijke manier onder alle mensen verdeelt centraal staat en procedurele rechtvaardigheid waarbij een eerlijke onpartijdige procedure om dat wat verdeeld wordt rechtvaardig te verdelen relevant is. De bekendste theorie rondom de distributieve rechtvaardigheid is de Equity Theory van Adams Smith. Volgens deze theorie vergelijken mensen hun eigen inbreng-uitkomst verhouding met die van anderen. Indien een individu hierin een ongelijkheid constateert, zal hij ernaar streven de balans te herstellen. 14 Kortom, bij distributieve rechtvaardigheid gaat het om of men de uitkomst van een procedure als rechtvaardig ervaart. 12 Centraal Bureau voor de Statistiek, Welvaart in Nederland, 2016, p Gribnau, Belastingen als moreel fenomeen, 2013, p Linden, van der, Zitten luisteren en schikken: Rechtvaardigheid en doelbereik bij de comparitie na antwoord, 2008, p

11 De procedurele rechtvaardigheid betreft de vraag hoe mensen een procedure ervaren. Een procedure is een vastgelegd stappenplan die in een bepaalde volgorde gevolgd moet worden, zoals het stappenplan dat gevolgd moet worden wanneer men bijvoorbeeld een bezwaar wilt maken jegens de Belastingdienst. Dit is van belang omdat het een positieve invloed heeft op de aanvaarding van (negatieve) beslissingen van de overheid. 15 Het gaat om de perceptie van mensen van een goede, correcte, respectvolle, eerlijke behandeling. Bijvoorbeeld de wijze waarop de Belastingdienst heeft gehandeld in de ogen van de betrokkene, is vaak belangrijker dan de manier waarop formele procedures zijn geregeld. Dit wordt ook wel het fair proces effect genoemd. 16 Het belastingrecht beoogt de hiervoor genoemde waarden van rechtvaardigheid te realiseren en is gericht op de belastingrechtvaardigheid. 17 De wetgever heeft in onze democratische rechtsstaat de primaire verantwoordelijkheid voor het systeem van belastingen. De belastingdruk over de burgers verdelen wordt gezien als de rechtvaardigheid van de belastingwet. 18 Daarnaast speelt het draagkrachtbeginsel een belangrijke rol bij de rechtvaardige verdeling van de belastingdruk. 19 Het draagkrachtbeginsel houdt in dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Dit wordt ook wel ability to pay genoemd door econoom Adam Smith. 20 Onderdeel van het draagkrachbeginsel is daarbij dat het deel van het inkomen dat nodig is voor een minimum bestaan, niet belast wordt. 21 De heffing naar draagkracht kan worden gebaseerd op de volgende maatstaven: consumptie, inkomen of vermogen. 22 Hiervan is het inkomen de belangrijkste maatstaf. 23 Zoals hiervoor aangegeven, speelt het draagkrachtbeginsel een belangrijke rol voor een rechtvaardige belastingheffing en wordt dan ook als een belangrijk uitgangspunt gezien voor een rechtvaardige inkomstenbelastingheffing. 24 Het beoogt namelijk de toename van het inkomen van alle belastingplichtigen op een gelijke manier te behandelen. Daarnaast zorgt het draagkrachtbeginsel volgens Gribnau voor een herverdeling en nivellering van de inkomsten van alle belastingplichtigen. Hij vindt dat bij een progressief tarief de inkomsten eerlijker worden herverdeeld dan bij een proportioneel tarief. 25 Progressiviteit wordt dan ook als een belangrijk element van verdeling naar draagkracht beschouwd. 26 Hieruit zou geconcludeerd kunnen worden dat een proportioneel tarief, waartegen bijvoorbeeld het vermogen belast wordt, niet aansluit op het draagkrachtbeginsel. Maar zegt het draagkrachtbeginsel iets over het gewenst tarief? Immers bij een proportioneel tarief dragen de hogere inkomens ook meer bij dan de lagere inkomens, hierdoor is het, om aan te sluiten op het draagkrachtbeginsel, geen vereiste om een progressief tarief te hanteren. 15 Gribnau, Belastingen als moreel fenomeen, 2013, p Gribnau, Belastingen als moreel fenomeen, 2013, p Gribnau, Belastingrechtvaardigheid, Gribnau, Belastingen als moreel fenomeen, 2013, p Cnossen, Hervorming van de inkomstenbelasting, Hoogeveen, Progressief tarief, 2018, p Hoogeveen, Progressief tarief, 2018, p Kavelaar, Vermogenswinsthefing: Verlies of (aan)winst?, Kempen, van, De grondslag van de inkomstenbelasting, Kamerstukken II 1998/1999, 26727, nr. 3, p Gribnau, Bijdrage aan een rechtvaardige belastingheffing, 2007, p Cnossen, Hervorming van de inkomstenbelasting,

12 Daarnaast hebben persoonlijke factoren zoals het hebben van een partner, invloed op de omvang van draagkracht. Hierdoor is het van belang om in de volgende paragraaf de persoonlijke factoren die van toepassing zijn in deze beschouwing te definiëren. Om het begrip evenwichtige belastingheffing te bepalen, wordt er gebruikt gemaakt van de reeds omschreven begrippen rechtvaardigheid en draagkracht. Met een evenwichtige belastingheffing wordt er bedoeld, een rechtvaardige belastingheffing waardoor de sterkste schouders de zwaarste lasten blijven dragen Definitie gemiddelde en rijke Nederlander In deze scriptie is de keuze gemaakt om de definities gemiddelde en rijke Nederlander, zoals geformuleerd in de centrale vraag, te associëren met het modale inkomen en de hoogste 10% inkomensgroep. De 10% hoogste inkomensgroep wordt geassocieerd met de rijke Nederlander, omdat de hoogste inkomensgroep bijna 35 procent van het totale vermogen van Nederland bezit. 27 Het bruto modale inkomen (37 duizend euro) en het doorsnee vermogen (22,1 duizend euro) 28 worden gebruikt voor de definitie gemiddelde Nederlander. Daarnaast moet de definitie Nederlander worden afgeleid door eerst een onderscheid te maken in de persoonlijke factoren die van invloed kunnen zijn op de omvang van draagkracht. Hierbij blijven zowel de inkomenspositie van inwonende kinderen als het kindgebonden budget en kindertoeslag buiten beschouwing. Het recht op toeslagen wordt eveneens buiten beschouwing gelaten omdat het toetsing inkomen van de gemiddelde Nederlander boven de toeslagengrens zal liggen. Om het onderscheid tussen de gemiddelde en rijke Nederlander te kunnen maken moet eerst de volgende vraag beantwoord worden: zijn er noemenswaardige verschillen tussen de fiscale behandeling van een rijker gezin en een gezin van de gemiddelde Nederlander, die er niet zijn tussen een rijker individu en een gemiddeld Nederlands individu? Wanneer er sprake is van opmerkelijke verschillen, dan worden deze verschillen in acht genomen bij de beantwoording van de centrale vraag. In de Wet IB 2001 wordt van oudsher in meer of mindere mate rekening gehouden met de persoonlijke factoren die bij de bepaling van draagkracht van belang kunnen zijn. 29 Het begrip gezin wordt in deze beschouwing gezien als het hebben van een fiscaal partner die inkomen geniet. Wanneer er sprake is van een fiscaal partner, bepaalt art van de Wet IB dat de gemeenschappelijke inkomsensbestanddelen en aftrekposten verdeeld kunnen worden tussen de fiscaal partners. De manier waarop de inkomsten en aftrekposten verdeeld worden, kan van positieve invloed zijn op de hoeveelheid belasting die betaald moet worden. Namelijk wanneer de partner met het hoogste inkomen de aftrekposten opgeeft, worden deze afgetrokken tegen het hoogste tarief wat van toepassing is, waardoor de belastingdruk wordt verlaagd. Het verschil tussen de fiscale behandeling van een Nederlands gezin en individu bevindt zich in de mogelijkheid voor het gezin om een lagere belastingdruk te realiseren door het optimaal toepassen van de onderlinge verdeling van aftrekposten, waardoor het inkomen uit arbeid lager uitkomt. Bij een gemiddeld Nederlands gezin zal het belastingvoordeel minder groot zijn dan bij het rijkere gezin, omdat het inkomen van een gemiddeld gezin in een lager belastingtarief (40,85%) 27 Centraal Bureau voor de Statistiek, Welvaart in Nederland, 2016, p Centraal Bureau voor de Statistiek, Vermogen huishoudens bijna 10 procent hoger in 2016, Stevens, Fiscaal totaalinkomen en draagkrachtbeginsel anno 2011,

13 valt waardoor het belastingvoordeel lager ligt. In een rijk gezin zal het belastingtarief in de hoogste schijf liggen (52%), waardoor het belastingvoordeel groter is dan bij het gemiddelde gezin. Bij een individu is de bovenstaande mogelijkheid van het minder afdragen van belasting niet van toepassing. Hierdoor betalen alleen verdienersgezinnen substantieel meer belasting dan tweeverdiengezinnen met gelijk gezinsinkomen. 30 Alleen wanneer er sprake is van een gelijk inkomen van het individu en een gezin, betaalt het individu substantieel meer belasting dan tweeverdieners met gelijk gezinsinkomen. Echter hebben de gemiddelde en rijke Nederlander geen gelijk inkomen, waardoor het hiervoor benoemde niet opgaat. Het verschil in de fiscale behandeling tussen een rijker gezin en een gezin van de gemiddelde Nederlander, die er niet zijn tussen een rijker individu en een gemiddeld Nederlands individu, zijn niet noemenswaardig. De rijkere Nederlanders genieten hun aftrek namelijk altijd tegen een hoger tarief dan de gemiddelde Nederlander. Er wordt bij de bepaling gemiddelde en rijke Nederlander vanuit gegaan dat het rijke gezin een bepaald inkomen geniet en het gemiddelde gezin een bepaald inkomen geniet, ongeacht de samenstelling van hoe dit inkomen tussen partners tot stand is gekomen. 2.3 De vermogensbelasting De laatste belastingherziening op het vermogen vond plaats in 2001, de Wet op de Inkomstenbelasting 2001, waar de vermogensrendementsheffing werd geïntroduceerd. Het doel van deze belastingherziening is, door middel van het invoeren van een boxensysteem, te komen tot een meer rechtvaardige heffing. 31 Dit boxensysteem bestaat uit drie verschillende boxen namelijk box 1, 2 en 3, dat elk zijn eigen tarief kent. Tussen deze boxen kan geen verrekening plaatsvinden, de negatieve inkomsten binnen een box kunnen daarom uitsluitend met positieve inkomsten in diezelfde box worden gecompenseerd. Elk inkomenscomponent wordt toegerekend aan een box volgens de rangorderegeling in art Wet IB. Hierin is opgenomen dat box 1 voorgaat op box 2 en box 2 vervolgens voorgaat op box 3. In box 3 worden inkomsten uit sparen en beleggen belast. Ongeveer twintig procent van de belastingplichtigen vallen in box 3. Tezamen brengen zij ongeveer 3,5 miljard aan belastingopbrengsten op in box 3. Het grootste deel van deze belastingplichtigen heeft een vermogen van niet meer dan honderdduizend euro en valt hiermee in de eerste vermogensschijf. 32 Hierdoor betaalt de bovenste tien procent van de distributie van box 3 inkomens bijna negentig procent van de totale belasting. 33 Voor negen op de tien huishoudens bedroeg de te betalen belasting in box 3 in 2012 dan ook minder dan 1000 euro, een belangrijke verklaring hiervoor wordt gevormd door het type vermogen dat onder box 3 valt. Bij veel huishoudens zit namelijk het grootste deel van hun vermogen in de eigen woning, die is vrijgesteld van de belasting in box Voordeel uit sparen en beleggen Het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen is het voordeel uit sparen en beleggen verminderd met de persoonsgebonden aftrek. De omvang van het vermogen dat in aanmerking wordt genomen voor belastingheffing wordt vastgesteld op de peildatum, de omvang van het vermogen zoals deze 30 Stevens, Fiscaal totaalinkomen en draagkrachtbeginsel anno 2011, Kammerstukken II 1998/1999, 26727, nr. 3, p Staatssecretaris van Financiën, Keuzedocument box 3, 9 juni 2017, p Centraal Planbureau, Het financieel vermogen in box-3: verdeling en belasting 2015, p Centraal Planbureau, Het financieel vermogen in box-3: verdeling en belasting 2015, p

14 is op 1 januari van het jaar waarover aangifte wordt gedaan (art. 5.2 Wet IB). De rendementsgrondslag van het inkomen uit sparen en beleggen is de waarde van de bezittingen verminderd met de waarde van de schulden (art. 5.3 Wet IB). De bezittingen kunnen onderverdeeld worden in de volgende categorieën: onroerende zaken, bank- en spaartegoeden, aandelen en obligaties en overige vermogensrechten. Bepaalde vermogensbestanddelen vallen door de rangordeverdeling van het boxenstelsel buiten de reikwijdte van box 3. De eigen woning wordt in box 1 belast, terwijl dit wel als vermogen wordt beschouwd Proportioneel tarief Het tarief in Box 3 ligt lager dan het tarief op het op arbeidsinkomen. Dit wordt door de wetgever gerechtvaardigd doordat het vermogen beweeglijk is in een toenemende internationale samenleving. 36 Box 3 kent een proportioneel tarief. Het voordeel van een proportioneel tarief ten opzichte van een progressief tarief, dat box 1 kent, is dat de belastingdruk niet meer afhankelijk is van de omvang van het inkomen en ook niet meer verschilt tussen individuen. 37 Het proportionele tarief is niet in strijd met het draagkrachtbeginsel, doordat hogere inkomens bij dit tarief absoluut meer belasting moeten afdragen dan lagere inkomens Aanpassingen box 3 per 2017 Voorheen werd er uitgegaan van een fictief rendement van vier procent, waar men er vanuit ging dat er op het vermogen een reëel rendement van vier procent behaald werd. Deze vier procent werd belast tegen het proportionele tarief van 30% die box 3 hanteert, waardoor de belastingplichtige uiteindelijk netto 1,2 procent belasting over het vermogen betaalt. Op het fictieve rendement was veel kritiek, wat aanleiding was voor het regeerakkoord van Rutte III om dit fictieve rendement te wijzigen. Dit wordt verder behandeld in par Per 2017 wordt de vermogensrendementheffing sneller aangesloten op het werkelijk rendement van het spaartegoed. 39 Tegenwoordig wordt box 3 onderverdeeld in drie vermogensschijven, waarover in elke schijf een ander fictief rendement wordt gehandhaafd. De Wetgever gaat er namelijk vanuit dat naarmate men meer vermogen heeft, ook meer rendement behaald wordt. 40 Bij iedere volgende schijf wordt er een hoger percentage gehanteerd om het rendement te berekenen. Over het berekende fictieve rendement wordt 30% inkomstenbelasting betaald. De schijven 41 zien er als volgt uit: - Schijf 1: Het vermogen tot en met (fictief gemiddelde rendement van 2,017%) - Schijf 2: Het vermogen van tot en met (fictief gemiddelde rendement van 4,326%) - Schijf 3: Vanaf (fictief gemiddelde rendement van 5,38%) Het nettobedrag dat aan belasting betaalt dient te worden ligt in schijf 1 lager dan voorheen. Daarnaast is de te betalen belasting in de relatief hoge vermogens in schijf 2 met slechts één tiende procent verhoogd. Alleen in schijf 3 betaalt de belastingplichtige in de nieuwe samenstelling vijf tiende procent punt meer dan voorheen. 35 CBS, Welvaart in Nederland, 2016, p Kamerstukken II 1998/1999, 26727, nr. 3, p Den dool, van den, Belastingheffing over kapitaalinkomen bij natuurlijke personen, 2009, p Den dool, van den, Belastingheffing over kapitaalinkomen bij natuurlijke personen, 2009, p Pechtold, A., Rutte, M., Sergers, G., & Hearsma Buma, S. Van, Vertrouwen in de toekomst, 2017, p Rijksoverheid, Berekening belasting over inkomen uit vermogen over 2018, Dit volgt uit art. 5.2 van de Wet IB. 14

15 2.3.4 Heffingsvrij vermogen Er sprake van een vast bedrag aan vermogen dat is vrijgesteld van belasting; het heffingsvrije vermogen. Dit bedrag is per 2018 gesteld op 30 duizend euro. 42 Voor de veranderingen van box 3 lag dit bedrag slechts rond de 24 duizend euro. Voor fiscale partners geldt een verdubbeling van het heffingsvrije bedrag, bij hen wordt het heffingsvrije vermogen gesteld op 60 duizend euro. Het heffingsvrije vermogen is ingevoerd om belastingplichtigen met een klein vermogen buiten de heffing te houden. Niet elk rendement van elke euro spaargeld moet namelijk worden belast stelt de commissie van Dijkhuizen. 43 In het algemeen zullen namelijk kleine vermogens een lager rendement behalen dan grote vermogens. 2.4 Belastingheffing op arbeid Box 1 Box 1 bestaat uit het belastbaar inkomen uit werk en woning. In deze scriptie wordt, zoals eerder gezegd, gefocust op de inkomsten uit arbeid die belast zijn in box 1. Box 1 is in principe onderverdeeld in drie schijven. Elke schijf hanteert een ander belastingtarief. Naarmate een individu meer inkomen geneert leidt dit ertoe dat de belastingplichtige in een hogere schijf terechtkomt, waardoor de belastingdruk toeneemt. Deze belastingdruk neemt toe omdat in box 1 het progressieve tarief van toepassing is. De schijven 44 zijn als volgt verdeeld: - Schijf 1: Belastbaar inkomen t/m tegen 36,55% belast - Schijf 2: Belastbaar inkomen van t/m tegen 40,85% belast - Schijf 3: Belastbaar inkomen van t/m tegen 40,85% belast - Schijf 4: Belastbaar inkomen van meer dan tegen 51,95% belast Daarnaast kent de inkomstenbelasting in box 1 heffingskortingen, waardoor er minder belasting betaald hoeft te worden. Dit leidt tot een kleine vermindering van de belastingdruk op arbeid. Deze kortingen zijn afhankelijk van de persoonlijke situatie. Waar een gemiddelde Nederlander recht heeft op de algemene heffingskorting en arbeidskorting, heeft de rijke Nederlander geen recht op deze kortingen. Dit komt door de heffingskortingen inkomensafhankelijk zijn en bij een bepaald inkomen heeft de belastingplichtige geen recht meer op zowel de algemene heffing als op de arbeidskorting. Dit volgt uit art 8.10 en 8.11 van de Wet IB Box 1 progressief tarief Box 1 kent een progressief tarief. Dat betekent dat, wanneer het inkomen stijgt, ook het gemiddelde belastingtarief stijgt. Het progressief tarief wordt in verbrand gebracht met het draagkrachtbeginsel en de herverdelingsgedachte. 45 Doordat de hogere inkomens tegen een hoger tarief belast worden, komen de netto-inkomsten van de bevolking dichterbij elkaar te liggen. Hierdoor werkt het progressieve tarief nivellerend, gezien het feit dat de inkomens voor en na de inkomstenbelasting dichterbij elkaar komen te liggen. Echter ook na de heffing van de inkomstenbelasting blijven er verschillen tussen huishoudens bestaan. 42 Dit volgt uit art. 5.5 van de Wet IB. 43 Comissie Van Dijkhuizen, Naar een activerender belastingstelsel 2013, p Dit volgt uit art. 2.10a lid 1 van de Wet IB. 45 Hoogeveen, Progressief tarief,

16 2.5.1 De schenk- en erfbelasting Heffing op erfenissen en schenkingen Het bronnenstelsel maakt onderscheid tussen verschillende soorten inkomsten. Inkomen uit een erfenis wordt bijvoorbeeld niet in de inkomstenbelasting belast. Deze heffing is geregeld in de Successiewet Van oudsher wordt er een vorm van erfbelasting geheven in Nederland, echter dat betekent niet dat men veel begrip toont voor deze belasting. De voornaamste reden voor dit onbegrip is dat men vindt dat er sprake is van een dubbele heffing. 46 Immers, over het vermogen dat de erflater achterlaat is al inkomstenbelasting over geheven tijdens het leven van de erflater. Mede hierdoor is het draagvlak voor de belasting onder de bevolking beperkt. Daarentegen stelt Jacobs dat het veelgehoorde argument dat erfenissen niet moeten worden belast omdat er al eerder belasting is betaald, grotendeels onjuist is. 47 Een kwart van de waarde van nalatenschappen bestaat namelijk uit huizen, waardoor het als rechtvaardig gezien kan worden om een belasting op erfenissen te hanteren, gegeven de belastingvoordelen en vrijstelling van box 3 waarmee dit vermogen is opgebouwd. 48 De belastingopbrengst van de schenk en erfbelasting in 2017 bedroeg 1,8 miljard euro, dit is 0,68% van de totale belastingopbrengsten die de overheid in 2017 heeft gerealiseerd. 49 Het aandeel van de schenk- en erfbelasting in de overheidsinkomsten is beduidend lager dan bijvoorbeeld het aandeel dat de inkomstenbelasting (21%) heeft in de overheidsinkomsten. De vraag is vervolgens of de schenk- en erfbelasting wel in staat is om een bijdrage te leveren aan de inkomensverdeling. Caminada 50 vermoedt dat dit niet het geval zal zijn, omdat de opbrengst van de schenk- en erfbelasting hiervoor eenvoudigweg te laag is. De Beer 51 denkt echter dat, door een verhoging van de effectieve belastingdruk op de erfenissen, dat de schenk- en erfbelasting wel aan een rechtvaardigere verdeling kan bijdragen. De erfbelasting kent vrijstellingen waardoor er pas erfbelasting betaald moet worden, wanneer dit bedrag wordt overschreden. De vrijstellingen lopen sterk uiteen voor partners (maximaal ), ouders ( ), (klein)kinderen ( ) en derden ( 2.147). 52 Komt de waarde van de erfenis boven de genoemde bedragen, dan wordt dit tegen een bepaald tarief belast. Dit tarief hangt af van welke relatie van toepassing is en wat de waarde van de erfenis is. De tarieven voor de erf-en schenkbelasting zijn namelijk onderverdeeld in categorieën: groep 1 partner en kinderen, groep 2 kleinkinderen en groep 3 de overige. Deze categorieën kennen allemaal een apart tarief. Hierbij stijgt het tarief dat aan belasting betaalt moet worden respectievelijk per groep. Wanneer de waarde van de erfenis tussen de 0 en ligt, dan betaalt een kind 10%, een kleinkind 18% en een derde 30% aan belasting. Ligt de erfenis hier niet tussen, dan zijn de belastingtarieven respectievelijk 20%, 36% en 40%. 53 De hoogte van het bedrag dat aan belasting betaalt moeten worden verschilt dus erg per relatie die er bestaat met de overledene. 46 Gilst, Nijboer & Caminada, De succesiebelasting vanuit economisch perspectief, 2008, p Jacobs, Piketty en belastingen op kapitaal, 2014, p Gilst, Nijboer & Caminada, De succesiebelasting vanuit economisch perspectief, 2008, p Rijksoverheid, Miljoenennota 2017, 2017, p.2. De totale belastingopbrengst bedroeg 263,1 miljard euro, 1,8/ 263,1 = 0,68%. 50 Gilst, Nijboer & Caminada, De succesiebelasting vanuit economisch perspectief, 2008, p Beer, de, De belaste dood: belastingheffing op erfenissen, 2007, p Dit volgt uit art. 32 lid 1 sub d van de SW. 53 Dit volgt uit art. 24 van de SW. 16

17 2.5.2 Soorten nalatenschappen Er worden drie soorten verklaringen gegeven voor het nalaten van een erfenis: onbedoelde erfenissen, erfenissen als beloning en erfenissen uit altruïsme. Van onbedoelde nalatenschappen is sprake als iemand eerder overlijdt dan verwacht en vermogen nalaat dat hij/zij had gespaard voor latere levensjaren. Nalatenschappen als beloning houdt in dat iemand een kind (of andere erfgenaam) alleen iets nalaat als deze erflater tijdens het leven voldoende steun en aandacht heeft gegeven. Hierbij krijgen bijvoorbeeld de kinderen die de ouders verzorgden een groter deel van de erfenis dan zij die dat niet deden. Tot slot zijn nalatenschappen uit altruïsme erfenissen waarvan de erflater bewust iets wil nalaten aan de erfgenaam. 54 Aan onbedoelde nalatenschappen hecht de erflater geen waarde voor de belastingheffing. Dit komt omdat deze erfenis onbedoeld en onvoorzien is. Hierdoor is deze erfenis niet gevoelig, wat betekent dat er geen gedragseffecten opspelen bij de verkrijger. Altruïstische nalatenschappen zijn daarentegen wel van invloed op gedrag. 55 De erflater kan namelijk voor zijn dood bijvoorbeeld al schenken. Door het schenken kan jaarlijks gebruik worden gemaakt van de schenkingsvrijstelling. Weliswaar is deze vrijstelling lager dan de vrijstelling bij een erfenis, maar kan door het jaarlijks gebruik van de schenkingsvrijstelling de effectieve belastingdruk toch verminderd worden. In deze scriptie zal verder worden gekeken naar de altruïstische nalatenschappen, omdat hierbij de gedragseffecten van de belastingplichtige gevoelig kunnen zijn bij een verhoging van de erfbelasting. Dit zal verder in hoofdstuk 3 beschreven worden. Bij altruïstische nalatenschappen wordt de keuze tussen sparen voor een erfenis en consumeren verstoord door de hoogte van de belasting. Als de belasting op de erfenis hoger wordt dan is het gevolg dat het duurder wordt om een bepaalde netto-erfenis na te laten voor de verkrijger. 56 Dit zal consumptie stimuleren ten koste van sparen Rechtvaardigheid van heffing op erfenissen Enige kritiek die er op de SW bestaat is voor een deel benoemd in par 2.4. Echter de kritiek die ook ontstond was dat het beeld is ontstaan dat het betalen van belasting ter zake van schenking of overlijden niet langer een zaak is voor de (zeer) rijken, maar veeleer voor de middenklasse. 57 Uit de Memorie van toelichting van de wetswijziging van de Successiewet 1956 in 2010, stelt de wetgever de successiebelastingen als rechtvaardig. De wetgever formuleert in deze toelichting de rechtsvaardigheidsgronden van de SW. Het is namelijk volgens de wetgever legitiem belasting te heffen over vermogen dat iemand zonder inspanning toevalt. Daarnaast is een erfrechtelijke verkrijging een draagkracht vermeerderende omstandigheid. De wetgever vervolgt zijn standpunt door te stellen dat de heffing van schenk- en erfbelasting doorgaans economisch minder verstorend is dan de heffingen op inkomsten uit arbeid of winst. Tot slot benoemt hij het budgettaire effect van de schenk- en erfbelasting. Deze opbrengst kan voor de schatkist niet worden gemist. 58 De Beer stelt daarnaast het volgende over de rechtvaardigheid van de erfbelasting Hoewel Successierechten door burgers vaak als uiterst onrechtvaardig worden ervaren, zijn zij vanuit een 54 Beer, de, De belaste dood: belastingheffing op erfenissen, 2007, p Beer, de, De belaste dood: belastingheffing op erfenissen, 2007, p Gilst, Nijboer & Caminada, De succesiebelasting vanuit economisch perspectief, 2008, p Kammerstukken II 2008/2009, 31930, nr. 3, p Kammerstukken II 2008/2009, 31930, nr. 3, p

18 meer universeel standpunt bezien juist heel rechtvaardig aan te merken. Het gaat immers volgens de Beer bij een erfenis om een onverdiend inkomen, dat onevenredig ten goede komt aan welgestelde burgers in een levensfase waarin zij zich op het toppunt van hun financiële mogelijkheden bevinden. 59 Daarnaast zet de Beer twee principes over herverdeling tegenover elkaar. Het particularistische principe en het universalistische principe. Volgens het particularistische principe is het goed om voor je naasten te zorgen en is het vanuit het perspectief van de erflater uiterst onrechtvaardig dat de overheid dit nalatenschap belast. Het universalistische principe daarentegen gaat uit van gelijke levenskansen. Een rechtvaardige samenleving zou hierbij ontstaan wanneer iedereen gelijke startkansen heeft en de welvaartsverschillen tussen individuen alleen het gevolg mogen zijn van verschil in inspanningen en opofferingen. 60 Hierbij is een erfenis een onverdiende bron van inkomen en wordt een hogere erfbelasting gezien als terecht. 2.6 Aanleiding kritiek Piketty Kritiek van Piketty In 2014 verscheen het boek Capital in the Twenty-First Century van de Franse econoom Thomas Piketty. Hij heeft hiermee de wereldwijde discussie omtrent een hogere vermogensbelasting op gang geholpen. Aan de hand van datareeksen laat hij zien dat er sprake is van toenemende vermogensongelijkheid. Piketty beschrijft in zijn werk de groeiende economische ongelijkheid in de westerse wereld. Piketty stelt dat het gemiddelde rendement van vermogen groter is dan het groeipercentage van de economie als geheel. 61 Doordat het rendement op vermogen groter is dan de economische groei wordt de kloof tussen de rijken en de armen steeds groter. De vermogensongelijkheid neemt hierdoor verder toe. Dit kan uiteindelijk leiden tot extreme en onwenselijke verstoringen van economische, sociale en democratische relaties in de economie en maatschappij. Piketty is bang dat de wereld in de toekomst betstaat uit een kleine groep superrijken, die de wereld regeren. De belastingheffing is in de ogen van Piketty het enige middel om dit te voorkomen en de vermogensongelijkheid tegen te gaan. Op wereldwijd niveau zouden landen een toptarief op arbeid en kapitaalinkomen moeten invoeren. Hij stelt dat een wereldwijde, progressieve vermogensbelasting het ideale middel is om de controle over de huidige ontwikkeling terug te krijgen en te voorkomen dat de wereld belandt in een eindeloze spiraal van groeiende ongelijkheid. 62 Dit zou bovendien als voordeel hebben dat rijkdom wordt blootgesteld aan democratische en financiële transparantie. Dit is, volgens Piketty een noodzakelijke voorwaarde voor een efficiënte regulering van de internationale kapitaalstromen Vermogensongelijkheid in Nederland Piketty s pleidooi voor een wereldwijde vermogensbelasting als instrument om de groeiende ongelijkheid te bestrijden werd ontvangen met de nodige scepsis. Nederland kent namelijk al een vermogensbelasting die is ingevoerd in 2001, terwijl deze in veel landen in de afgelopen decennia 59 Beer, de, De belaste dood: belastingheffing op erfenissen, 2007, p Gilst, Nijboer & Caminada, De succesiebelasting vanuit economisch perspectief, 2008, p Piketty, Kapitaal in de 21ste eeuw, 2016, p Piketty, Kapitaal in de 21ste eeuw, 2016, p

19 is afgeschat. Echter worden huishoudens in Nederland niet belast met de kapitaalinkomsten uit rente, dividend en vermogenswinst. Iets wat vrijwel nergens in de westerse wereld bestaat. 63 Waardoor vermogen onbelast kan aangroeien. Het vermogen in Nederland is, net als in andere landen, veel ongelijker verdeeld dan inkomen. 64 Ook Nederland kent een scheve vermogensverdeling. Het CBS duidt de vermogensongelijkheid aan door gebruik te maken van de Gini-coëfficiënt als maatstaaf voor ongelijkheid. De Gini-coëfficiënt neemt gewoonlijk een waarde aan tussen 0 (gelijke verdeling) en 1 (maximale ongelijkheid). In 2014 kwam de Gini-coëfficiënt uit op 0,896. Daarmee was er sprake van een relatief grote ongelijkheid in vermogen. 65 Echter neemt het CBS in de vermogensstatistieken de opgebouwde pensioenen en kapitaalverzekeringen in de eigen woning niet mee. In landen waarin mensen zelf voor hun pensioen moeten sparen bouwen huishoudens meer vermogen op. Door het niet meenemen van pensioensaanspraken en kapitaalverzekeringen in de eigen woning kan er een vertekend beeld van de vermogensongelijkheid van Nederland ontstaan. Het opgebouwde pensioenvermogen beperkt het negatieve vermogen aan de onderkant van de vermogensverdeling, terwijl het voor de hoogste vermogens een relatief beperkt deel aan het totale vermogen toevoegt. 66 Daarnaast heeft de eigen woning ook een aandeel in de hoogte van de vermogensongelijkheid. Door ontwikkelingen op de huizenmarkt is de vermogensongelijkheid vanaf 2009 fors opgelopen. Veel Nederlandse huishoudens hebben hun eigen woning gefinancierd met een hoge hypotheek, waardoor de vermogenspositie erg gevoelig is voor de ontwikkeling van huizenprijzen. 67 Daarnaast beschikken vermogende huishoudens vaak naast een huis, ook over ander vermogen, zoals spaartegoeden of aandelen. Hierdoor heeft de daling van huizenprijzen voor vermogende huishoudens relatief een kleiner effect gehad op het totale vermogen Politieke opvattingen over de analyse van Piketty Een mogelijkheid om de ongelijkheid te verkleinen, is vermogens zwaarder te belasten. De politieke opvattingen zijn hier echter over verdeeld. Met name linkse partijen bepleiten hogere en progressievere vermogensbelastingen om grote of groeiende vermogensongelijkheid een halt toe te roepen, terwijl rechtse partijen dit niet zien zitten en het vermogen juist zoveel mogelijk met rust willen laten Het huidige regeerakkoord Regeerakkoord Rutte III Rutte III paradeert met een lasten verlichting van 6,4 miljard gedurende de regeerperiode. De belastingverlaging in de inkomstenbelasting heeft hier een groot aandeel. Hiervoor gaat het belastingstelsel lichtelijk op de schop. Namelijk de vier belastingschijven die we nu kennen moeten er twee worden. Er wordt één tarief van 37 procent in de huidige eerste drie schijven en een toptarief 63 Jacobs, Piketty en belastingen op kapitaal, 2014, p Brief van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 maart Centraal Bureau voor de Statistiek, Welvaart in Nederland, 2016, p Brief van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 maart CPB, Vermogensongelijkheid in Nederland , 2016, p Brief van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 maart Jacobs, Piketty en belastingen op kapitaal, 2014, p

NIEUWE NIVELLERINGS- POLITIEK

NIEUWE NIVELLERINGS- POLITIEK NIEUWE NIVELLERINGS- POLITIEK Jesse Klaver november 2014 NIEUWE NIVELLERINGSPOLITIEK De kloof tussen arm en rijk in Nederland neemt toe. GroenLinks pleit daarom bij het bezoek van Thomas Piketty aan Nederland

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 34 302 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2016) T BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIEN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 140 Herziening Belastingstelsel Nr. 27 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur Paragraaf 7.1 Groeit de economie? BBP = Bruto Binnenlands Product, de totale productie in een land in één jaar Nationaal inkomen = het totaal van alle inkomens in een land in één jaar Inkomen = loon, rente,

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling

Nadere informatie

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001 Onderwerpen: Korte uitleg heffingssysteem inkomstenbelasting Korte uitleg heffingssysteem vennootschapsbelasting Vrijstellingen en heffingskortingen Aflossen eigenwoningschuld Familielening eigen woning

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 026 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2019) Nr. 68 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 21 juni

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door M. 1189 woorden 16 november 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Economie, hoofdstuk 4 Loon/winst: zijn vormen van inkomen. Hierover betaal je belastingen

Nadere informatie

Grootverdiener zwaarder belast

Grootverdiener zwaarder belast 4 september 2009 Grootverdiener zwaarder belast AMSTERDAM - De PvdA zint op de terugkeer van een toptarief van 60 procent in de inkomstenbelasting. Het toptarief is nu 52 procent. Acht jaar geleden was

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen;

Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen; Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari 2002 6 104 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4.3 t/m 5 4.3 & 4.4 begrippen; arbeidsinkomen voor werknemers is dit het loon en voor zelfstandigen

Nadere informatie

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni 2012 7.7 6 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Brutoloon Het brutoloon is het loon dat de werknemer ontvangt van zijn werkgever. Van dit loon worden

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /04

ALGEMENE ECONOMIE /04 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M 3 benaderingen van het begrip inkomen : F economisch: - nominaal inkomen (in geld uitgedrukt) - reëel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting Nr. 482 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan

Nadere informatie

Economische argumenten om te heffen over schenkingen en erfenissen

Economische argumenten om te heffen over schenkingen en erfenissen Economische argumenten om te heffen over schenkingen en erfenissen 29-8-2013 Master Thesis Fiscale Economie J.F.B. Ruis s831364 Examencommissie: Prof. Mr. I.J.F.A. van Vijfeijken (begeleider) Prof. Dr.

Nadere informatie

UIT inkomstenbelasting

UIT inkomstenbelasting De inkomstenbelasting, box 1. De inkomstenbelasting box 1, is het systeem van belasten van inkomen uit arbeid. Ook het huis waar men woont wordt in dit systeem belast. Box 1 bestaat uit drie onderdelen:

Nadere informatie

> Retouradres Postbus EE Den Haag Directie Algemene Fiscale Politiek

> Retouradres Postbus EE Den Haag Directie Algemene Fiscale Politiek > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

EINDEJAARSTIPS 2015 1/5

EINDEJAARSTIPS 2015 1/5 EINDEJAARSTIPS 2015 Particulieren...2 Vermogenstoets voor zorgtoeslag en kindgebonden budget... 2 Verlaag uw box 3 grondslag... 2 Hypotheekrente vooruit betalen... 2 Let op lagere hypotheekrente in hoogste

Nadere informatie

Prinsjesdag 2015 Hartelijk welkom!

Prinsjesdag 2015 Hartelijk welkom! Prinsjesdag 2015 Hartelijk welkom! Learning & Development 27 medewerkers die dagelijks bezig zijn met de inhoud van uw vak. 3 Learning & Development Programma Lastenverlichting op arbeid Herziening box

Nadere informatie

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010 Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010 Inleiding Participeren in het beleggingsobject Terra Vitalis kan gevolgen hebben voor uw belastingpositie

Nadere informatie

Nivellerend en nodeloos ingewikkeld Jean Dohmen

Nivellerend en nodeloos ingewikkeld Jean Dohmen Economie Nivellerend en nodeloos ingewikkeld Jean Dohmen Elsevier Over een half jaar gaat de heffing op vermogen op de schop. Kleine spaarders lijken te worden ontzien, rijken moeten juist extra gaan betalen.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 26 727 Wet inkomstenbelasting 2001 (Belastingherziening 2001) Nr. 130 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Belastingplan 2016; De highlights voor de dga en vermogend particulier

Belastingplan 2016; De highlights voor de dga en vermogend particulier 15 september 2015 Belastingplan 2016; De highlights voor de dga en vermogend particulier Op 15 september 2015 is het Belastingplan 2016 aangeboden aan de Tweede Kamer. De voor dga en particuliere vermogensbezitter

Nadere informatie

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009 Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009 Inleiding Participeren in het beleggingsobject Terra Vitalis kan gevolgen hebben voor uw belastingpositie

Nadere informatie

Het nivelleringsfeestje houdt aan

Het nivelleringsfeestje houdt aan Het nivelleringsfeestje houdt aan Kees Goudswaard 1 Inleiding Inkomensongelijkheid is al enige jaren een belangrijk maatschappelijk en wetenschappelijk thema. Dat komt onder meer door gezaghebbende studies

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt 1. Inleiding In het geval u overweegt een vakantiewoning aan te kopen gelegen in Parc Les Etoiles wilt u wellicht meer weten over de mogelijke gevolgen voor de belastingheffing met betrekking tot de aankoop

Nadere informatie

2513AA22XA. Inleiding. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. Inleiding. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Administratiekantoor Van den Dungen B.V. Nieuwsbrief 2015, 4 e jaargang, 10 e editie

Administratiekantoor Van den Dungen B.V. Nieuwsbrief 2015, 4 e jaargang, 10 e editie Administratiekantoor Van den Dungen B.V. Nieuwsbrief 2015, 4 e jaargang, 10 e editie Inhoud 1. Digitalisering van de overheid en de belastingdienst 2. Herziening box 3 per 01-01-2017 3. Belastingplan 2016:

Nadere informatie

03-05-2016. Onbezorgd ouder worden. Ouder worden en zorg. Deel I Ouder worden en zorg. Wat is het probleem? Eigen bijdrage zorgkosten. Wanneer?

03-05-2016. Onbezorgd ouder worden. Ouder worden en zorg. Deel I Ouder worden en zorg. Wat is het probleem? Eigen bijdrage zorgkosten. Wanneer? Onbezorgd ouder worden Deel I Ouder worden en zorg Ouder worden en zorg Wat is het probleem? Eigen bijdrage zorgkosten Wanneer? U woont in een zorginstelling; U heeft een volledig pakket thuis of modulair

Nadere informatie

Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht

Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht door Mr. P.M. van Schie Prof. dr. CA. de Kam Mr. J. Lamens Mr. drs. F.J.P.M. Haas Twaalfde herziene druk Kluwer Deventer - 2004 INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij

Nadere informatie

Emigreren naar Spanje

Emigreren naar Spanje Emigreren naar Spanje Fiscale beschouwingen Residentie Emigratie Aangiften Tarieven 2015 Introductie Jaarlijks emigreren er vele Nederlanders en Belgen naar Spanje, zowel voor werk als om er van het leven

Nadere informatie

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

ESJ Accountants & Belastingadviseurs ESJ Accountants & Belastingadviseurs De eigen bijdrage in de AWBZ: Vermogensbescherming zonder te schenken Maurice De Clercq & Harjit Singh Juni 2013 Programma Inleiding Belastingdruk bij eigen bijdrage

Nadere informatie

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Turkije

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Turkije Fiscale aspecten van uw tweede woning in Turkije Second Home maart 2017 - Utrecht ESJ Accountants & Belastingadviseurs Agenda 1. Inwonerschap & belastingplicht 2. Een tweede woning in Nederland 3. Niet-inwonerschap

Nadere informatie

CPB-analyse van voorstellen vermogensbelasting Uitgevoerd op verzoek van de SP

CPB-analyse van voorstellen vermogensbelasting Uitgevoerd op verzoek van de SP CPB Notitie 6 oktober 2015 CPB-analyse van voorstellen vermogensbelasting Uitgevoerd op verzoek van de SP CPB Notitie Aan: Tweede Kamerfractie SP Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508

Nadere informatie

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte

Nadere informatie

Alle belastingbetalers

Alle belastingbetalers Alle belastingbetalers Prinsjesdag 2019 Belastingplannen 2020 en meer nieuwe wetgeving 1 Inhoudsopgave Alle belastingbetalers... 3 Sneller naar twee tariefschijven... 3 Berichten Belastingdienst per post

Nadere informatie

Inkomensafhankelijke zorgpremie / nivelleren.

Inkomensafhankelijke zorgpremie / nivelleren. Inkomensafhankelijke zorgpremie / nivelleren. 1. Inleiding Naar verwachting zal nivellering via de inkomensafhankelijke zorgpremie (IAP) worden vervangen door nivellering via het belastingstelsel. De IAP

Nadere informatie

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren. Samenvatting door R. 1396 woorden 17 februari 2014 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 personele inkomensverdeling Het besteedbaar uitkomen per huishouding. De besteedbarde inkomens

Nadere informatie

4.1 Klaar met de opleiding

4.1 Klaar met de opleiding 4.1 Klaar met de opleiding 1. Werken in loondienst - Bij een bedrijf of bij de overheid (gemeente, provincie, ministerie); - Je krijgt loon/salaris; - Je hebt een bepaalde zekerheid, dat je werk hebt,

Nadere informatie

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens Overheid H2 De overheid De grote herverdeler van inkomens Ontvangsten: belasting en premies De overheid Uitgaven: uitkeringen en subsidies De grote herverdeler van inkomens 2 De Nederlandse overheid Belangrijke

Nadere informatie

2014D41757 LIJST VAN VRAGEN

2014D41757 LIJST VAN VRAGEN 2014D41757 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Financiën1 heeft over de brief van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën over de Nederlandse vermogensverdeling

Nadere informatie

FISCALE CIJFERS 2014 SCFB adviseert het Fintool.nl abonnement

FISCALE CIJFERS 2014 SCFB adviseert het Fintool.nl abonnement Postbus 224 2700 AE Zoetermeer Tel. 085 111 88 88 Fax 085 111 88 80 E-mail info@scfb.nl Internet www.scfb.nl Bank ABN AMRO IBAN NL05ABNA0597042454 BIC ANBANL2A KvK Den Haag 27198895 FISCALE CIJFERS 2014

Nadere informatie

Hoe kijken FNV-leden en Nederlanders tegen de belastingherzieningen aan? Rapport Kenmerk: Maart 2015

Hoe kijken FNV-leden en Nederlanders tegen de belastingherzieningen aan? Rapport Kenmerk: Maart 2015 Hoe kijken FNV-leden en Nederlanders tegen de belastingherzieningen aan? Rapport Kenmerk: 20024 Maart 2015 Inhoudsopgave Geschreven voor Inleiding 3 Conclusies 5 Resultaten Huidige belastingstelsel 7 Werk

Nadere informatie

DE GEWENSTE VERVANGING VAN DE FORFAITAIRE RENDEMENTSHEFFING

DE GEWENSTE VERVANGING VAN DE FORFAITAIRE RENDEMENTSHEFFING ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Fiscale Economie DE GEWENSTE VERVANGING VAN DE FORFAITAIRE RENDEMENTSHEFFING Remco Ibelings Studentnummer: 434133 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

Prinsjesdag 2018: belastingplan 2019

Prinsjesdag 2018: belastingplan 2019 Prinsjesdag 2018: belastingplan 2019 Veranderingen zijn dus nog mogelijk. De regering heeft op Prinsjesdag 18 september 2018 haar plannen voor 2019 bekendgemaakt. Hieronder een kort overzicht van een aantal

Nadere informatie

De hoogtepunten in het. Belastingplan 2016. 7 oktober 2015. Frank Kerkhof Directielid en fiscalist bij Alfa Accountants en Adviseurs Bennekom

De hoogtepunten in het. Belastingplan 2016. 7 oktober 2015. Frank Kerkhof Directielid en fiscalist bij Alfa Accountants en Adviseurs Bennekom De hoogtepunten in het Belastingplan 2016 7 oktober 2015 Frank Kerkhof Directielid en fiscalist bij Alfa Accountants en Adviseurs Bennekom Wat is het Belastingplan 2016 niet? Het is niet de ingrijpende

Nadere informatie

BELASTINGHEFFING OVER VERMOGENSINKOMSTEN

BELASTINGHEFFING OVER VERMOGENSINKOMSTEN ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Erasmus School of Economics Bachelorscriptie BELASTINGHEFFING OVER VERMOGENSINKOMSTEN Naam student: Mariska van der Ploeg Studentnummer: 320136 Begeleidster:

Nadere informatie

(Verwachte) fiscale wijzigingen Belastingplan 2018 en Regeerakkoord

(Verwachte) fiscale wijzigingen Belastingplan 2018 en Regeerakkoord UW ONDERNEMING, ONZE ERVARING (Verwachte) fiscale wijzigingen Belastingplan 2018 en Regeerakkoord mr. B. (Bas) Opmeer Programma 2 Politieke werkelijkheid Tarieven en vrijstellingen Box 3 Schenkbelasting

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012 C-181/12-1 Zaak C-181/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 april 2012 Verwijzende rechter: Finanzgericht Düsseldorf (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Piketty en belastingen op kapitaal 1

Piketty en belastingen op kapitaal 1 Piketty en belastingen op kapitaal 1 Bas Jacobs 2 Thomas Piketty heeft met een zeer indrukwekkend boek een publiek debat over vermogens aangezwengeld. Hij stelt voor om in internationaal verband een progressieve

Nadere informatie

Belastingcijfers 2015

Belastingcijfers 2015 Belastingcijfers 2015 Box 1 - inkomen uit werk en woning Schijventarief voor personen jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd: Belastbaar inkomen doch niet belastingtarief tarief premie volksverzekeringen

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie I

Eindexamen vwo economie I Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing

Nadere informatie

VOORSTELLEN VOOR HET VERKLEINEN VAN DE VERMOGENSONGELIJKHEID

VOORSTELLEN VOOR HET VERKLEINEN VAN DE VERMOGENSONGELIJKHEID VOORSTELLEN VOOR HET VERKLEINEN VAN DE VERMOGENSONGELIJKHEID Emile Roemer Farshad Bashir November 2015 ER IS GENOEG VOOR IEDEREEN VOORSTELLEN VOOR HET VERKLEINEN VAN DE VERMOGENSONGELIJKHEID 2 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden Paragraaf 1 Nationaal inkomen en welvaart Economie samenvatting H8 Om de welvaart in een land te meten gebruik je het bbp (bruto binnenlands product). Dat is de omvang van de totale productie in het hele

Nadere informatie

Belastingen in Nederland: liberaal noch sociaal

Belastingen in Nederland: liberaal noch sociaal 11 Belastingen in Nederland: liberaal noch sociaal Zonder dat iemand er erg in had zijn de lasten op arbeid de laatste jaren sterk omhooggegaan. De vermogende gepensioneerden zijn spekkoper, de jonge tweeverdieners

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Hoe zit het met op 31-12-2012 al bestaande hypotheken vanaf 1-1-2013?

Hoe zit het met op 31-12-2012 al bestaande hypotheken vanaf 1-1-2013? Hoe zit het met op 31-12-2012 al bestaande hypotheken vanaf 1-1-2013? Voor alle op 31 december 2012 bestaande hypotheken blijven de oude hypotheekregels van kracht. Oversluiten van een bestaande schuld

Nadere informatie

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij. 2.2 Kinderjaren Het krijgen van kinderen heeft voor ouders economische gevolgen: 1. Ouders krijgen minder tijd voor andere zaken en gaan bv. minder werken; 2. Kinderen kosten geld. De overheid komt ouders

Nadere informatie

Den Haag, 9 oktober 2015. Welkom bij de workshop

Den Haag, 9 oktober 2015. Welkom bij de workshop Den Haag, 9 oktober 2015 Welkom bij de workshop Programma en even voorstellen 1. Financieel Fit 2. Voorgestelde wijziging Box 3 Prinsjesdag 2015 3. Overdracht bij overlijden 4. Overdracht door schenken

Nadere informatie

Cursusboek. Verstandig schenken

Cursusboek. Verstandig schenken Cursusboek Verstandig schenken Verstandig schenken Beste cursist, Mensen schenken vanuit verschillende motieven. De één wil erfbelasting voorkomen, de ander wil zijn kind of een dierbare helpen of wil

Nadere informatie

Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014)

Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014) Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014) Box 1: Belastbaar inkomen uit werk en woning (2013) Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning : Inkomen uit werk en woning bestaat uit inkomsten

Nadere informatie

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland, op Bonaire & op Curaçao. Second Home oktober Utrecht. Maurice De Clercq

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland, op Bonaire & op Curaçao. Second Home oktober Utrecht. Maurice De Clercq Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland, op Bonaire & op Curaçao Second Home oktober 2017 - Utrecht Maurice De Clercq Agenda 1. Inwonerschap & belastingplicht 2. Een tweede woning in Nederland

Nadere informatie

Aan de Hoge Raad der Nederlanden Postbus EH Den Haag. Datum Betreft: Conclusie van de Advocaat-Generaal. Edelhoogachtbaar College,

Aan de Hoge Raad der Nederlanden Postbus EH Den Haag. Datum Betreft: Conclusie van de Advocaat-Generaal. Edelhoogachtbaar College, Aan de Hoge Raad der Nederlanden Postbus 20303 2500 EH Den Haag Datum Betreft: Conclusie van de Advocaat-Generaal Ons kenmerk DGB 2016-568 Edelhoogachtbaar College, Uw brief (kenmerk) 14/05020 Naar aanleiding

Nadere informatie

1. Alle belastingplichtigen

1. Alle belastingplichtigen 1. Alle belastingplichtigen Aanpassing box 3-heffing en lastenverlichting Inkomstenbelastingtarieven middeninkomens omlaag De inkomstenbelastingtarieven in de tweede en derde schijf gaan omlaag. In de

Nadere informatie

SP-voorstel fiscale behandeling eigen woning

SP-voorstel fiscale behandeling eigen woning CPB Notitie Datum : 27 augustus 2004 Aan : de SP, de heer E. Irrgang SP-voorstel fiscale behandeling eigen woning 1 Inleiding De SP-fractie heeft het CPB gevraagd de budgettaire en koopkrachteffecten te

Nadere informatie

Gooilanden. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning

Gooilanden. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning Gooilanden Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning 1. Inleiding 2. Omzetbelasting 2.1 Btw-ondernemer 2.2 Aftrek van voorbelasting 2.2.1 Geen privé gebruik recreatiewoning 2.2.2 Privé gebruik

Nadere informatie

ACTUALIA FISCALE ECONOMIE

ACTUALIA FISCALE ECONOMIE Erasmus Open Dag Bachelor 2016 ACTUALIA FISCALE ECONOMIE PROF. DR. PETER KAVELAARS 05 maart 2016 ACTUALIA FISCALE ECONOMIE Actualia fiscale economie Pagina 2 OPBRENGSTEN 2016 DIRECTE BELASTINGEN 69,9 -

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten

Nadere informatie

OKTOBER 2016 TAK NIEUWSBRIEF

OKTOBER 2016 TAK NIEUWSBRIEF OKTOBER 2016 TAK NIEUWSBRIEF Algemeen Verzekeringscontrole Het was een ramp in Zuid-Oost Brabant na de storm die hier gewoed heeft. Er waren mensen niet goed of helemaal niet verzekerd voor deze schade.

Nadere informatie

Nederland belastingparadijs voor uw 2 e en 1 e woning

Nederland belastingparadijs voor uw 2 e en 1 e woning Nederland belastingparadijs voor uw 2 e en 1 e woning Second Home juni 2015 - Antwerpen Maurice De Clercq - Niek Op den Kamp - Harjit Singh ESJ Accountants & Belastingadviseurs Agenda 1. Een tweede woning

Nadere informatie

Vermogensaanwas- of vermogenswinstbenadering voor vermogen in de inkomstenbelasting?

Vermogensaanwas- of vermogenswinstbenadering voor vermogen in de inkomstenbelasting? Vermogensaanwas- of vermogenswinstbenadering voor vermogen in de inkomstenbelasting? Prof. dr. Arie Rijkers, 25 januari 2018 Vereniging voor Belastingwetenschap 2018 MIJN FOCUS: Wet IB 1964 A geniet salaris

Nadere informatie

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24 Inhoud Lijst van afkortingen 13 Studiewijzer 15 Inleiding belastingrecht 17 Deel 1 Inkomstenbelasting 24 1 Algemene uitgangspunten 26 1.1 Wie moet belasting betalen? (art. 1.1 en 1.2 Wet IB) 26 1.2 Waarover

Nadere informatie

Wijziging Gebruikelijkloonregeling

Wijziging Gebruikelijkloonregeling Notitie Wijziging Gebruikelijkloonregeling datum 5 november 2015 Aan Van StartupDelta N. Rosenboom en T. Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2015-78 Conclusie SEO Economisch Onderzoek heeft de

Nadere informatie

1 Belastingplannen 2016

1 Belastingplannen 2016 1 Belastingplannen 2016 1.1 Inkomstenbelasting 1.1.1 Belastingverlaging in de tweede en derde belastingschijf Het tarief in de tweede en derde belastingschijf in de inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen

Nadere informatie

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Werk en inkomen Wettelijk minimumloon en uitkeringsbedragen De bruto bedragen van het wettelijk minimumloon

Nadere informatie

Examen VWO. Economie 1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Economie 1,2 (nieuwe stijl) Economie 1,2 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 2 juni 13.3 16.3 uur 2 1 Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen; het examen bestaat uit 3

Nadere informatie

Slim Schenken en nalaten

Slim Schenken en nalaten Slim Schenken en nalaten U wilt geld schenken aan bijvoorbeeld uw kind, kleinkind, een willekeurig persoon of een goed doel. Op die manier kunt u hen financieel ondersteunen. Afhankelijk van aan wie u

Nadere informatie

Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001

Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001 Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001 Werkstuk door een scholier 1702 woorden 21 maart 2001 6,3 131 keer beoordeeld Vak Economie VOORAF. Deze brochure is geschreven voor een modaal gezin en een gezin

Nadere informatie

Vijf jaar Wet IB 2001; Kapitaalverzekeringen. Herman M. Kappelle. 1. Wat wilde de wetgever bereiken?

Vijf jaar Wet IB 2001; Kapitaalverzekeringen. Herman M. Kappelle. 1. Wat wilde de wetgever bereiken? Vijf jaar Wet IB 2001; Kapitaalverzekeringen Herman M. Kappelle 1. Wat wilde de wetgever bereiken? Terzake van de wijzigingen van het fiscale regime van de kapitaalverzekeringen in de Wet IB 2001, had

Nadere informatie

1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers, makelaars en soldaten?

1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers, makelaars en soldaten? Samenvatting door een scholier 1896 woorden 6 februari 2007 5,7 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting : 1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers,

Nadere informatie

1. Gevolgen uitspraak inzake overlijdenseis periodieke giften

1. Gevolgen uitspraak inzake overlijdenseis periodieke giften 1 2 BIJLAGE Toelichting knelpunten: 1. Gevolgen uitspraak inzake overlijdenseis periodieke giften De uitspraak van rechtbank Zeeland-West Brabant ( 27 augustus 2015, nr AWB 15/424 (RBZWB:2015:5628) leidt

Nadere informatie

WEA Deltaland Accountants & Adviseurs

WEA Deltaland Accountants & Adviseurs WEA Deltaland Accountants & Adviseurs Welkom in de wondere wereld van fiscalisten Algemeen / Particulier Ondernemer DGA Eigen woning Los een klein (rest) hypotheek af Haal het maximale uit uw hypotheek

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten

Nadere informatie

De winkelier ontvangt dus meer btw dan dat hij betaald. Het verschil van 29,40 21,- = 8,40 draagt de winkelier af aan de belastingdienst.

De winkelier ontvangt dus meer btw dan dat hij betaald. Het verschil van 29,40 21,- = 8,40 draagt de winkelier af aan de belastingdienst. Hoofdstuk 3 Paragraaf 1 Belastingen op aankopen Geld voor de overheid Berekening btw Btw = belasting toegevoegde waarde. De consument betaalt aan de winkelier het verkoopbedrag + de btw. Dit noemt men

Nadere informatie

NAAR EEN NIEUWE ECONOMIE

NAAR EEN NIEUWE ECONOMIE NAAR EEN NIEUWE ECONOMIE LILIAN MARIJNISSEN OKTOBER 2019 Tijd voor een nieuwe economie De neoliberale economische ordening faalt en steeds meer partijen lijken dat in te zien. Na de grote financiële crisis

Nadere informatie

Werking box 3: inkomsten uit sparen en beleggen. Inleiding

Werking box 3: inkomsten uit sparen en beleggen. Inleiding Werking box 3: inkomsten uit sparen en beleggen Inleiding In box 3 wordt het inkomen uit vermogen van een belastingplichtige belast. Het vermogen bestaat uit de bezittingen van een belastingplichtige min

Nadere informatie

Aanpassing richtlijn kinderalimentatie

Aanpassing richtlijn kinderalimentatie Aanpassing richtlijn kinderalimentatie Werkgroep alimentatienormen 16 november 2012 Aanpassing richtlijn kinderalimentatie Stap 1: netto besteedbare inkomen Voor alimentatiedoeleinden is het netto inkomen,voorzien

Nadere informatie

Schenk- en erfbelasting. Internationale aspecten

Schenk- en erfbelasting. Internationale aspecten Schenk- en erfbelasting. Internationale aspecten Besluit van 15 oktober 2014, nr. BLKB2013M/1870M, Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende

Nadere informatie

Druk van de inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen

Druk van de inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen Druk van de inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen Tineke de Jonge, Peter Meuwissen en Reinder Lok Het CBS ontwikkelt een nieuwe belastingsstatistiek. Als eerste zijn daarin de inkomstenbelasting

Nadere informatie

CBS: Inkomensverschillen zijn stabiel en relatief klein

CBS: Inkomensverschillen zijn stabiel en relatief klein Persbericht PB14 036 02 06 2014 16.00 uur CBS: Inkomensverschillen zijn stabiel en relatief klein De inkomensverschillen bleven in 2008-2012 nagenoeg onveranderd Ontwikkelingen op de woningmarkt laten

Nadere informatie

Uitgebreide onderzoeksbeschrijving statistiek nalatenschappen

Uitgebreide onderzoeksbeschrijving statistiek nalatenschappen van Daniël J. Herbers onderwerp Procesbeschrijving Statistiek Nalatenschappen datum 13 januari 20178 Uitgebreide onderzoeksbeschrijving statistiek nalatenschappen 1. Inleiding De statistiek nalatenschappen

Nadere informatie

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de NVOG Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de

Nadere informatie

Administratiekantoor Van den Dungen B.V. Nieuwsbrief 2018, 7 e jaargang, 13 e editie

Administratiekantoor Van den Dungen B.V. Nieuwsbrief 2018, 7 e jaargang, 13 e editie Nieuwsbrief 2018, 7 e jaargang, 13 e editie Inhoud 1. Verhoging lage BTW-tarief van 6% naar 9% 2. Veranderingen vennootschapsbelasting en dividendbelasting box 2 3. Overige wijzigingen 4. Eindejaarstips

Nadere informatie

1. Inkomstenbelasting/premie

1. Inkomstenbelasting/premie Tabellen IB/PH 1.1 1. Inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2016 1.1 Inkomstenbelasting 1.1.1 Belastingplicht Inkomstenbelasting wordt geheven van natuurlijke personen. Binnenlandse belastingplichtigen

Nadere informatie

Fiscaal memo (aangifte 2017)

Fiscaal memo (aangifte 2017) Fiscaal memo (aangifte 2017) 1. Inleiding AmsterdamGold heeft het genoegen u hierbij een memorandum te verstrekken waarin enkele fiscale aspecten worden behandeld, die bij aanschaf, bezit en verkoop van

Nadere informatie