de Stichting voor Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs ***, verweerster, gemachtigde: mr. H.A.A. Berendsen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "de Stichting voor Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs ***, verweerster, gemachtigde: mr. H.A.A. Berendsen"

Transcriptie

1 COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET PROTESTANTS CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS EN HOGER BEROEPSONDERWIJS UITSPRAAK in de zaak van: J. te A., appellant, gemachtigde: mr. H.J. Weekers tegen de Stichting voor Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs ***, verweerster, gemachtigde: mr. H.A.A. Berendsen 1. Het procesverloop. 1.1 Bij schrijven gedateerd 5 augustus 2014, bij de Commissie ingekomen op 11 augustus 2014, heeft mr. H.J. Weekers (werkzaam bij ARAG te Leusden) namens appellant beroep ingesteld tegen het besluit van verweerster hem in het schooljaar minder dan 50 % van zijn lessen in de bovenbouw van de HAVO/VWO op te dragen, zoals dit besluit blijkt uit een op 16 juli 2014 gedateerd document van de directie van het onder verweerster ressorterende (S) College (hierna: de school) te Amersfoort. Bij schrijven van 12 augustus 2014 heeft mr. Weekers het beroep aangevuld. 1.2 Namens verweerster heeft mr. H.A.A. Berendsen (advocaat te Heerlen) bij schrijven van 16 september 2014 een verweerschrift bij de Commissie ingediend. 1.3 Mr. Weekers, voornoemd, heeft bij brief van 6 oktober 2014 namens appellant gereageerd op het verweerschrift. Op de inhoud hiervan heeft mr. Berendsen, voornoemd, namens verweerster bij brief van 30 oktober 2014 gereageerd. 1.4 Op 9 december 2014 heeft de Commissie het beroep behandeld in een openbare zitting te Den Haag. Partijen hebben aldaar hun standpunten toegelicht, appellant bijgestaan door zijn gemachtigde en verweerster bij monde van haar gemachtigde alsmede drs. R., voorzitter van het College van Bestuur van verweerster, drs. E., rector van de school, en drs. C., plaatsvervangend rector van de school. 2. Van belang zijnde bepalingen. Ingevolge artikel 52, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) is het mogelijk beroep in te stellen bij de Commissie van Beroep waarbij de werkgever is aangesloten tegen een beslissing van het bevoegd gezag inhoudende het direct of indirect onthouden van promotie.

2 In artikel 19, eerste lid, aanhef en onder d, van de verlengde CAO-VO is bepaald dat de werknemer in beroep kan gaan bij de Commissie van Beroep waarbij de werkgever krachtens artikel 52 WVO is aangesloten tegen een door de werkgever genomen besluit inhoudende het direct of indirect onthouden van promotie. In de CAO-VO is deze beroepsmogelijkheid vervat in artikel 20. Artikel 5.2 van de verlengde CAO-VO , dat als opschrift heeft Entreerecht LD, luidt als volgt: Vanaf 1 augustus 2014 heeft elke docent met een eerstegraadsbevoegdheid, die structureel 50 % of meer van zijn lessen geeft in een of meer van de jaren 4 en 5 HAVO en/of 4, 5 en 6 VWO recht op een LD-functie. Artikel 5.2 van de CAO-VO , dat als opschrift heeft Entreerecht LD, luidt als volgt: 1. Vanaf 1 augustus 2014 heeft elke leraar met een eerstegraads bevoegdheid die 50 % of meer van zijn lessen binnen structurele formatie 1 geeft in een of meer van de jaren 4 en 5 HAVO en/of 4,5 en 6 VWO recht op een LD-functie. 2. Het entreerecht vervalt per 31 juli Leraren die voor 1 augustus 2014 zijn gestart voor een master/eerste graadsbevoegdheid en voldoen aan het gestelde in lid 1, hebben tot en met 31 juli 2017 nog recht op het entreerecht. Toelichting Indien een leraar die benoemd is op basis van het entreerecht uiterlijk op 1 augustus 2016 niet voldoet aan de functievereisten van de functiebeschrijving die de werkgever op grond van artikel 12.4 CAO-VO heeft vastgesteld, kan hij teruggeplaatst worden in zijn oude functie. De inschaling geschiedt op het laatstelijk genoten salaris of het naast hogere bedrag, niet hoger dan het maximum behorende bij het carrièrepatroon van de oude functie. Artikel 11.3 van de verlengde CAO-VO , dat als opschrift heeft Eerste graads docentfunctie, luidt als volgt: 1. Indien voor 31 december 2010 niet een eerste stap wordt gezet in de verhoging van het aandeel LD-functies in de functiemix treedt het recht bedoeld in artikel 5.2 met onmiddellijke ingang in werking. 2. De werkgever stelt in overleg met de P(G)MR tevens een beleid vast voor de stapsgewijze toekenning van nieuwe LD-functies in de periode tot 1 augustus 2014 met in achtneming van het gestelde in artikel 5.2. Een bepaling met de inhoud van artikel 11.3 komt niet meer voor in de CAO-VO Onder structurele formatie wordt verstaan formatie niet zijnde projectformatie en kortdurende vervanging minder dan een jaar. 2 Sociale partners stellen een commissie in die onderzoekt hoe de doelstellingen uit het Convenant Leerkracht kunnen worden behaald, anders dan door het entreerecht. De commissie zal worden verzocht om uiterlijk februari 2015 het onderzoek af te ronden. Sociale partners zullen een op overeenstemming gericht overleg voeren over de aanbevelingen van de commissie. 2

3 3. Voorgeschiedenis. 3.1 Per 1 juli 2008 is het Convenant Leerkracht van Nederland van kracht geworden. Sociale partners en de minister van OCW hebben afgesproken dat het voor de versterking van het beroep van leraar nodig is om onder meer de beloning van de leraar te verbeteren. Daarom moeten meer loopbaanmogelijkheden worden gerealiseerd en moeten er kortere salarislijnen komen. In het convenant zijn afspraken vastgelegd met betrekking tot versterking van de functiemix. De Commissie citeert: Doelbestemming Het extra budget voor de invulling van meer hogere leraarsfuncties is uitsluitend bestemd voor de realisatie van meer OP-formatie in de schalen LC en LD en dient daar ook elk jaar volledig voor te worden ingezet. De extra formatie op grond van het budget voor de functiemix wordt uitsluitend toegekend aan leraren met lesgeven als hoofdtaak, dat wil zeggen dat zij in overwegende mate (bedoeld is meer dan ca. 60 %) zijn belast met een lestaak. (.) Invulling functiemix Sociale partners zullen in de CAO landelijke doelen opnemen over de te realiseren functiemix. (.) De werkgever stelt in overleg met de P(G)MR jaarlijks het volume aan functies vast dat omgezet wordt in hogere functies. (.) De werkgever en P(G)MR geven per functiegroep (LC en LD) aan hoeveel functies in dat jaar gerealiseerd worden. LD functie Leraren met een eerstegraads bevoegdheid, die ongeacht de omvang, in de bovenbouw structureel lesgeven hebben recht op een LD functie. Partijen zullen dit recht in de CAO verankeren. 3.2 In de CAO s vanaf 2008 zijn vervolgens bepalingen opgenomen over het entreerecht. 3.3 Op 15 april 2014 is het Onderhandelaarsakkoord CAO-VO tot gesloten. Partijen hebben daarbij afspraken gemaakt over onder meer het entreerecht. Deze luiden als volgt: Entreerecht Partijen erkennen dat het entreerecht onevenwichtige en ongewenste effecten heeft. Er zijn echter verwachtingen gewekt, en partijen vinden het niet acceptabel zo vlak voor de inwerkingtreding van het recht die verwachtingen ongedaan te maken. Daarom zal het entreerecht als volgt worden aangepast: Vanaf 1 augustus 2014 heeft elke docent met een eerstegraads bevoegdheid, die meer dan 50 % van zijn lessen, binnen structurele formatie 3 geeft in een of meer van de jaren 4 en 5 HAVO en/of 4,5 en 6 VWO recht op een LD functie. Het entreerecht vervalt per 31 juli Docenten die voor 1 augustus 2014 zijn gestart voor een master/eerste graads-bevoegdheid en meer dan 50 % lesgeven in de bovenbouw hebben tot en met 31 juli 2017 nog recht op het entreerecht. In de toelichting op het artikel betreffende het entreerecht komt te staan: 3 Onder structurele formatie wordt verstaan formatie niet zijnde projectformatie en kortdurende vervanging minder dan een jaar. 3

4 Indien een docent die benoemd is op basis van het entreerecht uiterlijk op 1 augustus 2016 niet voldoet aan de functievereisten van de functiebeschrijving die de werkgever op grond van artikel 11.5 CAO-VO heeft vastgesteld, kan hij teruggeplaatst worden in zijn oude functie met bijbehorende salaristrede, zonder behoud van salarisperspectief van de LD functie. Daarnaast wordt een commissie ingesteld die onderzoekt hoe de doelstellingen uit het Convenant Leerkracht kunnen worden behaald, anders dan door het entreerecht. De commissie zal worden verzocht om uiterlijk februari 2015 het onderzoek af te ronden. Sociale partners zullen een op overeenstemming gericht overleg voeren over de aanbevelingen van de commissie. 4. Beoordeling van het geschil. Toepasselijke CAO 4.1 De Commissie is, anders dan verweerster, van oordeel dat de verlengde CAO-VO (hierna: de CAO) als toetsingskader in dit beroep moet worden gehanteerd. Beslissend is daarbij dat de besluitvorming van verweerster, zoals neergelegd in het document van 16 juli 2014 (hierna aan te duiden als het bestreden besluit), is genomen onder de vigeur van die regeling. Hieraan doet niet af dat verweerster bij haar besluitvorming is uitgegaan van de tekst van het Onderhandelaarsakkoord van 15 april Ontvankelijkheid 4.2 De Commissie gaat er in de onderhavige zaak vanuit, dat onder promotie dient te worden verstaan: de overgang naar een hogere functie Uit het bestreden besluit blijkt, dat appellant in het schooljaar minder dan 50 % van zijn lessen natuurkunde zal geven in de bovenbouw. Nu dit besluit ten gevolge heeft dat appellant niet aan de voorwaarden van de bepaling van artikel 5.2 van de CAO voldoet en dientengevolge niet voor een hogere functie in aanmerking komt, betreft het bestreden besluit het indirect onthouden van promotie. In zoverre is sprake van een voor beroep vatbaar besluit als bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de CAO. Ook aan de overige ontvankelijkheidseisen is voldaan, zodat appellant kan worden ontvangen in zijn beroep. Inhoudelijke beoordeling 4.4 Vervolgens dient de Commissie het bestreden besluit inhoudelijk te toetsen. Zij zal daartoe eerst de standpunten van partijen (voor zover van belang) samengevat weergeven Appellant heeft aangevoerd, dat hij vanaf zijn indiensttreding op 1 augustus 2010 is belast met meer dan 50 % lessen in de bovenbouw HAVO/VWO, achtereenvolgens 85, 88, 81 en 63 %. Hij is vanaf zijn indiensttreding werkzaam in een LC-functie. Hij heeft gewezen op het Convenant en de CAO-VO , waarin is opgenomen dat docenten die structureel meer dan 50 % les geven in de bovenbouw, per 1 augustus 2014 recht hebben op een LD-functie. Daarnaast is in die CAO opgenomen dat elke school een minimumpercentage aan LC- en LD-functies moet hebben per 1 4

5 augustus Verweerster heeft zich dus al een aantal jaren kunnen voorbereiden op de formatie per 1 augustus Appellant is van mening, dat verweerster oneigenlijk gebruik maakt van het instrument van lestoedeling door hem vanaf 1 augustus 2014 minder dan 50 % lessen in de bovenbouw te geven. Bij ongewijzigde lestoedeling zou aan appellant op grond van het entreerecht een LD-functie moeten worden toebedeeld per 1 augustus In de sectie natuurkunde zijn drie docenten werkzaam, allen eerstegraads. Twee docenten hebben al een LD-functie. Op basis van ingrijpen door de directie in de urenverdeling zijn de meeste lessen in de bovenbouw aan de twee docenten met een LDfunctie toebedeeld. Voor appellant bleven daarna te weinig lessen over om aan een percentage van 50 te komen. Appellant wijst erop, dat verweerster heeft aangegeven dat zij in financiële problemen zou komen bij ongewijzigde lessentoedeling in samenhang met het entreerecht omdat daardoor te veel docenten in LD-functies zouden moeten worden benoemd. Het staat verweerster naar de mening van appellant niet vrij met een beroep op de functiemix het aantal uit te delen LD-functies te beperken; de functiemix is een ondergrens. Aangezien verweerster een lump sum-bekostiging ontvangt, moet zij prioriteiten stellen en zo nodig komen tot verschuivingen van budgetten zodat financieel ongewenste effecten zo veel mogelijk worden voorkomen. Het feit, dat verweerster wellicht in het verleden verkeerde prioriteiten heeft gesteld, mag niet ten nadele van appellant strekken Voorts verwijst appellant naar het Onderhandelaarsakkoord, waar uitdrukkelijk wordt gesproken over gewekte verwachtingen. Ook de onderhandelaars gingen er naar de mening van appellant vanuit, dat bij structurele toedeling van meer dan 50 % van bovenbouwlessen, het een werkgever niet vrij staat om het lestoedelingsprincipe te wijzigen en dan ook nog op het allerlaatste moment - enkel om aan het gevolg van toedeling van een LD-functie te ontkomen. Nu appellant in het verleden meer dan 50 % les heeft gegeven in de bovenbouw, voldoet hij naar zijn mening aan het begrip structureel in artikel 5.2 van de CAO en daarmee aan de voorwaarden om voor een LD-functie in aanmerking te komen. Appellant heeft voorts nog aangevoerd, dat een van de twee docenten met een LD-functie minder dienstjaren heeft dan hij. Die collega werkt sinds 2007 bij verweerster. Appellant heeft voor zijn huidige dienstverband ook voor verweerster gewerkt, namelijk van 2001 tot Verweerster is van mening dat voor het in aanmerking komen voor een LD-functie uitsluitend bepalend is de omvang van de lesseninzet per 1 augustus 2014, en niet de inzet voor lessen in de jaren daarvoor. Appellant geeft met ingang van 1 augustus 2014 slechts 7,5 van zijn 15,5 lesuren in de bovenbouw HAVO/VWO. Verweerster stelt zich, onder verwijzing naar het Onderhandelaarsakkoord, zoals dat inmiddels ook in de CAO-VO is opgenomen, op het standpunt, dat structureel moet worden gelezen als in de structurele formatie. Verweerster verwijst daarbij ook naar de voetnoot die in de nieuwe CAO is opgenomen over wat onder structurele formatie moet worden verstaan Onder verwijzing naar andere uitspraken van de Commissie, waarin het bevoegd gezag de bevoegdheid tot lessentoedeling alleen had gebruikt om te voorkomen dat de werknemer gebruik zou kunnen maken van het entreerecht, heeft verweerster uiteengezet dat daarvan hier geen sprake is. Verweerster heeft uitvoering gegeven aan het sinds 2009 geldende beleid. Dit beleid houdt het volgende in. De directie van de school streeft naar zo hoog mogelijk gekwalificeerde docenten voor de leerlingen. Hierdoor werken binnen de school relatief veel eerstegraads bevoegde docenten (56 %). Beleid binnen de school is dat alle docenten zich ontwikkelen. Daarom wordt vanaf 2009 gewerkt 5

6 met het ontwikkelprogramma Keiwijzer en Keimaat. Binnen dit programma heeft elke docent de mogelijkheid zich verder te kwalificeren en daarmee ook een hogere functieschaal te realiseren. Het doorstromen van LB naar LC en van LC naar LD is echter geen automatisme. De procedure is als volgt. In het Keiwijzer-traject dient de docent aan de hand van een 360 graden feedback een persoonlijk ontwikkelingsplan op te stellen, samen met zijn of haar leidinggevende. Daarna gaat de docent aan de hand van dit plan aan de slag met zijn ontwikkelingsplan. Zodra de docent denkt dat hij aan alle vastgestelde competenties voldoet, kan hij de Keimaat aanvragen. Er wordt dan beoordeeld of de docent voldoet en zou kunnen worden bevorderd naar een naast hogere functie. Dit is geen automatisme. Alleen indien er vacatureruimte is binnen de betreffende vaksectie, kan de docent worden bevorderd. Indien dat niet het geval is, moet hij afwachten tot er vacatureruimte is. Verweerster is van mening dat met Keimaat en Keiwijzer uitvoering wordt gegeven aan het Convenant leerkracht Naast uitvoering geven aan dit beleid moet verweerster ook de CAO uitvoeren. De CAO legt in artikel 5.2 een nadrukkelijke koppeling tussen lesgeven in de bovenbouw en het recht op de functie van docent LD. In het document CAO VO per 1/8/2014 en vertaling naar schooljaar staat vermeld, dat het entreerecht een frictie geeft met de functiemix. Ongelimiteerde uitgifte van LD-functies met het entreerecht betekent dat er acht fte meer aan LD-functies zou worden uitgegeven dan op grond van de functiemix wordt bekostigd; bovendien zou het aantal beschikbare LC-functies dalen. Voorts gaat het entreerecht in tegen het bestaande en zorgvuldig opgestelde promotiebeleid. Het entreerecht schaadt en beperkt de carrièremogelijkheden van (jonge) eerstegraads docenten en van de huidige tweedegraads docenten. De directie zag zich daarom genoodzaakt het entreerecht waar mogelijk en technisch uitvoerbaar in te perken tot het niveau van de LD-formatie zoals de functiemix aangeeft. Dat impliceerde dat de directie de lessenverdeling voor het schooljaar (deels) heeft moeten sturen. In het kader van de inperking van het entreerecht heeft de directie het criterium van opgebouwde ervaring (lengte diensttijd binnen het onderwijs + leeftijd) als (eenmalig) criterium gehanteerd, conform afspraak met de personeelsgeleding. De toedeling van lessen verliep als volgt. Aan zittende LD-docenten binnen een vaksectie werden met voorrang lessen in de bovenbouw gegeven. Nadat deze uren waren verdeeld, werden de resterende uren bovenbouw met toepassing van het anciënniteitscriterium verdeeld over de overige docenten. Indien deze verdeling ertoe leidde, dat een docent minimaal 50 % van zijn lessen in de bovenbouw gaf, werd aan deze docent de functie van docent LD toegekend. Toepassing binnen de vaksectie natuurkunde leverde het volgende op. Binnen deze vaksectie zijn drie docenten met een eerstegraads bevoegdheid, waarvan twee in een LD-functie en appellant in de functie LC. Op basis van het vorenomschreven beleid werden de bovenbouwuren eerst aan de docenten met een LD-functie toebedeeld; dit betrof 15 en 14 uur. Aangezien er 36 lesuren in de bovenbouw (en 15 in de onderbouw) zijn te verdelen, resteerden voor appellant zeven lesuren. Het anciënniteitscriterium is bij de toedeling in het geheel niet aan de orde geweest. Door het beperkte aantal lessen in de bovenbouw kunnen verschuivingen snel leiden tot afwijkende verhoudingen tussen onder- en bovenbouw ten opzichte van voorgaande jaren. Op de school bestond geen behoefte aan meer LD-docenten bij de sectie natuurkunde. Goed beschouwd komt het standpunt van appellant erop neer, dat hij het niet eens is met het beleid zoals afgesproken met de personeelsgeleding. In de visie van appellant zou verweerster minder eerstegraads docenten hebben moeten aannemen. Dat zou de kwaliteit van het onderwijs echter aantasten, aldus verweerster. 6

7 4.5 De Commissie overweegt omtrent het bovenstaande geschilpunt het volgende Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad dienen bepalingen in een CAO te worden uitgelegd naar de objectieve en voor derden kenbare bedoeling van de CAO sluitende partijen, zoals die blijkt uit de bewoordingen, gelezen in het licht van de gehele CAO, waarbij betekenis toekomt aan alle omstandigheden van het geval, en gewaardeerd naar de eisen van de redelijkheid en billijkheid en waarbij acht geslagen kan worden op de elders in de CAO gebruikte formuleringen en op de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de onderscheiden op zichzelf mogelijke tekstinterpretaties zouden leiden. Uit het Convenant Leerkracht van Nederland, zoals hiervoor weergegeven, blijkt genoegzaam, dat het streven erop zal zijn gericht om leraren meer doorgroei- en promotiemogelijkheden te bieden. Daartoe dient onder meer de functiemix te worden versterkt, onder andere doordat jaarlijks het aantal functies moet worden vastgesteld dat wordt omgezet in hogere functies en door te bepalen dat leraren met een eerstegraadsbevoegdheid die, ongeacht de omvang, in de bovenbouw structureel lesgeven, recht hebben op een LD functie, welk recht in de CAO verankerd dient te worden. Dit entreerecht is vanaf 2008 in de CAO verankerd, zo ook in de (verlengde) CAO Het entreerecht is geregeld in deel 1 van deze CAO (de artikelen 1 tot en met 5). Ingevolge artikel 1.3, eerste lid, van die CAO is afwijken van artikelen in deel 1 niet toegestaan. De functiemix is geregeld in deel 2 van de CAO (te beginnen bij artikel 6), waarin onder meer streefcijfers en nadere bepalingen met betrekking tot de functiemix zijn opgenomen. Artikel 1.3, tweede lid, van de CAO bepaalt, dat de artikelen in deel 2 een minimumkarakter hebben, tenzij nadrukkelijk anders is bepaald. Gelet op het Convenant en de plaats van het entreerecht in een deel van de verlengde CAO , waarvan afwijking niet is toegestaan, is het naar het oordeel van de Commissie juist de bedoeling van de CAO-partijen (geweest) om grote prioriteit te geven aan toekenning van de LD-functie aan eerstegraads leraren die gedurende een aantal jaren in de bovenbouw hebben lesgegeven. Dat CAO-partijen ook ongewenste effecten van het entreerecht zagen, is ook expliciet in het Onderhandelaarsakkoord van april 2014 geconstateerd. Dit heeft vervolgens geleid tot aanpassingen, zoals vervat in het Onderhandelaarsakkoord en daarna in de CAO De Commissie ziet hierin een bevestiging van haar hiervoor weergegeven oordeel over de bedoeling van het entreerecht zoals neergelegd in artikel De Commissie erkent dat als uitgangspunt heeft te gelden dat verweerster haar schoolorganisatie zo mag inrichten als nodig is voor het in stand houden van een kwalitatief optimale en financieel gezonde onderwijsorganisatie. Het daarbij te voeren beleid dient, voor zover het betrekking heeft op het entreerecht, echter te blijven binnen de juridische kaders van (onder meer) de van toepassing zijnde CAO. In dit verband biedt artikel 5.2 van de CAO, welke bepaling imperatief is geredigeerd, weinig tot geen ruimte voor het voeren van een eigen beleid ten aanzien van de toekenning van de LD-functie. Zulk beleid was bijvoorbeeld denkbaar geweest met betrekking tot een nadere invulling van het begrip structureel, bijvoorbeeld in termen van het bepalen van het aantal jaren dat een docent in de bovenbouw moet hebben les gegeven om per 1 augustus 2014 in aanmerking te komen voor een LD-functie. Van een dergelijk beleid is in dit geval geen sprake. 7

8 4.5.3 Naar het oordeel van de Commissie is de door verweerster gevolgde hiervoor onder omschreven - toedeling van lessen, waarbij bovenbouwlessen eerst aan docenten met een LDfunctie worden toegedeeld, waarna de overige bovenbouwlessen aan de andere docenten worden toegedeeld met toepassing van het anciënniteitsbeginsel, in strijd met de imperatief geformuleerde tekst van artikel 5.2 van de CAO. Hieraan kan niet afdoen, dat verweerster met dit toedelingsbeleid haar ook naar de mening van de Commissie weloverwogen promotiebeleid met Keimaat en Keiwijzer beoogt te realiseren. Ook al zou verweerster over voldoende financiële middelen beschikken, dan zou zij, gelet op het grote belang bij uitvoering van dit promotiebeleid, ook de gevolgde toedeling van lessen hebben gevolgd, naar zij desgevraagd ter zitting heeft gesteld. Dat verweerster zelf ook wel heeft ingezien dat het entreerecht dwars door dit promotiebeleid heen kan lopen, blijkt uit haar eigen beleidsstuk Functiemix van idee naar werkelijkheid: de derde ronde in 2014, waar op pagina 6 in noot 8 wordt opgemerkt: Het zgn. entreerecht kan alle criteria naar de achtergrond dringen Thans zal de Commissie de vraag beantwoorden of appellant voldoet aan het criterium van het structureel geven van meer dan 50 % van de lessen in de bovenbouw HAVO/VWO voor toekenning van de LD-functie op basis van het entreerecht zoals vervat in artikel 5.2. Daarbij gaat de Commissie uit van 1 augustus 2010 tot en met De jaren tellen niet mee omdat appellant tussen 2007 en augustus 2010 elders werkzaam is geweest, zonder enige relatie met verweerster. Zoals blijkt uit hetgeen hiervoor onder is overwogen, ziet het begrip structureel in artikel 5.2 van de CAO naar het oordeel van de Commissie op de periode vóór 1 augustus Daarbij dient het wel te gaan om structurele lesuren. De Commissie vindt hiervoor steun in de definitie van structurele formatie in het ten tijde van het bestreden besluit reeds bekende Onderhandelaarsakkoord, hiervoor onder 3.3 opgenomen, waar wordt aangegeven dat onder structurele formatie niet wordt begrepen projectformatie en kortdurende vervanging minder dan een jaar. Niet in geschil is dat appellant vanaf 1 augustus 2010 tot en met het schooljaar meer dan 50 % van zijn lessen in de bovenbouw HAVO/VWO heeft gegeven. Daarbij is niet gesteld of gebleken dat hierbij sprake was van tijdelijke uren, welke niet worden meegerekend bij de berekening van het begrip structureel. Deze periode is naar het oordeel van de Commissie voldoende om vast te stellen dat appellant voldoet aan het begrip structureel als bedoeld in artikel 5.2 van de CAO. Daarbij is niet van belang of appellant Keimaat al dan niet heeft gevolgd. Nu de Commissie heeft vastgesteld dat appellant voldoet aan het criterium van structureel lesgeven voor 50 % of meer in de bovenbouw van HAVO/VWO, voldoet hij aan de voorwaarden voor toekenning van de LD-functie op grond van het entreerecht, op de voet van artikel 5.2 van de CAO. Door de wijze van urentoedeling, waarmee verweerster naar zij zelf heeft gesteld - voor het schooljaar heeft willen voorkomen dat er, gelet op de functiemix, te veel docenten in aanmerking zouden komen voor een LD-functie, heeft verweerster op oneigenlijke wijze gebruik gemaakt van haar bevoegdheid tot het toedelen van lessen. Verweerster heeft mitsdien niet in redelijkheid appellant minder dan 50 % van zijn gebruikelijke lessen in de bovenbouw kunnen toekennen. Deze handelwijze kan niet tot gevolg hebben, dat appellant niet in aanmerking komt voor een LD-functie. Daarbij klemt te meer, dat door deze handelwijze de duidelijke, dwingende bepaling van artikel 5.2 van de CAO wordt miskend. 8

9 4.5.5 Al hetgeen partijen overigens hebben aangevoerd, behoeft derhalve geen bespreking meer omdat dit aan de vorenstaande conclusie van de Commissie niet kan toe- of afdoen. 5. Beslissing. De Commissie verklaart het beroep gegrond. Aldus vastgesteld op 9 december 2014 te Den Haag, door mr. H. Pieffers, voorzitter, mr. J. Douwes, mr. T. Elzenga, mr. Th. Geurts en mr. R.T. Steinvoort-de Groot, leden, in aanwezigheid van mr. A.C. Melis-Gröllers, griffier, en getekend door de voorzitter en griffier voornoemd. 9

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS EN HOGER BEROEPSONDERWIJS UITSPRAAK. CvB VO-HBO U

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS EN HOGER BEROEPSONDERWIJS UITSPRAAK. CvB VO-HBO U COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS EN HOGER BEROEPSONDERWIJS UITSPRAAK CvB VO-HBO.2014.099-U.2015.04 in de zaak van: J. te H., appellant, tegen de Stichting voor Christelijk

Nadere informatie

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET PROTESTANTS CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS EN HOGER BEROEPSONDERWIJS. UITSPRAAK CvB.VO-HBO U.2015.

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET PROTESTANTS CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS EN HOGER BEROEPSONDERWIJS. UITSPRAAK CvB.VO-HBO U.2015. COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET PROTESTANTS CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS EN HOGER BEROEPSONDERWIJS UITSPRAAK CvB.VO-HBO.2014.148-U.2015.12 Entreerecht Voor het aanmerking komen voor het entreerecht toetst

Nadere informatie

1.2 Tegen dit besluit heeft appellant bij brief van 19 juni 2014 beroep bij de Commissie ingesteld.

1.2 Tegen dit besluit heeft appellant bij brief van 19 juni 2014 beroep bij de Commissie ingesteld. COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS EN HOGER BEROEPSONDERWIJS UITSPRAAK CvB.VO-HBO.2014.082-U.2014.11 in de zaak van: XX, appellant; tegen Stichting voor Protestants Christelijk

Nadere informatie

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS EN HOGER BEROEPSONDERWIJS UITSPRAAK. CvB.VO-HBO U

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS EN HOGER BEROEPSONDERWIJS UITSPRAAK. CvB.VO-HBO U COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS EN HOGER BEROEPSONDERWIJS UITSPRAAK CvB.VO-HBO.2014.125-U.2015.06 in de zaak van: G., te W., appellant, gemachtigde mr. G.A.M.C. Verschuren

Nadere informatie

het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever 106484 - Door werkneemster niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is haar ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te B,

Nadere informatie

Door werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden.

Door werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden. 106478 - Door werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,

Nadere informatie

Commissie van Beroep VO SAMENVATTING

Commissie van Beroep VO SAMENVATTING SAMENVATTING 106377 - Beroep tegen onthouden promotie (entreerecht); Het beroep is gericht tegen de beslissing van de werkgever met betrekking tot de urenverdeling voor het schooljaar 2014-2015 waaruit

Nadere informatie

het College van Bestuur van de C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. W. Lindeboom

het College van Bestuur van de C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. W. Lindeboom 106605 - Door werkneemster bij volledige arbeidsgeschiktheid minder dan 50% van haar lessen in de bovenbouw toe te delen, is haar ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden; in het

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting voor D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting voor D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105932 - Beroep tegen indirecte onthouding promotie: Het beroep is gericht tegen de beslissing om de werknemer in het schooljaar 2013-2014 met 7 lessen in de bovenbouw en 7,5 lessen in de

Nadere informatie

Commissie van beroep vo

Commissie van beroep vo 107458 - Een zij-instromer die per eerste schooldag ná 1-8-2014 is benoemd en het hele schooljaar les gaf, heeft redelijkerwijze recht op het entreerecht. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende

Nadere informatie

Commissie van Beroep voor het VO en HBO ingesteld door de Verenigde Bijzondere Scholen voor onderwijs op algemene grondslag

Commissie van Beroep voor het VO en HBO ingesteld door de Verenigde Bijzondere Scholen voor onderwijs op algemene grondslag De Commissie van Beroep VO/HBO, ingesteld door de Verenigde Bijzondere Scholen voor onderwijs op algemene grondslag, heeft de volgende uitspraak gedaan in de zaak van: XXX, wonende te XXX, appellant, tegen

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A. 107773 - Beroep tegen onthouding van promotie. Terugplaatsing van docent LD naar docent LC mocht, omdat de werknemer niet voldeed aan de functievereisten docent LD UITSPRAAK in het geding tussen: de heer

Nadere informatie

Beroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie.

Beroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie. 108067 Beroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw [appellant], wonende te [plaatsnaam], appellante, hierna

Nadere informatie

Commissie van Beroep VO

Commissie van Beroep VO 107363 - Terugplaatsing in functie docent LB is onthouding van promotie; terugplaatsing is niet redelijk omdat niet gebleken is dat niet voldaan is aan de functievereisten docent LD in het geding tussen:

Nadere informatie

vakbekwaamheid van appellant voor het vak maatschappijleer vanwege de voortdurende ontwikkeling van dit vak, is ongemotiveerd nu er geen enkel onderzo

vakbekwaamheid van appellant voor het vak maatschappijleer vanwege de voortdurende ontwikkeling van dit vak, is ongemotiveerd nu er geen enkel onderzo ---------------------------------------------------------------------------------------------- 11 oktober 2010 CvB.VO/HBO.2010.106-U.2010.08 Weigering verlengen buitengewoon verlof en ontslag ingevolge

Nadere informatie

Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd.

Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd. 108508 - Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd. UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te

Nadere informatie

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet en Hoger Beroepsonderwijs

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet en Hoger Beroepsonderwijs CvB.VO/HBO.2010/008-U.2010-003 27 mei 2012 Beëindiging arbeidsovereenkomst wegens stopzetten subsidie ID baan. Verweerster heeft voldoende aannemelijk gemaakt, dat zij zich heeft ingespannen de subsidie

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK

SAMENVATTING U I T S P R A AK SAMENVATTING 104265 - Geschil over de toepassing van artikel I-12b lid 2 De werkgever kent de werkneemster geen bindingstoelage toe omdat zij niet op alle beoordelingscriteria van de functie positief beoordeeld

Nadere informatie

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te noemen [appellant]

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te noemen [appellant] 108430 - Beroep tegen onthouding promotie. De werkgever heeft de sollicitatieprocedure juist gevolgd en in redelijkheid kunnen beslissen om de werknemer niet te bevorderen naar een LDfunctie. in het geding

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK

SAMENVATTING U I T S P R A AK SAMENVATTING 104017 Geschil toekenning ouderschapsverlof Een docent vraagt voor zijn drie geadopteerde kinderen ouderschapsverlof aan. Over de aard - betaald of onbetaald - van het verlof voor twee kinderen

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A. 107669 - De terugplaatsing in de oude LB-functie komt neer op de onthouden van promotie. Terugplaatsing mocht omdat de werkneemster niet voldeed aan de functievereisten docent LD. in het geding tussen:

Nadere informatie

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs en Hoger Beroepsonderwijs

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs en Hoger Beroepsonderwijs CvB.VO/HBO.2009.016-U.2009.008. 8 juli 2009 Schorsing als ordemaatregel o.g.v. artikel 9.a.6 van de CAO-VO Naar het oordeel van de Commissie moet een eenzijdige maatregel van de school (het vrijstellen

Nadere informatie

de Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR

de Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR Het bevoegd gezag deelde uren aan het personeel toe voor algemene schooltaken, zoals vergaderingen. Hierbij werd een vaste voet gehanteerd die het bevoegd gezag nu wil laten vallen. Het bevoegd gezag is

Nadere informatie

Inleiding Samenstelling van de Commissie

Inleiding Samenstelling van de Commissie Bezwarencommissie CAO VO Jaarverslag 2014 Inleiding De Commissie is ingesteld door de Cao-partijen en strekt haar werkzaamheden uit over scholen voor voortgezet onderwijs die onder het gezag staan van

Nadere informatie

De Commissie van Beroep voor het Protestants- Christelijk Basis-, Speciaal- en Voortgezet Speciaal Onderwijs

De Commissie van Beroep voor het Protestants- Christelijk Basis-, Speciaal- en Voortgezet Speciaal Onderwijs De Commissie van Beroep voor het Protestants- Christelijk Basis-, Speciaal- en Voortgezet Speciaal Onderwijs De Commissie is niet gebleken van een wet in formele zin, overigens ook niet de WWZ zelf, waarmee

Nadere informatie

SAMENVATTING ADVIES. de bestuurscommissie van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING ADVIES. de bestuurscommissie van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever SAMENVATTING 104042 Bezwaar tegen waardering als Docent-LB VO Werknemer is afgewezen in de sollicitatieprocedure voor een LC-functie aan een openbare school. Werknemer heeft intern bezwaar ingediend, de

Nadere informatie

De Commissie van Beroep voor het Protestants- Christelijk Basis-, Speciaal- en Voortgezet Speciaal Onderwijs

De Commissie van Beroep voor het Protestants- Christelijk Basis-, Speciaal- en Voortgezet Speciaal Onderwijs De Commissie van Beroep voor het Protestants- Christelijk Basis-, Speciaal- en Voortgezet Speciaal Onderwijs De Commissie is niet gebleken van een wet in formele zin, overigens ook niet de WWZ zelf, waarmee

Nadere informatie

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever Samenvatting 02073 Commissie voor geschillen Geschil omtrent inschaling van de functie. De werknemer treedt in tijdelijke dienst van de werkgever en ontvangt eerst een salarisstrook met vermelding van

Nadere informatie

Bezwarencommissie Functiewaardering voor het christelijk en algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs

Bezwarencommissie Functiewaardering voor het christelijk en algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs Bezwaar van docent bewegingsonderwijs tegen aanstelling in LA met persoonlijke toelage, gegrond Bezwarencommissie Functiewaardering voor het christelijk en algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs

Nadere informatie

BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEAARDERING VOOR HET CHRISTELIJK EN ALGEMEEN BIJZONDER PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEAARDERING VOOR HET CHRISTELIJK EN ALGEMEEN BIJZONDER PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEAARDERING VOOR HET CHRISTELIJK EN ALGEMEEN BIJZONDER PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS UITSPRAAK 07.01 27 maart 2007 Bezwaar tegen inschaling als studiecoördinator met terugwerkende

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK 105209 - Beroep tegen onthouden promotie; SAMENVATTING Getoetst wordt of de procedure in het door de werkgever opgestelde implementatieplan salarismix zorgvuldig en correct is gevolgd en of de werkgever

Nadere informatie

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, appellant, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. S.K. Oskam

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, appellant, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. S.K. Oskam 107544 Terugplaatsing in de functie docent LB is onthouding van promotie. De terugplaatsing is redelijk omdat de werknemer niet voldeed aan de functievereisten van docent LD en omdat hij de aangeboden

Nadere informatie

Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders)

Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders) SAMENVATTING 104469 - Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders) GMR heeft geweigerd in te stemmen met het voornemen om voor alle teamleiders, ongeacht

Nadere informatie

Ontslag uit vast dienstverband wegens onbevoegdheid. Beroep gegrond

Ontslag uit vast dienstverband wegens onbevoegdheid. Beroep gegrond COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS EN HOGER BEROEPSONDERWIJS UITSPRAAK CvB.VO/HBO.2013.124-167 U. 2013.13 13 oktober 2013 Ontslag uit vast dienstverband wegens onbevoegdheid.

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 106285/106286/106287 Beroepen (3) tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking;. Werkneemster is ontslagen op grond van opheffing van de betrekking als bedoeld in artikel 3.8 lid 3 cao

Nadere informatie

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK BASIS-, SPECIAAL- EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK BASIS-, SPECIAAL- EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK BASIS-, SPECIAAL- EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS Afspiegelingsbeginsel onjuist gehanteerd. Overplaatsing niet mogelijk..het beroep van appellante is gegrond.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:5960

ECLI:NL:GHARL:2017:5960 ECLI:NL:GHARL:2017:5960 Instantie Datum uitspraak 11-07-2017 Datum publicatie 27-07-2017 Zaaknummer 200.185.598/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

De Commissie van Beroep voor het Protestants- Christelijk Basis-, Speciaal- en Voortgezet Speciaal Onderwijs

De Commissie van Beroep voor het Protestants- Christelijk Basis-, Speciaal- en Voortgezet Speciaal Onderwijs De Commissie van Beroep voor het Protestants- Christelijk Basis-, Speciaal- en Voortgezet Speciaal Onderwijs De Commissie is niet gebleken van een wet in formele zin, overigens ook niet de WWZ zelf, waarmee

Nadere informatie

Bezwarencommissie Functiewaardering voor het Christelijk en Algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs:

Bezwarencommissie Functiewaardering voor het Christelijk en Algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs: Bezwaar van docent bewegingsonderwijs tegen aanstelling in LA met persoonlijke toelage, gegrond Bezwarencommissie Functiewaardering voor het Christelijk en Algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs:

Nadere informatie

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105620-13.02 Instemmingsgeschil PO - artikel 12 lid 1 onder i WMS (vaststelling of wijziging beleid personeelsbeoordeling, functiebeloning en functiedifferentiatie) De PGMR heeft instemming

Nadere informatie

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 WMS (beleid met betrekking tot invoering LC-functies)

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 WMS (beleid met betrekking tot invoering LC-functies) 08.005 Samenvatting Interpretatiegeschil VO artikel 12 WMS (beleid met betrekking tot invoering LC-functies) De PMR heeft ingestemd met het maken van een ínhaalslag ten aanzien van de benoemingen in LC-functies

Nadere informatie

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel)

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel) 08.010 Samenvatting Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel) Het bevoegd gezag heeft een notitie vastgesteld waarin is opgenomen dat bij incidentele

Nadere informatie

J A A R V E R S L A G Bezwarencommissie cao-vo. Meer informatie op

J A A R V E R S L A G Bezwarencommissie cao-vo. Meer informatie op J A A R V E R S L A G 2 0 1 6 Bezwarencommissie cao-vo Meer informatie op www.onderwijsgeschillen.nl Inleiding Hierbij treft u het jaarverslag 2016 van deze Commissie aan. De Commissie is ingesteld door

Nadere informatie

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK BASIS- SPECIAAL- EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK BASIS- SPECIAAL- EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK BASIS- SPECIAAL- EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS Beroep tegen ontslag. Beroep richt zich niet op de onrechtmatigheid van het ontslag, maar tegen de opzegtermijn.

Nadere informatie

Samenvatting uitspraak. Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling)

Samenvatting uitspraak. Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling) Samenvatting uitspraak 08.019 Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling) Het bevoegd gezag heeft besloten het schoolexamenvak Maatschappijleer te verplaatsen

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BX3745

ECLI:NL:CRVB:2012:BX3745 ECLI:NL:CRVB:2012:BX3745 Instantie Datum uitspraak 03-08-2012 Datum publicatie 07-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-6459 WW Bestuursrecht

Nadere informatie

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK BASIS-, SPECIAAL- EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK BASIS-, SPECIAAL- EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK BASIS-, SPECIAAL- EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS Beroep tegen RDDF-plaatsing. Nu appellante volgens de afvloeiingsvolgorde binnen haar functiecategorie degene

Nadere informatie

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te noemen [appellant]

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te noemen [appellant] 108054 - Beroepen tegen onthouding van promotie. De werkgever heeft de sollicitatieprocedure juist gevolgd en in redelijkheid kunnen beslissen om de werknemers niet te bevorderen naar een LC-functie. UITSPRAAK

Nadere informatie

Datum 13 oktober 2009 Betreft Notitie 'Gevolgen invoering functiemix en entreerecht LD voor de Verenigde Scholen J.A.

Datum 13 oktober 2009 Betreft Notitie 'Gevolgen invoering functiemix en entreerecht LD voor de Verenigde Scholen J.A. a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm VO t.a.v. de heer mr. drs. Th.W.C. Brok, bestuursvoorzitter Emmastraat 58 1213 AL HILVERSUM Rijnstraat 50 Den Haag

Nadere informatie

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van [de school], gevestigd te [plaatsnaam], verweerder, hierna te noemen de PMR.

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van [de school], gevestigd te [plaatsnaam], verweerder, hierna te noemen de PMR. 107987 UITSPRAAK in het geding tussen: het College van Bestuur van [naam stichting], gevestigd te [plaatsnaam], verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag, gemachtigde: mevrouw mr. S.A. Geerdink en

Nadere informatie

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Algemeen verbindend voorschrift,

Nadere informatie

108477/ Nalevingsgeschil over verstrekken van informatie en instemmingsgeschil over invoering van de functie van hoofdconciërge.

108477/ Nalevingsgeschil over verstrekken van informatie en instemmingsgeschil over invoering van de functie van hoofdconciërge. 108477/108497 - Nalevingsgeschil over verstrekken van informatie en instemmingsgeschil over invoering van de functie van hoofdconciërge. UITSPRAAK in het geding tussen: de (personeelsgeleding van de) medezeggenschapsraad

Nadere informatie

SAMENVATTING / Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO

SAMENVATTING / Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO SAMENVATTING 105366 / 105383 Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO De werkgever heeft de in de CAO PO voorgeschreven procedure om tot een rddf plaatsing te besluiten op een juiste wijze gevolgd. Op grond

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van de A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van de A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR 08.017 Samenvatting uitspraak Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder b en f en (hoofdlijnen meerjarig financieel beleid, beleid organisatie) en artikel 12 lid 1 onder b en h WMS (samenstelling van de

Nadere informatie

Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren.

Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren. 108524 - Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad

Nadere informatie

Verweerster heeft op 19 oktober 2012 (ingekomen op 22 oktober 2012 bij het secretariaat) een verweerschrift ingediend.

Verweerster heeft op 19 oktober 2012 (ingekomen op 22 oktober 2012 bij het secretariaat) een verweerschrift ingediend. COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS EN HOGER BEROEPSONDERWIJS UITSPRAAK CvB.VO/HBO.2012/193 - U.2012-020 13 december 2012 op het beroep van: M. te W, appellante Gemachtigde:

Nadere informatie

Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond.

Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond. 108785 - Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond. in het geding tussen: ADVIES [bezwaarde], wonende te [woonplaats], hierna

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:4659

ECLI:NL:CRVB:2016:4659 ECLI:NL:CRVB:2016:4659 Instantie Datum uitspraak 06-12-2016 Datum publicatie 12-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/1577 PW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AX0760

ECLI:NL:RVS:2006:AX0760 ECLI:NL:RVS:2006:AX0760 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-05-2006 Datum publicatie 10-05-2006 Zaaknummer 200505022/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

BINDEND ADVIES VASTE COMMISSIE CAO VOOR HET OMROEPPERSONEEL. Inzake: tegen:

BINDEND ADVIES VASTE COMMISSIE CAO VOOR HET OMROEPPERSONEEL. Inzake: tegen: BINDEND ADVIES VASTE COMMISSIE CAO VOOR HET OMROEPPERSONEEL Inzake: (WERKNEMER) Verzoekster tegen: (OMROEPWERKGEVER) Verweerster 1. Taak en samenstelling van de Vaste Commissie 1.1. Krachtens artikel 49

Nadere informatie

Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van:

Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van: UITSPRAAK Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van: tegen de beslissing van (hierna: appellant) de examencommissie Tandheelkunde

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/068 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 6 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : Beleidsvrijheid, in stand laten rechtsgevolgen,

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105421 - Beroep tegen beëindiging dienstverband; De werkgever stelt dat geen sprake is van ontslag maar van het van rechtswege eindigen van een verlengd tijdelijk dienstverband wegens onbevoegdheid.

Nadere informatie

UITSPRAAK. de deelraad van [school], gevestigd te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de DR gemachtigde: de heer mr. M.H.

UITSPRAAK. de deelraad van [school], gevestigd te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de DR gemachtigde: de heer mr. M.H. 108261 - Instemmingsgeschil samenvoeging klassen. Het betreft een wijziging van het schoolplan waarvoor de MR instemmingsrecht heeft; het besluit is nietig en mag niet uitgevoerd worden. UITSPRAAK in het

Nadere informatie

Commissie van Beroep PO

Commissie van Beroep PO 106228 - Beroep tegen vermindering betrekkingsomvang; SAMENVATTING De werkgever heeft vele werknemers in dienst die, om verschillende redenen, een betrekkingsomvang van meer dan 1,0 wtf hebben. De werkgever

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita 107818 - Beroep tegen schriftelijke berisping. De werkgever heeft een te groot verschil gemaakt in sanctionering van de werknemer en diens collega, terwijl sprake was van gelijke omstandigheden. in het

Nadere informatie

UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen 107336 UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder,

Nadere informatie

Uitspraaknr. F

Uitspraaknr. F Landelijke bezwarencommissie onderwijs inzake functiewaardering (mr. B.K. Olivier, mr. J.G. Schouten, B.A. Béguin) Uitspraaknr. F 06.051 Datum: 13 februari 2007 Oordeel inzake het geschil tussen De heer

Nadere informatie

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet en Hoger Beroepsonderwijs

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet en Hoger Beroepsonderwijs Beroep tegen besluit tot opzegging arbeidsovereenkomst o.g.v. 9.a.5 sub a dan wel artikel 9.a.5 sub i In het ontslagbesluit noemt verweerster als gronden voor het aan appellant gegeven ontslag de artikelen

Nadere informatie

het College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen

het College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen 104967 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; De werknemer is 50% arbeidsongeschikt en de werkgever ontslaat hem voor 0,5 fte. De werkgever heeft ter zitting gesteld dat de ontslagbeslissing

Nadere informatie

BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEWAARDERING VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEWAARDERING VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS FUWA RK 06/03, 23 januari 2006 Samenvatting FUWA RK 06/03 Docent VO LC-functie: bezwaar gegrond Aan bezwaarde is geen LC-functie aangeboden. Bezwaarde stelt dat de beoordeling van hem als kandidaat niet

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Commissie van Beroep PO

Commissie van Beroep PO 106226 - Beroepen tegen vermindering betrekkingsomvang; SAMENVATTING Werknemers zijn bij de werkgever in vaste dienst met een betrekkingsomvang boven de normbetrekking van 1 wtf. Omdat de werkgever vele

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M. 103369 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening HBO De werkgever heeft de werkneemster meegedeeld dat haar tijdelijk dienstverband van rechtswege eindigt. De werkneemster stelt dat zij in vaste dienst

Nadere informatie

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van het X College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van het X College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR SAMENVATTING 104590 - Adviesgeschil VO- artikel 11 onder h WMS (aanstelling schoolleiding) De MR heeft negatief advies uitgebracht over een voorgenomen besluit tot benoeming van de waarnemend rector tot

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2002:AE1633

ECLI:NL:CBB:2002:AE1633 ECLI:NL:CBB:2002:AE1633 Instantie Datum uitspraak 09-04-2002 Datum publicatie 17-04-2002 Zaaknummer AWB 00/25 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 105309 - Geschil met betrekking tot de toepassing van artikel F-5 CAO BVE De werkgever kent een uitvoeringsregeling voor de werkverdeling 2011-2012 en heeft conform de daarin opgenomen procedure

Nadere informatie

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen 107335 - Het bezwaar tegen de beschrijving en waardering van de functie van accountmanager schaal 10 is ongegrond omdat de opgedragen werkzaamheden voldoende in overeenstemming zijn met de functiebeschrijving

Nadere informatie

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO SAMENVATTING 105154 - Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO Het taakbelastingsbeleid van de opleiding is van toepassing op de personeelsleden en heeft gevolgen voor

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105285 - Beroep tegen direct of indirect onthouden van promotie; De werknemer heeft in het kader van de salarismix gesolliciteerd op twee functies. Zij is hiervoor niet in aanmerking gekomen

Nadere informatie

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M.

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M. S AMENV ATTING 08.023 / 104010 Interpretatiegeschil VO - artikel 4 lid 3, artikel 21 lid 2 en artikel 2 jo 11 onder h WMS m.b.t. de medezeggenschapsstructuur, de procedure van vaststelling van medezeggenschapsdocumenten,

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105464 - Beroep tegen beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; De werknemer heeft bij de werkgever vier tijdelijke dienstverbanden gehad. Tussen het tweede en derde dienstverband zat

Nadere informatie

Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster.

Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster. 108379 - Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellante], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen

Nadere informatie

Verweerder heeft op 7 november 1995 een verweerschrift ingediend.

Verweerder heeft op 7 november 1995 een verweerschrift ingediend. Zaaknummer: 1995/147 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, dr Brommer Datum uitspraak: 4 maart 1996 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden: Fatale datum, bekendmaking

Nadere informatie

UITSPRAAK. [Bestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder, hierna te noemen de werkgever

UITSPRAAK. [Bestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder, hierna te noemen de werkgever 108101 - Het bezwaar tegen handhaving van de functie informatiemanager schaal 11 is gegrond omdat bepaalde structurele werkzaamheden niet in de functiebeschrijving zijn opgenomen. in het geding tussen:

Nadere informatie

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het

Nadere informatie

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen Landelijke Commissie voor Geschillen Wms 107855 - Het bevoegd gezag heeft ten onrechte besluiten tot vaststelling van de lessentabel en invoering van een mavo/havo brugklas niet ter instemming aan de DMR

Nadere informatie

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de regionale scholengemeenschap A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de regionale scholengemeenschap A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR SAMENVATTING 105174 - Adviesgeschil VO - artikel 11 onder a WMS (wijzigen lessentabel) De MR heeft een adviesgeschil ingediend omdat het bevoegd gezag in afwijking van het advies van de MR twee projecturen

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. SAMENVATTING 105584 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking; Het dienstverband met de werknemer, werkzaam als Projectmanager B, is opgezegd wegens opheffing van de betrekking als gevolg van

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462

ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462 ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462 Instantie Datum uitspraak 10-04-2002 Datum publicatie 03-07-2002 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 00/5247 WW, 00/5248 WW

Nadere informatie

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS EN HOGER BEROEPSONDERWIJS

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS EN HOGER BEROEPSONDERWIJS COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS EN HOGER BEROEPSONDERWIJS UITSPRAAK CvB.VO-HBO.2014.167-U.2015.14 Tussentijdse beëindiging eerste tijdelijk dienstverband Appellante haar

Nadere informatie

SAMENVATTING. de Personeelsgeleding van de Medezeggenschapsraad van het B, hierna te noemen de PMR

SAMENVATTING. de Personeelsgeleding van de Medezeggenschapsraad van het B, hierna te noemen de PMR 103435 Interpretatiegeschil artikel 3.b.4 lid 1 SAMENVATTING Werkgever maakt voor werving personeel ter vervulling van reguliere functies gebruik van uitzendbureaus. De werkgever doet dit om de financiële

Nadere informatie

Hoe kan het dat de loonsverhoging maar 1,2% is. Er is toch geen nullijn meer?

Hoe kan het dat de loonsverhoging maar 1,2% is. Er is toch geen nullijn meer? Veelgestelde vragen onderhandelaarsakkoord cao vo 2014-2015 1. Loonparagraaf Hoeveel loonsverhoging is afgesproken? In de cao is, als voorschot op het einde van de nullijn voor overheid en onderwijs in

Nadere informatie

De Commissie van Beroep voor het Protestants- Christelijk Basis-, Speciaal- en Voortgezet Speciaal Onderwijs

De Commissie van Beroep voor het Protestants- Christelijk Basis-, Speciaal- en Voortgezet Speciaal Onderwijs De Commissie van Beroep voor het Protestants- Christelijk Basis-, Speciaal- en Voortgezet Speciaal Onderwijs Beëindiging dienstverband vanwege arbeidsongeschiktheid. Verweerster heeft ter motivering van

Nadere informatie

Bezwarencommissie Functiewaardering voor het Christelijk en Algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs:

Bezwarencommissie Functiewaardering voor het Christelijk en Algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs: Bezwarencommissie Functiewaardering voor het Christelijk en Algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs: Uitspraak 07.02 12 juni 2007 Functiebeschrijving en waardering mediathecaris. Appellant heeft

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2864

ECLI:NL:CRVB:2017:2864 ECLI:NL:CRVB:2017:2864 Instantie Datum uitspraak 06-09-2017 Datum publicatie 07-09-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/4207 WW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 25-02-2011 Datum publicatie 18-03-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10 / 938 Wmo Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:530

ECLI:NL:RBMNE:2016:530 ECLI:NL:RBMNE:2016:530 Instantie Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 17-02-2016 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer 4656371 ME VERZ 15-310 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever SAMENVATTING 105250 - Geschil over toepassing artikel H-60 De werknemer is op grond van artikel H-60 CAO BVE (herplaatsing in lagere functie vanwege disfunctioneren) vanuit een schaal 14-functie zonder

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A. 107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende

Nadere informatie