SAMENVATTING. de Personeelsgeleding van de Medezeggenschapsraad van het B, hierna te noemen de PMR
|
|
- Bert Hendrickx
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Interpretatiegeschil artikel 3.b.4 lid 1 SAMENVATTING Werkgever maakt voor werving personeel ter vervulling van reguliere functies gebruik van uitzendbureaus. De werkgever doet dit om de financiële risico's te beperken. Volgens de PMR is dit in strijd met artikel 3.b.4 lid 1. De Commissie oordeelt dat artikel 3.b.4 lid 1 een limitatieve opsomming bevat van de gevallen waarin uitzendarbeid mogelijk is. Een andere uitleg zou dit artikellid zinloos maken en zonder gevolg laten, hetgeen niet in de rede ligt. Het begrip 'kennelijk onvoorziene omstandigheden' in artikel 3.b.4 lid 1 onder c heeft betrekking op omstandigheden die zich ten tijde van het aangaan van de uitzendarbeid reeds hebben voorgedaan en die duidelijk niet voorzien waren; zaken als de toekomstige ontwikkeling van het leerlingaantal en de vraag of nieuwe docenten beschikken over de vereiste kwaliteiten zijn niet aan te merken als kennelijk onvoorziene omstandigheden. De stelling van de werkgever dat werving van docenten via personeelsadvertenties geen respons oplevert, is niet onderbouwd en eerst ter zitting aan de orde gesteld. De Commissie is van oordeel dat dit argument tardief is en niet kan worden aangemerkt als een onvoorziene omstandigheid die aanleiding is geweest voor het inschakelen van uitzendbureaus vanaf schooljaar in het geding tussen: UITSPRAAK het A, bevoegd gezag van het B, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. S.A. Geerdink en de Personeelsgeleding van de Medezeggenschapsraad van het B, hierna te noemen de PMR 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij verzoekschrift met bijlagen van , ingekomen op , hebben de werkgever en de PMR gezamenlijk een geschil aan de Commissie voorgelegd met betrekking tot de interpretatie van artikel 3.b.4 lid 1 van de. De mondelinge behandeling van het geschil vond plaats op De werkgever werd vertegenwoordigd door C, algemeen directeur B, en D, hoofd Personeelszaken, bijgestaan door de gemachtigde. De PMR werd vertegenwoordigd door E, voorzitter MR en F, lid PMR. De werkgever heeft een pleitnotitie overgelegd. De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier herhaald en ingelast. Pagina 1 van 5
2 2. DE FEITEN EN OMSCHRIJVING GESCHIL De Commissie gaat op grond van de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht uit van de volgende, als gesteld en niet of onvoldoende weersproken en door de Commissie in deze procedure relevant geachte, tussen partijen vaststaande feiten. De werkgever maakt sinds het schooljaar bij de werving van nieuw personeel gebruik van uitzendbureaus. Ten tijde van de zitting van de Commissie werd nieuw personeel voornamelijk docenten - door de werkgever uitsluitend aangetrokken via uitzendbureaus en via leerarbeidsovereenkomsten (LIO s) en was 13% van het personeelsbestand werkzaam op uitzendbasis. Daarbij geldt dat uitzendkrachten zowel voor vervanging als voor de vervulling van reguliere functies worden aangetrokken en ingezet. Ten aanzien van uitzendkrachten wordt volgens de werkgever als volgt gehandeld. Aanvankelijk is de werknemer bij het B werkzaam op basis van een uitzendcontract dat kan eindigen met een opzegtermijn naar rato van de tijd die er bij de school is gewerkt. Valt de werknemer die werkzaam is op basis van een uitzendcontract uit, dan is het financiële risico voor rekening van het uitzendbureau. Zodra blijkt dat de werknemer over de juiste kwaliteiten beschikt, wordt het uitzendcontract tussen de betrokken werknemer en het uitzendbureau omgezet in een detacheringscontract. Dit kan al na een paar weken zijn. Het detacheringscontract geldt voor een vast overeengekomen periode meestal tot einde schooljaar - gedurende welke geen voortijdige beëindiging plaats kan vinden. De werkgever loopt zowel bij een uitzendcontract als bij een detacheringscontract geen financieel risico in verband met WW-verplichtingen. De uitzendkracht die heeft aangetoond te beschikken over de vereiste kwaliteiten krijgt na afloop van het detacheringscontract een aanstelling bij de werkgever als het leerlingaantal het toelaat. Volgens de werkgever is dat dan een vaste aanstelling. De PMR meent dat de werkgever met bovengenoemde uitzendarbeid voor reguliere functies in strijd met de letter en de geest van artikel 3.b.4 handelt terwijl de werkgever meent dat dit niet het geval is. Aan het eind van een mondeling overleg over deze kwestie hebben partijen afgesproken hun meningsverschil gezamenlijk aan de Commissie voor te leggen, hetgeen gebeurd is bij brief van , ingekomen op KERNPUNTEN STANDPUNTEN VAN PARTIJEN De PMR erkent dat er voor de werkgever op gebied van personeelsbeheer en financieel risicomanagement voordelen verbonden zijn aan uitzendarbeid. Hij meent echter dat deze handelwijze ingevolge de niet is toegestaan voor de vervulling van reguliere functies. Artikel 3.b.4 lid 1 bevat een limitatieve opsomming van de omstandigheden waarin uitzendarbeid geoorloofd is. Er zijn voor de werkgever geen kennelijk onvoorziene omstandigheden. De toekomst is altijd ongewis en de werkgever dient bedacht te zijn op dreiging van terugval van leerlingen: voor die situatie kan gebruik gemaakt worden van tijdelijke aanstellingen. Aangezien de aanmelding van nieuwe leerlingen al in april bekend is, kan de werkgever dan al beslissen of hij de tijdelijke aanstellingen al dan niet zal verlengen. Ook de nieuwe regeling op grond waarvan uitkeringskosten gedeeltelijk voor rekening van de werkgever komen, is geen onvoorziene omstandigheid omdat daar in de planning wel rekening mee gehouden kan worden. Voorts is de uitzendconstructie niet nodig om te beoordelen of personeel al dan niet geschikt is aangezien daarvoor de tijdelijke aanstelling geldt. Door de handelwijze van de werkgever wordt de rechtspositie van nieuw personeel aangetast. Uitzendkrachten vallen tijdens de zomervakantie terug op de WW en hebben dan de verplichting te solliciteren. Mogelijk worden zij bij aanvang van het nieuwe schooljaar weer aangenomen, tijdelijk of vast. Zij kunnen te maken krijgen met successievelijk een uitzendcontract, detacheringscontract, tijdelijke aanstelling en verlenging tijdelijke aanstelling, hetgeen een verslechtering van de arbeidsvoorwaarden inhoudt. Dit raakt het belang van de school en van het onderwijs in het algemeen. Het is immers denkbaar dat mensen hierdoor eerder de school verlaten of uit het onderwijs stappen, Pagina 2 van 5
3 De werkgever voert daartegen aan dat hij als goed ondernemer/werkgever de voordelen van het inzetten van uitzendkrachten benut en vraagt zich af of het wel in het belang van de school is dat de PMR opkomt voor de uitzendkrachten. Vanwege de terugloop van het leerlingenaantal en het feit dat per is overgegaan op een ander bekostigingssysteem van de werkloosheidsuitkeringen, zijn de school en het zittend personeel gediend met het gebruik van uitzendbureaus. Voordelen van de uitzendconstructie zijn dat mensen die binnen de uitzendperiode uitvallen, onder de uitzend-cao vallen en dat de werkgever ingeval van niet geschikt gebleken kandidaten niet verplicht is in hen te investeren of een deel van hun WW-aanspraken te vergoeden. Het belang van de school om kwalitatief goed personeel te hebben, is daar volgens de werkgever mee gediend. Ter zitting heeft de werkgever daar aan toegevoegd dat werving van docenten via personeelsadvertenties niet voldoende respons oplevert. Vanwege al deze kennelijk onvoorziene omstandigheden tezamen worden docenten op uitzendbasis ingehuurd. De werkgever stelt dat de opsomming in artikel 3.b.4 lid 1 niet limitatief is en voor zover dit wel het geval zou zijn, voert hij aan dat het begrip kennelijk onvoorziene omstandigheden onder c van genoemd artikellid voldoende ruimte biedt voor zijn handelwijze. 4. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE De bevoegdheid en de ontvankelijkheid Op grond van artikel 14.3 lid 3 onder b is de Commissie bevoegd om te oordelen over een door de werkgever dan wel door de P(G)MR voorgelegd geschil tussen de werkgever en de P(G)MR over de interpretatie van bepalingen van de. Werkgever en PMR verschillen van mening over de interpretatie van het bepaalde in artikel 3.b.4 lid 1 en hebben dit geschil gezamenlijk aan de Commissie voorgelegd. Artikel 14.3 lid 3 staat niet aan gezamenlijke indiening van het geschil door partijen in de weg. Dientengevolge is de Commissie bevoegd van het verzoek kennis te nemen en zijn partijen ontvankelijk in hun verzoek Het geschil Artikel 3.b.4 lid 1 luidt als volgt: Uitzendarbeid is mogelijk in geval van a vervanging wegens ziekte of buitengewoon verlof b activiteiten van kennelijk tijdelijke aard c kennelijk onvoorziene omstandigheden. De Commissie overweegt vooraf dat de werkgever in het inleidend verzoekschrift onder meer heeft gesteld dat voldaan is aan één van de criteria voor uitzendarbeid aangezien het leerlingenaantal al enige jaren afneemt en vacatures daarom van tijdelijke aard zijn. Daarbij is niet aangegeven aan welke van de drie in artikel 3.b.4 lid 1 genoemde criteria volgens de werkgever is voldaan. In zijn brief aan de PMR d.d heeft de werkgever aangegeven dat gelet op de terugloop van het leerlingenaantal er sprake is van activiteiten van kennelijk tijdelijke aard. In zijn verzoekschrift aan de Commissie heeft de werkgever gesteld dat er sprake is van kennelijk onvoorziene omstandigheden, ook één van de criteria voor uitzendarbeid, omdat niet bekend is hoe sterk het leerlingenaantal zich negatief zal ontwikkelen. Ter zitting heeft de werkgever zich echter nadrukkelijk op het standpunt gesteld dat de ontwikkeling van het leerlingenaantal moet worden aangemerkt als een onvoorziene omstandigheid als bedoeld in artikel 3.b.4. lid 1 onder c en heeft hij zich niet beroepen op het criterium activiteiten van kennelijk tijdelijke aard genoemd onder b van genoemd artikel. De Commissie ziet ook geen aanleiding om reguliere werkzaamheden van de school vanwege terugloop van het leerlingenaantal aan te merken als activiteiten van kennelijk tijdelijke aard. Pagina 3 van 5
4 Gelet op de door partijen betrokken standpunten, dient de Commissie zich thans uit te spreken over het volgende verschil van mening tussen partijen: - of in artikel 3.b.4 lid 1 sprake is van een limitatieve opsomming van gevallen waarin uitzendarbeid is toegestaan en zo ja, - of de door de werkgever genoemde omstandigheden, namelijk de verwachte daling van het leerlingaantal en de ongewisheid van de geschiktheid van nieuwe docenten, tezamen kunnen worden aangemerkt als kennelijk onvoorziene omstandigheden als bedoeld in artikel 3.b.4. lid 1 onder c. De opsomming in artikel 3.b.4 lid 1 sub a, b en c Op grond van de bewoordingen van de eerste regel van dit artikellid, namelijk Uitzendarbeid is mogelijk in geval van kan naar het oordeel van de Commissie niet anders worden geconcludeerd dan dat uitzendarbeid in andere gevallen dan deze genoemd sub a, b en c niet mogelijk is. Het gegeven dat er niet vermeld staat dat uitzendarbeid uitsluitend mogelijk is in geval van, doet daar naar het oordeel van de Commissie niet aan af. Een andere uitleg zou dit artikellid zinloos maken en zonder gevolg laten, hetgeen niet in de rede ligt. Het voorgaande komt er op neer dat de Commissie van oordeel is dat artikel 3.b.4 lid 1 een limitatieve opsomming bevat van de gevallen waarin uitzendarbeid mogelijk is. Kennelijk onvoorziene omstandigheden in artikel 3.b.4 lid 1 sub c Het begrip kennelijk onvoorziene omstandigheden heeft naar het oordeel van de Commissie betrekking op omstandigheden die zich reeds hebben voorgedaan en die op voorhand duidelijk niet voorzien waren. Het woord onvoorziene duidt grammaticaal immers op omstandigheden die men in het verleden niet heeft voorzien. Voorts duidt het begrip kennelijk erop dat het overduidelijk moet zijn dat de omstandigheden redelijkerwijze onvoorzien zijn. De omstandigheden die door de werkgever genoemd zijn (ontwikkeling leerlingaantal en de vraag of een docent over de vereiste kwaliteiten beschikt en of hij niet uit zal vallen) zijn echter omstandigheden die zich in de toekomst zullen of kunnen voordoen en waarover geen exacte voorspelling gedaan kan worden, maar die als omstandigheden wel te voorzien zijn. De door de werkgever voorgestane interpretatie van kennelijk onvoorziene omstandigheden komt aldus neer op voor de toekomst niet juist te voorspellen omstandigheden, voor welke interpretatie de tekst van artikel 3.b.4 lid 1 naar het oordeel van de Commissie geen aanleiding geeft. De ontwikkeling van het leerlingaantal is overigens zelfs een omstandigheid die aan de hand van prognoses redelijk voorspelbaar is. Ten aanzien van de stelling van de werkgever dat werving van docenten via personeelsadvertenties geen respons oplevert, constateert de Commissie dat dit punt in de overgelegde correspondentie tussen partijen noch in het verzoekschrift aan de Commissie door de werkgever naar voren is gebracht. Nu de werkgever dit argument eerst ter zitting aan de orde heeft gesteld en die stelling niet heeft onderbouwd, is de Commissie van oordeel dat dit argument tardief is en niet kan worden aangemerkt als een onvoorziene omstandigheid die aanleiding is geweest voor het inschakelen van uitzendbureaus vanaf schooljaar Voorts overweegt de Commissie dat artikel 3.b.2 leden 2 en 3 uitdrukkelijk regelt dat werknemers tijdelijk kunnen worden aangesteld bij wijze van proef. Die tijdelijke aanstelling kan worden verlengd tot maximaal 2 jaar waarna de aanstelling eindigt of wordt omgezet in een vaste aanstelling. De voorziet aldus in een specifieke tijdelijke aanstelling teneinde de werkgever in de gelegenheid te stellen zich gedurende een periode van maximaal 2 jaar een beeld te vormen over de kwaliteiten van de werknemer. Naar het oordeel van de Commissie verzet de onderlinge samenhang van artikel 3.b.4 lid 1 met artikel 3.b.2 leden 2 en 3 zich er dan ook tegen dat onder kennelijk onvoorziene omstandigheden de te blijken kwaliteit van nieuwe docenten gerekend wordt. Ten slotte overweegt de Commissie dat de tekst van artikel 3.b.4 lid 1 geen aanleiding geeft om deze op grond van de door de werkgever genoemde financiële voordelen van uitzendarbeid anders te interpreteren dan hierboven aangegeven. Pagina 4 van 5
5 5. OORDEEL Op grond van bovenstaande overwegingen is de Commissie van oordeel dat: - artikel 3.b.4 lid 1 een limitatieve opsomming bevat van de gevallen waarin uitzendarbeid mogelijk is; - het begrip kennelijk onvoorziene omstandigheden in artikel 3.b.4 lid 1 onder c CAO VO betrekking heeft op omstandigheden die zich ten tijde van het aangaan van de uitzendarbeid reeds hebben voorgedaan en die duidelijk niet voorzien waren; zaken als de toekomstige ontwikkeling van het leerlingaantal en de vraag of nieuwe docenten beschikken over de vereiste kwaliteiten zijn niet aan te merken als kennelijk onvoorziene omstandigheden, als bedoeld in voormeld artikellid. Aldus gedaan te Utrecht op 27 april 2007 door prof. dr. K. Boonstra, voorzitter, C. van der Ham en A. Smabers, leden, in aanwezigheid van mr. H.E. Mertens, secretaris. prof. dr. K. Boonstra voorzitter mr. H.E. Mertens secretaris Pagina 5 van 5
het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
Samenvatting 02073 Commissie voor geschillen Geschil omtrent inschaling van de functie. De werknemer treedt in tijdelijke dienst van de werkgever en ontvangt eerst een salarisstrook met vermelding van
Nadere informatieSAMENVATTING. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Onderwijsgroep A, verzoeker, hierna te noemen de GMR
SAMENVATTING 104485 - Interpretatiegeschil VO - artikel 12 lid 1 en onder k WMS (regeling op gebied van arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim of reïntegratiebeleid) Het bevoegd gezag heeft het contract
Nadere informatieSamenvatting uitspraak. Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling)
Samenvatting uitspraak 08.019 Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling) Het bevoegd gezag heeft besloten het schoolexamenvak Maatschappijleer te verplaatsen
Nadere informatiede Centrale medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. J.L.J.E. Koster
103530 S AMENV ATTING Interpretatiegeschil functiebouwwerk art. 10-24 WHW. HBO Partijen verschillen van mening over de bevoegdheid van de CMR-P ten aanzien van het aanbrengen van wijzigingen aan het functiebouwwerk.
Nadere informatieSamenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel)
08.010 Samenvatting Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel) Het bevoegd gezag heeft een notitie vastgesteld waarin is opgenomen dat bij incidentele
Nadere informatieInterpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast.
108461 - Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast. UITSPRAAK in het geding tussen: de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad
Nadere informatieUITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van [de school], gevestigd te [plaatsnaam], verweerder, hierna te noemen de PMR.
107987 UITSPRAAK in het geding tussen: het College van Bestuur van [naam stichting], gevestigd te [plaatsnaam], verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag, gemachtigde: mevrouw mr. S.A. Geerdink en
Nadere informatieUITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR
107249 16.03 Het besluit om de premie voor de IPAP-regeling voortaan voor eigen rekening van de werknemers te laten komen is een wijziging van de hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid (artikel
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J
SAMENVATTING 106262 - Geschil over toepassing vakantieregeling werkgever; BVE Het geschil is in goed overleg tussen partijen aan de Commissie voorgelegd (N-7 cao bve). De werkgever heeft gaandeweg het
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.
107773 - Beroep tegen onthouding van promotie. Terugplaatsing van docent LD naar docent LC mocht, omdat de werknemer niet voldeed aan de functievereisten docent LD UITSPRAAK in het geding tussen: de heer
Nadere informatieInterpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders)
104466 - Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders) Naar aanleiding van de start van een nieuwe school voor voortgezet onderwijs
Nadere informatieSAMENVATTING. in het geding tussen: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verzoeker, hierna te noemen de GMR
SAMENVATTING 104464 - Interpretatiegeschil VO - artikel 16 lid 2 onder a en b WMS (hoofdlijnen meerjarig financieel beleid en criteria verdeling middelen over voorzieningen op (boven)schools niveau) De
Nadere informatiein het geding tussen: het College van Bestuur van A, gevestigd te B verzoeker, hierna te noemen het College van Bestuur gemachtigde: mr. W.E.
103134 S AMENV ATTING Interpretatiegeschil wijziging BBR en reorganisatie WO College van Bestuur en Universiteitsraad verschillen van mening over de vraag welke bevoegdheid de Universiteitsraad en de Dienstraad
Nadere informatieHet medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK
107381 Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te G, H en J, verzoeker,
Nadere informatieSAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de regionale scholengemeenschap A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR
SAMENVATTING 105174 - Adviesgeschil VO - artikel 11 onder a WMS (wijzigen lessentabel) De MR heeft een adviesgeschil ingediend omdat het bevoegd gezag in afwijking van het advies van de MR twee projecturen
Nadere informatieSAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding)
SAMENVATTING 104917 - Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding) De MR heeft een negatief advies over een voorgenomen besluit tot ontslag
Nadere informatieUITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR
108719 - Adviesgeschil over benoeming directeur. Het bevoegd gezag heeft de MR ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld vooraf advies te geven; ook als MR-leden deelnemen in de BAC, moet het bevoegd
Nadere informatieNalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren.
108524 - Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad
Nadere informatieSAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr.
SAMENVATTING 105620-13.02 Instemmingsgeschil PO - artikel 12 lid 1 onder i WMS (vaststelling of wijziging beleid personeelsbeoordeling, functiebeloning en functiedifferentiatie) De PGMR heeft instemming
Nadere informatieSAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO
SAMENVATTING 105154 - Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO Het taakbelastingsbeleid van de opleiding is van toepassing op de personeelsleden en heeft gevolgen voor
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.
SAMENVATTING 105421 - Beroep tegen beëindiging dienstverband; De werkgever stelt dat geen sprake is van ontslag maar van het van rechtswege eindigen van een verlengd tijdelijk dienstverband wegens onbevoegdheid.
Nadere informatieJ A A R V E R S L A G Bezwarencommissie cao-vo. Meer informatie op
J A A R V E R S L A G 2 0 1 6 Bezwarencommissie cao-vo Meer informatie op www.onderwijsgeschillen.nl Inleiding Hierbij treft u het jaarverslag 2016 van deze Commissie aan. De Commissie is ingesteld door
Nadere informatieUITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van de A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR
08.017 Samenvatting uitspraak Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder b en f en (hoofdlijnen meerjarig financieel beleid, beleid organisatie) en artikel 12 lid 1 onder b en h WMS (samenstelling van de
Nadere informatieUITSPRAAK. in het geschil tussen: het College van bestuur van het ROC A te B, hierna te noemen het bevoegd gezag
Samenvatting inzake 102143 Instemmingsgeschil met betrekking tot taakbeleid ROC. De PMR heeft geweigerd instemming te verlenen aan een voorstel Taakbeleid vanwege de door het bevoegd gezag in het geregelde
Nadere informatieUITSPRAAK. het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag
106912 UITSPRAAK in het geding tussen: het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag en de deelmedezeggenschapsraad van C te B, verweerder, hierna te noemen de DMR 1.
Nadere informatieInterpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school)
105291-12.09 Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school) Ter versterking van de (katholieke) identiteit van de stichting heeft het bevoegd gezag in 2008 besloten dat
Nadere informatieInleiding Samenstelling van de Commissie
Bezwarencommissie CAO VO Jaarverslag 2009 Inleiding De Commissie is ingesteld door de Cao-partijen en strekt haar werkzaamheden uit over scholen voor voortgezet onderwijs die onder het gezag staan van
Nadere informatieUITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag
De MR en heeft over een voorgenomen nieuwbouw op lokatie K. positief advies afgegeven. Nadat het advies was uitgebracht, is het bevoegd gezag teruggekomen op dit voorgenomen besluit. Het terugkomen op
Nadere informatieSamenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 WMS (beleid met betrekking tot invoering LC-functies)
08.005 Samenvatting Interpretatiegeschil VO artikel 12 WMS (beleid met betrekking tot invoering LC-functies) De PMR heeft ingestemd met het maken van een ínhaalslag ten aanzien van de benoemingen in LC-functies
Nadere informatieInstemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders)
SAMENVATTING 104469 - Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders) GMR heeft geweigerd in te stemmen met het voornemen om voor alle teamleiders, ongeacht
Nadere informatieInleiding Samenstelling van de Commissie
Bezwarencommissie CAO VO Jaarverslag 2014 Inleiding De Commissie is ingesteld door de Cao-partijen en strekt haar werkzaamheden uit over scholen voor voortgezet onderwijs die onder het gezag staan van
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.
103369 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening HBO De werkgever heeft de werkneemster meegedeeld dat haar tijdelijk dienstverband van rechtswege eindigt. De werkneemster stelt dat zij in vaste dienst
Nadere informatieSAMENVATTING U I T S P R A AK
SAMENVATTING 104017 Geschil toekenning ouderschapsverlof Een docent vraagt voor zijn drie geadopteerde kinderen ouderschapsverlof aan. Over de aard - betaald of onbetaald - van het verlof voor twee kinderen
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
107780 - De cao mbo is niet goed toegepast, omdat de werknemer ten onrechte is aangemerkt als betrokken bij het primaire proces en de werkgever de afwijzing van het (on)betaald verlof onvoldoende heeft
Nadere informatieSluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO
106770-15.06 Sluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van de rooms-katholieke basisschool A te
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
SAMENVATTING 105309 - Geschil met betrekking tot de toepassing van artikel F-5 CAO BVE De werkgever kent een uitvoeringsregeling voor de werkverdeling 2011-2012 en heeft conform de daarin opgenomen procedure
Nadere informatieSamenvatting. Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder j WMS (beleid m.b.t. toelating van leerlingen)
08.014 Samenvatting Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder j WMS (beleid m.b.t. toelating van leerlingen) De OMR heeft aan de Commissie de vraag voorgelegd of het besluit tot toelating van een groep
Nadere informatieSAMENVATTING U I T S P R A AK
SAMENVATTING 104265 - Geschil over de toepassing van artikel I-12b lid 2 De werkgever kent de werkneemster geen bindingstoelage toe omdat zij niet op alle beoordelingscriteria van de functie positief beoordeeld
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.
107289 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. S.L. Knols en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
SAMENVATTING 106285/106286/106287 Beroepen (3) tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking;. Werkneemster is ontslagen op grond van opheffing van de betrekking als bedoeld in artikel 3.8 lid 3 cao
Nadere informatieUITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad vana te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR
107152 - De lessentabel van deze school is onderdeel van het schoolplan waarvoor de MR instemmingsrecht heeft; partijen hebben voldoende concreet belang bij het verzoek tot uitspraak in dit interpretatiegeschil.
Nadere informatiehet College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen
104967 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; De werknemer is 50% arbeidsongeschikt en de werkgever ontslaat hem voor 0,5 fte. De werkgever heeft ter zitting gesteld dat de ontslagbeslissing
Nadere informatiein het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M.
S AMENV ATTING 08.023 / 104010 Interpretatiegeschil VO - artikel 4 lid 3, artikel 21 lid 2 en artikel 2 jo 11 onder h WMS m.b.t. de medezeggenschapsstructuur, de procedure van vaststelling van medezeggenschapsdocumenten,
Nadere informatieUITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita
107818 - Beroep tegen schriftelijke berisping. De werkgever heeft een te groot verschil gemaakt in sanctionering van de werknemer en diens collega, terwijl sprake was van gelijke omstandigheden. in het
Nadere informatieUITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen
Landelijke Commissie voor Geschillen Wms 107855 - Het bevoegd gezag heeft ten onrechte besluiten tot vaststelling van de lessentabel en invoering van een mavo/havo brugklas niet ter instemming aan de DMR
Nadere informatieSAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school)
SAMENVATTING 105529 - Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school) Nadat de Commissie in een eerdere procedure (105501) had uitgesproken
Nadere informatie108477/ Nalevingsgeschil over verstrekken van informatie en instemmingsgeschil over invoering van de functie van hoofdconciërge.
108477/108497 - Nalevingsgeschil over verstrekken van informatie en instemmingsgeschil over invoering van de functie van hoofdconciërge. UITSPRAAK in het geding tussen: de (personeelsgeleding van de) medezeggenschapsraad
Nadere informatieSAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school)
SAMENVATTING 105648-13.03 Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school) De gemeente, waar de stichting het bevoegd gezag is van tien openbare basisscholen, wordt opgedeeld over
Nadere informatieSAMENVATTING. het bestuur van de A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de werkgever
SAMENVATTING 105234 - Geschil over werkgelegenheidsbeleid, artikel 10.1 CAO PO De werkgever wordt geconfronteerd met plotselinge terugloop van leerlingenaantal en wil met de centrales in overleg over de
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.
107626 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, appellante, gemachtigde: de heer mr. J. Roose en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde:
Nadere informatieSAMENVATTING. 104176 - Instemmingsgeschil VO - artikel 12 lid 1 onder o WMS (regeling aanstellingsbeleid)
SAMENVATTING 104176 - Instemmingsgeschil VO - artikel 12 lid 1 onder o WMS (regeling aanstellingsbeleid) De PMR heeft niet ingestemd met de voorgestelde benoemingsprocedure voor de schoolleiding omdat
Nadere informatieDe Commissie is niet bevoegd om een oordeel te geven over een besluit van het samenwerkingsverband over toelating tot een Talentklas.
107216 - De Commissie is niet bevoegd om een oordeel te geven over een besluit van het samenwerkingsverband over toelating tot een Talentklas. in het geding tussen: verbeterd* ADVIES de heer en mevrouw
Nadere informatiede Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR
Het bevoegd gezag deelde uren aan het personeel toe voor algemene schooltaken, zoals vergaderingen. Hierbij werd een vaste voet gehanteerd die het bevoegd gezag nu wil laten vallen. Het bevoegd gezag is
Nadere informatieSAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van het X College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR
SAMENVATTING 104590 - Adviesgeschil VO- artikel 11 onder h WMS (aanstelling schoolleiding) De MR heeft negatief advies uitgebracht over een voorgenomen besluit tot benoeming van de waarnemend rector tot
Nadere informatieSAMENVATTING / Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO
SAMENVATTING 105366 / 105383 Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO De werkgever heeft de in de CAO PO voorgeschreven procedure om tot een rddf plaatsing te besluiten op een juiste wijze gevolgd. Op grond
Nadere informatieBeroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd.
108508 - Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd. UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te
Nadere informatieBeroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK
107912 - Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te C, appellante, hierna te noemen A, gemachtigde: mevrouw
Nadere informatieSAMENVATTING. 104206 - Beroep tegen mededeling beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; HBO
SAMENVATTING 104206 - Beroep tegen mededeling beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; Werknemer voert aan dat er sprake is geweest van een doorlopend dienstverband waardoor er na 36 maanden een dienstverband
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.
SAMENVATTING 105464 - Beroep tegen beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; De werknemer heeft bij de werkgever vier tijdelijke dienstverbanden gehad. Tussen het tweede en derde dienstverband zat
Nadere informatieUITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van obs A, te G, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout
107643 17.04 De opheffing van (een deel van) de school is zó ingrijpend dat het bevoegd gezag de MR daar in een zo vroeg mogelijk stadium bij moet betrekken. Dat is ten onrechte niet gebeurd. in het geding
Nadere informatieInterpretatiegeschil bevoegdheid GV en SR m.b.t. toelatingseis aansluitende masteropleidingen in model-oer WO
103239 S AMENV ATTING Interpretatiegeschil bevoegdheid GV en SR m.b.t. toelatingseis aansluitende masteropleidingen in model-oer WO Het College van Bestuur heeft een nieuwe model-oer vastgesteld waarin
Nadere informatieS A ME NV AT T I NG UIT S P R AA K
103552 S A ME NV AT T I NG Adviesgeschil en interpretatiegeschil invoering nieuwe functies VO De geschillen hebben betrekking op het besluit om aan één van de Colleges van de school de functie van coördinerend
Nadere informatieUITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, appellante, hierna te noemen A
107607 - De overplaatsing als gevolg van boventalligheid houdt geen stand omdat de werkgever de regels die hij hiervoor heeft opgesteld niet juist heeft toegepast. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw
Nadere informatieCommissie van beroep vo
107458 - Een zij-instromer die per eerste schooldag ná 1-8-2014 is benoemd en het hele schooljaar les gaf, heeft redelijkerwijze recht op het entreerecht. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende
Nadere informatieADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt
107793 - Een school moet in overleg met ouders treden om een andere passende school te vinden, ook als de school verwacht dat ouders hier niet voor openstaan. in het geding tussen: ADVIES mevrouw A, wonende
Nadere informatieSAMENVATTING. Instemmingsgeschil VO - artikel 12 onder b WMS (vaststelling of wijziging van de samenstelling van de formatie)
104273 SAMENVATTING Instemmingsgeschil VO - artikel 12 onder b WMS (vaststelling of wijziging van de samenstelling van de formatie) De PMR erkent dat de financiële situatie van de school dermate ernstig
Nadere informatieSAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school)
SAMENVATTING 105501- Adviesgeschil PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school) In een overlegvergadering met de deelraad van een nevenvestiging van de school,
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-028 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 februari 2018 Ingediend door : Consument
Nadere informatieBezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond.
108785 - Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond. in het geding tussen: ADVIES [bezwaarde], wonende te [woonplaats], hierna
Nadere informatieSAMENVATTING U I T S P R A AK
SAMENVATTING 103720/103727 Twee Beroepen tegen ontslag wegens reorganisatie BVE Het dienstverband is opgezegd tijdens ziekte van de werknemer. De Commissie overweegt dat de werkgever ingevolge artikel
Nadere informatieSAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de Hogeschool A te C, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. L.C.J.
SAMENVATTING 105053 - Geschil nakoming voorwaarde aan instemming; HBO De MR heeft een geschil voorgelegd met betrekking tot de nakoming door het instellingsbestuur van een voorwaarde verbonden aan de instemming
Nadere informatieAdviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK
108079 18.06 Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad van Openbare Scholengemeenschap [naam school]te [vestigingsplaats],
Nadere informatieSAMENVATTING t/m , t/m en Beroepen tegen ontslag wegens opheffing van de school; VO
SAMENVATTING 104994 t/m 104997,104999 t/m 105002 en 105007 - Beroepen tegen ontslag wegens opheffing van de school; De werknemers voeren aan dat voortzetting van de school mogelijk is, dat de werkgever
Nadere informatiehet College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. M.J.A. de Bruijn
103376 S AMENV ATTING Bezwaar tegen indeling in profiel Docent 3 schaal 10 HBO De bezwaren tegen de gevolgde procedure kunnen naar het oordeel van de Commissie niet leiden tot gegrondheid van het bezwaar.
Nadere informatieSAMENVATTING. in het geding tussen: de medezeggenschapsraad van de Hogeschool A, verzoeker, hierna te noemen de MR
SAMENVATTING 104234 - Interpretatiegeschil start duale opleiding; HBO Geschil over de vraag of de MR instemmingsrecht heeft ten aanzien van ene voorgenomen besluit te starten met enkele duale opleidingen
Nadere informatieCommissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet en Hoger Beroepsonderwijs
CvB.VO/HBO.2010/008-U.2010-003 27 mei 2012 Beëindiging arbeidsovereenkomst wegens stopzetten subsidie ID baan. Verweerster heeft voldoende aannemelijk gemaakt, dat zij zich heeft ingespannen de subsidie
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.L.W.G.
107524 - Het bezwaar tegen de beschrijving en waardering van de functie van psychodiagnostisch assistent is ongegrond omdat de opgedragen werkzaamheden passen binnen de toegekende functie en de kenmerkscores
Nadere informatie105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo
105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; De werknemer is geschorst vanwege het opnemen van gesprekken met leidinggevenden en het delen van deze opnamen.
Nadere informatiehet College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. E.M. Kauffman
Werknemer, aanvankelijk benoemd als docent, kampt al vele jaren met hartproblemen als gevolg waarvan hij langdurig arbeidsongeschikt is geweest. Na volledig herstel is hij weer gaan werken als projectleider,
Nadere informatieBeroep tegen berisping gegrond. De verzonden kritische levert geen plichtsverzuim op. UITSPRAAK
108343 - Beroep tegen berisping gegrond. De verzonden kritische e-mail levert geen plichtsverzuim op. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, gemachtigde: mevrouw
Nadere informatieDe berisping houdt geen stand omdat niet vaststaat dat de werknemer de geheimhoudingsplicht heeft geschonden.
108160 - De berisping houdt geen stand omdat niet vaststaat dat de werknemer de geheimhoudingsplicht heeft geschonden. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer [appellant], wonende te [woonplaats], appellant,
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer F
SAMENVATTING 105474 - Geschil over toepassing van art. H-60 CAO BVE Werknemer heeft jarenlang gewerkt als docent maar is, na een periode van arbeidsongeschiktheid, werkzaam als onderwijsassistent. De werkgever
Nadere informatieVerzoek voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling, vacant houden functie en loondoorbetaling; HBO SAMENVATTING
106426 - Verzoek voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling, vacant houden functie en loondoorbetaling; SAMENVATTING De werkgever heeft de werknemer meegedeeld dat de (verlengde) arbeidsovereenkomst
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.
107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M.
106879 - Uitspraak voor zover er nog een ontslagbesluit zou zijn: het ontslag wegens arbeidsongeschiktheid kan niet in stand blijven, omdat herstel binnen 26 weken na het ontslagbesluit niet uitgesloten
Nadere informatieOntwijken zorgplicht door proefplaatsing af te spreken, zonder de leerling aan te laten melden, is in strijd met Wet passend onderwijs.
106669 - Ontwijken zorgplicht door proefplaatsing af te spreken, zonder de leerling aan te laten melden, is in strijd met Wet. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de
Nadere informatieSAMENVATTING. 105800 - Bezwaar tegen de waardering als Docent B, schaal 10; HBO
SAMENVATTING 105800 - Bezwaar tegen de waardering als Docent B, schaal 10; HBO Partijen zijn verdeeld over: A. De aard van de werkzaamheden van bezwaarde op de resultaatgebieden: 1. Optreden als expert/inhoudsdeskundige,
Nadere informatieCommissie van Beroep PO
106226 - Beroepen tegen vermindering betrekkingsomvang; SAMENVATTING Werknemers zijn bij de werkgever in vaste dienst met een betrekkingsomvang boven de normbetrekking van 1 wtf. Omdat de werkgever vele
Nadere informatieCommissie van Beroep VO SAMENVATTING
SAMENVATTING 106377 - Beroep tegen onthouden promotie (entreerecht); Het beroep is gericht tegen de beslissing van de werkgever met betrekking tot de urenverdeling voor het schooljaar 2014-2015 waaruit
Nadere informatieDe aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school.
107612 De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school. in het geding tussen: de heer A en mevrouw B, verzoekers, gemachtigde:
Nadere informatieWerk en inkomen voortgezet onderwijs. Tijdelijk werk in het voortgezet onderwijs
Werk en inkomen voortgezet onderwijs Tijdelijk werk in het voortgezet onderwijs AOb Tijdelijk werk in het voortgezet onderwijs 2 Steeds meer docenten en ondersteunend personeel in het voortgezet onderwijs
Nadere informatieAdviesgeschil en instemmingsgeschillen PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school)
105040 11.14 Adviesgeschil en instemmingsgeschillen PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school) Op 16 mei 2011 heeft het bevoegd gezag zijn voorgenomen besluit
Nadere informatieGeschil over toelating leerling. De school heeft onvoldoende invulling gegeven aan haar onderzoeksplicht. ADVIES
108241 Geschil over toelating leerling. De school heeft onvoldoende invulling gegeven aan haar onderzoeksplicht. ADVIES in het geding tussen: [verzoekster], wonende te [woonplaats], verzoekster, gemachtigde:
Nadere informatieUITSPRAAK / uitspraak d.d. 26 februari 2018 pagina 1 van 6
107962 - Nalevingsgeschil. Het bevoegd gezag hoeft de kosten voor het raadplegen van een extern deskundige niet te vergoeden, omdat niet gebleken is dat de kosten redelijkerwijze noodzakelijk waren. UITSPRAAK
Nadere informatieBINDEND ADVIES VASTE COMMISSIE CAO VOOR HET OMROEPPERSONEEL. Inzake: tegen:
BINDEND ADVIES VASTE COMMISSIE CAO VOOR HET OMROEPPERSONEEL Inzake: (WERKNEMER) Verzoekster tegen: (OMROEPWERKGEVER) Verweerster 1. Taak en samenstelling van de Vaste Commissie 1.1. Krachtens artikel 49
Nadere informatieCommissie van Beroep VO
105924 - Beroep tegen schriftelijke berisping; SAMENVATTING De gymleraar heeft bezittingen van leerlingen in bewaring genomen. Na de les ontbreekt een ipod. De werkgever stelt dat de werknemer in strijd
Nadere informatieBESLISSING OP ONTSLAGAANVRAAG. [de hogeschool], gevestigd te [vestigingsplaats], hierna te noemen de hogeschool gemachtigde: de heer mr. M.A.
108064 - Toestemming voor ontslag wegens bedrijfseconomische redenen niet verleend. De werkgever heeft onvoldoende aangetoond dat er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn. Inzake het verzoek van: BESLISSING
Nadere informatiede Hogeschoolmedezeggenschapsraad van A, verweerder, hierna te noemen de HMR
103532 Instemmingsgeschil begroting School HBO S AMENV ATTING De deelraad heeft geweigerd in te stemmen met de begroting omdat volgens hem uit de begroting blijkt dat het taakbeleid van de School is gewijzigd,
Nadere informatieADVIES. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van basisschool D te B, verweerder
107682 School kan een leerling met extra ondersteuningsbehoefte niet weigeren zonder voldoende onderzoek naar de ondersteuningsmogelijkheden van de school. Ook is overleg nodig met de ouders over welke
Nadere informatie