gemeentelijk armoedebeleid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "gemeentelijk armoedebeleid"

Transcriptie

1

2 2 gemeentelijk armoedebeleid

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 2 Gemeentelijk beleidskader Inleiding Generiek inkomensbeleid versus gemeentelijk maatwerk Relatie met aanpalende beleidsterreinen Gemeenteraad en programmabegroting Cliëntenraden, belangengroepen en burgerinitiatief Maatschappelijke organisaties Particulier initiatief 14 5 Armoedebeleid en reïntegratie Inleiding Maatwerk Werken lonend maken, tegengaan armoedeval Vrijlating inkomsten uit arbeid Sociale activering en onkostenvergoeding vrijwilligerswerk Schuldhulpverlening als onderdeel van het reïntegratietraject Werkervaring opdoen in projecten voor minima 54 6 Kosten en financiering Inleiding Kosten Financiering 56 3 Lokale maatregelen Inleiding Bijzondere bijstand Bevordering van maatschappelijke participatie Beperken zorg- en ziektekosten en verkleinen sociaal-economische gezondheidsverschillen Preventie en tegengaan niet-gebruik Kwijtschelding gemeentelijke belastingen Schuldhulpverlening Langdurigheidstoeslag Beperken woonlasten en aanpak achterstandswijken Toeslagen op de algemene bijstand 39 4 Doelgroepen Inleiding Het bepalen van de omvang en samenstelling van de doelgroep in de gemeente Ouderen Jeugd Chronisch zieken en gehandicapten Allochtonen Dak- en thuislozen Werkenden in loondienst en zelfstandigen Tot slot 50 7 Uitvoeringsaspecten en instrumenten Inleiding Vereenvoudigde aanvraagprocedure Armoedebeleidsmeter Bijzondere Bijstandzoeker Minima Effect Rapportage (Nibud) Armoede Effect Rapportage (burgerinitiatief Almelo) Projectleider armoedebeleid Meten is weten Intervisiedagen gemeentelijk armoedebeleid 61 Bijlage 1 Adressen en websites 63 Bijlage 2 Publicaties 69 Bijlage 3 Geraadpleegde deskundigen 70 Bijlage 4 Prestatie-indicatoren 71 Bijlage 5 Artikelen 35 en 36 WWB

4 1. Inleiding Over deze publicatie Deze publicatie is een algemene introductie in gemeentelijk armoedebeleid en beantwoordt vragen als: Wat is armoede? Welke verantwoordelijkheid heeft de gemeente bij de bestrijding ervan? Welke lokale maatregelen zijn mogelijk? Wat kost het en hoe wordt het betaald en uitgevoerd? Voor wie? De publicatie is bedoeld voor wethouders en raadsleden; zij zijn verantwoordelijk voor het bepalen van de visie op armoedebeleid en de vaststelling van een beleidsplan. Deze publicatie biedt handvatten voor een efficiënt en effectief armoedebeleid. Gemeenten kunnen aan de hand van deze publicatie zelf hun armoedebeleid vormgeven. De publicatie is ook nuttig voor de beleidsmedewerker en anderen die zich met lokaal inwoners. De gemeentelijke overheid is door de korte afstand tot de burger bij uitstek het overheidsorgaan dat problemen bij individuele burgers kan onderkennen en hiervoor maatwerk kan leveren. Gemeenten kunnen bijvoorbeeld bijzondere bijstand verlenen, voorzieningen in het leven roepen om maatschappelijke participatie mogelijk te maken, gezondheidsbeleid voeren, toeslagen geven op de bijstandsnorm en mensen helpen met het oplossen van hun schulden. Het gemeentelijke maatwerk is een aanvulling op het generieke inkomensbeleid van het Rijk. De inzet van eigen gemeentelijke middelen, (semi-)overheidsinstanties van maatschappelijk werk en gezondheidszorg en particuliere (charitatieve) organisaties, maken een sterke regie door gemeenten wenselijk. Gemeenten kunnen daarbij rekening houden met de ontwikkelingen in het aantal huishoudens met een laag inkomen en de schuldenproblematiek, maar ook met de consequenties van politieke ontwikkelingen, zoals de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) 2, de wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) en de Wet Inburgering. Voor raadsleden en wethouders: De hoofdstukken 3 tot en met 6 beginnen met een samenvatting van de belangrijkste beleidskeuzes. armoedebeleid bezighouden. Er is naar gestreefd een zo volledig mogelijk beeld te geven van de reikwijdte en mogelijke invulling van gemeentelijk armoedebeleid. De diepgang is echter beperkt. Wel krijgt u aan het eind van elke paragraaf enkele suggesties voor verdieping aangereikt. Wat is armoede? Armoede is een complex verschijnsel met veelal samenhangende dimensies (inkomen, maatschappelijke participatie, opleidingsniveau, gezondheid, zelfredzaamheid, wonen en leefomgeving), waarin het toekomstperspectief een belangrijk onderscheidend kenmerk is, vooral in situaties waarin niet of nauwelijks uitzicht is op werk of verandering van leefsituatie. Armoede in deze brede betekenis is sociale uitsluiting. Armoede in enge zin wordt beschouwd als een tekort aan financiële middelen. 1 In deze publicatie wordt de brede definitie gehanteerd. Verantwoordelijkheid van gemeenten Gemeenten hebben de mogelijkheden en de zorgplicht om de leefsituatie en het toekomstperspectief van kwetsbare burgers te verbeteren. Een gemeente met minder armoede en sociale uitsluiting creëert voor iedereen een beter leefklimaat. Dat betekent dat gemeenten alert moeten zijn op de geestelijke en financiële noden van hun 1 Nationaal Actieplan ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting 2003, Ministerie van SZW Totstandkoming van deze publicatie In de masterclasses over lokaal armoedebeleid (2005) is gebleken dat lokale overheden verschillende initiatieven nemen om armoede tegen te gaan 3. Tevens is er in de masterclasses een behoefte onder verschillende lokale actoren geconstateerd om deze initiatieven te inventariseren en verder te verspreiden. Met de publicatie Gemeentelijk Armoedebeleid wordt hieraan invulling gegeven. De publicatie is geschreven door StimulanSZ en SGBO, onderzoeks- en adviesbureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ondersteunen dit initiatief. StimulanSZ en SGBO zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de publicatie en de daarin opgenomen voorbeelden van gemeentelijk beleid. Diverse deskundigen hebben commentaar en voorbeelden van gemeentelijk beleid aangedragen. 4 Aan de totstandkoming van deze publicatie is de grootst mogelijke zorg besteed. Het ministerie van SZW, de VNG, StimulanSZ en SGBO kunnen echter niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend. Leeswijzer Zie voor een volledig overzicht van de hoofdstukken en paragrafen de inhoudsopgave. Deze is zo opgesteld dat u snel uw weg kunt vinden in deze publicatie. 2 Bij het ter perse gaan van deze publicatie is de WMO nog niet ingevoerd. Wel is de Tweede Kamer akkoord. 3 Deze masterclasses zijn een vervolgactie van het kabinet op het advies van de Denktank Armoedebestrijding en jongeren (november 2004). Doel van deze masterclasses was om alle betrokken uitvoerders, vanuit het vertrekpunt van integraliteit van het armoedevraagstuk onder jongeren, van elkaar te laten leren. Vervolginformatie uit de masterclasses is beschikbaar via 4 In bijlage 3 is een lijst met geraadpleegde deskundigen opgenomen. 7

5 Beleidskeuzes armoedebeleid 2 Gemeentelijk beleidskader Aan de hand van o.a. de volgende beleidskeuzes kunnen gemeenteraden het armoedebeleid bepalen: Beleidskeuzes Kiest de gemeente voor individueel maatwerk of meer algemeen generiek armoedebeleid (zonder daarbij het inkomensbeleid van het Rijk te doorkruisen)? Ligt bij het aanvragen van inkomensondersteuning het initiatief bij de burger (eigen verantwoordelijkheid) of biedt de gemeente deze proactief aan? Hoe groot is het gemeentelijke budget voor armoedebeleid? Ligt de nadruk op betaald materiële ondersteuning of op immateriële ondersteuning? Ligt de nadruk op werk of op inkomen, zorg en welzijn? Zijn er noodzakelijke kosten van bestaan die niet uit de bijstandsnorm kunnen worden betaald? Welke inkomensgrens en eigen bijdrage worden gehanteerd? Zijn er doelgroepen of problemen waarvoor (extra) voorzieningen noodzakelijk zijn? Welke verhouding tussen uitvoeringskosten en kosten van verstrekkingen is wenselijk? Met welke andere gemeentelijke beleidsterreinen moet het armoedebeleid worden afgestemd? Voert de gemeente preventief en/of curatief beleid voor mensen met (dreigende) schulden? Welke toeslagen en verlagingen op de bijstandsnorm zijn in individuele gevallen wenselijk? Voor welke periode geldt het beleid? Welke meetbare doelstellingen worden geformuleerd? Kiest de gemeente voor keuzevrijheid van de burger, of bepaalt de gemeente voor welke kosten burgers een vergoeding kunnen krijgen? Hoe gaat de gemeente om met particuliere initiatieven, zoals fondsen en dergelijke? Is maatschappelijke participatie een doelstelling in het armoedebeleid? Welke vormen van participatie wil de gemeente stimuleren? Hoe moet de gemeente omgaan met de concentratie van armoede in bepaalde wijken? 2.1 Inleiding Dit hoofdstuk geeft aan binnen welk beleidskader gemeenten het armoedebeleid kunnen uitvoeren. Algemeen, generiek inkomensbeleid is de verantwoordelijkheid van het Rijk en geen bevoegdheid van gemeenten. Gemeenten kunnen in aanvulling op het inkomensbeleid met maatwerk individuele huishoudens met financiële problemen ondersteunen bij bijzondere uitgaven. Gemeenten hebben daarbij veel beleidsvrijheid. In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke wet- en regelgeving relevant is, op welke wijze het armoedebeleid gerelateerd is aan aanpalende beleidsterreinen en welke actoren een rol spelen bij de totstandkoming van armoedebeleid. 2.2 Generiek inkomensbeleid versus gemeentelijk maatwerk Generiek inkomensbeleid is de verantwoordelijkheid van het Rijk. Jaarlijks wordt centraal de hoogte van het sociaal minimum vastgesteld. Deze norm geldt voor alle burgers van Nederland. Door bijzondere omstandigheden kan zich de situatie voordoen dat deze uitkeringsnorm niet volledig toereikend is om bepaalde noodzakelijke uitgaven te doen. Op dat moment kan de gemeente een rol gaan spelen. Als een persoon voor dergelijke kosten geen beroep kan doen op een voorliggende voorziening (zoals huurtoeslag of studiefinanciering), kan de gemeente besluiten om bijzondere bijstand te verstrekken. Hierbij levert de gemeente maatwerk: er moet worden vastgesteld of de uitgaven noodzakelijk zijn en of ze daadwerkelijk gemaakt zijn. Alleen aan chronisch zieken, gehandicapten en ouderen mogen gemeenten binnen de kaders van de WWB in het kader van bijzondere bijstand vaste bedragen verstrekken zonder te controleren of de kosten noodzakelijk en daadwerkelijk gemaakt zijn. Dergelijke inkomensondersteunende regelingen worden categoriale regelingen genoemd. Categoriale regelingen voor andere doelgroepen zijn niet mogelijk. 5 Met de invoering van de WWB zijn de mogelijkheden voor gemeenten om categoriale voorzieningen te treffen beperkt, omdat deze het landelijke inkomensbeleid doorkruisen. Door de afschaffing van de categoriale bijzondere bijstand heeft de bijzondere bijstand de maatwerkfunctie terug. Een andere reden voor de afschaffing van categoriale regelingen was de armoedeval. De armoedeval treedt op wanneer iemand die gaat werken of meer gaat verdienen, er per saldo niet of nauwelijks op vooruitgaat, bijvoorbeeld vanwege het feit dat hij geen recht meer heeft op inkomensafhankelijke bijdragen. De categoriale bijzondere bijstand is dus grotendeels afgeschaft. Gemeenten hebben nog wel speelruimte met betrekking tot andere categoriale voorzieningen: Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen. 5 Dit geldt ook voor regelingen die niet onder de bijzondere bijstand vallen en bijvoorbeeld gefinancierd worden uit eigen gemeentelijke middelen. 8 9

6 Voorzieningen voor maatschappelijke participatie. Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering. De berekening van de draagkracht en het hanteren van een drempelbedrag. Categoriaal beleid voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen. Gemeenten moeten dus maatwerk leveren. Het is echter wel mogelijk om beleidsregels op te stellen voor de uitvoering van de bijzondere bijstand. Hiermee wordt bewerkstelligd dat de beoordeling van de persoonlijke omstandigheden en de kosten die kunnen worden vergoed, tot op bepaalde hoogte wordt gestandaardiseerd. Dit bevordert de rechtsgelijkheid, rechtszekerheid en de doelmatigheid van de uitvoering. 2.3 Relatie met aanpalende beleidsterreinen De meest kwetsbare burgers zijn personen met een cumulatie van armoederisico s, zoals een combinatie van slechte arbeidsmarktpositie, problematische schulden, laag opleidingsniveau, dakloosheid, en gezondheidsproblemen. Uitsluitend financiële ondersteuning is voor de meest kwetsbare burgers niet genoeg. Binnen het kader van het gemeentelijk armoedebeleid hebben gemeenten de mogelijkheid om (eventueel gekoppeld aan activering) maatwerk te leveren. Dit vereist een sluitende keten van voorzieningen. De gemeente is als geen ander in staat de regie over de keten te voeren en om witte vlekken, overlap en aansluitingsproblemen te signaleren. Het is dus belangrijk dat armoedebeleid beleidsmatig en op uitvoerend niveau wordt afgestemd met andere taken van de gemeente. Hiermee kan al in het collegeprogramma rekening worden gehouden. In deze paragraaf worden een aantal aanpalende beleidsterreinen genoemd en de wijze waarop daarmee afstemming kan plaats vinden. Daarbij wordt verwezen naar andere hoofdstukken in deze publicatie. WMO en gezondheidsbeleid. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de invulling en uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). 6 De huidige Welzijnswet en de WVG gaan met ingang van 1 januari 2007 samen met Huishoudelijke Zorg uit de AWBZ 7 op in de WMO. Individuele voorzieningen kunnen een grote kostenpost zijn voor burgers. Denk bijvoorbeeld aan de kosten van thuiszorg, mantelzorg, aangepast vervoer of woningaanpassing. De keuzes die gemeenten maken bij de invulling en uitvoering van de WMO hebben dus veel invloed op de positie van minima. Ook welzijnszaken zoals de inzet van vrijwilligers en jeugdbeleid worden straks opgenomen in de WMO. Minima hebben een slechtere gezondheid dan niet-minima. Gemeenten kunnen met lokaal gezondheidsbeleid sociaal-economische gezondheidsverschillen verkleinen. In paragraaf 3.4 wordt ingegaan op de relatie tussen de WMO, gezondheidsbeleid en armoedebeleid. Huisvestingsbeleid. De gemeente heeft de prijs, kwaliteit en beschikbaarheid van betaalbare woningen deels in de hand en kan met het huisvestingsbeleid invloed 6 Bij het ter perse gaan van deze publicatie is de wettekst voor de WMO nog een concept. 7 Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. 10 uitoefenen op het welzijn en het inkomen van minima. In paragraaf 3.9 wordt de relatie gelegd tussen armoedebeleid en huisvestingsbeleid. Voorkomen van voortijdige schooluitval. Voortijdig schoolverlaters lopen een verhoogd risico niet tot de arbeidsmarkt door te kunnen dringen. Voorkomen moet worden dat jongeren zonder startkwalificatie hun opleiding beëindigen. Kinderen met een leer- of taalachterstand hebben meer moeite met het onderwijs, belanden in lagere schooltypen en hebben een verhoogd risico op uitval en (daardoor) op een armoedesituatie. Reïntegratie, sociale activering en vrijwilligerswerk. Gemeenten zijn in het kader van de WWB verantwoordelijk voor de reïntegratie van bijstandsgerechtigden, ANW ers 8 en Nug ers 9. Armoedebeleid kan bijdragen aan reïntegratie; denk aan schuldhulpverlening, sociale activering en onkostenvergoedingen voor werkgerelateerde uitgaven. Onder het motto iedereen moet meedoen spoort het Rijk gemeenten aan om, in het kader van hun beleid vrijwillige inzet, in te zetten op het verbeteren van de positie van vrijwilligers. Dat kan bijvoorbeeld door deskundigheidsbevordering, maar ook door het subsidiëren van een collectieve aansprakelijkheidsverzekering voor vrijwilligers. In hoofdstuk 5 wordt hierop verder ingegaan. Inburgering van oud- en nieuwkomers. Oud- en nieuwkomers vormen een kwetsbare groep. Voorlichting over geldzaken en inkomensondersteuning en hulp bij aanvragen kan door de gemeente worden ingebouwd in alle inburgeractiviteiten van de gemeente en uitvoerende instanties. Maatschappelijke opvang en verslavingszorg. Een belangrijk deel van de dak- en thuislozen heeft problematische schulden of kan niet op eigen kracht voorzien in de normale kosten van bestaan. Inkomensondersteuning voor deze groep vraagt om een specifieke aanpak en afstemming met zorg en hulpverlening. Centrumgemeenten ontvangen een specifieke uitkering voor maatschappelijke opvang. In paragraaf 4.7 wordt ingegaan op de relatie met maatschappelijke opvang en verslavingszorg. Jeugdbeleid. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het bevorderen van het welzijn van hun jeugdige burgers. In het kader van (preventief) lokaal jeugdbeleid gebeurt dit onder andere door het bieden van voorzieningen en activiteiten op het gebied van scholing, cultuur en vrije tijdsbesteding. Speciale aandacht is nodig voor jeugdigen waar het niet zo goed mee gaat, bijvoorbeeld als gevolg van opvoed- en opgroeiproblemen in gezinnen, waarbij een slechte financiële situatie vaak mede oorzaak is van maatschappelijke isolatie van jeugdigen. Zie paragraaf 4.4. Volwasseneneducatie. In Nederland kunnen ongeveer 1 miljoen volwassenen niet of nauwelijks lezen en schrijven. 10 Zij hebben een verhoogd risico om in een situatie van sociale uitsluiting te belanden. Naar schatting zijn onder hen zo n echte analfabeten. De overigen zijn functioneel analfabeet. 11 Er zijn nog meer relaties te bedenken tussen armoedebeleid en wellicht minder voor de hand liggende - beleidsterreinen. De kortingspas van de gemeente Delft bijvoor- 8 Personen met een uitkering op basis van de Algemene Nabestaandenwet. 9 Niet-uitkeringsgerechtigden. 10 OECD, International Adult Literacy Survey (IALS). 11 Functioneel analfabeten zijn die Nederlanders die onvoldoende Nederlands kunnen lezen, schrijven en rekenen om zich op een volwaardige manier in onze maatschappij te kunnen handhaven. 11

7 beeld is ontwikkeld met het budget voor armoedebeleid, maar ook met het budget waarmee de stad zich profileert als kennisstad. De lijst met onderwerpen is dus niet uitputtend; op diverse beleidsterreinen kunnen beleidswijzigingen gevolgen hebben voor minima en het armoedebeleid. In Almelo worden alle gemeentelijke beleidsplannen getoetst op de effecten ervan voor mensen met een laag inkomen. Dit noemen ze de Armoede Effect Rapportage. Meer hierover in paragraaf Gemeenteraad en programmabegroting Gemeenten zijn binnen het duale stelsel verplicht met een jaarlijkse programmabegroting te werken. De programmabegroting bestaat uit twee soorten documenten: de programmaplannen voor de raad en de productenraming voor het college. Per vastgesteld programmaplan en bijbehorend budget moet het college meer gedetailleerd op productniveau in de productenraming aangeven wat de ambtelijke organisatie gaat doen om programmadoelstellingen te realiseren en wat het mag kosten. De productenraming autoriseert de ambtelijke organisatie, bijvoorbeeld de sociale dienst, om bepaalde producten te leveren om daarmee de doelstellingen van de raad te realiseren. Duaal besturen betekent in essentie dat de raad beleid controleerbaar vastlegt en het maatschappelijke effect ervan achteraf beoordeelt aan de hand van een resultaatmeting. Dit zijn de eerste en laatste stap in een beleidscyclus. De tussenliggende stappen (plannen, uitvoeren en meten) worden door college en ambtelijk management ingevuld. Die verdeling plaatst de raad prominenter dan voorheen in een sturende rol. Om de sturende rol waar te kunnen maken moet de raad zijn doelen zodanig stellen dat daarover heldere verantwoording mogelijk is. Daarnaast moet sprake zijn van een goede informatievoorziening. Het ambtelijk management moet daarmee aan de slag. In bijlage 4 vindt u voorbeelden van meetbare beleidsdoelstellingen en prestatie-indicatoren die door de raad kunnen worden vastgesteld en door het college en de sociale dienst kunnen worden gebruikt als leidraad bij de verantwoording. Hieronder staan de belangrijkste keuzes die de gemeenteraad moet maken. Op basis daarvan wordt de programmabegroting gemaakt. Welke kaderstellende keuzes moet de gemeenteraad maken? Kiest de gemeente voor individueel maatwerk of meer algemeen generiek armoedebeleid (zonder daarbij het inkomensbeleid van het Rijk te doorkruisen)? Ligt bij het aanvragen van inkomensondersteuning het initiatief bij de burger (eigen verantwoordelijkheid) of biedt de gemeente deze pro-actief aan? Hoe groot is het gemeentelijke budget voor armoedebeleid? Ligt de nadruk op betaalde materiële ondersteuning of op immateriële ondersteuning? Ligt de nadruk op werk of op inkomen, zorg en welzijn? Zijn er noodzakelijke kosten van bestaan die niet uit de bijstandsnorm kunnen worden betaald? Welke inkomensgrens en eigen bijdrage worden gehanteerd? Zijn er doelgroepen of problemen waarvoor (extra) voorzieningen noodzakelijk zijn? Welke verhouding tussen uitvoeringskosten en kosten van verstrekkingen is wenselijk? Met welke andere gemeentelijke beleidsterreinen moet het armoedebeleid worden afgestemd? Voert de gemeente preventief en/of curatief beleid voor mensen met (dreigende) schulden? Welke toeslagen en verlagingen op de bijstandsnorm zijn in individuele gevallen wenselijk? 12 Voor welke periode geldt het beleid? Welke meetbare doelstellingen worden geformuleerd? Kiest de gemeente voor keuzevrijheid van de burger, of bepaalt de gemeente voor welke kosten burgers een vergoeding kunnen krijgen? Hoe gaat de gemeente om met particuliere initiatieven, zoals voedselbanken, fondsen en dergelijke? Hoe gaat de gemeente om met de concentratie van armoede in bepaalde wijken? Nadat deze keuzes zijn gemaakt, is het aan B&W en de sociale dienst om op gedetailleerd productniveau keuzes te maken, passende regelingen te ontwerpen en vorm te geven aan de uitvoering. Beleidsnota armoedebeleid Beleidskeuzen voor de langere termijn kan de raad vastleggen in een kaderstellende nota. Het opstellen van een afzonderlijke beleidsnota armoedebeleid is geen verplichting, maar wel nuttig. Het biedt de mogelijkheid om het armoedebeleid in een breder perspectief te plaatsen, te relateren aan aanpalende beleidsterreinen en langetermijnplannen vast te leggen. Het opstellen van een afzonderlijke nota nodigt uit tot debat met maatschappelijke organisaties en belangengroepen, en tot het formuleren van een eenduidige, langetermijnvisie. In de nota kunnen de hoofdlijnen van de programmabegroting verder worden gespecificeerd en toegelicht. Voor de ambtelijke organisatie biedt het de mogelijkheid om te laten zien hoe de beleidskeuzes zijn vertaald naar de uitvoering. Tot slot kunnen in de nota ook evaluaties van het armoedebeleid worden gepresenteerd. Het is van belang dat het debat over het te voeren lokale minimabeleid niet beperkt blijft tot de gemeenteraad. Het is zinvol om maatschappelijke organisaties en uitkeringsgerechtigden hierbij te betrekken. In een aantal gemeenten gebeurt dat tijdens 12 De gemeenteraad moet een toeslagenverordening vaststellen (WWB art 25 t/m 29)

8 hoorzittingen die door de gemeenteraad, door een commissie uit de gemeenteraad of door enkele fracties uit de gemeenteraad zijn georganiseerd. Dat geeft betrokkenen een mogelijkheid om hun ervaringen en hun visie in te brengen, alvorens de gemeenteraad tot een besluit komt. In de volgende paragrafen gaan we verder hierop in. 2.5 Cliëntenraden, belangengroepen en burgerinitiatief Cliëntenraden en andere belangengroepen hebben een belangrijke signaleringsfunctie. Zij kennen de armoedeproblemen in de gemeente, in het bijzonder natuurlijk die van de eigen achterban. Zij kunnen daarom een belangrijke inhoudelijke bijdrage leveren aan het armoedebeleid. Door hen daar actief bij te betrekken, ontstaat er bovendien draagvlak. Cliëntenraden en andere belangengroepen nemen overigens ook vaak de taak op zich om hun achterban voor te lichten over inkomensondersteunende maatregelen en andere (geld)zaken. Ook Voorbeelden van belangengroepen 13 kunnen zij betrokken worden bij de verbetering van de dienstverlening van de Chronisch zieken en gehandicaptenraad Cliëntenbond GGZ Cliëntenraad gemeente aan cliënten (bijvoorbeeld als Diaconie aanvulling op een klanttevredenheidsonderzoek). Veel gemeenten maken ove- Vereniging van mantelzorgers Ouderenbond rigens ook gebruik van burgerpanels bij Vrouwenbond de voorbereiding of evaluatie van beleid. WAO-beraad Werklozenbond Woonbond en huurdersvereniging 2.6 Maatschappelijke organisaties Elke gemeente kent tal van maatschappelijke organisaties, die op een of andere manier te maken hebben met de doelgroep van het lokale armoedebeleid. Deze organisaties hebben een belangrijke signaleringsen doorverwijsfunctie. Ook kunnen zij de doelgroep voorlichten over inkomensondersteunende maatregelen of budgetvoorlichting geven. Veel maatschappelijke organisaties staan dichter bij de doelgroep dan de gemeente en zij kunnen de doelgroep benaderen op een manier die bij de doelgroep past. Het is daarom belangrijk om als gemeente regelmatig kennis en ervaringen uit te wisselen met deze organisaties en hen bijvoorbeeld uit te nodigen voor lokale sociale conferenties. De gemeente kan ervoor zorgen dat informatie over gemeentelijke inkomensondersteuning bij deze organisaties beschikbaar is voor medewerkers Voorbeelden van maatschappelijke organisaties 14 GG&GD Bibliotheek en burgers. Bureau Jeugdzorg Bureau voor Rechtshulp Buurtwerk Andere voorbeelden van maatregelen waarbij maatschappelijke organisaties kunnen worden betrokken: Centrum voor Alcoholverslaafden Geestelijke gezondheidszorg Gehandicaptenorganisatie Humanitas Decanen van scholen worden Jongeren Informatie Punt geïnformeerd over de bijdrage Jongerencentrum voor schoolkosten. Leger des Heils Woningcorporaties melden verhuizing; minima krijgen verhuiskostenvergoeding. Kerk en moskee Kredietbank Maatschappelijk werk Nutsbedrijf Informatie van de sociale dienst Opvangcentrum voor daklozen in de nieuwsbrief van de ouderenbond. Politie en stadswacht Sociaal raadslieden Sportvereniging Stichting Welzijn Ouderen 2.7 Particulier initiatief School Vrijwel elke gemeente kent organisaties, Thuiszorg zoals kerken en moskeeën, parti- culiere fondsen en voedselbanken, die financiële ondersteuning of hulp in Vakbondswinkel Verzorgings- of verpleeghuis Vluchtelingenwerk Woningbouwcorporatie natura bieden aan mensen met een Ziekenhuis laag inkomen. Een voorbeeld is de Stichting Leergeld, die huishoudens met weinig geld helpt om kosten te betalen die kinderen in dat huishouden moeten maken in verband met het volgen van onderwijs. Het kan gaan om boekengeld, excursies of een fiets om naar school te gaan. Een ander voorbeeld is de stichting Jeugdsportfonds, waar begeleiders van jeugdigen voetbalschoenen of andere voorzieningen kunnen aanvragen voor jongeren waarvan de ouders te weinig geld hebben om deze voorzieningen te betalen. Er zijn ongeveer 500 fondsen in Nederland. Verreweg het merendeel daarvan is particulier. Fondsen leveren meestal een bijdrage aan een maatschappelijke activiteit of doelgroep op het terrein van welzijn, onderwijs, jeugd, ouderen, cultuur, volksgezondheid of wetenschap. 13 In bijlage 1 vindt u contactgegevens van landelijke koepelorganisaties. 14 In bijlage 1 vindt u contactgegevens van landelijke koepelorganisaties

9 Voedselbank Rotterdam In Nederland voorzien voedselbanken wekelijks duizend huishoudens van kratten voedsel. De grootste voedselbank, in Rotterdam, neemt vijfhonderd huishoudens die met moeite rondkomen, voor zijn rekening. De kratten zijn onder meer gevuld met brood, groente, fruit, koffie en koekjes. Afkomstig van bedrijven, veilingen en winkels die het wilden weggooien. Omdat het etiket scheef zat bijvoorbeeld of omdat het artikel de uiterste houdbaarheidsdatum naderde. Het enige criterium om in aanmerking te komen voor een voedselpakket, is dat er bij de cliënt na aftrek van de vaste lasten niet meer van het inkomen overblijft dan e 150 per maand om eten en kleding van te kopen. Per volwassene komt daar e 50 bij, per kind e 25. Bron: Utrechts Nieuwsblad, 19 mei Overheid en voedselbanken Het Rijk en gemeenten garanderen een toereikend bestaansminimum waarbij mensen een beroep kunnen doen op voorliggende voorzieningen en de algemene en bijzondere bijstand. Naast de rol van het Rijk en de lagere overheden hebben particuliere instellingen, zoals de voedselbank, de ruimte om persoonlijke aandacht te geven aan mensen in nood. Wij hechten aan deze rolverdeling tussen Rijk en particuliere instelling. Bron: Antwoorden van minister De Geus op Kamervragen over de begroting SZW voor het jaar 2006, 9 december NB: Op 3 maart 2006 heeft de staatssecretaris van SZW gerapporteerd aan de Tweede Kamer over een onderzoek naar de omvang en de achterliggende problematiek van mensen die gebruikmaken van de voedselbanken. Gemeenten gaan op verschillende manieren om met deze particuliere initiatieven. Er zijn gemeenten die inkomensondersteuning (of ondersteuning in natura zoals bij voedselbanken) beschouwen als een verantwoordelijkheid van de overheid, en het particulier initiatief zien als een doorkruising van het inkomensbeleid. Particuliere hulp leidt tot rechtsongelijkheid tussen burgers, zo vinden deze gemeenten. Andere gemeenten zien het particulier initiatief juist als een welkome of noodzakelijke aanvulling op het armoedebeleid. Een deel van deze gemeenten faciliteert en ondersteunt daarom particuliere initiatieven. Meer informatie Fondsenboek 2004/2005, Vereniging van Fondsen in Nederland (FIN). Kijk op 3 Lokale maatregelen 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden een aantal maatregelen gepresenteerd die gemeenten kunnen nemen ter bestrijding van armoede. Deze maatregelen zijn een aanvulling op het landelijk beleid. 3.2 Bijzondere bijstand Beleidskeuzes Welke inkomensgrens en eigen bijdrage wordt gehanteerd? Wordt er een drempelbedrag gehanteerd? Zijn er noodzakelijke kosten van bestaan die niet uit de bijstandsnorm kunnen worden betaald? In het volgende wordt ingegaan op bijzondere bijstand. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen individuele en categoriale bijzondere bijstand. Individuele bijzondere bijstand Door bijzondere omstandigheden kan zich de situatie voordoen dat de bijstandsnorm (of een ander inkomen op dat niveau) niet toereikend is om noodzakelijke uitgaven te doen. Als de gemeente vindt dat deze uitgaven wel noodzakelijk zijn en niet uit de bijstandsnorm of andere middelen kunnen worden betaald, kan bijzondere bijstand worden verleend. 15 Bijzondere bijstandsverlening is geregeld in artikel 35 van de WWB. De bijzondere bijstand gaat uit van maatwerk: de gemeente moet bij elke aanvraag vaststellen of er sprake is van uitgaven die voortvloeien uit bijzondere omstandigheden, of de uitgaven noodzakelijk zijn en of ze daadwerkelijk gemaakt zijn. Voor regelingen voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen geldt dat maatwerk niet. Voor deze groepen mag de gemeente binnen de kaders van de WWB categoriaal beleid maken. Categoriale bijzondere bijstand Voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen mogen gemeenten categoriale bijzondere bijstand verstrekken. Bij categoriale bijstand krijgen deze groepen een bedrag zonder dat gecontroleerd wordt waaraan het geld wordt uitgegeven. Categoriale bij- 15 In bijlage 5 vindt u de letterlijke wettekst

10 zondere bijstand is niet mogelijk Individueel of categoriaal voor andere groepen personen. Individuele bijzondere bijstand kan alleen worden verleend voor daadwerkelijk gemaakte kosten. Bij cate- niet betaald worden uit de bij- Dat geldt ook voor regelingen die goriale bijstand krijgen groepen een bedrag zonder zondere bijstand en deel uitmaken van het eigen gemeentelijk dat gecontroleerd wordt waaraan het geld wordt uitgegeven. Gemeenten mogen alleen nog categoriale beleid. bijstand verstrekken aan chronisch zieken, gehandicapten en ouderen. Beleidsregels De bijzondere bijstand gaat dus uit van zoveel mogelijk maatwerk. Gemeenten kunnen beleidsregels opstellen voor de uitvoering van de bijzondere bijstand. 16 Hiermee wordt bewerkstelligd dat de beoordeling van de persoonlijke omstandigheden en de kosten die kunnen worden vergoed, tot op bepaalde hoogte worden gestandaardiseerd. Dit bevordert de rechtsgelijkheid, rechtszekerheid en de doelmatigheid van de uitvoering. De beleidsregels kunnen onder meer betrekking hebben op: Omstandigheden waaronder bepaalde kosten als bijzondere noodzakelijke kosten van het bestaan worden aangemerkt. Kosten die in die omstandigheden kunnen worden vergoed. Tot welk bedrag deze kosten niet kunnen worden voldaan uit de norm en de aanwezige betalingscapaciteit. De noodzaak ervan moet wel Controleren of de kosten daadwerkelijk zijn individueel worden getoetst. Dat gemaakt kan op een manier die de Het is aan de gemeente om te bepalen hoe wordt gemeente niet veel extra tijd, vastgesteld dat de belanghebbende de kosten daadwerkelijk heeft gemaakt. De gemeente kan bijvoor- personeel en geld kost en die beeld kiezen voor steekproefsgewijze controle, controle boven een bepaald bedrag, en/of controle op is. Gemeenten kunnen er bijvoor- voor de burgers ook toegankelijk basis van risicoprofielen. Ook kan de gemeente er voor beeld voor kiezen om formulieren te gebruiken waarbij een kiezen om de controle niet afzonderlijk uit te voeren, maar die te laten samenvallen met een ander contact aantal voorzieningen overzichtelijk op een rij zijn gezet. Mensen met de cliënt, bijvoorbeeld bij een heronderzoek. De staatssecretaris van SZW in de Nota naar aanleiding van het Verslag Wet werk en bijstand, pagina 71. kunnen dan aankruisen op welke voorzieningen ze denken recht te hebben en vervolgens een aanvraag indienen. Zeker bij cliënten die al bekend zijn bij de sociale dienst is zo n formulier eenvoudig te toetsen. Eigen bijdrage minima De gemeente kan zelf bepalen of minima een deel van de kosten zelf moeten betalen. De gemeente kan de hoogte van de eigen bijdrage van de aanvrager afhankelijk laten zijn van de hoogte van zijn inkomen, zijn vermogen en de Langdurigheidstoeslag. 17 Veel gemeenten hebben in hun beleid bepaald dat huishoudens met een inkomen onder een bepaalde norm, bijvoorbeeld 110% van de bijstandsnorm, de kosten volledig vergoed krijgen. Bij huishoudens met een hoger inkomen wordt gekeken naar het verschil tussen dat inkomen en de norm van 110%. De gemeente kan bepalen dat een deel (bijvoorbeeld 25%) van dat verschil door de aanvrager moet worden aangewend als eigen bijdrage. 18 Drempelbedrag De gemeente kan ervoor kiezen om een drempelbedrag van maximaal e 114 per jaar 19 in te voeren. Dat betekent dat uitgaven onder dat bedrag niet worden vergoed. Om uitvoeringstechnische redenen is het aan te bevelen om wel een drempel te hanteren voordat een aanvraag wordt ingenomen. Zodra iemand over de drempel heen is (met optelling van alle nota's), wordt het hele bedrag in behandeling genomen. Hiermee wordt voorkomen dat er veel administratieve kosten worden gemaakt voor de vergoeding van zeer kleine bedragen. De gemeente kan ook kiezen voor een selectieve toepassing van het drempelbedrag. Dit betekent dat sommige doelgroepen wel en andere niet voor de toepassing van het drempelbedrag in aanmerking komen. Dit onderscheid moet wel objectief te rechtvaardigen zijn. Ook kan het drempelbedrag voor bepaalde kostensoorten niet van toepassing worden verklaard. Een andere mogelijkheid is dat de gemeente besluit alleen een drempelbedrag te hanteren voor die situaties, waarin de (mede)oorzaak van de noodzakelijke kosten geheel of gedeeltelijk moeten worden toegeschreven aan verwijtbare gedragingen van de aanvrager. Redenen om af te zien van een drempel, kunnen zijn: Bij andere instanties wordt vaak ook al een eigen bijdrage gevraagd. De psychologische barrière om bijzondere bijstand aan te vragen wordt verkleind. De duidelijkheid naar de belanghebbende wordt vergroot. De bijzondere bijstand is de laatste voorziening welke voor belanghebbende openstaat. De betalingscapaciteit die de aanvrager dan nog heeft, zou als voldoende kunnen worden aangemerkt voor het vaststellen van de eigen bijdrage. Bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen en inrichtingskosten De kosten van duurzame gebruiksgoederen behoren tot de kosten die uit de bijstandsnorm betaald moeten worden. Wanneer er niettemin reden is tot bijstandsverlening 16 Memorie van Toelichting bij de WWB, pagina Langdurigheidstoeslag: zie paragraaf Om te voorkómen dat een sterke armoedeval optreedt, kan de gemeenten ervoor kiezen om het recht op een bijdrage geleidelijk af te bouwen. In paragraaf 6.2. wordt aandacht besteed aan de armoedeval en het verzachten daarvan. 19 Dit drempelbedrag geldt per 1 januari

11 dan geldt een lening bij de kredietbank als een voorliggende voorziening. Als de kredietbank geen lening of een te lage lening verstrekt, kan er bijstand worden verleend in de vorm van een lening, borgtocht of bijstand om niet 20. Gemeenten kunnen in beleidsregels vastleggen onder welke bijzondere omstandigheden wel bijzondere bijstand voor inrichtingskosten en duurzame gebruiksgoederen om niet kan worden verstrekt. Er zijn bijvoorbeeld gemeenten die het hebben van een langdurig inkomen op bijstandsniveau beschouwen als een bijzondere omstandigheid die maakt dat dergelijke kosten niet uit de bijstandsnorm kunnen worden betaald. De achterliggende gedachte is dat zo wordt voorkomen dat de toch al moeilijke inkomenspositie van klanten extra onder druk komt te staan door aflossing van de leenbijstand. Deze regeling draagt wel bij aan de armoedeval (zie paragraaf 5.3). Bijzondere bijstand voor aanschaf identiteitspapieren De kosten voor de aanschaf van de verplichte identiteitsdocumenten zijn kosten die in beginsel uit de eigen middelen dienen te worden voldaan. Het ministerie van Justitie heeft echter meegedeeld, dat gemeenten bij verordening kunnen bepalen dat gehele of gedeeltelijke kwijtschelding wordt verleend al naar gelang de Gemeente Hof van Twente vergoedt identiteitskaart minima betalingscapaciteit van betrokken persoon en conform de fiscale invorderingswet. 21 Verder Vanaf 1 januari 2005 is iedere inwoner van Nederland van 14 jaar en ouder verplicht een identificatiebewijs bij zich te dragen. Voor inwoners met een minimuminkomen kan het problemen geven wanneer zij worheid om in bijzondere individu- hebben gemeenten de bevoegdden geconfronteerd met aanzienlijke kosten indien zij ele omstandigheden en rekening één of meer identificatiedocumenten moeten aanschaffen. Daarom heeft de gemeente Hof van Twente houdend met de genoemde kwijtscheldingsmogelijkheid, besloten om voor inwoners met een minimuminkomen de kosten van een identiteitskaart te vergoeden. De vergoeding die de gemeente biedt, is gedeeltelijk bijzondere bijstand voor deze kosten geheel of gebaseerd op de legeskosten van de Nederlandse te verlenen. Dit moet door de identiteitskaart (NIK). gemeente van geval tot geval worden beoordeeld. 3.3 Bevordering van maatschappelijke participatie Beleidskeuzes Is maatschappelijke participatie een doelstelling in het armoedebeleid? Welke vormen van maatschappelijke participatie wil de gemeente stimuleren? Een laag inkomen kan een belemmering zijn voor maatschappelijke en culturele participatie. Onvolwaardige deelname aan de maatschappij heeft een negatieve invloed op het gevoel van eigenwaarde, waardoor mensen in een maatschappelijk en sociaal isolement terecht kunnen komen en er bijvoorbeeld gezondheidsproblemen kunnen ontstaan. 22 Het brede gemeentelijke beleid is er dan ook op gericht de participatie van burgers aan de lokale samenleving te bevorderen. Dit gebeurt onder andere door het aanbieden van voorzieningen en activiteiten op het gebied van welzijn, sport en cultuur. Zij die daar om wat voor reden dan ook behoefte aan hebben, krijgen ondersteuning in materiële of immateriële zin. Participatie van kinderen en jongeren Veel kinderen uit arme gezinnen staan langs de zijlijn en kunnen niet meedoen aan schoolfeesten, sportactiviteiten en schoolreisjes. Om jeugd op school te laten participeren is het mogelijk een bijdrage te verstrekken in de kosten van bijvoorbeeld schoolreisjes en sportkleren. Hierbij geldt wel dat er sprake moet zijn van een individuele benadering (maatwerk). Ook moet rekening worden gehouden met voorliggende voorzieningen. 23 In paragraaf 4.4 wordt uitgebreider ingegaan op maatregelen voor jongeren en kinderen uit arme gezinnen. Bijdrage in de kosten Declaratiefonds in Woerden Om mensen volwaardig deel te Alle burgers van Woerden met een inkomen tot 110% kunnen laten nemen aan het van de bijstandsnorm komen in aanmerking voor een maatschappelijk proces kunnen vergoeding van maximaal e 170,- per persoon per jaar mensen met een minimuminkomen een bijdrage krijgen in de voor de betaling van contributies, lesgelden, deelnemersbijdragen etc. Aanvragen kunnen na afloop van kosten van activiteiten op het het kalenderjaar worden ingediend. Voor een dagbladabonnement schiet de gemeente op verzoek de helft gebied van sport, cultuur en educatie. Gemeenten kunnen bij- van de kosten voor. voorbeeld korting geven op het abonnement van een dagblad, een computer verstrekken aan arme gezinnen of contributieregelingen instellen voor (deelname aan) sportclubs. Veel gemeenten hebben een kortingspas 24 of een declaratieregeling waarmee een korting op of vergoeding voor maatschappelijke activiteiten kan worden verkregen. Voor al deze voorzieningen geldt dat de gemeente niet de noodzakelijkheid van de kosten hoeft te toetsen. Wel dienen de voorzieningen uitsluitend betrekking te hebben op sociaal-culturele en sportieve activiteiten. De gemeenten dienen te controleren of de verstrekte financiële bijdragen daadwerkelijk aangewend worden voor de betreffende activiteiten op het gebied van participatie. Het kan dus niet zo zijn dat onder de noe- 20 Om niet betekent dat die personen het bedrag niet hoeven terug te betalen (zoals bij leenbijstand wel het geval is). 21 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 21, blz Doen en meedoen, Aanbevelingen van de Denktank armoedebestrijding, Zie TK, vergaderjaar , , nr Ook wel bekend onder de noemers minimapas of stadspas. 21

12 FC Twente helpt Hengelose achterstandswijk Het aanbieden van werkervaringsplaatsen, sportpromotie, gezondheidsbevordering, een website en een project voor voortijdige schoolverlaters. Dit zijn zaken waarmee voetbalclub FC Twente de Hengelose herstructureringswijk Berflo Es gaat helpen. Hengelo en de club hebben daartoe een raamovereenkomst voor de komende drie jaar getekend. Het project is FC Twente, scoren in de wijk gedoopt. Voetballers van de profclub gaan voor jeugdigen sportclinics geven om het voetballen en sporten in het algemeen te promoten. Samen met het ROC doet de club een project met een combinatie van sporttraining en onderwijs voor leerlingen die voortijdig dreigen af te haken. mer 'voorziening voor maatschappelijke participatie' bijvoorbeeld duurzame gebruiksgoederen worden verstrekt. 25 Kortingspas Om een verantwoorde verhouding tussen uitvoeringskosten en voordeel voor minima te creëren, is bij kortingspassen de benodigde schaal (aantal gebruikers) over het algemeen groter dan bij declaratiefondsen. Dit komt doordat bij kortingspassen de vaste kosten relatief groot zijn (voor het drukken van passen, het acquireren van activiteiten bij aanbieders en dergelijke). De Rotterdampas in Spijkenisse Spijkenisse biedt haar inwoners de Rotterdampas aan. De pas is bedoeld voor minima, maar kan door iedere burger gekocht worden. De pas kost e 55,- en geeft Veel gemeenten bieden de kortingspas ook tegen betaling aan korting op diverse culturele en recreatieve activiteiten in Rotterdam en voor een deel ook in Spijkenisse. Minima betalen e 5,- voor de pas. Elk jaar wordt een niet-minima aan. De redenen boekje met de kortingen en coupons uitgegeven. De hiervoor kunnen zijn het verwerven van een breed draagvlak en uitvoering wordt verzorgd door de Stichting Rotterdampas. het tegengaan van stigmatisering. Bij een groot gebruik treden bovendien eerdergenoemde schaalvoordelen op. Sociale activering Sociale activering valt buiten het kader van deze handreiking. De afstemming met het armoedebeleid is echter wel belangrijk in verband met mogelijke overlap van de doelgroep. Op de website van de VNG is meer informatie over dit onderwerp te vinden. 26 Meer informatie Dossier participatie, Beperken zorg- en ziektekosten en verkleinen sociaal-economische gezondheidsverschillen Er zijn structureel verschillen in gezondheid tussen groepen met een hoge sociaal-economische status (een hoog inkomen en een hoge opleiding) en groepen met een lage sociaal-economische status (een laag inkomen en een lage opleiding). Onderzoek wijst uit dat mensen met een hoge opleiding en een hoog inkomen gemiddeld twaalf jaar minder ziek zijn en drie tot vijf jaar langer leven dan mensen met een minimuminkomen. De relatie kan ook omgekeerd liggen: een slechte gezondheid of handicap kan leiden tot een lage economische status. Om gezondheidsverschillen te verkleinen is het nodig om vooral de oorzaken van de gezondheidsverschillen aan te pakken: die blijken in grote mate in de sociaal-economische status van mensen te liggen. Werken aan het verkleinen van gezondheidsverschillen betekent verbeteringen aanbrengen in de leefomgeving, woon- en werksituatie, scholing en (ongezonde) levensstijl van mensen. Daarmee worden niet alleen gezondheidsproblemen aangepakt, maar er gaat ook een preventieve werking van uit. Gezondheidsverschillen sociaal-economische status laag hoog Geboortegewicht (gemiddeld in grammen) Lichaamslengte (volwassen mannen) Chronische aandoeningen (aantal per 100 personen) Ernstige beperkingen 19 6 (% personen met >1) Arbeidsongeschiktheid 18 3 (gemiddeld aantal) Obesitas 14,2 4,5 (%) Bron: RIVM, 2002 Beleidskeuzes Welke mogelijkheid heeft de gemeente om voor burgers ondersteuning te garanderen? Dient het lokale WMO-beleid te worden getoetst op de gevolgen ervan voor minima? 25 Zie Nota naar aanleiding van het Verslag Wet werk en bijstand, pagina > werk en inkomen > sociale activering

13 Gezondheidsverschillen naar geslacht sociaal-economische status laag hoog verschil Vrouwen Levensverwachting 79,5 82,1-3 Zonder beperkingen 64,7 73,3-9 Goed ervaren gezondheid 54,2 68,2-14 Mannen Levensverwachting 73,1 78,0-5 Zonder beperkingen 63,8 73,7-10 Goed ervaren gezondheid 52,9 68,7-16 Bron: RIVM, 2002 Hoe kan het dat de sociaal-economische status zo van invloed kan zijn op de gezondheid? Een paar voorbeelden: Mensen met een smalle beurs wonen meestal in slechtere huizen: deze zijn minder goed geïsoleerd en daardoor is er meer last van tocht. Ze wonen bovendien vaker in buurten met (verkeers)lawaai, meer uitlaatgassen, minder groen en weinig mogelijkheden voor kinderen om buiten te spelen. Ongeschoold of laag opgeleid werk is vaker fysiek zwaar werk. Gezonde voeding is meestal duurder. Dat geldt niet alleen voor biologische producten, maar ook bijvoorbeeld voor een mager runderlapje in vergelijking met een speklapje. Ook allerlei mentale of psychische factoren spelen een rol: wie niet bij elk dubbeltje dat wordt uitgegeven hoeft te piekeren, heeft een meer ontspannen en gezonder leven. Maar ook het gevoel buitengesloten te worden, komt de gezondheid niet ten goede. Sociale contacten, een sportclub (bewegen) of hobby kosten geld. Stress (als gevolg van armoede) brengt niet zelden ongezonde gewoonten met zich mee, zoals roken en drinken. Men kan niet altijd de zorg inkopen die nodig is. Veel minima zijn bijvoorbeeld niet aanvullend verzekerd voor o.a. tandheelkunde of fysiotherapie. Sociaal-economische gezondheidsverschillen De concentratie van mensen met een lage sociaaleconomische status in bepaalde wijken, maakt dat de postcode een voorspeller kan zijn van de levensverwachting in een wijk. Er zijn verschillende lokale maatregelen te nemen om de sociaaleconomische gezondheidsverschillen te verkleinen. Een aantal maatregelen passeren in het volgende de revue. Bijzondere bijstand voor ziektekosten Cursus Goede voeding hoeft niet veel te kosten in Maastricht In de WWB is geregeld dat er geen Om mensen te leren hoe ze schulden in de recht op bijstand bestaat als een toekomst kunnen voorkomen, volgen schuldhulpverleningsklanten in Maastricht verplicht de beroep kan worden gedaan op een budgetteringscursus Rondkomen met inkomen. voorliggende voorziening die, Eén van de tien bijeenkomsten van deze cursus gezien aard en doel, geacht wordt draagt de titel Goede voeding hoeft niet veel te voor de belanghebbende toereikend en passend te zijn (artikel 15 kosten. Naast een bijeenkomst krijgen deelnemers een rondleiding in een supermarkt, waarin o.a. uitleg gegeven wordt over het lezen van etiketten en WWB). Volgens de ministeries van het vergelijken van diverse merkproducten en huismerkproducten qua prijs en kwaliteit. Mensen krij- voor de nominale ziektekostenpre- SZW en VWS worden de kosten gen vaardigheden aangeleerd om zelf gezonde mie gerekend tot de algemeen keuzes te kunnen maken. noodzakelijke kosten van het Bron: TIS/gemeente Maastricht. bestaan. Daarnaast wordt de zorgtoeslag aangemerkt als een toereikende en passende voorliggende Niet verzekerd tegen ziektekosten In de periode steeg het aandeel voorziening. Dat betekent dat er in onverzekerden van 1,1 tot 1,4 procent van de bevolking. Er zijn verschillende redenen voor het niet kan worden verstrekt voor de zorg- principe geen bijzondere bijstand verzekerd zijn tegen ziektekosten. Sommige verzekeringspremies van de basisverzekering. Dit geldt ook wanneer mensen willen zich om principiële redenen niet verzekeren. Anderen worden om economische redenen - zoals achterstallige premiebetaling - de aanvrager van bijzondere bijstand (ondanks de verplichting geweigerd door verzekeringsmaatschappijen. Een derde groep bestaat uit dak- en thuislozen en alcohol- en drugsverslaafden. Verder is het denkbaar daartoe) geen basisverzekering heeft afgesloten. Alleen als er zeer dat kleine zelfstandigen, in het bijzonder de zogeheten kleine zelfstandigen zonder personeel, uit dringende redenen zijn kan de kostenoverwegingen ervoor kiezen onverzekerd gemeente besluiten wel bijzondere door het leven te gaan. bijstand te verstrekken. 28 Voor kosten die buiten het basispakket val- Bron: CBS len kan wel bijzondere bijstand worden verstrekt. Hierbij gelden dezelfde voorwaarden als bij de individuele bijzondere bijstand (zie paragraaf 3.2). Gemeenten mogen ook een categoriale regeling treffen voor de betaling van de ziektekostenpremie, bijvoorbeeld in de vorm van een collectieve (aanvullende) ziektekostenverzekering. Collectieve ziektekostenverzekering Gemeenten mogen alleen in bijzondere omstandigheden medische kosten vergoeden, die niet in het basispakket vallen. Maar gemeenten mogen wel een collectieve (aanvullende) ziektekostenverzekering afsluiten. 29 Dit betekent dat de gemeente een basisver- 28 Op grond van artikel 16 lid 1 WWB. 29 Artikel 10, tweede lid, Invoeringswet WWB

14 zekering en/of aanvullende verzekering afsluit voor een grote groep minima. Omdat dit voor een verzekeraar veel nieuwe klanten oplevert, is deze meestal bereid om een lagere premie of een breder pakket voor dezelfde prijs aan te bieden. De gemeente kan de premie voor bijstandsgerechtigden inhouden op de uitkering en direct betalen aan de verzekeraar. De collectieve verzekering heeft veel voordelen voor de gemeente en minima: Het beroep op bijzondere bijstand neemt af. Hierdoor nemen ook de uitvoeringskosten af (de uitvoeringskosten zijn in veel gemeenten hoger dan de kosten van de verstrekkingen). 30 Het niet-gebruik van noodzakelijke voorzieningen wordt teruggedrongen (minima zijn slechter verzekerd voor ziektekosten dan andere Nederlanders). Gemeenten kunnen een bijdrage Collectieve ziektekostenverzekering in Arnhem leveren aan het tegengaan van onverzekerdheid door middel van Bijstandsgerechtigden en andere Arnhemmers met de collectieve ziektekostenverzekering. Ook verplicht budgetbeheer 31 een minimuminkomen worden via de gemeente aanvullend verzekerd tegen ziektekosten, zoals voor de tandarts. De gemeente Arnhem heeft met een (voor bepaalde groepen bijstandsgerechtigden) is een manier om zorgverzekeraar een overeenkomst getekend die voor huishoudens geldt. Het gaat om uitkeringsgerechtigden en Arnhemmers met een ervoor te zorgen dat de ziektekostenpremie op tijd wordt betaald. minimuminkomen, zoals de groep met een zogenoemde Arnhem Card. De gemeente betaalt de verzekering. Door de aanvullende verzekering van WMO de gemeente maken minima meer gebruik van de Gemeenten zijn verantwoordelijk zorg die ze nodig hebben. Op dit moment is een voor de invulling en uitvoering van kwart van de minima onvoldoende aanvullend de Wet Maatschappelijke verzekerd. Ze hoeven niet meer bij de gemeente aan te kloppen en doen rechtstreeks zaken met de Ondersteuning (WMO). Individuele verzekeraar. Het gebruik van noodzakelijke zorg stijgt voorzieningen kunnen een grote hierdoor met vijftien procent. kostenpost zijn voor minima. Denk Bron: Gemeente Arnhem. bijvoorbeeld aan de kosten van thuiszorg, mantelzorg, aangepast vervoer of woningaanpassing. Zeker voor grootgebruikers als ouderen, chronisch zieken en gehandicapten. De keuzes die gemeenten maken bij de invulling en uitvoering van de WMO heeft dus veel invloed op de positie van minima. Bij het ter perse gaan van deze publicatie is er nog onzekerheid over de beleidsruimte die gemeente krijgen bij het bepalen van de hoogte van de eigen bijdrage voor ondersteuning, en de mogelijkheden voor (gedeeltelijke) kwijtschelding daarvan. Het is zinvol het beleid hieromtrent af te stemmen op de draagkrachtberekening die wordt gehanteerd in het armoedebeleid. In het wetsvoorstel WMO is sprake van een compensatiebeginsel. Het compensatiebeginsel geeft gemeenten de verplichting om beperkingen te compenseren die iemand ervaart bij het voeren van een huishouden, bij het ontmoeten van mensen of in het vervoer. De gemeente kijkt samen met de cliënt welke voorzieningen en hulpmiddelen nodig zijn om de hindernissen weg te nemen. Het gaat daarbij om hindernissen in-enom het huis, in het plaatselijk vervoer en in het sociale verkeer. Gemeenten zijn verplicht om burgers de keuze te bieden tussen een voorziening in natura, een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget. Dit geldt dan voor alle individuele voorzieningen. Veel informatie over voorzieningen Interventie armoede en gezondheid is te lezen in folders of op internet. GGD West-Brabant De gemeente dient zorgloketten in De GGD-Jeugdgezondheidszorg in West-Brabant te richten als laagdrempelige voorziening waar mensen zich persoon- onderzoekt regelmatig alle jeugdigen. Dit gebeurt in de basisschoolleeftijd in de groepen 2 en 7. lijk kunnen informeren over de Wanneer blijkt dat een kind een gezondheidsachterstand heeft dat gerelateerd is aan geldgebrek, wordt een vervolgafspraak gemaakt. den die ze hebben. Wie een aan- beschikbare zorg en de mogelijkhe- Ouders krijgen een advies over hoe de gezondheid vraag wil doen voor zorg die onder van hun kind het beste bevorderd kan worden. de WMO valt, kan dat ter plekke Denk aan deelname aan een bepaalde sport vanwege een probleem in de motoriek of vanwege doen en zonodig hulp krijgen bij het overgewicht, stevige schoenen vanwege invullen van de formulieren. Ook (dreigende) voetafwijkingen of deelname aan een een duidelijke verwijzing tussen club voor een sociaal geïsoleerd kind. De ouders AWBZ- en WMO-loket is noodzakelijk. De gemeente kan ten slotte gaan met het advies naar de afdeling Sociale Zaken van de gemeente. Sociale Zaken gaat volgens de overwegen om de aanvraag van bijzondere bijstand mogelijk te maken gebruikelijke procedures na of de ouder in aanmerking komt voor bijzondere bijstand of andere gemeentelijke voorzieningen waarvan nog geen bij het zorgloket. Door de zorgloketten op wijkniveau te organiseren, is gebruik wordt gemaakt. Bron: GGD West-Brabant. de drempel voor een bezoek laag en hebben burgers geen reiskosten. Meer informatie Brochure Lokaal gezondheidsbeleid voor verkleinen sociaal-economische gezondheidsverschillen, Sjakuus/NIGZ NIGZ-Steunpunt Aanpak Lokale Gezondheidsverschillen, met informatie over bijeenkomsten, methodieken en literatuur. Dossier nieuw zorgstelsel VNG, > werk en inkomen > nieuw zorgstelsel Brochure Ik heb wat, krijg ik ook wat?, Wegwijzer bij kosten van handicap en ziekte. Min. VWS De gemiddelde uitgaven aan bijzondere bijstand voor medische kosten lopen uiteen van 5 tot 40 euro per minima per jaar. Bron: Benchmark WWB. 31 Op grond van artikel 57 lid 1 WWB

15 Handreiking voor de verlening van bijzondere bijstand aan chronisch zieken, gehandicapten en ouderen, Ministerie van SZW Informatie over collectieve ziektekostenverzekering: Preventie en tegengaan niet-gebruik Beleidskeuzes Legt de gemeente de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van minima om uit te zoeken waarvoor zij inkomensondersteuning kunnen krijgen, of dient de gemeente minima actief te benaderen? Een belangrijke vraag voor gemeenten is hoe zij het gebruik van voorzieningen in het kader van het armoedebeleid kunnen optimaliseren. Niet zelden maakt minder dan 25% van de doelgroep gebruik van de regelingen waar zij recht op heeft. Hiervoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen, zoals: 32 Onbekendheid van de regelingen bij de doelgroep. Door de doelgroep ervaren ingewikkeldheid van de aanvragen. Gêne bij de doelgroep om een aanvraag in te dienen bij de sociale dienst. De informatie bereikt de doelgroep niet. Taalproblemen. Oplossingen zijn onder andere te vinden in het versimpelen van regelingen, het vergroten van de bekendheid, bestandskoppeling en het ondersteunen van cliënten bij het indienen van een aanvraag. Bij deze maatregelen ligt het voor de hand dat de gemeente informatie aanvraagt en samenwerking zoekt met lokale maatschappelijke organisaties. In dit deel passeren een aantal manieren de revue om het niet-gebruik van voorzieningen tegen te gaan. Eenvoudige procedures Hulp bij belastingteruggave: Het gebruik van voorzieningen Formulierenbrigade Groesbeek wordt natuurlijk sterk beïnvloed De gemeente Groesbeek kent een zogenaamde door de manier waarop de voorziening is vormgegeven. Als de aan- Formulierenbrigade. De brigade biedt burgers hulp bij het invullen van het aanvraagformulier van de vrager veel gegevens moet invullen Belastingdienst voor de zorgtoeslag respectievelijk de huurtoeslag. De geboden hulp is gratis. De en lang moet wachten tot de aanvraag verwerkt is, en als de regeling brigade bestaat uit vertegenwoordigers van welzijnsorganisaties en cliëntenraad. bovendien een stigmatiserende werking heeft, moeten de baten 32 Het gebruik van gemeentelijke inkomensafhankelijke regelingen door werkenden en niet-werkenden, SGBO Minima laten miljoenen bij fiscus liggen Misschien wel een miljoen Nederlandse gezinnen en alleenstaanden weten niet dat ze geld terug kunnen krijgen van de belasting voor gemaakte ziektekosten. Dat meldt De Telegraaf. Het gaat om kosten die gemaakt worden vanwege ziekte, een handicap of ouderdom. Het betreft dan bijvoorbeeld de eigen bijdrage voor de thuiszorg, een verpleeghuis of een gezinsvervangend tehuis en ziekenfondspremies. Maar ook voor hulpmiddelen als een hoorapparaat, medicijnen en voorzieningen voor maaltijden kan geld worden teruggevraagd. Het gaat al gauw om een paar honderd euro per jaar. De regeling is al in 2003 ingegaan, maar weinig mensen zijn daarvan op de hoogte. Het ministerie van Volksgezondheid heeft nu een website geopend om het terugvragen van ziektekosten massaal aan te moedigen: De FNV heeft ook een website met dat doel: Internet in Zoetermeer wel erg groot zijn, wil een aanvraag voor de aanvrager de moeite waard zijn. Meer hierover in paragraaf 7.2. Posters en brochures armoedebeleid De posters en brochures kunnen beschikbaar worden gesteld bij de eigen balie van de gemeente of die van maatschappelijke organisaties en openbare voorzieningen. Brochures huis-aan-huis verspreiden helpt ook, met daarin bijvoorbeeld een aanvraagformulier. Media Informatie over inkomensondersteuning kan in huis-aan-huisbladen of lokale dagbladen worden gepubliceerd. De gemeente kan ook gebruikmaken van een lokale televisiezender, de kabelkrant of migrantentelevisie. Zoetermeer gebruikt internet om cliënten gerichte informatie te verstrekken over inkomensondersteunende maatregelen en schuldhulpverlening. Informatietelefoon Vooral op het terrein van schuldhulpverlening worden de mogelijkheden van het internet benut om Een aantal gemeenten heeft een gratis telefoonnummer voor het indienen van aanvragen voor verschillende zelfredzame cliënten te ondersteunen met digitale handleidingen, formulieren en standaardbrieven. soorten gemeentelijke bijdragen. In deze gemeenten krijgen cliënten van de sociale dienst een consulent van de sociale dienst aan de lijn. Overige bellers worden door de receptie doorverwezen naar een consulent of een andere gemeentelijke afdeling. Het feit dat deze bellers niet spreken met de sociale dienst werkt vermoedelijk drempelverlagend. Vertaling Een schriftelijk middel voor een allochtone doelgroep leidt vaak tot de discussie of de Nederlandse tekst al dan niet (volledig) moet worden vertaald. Aandachtspunten hierbij: De communicatie tussen sociale dienst en (potentiële) klant verloopt grotendeels in het Nederlands. Vertaling van een folder heeft pas zin wanneer ook formulieren worden vertaald, antwoorden in de eigen taal kunnen worden ingevuld, etc. Meestal worden meerdere talen gesproken, zodat vertaling onwerkbaar en te kostbaar wordt

16 Het analfabetisme en de onbekendheid met de papierwinkel zijn onder een deel van de allochtonen zo groot, dat ook een tekst in de eigen taal niet wordt gelezen. De meeste Marokkanen in Nederland spreken diverse varianten van het Berber, een taal die niet in geschreven vorm bestaat. Om die reden kunnen Marokkanen vaak beter Nederlands lezen dan Arabisch. Bestandskoppeling Gemeenten hebben voldoende gegevens over bijstandsgerechtigden om vast te kunnen stellen of zij recht hebben op voorzieningen zoals kwijtschelding en categoriale inkomensondersteuning. Door de gegevens van de sociale dienst te koppelen aan andere gegevensbestanden kunnen ook minima zonder bijstandsuitkering actief worden benaderd. De volgende bestanden kunnen worden gebruikt en eventueel worden gekoppeld om minima gericht te kunnen benaderen: Bestand WWB. Bestand van toegekende aanvragen van vorig jaar of vorige jaren. Bestand (kwijtschelding) gemeentelijke belastingen. Bestand personen met kale AOW van de rijksbelastingdienst. Bestanden WAO/WW (UWV). Bestanden van oud-klanten. Reguliere gesprekken met bijstandsgerechtigden Bij de behandeling van de aanvraag en bij hercontroles voor bijstandsgerechtigden is het zinvol om bijzondere bijstand standaard ter sprake te laten komen. Via bestandskoppeling op zoek naar rechthebbenden Overige regelingen komen bij voorkeur ook aan de orde, zoals huur- Veel Amsterdammers met een minimuminkomen zijn niet op de hoogte van de voorzieningen waarvoor ze in aanmerking komen. Om deze mensen te toeslag of andere regelingen die achterhalen en ze te informeren over de regelingen, onder een andere afdeling vallen. heeft de gemeente Amsterdam een systeem Exitgesprekken (bij uitstroom uit de opgezet waarbij de bestanden van de Dienst bijstand) kunnen worden gebruikt Wonen, Dienst Belastingen, Bureau Stadspas, om te benadrukken dat men na uitstroom uit de bijstand nog steeds Amsterdam Beheer, Dienst Maatwerk en de Sociale Dienst Amsterdam met elkaar worden vergeleken en vervolgens naast die van het Register gebruik kan maken van (een deel Amsterdam worden gelegd. Door middel van deze van de) regelingen. Zo wordt voorkomen dat men nog sterker dan bestandskoppeling is het mogelijk te bekijken welke Amsterdammers mogelijk wél voor de nodig te maken krijgt met de regelingen in aanmerking komen, maar geen aanvraag hebben ingediend. Deze mensen kunnen vervolgens worden aangeschreven met een (vereen- armoedeval. voudigd) aanvraagformulier. Bron: Huisbezoeken in Oss In de gemeente Oss worden door medewerkers van de gemeente regelmatig huisbezoeken gehouden. Er wordt naar alle inwoners van een achterstandswijk een brief gestuurd. Daarin wordt aangegeven dat gemeenteambtenaren huisbezoeken afleggen. Met de huisbezoeken komen specifieke problemen aan het licht en kunnen mensen worden geinformeerd over de ondersteuningsmogelijkheden vanuit de gemeente. Hengelo s Informatieteam sociale voorzieningen (HinT) Om het niet-gebruik van sociale voorzieningen tegen te gaan heeft de gemeente Hengelo het Hengelo s Informatieteam sociale voorzieningen (HinT) opgericht. Het team bestaat uit medewerkers met gesubsidieerde banen. Het team verzorgt op diverse plaatsen in de stad spreekuren en verricht daarnaast huisbezoeken. De taken betreffen voorlichting over de regelingen op het gebied van sociale zekerheid, het uitzoeken van eenvoudige kwesties, verwijzing en bemiddeling naar instanties en eenvoudig administratief werk. De HinT-medewerkers gebruiken bij de huisbezoeken een laptop waarmee bij de cliënt thuis via een speciaal ontwikkeld computerprogramma een aanvraag kan worden voorbereid. 3.6 Kwijtschelding gemeentelijke belastingen Beleidskeuzes Spreekuren/voorlichtingsbijeenkomsten Naast de spreekuren bij de eigen balie (soms alleen op afspraak) verzorgen veel gemeenten incidenteel of structureel spreekuren of voorlichtingsbijeenkomsten. De locaties die daarvoor worden gekozen zijn meestal bejaardenhuizen, maar ook kerken, moskeeën, werkplekken van Vluchtelingenwerk en buurthuizen. Een locatie bij de sociale dienst is voor sommigen stigmatiserend. Een aantal gemeenten heeft een consulent in dienst die zich bezighoudt met het actief benaderen van de doelgroep en op verschillende plaatsen in de gemeente spreekuren verzorgt. Huisbezoek Huisbezoek is een relatief kostbaar, maar effectief middel om het nietgebruik tegen te gaan. Zie ook de verschillende kaders. Moeten minima lokale belastingen betalen (welke wel/niet)? Zo ja, onder welke inkomensgrens (tussen % van de bijstandsnorm) mag volledige kwijtschelding plaatsvinden? De gemeente kan minima kwijtschelding verlenen voor gemeentelijke heffingen en belastingen, zoals afvalstoffenheffing, rioolheffing en hondenbelasting. 33 Gemeenten kunnen zelf bepalen welke gemeentelijke belastingen onder het kwijtscheldingbeleid vallen. In vrijwel alle gemeenten is het mogelijk om kwijtschelding aan te vragen voor één of meer gemeentelijke belastingen. 33 Voor de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen is een aparte regeling getroffen in artikel 255 Gemeentewet. In deze bepaling staat dat op de kwijtschelding artikel 26 van de Invorderingswet 1990 van toepassing is. Volgens artikel 26 Invorderingswet 1990 zijn de regels van kwijtschelding geregeld in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet

17 Om na te gaan of iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding, moet eerst worden nagegaan of iemand vermogen heeft (bijvoorbeeld een auto of overwaarde op een hypotheek). Is vermogen boven een bepaalde grens aanwezig, dan kan geen kwijtschelding worden verleend. Is er geen vermogen aanwezig, dan moet de betalingscapaciteit worden vastgesteld. Is die ontoereikend, dan kan kwijtschelding worden verleend. Om de betalingscapaciteit te bepalen, wordt eerst het netto besteedbare inkomen berekend: dit is het netto-inkomen na aftrek van een aantal vaste lasten. Van het nettoinkomen worden vervolgens de kosten van bestaan (ook wel kwijtscheldingsnorm) afgetrokken. De gemeente kan de norm vaststellen tussen 90% en 100% van de bijstandsnorm. Als de vastgestelde betalingscapaciteit positief is, dan moet (zo nodig) 80% hiervan voor de belastingbetaling worden aangewend. De rest kan worden kwijtgescholden. Op de website van het Centrum voor Onderzoek naar de Economie van lagere Overheden ( is weergegeven hoe de gemeentelijke belastingen in een gemeente zich verhouden tot die in andere gemeenten. Ook worden de kwijtscheldingsnormen van gemeenten gepresenteerd. Geen bijzondere bijstand voor gemeentelijke belastingen Kwijtschelding geldt als voorliggende voorziening voor bijzondere bijstand. Op grond van artikel 15 van de WWB is het daarom niet mogelijk om bijzondere bijstand te verlenen voor de betaling van gemeentelijke belastingen. De gemeente kan afspraken maken met het waterschap om de toets voor kwijtschelding van gemeentelijke- en waterschapsbelastingen gezamenlijk of door één van de partijen uit te laten voeren. De betalingscapaciteit van een huishouden hoeft dan maar één keer te worden berekend. Meer informatie (Beleidsvelden/Belastingen/Beleidsonderwerpen/Invordering/ Kwijtschelding). De VNG publiceert op haar website ook de kwijtscheldingsbedragen per bijstandsnorm Schuldhulpverlening Beleidskeuzes Voert de gemeente preventief en/of curatief beleid voor mensen met (dreigende) schulden? In hoeverre wil de gemeente de eigen verantwoordelijkheid van burgers voor het doen van verantwoorde uitgaven, uit handen nemen (met budgetbeheer)? Tussen de tot huishoudens in Nederland verkeren in een problematische schuldsituatie. 34 Gemeenten nemen door middel van integrale schuldhulpverlening het voortouw in de bestrijding van deze problematiek. Bij integrale schuldhulpverlening gaat het niet alleen om het wegnemen van het financiële probleem, maar ook om de oorzaken daarvan op te sporen. Kostenbesparing Gemeenten hebben naast een maatschappelijke en sociale verantwoordelijkheid ook een financieel belang bij schuldhulpverlening. Goede schuldhulpverlening levert namelijk ook besparingen op, doordat: Reïntegratie naar werk veel soepeler verloopt, waardoor het beroep op reïntegratie- en bijstandsmiddelen afneemt. Het aantal huisuitzettingen afneemt (waardoor er minder kosten zijn van opslag van goederen, de feitelijke uitzetting, oninbare leenbijstand en kosten van maatschappelijke opvang). Het welzijn en de gezondheid van burgers verbetert. Mensen met problematische schulden kunnen geconfronteerd worden met gezondheidsproblemen zoals stress, slapeloosheid of depressie. De kosten die worden gemaakt door de GGD, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, het maatschappelijk werk en andere instanties worden uiteindelijk voor een groot deel betaald door gemeenten. Er minder faillissementen zijn van kleine ondernemers, waardoor er minder verlies is van kennis, investeringen, werkgelegenheid en kapitaal. Beleidsruimte voor gemeente Gemeenten nemen vanuit hun zorgplicht voor hun burgers het initiatief bij het organiseren van de integrale schuldhulpverlening. De gemeentelijke instanties, belast met de uitvoering van schuldhulpverlening, kunnen zelf hun regelgeving op dit terrein vaststellen. Het Rijk vervult hierbij een faciliterende rol. 35 In de WWB is wel het een en ander bepaald met betrekking tot een aantal specifieke onderdelen van schuldhulpverlening, zoals verstrekking van bijstand in natura en verplicht budgetbeheer. In de Faillissementswet is bepaald dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor het afgeven van 34 Schulden: een (on)dragelijke last? Problematische schulden bij huishoudens tot 150% van het nettosociaalminimum in 2003, IVA Tilburg, juni Staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief aan de Tweede Kamer, d.d. 22 november

18 de WSNP-verklaring. 36 Op basis van deze verklaring bepaalt de rechter of een schuldenaar in aanmerking komt voor een wettelijke schuldsanering via de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Schuldenaren laten in de verklaring zien wat is gedaan om tot een aflossingsregeling te komen. Naast wettelijke beleidskaders bestaan er ook diverse modellen en gedragscodes waaraan gemeenten zich kunnen committeren. zing van mensen met huurachterstanden. Als er desondanks toch schulden ontstaan, kan de gemeente een meldpunt inrichten waar tijdens een aanmeldgesprek en intake wordt geïnventariseerd wat de problemen zijn. Als de problemen niet-problematisch 38 zijn, kan de klant een adviesgesprek worden aangeboden. Bij budgetbeheer worden de inkomsten van de klant op een rekening gezet die wordt beheerd door de gemeente of uitvoerende instantie. Belangrijke lasten zoals huur, gas, water en licht kunnen automatisch worden betaald. De klant ontvangt week- of maandgeld. Bij budgetbegeleiding wordt de klant geleerd hoe hij verantwoord met zijn geld kan omgaan en hoe hij zijn administratie op orde kan brengen. Een belangrijk onderdeel van schuldhulpverlening is schuldregeling: de inzet hiervan is dat een schuldregeling wordt getroffen met alle schuldeisers, waarbij de cliënt drie jaar lang maximaal (naar draagkracht) aflost, waarna een eventuele restschuld wordt kwijtgescholden als de cliënt alle afspraken is nagekomen. Indien het niet lukt via een minnelijke weg tot een akkoord met de schuldeisers te komen, wordt de cliënt aangemeld voor de WSNP. Overigens kan de gemeente ook tijdens het WSNP-traject diensten blijven aanbieden zoals budgetbeheer, budgetbegeleiding en psychosociale hulpverlening. Het WSNP-traject voorziet namelijk niet in deze vormen van schuldhulpverlening. Basispakket Gemeenten kunnen ervoor kiezen het basispakket integrale schuldhulpverlening in te voeren. Het basispakket bestaat uit een aantal diensten. In de Handreiking Integrale Schuldhulpverlening 37 wordt beschreven hoe het basispakket kan worden gepositioneerd in de gemeente of regio, en hoe de verschillende onderdelen op elkaar kunnen worden afgestemd. Samenwerkingspartners zijn vaak kredietbanken en instellingen voor maatschappelijk werk. Toelichting op onderdelen van het basispakket De gemeente kan diverse preventieve maatregelen nemen om te voorkomen dat mensen in de schulden geraken. Voorbeelden zijn: goede inkomensondersteuning, voorlichting geven, maken van afspraken met woningcorporaties over vroegtijdige doorverwij- 36 De formele naam van deze verklaring is: verklaring ex. art. 285 Fw. Een modelverklaring is te vinden op de website van Bureau Wsnp: 37 Handreiking Integrale Schuldhulpverlening; handreiking voor gemeenten en uitvoerende instanties, uitgave StimulanSZ/Landelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening, september Bij de meeste schuldenaren spelen naast financiële problemen ook psychosociale problemen, zoals verslaving, psychische problemen en echtscheiding een rol. Een casemanager kan de schuldhulpverlening afstemmen op de psychosociale hulpverlening, die meestal door gespecialiseerde hulpverleners wordt verricht. De casemanager kan ook alle onderdelen binnen de schuldhulpverlening op elkaar afstemmen. Dit is vooral belangrijk wanneer de onderdelen worden uitgevoerd door verschillende medewerkers of organisaties. Om te voorkomen dat mensen die schuldenvrij uitstromen, na verloop van tijd terugvallen in hun oude gedrag en weer schulden gaan maken, kan het nuttig zijn om een vinger aan de pols te houden en nazorg aan te bieden. Bijzondere bijstand en leenbijstand Inkomensondersteuning in het kader van armoedebeleid kan in bepaalde situaties een manier zijn om schulden te voorkomen. De gemeente mag alleen bijzondere bijstand verlenen voor een gedeeltelijke of volledige aflossing van een schuldenlast als dat gebeurt in de vorm van een borgtocht of geldlening. Met borgtocht kan bereikt worden dat de transactie kan plaatsvinden door een kredietbank of andere kredietinstelling. Dit heeft nadrukkelijk voorrang. Als dit geen uitkomst biedt en er dringende redenen bestaan, kan een geldlening worden verstrekt als het inkomen van de schuldenaar lager is dan de bijstandsnorm. 38 De gemeente kan zelf bepalen welke norm hierbij wordt gehanteerd. Veel gemeenten hanteren echter de norm van de Nederlandse vereniging voor Volkskrediet (NVVK). Eén van de voordelen is dat deze norm aansluit op de normen van de WSNP. 35

19 Meer informatie Handreiking Integrale Schuldhulpverlening, StimulanSZ/Platform Integrale Schuldhulpverlening, september Dossier schuldhulpverlening, Zie ook paragraaf 5.6 over schuldhulpverlening en reïntegratie. 3.8 Langdurigheidstoeslag Personen met een inkomen in verband met arbeid, komen niet in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag. Een uitzondering hierop vormen personen van 23 jaar en ouder met een arbeidsongeschiktheidspercentage van % voor wie is afgezien van een arbeidsdeskundig onderzoek. Zij kunnen onder voorwaarden in aanmerking komen voor een langdurigheidstoeslag. Ook mensen met een volledige Anw-uitkering 41 komen in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag. Beleidskeuzes Wanneer heeft iemand voldoende getracht om algemeen geaccepteerde arbeid te verwerven? Gemeenten moeten een langdurigheidstoeslag van enkele honderden euro's per jaar verstrekken aan bijstandsgerechtigden tussen de 23 en 65 jaar die langer dan vijf jaar leven van een uitkering op bijstandsniveau. 39 De langdurigheidstoeslag is bedoeld voor mensen die geen perspectief hebben op betaald werk en dus ook geen uitzicht hebben op verhoging van hun inkomen door werk. Het gemiddelde bedrag van deze toeslag is zo'n e 360. Gemeenten zijn verplicht de langdurigheidstoeslag te verstrekken; gemeenten hebben wel de mogelijkheid om een aantal voorwaarden zelf in te vullen. In deze paragraaf wordt daarop verder ingegaan. Geen perspectief op werk Geen perspectief op werk betekent dat de aanvrager geen werk mag hebben gehad in de afgelopen vijf jaar. Wel moet de aanvrager zich in de afgelopen vijf jaar zoveel mogelijk hebben ingespannen om betaald werk te krijgen. De gemeente kan zelf bepalen hoe zij dit wil toetsen. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van de onderzoeken die zijn verricht in het kader van de doelmatigheid van de uitkering. Daarnaast kan het wel of niet verlagen van de uitkering (in verband met het niet zoeken of accepteren van werk) een leidraad zijn voor de beoordeling van het recht op de toeslag. Verificatie van de termijn kan door middel van raadpleging van het SUWI-net, het geautomatiseerde uitkeringssysteem, het Inlichtingenbureau of een verklaring van het UWV of SVB. 40 Bij onderbrekingen van de periode van vijf jaar (bijvoorbeeld wegens verblijf in het buitenland, detentie, of studieperiode) bepaalt de gemeente of er dan aan de voorwaarden van de langdurigheidstoeslag is voldaan. Dit kan in de vorm van een beleidsregel. Het is niet vereist dat er vijf jaar WWB-recht is geweest. 39 Langdurigheidstoeslag is geregeld in artikel 36 WWB. Bij de beoordeling of iemand recht heeft op de toeslag wordt naast het inkomen ook gekeken naar vermogen en of iemand naar vermogen heeft geprobeerd in eigen inkomen te voorzien. In bijlage 5 vindt u de wettekst. 40 Voor gegevensuitwisseling met UWV en VSB bestaat een standaardprocedure en gegevensset. Zie en Verzamelbrief SZW, juni 2004, nr. Intercom 2004/ De gemeente mailt het sofi-nummer en de naam en het geboortedatum van de cliënt naar het UWV of de SVB. Het UWV of de SVB sturen de gemeente dan de standaardgegevensset van de cliënt per post terug. 36 Het is van belang om te weten dat de langdurigheidstoeslag noch valt onder het begrip algemene bijstand, noch onder het begrip bijzondere bijstand. De langdurigheidstoeslag bestaat afzonderlijk naast de algemene bijstand en de bijzondere bijstand. Niet alle artikelen van de WWB zijn dan ook van toepassing op de langdurigheidstoeslag. 42 De langdurigheidstoeslag is een fiscaal onbelaste uitkering ineens zonder een specifieke bestemming. De langdurigheidstoeslag wordt gefinancierd uit het budget voor het inkomensdeel WWB. Vermogens- en inkomenstoets Om te beoordelen of een aanvrager recht heeft op de toeslag, moeten zijn inkomen en vermogen worden bekeken. De inkomens- en vermogensgrenzen waarbinnen de aanvrager recht heeft op een toeslag liggen vast; de gemeente heeft geen vrijheid om hier eigen beleid op te voeren. De manier waarop het inkomen en vermogen worden getoetst, behoort wel tot de beleidsvrijheid van de gemeente. Meer informatie Gemeenteloket SZW, Beperken woonlasten en aanpak achterstandswijken Beleidskeuzes Hoe moet de gemeente omgaan met de concentratie van armoede in bepaalde wijken? Woonlasten slokken een groot deel van het budget van minima op. Armoede concentreert zich bovendien vaak in bepaalde wijken. In deze wijken bestaat een cumulatie van problemen. In deze paragraaf wordt een aantal maatregelen besproken die de gemeente kan nemen om minima in staat te stellen in een prettige en gezonde woning en woonomgeving te leven. 41 Uitkering op basis van de Algemene nabestaandenwet. 42 In artikel 36 lid 6 worden de van toepassing zijnde artikelen genoemd. 37

20 Woonlastenfonds Gemeenten hebben de bevoegdheid om, al dan niet met toepassing van normbedragen, individuele bijzondere bijstand te verlenen voor woonkosten. Bijzondere bijstand kan alleen worden verstrekt als er sprake is van uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten. De gemeente kan in beleidsregels vastleggen welke omstandigheden als bijzonder worden beschouwd. Lees meer hierover in paragraaf 3.2. Woonlastenfondsen waarbij forfaitaire vergoedingen worden verstrekt en het huursubsidiebeleid - dat als voorliggende voorziening geldt - doorkruist wordt, kunnen onder de WWB niet in stand blijven. Krediethypotheek De krediethypotheek maakt het mogelijk voor minima om in een eigen huis te blijven wonen. Onder de WWB kan de bijstand aan huiseigenaren worden verstrekt in de vorm van een geldlening, zonder dat hier de woning als onderpand moet fungeren (onder de Abw was dat wel het geval). De Startersleningen voor huurders in Eindhovense gemeente heeft de vrijheid om naar wijkvernieuwingsgebieden eigen oordeel zekerheden als pand Huurders die in Eindhoven in wijkvernieuwingsgebieden wonen, krijgen de gelegenheid in hun of hypotheek te bedingen. Er is geen verplichting tot rentebetaling, en de vernieuwde buurt een woning te kopen. De gemeente Eindhoven heeft hiervoor in samenwerking met de Stichting Stimuleringsfonds na tien jaar de lening niet helemaal aflossingsperiode is tien jaar. 43 Als Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn) de is afgelost, gaat wel een renteverplichting in en wordt het restant Starterslening ontwikkeld. Deze lening wordt door de gemeente verstrekt, in samenwerking met de van de lening afgerekend bij verkoop of vererving van de Eindhovense woningcorporaties en het SVn. woning. Toeslagen- en verlagingenbeleid Via het toeslagen- en verlagingenbeleid heeft de gemeente binnen de kaders van de WWB de beleidsvrijheid om de uitkering te verlagen of (met maximaal 20% van het wettelijk minimumloon) te verhogen. Bij de beoordeling of een verhoging of verlaging op zijn plaats is, wordt onder meer gekeken naar de woonsituatie. Meer hierover leest u in paragraaf Beleid voor dak- en thuislozen In paragraaf 4.7 leest u meer over gemeentelijk beleid voor dak- en thuislozen. Sociale huurwoningen en aanpak achterstandswijken De gemeente heeft de prijs, kwaliteit en beschikbaarheid van betaalbare woningen deels in de hand en kan met het huisvestingsbeleid invloed uitoefenen op het welzijn en het inkomen van minima. 43 Besluit krediethypotheek, art. 4 en 5. Mensen met een laag inkomen wonen veelal in huurwoningen. Een gemeente kan in de plannen voor volkshuisvesting vastleggen dat er voldoende sociale huurwoningen beschikbaar zijn. Een goede spreiding van sociale huurwoningbouw geeft een evenredige verdeling van inkomensgroepen over een gemeente. De leefomgeving heeft grote invloed op de kwaliteit van leven. De aanwezigheid van voorzieningen (een buurthuis, een dienstencentrum, winkels, een dokter) is daarbij van belang. Zeker voor mensen die geen geld hebben voor een auto of dagelijkse ritjes met de bus. Een gemeente kan in de gaten houden dat alle noodzakelijke voorzieningen op buurtniveau aanwezig zijn. Woningbouwverenigingen opereren de laatste jaren steeds zelf- Aanpak achterstandwijken in grote steden De grote steden hebben diverse mogelijkheden om standiger en nemen in een aantal de situatie in wijken en buurten te verbeteren. Op gemeenten ook steeds meer sociale taken op zich. Zij hebben in de verzoek van de gemeenteraad van de betrokken stad kan de minister van VROM gebieden aanwijzen dagelijkse praktijk te maken met waar extra eisen worden gesteld aan woningzoekenden. Steden kunnen dan in deze specifieke de concentratie van armoede in gebieden de woningmarkt reguleren en aldus de bepaalde wijken en huurders met toestroom van kansarmen tijdelijk beperken. betalingsachterstanden. De gemeente kan met woningbouw- Bron: Ministerie van Justitie. verenigingen afspraken maken over gezamenlijke financiering van buurtgebonden projecten. Ook kunnen afspraken worden gemaakt over vroegtijdige melding van betalingsachterstanden. 44 Soms zijn woningbouwverenigingen ook bereid om mee te betalen aan de uitvoering van inkomensbeheer of andere vormen van schuldhulpverlening voor huurders met betalingsproblemen. De woningbouwvereniging is immers gebaat bij goed betalende huurders. De schuldhulpverlener neemt bovendien een deel van inkomens- of budgetbeheer over. Collectieve betalingsregeling Het is mogelijk dat de sociale dienst in overleg met vertegenwoordigers van cliënten tot een regeling komt met bijvoorbeeld energiebedrijven om voorschotten en afrekeningen voor gas, elektriciteit en water in te houden op de uitkering. Als tegenprestatie kunnen de energiebedrijven dan een behoorlijke korting geven, die per maand of per jaar bij de afrekening ten goede komt aan de cliënten. Meer informatie Sloop en opbouw van de wijk; herstructurering als sociale interventie, NIZW Heel de Buurt gebundeld; een staalkaart van vier jaar buurtgericht investeren, NIZW Het Plan van aanpak Maatschappelijke Opvang, Rijk vier grote steden concept jan. 2006, bevat modelprotocollen ter preventie van huisuitzettingen als gevolg van huurschuld of overlast

Gemeentelijk armoedebeleid. Martijn Schut Adviseur Stimulansz

Gemeentelijk armoedebeleid. Martijn Schut Adviseur Stimulansz Gemeentelijk armoedebeleid Martijn Schut Adviseur Stimulansz Armoede Armoede is een complex verschijnsel met veelal samenhangende dimensies zoals inkomen, maatschappelijke participatie, opleidingsniveau,

Nadere informatie

Deelplan Minimabeleid Beleidsplan sociaal domein 2015-2018

Deelplan Minimabeleid Beleidsplan sociaal domein 2015-2018 Deelplan Minimabeleid Beleidsplan sociaal domein 2015-2018 Gemeente Noordoostpolder 19 augustus 2014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding... 3 2. Doelen en doelgroep... 4 2.1. Doelen... 4 2.1.1.

Nadere informatie

Overzicht huidige minimaregelingen

Overzicht huidige minimaregelingen Datum 10 juni 2014 1 (7) Overzicht huidige minimaregelingen Auteur Eveline Bal, Beleidsadviseur Werk & Inkomen Het huidige minimabeleid van de gemeente Nieuwegein kent verschillende instrumenten ter bestrijding

Nadere informatie

Minimabeleid Beek, september 2014 Danielle Marting

Minimabeleid Beek, september 2014 Danielle Marting Minimabeleid 2015 Beek, september 2014 Danielle Marting - 2-1. Inleiding In de afgelopen jaren heeft de gemeente Beek een stevig armoedebeleid opgebouwd. Sinds 2006 is Beek actief in het voorkomen en bestrijden

Nadere informatie

Minimabeleid 't Hoogeland

Minimabeleid 't Hoogeland Beleidskader BMWE- gemeenten Minimabeleid 't Hoogeland 3 september 2013 Inhoudsopgave Inhoud 1. Inleiding...3 1.1 Doelstelling...4 1.2 Het algemeen landelijk kader...5 1.3 Huidig kader Wet werk en bijstand

Nadere informatie

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag Agendanr. : Doc.nr : B2003 14372 Afdeling: : Sociale Zaken en Werkgelegenheid B&W-VOORSTEL Onderwerp : Langdurigheidstoeslag 2003 Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag Algemeen:

Nadere informatie

Nota van B&W. Samenvatting

Nota van B&W. Samenvatting Nota van B&W Onderwerp Minimabeleid in de gemeente Haarlemmermeer Portefeuillehouder dr T.C.M. Horn I 8 QLkb 10 &L- 2 Inlichtingen R.J. Kouwenhoven (023 567 66 15) Collegevergadering Regirtrabenummar z00

Nadere informatie

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Inleiding Uit onze gemeentelijke armoedemonitor 1 blijkt dat Leeuwarden een stad is met een relatief groot armoedeprobleem. Een probleem dat nog steeds

Nadere informatie

Notitie categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten

Notitie categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten Notitie categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Categoriale bijzondere bijstand 3. Doelgroep 4. Meerkosten chronisch zieken en gehandicapten

Nadere informatie

BELEIDSREGELS MINIMABELEID GEMEENTE HOOGEVEEN

BELEIDSREGELS MINIMABELEID GEMEENTE HOOGEVEEN BELEIDSREGELS MINIMABELEID GEMEENTE HOOGEVEEN Het college van de gemeente Hoogeveen, gelet op artikel 35, Wet Werk en Bijstand, besluit vast te stellen de volgende beleidsregels: beleidsregels minimabeleid

Nadere informatie

Datum vergadering: Nota openbaar: Ja

Datum vergadering: Nota openbaar: Ja Nota Voor burgemeester en wethouders Nummer: 14INT01753 Datum vergadering: Nota openbaar: Ja 2? MEI 20Í4 Onderwerp: Planning aanpassing minimabeleid Advies:» Kennisnemen van deze nota» Instemmen met de

Nadere informatie

Armoede en schulden in Oostzaan en Wormerland. Martijnschut.wordpress.com

Armoede en schulden in Oostzaan en Wormerland. Martijnschut.wordpress.com Armoede en schulden in Oostzaan en Wormerland Martijnschut.wordpress.com Armoede Armoede is een complex verschijnsel met veelal samenhangende dimensies zoals inkomen, maatschappelijke participatie, opleidingsniveau,

Nadere informatie

Aanleiding en probleemstelling

Aanleiding en probleemstelling No.: Portefeuillehouder: Wethouder Harmsen Afdeling: Welzijn en Onderwijs Behandelaar: C.H.A.M. Weterings De raad van de gemeente Tholen Tholen, 16 juni 2015 Onderwerp: voorstel om in te stemmen met de

Nadere informatie

Bijlage nr. : 79-2007 AAN. Onderwerp : Armoedebeleid de gemeenteraad;

Bijlage nr. : 79-2007 AAN. Onderwerp : Armoedebeleid de gemeenteraad; Bijlage nr. : 79-2007 AAN Onderwerp : Armoedebeleid de gemeenteraad; 1. Inleiding Sinds eind 2006 wordt in onze gemeente gewerkt aan de voorbereiding van een nieuw armoedebeleid. De bedoeling is om het

Nadere informatie

Beleidsregels financieel vangnet.

Beleidsregels financieel vangnet. Algemeen: Met ingang van 1 januari 2015 krijgen de gemeenten er een groot aantal nieuwe taken bij. Het gaat om de decentralisatie van een aantal taken uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ),

Nadere informatie

GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE NOTULEN / VOLGNR.: ONDERWERP : Minimabeleid Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015 Voorgesteld besluit: 1. Met ingang van 1 januari 2015 de Beleidsregels minimabeleid

Nadere informatie

Notitie chronisch zieken, gehandicapten en ouderen

Notitie chronisch zieken, gehandicapten en ouderen Notitie chronisch zieken, gehandicapten en ouderen Werk en Inkomen Gemeente Hoogeveen 15 december 2004 Inhoudsopgave blz. Inleiding 3 Huidig beleid 4 Kostensoorten 4 Hoogte kosten 5 Omvang van de doelgroep

Nadere informatie

Verkenning probleemstelling. armoedebeleid Heerenveen. Rekenkamercommissie Heerenveen

Verkenning probleemstelling. armoedebeleid Heerenveen. Rekenkamercommissie Heerenveen Verkenning probleemstelling armoedebeleid Heerenveen Rekenkamercommissie Heerenveen April 2011 Inhoud. INLEIDING..2 ARMOEDEBELEID IN HEERENVEEN 3 AFBAKENING PROBLEEMSTELLING...4 3.1 AFBAKENING 4 3.2 OVERZICHT

Nadere informatie

MEMO. Lokaal. Geachte raad,

MEMO. Lokaal. Geachte raad, MEMO Aan: De gemeenteraad Van: Het college van B&W Onderwerp: Overzicht van minimaregelingen 3 november 2015 Bijlage: bijstandsnormen hoogbijstand Afschrift aan: snor Geachte raad, Op uw verzoek, gedaan

Nadere informatie

Effectiever minimabeleid in Amersfoort

Effectiever minimabeleid in Amersfoort Effectiever minimabeleid in Amersfoort Trudi Nederland Marieke Wentink Marian van der Klein M.m.v. Marie-Christine van Dongen en Monique Stavenuiter Oktober 2007 Verwey- Jonker Instituut Samenvatting

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Datum Raadsvergadering: Bestuurlijk hoofdthema: BBVnummer: 108667 Raadsvoorstel: 109814 Portefeuillehouder: Maret Rombout Paraaf controller: Datum Paraaf Onderwerp Vaststelling

Nadere informatie

15 september 2014 8 2014/ n.v.t. wethouder H.G. Engberink

15 september 2014 8 2014/ n.v.t. wethouder H.G. Engberink Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Voorstelnummer Opiniërend besproken d.d. Portefeuillehouder 15 september 2014 8 2014/ n.v.t. wethouder H.G. Engberink Kenmerk 14.405692

Nadere informatie

Armoedemonitor gemeente Menterwolde 2014

Armoedemonitor gemeente Menterwolde 2014 Armoedemonitor gemeente Menterwolde 2014 Twee onderdelen Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van inkomensondersteunende regelingen

Nadere informatie

Toelichting op de Verordening Individuele Minima Toeslag Brielle Toelichting algemeen

Toelichting op de Verordening Individuele Minima Toeslag Brielle Toelichting algemeen Toelichting op de Verordening Individuele Minima Toeslag Brielle 2015. Toelichting algemeen Achtergrond Individuele Minima Toeslag Deze verordening is in eerste instantie tot stand gekomen als gevolg van

Nadere informatie

Kadernota minimabeleid 2015

Kadernota minimabeleid 2015 Kadernota minimabeleid 2015 1. UITGANGSPUNTEN... Pag. 2 1.1 Definitie Minima 1.2 Definitie Participatie 1.3 Doel 2 GEMEENTELIJKE BELEIDSVRIJHEID. Pag. 3 2.1 Landelijk beleid 2.2 Gemeentelijk Beleid 2.2.1

Nadere informatie

Behandelend ambtenaar F. Tinselboer, 0595-750304 gemeente@winsum.nl (t.a.v. F. Tinselboer)

Behandelend ambtenaar F. Tinselboer, 0595-750304 gemeente@winsum.nl (t.a.v. F. Tinselboer) Vergadering : 16 mei 2006 Agendanummer: 7 Status: hamerstuk Behandelend ambtenaar F. Tinselboer, 0595-750304 E-mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. F. Tinselboer) Aan de gemeenteraad, Onderwerp: Aanvullend

Nadere informatie

Beleidsplan minimabeleid 2014-2017

Beleidsplan minimabeleid 2014-2017 Beleidsplan minimabeleid 2014-2017 Pagina 1 Inleiding: Armoede is een complex fenomeen waarin de dimensies van inkomen, gezondheid, opleiding, zelfredzaamheid en mogelijkheden tot participatie een belangrijke

Nadere informatie

Verordening financiële bijdrageregelingen maatschappelijke participatie gemeente Hellendoorn 2018

Verordening financiële bijdrageregelingen maatschappelijke participatie gemeente Hellendoorn 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Hellendoorn Nr. 28488 9 februari 2018 Verordening financiële bijdrageregelingen maatschappelijke participatie gemeente Hellendoorn 2018 Nijverdal, 6 februari

Nadere informatie

Geactualiseerd in 2008. Gemeentelijk armoedebeleid

Geactualiseerd in 2008. Gemeentelijk armoedebeleid Geactualiseerd in 2008 Gemeentelijk armoedebeleid Stimulansz is verantwoordelijk voor de inhoud van de publicatie en de daarin opgenomen voorbeelden van gemeentelijk beleid. Het ministerie van Sociale

Nadere informatie

Met ingang 2015 zijn er op het gebied van de bijzondere bijstand een aantal zaken veranderd.

Met ingang 2015 zijn er op het gebied van de bijzondere bijstand een aantal zaken veranderd. Bijzondere bijstand U kunt onverwacht voor noodzakelijke uitgaven komen te staan als gevolg van bijzondere individuele omstandigheden. Als u daarbij een laag inkomen heeft en geen of weinig vermogen dan

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Artikel 1 Begripsbepalingen

GEMEENTEBLAD. Nr Artikel 1 Begripsbepalingen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hilvarenbeek. Nr. 3793 9 januari 2017 Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2017 De raad van de gemeente Hilvarenbeek, gezien het voorstel van het college,

Nadere informatie

Portefeuillehouder: Behandelend ambtenaar: A. Hoogsteen, (t.a.v. A. Hoogsteen)

Portefeuillehouder: Behandelend ambtenaar: A. Hoogsteen, (t.a.v. A. Hoogsteen) Vergadering: 20 januari 2009 Agendanummer: 7 Status: Bespreekstuk Portefeuillehouder: J. Steen Behandelend ambtenaar: A. Hoogsteen, 0595-750303 E-mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. A. Hoogsteen) Aan de gemeenteraad,

Nadere informatie

Interne Memo nr. commissie MO G.E. Oude Kotte Datum: december 2014 Onderwerp: BOT-overleg armoedebeleid 2015 Afschrift aan: vul in

Interne Memo nr. commissie MO G.E. Oude Kotte Datum: december 2014 Onderwerp: BOT-overleg armoedebeleid 2015 Afschrift aan: vul in Interne Memo nr. Aan: commissie MO Van: G.E. Oude Kotte Datum: december 2014 Onderwerp: BOT-overleg armoedebeleid 2015 Afschrift aan: vul in Inleiding Per 1 januari 2015 wijzigen een aantal zaken binnen

Nadere informatie

Evaluatie. Minimabeleid. gemeente De Marne

Evaluatie. Minimabeleid. gemeente De Marne Evaluatie Minimabeleid 2006 gemeente De Marne Inleiding De gemeente De Marne heeft haar minimabeleid in april 2006 geëvalueerd en besloten aanvullend op het reeds bestaande beleid een aantal regelingen

Nadere informatie

BELEIDSVERSLAG 2012 AFDELING ZORG (gemeente Goes) Uitvoering voor gemeente Noord-Beveland

BELEIDSVERSLAG 2012 AFDELING ZORG (gemeente Goes) Uitvoering voor gemeente Noord-Beveland BELEIDSVERSLAG 2012 AFDELING ZORG (gemeente Goes) Uitvoering voor gemeente Noord-Beveland Sandra Sonke Marleen van der Maas Dirk Verburg Inhoudsopgave 1 Algemeen... 2 2 Wet maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 augustus 2012;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 augustus 2012; Verordening activiteitenbijdrage 2013-A kenmerk 106100 De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 augustus 2012; gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel g,

Nadere informatie

Bijlage 1 Opties voor gemeentelijke ondersteuning van chronisch zieken en gehandicapten en advies voor keuze uit opties

Bijlage 1 Opties voor gemeentelijke ondersteuning van chronisch zieken en gehandicapten en advies voor keuze uit opties Bijlage 1 Opties voor gemeentelijke ondersteuning van chronisch zieken en gehandicapten en advies voor keuze uit opties In deze bijlage behandelen we kort vijf opties die de gemeente kan inzetten bij de

Nadere informatie

Beleidsregels minimabeleid 2015

Beleidsregels minimabeleid 2015 Gemeente Gilze en Rijen Beleidsregels minimabeleid 2015 Iedereen doet mee en iedereen doet ertoe" sybver 1/1/2015 Inhoudsopgave Voorwoord 1. Voor wie? 2. Individuele aanvragen bijzondere bijstand 3. Individuele

Nadere informatie

Tegemoetkoming chronisch zieken, mensen met een beperking; en ouderen

Tegemoetkoming chronisch zieken, mensen met een beperking; en ouderen Tegemoetkoming chronisch zieken, mensen met een beperking; en ouderen Beleidsregels categoriale bijzondere bijstand chronisch zieken, gehandicapten en ouderen Afdeling Samenleving, juni 2009 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Beleid minimaregelingen Datum indiening vragen: 10 maart Vragen:

Beleid minimaregelingen Datum indiening vragen: 10 maart Vragen: Fractie: PvdA-GL Naam: K. Gerritsen Onderwerp: Beleid minimaregelingen Datum indiening vragen: 10 maart 2016 Vragen: De fractie van de PvdA-GL heeft hierover de volgende vragen: NB. Toelichting op vragen

Nadere informatie

Bijlage 1: Bijzondere bijstand

Bijlage 1: Bijzondere bijstand 07.0001914 Bijlage 1: Bijzondere bijstand Individuele bijzondere bijstand Niet iedereen zal een duidelijk beeld hebben van wat bijzondere bijstand precies inhoudt. Daarom wordt hierbij een korte omschrijving

Nadere informatie

RKC s OWO. Onderzoeksplan. Armoedebeleid. April 2015. Ooststellingwerf, Weststellingwerf, Opsterland

RKC s OWO. Onderzoeksplan. Armoedebeleid. April 2015. Ooststellingwerf, Weststellingwerf, Opsterland Onderzoeksplan Armoedebeleid April 2015 Colofon De rekenkamercommissies van Ooststellingwerf en Opsterland bestaan uit drie externe leden. De rekenkamercommissie van Weststellingwerf bestaat uit drie externe

Nadere informatie

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen Gezondheidsachterstanden Gelijke kansen voor iedereen Goede gezondheid: niet voor iedereen Een goede gezondheid is een groot goed, voor de individuele burger én voor de samenleving als geheel. We worden

Nadere informatie

Inkomensondersteuning voor mensen met een laag inkomen. in Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren

Inkomensondersteuning voor mensen met een laag inkomen. in Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren Inkomensondersteuning voor mensen met een laag inkomen in Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren Regelingen voor mensen met een laag inkomen In de Peelgemeenten willen we graag dat iedereen

Nadere informatie

d. voor gehuwden met ten laste komende kind(eren) van 12 tot en met 17 jaar: 39 % van de norm gehuwden, vermeerderd met een bedrag van 240,- euro.

d. voor gehuwden met ten laste komende kind(eren) van 12 tot en met 17 jaar: 39 % van de norm gehuwden, vermeerderd met een bedrag van 240,- euro. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Tilburg. Nr. 12827 4 februari 2016 Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2016 Raadsbesluit 2015_287 De raad van de gemeente Tilburg: gelezen het voorstel van

Nadere informatie

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING December 2012 INLEIDING Het beleidsplan Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) 2008-2011 heeft een wettelijk bepaalde werkingsduur van vier jaren. In 2012 is besloten dit beleidsplan met één jaar te

Nadere informatie

Nota no claimcompensatie en eenmalige tegemoetkoming in de schoolkosten van 12 tot en met 17-jarigen, Minimabeleid, gemeente Helmond, 2007

Nota no claimcompensatie en eenmalige tegemoetkoming in de schoolkosten van 12 tot en met 17-jarigen, Minimabeleid, gemeente Helmond, 2007 Nota no claimcompensatie en eenmalige tegemoetkoming in de schoolkosten van 12 tot en met 17-jarigen, Minimabeleid, gemeente Helmond, 2007 1. Inleiding..... 2 2. Aanleiding..... 2 3. De juridische basis...

Nadere informatie

Ter advisering aan de gemeenteraad voor de. commissievergadering van 14 juni 2017

Ter advisering aan de gemeenteraad voor de. commissievergadering van 14 juni 2017 Nummer Directie Dienst BD2017-007547 directie sb rve participatie Raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d, Economie, voor de commissievergadering van 14 juni 2017 Portefeuille

Nadere informatie

SOCIAAL DOMEIN bezuinigingen

SOCIAAL DOMEIN bezuinigingen SOCIAAL DOMEIN bezuinigingen Presentatie voor de commissie Maatschappelijk Ontwikkeling op 3 oktober 2011 door wethouder(s) Visser & Turnhout- v.d. Bosch 1 Agenda 1. Opening en toelichting wethouder Kees

Nadere informatie

Verordening Declaratieregeling maatschappelijke. participatie voor minima 2015 GR FW

Verordening Declaratieregeling maatschappelijke. participatie voor minima 2015 GR FW Verordening Declaratieregeling maatschappelijke participatie voor minima 2015 GR Ferm Werk Het algemeen bestuur van Ferm Werk, - gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 11 december 2014; - gelet

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden; Vast te stellen: de Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Wierden 2013.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden; Vast te stellen: de Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Wierden 2013. Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Wierden 2013 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden; gelet op artikel 35 van de Wet werk en bijstand; Besluit: Vast te stellen: de

Nadere informatie

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 gemeente Haarlemmermeer De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50 Organisatieonderdeel

Nadere informatie

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Aanpassing bijstandsbeleid / compensatie van de Wtcg en Cer

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Aanpassing bijstandsbeleid / compensatie van de Wtcg en Cer COLLEGEVOORSTEL Onderwerp Aanpassing bijstandsbeleid / compensatie van de Wtcg en Cer Te besluiten om 1. Het minimabeleid met ingang van 1 januari 2015 aan te passen door wijziging van de richtlijnen;

Nadere informatie

Naam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder

Naam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder Onderwerp Minima Effect Rapportage 2017 Nibud Datum 28 mei 2018 Naam en telefoon Sille Dohmen 5772 Afdeling SMO Portefeuillehouder Kees van Geffen Waarover wil je informeren? Met de Minima Effect Rapportage

Nadere informatie

Bijzondere bijstand voor. chronisch zieken, gehandicapten. en ouderen

Bijzondere bijstand voor. chronisch zieken, gehandicapten. en ouderen Bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen 2005 Midden-Delfland, februari 2005 Inleiding Het kabinet heeft besloten om voor 2004 en 2005 extra geld ter beschikking te stellen om

Nadere informatie

- 1 - Begrotingswijziging n.v.t. X Kaderstellen Controleren Budget autoriseren Consulteren

- 1 - Begrotingswijziging n.v.t. X Kaderstellen Controleren Budget autoriseren Consulteren - 1 - ALGEMENE GEGEVENS Agendapunt 9. Registratienummer 2014-000951/r Portefeuillehouder FK Griffier 0561-691201 BIJLAGEN (in te vullen door griffier) Voorstel X Raadsvoorstel Concept besluit X Begrotingswijziging

Nadere informatie

Verordening Declaratieregeling maatschappelijke. participatie voor minima 2015 GR FW

Verordening Declaratieregeling maatschappelijke. participatie voor minima 2015 GR FW Verordening Declaratieregeling maatschappelijke participatie voor minima 2015 GR Ferm Werk Het algemeen bestuur van Ferm Werk, - gelezen de voorstellen van het dagelijks bestuur van 11 december 2014 en

Nadere informatie

Iedereen kan meedoen financieel steuntje in de rug voor inwoners met een minimaal inkomen

Iedereen kan meedoen financieel steuntje in de rug voor inwoners met een minimaal inkomen Iedereen kan meedoen financieel steuntje in de rug voor inwoners met een minimaal inkomen Voor mensen met een laag inkomen en weinig vermogen is het niet altijd gemakkelijk om rond te komen. Een keer een

Nadere informatie

De raad van de gemeente Schiermonnikoog,

De raad van de gemeente Schiermonnikoog, De raad van de gemeente Schiermonnikoog, Gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet, artikel 35, eerste lid, onderdeel e van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk

Nadere informatie

Adviesnota aan B en W

Adviesnota aan B en W Onderwerp Beleidsregels minimabeleid 2015 Datum 16 december 2014 Naam steller Sanne Bloemen Kenmerk Afdelingsmanager Hans Killaars Afdeling Maatschappelijke Diensten Coördinator Paul de Mulder Voorstel

Nadere informatie

Wat is bijzondere bijstand? informatiefolder

Wat is bijzondere bijstand? informatiefolder Wat is bijzondere bijstand? informatiefolder Wat is bijzondere bijstand? Bijzondere bijstand is een uitkering die bedoeld is om extra of hoge kosten mee te kunnen betalen. U kunt recht hebben op bijzondere

Nadere informatie

Hoge kosten - Laag inkomen?

Hoge kosten - Laag inkomen? Hoge kosten - Laag inkomen? Financiële tegemoetkomingen gemeente Olst-Wijhe juni 2017 Hoge kosten Eten en drinken, wonen en kleding. Het zijn normale uitgaven die we allemaal hebben. Maar soms krijgt u

Nadere informatie

mooi meegenomen De gemeentelijke extraatjes voor mensen met een laag inkomen

mooi meegenomen De gemeentelijke extraatjes voor mensen met een laag inkomen > mooi meegenomen De gemeentelijke extraatjes voor mensen met een laag inkomen Inleiding De gemeente Vught doet veel voor inwoners met een laag inkomen. Toch blijkt uit onderzoek dat veel mensen geld mislopen,

Nadere informatie

Gemeente Albrandsujaard

Gemeente Albrandsujaard Gemeente Albrandsujaard VERORDENING/RAADSBESLUIT Onderwerp Datum vergadering/ Kenmerk agendanummer Verordening Meedoen Albrandswaard 2016 1081434 Commissie Openbaar: Openbaar BBVnummer: nvt De raad van

Nadere informatie

Nota Evaluatie Minimabeleid 2009. Sociaal en maatschappelijke voorzieningen

Nota Evaluatie Minimabeleid 2009. Sociaal en maatschappelijke voorzieningen Nota Evaluatie Minimabeleid 2009 Sociaal en maatschappelijke voorzieningen Inleiding Met een adequaat minimabeleid willen we voorkomen dat burgers met een minimuminkomen in een te grote achterstandspositie

Nadere informatie

Categoriale regelingen mogen worden verstrekt aan inkomens tot 110% van het minimum

Categoriale regelingen mogen worden verstrekt aan inkomens tot 110% van het minimum Aan de gemeenteraad 13 december 2011 Onderwerp: Vaststelling Verordeningen wetswijzigingen WWB 2012 en de bijbehorende beleidsregels 1. Voorstel 1. Voorgesteld wordt om de Verordening Langdurigheidstoeslag

Nadere informatie

Gemeentelijk maatwerk voor personen met een chronische ziekte en/of beperking voor de regio Noord-Limburg. Juni 2014

Gemeentelijk maatwerk voor personen met een chronische ziekte en/of beperking voor de regio Noord-Limburg. Juni 2014 Gemeentelijk maatwerk voor personen met een chronische ziekte en/of beperking voor de regio Noord-Limburg Juni 2014 Inhoud Samenvatting... 3 Inleiding... 4 Aanleiding... 4 Huidige regelingen ter tegemoetkoming

Nadere informatie

voor de inwoners van de gemeente Dongeradeel

voor de inwoners van de gemeente Dongeradeel voor de inwoners van de gemeente Dongeradeel De collectieve (aanvullende) zorgverzekering Tegemoetkoming kosten schoolgaande kinderen Extra kosten chronisch zieken, gehandicapten en ouderen Bijzondere

Nadere informatie

AANVULLENDE (EXTRA) ZIEKTEKOSTENVERZEKERING AVX EN TAND-G-PAKKET

AANVULLENDE (EXTRA) ZIEKTEKOSTENVERZEKERING AVX EN TAND-G-PAKKET Afdeling Samenleving Richtlijn 560 AANVULLENDE (EXTRA) ZIEKTEKOSTENVERZEKERING AVX EN TAND-G-PAKKET Algemeen Met ingang van 1 januari 2006 is iedere Nederlander verplicht een zorgverzekering af te sluiten.

Nadere informatie

Nota van B&W. Onderwerp Een collectieve zorgverzekering voor Haarlemse minima

Nota van B&W. Onderwerp Een collectieve zorgverzekering voor Haarlemse minima Nota van B&W Onderwerp Een collectieve zorgverzekering voor Haarlemse minima Portefeuille H. van der Molen Auteur Mevr. M. Tijl Telefoon 5114396 E-mail: mtijl@haarlem.nl PD/SZW Reg.nr. SZW/2006/524 Te

Nadere informatie

Nieuwsbrief Minimabeleid 2010 Gemeente Schagen

Nieuwsbrief Minimabeleid 2010 Gemeente Schagen Nieuwsbrief Minimabeleid 2010 Gemeente Schagen JANUARI, 2010 In deze nieuwsbrief wordt u geïnformeerd over de volgende onderwerpen: de individuele bijzondere bijstand; de categoriale bijzondere bijstand;

Nadere informatie

Bijzondere bijstand en minimaregelingen

Bijzondere bijstand en minimaregelingen Bijzondere bijstand en minimaregelingen De gemeente Duiven kent vier vormen van inkomensondersteuning. In deze folder leest u informatie over. 1. Bijzondere bijstand 2. Minimabeleid 3. Individuele inkomenstoeslag

Nadere informatie

Verordening tegenprestatie Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard 2015

Verordening tegenprestatie Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard 2015 Verordening tegenprestatie Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard 2015 Het algemeen bestuur van de Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard (RSDHW); gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de

Nadere informatie

Iedereen kan meedoen. Financieel steuntje in de rug voor inwoners met een minimaal inkomen

Iedereen kan meedoen. Financieel steuntje in de rug voor inwoners met een minimaal inkomen Iedereen kan meedoen Financieel steuntje in de rug voor inwoners met een minimaal inkomen Voor mensen met een laag inkomen en weinig vermogen is het niet altijd gemakkelijk om rond te komen. Een keer een

Nadere informatie

Wmo-raad gemeente Oss - Postbus 5-5340 BA Oss - telefoon 06-25274240 - email: wmoraad@oss.nl

Wmo-raad gemeente Oss - Postbus 5-5340 BA Oss - telefoon 06-25274240 - email: wmoraad@oss.nl Wmo-raad gemeente Oss - Postbus 5-5340 BA Oss - telefoon 06-25274240 - email: wmoraad@oss.nl Datum 23 november 2014 Kenmerk WMOR14016 /AvO/DvL/BN/JG Aan het college van B en W van de Gemeente Oss Betreft

Nadere informatie

B en W. nr d.d

B en W. nr d.d B en W. nr. 14.0969 d.d. 28-10-2014 Onderwerp Beleidsregels koopkrachttegemoetkoming 2014 Besluiten: 1) De beleidsregels koopkrachttegemoetkoming lage inkomens 2014 vast te stellen en daarmee in te stemmen

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke participatie Wet werk en bijstand Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2012.

Verordening maatschappelijke participatie Wet werk en bijstand Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2012. Verordening maatschappelijke participatie Wet werk en bijstand Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2012. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen a. wet: Wet werk en bijstand; b. maatschappelijke

Nadere informatie

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK 1 (2007/28317) QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK 1. ONDERZOEKSVRAGEN 1. Kan de raad met de programmabegroting beoordelen of de voorgenomen beleidsmaatregelen doeltreffend

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Vergadering van : 30 juni 2009 Agendanummer : 7 Onderwerp : Langdurigheidstoeslag WWB Programma : Zorgzaam Dantumadiel

RAADSVOORSTEL. Vergadering van : 30 juni 2009 Agendanummer : 7 Onderwerp : Langdurigheidstoeslag WWB Programma : Zorgzaam Dantumadiel RAADSVOORSTEL Vergadering van : 30 juni 2009 Agendanummer : 7 Onderwerp : Langdurigheidstoeslag WWB Programma : Zorgzaam Dantumadiel Voorstel: 1. Vaststellen van de Verordening Langdurigheidstoeslag WWB

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 1a 2513 AA 's-gravenhage W&B/B&K/03/74179

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 1a 2513 AA 's-gravenhage W&B/B&K/03/74179 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Werk en Bijstand Afdeling Beleidsinnovatie en Ketenprocessen Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 1a 2513 AA 's-gravenhage

Nadere informatie

Verordening persoonlijk participatiebudget Roerdalen 2014.

Verordening persoonlijk participatiebudget Roerdalen 2014. Verordening persoonlijk participatiebudget Roerdalen 2014. Artikel 1 Begripsbepalingen 1. In deze verordening wordt verstaan onder : a. wet: Wet werk en bijstand; b. bijstandsnorm: de bijstandsnorm bedoeld

Nadere informatie

naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.

naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt. Algemene toelichting Het college is bevoegd een belanghebbende te verplichten naar vermogen een tegenprestatie te verrichten. Een belanghebbende van achttien jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde

Nadere informatie

Iedereen doet mee inspiratiebundel. Minimaregelingen

Iedereen doet mee inspiratiebundel. Minimaregelingen Iedereen doet mee inspiratiebundel Minimaregelingen Inhoudsopgave Minimaregelingen zijn regelingen voor mensen met een laag inkomen. Kijk voor de voorwaarden op www.geldermalsen.nl, zoek op minimaregelingen.

Nadere informatie

Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept

Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept Sinds 1 januari 2012 beschikken gemeenten op basis van art.9, lid 1 sub c van de WWB over de mogelijkheid om een Tegenprestatie

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp Kansen voor alle Haarlemse kinderen. Nummer 2017/ Portefeuillehouder Langenacker, J. Programma/beleidsveld 3.

Raadsstuk. Onderwerp Kansen voor alle Haarlemse kinderen. Nummer 2017/ Portefeuillehouder Langenacker, J. Programma/beleidsveld 3. Raadsstuk Onderwerp Kansen voor alle Haarlemse kinderen Nummer 2017/174103 Portefeuillehouder Langenacker, J. Programma/beleidsveld 3.3 Minima Afdeling SZW/PO Auteur Kraan, A.L. van der Telefoonnummer

Nadere informatie

Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. Voorstel tot aanpassen van het Armoedebeleid. AAN DE RAAD. Samenvatting

Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. Voorstel tot aanpassen van het Armoedebeleid. AAN DE RAAD. Samenvatting Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. Voorstel tot aanpassen van het Armoedebeleid. AAN DE RAAD Samenvatting Met ingang van 1 januari 2017 heeft het kabinet structureel 100 miljoen (waarvan 85 miljoen voor gemeenten)

Nadere informatie

Toelichting op de Regeling collectieve zorgverzekering voor minima in de gemeente Steenwijkerland 2012.

Toelichting op de Regeling collectieve zorgverzekering voor minima in de gemeente Steenwijkerland 2012. Gelet op het besluit van de gemeenteraad van de gemeente Steenwijkerland van dinsdag 22 januari 2008 en de op 11 november 2008 door de gemeenteraad aangenomen motie aanpassing minimabeleid, stelt het Dagelijks

Nadere informatie

Registratienummer: GF Datum: 12 november 2010 Agendapunt: 7

Registratienummer: GF Datum: 12 november 2010 Agendapunt: 7 Aan de gemeenteraad Registratienummer: GF10.20105 Datum: 12 november 2010 Agendapunt: 7 Portefeuillehouder: L. Buwalda Behandelend ambtenaar: Wike Swart Onderwerp: Kostenbeheersing open einde regelingen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 Kenmerk: 183277 De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014; gelet op artikel 8a, eerste lid,

Nadere informatie

Openbaar advies B en W Welzijn Sociale zaken en werkgelegenheid

Openbaar advies B en W Welzijn Sociale zaken en werkgelegenheid Openbaar advies B en W Welzijn Sociale zaken en werkgelegenheid registratienummer 2003001074 opsteller advies H. Roodenburg telefoonnummer 010-5931531 paraaf chef/sectorhoofd paraaf sectorcontroller medeparaaf

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Minimabeleidsplan Portefeuillehouder: H.G.Jumelet

Raadsvoorstel. Minimabeleidsplan Portefeuillehouder: H.G.Jumelet svoorstel Onderwerp: Minimabeleidsplan 2013-2014 Portefeuillehouder: H.G.Jumelet Participatie Kwaliteit Werk & Participatie A. Kiewiet, telefoon ((0591)68 56 21) Aan de gemeenteraad Voorgesteld besluit

Nadere informatie

Geschreven door MdKG dinsdag, 30 maart :38 - Laatst aangepast donderdag, 05 februari :48

Geschreven door MdKG dinsdag, 30 maart :38 - Laatst aangepast donderdag, 05 februari :48 dinsdag, 30 maart 2010 10:38 Laatst aangepast donderdag, 05 februari 2015 08:48 De Wet van 9 juli 2014, houdende regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie,

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Smallingerland. Nr. 79151 24 december 2014 Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland 2015 De raad van de gemeente Smallingerland ; gelezen

Nadere informatie

Nota Minimabeleid 2015 Leiderdorp

Nota Minimabeleid 2015 Leiderdorp Nota Minimabeleid 2015 Leiderdorp Versie: 17 november 2015 1. Inleiding De aanleiding voor deze nota is drieledig: (1) in 2015 wordt de wetgeving op het gebied van Werk en Inkomen op verschillende punten

Nadere informatie

VERORDENING PARTICIPATIE SCHOOLGAANDE KINDEREN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE BORSELE 2012

VERORDENING PARTICIPATIE SCHOOLGAANDE KINDEREN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE BORSELE 2012 VERORDENING PARTICIPATIE SCHOOLGAANDE KINDEREN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE BORSELE 2012 De raad van de gemeente Borsele; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Borsele d.d. 21 mei 2012;

Nadere informatie

Raadsvoorstel 2004/308

Raadsvoorstel 2004/308 Raadsvoorstel 2004/308 Onderwerp Portefeuillehouder Raadsvergadering H. Tuning Datum 14 september 2004/25914 Inleiding Bij de parlementaire behandeling van de Wet werk en bijstand (WWB) is nadrukkelijk

Nadere informatie

Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015

Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015 Wetstechnische informatie Overheidsorganisatie Gemeente Breda Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015 Citeertitel Verordening Individuele Inkomenstoeslag

Nadere informatie

Meer vóór mensen met minder

Meer vóór mensen met minder Meer vóór mensen met minder Iedereen zit wel eens krap bij kas. Maar wie al jarenlang een laag inkomen heeft, zit altijd krap. Door de steeds maar stijgende lasten, onverwachte uitgaven of bijzondere kosten

Nadere informatie

Beleidsregels minimabeleid Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015 Hoofdst uk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen

Beleidsregels minimabeleid Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015 Hoofdst uk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen Beleidsregels minimabeleid Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015 Hoofdst uk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen a) wet: De Participatiewet; b) maatschappelijke participatie: het deelnemen

Nadere informatie

Hoofdstuk 25 Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 25 Financiële dienstverlening Hoofdstuk 25 Financiële dienstverlening Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren

Nadere informatie