ansehen aufhören aufpassen deshalb das Ding Das ist egal. fast fehlen das Geschenk jetzt kaputt Das tut mir leid. nervös Nett von Ihnen!

Transcriptie

1 ansehen aufhören aufpassen aufräumen der Ausweis böse deshalb das Ding Das ist egal. sich entschuldigen Ich entschuldige mich dafür. fallen fast fehlen das Geschenk die Geschenke gültig hoffentlich jetzt kaputt Das tut mir leid. nervös Nett von Ihnen! passieren Was ist passiert? plötzlich die Polizei der Polizist die Polizisten das Problem

2 opletten ophouden, stoppen bekijken boos het ID-bewijs opruimen Het maakt niet uit. het ding daarom vallen Mijn verontschuldigingen daarvoor. zich verontschuldigen het cadeau ontbreken bijna hopelijk geldig de cadeaus Het spijt me. kapot nu gebeuren Aardig van u! zenuwachtig de politie plotseling Wat is er gebeurd? het probleem, de politieagenten de politieagent

3 die Probleme der Rucksack die Rucksäcke mit dem Rucksack der Verkäufer die Verkäufer vorsichtig weil der Baum die Bäume beliebt der Berg die Berge beschreiben blöd die Blume die Blumen einverstanden Ich bin einverstanden. der Fluss die Flüsse freundlich hässlich die Hauptstadt die Hauptstädte das Haus die Häuser die Heimat in meiner Heimat das Land

4 de rugzakken de rugzak de problemen de verkopers de verkoper met de rugzak de boom omdat voorzichtig de berg geliefd de bomen stom beschrijven de bergen mee eens de bloemen de bloem de rivieren de rivier Ik ben het ermee eens. de hoofdstad lelijk vriendelijk de huizen het huis de hoofdsteden het land in mijn vaderland het vaderland

5 die Länder die Landschaft langweilig leben die Leute das Meer am Meer der Nachbar die Nachbarn die Natur die Niederlande in den Niederlanden niederländisch der See am See der Strand am Strand toll verschieden willkommen der Frühling, im Frühling der Sommer, im Sommer der Herbst, im Herbst der Winter, im Winter außerdem backen braten dann fertig die Flasche

6 saai het landschap de landen de zee de mensen leven de buren de buurman aan zee in Nederland Nederland de natuur bij het meer het meer Nederlands leuk op het strand het strand de lente, in de lente welkom verschillend de winter, in de winter de herfst, in de herfst de zomer, in de zomer braden bakken bovendien de fles klaar dan

7 die Flaschen geben genau genug gleich 500 Gramm heiß kalt klappen kochen der Kühlschrank die Lebensmittel der Liter die Portion die Portionen das Pfund das Rezept die Rezepte riechen das Salz schon süß der Topf in den Topf geben voll vorbereiten warten wenig zuerst zuletzt

8 precies geven de flessen 500 gram zo dadelijk genoeg lukken koud heet de levensmiddelen de koelkast koken de porties de portie de liter de recepten het recept het pond al het zout ruiken in de pan doen de pan zoet wachten voorbereiden vol ten slotte eerst weinig

9 der Appetit Guten Appetit! bestellen das Brot der Durst frisch froh frühstücken die Gabel die Gabeln das Geschirr das Glas die Gläser der Hunger der Kaffee der Käse der Kellner die Kellner der Koch die Köche lieben der Löffel die Löffel das Messer die Messer nehmen Was nimmst du? Ich nehme Mineralwasser. ein paar rufen

10 bestellen Smakelijk eten! de eetlust vers de dorst het brood de vork ontbijten blij het glas de vaat de vorken de koffie de honger de glazen de kelners de kelner de kaas houden van de koks de kok het mes de lepels de lepel Wat neem jij? nemen de messen roepen een paar, enkele Ik neem mineraalwater.

11 sofort die Speisekarte die Tasse die Tassen der Tee der Teller die Teller versuchen wieder der Zucker anbieten der Apparat die Apparate auf jeden Fall auf keinen Fall aufmachen sich bedanken bekommen sich beschweren Du beschwerst dich darüber. Ich bin dafür. Du bist dagegen. dumm der Rabatt etwas herstellen herunterladen Ich lade viel vom Internet herunter. sich interessieren für Er interessiert sich dafür.

12 het kopje de menukaart meteen het bord de thee de kopjes weer proberen de borden het apparaat aanbieden de suiker in geen geval in ieder geval de apparaten krijgen bedanken openen Ik ben er voor. Jij klaagt erover. klagen de korting dom Jij bent er tegen. downloaden produceren iets Hij interesseert zich ervoor. zich interesseren voor Ik download veel van internet.

13 kostenlos notwendig praktisch der Preis die Preise preiswert sogar umsonst, gratis unbedingt der Unterschied die Unterschiede wählen wunderbar zeigen vorgestern gestern heute morgen übermorgen die Apotheke in die Apotheke der Arm die Arme Welcher Arm schmerzt? der Arzt die Ärzte der Bauch die Bauchschmerzen das Bein die Beine

14 handig noodzakelijk kosteloos voordelig de prijzen de prijs beslist gratis zelfs kiezen de verschillen het verschil eergisteren laten zien prachtig morgen vandaag gisteren naar de apotheek de apotheek overmorgen Welke arm doet pijn? de armen de arm de buik de artsen de arts de benen het been de buikpijn

15 Welches Bein tut weh? dringend erkältet sein das Fieber furchtbar der Fuß die Füße das Gesicht die Grippe der Hals die Hand die Hände Welche Hand ist verletzt? husten der Kopf die Kopfschmerzen der Körper die Krankheit die Krankheiten der Magen das Medikament die Medikamente der Mund das Ohr die Ohren der Rücken schlimm die Sprechstunde sich verletzen wehtun

16 verkouden zijn dringend Welk been doet pijn? de voet vreselijk de koorts de griep het gezicht de voeten de handen de hand de hals, de keel het hoofd hoesten Welke hand is gewond geraakt? de ziekte het lichaam de hoofdpijn het medicijn de maag de ziektes het oor de mond de medicijnen erg de rug de oren pijn doen gewond raken, gewond zijn het spreekuur

17 Es tut weh. der Zahn die Zähne ab abholen abschließen die Ampel an der Ampel die Autobahn auf der Autobahn der Bahnsteig auf dem Bahnsteig die Baustelle bleiben der Bus die Busse mit dem Bus dauern die Fahrkarte die Fahrkarten der Fahrplan die Fahrpläne der Flug die Flüge der Flughafen das Flugzeug die Flugzeuge mit dem Flugzeug der Führerschein hinten

18 de tanden, de kiezen de tand, de kies Het doet pijn. afsluiten afhalen vanaf de snelweg bij het verkeerslicht het verkeerslicht op het perron het perron op de snelweg de bus blijven het werk in uitvoering duren met de bus de bussen het reisschema de tickets het ticket de vluchten de vlucht de reisschema's de vliegtuigen het vliegtuig de luchthaven achter het rijbewijs met het vliegtuig

19 pünktlich die Rechnung die Rechnungen die Reparatur die Reparaturen reparieren das Schiff die Schiffe mit dem Schiff die Straßenbahn die Straßenbahnen mit der Straßenbahn die U-Bahn umsteigen vereinbaren der Verkehr die öffentlichen Verkehrsmittel vermieten die Werkstatt

20 de rekeningen de rekening op tijd repareren de reparaties de reparatie met het schip de schepen het schip met de tram de trams de tram afspreken overstappen de metro verhuren het openbaar vervoer het verkeer de werkplaats / garage