VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS. voor de gebruiker van de installatie

Transcriptie

1 Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Verwarmingsinstallatie met regeling Vitotronic 200, type HO1A voor weersafhankelijke werking VITODENS 12/2009 Bewaren a.u.b.!

2 Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.! Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze bedieningshandleiding is bedoeld voor de eigenaar van de verwarmingsinstallatie. Dit toestel is niet bestemd voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met beperkte lichamelijke, sensorische of geestelijke mogelijkheden of met een gebrek aan ervaring en/of kennis, tenzij ze onder toezicht staan van een persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk is en instructies hebben gekregen over het gebruik van het toestel. Opgelet! Kinderen moeten onder toezicht staan. Garanderen dat kinderen niet met het toestel spelen. Gevaar Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan de verwarmingsinstallatie kunnen leiden tot levensgevaarlijke ongevallen. Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door installateurs worden uitgevoerd. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. Wat te doen bij een gasgeur Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. Niet roken! Vermijd open vuur en vonkvorming. Nooit schakelaars van verlichting en elektrische toestellen bedienen. Gasafsluitkraan sluiten. Ramen en deuren open zetten. Personen verwijderen uit de gevarenzone. Energiebedrijf en/of installateur waarschuwen Stroom naar het gebouw vanaf een veilige plaats (buiten het gebouw) laten onderbreken. 2

3 Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid (vervolg) Wat te doen bij een rookgasgeur Gevaar Rookgassen kunnen levensbedreigende vergiftiging veroorzaken. Verwarmingsinstallatie uitschakelen. Plaats van installatie ventileren. Deuren van woonverblijven sluiten. Wat te doen bij brand Gevaar Bij brand bestaat gevaar voor verbranding en explosie. Verwarmingsinstallatie uitschakelen. Afsluitkleppen in de brandstofleidingen sluiten. Gebruik een gekeurde brandblusser (brandklasse ABC). Eisen aan de verwarmingsruimte Opgelet! Ontoelaatbare omgevingsvoorwaarden kunnen schade aan de verwarmingsinstallatie veroorzaken en een veilige werking belemmeren. Zorg voor een omgevingstemperatuur tussen 0 ºC en 35 ºC. Luchtverontreiniging door halogeen-koolwaterstoffen (bijv. uit verf, oplos- en schoonmaakmiddelen) en overdreven stofvorming (bijv. door slijpwerkzaamheden) dient te worden voorkomen. Permanent hoge luchtvochtigheid (bijv. door het permanent laten drogen van de was) voorkomen. Aanwezige luchttoevoeropeningen niet afsluiten. Bijkomende componenten, reserveonderdelen en slijtende onderdelen! Opgelet Componenten die niet met de verwarmingsinstallatie zijn gekeurd, kunnen leiden tot schade aan de verwarmingsinstallatie of de goede werking belemmeren. Montage resp. vervanging uitsluitend door het installatiebedrijf laten uitvoeren. 3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Eerst informeren Eerste inbedrijfstelling... 6 Uw verwarmingsinstallatie is vooraf ingesteld... 6 Vaktermen... 7 Tips om energie te sparen... 7 Over de bediening Bedieningselementen... 9 Menu Hoe bedienen In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie inschakelen Verwarmingsinstallatie uitschakelen Met vorstbewaking Zonder vorstbewaking (buitenbedrijfstelling) Ruimteverwarming Vereiste instellingen (ruimteverwarming) Verwarmingscircuit kiezen Ruimtetemperatuur instellen Werkingsprogramma voor ruimteverwarming instellen Tijdprogramma voor ruimteverwarming instellen Stooklijn wijzigen Ruimteverwarming uitschakelen Comfort- en energiespaarfuncties Warmwaterbereiding Vereiste instellingen (ruimteverwarming) Warmwatertemperatuur instellen Werkingsprogramma voor warmwaterbereiding instellen Tijdprogramma voor warmwaterbereiding instellen Warmwaterbereiding uitschakelen Overige instellingen Contrast in het display instellen Helderheid van de displayverlichting instellen Naam voor de verwarmingscircuits invoeren Tijd en datum instellen Taal instellen Temperatuureenheid ( C/ F) instellen Instelling van de fabriek weer herstellen

5 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Opvragen Informatie opvragen Onderhoudsmelding opvragen Storingsmelding opvragen Installateur-testfunctie Wat doen? Ruimten te koud Ruimten te warm Geen warm water Warm water te heet ã knippert en Storing wordt aangegeven ë knippert en Onderhoud wordt aangegeven Bediening geblokkeerd wordt aangegeven Externe bijschakeling wordt aangegeven Extern programma wordt aangegeven Instandhouding Appendix Menu overzicht Basismenu (zie pagina) Uitgebreid menu (zie pagina) Opvragingsmogelijkheden in het uitgebreide menu Begripsverklaringen Index

6 Eerst informeren Eerste inbedrijfstelling De eerste inbedrijfstelling en aanpassing van de regeling aan de plaatselijke en bouwkundige situatie evenals de instructie van de bediening moeten door uw installateur worden uitgevoerd. De erkende installateur geeft informatie over werkzaamheden aan uw stookinstallatie (bijv. regelmatige metingen, reiniging). Uw verwarmingsinstallatie is vooraf ingesteld De regeling is in de fabriek op Verwarmen en warm water ingesteld. Uw verwarmingsinstallatie is daarmee klaar voor gebruik: Ruimteverwarming Tussen 6.00 en uur worden de ruimtes met 20 C gewenste ruimtetemperatuur verwarmd (normale stookwerking). Tussen en 6.00 uur worden de ruimtes met 3 C Verl. gewenste ruimtetemp. verwarmd (verlaagde stookwerking, vorstbescherming). Uw verwarmingsfirma kan bij de eerste inbedrijfstelling meer instellingen voor u invoeren. U kunt alle instellingen steeds individueel volgens uw wensen wijzigen (zie hoofdstuk Ruimteverwarming ). Warmwaterbereiding Tussen 5.30 en uur wordt het tapwater op 50 C gewenste warmwatertemperatuur verwarmd. Een evt. aanwezige circulatiepomp is ingeschakeld. Tussen en 5.30 uur wordt de warmwaterboiler niet opgewarmd. Een evt. aanwezige circulatiepomp is uitgeschakeld. Uw verwarmingsfirma kan bij de eerste inbedrijfstelling meer instellingen voor u invoeren. U kunt alle instellingen steeds individueel volgens uw wensen wijzigen (zie hoofdstuk Warmwaterbereiding ). Vorstbescherming De vorstbescherming van uw verwarmingsketel en warmwaterboiler is gegarandeerd. Winter-/zomertijdomschakeling Deze omschakeling gebeurt automatisch. Tijd en datum Weekdag en tijd werden door uw verwarmingsfirma bij de eerste inbedrijfstelling ingesteld. 6

7 Uw verwarmingsinstallatie is vooraf ingesteld (vervolg) Eerst informeren Stroomuitval Bij stroomuitval blijven alle gegevens behouden. Vaktermen Om de functies van uw regeling beter te begrijpen, vindt u een appendix het hoofdstuk Begripsverklaringen (zie pagina 44). Tips om energie te sparen B C A D Maak gebruik van de instelmogelijkheden van de regeling A en de afstandsbediening (indien aanwezig): Stook uw ruimtes niet te warm, iedere graad ruimtetemperatuur minder betekent een besparing van max. 6% op de verwarmingskosten. Zet de ruimtetemperatuur niet hoger dan 20 C (zie pagina 17). Stel de warmwatertemperatuur niet te hoog in (zie pagina 23). Activeer de circulatiepomp alleen, als warm water wordt getapt. Stel daarvoor het tijdprogramma in (zie pagina 25). Kies het werkingsprogramma dat aan uw wensen op dat moment voldoet: Voor korte afwezigheden (bijv. boodschappen) kiest u Spaarwerking (zie pagina 21). Zolang de spaarwerking is ingeschakeld, wordt de ruimtetemperatuur verlaagd. Als u op reis gaat, stelt u het Vakantieprogramma in (zie pagina 22). Zolang het vakantieprogramma is ingeschakeld, wordt de ruimtetemperatuur verlaagd en is de warmwaterbereiding uitgeschakeld. 7

8 Eerst informeren Tips om energie te sparen (vervolg) In de zomer, als u geen ruimtes wilt verwarmen maar toch warm water nodig heeft, stelt u het werkingsprogramma Alleen warm water in (zie pagina 23). Als u gedurende een langere periode noch ruimtes wilt verwarmen noch warm water nodig heeft, stelt u het werkingsprogramma Uitschakelwerking in (zie pagina 15). Voor meer energiespaarfuncties van de regeling wendt u zich tot de verwarmingsfirma. Meer advies: Correct ventileren. Ramen B kortstondig helemaal openzetten en daarbij de thermostaatkranen C sluiten Rolluiken (indien aanwezig) neerlaten zodra het donker wordt. Thermostaatkranen C correct instellen. Radiatoren D en thermostaatkranen C niet afdekken. Gecontroleerd verbruik van warm water: een douche vereist doorgaans minder energie dan een vol bad. 8

9 Over de bediening Bedieningselementen Alle instellingen aan uw verwarmingsinstallatie kunt u centraal aan de bedieningseenheid van de regeling uitvoeren. Als in uw ruimtes afstandsbedieningen zijn geïnstalleerd, kunt u de instellingen ook op de afstandsbedieningen invoeren. Bedieningshandleiding afstandsbediening Opmerking De bedieningseenheid kan in een wandmontagesokkel worden geplaatst. Die is als accessoire verkrijgbaar. Vraag meer informatie aan uw verwarmingsfirma. Keteltemperatuur Verwarming Warm water Zonne-energie Informatie 48 C Kiezen met ( U gaat een stap in het menu terug of breekt de begonnen instelling af Cursor-toetsen U bladert in het menu of stelt waarden in OK U bevestigt uw keuze of bewaart de ingevoerde instelling U roept bij het gekozen menupunt de helptekst op U roept het uitgebreide menu op Menu Help U krijgt in de vorm van een korte handleiding verklaringen bij de bedieningselementen en een aanwijzing voor de keuze van het verwarmingscircuit (zie pagina 16). Zo roept u de korte handleiding op: Screen saver is geactiveerd: Druk op toets. U bevindt zich ergens in het menu: Druk op tot het basismenu verschijnt (zie pagina 10). Roep het menupunt Help op. 9

10 Over de bediening Menu Er staan twee bedieningsniveaus ter beschikking, het Basismenu en het Uitgebreide menu. Basismenu Keteltemperatuur Verwarming Warm water Zonne-energie Informatie Kiezen met ( 48 C In het basismenu kunt u de meest gebruikte instellingen invoeren en opvragen: Ruimtetemperatuur instellen Warmwatertemperatuur instellen Werkingsprogramma instellen Comfortfunctie instellen Energiespaarfunctie Spaarwerking instellen Werkingsmodus opvragen Temperaturen opvragen, bijv. buitentemperatuur Het menu overzicht vindt u op pagina 41. Zo roept u het basismenu op: Screen saver is geactiveerd: Druk op een willekeurige toets. U bevindt zich ergens in het menu: Druk op tot het basismenu verschijnt. 10

11 Over de bediening Menu (vervolg) Uitgebreid menu Menu Verwarming Warm water Informatie Instellingen Kiezen met ( In het Uitgebreid menu kunt u instellingen uit de niet zo vaak gebruikte functieomvang van de regeling invoeren en opvragen, bijv. vakantieprogramma en tijdprogramma's instellen. Het menu overzicht vindt u op pagina 42. Zo roept u het uitgebreide menu op: Screen saver is geactiveerd: Druk op een willekeurige toets en aansluitend op. U bevindt zich ergens in het menu: Druk op. Hoe bedienen Als u gedurende enkele minuten geen instellingen aan de bedieningseenheid heeft ingevoerd, wordt de screen saver geactiveerd. 11

12 Over de bediening Hoe bedienen (vervolg) Druk op de toets OK. U geraakt naar het basismenu (zie pagina 10). A Keteltemperatuur Verwarming Warm water Zonne-energie Informatie Kiezen met 48 C ( Het gekozen menupunt heeft een witte achtergrond. In de dialoogregel A staan de nodige handelingsinstructies. In het volgende voorbeeld wordt de werkwijze van de instellingen met verschillende dialoogregels weergegeven. 12

13 Over de bediening Hoe bedienen (vervolg) Keteltemperatuur Verwarming Warm water Zonne-energie Informatie Kiezen met ( 48 C OK Verwarmingscircuit 1 Gewenste ruimtetemperatuur Werkingsprogramma Partywerking ß 20 C Spaarwerking Kiezen met ( OK Ù VC1 Ú Ú Keuze verwarmingscircuit Ù VC2Ú Verwarmingscircuit 2 Verwarmingscircuit 2 Werd gekozen OK Gewenste ruimtetemperatuur Werkingsprogramma Partywerking ß 20 C Spaarwerking Kiezen met ( OK Ù VC2 Ú Gewenste ruimtetemperatuur VC1 20 C Wijzigen met ( V of v Gewenste ruimtetemperatuur VC1 22 C Overnemen met OK OK Gewenste ruimtetemperatuur VC1 22 C Overgenomen OK Verwarmingscircuit 1 ÙVC1Ú Gewenste ruimtetemperatuur Werkingsprogramma Partywerking ß 22 C Spaarwerking Kiezen met ( 22 C 13

14 In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie inschakelen A B C D Keteltemperatuur Verwarming Warm water Zonne-energie Informatie Kiezen met ( 48 C bar E A Storingsindicatie (rood) B Werkingsindicatie (groen) C Ontgrendelingsknop 1. Controleer de druk van de verwarmingsinstallatie aan de manometer. Als de wijzer onder 1,0 bar staat, is de druk van de verwarmingsinstallatie te laag. Vul dan water bij of informeer uw verwarmingsfirma. 2. Bij open werking: Controleer of de be- en ontluchtingsopeningen van de stookruimte open staan en niet geblokkeerd zijn. Opmerking De verbrandingslucht wordt bij open werking uit de installatieruimte gehaald. D Netschakelaar E Manometer (drukindicatie) 3. Open de gasafsluitkraan. Opmerking Laat de positie en het gebruik van deze onderdelen door uw verwarmingsfirma verklaren. 4. Schakel de netspanning in, bijv. met de aparte zekering of een hoofdschakelaar. 5. Schakel de netschakelaar in. Na korte tijd verschijnt er op het display van het basismenu (zie pagina 10) en de groene werkingsindicatie brandt. Uw verwarmingsinstallatie en, indien aangesloten, ook de afstandsbedieningen zijn nu paraat. 14

15 In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie uitschakelen Met vorstbewaking Kies voor ieder verwarmingscircuit het werkingsprogramma Uitschakelwerking. Basismenu 1. Verwarming 2. Kies indien nodig het verwarmingscircuit (zie pagina 16). 3. Werkingsprogramma 4. Uitschakelwerking Geen ruimteverwarming. Geen warmwaterbereiding. Vorstbescherming van de verwarmingsketel en van de warmwaterboiler is actief. Werkingsprogramma Uitschakelwerking beëindigen Kies een ander werkingsprogramma. Basismenu 1. Verwarming 2. Kies indien nodig het verwarmingscircuit (zie pagina 16). 3. Werkingsprogramma 4. Alleen warm water (zomerwerking, geen ruimteverwarming) of Verwarmen en warm water (ruimteverwarming en warmwaterbereiding) Opmerking De circulatiepompen worden automatisch om de 24 uur even ingeschakeld zodat ze niet vast komen te zitten. Zonder vorstbewaking (buitenbedrijfstelling) 1. Schakel de netschakelaar uit. 2. Sluit de gasafsluitkraan. Opmerking Laat de positie en het gebruik van deze onderdelen door uw verwarmingsfirma verklaren. 3. Schakel de verwarmingsinstallatie spanningsvrij; bijv. met de aparte zekering of een hoofdschakelaar. 4. Bij buitentemperaturen lager dan 3 C moet u geschikte maatregelen nemen voor de vorstbewaking van de verwarmingsinstallatie. Neem indien nodig contact op met uw verwarmingsfirma. Opmerking Na een langere buitenbedrijfstelling kan het nodig zijn dat u datum en tijd opnieuw moet instellen (zie pagina 28). 15

16 Ruimteverwarming Vereiste instellingen (ruimteverwarming) Als u ruimteverwarming wenst, controleer dan de volgende punten: Heeft u het verwarmingscircuit gekozen? Instelling zie volgende hoofdstuk. Heeft u de gewenste ruimtetemperatuur ingesteld? Instelling zie pagina 17. Heeft u het juiste werkingsprogramma ingesteld? Instelling zie pagina 17. Heeft u het gewenste tijdprogramma ingesteld? Instelling zie pagina 18. Verwarmingscircuit kiezen De verwarming van alle ruimtes kan evt. over meerdere verwarmingscircuits worden verdeeld. Bij verwarmingsinstallaties met meerdere verwarmingscircuits kiest u voor alle instellingen voor de ruimteverwarming eerst het verwarmingscircuit dat u wilt wijzigen. Bij verwarmingsinstallaties met slechts een verwarmingscircuit is die keuzemogelijkheid niet aanwezig. Voorbeeld: Verwarmingscircuit 1 is het verwarmingscircuit voor de door u bewoonde ruimtes. Verwarmingscircuit 2 is het verwarmingscircuit voor de ruimtes van een aanleunwoning. Verwarmingscircuit 1 Ù VC1 Ú Gewenste ruimtetemperatuur 21 C Werkingsprogramma Partywerking ß Spaarwerking Kiezen met ( Ú Keuze verwarmingscircuit Ù VC2 Ú Verwarmingscircuit 2 Werd gekozen De verwarmingscircuits worden in de fabriek met Verwarmingscircuit 1 (VC1), Verwarmingscircuit 2 (VC2) en Verwarmingscircuit 3 (VC3) gekenmerkt. Als u of de verwarmingsfirma de verwarmingscircuits heeft hernoemd (bijv. bij een aanleunwoning e.d.), wordt i.p.v. Verwarmingscircuit 1 de naam weergegeven (zie pagina 27). 16

17 Ruimteverwarming Ruimtetemperatuur instellen Ruimtetemperatuur voor normale stookwerking instellen Instelling in de fabriek: 20 Basismenu 1. Verwarming 2. Kies indien nodig het verwarmingscircuit (zie pagina 16). 3. Gew. ruimtetemp. 4. Stel de gewenste waarde in. Ruimtetemperatuur voor verlaagde stookwerking instellen (nachtverlaging) Uitgebreid menu Verwarming 3. Kies indien nodig het verwarmingscircuit (zie pagina 16). 4. Verl. gew. ruimtetemp. 5. Stel de gewenste waarde in. De ruimtes worden met deze temperatuur verwarmd: tussen de periodes voor de normale stookwerking (zie pagina 18) in het vakantieprogramma (zie pagina 22) Instelling in de fabriek: 3 C Werkingsprogramma voor ruimteverwarming instellen Instelling in de fabriek: verwarmen en warm water Basismenu 1. Verwarming 2. Kies indien nodig het verwarmingscircuit (zie pagina 16). 3. Werkingsprogramma 4. verwarmen en warm water De ruimtes van het gekozen verwarmingscircuit worden volgens de instellingen voor de ruimtetemperatuur en het tijdprogramma verwarmd. Het warm water wordt volgens de instellingen voor de warmwatertemperatuur en het tijdprogramma naverwarmd. 17

18 Ruimteverwarming Tijdprogramma voor ruimteverwarming instellen Het tijdprogramma voor de ruimteverwarming bestaat uit tijdfasen. In de fabriek wordt een tijdfase van 6.00 tot uur voor alle weekdagen ingesteld. Voor de normale stookwerking kunt u max. 4 tijdfasen per dag kiezen. Voor iedere tijdfase voert u het begin en het einde in. Tussen die tijdfasen worden de ruimten met de verlaagde ruimtetemperatuur verwarmd (zie pagina 17). Het tijdprogramma kunt u individueel instellen. Hou bij het instellen rekening met het feit dat uw verwarmingsinstallatie enige tijd nodig heeft om de vertrekken tot de gewenste temperatuur te verwarmen. In het Uitgebreide menu kunt u onder Informatie het actuele tijdprogramma oproepen (pagina 30). Instelling in het Uitgebreide menu: Verwarming 3. Kies indien nodig het verwarmingscircuit. 4. Tijdprogramma verwarming 5. Kies het weekgedeelte of de weekdag. 6. Kies de tijdfase!,?, of $. 7. Stel het begin en het einde van de betreffende tijdfase in Weergegeven voorbeeld: Tijdprogramma voor maandag tot vrijdag ( ma-vr ) Tijdfase!: Van 05:00:00 tot 08:30:00 Tijdfase?: Van 16:30:00 tot 23:00:00 Verwarming!? Ma - Vr VC ! 05:00-08:30 u Normaal? 16:30-23:00 u Normaal Kiezen met ( Voorbeeld: U wilt behalve voor maandag voor alle weekdagen hetzelfde tijdprogramma instellen: Kies de periode maandag zondag en stel het tijdprogramma in. Kies vervolgens maandag en stel voor die dag het tijdprogramma in. Opmerking Als u de instelling voortijdig wilt stopzetten, drukt u op tot de gewenste indicatie verschijnt. 18

19 Ruimteverwarming Tijdprogramma voor ruimteverwarming instellen (vervolg) Tijdfase wissen Stel voor het einde dezelfde tijd in als voor het begin. Op het display verschijnt er voor de gekozen tijdfase - - : - -. Verwarming Ma - Vr VC ? - -: :- - u Normaal - -: :- - u Normaal Overnemen met OK Stooklijn wijzigen Het stookgedrag van de installatie wordt door de steilheid en het niveau van de gekozen stooklijn beïnvloed. Verdere informatie over de stooklijn vindt u onder Begripsverklaringen op pagina 45. Instelling in de fabriek: steilheid: 1,4 Niveau van de stooklijn: 0 Normale ruimtetemperatuur (gewenste waarde): 20 ºC Verlaagde ruimtetemperatuur (gewenste waarde): 3 ºC Instelling in het Uitgebreide menu: Verwarming 3. Kies indien nodig het verwarmingscircuit. 4. Stooklijn 5. Steilheid of Niveau Opmerking U krijgt tips over hoe en wanneer u de steilheid en het niveau van de stooklijn kunt wijzigen, door de toets? in te drukken. 6. Stel de gewenste waarde in. Voorbeeld: Steilheid van de stooklijn wijzigen tot 1,5. Een diagram geeft duidelijk de wijziging van de stooklijn weer, van zodra u de waarde voor de steilheid of het niveau wijzigt. Stooklijn 100 C 23 C 41 C Steilheid Wijzigen met 55 C 68 C 81 C VC ,5 ( 19

20 Ruimteverwarming Stooklijn wijzigen (vervolg) Afhankelijk van verschillende buitentemperaturen (weergegeven op de horizontale as) worden de toegekende gewenste aanvoertemperaturen voor het verwarmingscircuit met een witte achtergrond weergegeven. Opmerking Een te hoge of lage instelling van steilheid of niveau veroorzaakt geen schade aan de verwarmingsinstallatie. Ruimteverwarming uitschakelen Basismenu 1. Verwarming 2. Kies indien nodig het verwarmingscircuit. 3. Werkingsprogramma 4. Alleen warm water (zomerwerking, geen ruimteverwarming) of Uitschakelwerking (vorstbescherming) 20

21 Comfort- en energiespaarfuncties Comfortfunctie kiezen Comfort- en energiespaarfuncties Met deze functie kunt u de ruimtetemperatuur voor een paar uur wijzigen, bijv. als de gasten 's avonds langer blijven. Reeds uitgevoerde regelingsinstellingen moet u daarbij niet wijzigen. Het warme water wordt in deze functie tot de ingestelde gewenste temperatuur naverwarmd. Basismenu 1. Verwarming 2. Kies indien nodig het verwarmingscircuit. 3. Partywerking Partywerking Wijzigen met 20 C ( 4. Stel de gewenste ruimtetemperatuur gedurende de partywerking in. Verwarmingscircuit 1 ÙVC1Ú Gewenste ruimtetemperatuur Aan Werkingsprogramma Partywerking Spaarwerking Kiezen met Þ ( De ruimtes worden met de gewenste temperatuur verwarmd. Het warme water wordt tot de ingestelde gewenste temperatuur naverwarmd. Comfortfunctie beëindigen Automatisch na 8 uur of Automatisch bij omschakelen naar normale stookwerking volgens het tijdprogramma of Zet in het basismenu de Partywerking op Uit. Energiespaarfunctie Spaarwerking kiezen Om energie te sparen, kunt u de ruimtetemperatuur tijdens de normale stookwerking verlagen, bijv. als u de woning gedurende een paar uur verlaat. Basismenu 1. Verwarming 2. Kies indien nodig het verwarmingscircuit. 3. Spaarwerking Verwarmingscircuit 1 Gewenste ruimtetemperatuur Werkingsprogramma Partywerking Spaarwerking Kiezen met ÙVC1Ú Aan â ( 21

22 Comfort- en energiespaarfuncties Comfort- en energiespaarfuncties (vervolg) Spaarwerking beëindigen Automatisch bij omschakelen naar verlaagde stookwerking volgens het tijdprogramma. Door in te stellen in het basismenu. Energiespaarfunctie Vakantieprogramma kiezen Om energie te sparen, bijv. bij langere afwezigheid tijdens de vakantie, kunt u het vakantieprogramma activeren. De regeling is zo ingesteld dat het vakantieprogramma alle verwarmingscircuits beïnvloedt. Als u een wijziging wilt, neemt u contact op met de verwarmingsfirma. 3. Vakantieprogramma Vakantieprogramma Vertrekdag: Datum Dag van terugkomst: Datum Wijzigen met Di VC1 Woe ( Afhankelijk van het ingestelde werkingsprogramma (zie pagina 17) kan het vakantieprogramma een verschillend effect hebben: Werkingsprogramma Verwarmen en warm water : De ruimtes worden met de ingestelde verlaagde ruimtetemperatuur verwarmd (zie pagina 17). De warmwaterbereiding is uitgeschakeld. Werkingsprogramma Alleen warm water : Voor alle verwarmingscircuits is alleen vorstbescherming van de verwarmingsketel en van de warmwaterboiler geactiveerd. 4. Stel de gewenste vertrekdag en dag van terugkomst in. Vakantieprogramma afbreken of wissen Uitgebreid menu Verwarming 3. Vakantieprogramma 4. Programma wissen Instelling in het Uitgebreide menu: Verwarming 22

23 Warmwaterbereiding Vereiste instellingen (ruimteverwarming) Als u warmwaterbereiding wenst, controleer dan de volgende punten: Heeft u de gewenste warmwatertemperatuur ingesteld? Instelling zie pagina 23. Heeft u het gewenste tijdprogramma ingesteld? Instelling zie pagina 24. Heeft u het juiste werkingsprogramma ingesteld? Instelling zie pagina 23. Warmwatertemperatuur instellen Basismenu 1. Warm water 2. Gewenste waarde instellen. Werkingsprogramma voor warmwaterbereiding instellen Basismenu 1. Verwarming 2. Kies indien nodig het verwarmingscircuit. 3. Werkingsprogramma 4. Verwarmen en warm water (met ruimteverwarming) of Alleen warm water (zomerwerking, geen ruimteverwarming) Opmerking De regeling is zo ingesteld dat de warmwaterbereiding alle verwarmingscircuits beïnvloedt. Als u een wijziging wilt, neemt u contact op met de verwarmingsfirma. 23

24 Warmwaterbereiding Tijdprogramma voor warmwaterbereiding instellen Het tijdprogramma voor de warmwaterbereiding bestaat uit tijdfasen. In de fabriek wordt een tijdfase van 05:30:00 tot uur voor alle weekdagen ingesteld. In de fabriek wordt voor de warmwaterbereiding Automatische werking ingesteld. D.w.z. tijdens de normale stookwerking (zie pagina 18) wordt het warm water tot op de gewenste temperatuur naverwarmd. Om meteen bij het begin van de normale stookwerking warm water te hebben, begint de tijdfase voor de warmwaterbereiding automatisch een half uur vroeger dan de tijdfase voor de normale stookwerking. Als u geen automatische werking wenst, kunt u voor de warmwaterbereiding individueel tot en met 4 tijdfasen per dag kiezen. Voor iedere tijdfase voert u het begin en het einde in. Hou bij het instellen rekening met het feit dat uw verwarmingsinstallatie enige tijd nodig heeft om het warm water tot de gewenste temperatuur te verwarmen. In het Uitgebreide menu kunt u onder Informatie het actuele tijdprogramma oproepen (zie pagina 30). Weergegeven voorbeeld: Tijdprogramma voor maandag tot vrijdag ( ma-vr ) Tijdfase!: Van 04:30:00 tot 06:30:00 Tijdfase?: Van 15:30:00 tot 20:30:00 Warm water!? Ma - Vr VC ! 04:30-06:30 u Aan? 15:30-20:30 u Aan Kiezen met ( Voorbeeld: U wilt behalve voor maandag voor alle weekdagen hetzelfde tijdprogramma instellen: Kies de periode maandag zondag en stel het tijdprogramma in. Kies vervolgens maandag en stel voor die dag het tijdprogramma in. Opmerking Als u de instelling voortijdig wilt stopzetten, drukt u op tot de gewenste indicatie verschijnt. Instelling in het Uitgebreide menu: Warm water 3. Tijdprog. warm water 4. Individueel 5. Kies het weekgedeelte of de weekdag. 6. Kies de tijdfase!,?, of $. 7. Stel het begin en het einde van de betreffende tijdfase in 24

25 Warmwaterbereiding Tijdprogramma voor warmwaterbereiding instellen (vervolg) Tijdfase wissen Stel voor het einde dezelfde tijd in als voor het begin. Op het display verschijnt er voor de gekozen tijdfase - - : - -. Warm water Ma - Vr VC ? - -: :- - u Aan - -: :- - u --- Overnemen met OK Eenmalige warmwaterbereiding buiten het tijdprogramma Opmerking Minstens een verwarmingscircuit van uw installatie mag niet in uitschakelwerking zijn. Basismenu 1. Verwarming 2. Kies indien nodig het verwarmingscircuit. 3. Partywerking 4. Partywerking opnieuw met Uit deactiveren, opdat niet onbedoeld ruimteverwarming met normale ruimtetemperatuur zou plaatsvinden. Verwarmingsinstallatie met circulatiepomp Verdere informatie over de circulatiepomp vindt u onder Begripsverklaringen op pagina 49. In de fabriek is voor het tijdprogramma voor de circulatiepomp Automatische werking ingesteld. D.w.z. de circulatiepomp is parallel met het tijdprogramma voor de warmwaterbereiding ingeschakeld (zie pagina 24). Als u geen automatische werking wenst, kunt u voor de circulatiepomp individueel tot en met 4 tijdfasen per dag kiezen. Voor iedere tijdfase voert u het begin en het einde in. In het Informatie kunt u het actuele tijdprogramma oproepen (zie pagina 30). Opmerking De activering van de circulatiepomp heeft alleen zin voor de periode dat warm water wordt gebruikt. Instelling in het Uitgebreide menu: Warm water 3. Tijdprog. circulatie 4. Individueel 5. Kies het weekgedeelte of de weekdag. 6. Kies de tijdfase!,?, of $. 7. Stel het begin en het einde van de betreffende tijdfase in. Opmerking Als u de instelling voortijdig wilt stopzetten, drukt u op tot de gewenste indicatie verschijnt. 25

26 Warmwaterbereiding Tijdprogramma voor warmwaterbereiding instellen (vervolg) Tijdfase voor circulatiepomp wissen Stel voor het einde dezelfde tijd in als voor het begin. Op het display verschijnt er voor de gekozen tijdfase - - : - -. Circulatie Ma - Vr VC ? - -: :- - u : :- - u --- Overnemen met OK Warmwaterbereiding uitschakelen U wilt geen tapwater opwarmen en geen ruimtes verwarmen. Basismenu 1. Verwarming 2. Kies indien nodig het verwarmingscircuit. 3. Werkingsprogramma 4. Uitschakelwerking (vorstbescherming) U wilt geen tapwater opwarmen, maar de ruimtes verwarmen. Basismenu 1. Verwarming 2. Kies indien nodig het verwarmingscircuit. 3. Werkingsprogramma 4. Verwarmen en warm water 5. tot het basismenu. 6. Warm water 7. Gewenste temperatuur warm water 8. Stel 10 C in. 26

27 Overige instellingen Contrast in het display instellen Uitgebreid menu Instellingen 3. Contrast 4. Stel het gewenste contrast in. Helderheid van de displayverlichting instellen U wilt de teksten in het menu beter kunnen lezen. Wijzig daarvoor de helderheid voor Bediening. De helderheid voor de screen saver kunt u ook wijzigen. 3. Helderheid 4. Bediening of Screen saver 5. Stel de gewenste helderheid in. Uitgebreid menu Instellingen Naam voor de verwarmingscircuits invoeren U kunt de verwarmingscircuits 1, 2 en 3 ( VC1, VC2 en VC3 ) individueel beschrijven. De afkortingen VC1 en VC2 en VC3 blijven behouden. Uitgebreid menu Instellingen 3. Verwarmingscircuitopschrift 4. Verwarmingscircuit 1, Verwarmingscircuit 2 of Verwarmingscircuit 3 5. Wijzigen 6. Met Wijzigen met( kiest u het gewenste teken. 7. Met Kiezen met Ø gaat u naar het volgende teken. 8. Met OK neemt u alle ingevoerde tekens in een keer over en verlaat u gelijktijdig dit menu. Opmerking Met Terugzetten? wordt het ingevoerde begrip opnieuw gewist en verschijnt er opnieuw verwarmingscircuit 1, 2 of 3. Voorbeeld: Naam voor verwarmingscircuit 1: Aanleunwoning 27

28 Overige instellingen Naam voor de verwarmingscircuits invoeren (vervolg) Verwarmingscircuit 1 g f E everwarmingscircuit 1 d c Wijzigen met Verwarmingscircuit 1 Aanleunwoning ( VC1 VC1 In het menu staat voor verwarmingscircuit 1 Aanleunwoning. Aanleunwoning ÙVC1Ú Gewenste ruimtetemperatuur 22 C Werkingsprogramma Partywerking ß Spaarwerking Kiezen met ( Overgenomen Tijd en datum instellen Tijd en datum worden in de fabriek ingesteld. Als uw verwarmingsinstallatie langere tijd buiten gebruik is geweest, kan het nodig zijn datum en tijd in te stellen. 3. Tijd/datum 4. Stel tijd en datum in. Uitgebreid menu Instellingen Taal instellen Uitgebreid menu Instellingen 3. Taal 4. Stel de gewenste taal in. Temperatuureenheid ( C/ F) instellen Instelling in de fabriek: C Uitgebreid menu Instellingen 3. Temperatuureenheid 4. Stel de temperatuureenheid C of F in. 28

29 Overige instellingen Instelling van de fabriek weer herstellen U kunt alle gewijzigde waarden voor ieder verwarmingscircuit afzonderlijk op de instelling van de fabriek zetten. Uitgebreid menu Instellingen 3. Basisinstelling 4. Verwarmingscircuit 1, Verwarmingscircuit 2 of Verwarmingscircuit 3 De volgende instellingen en waarden worden teruggezet: Gewenste ruimtetemperatuur Gewenste temperatuur warm water Tijdprogramma voor de ruimteverwarming Tijdprogramma voor de warmwaterbereiding Tijdprogramma voor de circulatiepomp Partywerking wordt gewist Spaarwerking wordt gewist Vakantieprogramma wordt gewist Steilheid en niveau van de stooklijn 29

30 Opvragen Informatie opvragen Naargelang de aangesloten componenten en uitgevoerde instellingen kunt u actuele temperaturen en werkingsstatus opvragen. U kunt informatie in het Basismenu en in het Uitgebreide menu opvragen. Basismenu 1. Informatie 2. Kies de gewenste opvraging. Opmerking Voor de verwarmingscircuits krijgt u informatie over het actuele werkingsprogramma en de werkingsmodus volgens het ingestelde tijdprogramma. Als de verwarmingscircuits werden beschreven (zie pagina 27), verschijnt de naam van het verwarmingscircuit. In het menu overzicht (zie pagina 41) staat alle informatie. Uitgebreid menu In dit menu is de informatie in groepen verdeeld: Algemeen Verwarmingscircuit 1 Verwarmingscircuit 2 Verwarmingscircuit 3 Warm water Solar Gegevens terugzetten Opmerking Voor de verwarmingscircuits krijgt u meer informatie bijv. via het actuele werkings- en tijdprogramma. Als de verwarmingscircuits werden beschreven (zie pagina 27), verschijnt de naam van het verwarmingscircuit. Uitgebreid menu Informatie 3. Kies de groep. 4. Kies de gewenste opvraging. Opvragen in combinatie met zonnesystemen Basismenu Zonne-energie In een diagram wordt de zonne-energieopbrengst van de laatste 7 dagen aangegeven. De knipperende lijn in het diagram geeft aan dat de actuele dag nog niet is afgesloten. Zonne-energie Wo kwh Woe Kiezen met Do Vr Za Zo Ma Di Wo 1,3 Ø Opmerking Meer opvragingsmogelijkheden, bijv. over de bedrijfsuren van de zonnecircuitpomp, vindt u in het Uitgebreide menu in de groep Solar. 30

31 Opvragen Informatie opvragen (vervolg) Gegevens terugzetten De volgende gegevens kunt u terugzetten: bedrijfsuren van de brander brandstofverbruik, indien het door uw verwarmingsfirma werd ingesteld Branderstarts in combinatie met een zonnesysteem: zonne-energieopbrengst en bedrijfsuren van de zonnecircuitpomp Uitgebreid menu Informatie 3. Gegevens terugzetten Onderhoudsmelding opvragen Als aan uw verwarmingsinstallatie een onderhoud moet worden uitgevoerd, knippert in het display het symbool en Onderhoud wordt aangegeven. 1. Met de toets OK kunt u de reden voor het onderhoud oproepen. Onderhoud Brander h Bevestigen met Ø OK 2. Met de toets kunt u informatie over het komend onderhoud oproepen. 3. Als u de onderhoudsmelding wilt accepteren, volg dan de instructies in het menu. De onderhoudsmelding wordt in het menu overgenomen. Keteltemperatuur Onderhoud Verwarming Warm water Zonne-energie Kiezen met ë 48 C ( Verwittig uw verwarmingsfirma. 31

32 Opvragen Onderhoudsmelding opvragen (vervolg) Opmerking Als het onderhoud pas op een later tijdstip kan worden uitgevoerd, verschijnt de onderhoudsmelding de volgende maandag opnieuw. Geaccepteerde onderhoudsmelding oproepen 1. Roep het basismenu op. 2. Kies Onderhoud. Storingsmelding opvragen Als aan uw verwarmingsinstallatie storingen zijn voorgekomen, knippert in het display het symbool en Storing wordt aangegeven. Bovendien knippert de rode storingsindicatie (zie pagina 14). 1. Met de toets OK kunt u de storingsoorzaak oproepen. Storing Buitensensor 18 Storing A2 3. Noteer de storingsoorzaak en de storingscode rechts ernaast. Bijvoorbeeld: Buitensensor 18 en Storing A2. Daarmee is de verwarmingsmonteur beter voorbereid en bespaart u op evt. extra rijkosten. 4. Als u de storingsmelding wilt accepteren, volg dan de instructies in het menu. De storingsmelding wordt in het menu overgenomen. Bevestigen met Ø OK 2. Met de toets? kunt u aanwijzingen over het gedrag van de verwarmingsinstallatie oproepen. Bovendien krijgt u tips over welke maatregelen u zelf kunt treffen, alvorens u uw verwarmingsfirma op de hoogte brengt. Keteltemperatuur Storing Verwarming Warm water Zonne-energie Verder met ã OK 48 C 32

33 Opvragen Storingsmelding opvragen (vervolg) Opmerking Als u voor storingsmeldingen een signaalinrichting (bijv. een claxon) heeft aangesloten, wordt de signaalinrichting door het accepteren van de storingsmelding uitgeschakeld. Als de storingen pas op een later tijdstip kunnen worden verholpen, verschijnt de storingsmelding de volgende dag opnieuw en de signaalinrichting wordt opnieuw ingeschakeld. Geaccepteerde storingsmelding oproepen 1. Roep het basismenu op. 2. Kies Storing. 33

34 Installateur-testfunctie Installateur-testfunctie De installateur-testfunctie mag alleen door uw installateur bij de jaarlijkse controle worden geactiveerd. Roep in het basismenu Testfunctie op. Opmerking De installateur-testfunctie eindigt automatisch na 30 min. U kunt de installateur-testfunctie ook met OK beëindigen. 34

35 Wat doen? Ruimten te koud Oorzaak De verwarmingsinstallatie is uitgeschakeld. Regeling of afstandsbediening is verkeerd ingesteld. Alleen bij werking met warmwaterbereiding: voorrang van de warmwaterbereiding is actief. Geen brandstof. Branderautomaat wordt in het display aangegeven. Storing wordt in het display aangegeven en de rode storingsindicatie knippert. Oplossing Schakel de netschakelaar in (zie afbeelding pagina 14). Schakel de hoofdschakelaar, indien aanwezig (buiten de stookruimte), in. Schakel de zekering in de groepenkast in. Controleer en corrigeer evt. de instellingen: Verwarmen en warm water moet ingesteld zijn (zie pagina 17) Ruimtetemperatuur (zie pagina 17) Tijd (zie pagina 28) Tijdprogramma (zie pagina 18) Wacht tot de warmwaterboiler is opgewarmd Bij werking met verwarmingswaterdoorstroomelement beëindigt u de afname van warm water. Bij propaan: Controleer de brandstofvoorraad en bestel evt. bij. Bij aardgas: Open de gasafsluitkraan. Vraag na bij uw gasbedrijf. Druk op de toets R (zie afbeelding op pagina 14). Accepteer de storing (zie pagina 32). Als de storing opnieuw voorkomt, verwittig dan uw verwarmingsfirma. De storingsmelding wordt aangegeven tot de storing is verholpen. Vraag naar het type storing en bevestig ze (zie pagina 32). Verwittig evt. de verwarmingsfirma. 35

36 Wat doen? Ruimten te warm Oorzaak Regeling of afstandsbediening is verkeerd ingesteld. Storing wordt in het display aangegeven en de rode storingsindicatie knippert. Oplossing Controleer en corrigeer evt. de instellingen: Ruimtetemperatuur (zie pagina 17) Tijd (zie pagina 28) Tijdprogramma (zie pagina 18) Vraag naar het type storing en bevestig ze (zie pagina 32). Verwittig evt. de verwarmingsfirma. Geen warm water Oorzaak De verwarmingsinstallatie is uitgeschakeld. Regeling of afstandsbediening is verkeerd ingesteld. Geen brandstof. Storing wordt in het display aangegeven en de rode storingsindicatie knippert. Oplossing Schakel de netschakelaar in (zie pagina 14). Schakel de hoofdschakelaar, indien aanwezig (buiten de stookruimte), in. Schakel de zekering in de groepenkast in. Controleer en corrigeer evt. de instellingen: warmwaterbereiding moet vrijgegeven zijn (zie pagina 23) Warmwatertemperatuur (zie pagina 23) Tijdprogramma (zie pagina 24) Tijd (zie pagina 28) Bij propaan: Controleer de brandstofvoorraad en bestel evt. bij. Bij aardgas: Open de gasafsluitkraan. Vraag na bij uw gasbedrijf. Vraag naar het type storing en bevestig ze (zie pagina 32). Verwittig evt. de verwarmingsfirma. 36

37 Wat doen? Warm water te heet Oorzaak De regeling is verkeerd ingesteld. Oplossing Controleer en corrigeer evt. de warmwatertemperatuur (zie pagina 23) ã knippert en Storing wordt aangegeven Oorzaak Storing in de verwarmingsinstallatie Oplossing Ga te werk zoals op pagina 32 beschreven. ë knippert en Onderhoud wordt aangegeven Oorzaak Een onderhoudtijdstip dat door uw verwarmingsfirma werd ingesteld werd bereikt. Oplossing Ga te werk zoals op pagina 31 beschreven. Bediening geblokkeerd wordt aangegeven Oorzaak De bediening van deze functie is geblokkeerd. Oplossing Uw verwarmingsfirma kan de blokkering opheffen. Externe bijschakeling wordt aangegeven Oorzaak Oplossing Het werkingsprogramma dat op de regeling is ingesteld, is door een extern toestel keling van het werkingsprogramma is Een oplossing is niet vereist. De omscha- (bijv. aansluituitbreiding) omgeschakeld. door handmatige instelling vastgelegd. 37

38 Wat doen? Extern programma wordt aangegeven Oorzaak Het werkingsprogramma dat aan de regeling is ingesteld, werd door de communicatie-interface Vitocom 100 omgeschakeld. Oplossing U kunt het werkingsprogramma wijzigen. Volg de instructies in het menu. 38

39 Instandhouding Instandhouding Reiniging De toestellen kunnen met een een courant huishoudelijk reinigingsproduct (geen schuurmiddelen) worden gereinigd. Inspectie en onderhoud Regelmatig onderhoud garandeert storingsvrij, energiebesparend, milieuvriendelijk en veilig stoken. Ten laatste om de 2 jaar moet uw verwarmingsinstallatie door een geautoriseerde verwarmingsfirma worden onderhouden. U kunt hiervoor het beste een inspectie- en onderhoudscontract met uw verwarmingsfirma afsluiten. Verwarmingsketel Naarmate de verontreiniging van de ketel toeneemt, stijgt de rookgastemperatuur en wordt ook het energieverlies groter. Daarom moet elke verwarmingsketel jaarlijks worden gereinigd. Warmwaterboiler (indien voorhanden) EN 806 schrijft voor dat uiterlijk twee jaar na inbedrijfstelling en daarna periodiek onderhoud of reiniging moet plaatsvinden. Het intern reinigen van de warmwaterboiler met inbegrip van de tapwateraansluitingen mag uitsluitend door een erkende verwarmingsfirma worden uitgevoerd. Als zich in de koudwatertoevoer van de warmwaterboiler een toestel voor waterbehandeling bevindt (bijv. een sluis- of injecteerinrichting), moet de vulling tijdig worden vernieuwd. Lees hiervoor de gegevens van de fabrikant. Extra bij Vitocell 100: Voor het testen van de opofferingsanode raden wij een jaarlijkse werkingscontrole aan door een verwarmingsfirma. De werkingscontrole van de anode kan zonder bedrijfsonderbreking plaatsvinden. De verwarmingsfirma meet de beveiligingsstroom met een anodetester. Veiligheidsklep (warmwaterboiler) De goede werking van de veiligheidsklep moet elk half jaar door de beheerder of door de verwarmingsfirma door ontluchten worden gecontroleerd. Het gevaar bestaat dat de klepzitting vuil is (zie handleiding van de klepfabrikant). 39

40 Instandhouding Instandhouding (vervolg) Tapwaterfilter (indien aanwezig) Omwille van hygiënische redenen als volgt te werk gaan: Bij filters die niet kunnen worden teruggespoeld, elke 6 maanden het filterelement vernieuwen (visuele controle elke 2 maanden). Bij filters die kunnen worden teruggespoeld elke 2 maanden terugspoelen. 40

41 Appendix Menu overzicht Basismenu (zie pagina 10) Verwarming Warm water Zonne-energie Informatie Testfunctie Help Buitentemperatuur Keteltemperatuur Brander Verwarmingscircuit 1 VC1 Werk. ruimtetemp. VC1 CV-pomp VC1 Verwarmingscircuit 2 VC2 Werk. ruimtetemp. VC2 Aanvoertemp. VC2 CV-pomp VC2 Verwarmingscircuit 3 VC3 Werk. ruimtetemp. VC3 Aanvoertemp. VC3 Verwarm.circuitp.VC3 Werkelijke temp. warm water Boilerlaadpomp Circulatie Zonne-energie Collectortemp. Warm water-solar Solarpomp Warmwatertemperatuur Gewenste ruimtetemperatuur Werkingsprogramma Partywerking Spaarwerking Verwarmen en warm water Alleen warm water Uitschakelwerking 41

42 Appendix Menu overzicht (vervolg) Uitgebreid menu (zie pagina 11) Verwarming Warm water Informatie Instellingen Algemeen Verwarmingscircuit 1 VC1 Verwarmingscircuit 2 VC2 Verwarmingscircuit 3 VC3 Warm water Solar Gegevens terugzetten Tijd/datum Taal NL Contrast Helderheid Temperatuureenheid Verwarmingscircuitopschrift Basisinstelling Warmwatertemperatuur Tijdprogramma warmw. Tijdprogramma circulatie Gedetailleerde opvragingsmogelijkheden zie volgende pagina Gewenste ruimtetemperatuur Verl. Gew. ruimtetemp. Werkingsprogramma Partywerking Spaarwerking Tijdprogramma verwarming Vakantieprogramma Stooklijn Verwarmen en warm water Alleen warm water Uitschakelwerking 42

43 Appendix Menu overzicht (vervolg) Opvragingsmogelijkheden in het uitgebreide menu Opmerking Afhankelijk van de uitrusting van uw verwarmingsinstallatie zijn niet alle opgesomde opvragingen mogelijk. Algemeen Buitentemperatuur Keteltemperatuur Gem. aanvoertemp. (Gemeenschappelijke aanvoertemperatuur) Brander Bedrijfsuren Brander 1e trap Bedrijfsuren Brander 2de trap Bedrijfsuren Brandst. verbr. (brandstofverbruik, alleen bij verwarmingsketels op olie) Interne pomp Interne uitgang Toevoerpomp Blokkeren toestel v. derden Groepsalarmmelding Deelnemersnr. Ingangen uitbr. H1 Tijd Datum Radiokloksignaal Verwarmingscircuit 1 VC 1 Werkingsprogramma Werkingsmodus Tijdprogramma Gew. ruimtetemp. Werk. ruimtetemp. Verl. gew. ruimtetemp. Ext. gew. ruimtetemp. Gew. partytemp. Steilheid Niveau CV-pomp Vakantieprogramma Verwarmingscircuit 2, 3 VC 2, 3 Werkingsprogramma Werkingsmodus Tijdprogramma Gew. ruimtetemp. Werk. ruimtetemp. Verl. gew. ruimtetemp. Ext. gew. ruimtetemp. Gew. partytemp. Steilheid Niveau CV-pomp Mengklep Aanvoertemperatuur Vakantieprogramma 43

44 Appendix Menu overzicht (vervolg) Warm water Tijdprogr. warm water VC 1 Tijdprogr. warm water VC 2 Tijdprogr. warm water VC 3 Tijdprogr. circulatie VC 1 Tijdprogr. circulatie VC 2 Tijdprogr. circulatie VC 3 Werkelijke temp. warm water Boilerlaadpomp Circulatiepomp Stromingsschakelaar Solar Collectortemp. Warm water-solar Solarpomp h Zonne-energie-staafdiagram. Zonne-energie Solarpomp aan/uit Toerental solarpomp Naverwar. onderdr. Uitgang 2 Aan/Uit Uitgang 2 h Sensor 3 Sensor 4 Naverwar. onderdr. verwarmen Begripsverklaringen Verlaging (verlaagde stookwerking) Zie Verlaagde stookwerking. Werkingsprogramma Met het werkingsprogramma bepaalt u of u uw ruimtes verwarmt en tapwater opwarmt of dat u alleen tapwater opwarmt. Of dat u uw verwarming met vorstbescherming uitschakelt. U kunt kiezen uit de volgende werkingsprogramma's: Verwarmen en warm water De ruimtes worden verwarmd, het tapwater wordt opgewarmd (winterbedrijf). Alleen warm water Het tapwater wordt opgewarmd, geen ruimteverwarming (zomerbedrijf). Uitschakelwerking Bescherming tegen bevriezing van de verwarmingsketel en van de warmwaterboiler is actief, geen ruimteverwarming, geen warmwaterbereiding. 44

45 Appendix Begripsverklaringen (vervolg) Opmerking Een werkingsprogramma voor ruimteverwarming zonder warmwaterbereiding kan niet worden gekozen. Als ruimtes moeten worden verwarmd, is er normaal gezien ook warm water nodig (winterbedrijf). Als u toch alleen wilt verwarmen, kiest u het werkingsprogramma Verwarmen en warm water en zet u de warmwatertemperatuur op 10 C (zie pagina 26). Op die manier warmt u niet onnodig tapwater op, maar toch wordt de vorstbescherming van de warmwaterboiler gegarandeerd. Werkingsmodus In het werkingsprogramma Verwarmen en warm water gaat de werkingsmodus normale stookwerking (zie pagina 47) over naar de werkingsmodus verlaagde stookwerking (zie pagina 48) en omgekeerd. De tijdstippen voor een overgang van werkingsmodus legt u bij de instelling van het tijdprogramma vast. Uitbreidingsset voor verwarmingscircuit met mengklep Bouwgroep (accessoires) voor de regeling van een verwarmingscircuit met mengklep. Zie Mengklep. Stooklijn Stooklijnen tonen het verband tussen de buitentemperatuur, de ruimtetemperatuur (gewenste waarde) en de ketelwater- of aanvoertemperatuur. Hoe lager de buitentemperatuur, hoe hoger de ketelwater- resp. aanvoertemperatuur. Om bij iedere buitentemperatuur voldoende warmte bij een zo laag mogelijk brandstofverbruik te garanderen, moeten de omstandigheden van uw gebouw en uw verwarmingsinstallatie in acht worden genomen. Daarvoor wordt door uw verwarmingsfirma de stooklijn ingesteld. Opmerking Als er in uw verwarmingsinstallatie verwarmingscircuits met mengklep zijn, is de aanvoertemperatuur voor het verwarmingscircuit zonder mengklep een ingesteld verschil hoger dan de aanvoertemperatuur voor de verwarmingscircuits met mengklep. De getoonde stooklijnen gelden bij de volgende instellingen: Niveau stooklijn = 0 Normale ruimtetemperatuur (gewenste waarde) = 20 ºC 45

46 Appendix Begripsverklaringen (vervolg) Ketelwater- resp. aanvoertemperatuur in C Gew. ruimtetemperatuur in C 30 3,0 3,2 3,4 2,6 2,8 2,4 2,2 2,0 1,8 Steilheid 1,6 1,4 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 C B A Buitentemperatuur in C Voorbeeld: Voor buitentemperatuur 14 C: A vloerverwarming, steilheid 0,2 tot 0,8 B Lagetemperatuurverwarming, steilheid 0,8 tot 1,6 C Verwarmingsinstallatie met ketelwatertemperatuur boven 75 C, steilheid 1,6 tot 2,0 46

47 Appendix Begripsverklaringen (vervolg) In de fabriek is de steilheid = 1,4 en het niveau = 0 ingesteld. 110 Ketelwater- resp. aanvoertemperatuur in C A 3, Buitentemperatuur in C B 1,4 0,2 A Steilheid wijzigen: De steilheid van de stooklijn wordt veranderd. B Niveau wijzigen: De stooklijnen worden parallel in verticale richting verschoven. Verwarmingscircuit Een verwarmingscircuit is een gesloten kringloop tussen verwarmingsketel en radiatoren waar het verwarmingswater instroomt. In een verwarmingsinstallatie kunnen meerdere verwarmingscircuits aanwezig zijn. Bijv. een verwarmingscircuit voor de ruimtes die u bewoont en een verwarmingscircuit voor de ruimtes van aanleunwoning. CV-pomp Circulatiepomp voor de circulatie van het verwarmingswater in het verwarmingscircuit. Werkelijke temperatuur Actuele temperatuur op het tijdstip van de opvraging; bijv. werkelijke warmwatertemperatuur. Mengklep Een mengklep mengt het water dat in de verwarmingsketel wordt opgewarmd met het afgekoelde water dat uit het verwarmingscircuit terugstroomt. Het water dat zo al naargelang de behoefte op temperatuur wordt gebracht, wordt met de CV-pomp naar het verwarmingscircuit gebracht. De regeling past via de mengklep de de aanvoertemperatuur van het verwarmingscircuit aan de verschillende omstandigheden aan, bijv. aan een gewijzigde buitentemperatuur. Nachtverlaging Zie Verlaagde stookwerking. Normale stookwerking Gedurende de tijd dat u overdag thuis bent, verwarmt u uw ruimtes met de normale stookwerking. De periodes legt u vast met het tijdprogramma voor de ruimteverwarming. Gedurende die periodes worden uw ruimtes met de normale ruimtetemperatuur verwarmd. Normale ruimtetemperatuur Voor de tijd dat u overdag thuis bent, stelt u de normale ruimtetemperatuur in (zie pagina 17). 47

48 Appendix Begripsverklaringen (vervolg) Open werking De verbrandingslucht wordt aangezogen uit de ruimte waarin de verwarmingsketel staat. Gesloten werking De verbrandingslucht wordt van buiten het gebouw aangezogen. Verlaagde stookwerking Gedurende de tijd dat u afwezig bent of tijdens de nacht verwarmt u uw ruimtes met verlaagde stookwerking (verlaging). De periodes legt u vast met het tijdprogramma voor de ruimteverwarming. Gedurende die periodes worden uw ruimtes met de verlaagde ruimtetemperatuur verwarmd. Verlaagde ruimtetemperatuur Gedurende de tijd dat u afwezig bent of tijdens de nacht stelt u de verlaagde ruimtetemperatuur in (zie pagina 17). Zie ook Verlaagde stookwerking. Veiligheidsklep Veiligheidsinrichting die door uw verwarmingsfirma in de koudwaterleiding moet worden gemonteerd. De veiligheidsklep opent automatisch, opdat de druk in de warmwaterboiler niet te hoog wordt. De zonnecircuitpomp brengt het afgekoelde warmtedragermedium uit de warmtewisselaar van de warmwaterboiler naar de collectoren. Gewenste temperatuur Ingestelde temperatuur die moet worden bereikt; bijv. gewenste warmwatertemperatuur. Zomerbedrijf Werkingsprogramma Alleen warm water. In de warmere tijd van het jaar, d.w.z. als de ruimtes niet moeten worden verwarmd, kunt u de stookwerking uitschakelen. De verwarmingsketel blijft in werking voor de warmwaterbereiding. Boilerlaadpomp Circulatiepomp voor de opwarming van tapwater in de warmwaterboiler. Tapwaterfilter Toestel dat de vaste stoffen aan het tapwater onttrekt. De tapwaterfilter in in de koudwaterleiding voor de ingang naar de warmwaterboiler of het verwarmingswaterdoorstroomelement gemonteerd. Zonnecircuitpomp In combinatie met solarinstallaties. 48

49 Appendix Begripsverklaringen (vervolg) Weersafhankelijke werking Bij een weersafhankelijke werking wordt de verwarmingsaanvoertemperatuur afhankelijk van de buitentemperatuur geregeld. Daardoor wordt niet meer warmte geproduceerd dan nodig is om de ruimtes met de door u ingestelde gewenste ruimtetemperatuur te verwarmen. De buitentemperatuur wordt door een sensor die buiten het gebouw is aangebracht, geregistreerd en aan de regeling doorgegeven. Circulatiepomp De circulatiepomp pompt het warme water in een ringleiding tussen warmwaterboiler en tappunten (bijv. kraan). Op die manier kunt u op de aftappunten zo snel mogelijk warm water tappen. 49

50 Index Index A Afstandsbediening...9, 37 Alleen verwarmen...26 B Basisinstelling...29 Basismenu 12 Bediening...10 Handelingsinstructies...12 Informatie opvragen...30 Menustructuur...41 Bediening...9, 11 Bedieningselementen...9 Menu...10 Verloop...11 Bedieningseenheid...9 Bedieningselementen...9 Bedrijfstoestanden opvragen...30 Bedrijfsuren terugzetten...31 Beëindigen Comfortfunctie...21 Spaarwerking...22 Vakantieprogramma...22 Warmwaterbereiding...26 Begripsverklaringen...44 Boilerlaadpomp...48 Branderstarts terugzetten...31 Brandstofverbruik terugzetten...31 Buitenbedrijfstelling...15 C Circulatiepomp 49 Tijdfase wissen...26 Tijdprogramma...25 Comfortfunctie beëindigen...21 kiezen...21 Contrast instellen...27 CV-pomp...47 D Dagbedrijf...47 Dagtemperatuur (normale ruimtetemperatuur)...6 Datum...6, 15, 28 Dialoogregel...12 Displayverlichting...27 Drukindicatie...14 E Eerste inbedrijfstelling...6 Eerste of bijzondere inspectie...6 Eerste of Bijzondere inspectie...6 Energiespaarfunctie kiezen...21 Spaarwerking...21 Spaarwerking beëindigen...22 Vakantieprogramma...22 Vakantieprogramma beëindigen...22 Energie sparen Spaarwerking...21 Tips...7 Vakantieprogramma...21 Externe bijschakeling...37 Extern programma...38 F Fabrieksinstelling...6 Filter...48 G Geen warm water...36 Gegevens terugzetten...31 Gesloten werking...48 Gewenste temperatuur...48 H Heet water...37 Helderheid instellen...27 Help...9 Hoe bedienen

51 Index Index (vervolg) I Inbedrijfstelling...6, 14 Informatie opvragen...30 Zonnesysteem...30 Inschakelen Comfortfunctie...21 Energiespaarfunctie...21 Ruimteverwarming...16 Uitschakelwerking...15, 20 Verwarmingsinstallatie...14 Vorstbewaking...15 Warmwaterbereiding...23 Zomerwerking...20 Inspectie...39 Installateur-testfunctie...34 Instandhouding...39 Instellingen voor ruimteverwarming...16 voor warmwaterbereiding...23 Instelling van de fabriek weer herstellen...29 K Koude ruimtes...35 M Manometer...14 Mengklep...47 Menu Basismenu...10 Help...9 Structuur...41 Uitgebreid menu...11 Waar bedienen...10 Menustructuur Basismenu...41 Uitgebreid menu...42 N Naam voor den verwarmingscircuits..27 Nachttemperatuur (verlaagde ruimtetemperatuur)...6 Nachtverlaging...47 Netschakelaar...14, 15 Niveau...19, 45 normale ruimtetemperatuur...17 Normale ruimtetemperatuur (dagtemperatuur)...6 normale stookwerking...17, 47 Normale stookwerking...6 O Onderhoud 37, 39 ë...37 Onderhoudscontract...39 Onderhoudsmelding accepteren...31 oproepen (geaccepteerd)...32 opvragen...31 Open werking...48 Opvraging Bedrijfstoestanden...30 Informatie...30 Onderhoudsmelding...31 Storingsmelding...32 Temperaturen...30 Zonnesysteem...30 P Partywerking...21 Pomp Boiler...48 Circulatie...49 Verwarmingscircuit...47 Pompe Zonnecircuit...48 Programma's instellen voor circulatiepomp...25 voor ruimteverwarming...18 voor warmwaterbereiding...24 R Reiniging...39 Reinigingstips...39 Reset

52 Index Index (vervolg) Ruimtes te koud...35 Ruimtes te warm...36 Ruimtetemperatuur instellen...17 instellen voor werking overdag...17 normale...47 verlaagde...48 voor nachtverlaging...17 voor normale stookwerking...17 voor verlaagde stookwerking...17 Ruimteverwarming Fabrieksinstelling...6 Inschakelen...16, 23 Ruimtetemperatuur...17 Tijdfase wissen...19 Tijdprogramma...18 uitschakelen...20 Vereiste instellingen...16 Verwarmingscircuit kiezen...16 Werkingsprogramma...17 S Screen saver...11 Spaarwerking beëindigen...22 Sparwerking...21 Steilheid...19, 45 Stookgedrag van de verwarmingsketel wijzigen...19 Stooklijn instellen...19 Verklaring...45 Stookwerking instellen...17 normale...17, 47 verlaagde...17, 48 Storing 37 ã...37 Branderautomaat...35 Storingen verhelpen...35 Storingindicatie...14 Storingsmelding accepteren...32 oproepen (geaccepteerd)...33 opvragen...32 Stroomuitval...7 T Taal instellen...28 Tapwaterfilter...48 Temperatuur Gewenste temperatuur...48 normale ruimtetemperatuur...17 opvragen...30 Ruimtetemperatuur...17 verlaagde ruimtetemperatuur...17 Warmwater...23 Werkelijke temperatuur...47 Temperatuureenheid...28 Testfunctie...34 Tijd...6, 15, 28 Circulatiepomp...25 Verwarmingstijden...18 Warmwaterbereiding...24 Tijdfase Circulatiepomp, wissen...26 Ruimteverwarming, instellen...18 Ruimteverwarming, wissen...19 Warmwaterbereiding, instellen...24 Warmwaterbereiding, wissen...25 Warmwaterbereiding circulatiepomp, instellen...25 Tijdprogramma Ruimteverwarming, instellen...18 voor circulatiepomp...6 voor ruimteverwarming...6 voor warmwaterbereiding...6 Warmwaterbereiding, instellen...24 Warmwaterbereiding circulatiepomp, instellen...25 Toestel inschakelen...14 Toetsen

53 Index Index (vervolg) U Uitbreidingsset...45 Uitgebreid menu Bediening...11 Informatie opvragen...30 Menustructuur...42 Uitschakelen Comfortfunctie...21 Ruimteverwarming...20 Spaarwerking...22 Vakantieprogramma...22 Verwarmingsinstallatie met vorstbewaking...15 Verwarmingsinstallatie zonder vorstbewaking...15 Warmwaterbereiding...26 Uitschakelen van de verwarmingsinstallatie...15 Uitschakelwerking...15, 20, 26, 44 V Vakantie...22 Vakantieprogramma...22 afbreken...22 wissen...22 Veiligheidsklep...48 Verdere instellingen...28 verlaagde ruimtetemperatuur...17, 48 Verlaagde ruimtetemperatuur (nachtverlaging)...6 verlaagde stookwerking...48 Verlaagde stookwerking...6 Verlaging...44, 48 Verloop...11 Verwarmen zonder warmwaterbereiding...26 Verwarmen en warm water...6 Verwarmingscircuit...47 Verwarmingscircuit kiezen...16 Verwarmingscircuit met mengklep...45 Verwarmingscircuitopschrift...27 Verwarmingsinstallatie inschakelen...14 uitschakelen...15 Verwarmingstijden...18 Voorinstelling in de fabriek...6 Vorstbescherming...6, 20, 26 Fabrieksinstelling...6 Vorstbewaking...15 W Waar bedienen...9 Warme ruimtes...36 Warmwaterbereiding 6 Fabrieksinstelling...6 Tijdprogramma...24 Tijdprogramma circulatiepomp...25 uitschakelen...26 Vereiste instellingen...23 Warmwatertemperatuur...23 Werkingsprogramma...23 Warmwaterbereiding buiten het tijdprogramma...25 Warmwatertemperatuur instellen...23 Water te heet...37 Water te koud...36 Weersafhankelijke werking...49 Werkelijke temperatuur...47 Werkelijke temperatuur opvragen...30 Werkingsindicatie...14 Werkingsmodus...45 Werkingsprogramma 44 Alleen warm water...48 voor ruimteverwarming...17 Warmwaterbereiding...23 Winter-/zomertijdomschakeling...6 Winterbedrijf...44 Wintertijdomschakeling...6 Woordenlijst...44 Z Zomerbedrijf...44, 48 Zomertijdomschakeling

54 Index Index (vervolg) Zomerwerking...20 Zonnecircuitpomp...48 Zonnesysteem Informatie opvragen

55 55

56 Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier Uw contactpersoon Voor vragen over uw installatie of onderhouds- en reparatiewerkzaamheden kunt u contact opnemen met uw installateur. 56 Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info@viessmann.nl Technische wijzigingen voorbehouden.