Bedieningshandleiding voor de exploitant van de installatie VITOTRONIC 200-H

Transcriptie

1 Bedieningshandleiding voor de exploitant van de installatie Vitotronic 200-H Type HK1M Weersafhankelijke, digitale verwarmingscircuitregeling VITOTRONIC 200-H 2/2007 Opbergen a.u.b.!

2 Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Deze veiligheidsaanwijzingen nauwkeurig opvolgen om lichamelijk letsel en materiële schade te voorkomen. Toelichting bij de veiligheidsaanwijzingen Gevaar Dit symbool waarschuwt voor lichamelijk letsel.! Let op Dit symbool waarschuwt voor materiële schade en milieuschade. Aanwijzing Informatie met het woord aanwijzing bevat aanvullende gegevens. Doelgroep Deze handleiding is gericht aan de gebruiker van de verwarmingsinstallatie. Gevaar Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan de installatie kunnen levensbedreigende ongevallen veroorzaken. Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door installateurs worden uitgevoerd die door de verantwoordelijke gasleverancier geautoriseerd zijn. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. Wat te doen bij een gaslucht Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken die ernstige verwondingen tot gevolg kunnen hebben. Niet roken! Open vuur en vonkvorming vermijden. Nooit schakelaars van verlichting en elektrische toestellen bedienen. Ramen en deuren openzetten. Gasafsluitkraan sluiten. Personen verwijderen uit de gevarenzone. Veiligheidsinstructies van de gasmaatschappij op de gasmeter respecteren. Installatiebedrijf buiten het gebouw waarschuwen. Wat te doen bij rookgasgeur Gevaar Rookgassen kunnen levensbedreigende vergiftigingen veroorzaken. Verwarmingsinstallatie uitschakelen. Opstelruimte ventileren. Deuren die toegang geven tot woonverblijven sluiten. 2

3 Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid (vervolg) Wat te doen bij brand Gevaar Bij vuur bestaat gevaar voor verbranding en explosie. Verwarmingsinstallatie uitschakelen. Afsluitkleppen in de brandstofleidingen sluiten. Gebruik een gecontroleerde brandblusser van brandklasse ABC. Eisen die aan de stookruimte worden gesteld! Let op Ontoelaatbare omgevingsvoorwaarden kunnen schade aan de CV installatie veroorzaken en een veilige werking in gevaar brengen. Omgevingstemperaturen hoger dan 0 ºC en lager dan 35 ºC garanderen. Vermijd luchtverontreiniging door halogeenkoolwaterstoffen (bijv. in spuitbussen, verven, oplosmiddelen en reinigingsproducten) evenals buitensporige stofvorming (b ijv. door slijpwerkzaamheden). Een aanhoudend hoge luchtvochtigheid (b ijv. door permanent drogen van wasgoed) vermijden. Aanwezige ventilatieopeningen niet afsluiten. Extra componenten, reserveonderdelen en slijtende onderdelen! Let op Componenten die niet samen met de verwarmingsinstallatie zijn gekeurd, kunnen schade veroorzaken aan de verwarmingsinstallatie of de werking hiervan nadelig beïnvloeden. Montage of vervanging uitsluitend door het installatiebedrijf laten uitvoeren. 3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Eerst informeren Eerste inbedrijfstelling Uw regeling is reeds ingesteld Waar bedienen? Overzicht van de indicators en de bedieningselementen Functies Symbolen in het indicatievenster In- en uitschakelen Regeling inschakelen Regeling uitschakelen Het verwarmingscircuit inschakelen Het verwarmingscircuit uitschakelen Kamertemperatuur instellen Kamertemperatuur continu instellen Normale kamertemperatuur instellen Verlaagde kamertemperatuur instellen Schakeltijden instellen (tijdprogramma) Overige instellingen Tijd en datum Verwarmingsgedrag wijzigen Inclinatie en niveau wijzigen Voor de technisch geïnteresseerde exploitant van de installatie Basisinstelling weer herstellen Mogelijke opvragingen Temperaturen opvragen Tijdprogramma opvragen Storingsindicatie opvragen Wat te doen? De kamers zijn te koud De kamers zijn te warm Het storingssymbool " knippert op het display Onderhoud Reiniging Inspectie en onderhoud Tips voor energiebesparing Trefwoordenregister

5 Eerst informeren Eerste inbedrijfstelling De eerste inbedrijfstelling en het aanpassen van de regeling aan de plaatselijke en bouwkundige situatie moeten worden uitgevoerd door uw verwarmingsinstallateur. Uw regeling is reeds ingesteld De regeling is al in de fabriek ingesteld: Tussen 6.00 en uur vindt ruimteverwarming plaats met normale kamertemperatuur Tussen en 6.00 uur vindt ruimteverwarming met verlaagde kamertemperatuur plaats (op 3 ºC, bescherming tegen bevriezen, ingesteld) Weekdag en tijd (MEZ), De omschakeling tussen winter- en zomeruur vindt automatisch plaats De fabrieksmatige basisinstelling kunt u naar wens wijzigen. Aanwijzing Bij stroomuitval blijven alle gegevens behouden. 5

6 Waar bedienen? Overzicht van de indicators en bedieningselementen Alle instellingen aan uw verwarmingsinstallatie kunt u centraal aan de regeling uitvoeren. Als een afstandsbediening Vitotrol 200 aan de regeling aangesloten is, kunt u een aantal instellingen ook aan de afstandsbediening uitvoeren. Functies Afzonderlijke handleiding A B ºC OK C A Bedieninsgveld A Tijdprogramma ruimteverwarming (pagina 11) E Verlaagde kamertemperatuur (pagina 10) J Niveau van de stooklijn (pagina 14) I Inclinatie van de stooklijn (pagina 14) D Uur/datum (pagina 13) 6 r Verwarmen Alleen voor servicedoeleinden K Uitschakelwerking a/b Waarde instelling d Bevestiging c e Informatie (pagina 17) Basisinstelling (pagina 17) B Draaiknop voor Normale kamertemperatuur" (pagina 10) C Netschakelaar (zie pagina 8)

7 Overzicht van de indicators en de bedieningselementen (vervolg) Symbolen in het indicatievenster Waar bedienen? De symbolen verschijnen niet continu, maar zijn afhankelijk van de installatie uitvoering en van de bedrijfstoestand. Knipperende waarden in het indicatievenster wijzen erop dat wijzigingen kunnen worden aangebracht. geeft de actuele weekdag aan (1 tot 7) s bij kamerverwarming met normale kamertemperatuur m bij kamerverwarming met verlaagde kamertemperatuur ºC Eenheid van de temperatuurwaarden U Storingmelding h Eenheid van de tijdindicatie u Tijdprogramma Periodes 1 tot 4 Begin van de periode Einde van de periode r Kamerverwarming vindt plaats rp Verwarmingscircuitpomp loopt Q Radioklokontvangst (alleen met radioklokontvanger, accessoire) 7

8 In- en uitschakelen Regeling inschakelen 1. Schakel de netspanning in, b ijv. met de aparte zekering of een hoofdschakelaar. 2. Schakel de netschakelaar in (zie pagina 6); na korte tijd verschijnt op het schermpje de aanvoertemperatuur. Uw regeling en indien voorhanden ook de afstandsbediening zijn nu bedrijfsklaar. Regeling uitschakelen Als u het verwarmingscircuit tijdelijk niet wilt gebruiken, b ijv. in de zomervakantie, schakelt u het verwarmingscircuit op Uitschakelwerking" K (zie pagina 9). Aanwijzing De verwarmingscircuitpomp wordt automatisch om de 24 uur kort ingeschakeld zodat hij niet vast komt te zitten. Als u het verwarmingscircuit niet wilt gebruiken, dient u de regeling uit te schakelen. 8 Schakel de netschakelaar (zie pagina 6) uit. Er is geen bescherming tegen vorst van het verwarmingscircuit. Aanwijzingen De instellingen van de regeling blijven behouden. Als de regeling aan meerdere ketelen CV circuitregelingen of aan Vitocom 300 aangesloten is, volgt er hierop een storingsmelding.

9 In- en uitschakelen Het verwarmingscircuit inschakelen Druk op de toets r voor Verwarmen". Er vindt kamerverwarming plaats met normale of verlaagde kamertemperatuur (bescherming tegen vorst) volgens het ingestelde tijdprogramma. Basisinstelling: van 6.00 tot uur normale kamertemperatuur, anders verlaagde kamertemperatuur. Bescherming tegen bevriezen van het verwarmingscircuit is actief. Het verwarmingscircuit uitschakelen Druk op de toets K voor Uitschakelwerking". Voor het verwarmingscircuit volgt geen kamerverwarming. Bescherming tegen bevriezen van het verwarmingscircuit is actief. Aanwijzing De CV pomp wordt automatisch om de 24 uur kort ingeschakeld zodat hij niet vast komt te zitten. 9

10 Kamertemperatuur instellen Kamertemperatuur continu instellen Als warmwaterbereiding moet plaatsvinden, moeten de volgende punten in acht worden genomen. 1. Voor het verwarmingscircuit moet Verwarmen" r ingesteld zijn. 2. Voor het verwarmingscircuit kunt u met de draaiknop ts" de normale kamertemperatuur (voor de dag) en met de toets E de verlaagde kamertemperatuur (voor de nacht) instellen (zie hieronder). 3. Wanneer voor uw verwarmingscircuit ruimteverwarming met normale of gereduceerde kamertemperatuur plaatsvindt, hangt van de instelling van het tijdprogramma (4 mogelijke periodes) voor de betreffende dag af. Wanneer geen periodes zijn ingesteld, volgt de gehele dag kamerverwarming met verlaagde kamertemperatuur. Als een of meerdere periodes zijn ingesteld, volgt gedurende deze tijd kamerverwarming met normale kamertemperatuur. Zie pagina 11, als u het tijdprogramma wilt wijzigen. Normale kamertemperatuur instellen ºC Stel met de draaiknop ts" de gewenste temperatuurwaarde voor de normale kamertemperatuur in. Verlaagde kamertemperatuur instellen Druk op de volgende knoppen: 1. E voor verlaagde kamertemperatuur; de tot dan ingestelde temperatuurwaarde knippert. 10 ºC 2. a/b voor gewenste temperatuurwaarde. 3. d ter bevestiging; de temperatuurwaarde knippert niet meer en is opgeslagen.

11 Kamertemperatuur continu instellen (vervolg) Tijdprogramma instellen (schakeltijden) Kamertemperatuur instellen Bij de kamerverwarming kan maximaal viermaal per dag tussen normale en verlaagde kamertemperatuur worden gewisseld (4 periodes). Vanuit de fabriek is voor alle weekdagen de periode 1 van 6.00 tot uur ingesteld, d.w.z. in deze tijd worden uw vertrekken met normale kamertemperatuur verwarmd. U kunt tijdprogramma s voor alle weekdagen hetzelfde of voor elke weekdag apart instellen. Hou bij het instellen van de tijdprogramma s rekening met het feit dat uw verwarmingsinstallatie een poosje nodig heeft om de vertrekken op de gewenste temperatuur te verwarmen. Handelingen voor de instelling van het tijdprogramma zie pagina 11. Handelingen voor het wissen van een periode zie pagina 12. Druk op de volgende knoppen: 1. A voor tijdprogramm. Aanwijzing Als u de instellingen voor het tijdprogramma voortijdig wilt afbreken, opnieuw de toets A indrukken. 2. a/b tot onder alle weekdagen (1 tot 7) de pijlen knipperen als u voor alle weekdagen dezelfde periode wilt instellen weekdag knippert, als u voor de aangegeven weekdag andere periodes wilt instellen. Aanwijzing Als voor diverse weekdagen aparte periodes ingesteld zijn en u weer voor alle weekdagen dezelfde periodes wilt instellen, drukt u op de toets d, als de pijl onder alle weekdagen knippert. Alle periodes worden in de toestand bij levering gezet. of een pijl onder de gewenste 11

12 Kamertemperatuur instellen Kamertemperatuur continu instellen (vervolg) 3. d ter bevestiging; periode 1" verschijnt. Aanwijzing Als u een periode wilt overslaan, drukt u op de toets a. 4. d ter bevestiging; het beginpunt van de periode knippert. 6. d ter bevestiging; het eindtijdstip van de periode knippert. 7. a/b voor eindpunt van de periode. 8 d als bevestiging; de volgende periode verschijnt. 5. a/b voor startpunt van de periode. 9. Voor het instellen van begin en einde van de periodes 2 tot 4 te werk gaan zoals beschreven in stap 5 tot 8. Als u een periode wilt wissen, drukt u op de volgende toetsen: 1. A voor tijdprogramma. 2. d tot het eindtijdstip van de te wissen periode knippert. 3. b tot voor het eindtijdstip de indicatie - -:- -"verschijnt. 4. d ter bevestiging, tot de weergave van de aanvoertemperatuur verschijnt. 12

13 Overige instellingen Tijd en datum Uur en datum zijn vanuit de fabriek ingesteld en kunnen handmatig veranderd worden. Druk op de volgende knoppen: 1. D voor de tijd. 2. a/b voor de gewenste tijd. 5. d ter bevestiging; de maand knippert. 6. a/b voor de gewenste maand. 3. d ter bevestiging; het jaar knippert. 4. a/b voor het gewenste jaar d ter bevestiging; de dag knippert. 8. a/b voor de gewenste dag. 9. d ter bevestiging. 13

14 Overige instellingen Verwarmingsgedrag wijzigen U kunt het stookgedrag wijzigen als de kamertemperatuur gedurende een langere periode niet aan uw wensen voldoet. U beïnvloedt het stookgedrag door de inclinatie en het niveau van de stooklijn te wijzigen. Meer informatie over de stooklijn vindt u op pagina 16. Volg het gewijzigde stookgedrag gedurende meerdere dagen (zo mogelijk een grote weersverandering afwachten), voordat u de instellingen weer wijzigt. Kortstondige wijzigingen van de kamertemperatuur activeert u met de draaiknop ts" of met de knop E (zie pagina 10). Inclinatie en niveau wijzigen Als ondersteuning voor de instelling gebruikt u de tabel op pagina 15. Druk op de volgende knoppen: 1. I voor de inclinatie Aanwijzing Een te hoge of te lage instelling van inclinatie of niveau veroorzaakt geen schade aan uw verwarmingscircuit. J of voor het niveau. 2. a/b voor gewenste waarde. 3. d ter bevestiging. 14

15 Overige instellingen Verwarmingsgedrag wijzigen (vervolg) Stookgedrag Maatregel Voorbeeld De woonruimte is in het koude seizoen te koud Stel de inclinatie van de stooklijn in op de eerstvolgende hogere waarde (b ijv. 1,5) De woonruimte is in het koude seizoen te warm De woonruimte is in het overgangsseizoen en in het koude seizoen te koud De woonruimte is in het overgangsseizoen en in het koude seizoen te warm De woonruimte is in het overgangsseizoen te koud, in het koude seizoen echter warm ge- noeg Stel de inclinatie van de stooklijn op de eerstvolgende lagere waarde (b ijv. 1,3) in Stel de inclinatie van de stooklijn op een hogere waarde (bijv. +3 K) in Stel het niveau van de stooklijn op een lagere waarde (bijv. 3 K) in Stel de inclinatie van de stooklijn op de eerstvolgende lagere waarde (b ijv. 1,3) in het niveau op een hogere waarde (b ijv. +3 K) De woonruimte is in het overgangsseizoen te warm, in het koude seizoen echter warm ge- noeg Stel de inclinatie van de stooklijn in op de eerstvolgende hogere waarde (b ijv. 1,5), het niveau op een lagere waarde (bijv. 3 K) in

16 Overige instellingen Verwarmingsgedrag wijzigen (vervolg) Voor de technisch geïnteresseerde exploitant van de installatie Stooklijnen geven het verband aan tussen de buitentemperatuur en de aanvoertemperatuur. Eenvoudiger gezegd: des te lager de buitentemperatuur, des te hoger de aanvoertemperatuur. De getoonde stooklijnen gelden bij de volgende instellingen: Niveau van de verwarmingslijn = 0 Bij andere instelling van het niveau worden de lijnen parallel in verticale richting verschoven. Normale kamertemperatuur = ca. 20 ºC Bij levering is de inclinatie = 1,4 en het niveau = 0 ingesteld. Inclinatie Ketelwater resp. Aanvoertemperatuur in C ,4 3,2 3,0 2,8 2,6 2,4 2,2 2,0 1,8 1,6 1,4 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 C B A Buitentemperatuur in C A Vloerverwarming B Lagetemperatuur installatie C Verwarmingsinstallatie met ketelwatertemperatuur boven 75 ºC 16 Voorbeelden Goed geïsoleerd huis in beschermde omgeving (bij radiatorverwarming): Inclinatie = 1,2 Vrijstaand huis of met oude verwarmingsinstallatie (bij radiatorverwarming): Inclinatie = 1,6

17 Basisinstelling weer herstellen Verdere instellingen/opvraagmogelijkheden U heeft de mogelijkheid alle veranderde waarden tegelijkertijd op de fabrieksbasisinstelling terug te zetten. Druk daarvoor op de toets e. Temperaturen opvragen Afhankelijk van de aangesloten componenten en instellingen kunt u de actuele temperaturen en bedrijfstoestanden opvragen Deelnemernummer, in verband met verdere regelingen 1 18 ºC Buitentemperatuur 6 35 ºC Retourtemperatuur, indien sensor voorhanden 7 39 ºC Aanvoertemperatuur d 21 ºC Retourtemperatuur, indien afstandsbediening Vitotrol voorhanden 16 : 35 u Tijd 2005 Jaar : 12 Maand 23 : Dag Druk op de volgende knoppen: 1. d voor opvraging. 2. a/b voor verdere opvragingen van de lijst. ºC 3. d voor beëindiging van de opvraging. Tijdprogramma opvragen Ga te werk op de manier zoals beschreven op pagina 11, echter zonder a of b in te drukken. 17

18 Mogelijke opvragingen Storingsindicatie opvragen A BC OK A Storingsnummer B Storingscode C Storingssymbool Als zich een storing voordoet in uw installatie, wordt dit in het schermpje door het knipperen van het storingssymbool getoond. U kunt de storingscode zelf aflezen in het schermpje. Laat de verwarmingsfirma weten welke code wordt getoond. Daarmee zorgt u dat de verwarmings technieker beter is voorbereid en bespaart u op eventuele extra voorrijkosten. Druk op de volgende toetsen: 1. a/ b voor verdere storingscodes. 2. d voor Bevestigen" van alle storingsmeldingen. Om bevestigde storingsmeldingen opnieuw op te roepen drukt u op de volgende toetsen: 1. d ca. 2 s. 2. a/ b voor bevestigde storing. Aanwijzing Als de storing niet verholpen wordt, verschijnt om 7.00 uur de volgende dag de storingsmelding opnieuw. 18

19 Wat te doen? De kamers zijn te koud Oorzaak Regeling is uitgeschakeld Regeling is verkeerd ingesteld Storing van de regeling: Storingssymbool U" in het schermpjeknippert Mengklep kan door een primerende regeling Dicht" zijn gestuurd Mengklepmotor defect Oplossing Schakel de netschakelaar in (zie pagina 8) Schakel de hoofdschakelaar, indien voorhanden (buiten stookruimte) in Controleer de zekering in de zekeringenkast (huiszekering) Controleer en corrigeer evt. de instellingen: verwarmingscircuit moet ingeschakeld zijn (zie pagina 9) Kamertemperatuur (zie pagina 10) Tijd en datum (zie pagina 13) Verwarmingsgedrag (zie pagina 14) Vraag naar de soort storing (zie pagina 18) en verwittig uw verwarmingsfirma Wacht tot de mengklep weer op Open" wordt gestuurd Trek de motorhendel A eruit en stel de mengklephendel B met de hand in. Verwittig uw verwarmingsfirma. A B 19

20 Wat te doen? De kamers zijn te warm Oorzaak Regeling is verkeerd ingesteld Storing op de regeling of buitentemperatuursensor defect: Storingssymbool U"in het schermpje knippert Mengklepmotor defect Oplossing Controleer en corrigeer evt. de instellingen: Kamertemperatuur (zie pagina 10) Tijd (zie pagina 13) Verwarmingsgedrag (zie pagina 14) Vraag de soort storing op (zie pagina 18) en verwittig uw verwarmingsfirma Zie pagina 19 Storingssymbool U" knippert op het display Oorzaak Storing aan de regeling Oplossing Vraag naar de soort storing op (zie pagina 18) en verwittig uw verwarmingsfirma Aanwijzing! Als de storing niet verholpen wordt, verschijnt om 7.00 uur de volgende dag de storingsmelding opnieuw. 20

21 Onderhoud/Tips om zuinig te verwarmen Reiniging De apparaten kunnen met een gebruikelijk huishoudelijk reinigingsproduct worden schoongemaakt. Inspectie en onderhoud De inspectie en het onderhoud van een verwarmingsinstallatie is door de energiebesparingsverordening voorgeschreven. Het regelmatige onderhoud garandeert een storingvrije, energiebesparende en milieuvriendelijke verwarming. U kunt hiervoor het beste een inspectie en onderhoudscontract met uw verwarmingsinstallateur afsluiten. Tips voor energiebesparing U kunt met de volgende maatregelen bovendien energie besparen: A B D C Goed ventileren. Vensters A kort geheel openen en daarbij de thermostaatknoppen B sluiten. Niet teveel verwarmen, zorg voor een kamertemperatuur van 20 ºC, elke graad kamertemperatuur minder spaart maximaal 6 % verwarmingskosten. Rolluiken (indien aanwezig) van de ramen sluiten zodra het donker wordt. Thermostaatknoppen B correct instellen. Radiatoren C en thermostaatknoppen B niet dichtdraaien. Instelmogelijkheden van de regeling D gebruiken, b v. normale kamertemperatuur afwisselend met verlaagde kamertemperatuur. 21

22 Trefwoordenregister Trefwoordenregister A Aanwijzingen voor de veiligheid Afstandsbediening B Basisinstelling , 6 Bedieningseenheid Bedieningselementen Buitengebruikstelling D Dag van de week Dagtemperatuur Datum wijzigen , 13 E Eerste inbedrijfstelling Energie besparen Energie besparen F Fabrieksinstelling , 6, 17 Fouten (storingen) G Gasafsluitkraan Gaslucht Geldigheidsaanwijzing Gevaar I Inbedrijfstelling , 8, 9 Inbedrijfstelling, opnieuw Inclinatie van de stooklijn wijzigen.. 14 Indicators Individueel tijdsprogramma s Ingestelde verwarmingstijden wijzigen Inspectie K Kamertemperatuur wijzigen N Nachttemperatuur Netschakelaar , 8 Niveau van de stooklijn wijzigen.. 14 Normale kamertemperatuur (dagtemperatuur) , 6, 10 O Onderhoud Onderhoudscontract Opvragen van temperaturen en bedrijfstoestanden P Periodes wissen Programma instellen R Reële temperaturen opvragen Regeling inschakelen Regeling uitschakelen Reiniging, aanwijzingen Rookgaslucht

23 Trefwoordenregister Trefwoordenregister (vervolg) S Schakeltijden Standaardwerking (basisinstelling) 6 Stookgedrag Stooklijn , 14 Stookruimte Storingen oplossen Storingindicator Storingsmeldingen (Wat te doen?) Storingsmeldingen accepteren Storingsmeldingen opvragen Symbolen in het indicatievenster... 7 T Temperaturen instellen Temperaturen opvragen Tijdprogramma opvragen Tijdprogramma voor de ruimte verwarming , 11 Toestel inschakelen Toestel uitschakelen V Veiligheidsaanwijzingen Verlaagde kamertemperatuur (nachttemperatuur) , 6, 10 Verwarmen , 9 Verwarmingscircuit inschakelen Verwarmingscircuit uitschakelen Verwarmingstijden wijzigen Voorinstelling aan de regeling Vorstbescherming , 9 W Waar bedienen? Wat te doen? Werkzaamheden aan het toestel Winterbedrijf ("Verwarmen") Z Zomerfunctie U Uitschakelbedrijf , 9 Uitschakelen , 9 Uur wijzigen , 13 V 23

24 Geldigheidsaanwijzing Vitotronic 200-H, type HK1M Bestelnummer Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier Uw contactpersoon Voor vragen of onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan uw verwarmingsinstallatie neemt u best contact op met uw verwarmingsfirma. Verwarmingsfirma s in uw buurt vindt u bijv. onderwww.viessmann.com op internet. Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel.: Fax: e mail: info@viessmann.nl Technische wijzigingen voorbehouden! 24