Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VITOTRONIC 100. Verwarmingsinstallatie met digitale ketelcircuitregeling. Bewaren a.u.b.!

Transcriptie

1 Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie Verwarmingsinstallatie met digitale ketelcircuitregeling VITOTRONIC 100 2/2007 Bewaren a.u.b.!

2 Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Gelieve deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op te volgen om lichamelijk letsel en materiële schade te voorkomen. Toelichting op de veiligheidsvoorschriften Gevaar Dit symbool waarschuwt voor lichamelijk letsel.! Opgelet Dit symbool waarschuwt voor materiële- schade en milieuschade. Opmerking Informatie met het woord Opmerking bevat extra informatie. Doelgroep Deze bedieningshandleiding is bedoeld voor de bedieners van de verwarmingsinstallatie. Gevaar Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan de verwarmingsinstallatie kunnen tot levensgevaarlijke ongevallen leiden. Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen uitsluitend door bevoegde installateurs worden uitgevoerd. Wat te doen bij een gasgeur Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. Niet roken! Open vuur en vonkvorming vermijden. Druk nooit op schakelaars van verlichting en elektrische toestellen. Ramen en deuren openen. Gasafsluitkraan sluiten. Personen uit de gevarenzone verwijderen. Veiligheidsbepalingen van het gasbedrijf aan de gasteller in acht nemen. Installatiebedrijf van buiten het gebouw informeren. Wat te doen bij een rookgaslucht Gevaar Rookgas kan levensbedreigende vergiftiging veroorzaken. Verwarmingsinstallatie uitschakelen. Installatieruimte ventileren. Deuren van woonverblijven sluiten. Elektrotechnische werkzaamheden mogen alleen door bevoegde elektromonteurs worden uitgevoerd. 2

3 Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid (vervolg) Wat te doen bij brand Gevaar Bij brand bestaat gevaar voor verbranding en explosie. Verwarmingsinstallatie uitschakelen. Afsluitkleppen in de brandstofleidingen sluiten. Gebruik een gekeurde brandblusser van de brandklasse ABC. Voorwaarden voor de verwarmingsruimte Extra componenten, reserveonderdelen en slijtende onderdelen! Opgelet Componenten die niet met de verwarmingsinstallatie zijn gekeurd, kunnen leiden tot schade aan de verwarmingsinstallatieof de goede werking belemmeren. Montage resp. vervanging uitsluitend door het installatiebedrijf laten uitvoeren.! Opgelet Ontoelaatbare omgevingsvoorwaarden kunnen schade aan de verwarmingsinstallatie veroorzaken en een veilige werking belemmeren. Omgevingstemperaturen van meer dan 0 ºC en kleiner dan 35 C garanderen. Geen luchtverontreiniging door halogeenkoolwaterstoffen (deze bevinden zich b ijv. in verven, oplosmiddelen en reinigingsproducten) en buitengewone stofneerslag (b ijv. door slijpwerkzaamheden) vermijden. Permanent hoge luchtvochtigheid (b ijv. door het permanent laten drogen van de was) vermijden. Voorhanden luchttoevoeropeningen niet afsluiten. 3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Eerst informeren Eerste inbedrijfstelling Productinformatie Uw verwarmingsinstallatie is reeds ingesteld Waar u bedient Overzicht van de bedieningselementen en indicatoren Regeling openen Functies Symbolen in het display In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie inschakelen Verwarmingsinstallatie uitschakelen Verwarmen en warmwaterbereiding inschakelen Verwarmen en warmwaterbereiding uitschakelen Uitsluitend warmwaterbereiding inschakelen Uitsluitend warmwaterbereiding uitschakelen Ruimtetemperatuur instellen Gewenste ketelwatertemperatuur instellen Warmwatertemperatuur instellen Gewenste warmwatertemperatuur instellen Mogelijke opvragingen Temperaturen opvragen Storingsindicatie opvragen Wat te doen?" bij installaties met één ketel De ketel stelt niet voldoende warmte ter beschikking De ketel stelt teveel warmte ter beschikking Er is geen warm water beschikbaar Het warm water is te heet Het storingssymbool U" knippert in het display Er verschijnt een onderhoudsindicatie op het display

5 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Wat te doen?" bij meerketelinstallaties De ketel stelt niet voldoende warmte ter beschikking De ketel stelt teveel warmte ter beschikking Er is geen warm water beschikbaar Het warm water is te heet Het storingssymbool U" knippert in het display Er verschijnt een onderhoudsindicatie op het display Olie bestellen Instandhouding Reiniging Inspectie en onderhoud Trefwoordenregister

6 Eerst informeren Eerste inbedrijfstelling De eerste inbedrijfstelling en het aanpassen van de regeling aan de plaatselijke en bouwkundige situatie moeten worden uitgevoerd door uw verwarmingsfirma. Productinformatie De Vitotronic 100 kan in installaties met één ketel, Meerketelinstallaties in combinatie met Vitotronic 300 K, Meerketelinstallatie met bovenliggende regeling van derden worden gebruikt. Meerketelinstalla tie Meerketelinstallatie met bovenliggende regeling van derden Neem opmerkingen die in deze handleiding en in de handleiding van de bovenliggende regeling van derden met dit symbool zijn gekenmerkt in acht. Meerketelinstallatie in combinatie met Vitotronic 300 K Voor deze installatie uitvoering heeft u alleen de bedieningshandleiding van de Vitotronic 300 K nodig. Ze bevat ook alle bedieningsstappen voor de Vitotronic

7 Eerst informeren Uw verwarmingsinstallatie is reeds ingesteld De regeling is in de fabriek op Verwarmen en warm water" ingesteld, d. w.z. de ruimte wordt verwarmd en het water opgewarmd (indien warmwaterboiler voorhanden is). Uw verwarmingsinstallatie is hierdoor klaar voor gebruik. De fabrieksmatige basisinstelling kunt u individueel naar wens wijzigen. Opmerking Bij stroomuitval blijven alle gegevens behouden. Meerketelinstallatie Bij gebruik van een meerketelinstallatie kan de warmwaterbereiding alleen aan de bovenliggende regeling van derden worden ingesteld. 7

8 Waar u bedient Overzicht van de bedieningselementen en indicatoren Alle instellingen aan uw verwarmingsinstallatie kunt u centraal aan de regeling uitvoeren. Regeling openen De bedieningseenheid bevindt zich achter de afdekklep. U opent de afdekklep door zachtjes aan de bovenkant te trekken. Aan de binnenkant van de afdekklep bevindt er zich een korte bedieningshandleiding. Mogelijke instellingen en opvragingen aan de Vitotronic 100 bij gebruik in Installaties met 1 ketel Meerketelinstallaties Werkingsprogramma s s Verwarmen en warm water ja ja Alleen warm water Uitschakelwerking ja ja nee ja Ketelwatertemperatuur wijzigen ja nee Warmwatertemperatuur wijzigen ja nee Temperaturen opvragen ja ja Storingscodes weergeven ja ja 8

9 Meteen bedienen Overzicht van de bedieningselementen en indicatoren (vervolg) Functies A B C D K H G FE A Service-testschakelaar (uitsluitend voor servicedoeleinden) B Bedieningsveld: tr Ketelwatertemperatuur (pagina 15, bij meerketelinstallatie zonder functie) tw Warmwatertemperatuur (pagina 16, bij meerketelinstallatie zonder functie) 9 uitschakelwerking w alleen warm water (bij meerketelinstallatie zonder functie) rw verwarmen en warm water a/b instelling waarden c Informatie (pagina 17) d bevestiging e Basisinstelling (zie beneden) C Temperatuurregelaar D Deblokkering te hoge temperatuur E Netschakelaar (pagina 11 en 12) F Zekeringen F1, F2 G TÜV-knop (uitsluitend voor servicedoeleinden) H Werkingsindicator (groen) (pagina 11 en 12) K Storingsindicatie (rood) (pagina 19) Basisinstelling Alle gewijzigde waarden worden door te drukken op toets e op de basisinstelling teruggezet. 9

10 Meteen bedienen Overzicht van de bedieningselementen en indicatoren (vervolg) Symbolen op de display De symbolen verschijnen niet continu, maar zijn afhankelijk van de installatie uitvoering en van de bedrijfstoestand. Knipperende waarden in het display wijzen erop dat wijzigingen kunnen worden aangebracht. r Verwarming vindt plaats; bij meerketelinstallaties vrijgave ketel rp Indicator, als uitgang sö wordt aangestuurd A w Brander aan Warmwaterbereiding vrijgegeven wo Boilerpomp loopt, warmwaterbereiding vindt plaats p Warmwaterbereiding vindt plaats door zonnesysteem u S i U Tijdsinstelling en tijdsindicatie Service controle aan Informatie Storing Opvragen bedrijfsuren 1. branderniveau Opvragen bedrijfsuren 2. branderniveau Opvragen aantal branderstarts Verbruik Bedrijfsuren solarpomp Zonne energie in kwh 10

11 In en uitschakelen Verwarmingsinstallatie inschakelen Meerketelinstallatie Bij gebruik in een meerketelinstallatie worden met de volgende stappen alleen de Vitotronic 100 en de bijbehorende verwarmingsketel in bedrijf gesteld. 1. Controleer de druk van de verwarmingsinstallatie aan de manometer. Als de wijzer onder de rode markering staat, is de druk van de installatie te laag. Vul dan water bij of informeer uw verwarmingsfirma. 2. Open de afsluitkleppen van de olieleidingen (op tank en filter) resp. de gasafsluitkraan. 3. Schakel de netspanning in, bijv. aan de zekering of aan een hoofdschakelaar Schakel de netschakelaar 8" (zie pagina 9) in. De goede werking wordt aangegeven door het groene lampje (werkingsaanduiding) en na korte tijd verschijnt in het display de keteltemperatuur. 11

12 In en uitschakelen Verwarmingsinstallatie uitschakelen Meerketelinstallatie Bij gebruik in een meerketelinstallatie kan met de Vitotronic 100 alleen de bijbehorende verwarmingsketel worden uitgeschakeld. Als de volledige verwarmingsinstallatie moet worden uitgeschakeld, moeten ook de bovenliggende regeling en de netspanning van de verwarmingsinstallatie worden uitgeschakeld. Als u uw verwarmingsinstallatie tijdelijk niet wilt gebruiken, bijv. tijdens de zomervakantie, schakelt u het verwarmingscircuit op Uitschakelmodus" K (zie pagina 13). Opmerking De circulatiepompen worden automatisch om de 24 uur kort ingeschakeld, zodat ze niet vast komen te zitten. Als u uw verwarmingsinstallatie niet wilt gebruiken, schakelt u ze uit. Als u uw installatie gedurende een langere tijd buiten bedrijf wilt stellen, raden wij aan dat u contact opneemt met uw verwarmingsfirma, zowel voor als na de buitenwerkingstelling. Die kan, indien nodig, gepaste maatregelen treffen, bijv. voor de vorstbescherming van de installatie. 1. Schakel de netschakelaar 8" (zie pagina 9) uit. Het groene lampje (werkingsaanduiding) gaat uit Sluit de afsluitkleppen van de olieleidingen (op tank en filter) resp. de gasafsluitkraan. 3. Schakel de installatie spanningsvrij, bijv. aan de zekering of aan een hoofdschakelaar. Er is geen vorstbewaking. Opmerking De installatie is nu spanningsloos geschakeld. De instellingen van de regeling blijven behouden. 12

13 Verwarmen en warmwaterbereiding inschakelen In- en uitschakelen Bij gebruik van een meerketelinstallatie kan de warmwaterbereiding alleen aan de bovenliggende regeling worden ingesteld. Druk op de toets G voor Verwarmen en warm water". Verwarming vindt plaats. Warmwaterbereiding vindt plaats (indien warmwaterboiler voorhanden). Vorstbescherming van de verwarmingsketel en van de warmwaterboiler is actief. Verwarmen en warmwaterbereiding uitschakelen Druk op de toets K voor Uitschakelwerking". Er vindt geen verwarming plaats. Er vindt geen warmwaterbereiding plaats. Vorstbescherming van de verwarmingsketel en van de warmwaterboiler is actief. Opmerking De pompen worden automatisch om de 24 uur kort ingeschakeld, zodat ze niet vast komen te zitten. Uitsluitend warmwaterbereiding inschakelen Meerketelinstallatie Meerketelinstallatie Bij gebruik van een meerketelinstallatie kan de warmwaterbereiding alleen aan de bovenliggende regeling van derden worden ingesteld. De toets L heeft geen functie. Druk op de toets Lvoor Allen warm water". Er vindt geen verwarming plaats. Warmwaterbereiding vindt plaats (indien warmwaterboiler voorhanden). Vorstbescherming van de verwarmingsketel en van de warmwaterboiler is actief. Opmerking De CV pomp wordt automatisch om de 24 uur kort ingeschakeld, zodat ze niet vast komt te zitten. 13

14 In- en uitschakelen Uitsluitend warmwaterbereiding uitschakelen Stel de gewenste waarde van de warmwatertemperatuur op 10 ºC in (zie pagina 16). Opmerking De boilerpomp wordt automatisch om de 24 uur kort ingeschakeld, zodat ze niet vast komt te zitten. 14

15 Gewenste ketelwatertemperatuur instellen Ruimtetemperatuur instellen 2. a/b voor de gewenste temperatuurwaarde. Meerketelinstallatie Bij gebruik van de regeling in een meerketelinstallatie heeft de toets O (Instelling ketelwatertemperatuur) geen functie. Als de toets wordt ingedrukt, blijft de indicator van de op dat moment geldende ketelwatertemperatuur op het display. Druk op de volgende toetsen: 1. O voor Gewenste ketelwatertemperatuur", de tot dan ingestelde temperatuurwaarde knippert. 60 r ºC 3 d ter bevestiging; de temperatuurwaarde knippert niet meer en is opgeslagen. 15

16 Warmwatertemperatuur instellen Gewenste warmwatertemperatuur instellen 2. a/b voor de gewenste temperatuurwaarde. Meerketelinstallatie Bij gebruik in een meerketelinstallatie kan met de Vitotronic 100 geen warmwaterboiler worden geregeld. De toets F heeft geen functie. Druk op de volgende toetsen: 1. F voor Gewenste warmwatertemperatuur", de tot dan ingestelde temperatuurwaarde knippert. 50 ºC w 3 d ter bevestiging; de temperatuurwaarde knippert niet meer en is opgeslagen. 16

17 Mogelijke opvragingen Temperaturen opvragen Naargelang de aangesloten componenten en uitgevoerde instellingen kunt u actuele temperaturen en werkingsstatus opvragen. Druk op de volgende toetsen: 1. c voor ketelwatertemperatuur. 2. a/b voor verdere opvragingen i 3. d voor beëindiging van de opvraging. Weergave in display Betekenis Opmerkingen LON-deelnemersnummer ºC Ketelwatertemperatuur o b c ºC Warmwatertemperatuur (1. boilertemperatuursensor) ºC Warmwatertemperatuur (2. boilertemperatuursensor) Weergave uitsluitend, als sensor beschikbaar Weergave uitsluitend, als 2. boilertemperatuursensor beschikbaar ºC Warmwatertemperatuur Weergave uitsluitend in combinatie met zonnesysteem en als Sensor beschikbaar ºC Collectortemperatuur Weergave alleen in combinatie met een zonnesysteem ºC Temperatuur aan sensor aja (1ste retourtemperatuursensor) Weergave uitsluitend, als sensor beschikbaar ºC Rookgastemperatuur Weergave uitsluitend, als sensor beschikbaar ºC Temperatuur aan sensor aja (2de retourtemperatuursensor) Weergave uitsluitend, als sensor beschikbaar 17

18 Mogelijke opvragingen Temperaturen opvragen(vervolg) Weergave in display Betekenis Opmerkingen P Bedrijfsuren brander Aangegeven g bedrijfsuren 1ste niveau slechts ca.-waarden h j P P Bedrijfsuren brander Aangegeven g bedrijfsuren 2de niveau slechts ca.-waarden h j P P P Branderstarts P P P P Verbruik Brandstofverbruik, als door de verwarmingsfirma deze instelling is geactiveerd. P P P P P Bedrijfsuren solarpomp Weergave alleen in combi h natie met een zonnesysteem P P P P P P Zonne energie in kwh Weergave alleen in combi- natie met een zonnesysteem

19 Mogelijke opvragingen Storingsindicatie opvragen Als er een storing op uw verwarmingsketel zit, wordt deze in het display en door. Knipperen van de rode storingsindicator (zie pagina 9) weergegeven. U kunt zelf de storingscode aflezen en ze aan uw verwarmingsfirma meedelen. Meerketelinstallatie Bij gebruik in een meerketelinstallatie geeft de Vitotronic 100 alleen die storingen weer, die ze ook betreffen. Daarom moet u ook steeds alle overige regelingen van uw verwarmingsinstallatie op storingen controleren. Storingscode uitlezen en bevestigen 1 38_U Druk op de volgende toetsen: Bevestigde storingsmeldingen oproepen Druk op de volgende toetsen: 1. d voor ca. 2 seconden. 2. a/b voor weergave verdere storingscodes, als er meerdere storingen zijn. 1. a/b voor weergave verdere storingscodes, als er meerdere storingen zijn. 2. d om de storing te bevestigen. Opmerking Als de storing niet wordt verholpen, verschijnt de volgende dag de storingsmelding opnieuw. De rode storingsindicatie knippert zolang tot de storing is verholpen. 19

20 Wat te doen?" bij installaties met één ketel De ketel stelt niet voldoende warmte ter beschikking Oorzaak Verwarmingsinstallatie is uitgeschakeld Regeling foutief ingesteld Geen brandstof Bovenliggende verwarmingscircuitregeling foutief ingesteld Storing van de regeling: Storingssymbool U" met storingscode verschijnt in het display en de rode storingsindicatie knippert Mislukte start brander: Storingssymbool U" met storingscode verschijnt op het display, de rode storingsindicator van de regeling knippert en het storingslampjes op de brander brandt rood Oplossing Schakel de netschakelaar 8" in (zie pagina 11) Schakel de hoofdschakelaar, indien aanwezig, (buiten de verwarmingsruimte) in Controleer de zekering in de stroomkring (huiszekering) Controleer en corrigeer evt. de instellingen: Verwarmen moet ingeschakeld zijn (zie pagina 13) Gewenste ketelwatertemperatuur (zie pagina 15) Bij olie/propaan: Controleer de brandstofvoorraad en bestel indien nodig bij Bij aardgas: Open de gaskraan of vraag na bij het energiebedrijf Verwarmingscircuitregeling juist instellen, zie bedieningshandleiding Noteer de storingscode (zie pagina 19) en informeer de verwarmingsfirma Druk op de ontstoringsknop aan de branderkap of aan de voorplaat van de verwarmingsketel. Als er gaan ontstoringsknop voorhanden is, schakelt u de netschakelaar (zie pagina 11) aan de regeling uit en opnieuw aan. Als de brander nu niet opnieuw start, informeert u uw verwarmingsspecialist. 20

21 Wat te doen?" bij installaties met één ketel De ketel stelt niet voldoende warmte ter beschikking (vervolg) Oorzaak Bijluchtinrichting Vitoair defect Oplossing Verwittig uw verwarmingsfirma. Vitoair op handmatige werking zetten: Druk op de draaiknop aan de motor en draai deze tot voorbij de positie 3" tot aan de aanslag. De ketel stelt teveel warmte ter beschikking Oorzaak Regeling foutief ingesteld Bovenliggende verwarmingscircuitregeling foutief ingesteld Storing op de regeling of keteltemperatuursensor defect: Storingssymbool U" met storingscode verschijnt in het display en de rode storingsindicatie knippert Oplossing Controleer en corrigeer evt. de instellingen: Verwarmen moet ingeschakeld zijn (zie pagina 13) Gewenste ketelwatertemperatuur (zie pagina 15) Verwarmingscircuitregeling juist instellen, zie bedieningshandleiding Noteer de storingscode (zie pagina 19) en informeer de verwarmingsfirma 21

22 Wat te doen?" bij installaties met één ketel Er is geen warm water beschikbaar Oorzaak Verwarmingsinstallatie is uitgeschakeld Regeling foutief ingesteld Geen brandstof Storing van de regeling: Storingssymbool U" met storingscode verschijnt in het display en de rode storingsindicatie knippert Mislukte start brander: Storingssymbool U" met storingscode verschijnt op het display, de rode storingsindicator van de regeling knippert en het storingslampjes op de brander brandt rood Bijluchtinrichting Vitoair defect Oplossing Schakel de netschakelaar 8" in (zie pagina 11) Schakel de hoofdschakelaar, indien aanwezig, (buiten de verwarmingsruimte) in Controleer de zekering in de stroomkring (huiszekering) Controleer en corrigeer evt. de instellingen: Warmwaterbereiding moet ingeschakeld zijn (zie pagina 13 en 13) Warmwatertemperatuur (zie pagina 16) Zie pagina 20 Noteer de storingscode (zie pagina 19) en informeer de verwarmingsfirma Zie pagina 20 Zie pagina 21 22

23 Wat te doen?" bij installaties met één ketel Het warm water is te heet Oorzaak Regeling foutief ingesteld Sensorfout Oplossing Controleer en corrigeer evt. de warmwatertemperatuur (zie pagina 16) Informeer uw verwarmingsfirma Het storingssymbool U" knippert in het display Oorzaak Storing in de verwarmingsinstallatie Oplossing Noteer de storingscode (zie pagina 19) en informeer de verwarmingsfirma Er verschijnt een onderhoudsindicatie op het display Oorzaak Onderhoudstijdstip is bereikt. De volgende onderhoudsindicators zijn mogelijk: a 245 ºC (rookgastemperatuur) h (bedrijfsuren) 12 u (Tijdsinterval) Oplossing Laat door uw verwarmingsfirma onderhoud uitvoeren Opmerking Een onderhoudsindicator is geen werkingsrelevante storing. De verwarmingsinstallatie blijft klaar voor gebruik. 23

24 Wat te doen?" bij meerketelinstallaties De ketel stelt niet voldoende warmte ter beschikking Oorzaak Verwarmingsinstallatie is uitgeschakeld Verwarmingsketel is uitgeschakeld Regeling foutief ingesteld Geen brandstof Storing van de regeling: Storingssymbool U" met storingscode verschijnt in het display en de rode storingsindicatie knippert Mislukte start brander: Storingssymbool U" met storingscode verschijnt op het display, de rode storingsindicator van de regeling knippert en het storingslampjes op de brander brandt rood Oplossing Schakel de netschakelaar 8" in (zie pagina 11) Schakel de hoofdschakelaar, indien aanwezig, (buiten de verwarmingsruimte) in Controleer de zekering in de stroomkring (huiszekering) Controleer en corrigeer indien nodig de instellingen aan de bovenliggende regeling Verwarmen moet ingeschakeld zijn (zie pagina 15) Bij olie/propaan: Controleer de brandstofvoorraad en bestel indien nodig bij Bij aardgas: Open de gaskraan of vraag na bij het energiebedrijf Noteer de storingscode (zie pagina 19) en informeer de verwarmingsfirma Zie pagina 20 24

25 Wat te doen?" bij meerketelinstallaties De ketel stelt niet voldoende warmte ter beschikking (vervolg) Oorzaak Bijluchtinrichting Vitoair resp. motorisch gestuurde rookgasklep defect Oplossing Verwittig uw verwarmingsfirma. Vitoair resp. motorisch gestuurde rookgasklep op handbediening omschakelen: Druk op de draaiknop aan de motor en draai deze tot voorbij de positie 3" tot aan de aanslag. De ketel stelt teveel warmte ter beschikking Oorzaak Regeling foutief ingesteld Storing op de regeling of keteltemperatuursensor defect: Storingssymbool U" met storingscode verschijnt in het display en de rode storingsindicatie knippert Oplossing Verwarmen moet ingeschakeld zijn (zie pagina 13) Noteer de storingscode (zie pagina 19) en informeer de verwarmingsfirma 25

26 Wat te doen?" bij meerketelinstallaties Er is geen warm water beschikbaar Oorzaak Verwarmingsinstallatie is uitgeschakeld Regeling foutief ingesteld Geen brandstof Storing van de regeling: Storingssymbool U" met storingscode verschijnt in het display en de rode storingsindicatie knippert Mislukte start brander: Storingssymbool U" met storingscode verschijnt op het display, de rode storingsindicator van de regeling knippert en het storingslampjes op de brander brandt rood Bijluchtinrichting Vitoair resp. motorisch gestuurde rookgasklep defect Oplossing Schakel de netschakelaar 8" in (zie pagina 11) Schakel de hoofdschakelaar, indien aanwezig, (buiten de verwarmingsruimte) in Controleer de zekering in de stroomkring (huiszekering) Warmwaterbereiding moet aan de bovenliggende regeling ingeschakeld zijn Zie pagina 20 Noteer de storingscode (zie pagina 19) en informeer de verwarmingsfirma Zie pagina 20 Zie pagina 21 26

27 Wat te doen?" bij meerketelinstallaties Het warm water is te heet Oorzaak Regeling foutief ingesteld Sensorfout Oplossing Controleer en corrigeer indien nodig de warmwatertemperatuur aan de bovenliggende regeling Informeer uw verwarmingsfirma Het storingssymbool U" knippert in het display Oorzaak Storing in de verwarmingsinstallatie Oplossing Noteer de storingscode (zie pagina 19) en informeer de verwarmingsfirma Er verschijnt een onderhoudsindicatie op het display Oorzaak Onderhoudstijdstip is bereikt. De volgende onderhoudsindicators zijn mogelijk: a 245 ºC (rookgastemperatuur) h (bedrijfsuren) 12 u (Tijdsinterval) Oplossing Laat door uw verwarmingsfirma onderhoud uitvoeren Opmerking Een onderhoudsindicator is geen werkingsrelevante storing. De verwarmingsinstallatie blijft klaar voor gebruik. 27

28 Olie bestellen Oliebestelling Olieadditieven Olieadditieven zijn toevoegingen, die kunnen worden gebruikt om de opslagstabiliteit van de brandstof te verbeteren, de thermische stabiliteit van de brandstof te verhogen en de geurontwikkeling bij het tanken te verlagen. М! Opgelet Olieadditieven kunnen bezinksel vormen en de betrouwbare werking nadelig beïnvloeden. Het gebruik van olieadditieven die bezinksel vormen, is niet toegestaan. Biobrandstoffen Biobrandstof wordt van plantaardige olie, bijv. zonnebloem- of koolzaadolie gemaakt. М! Opgelet Biobrandstof kan schade aan de oliebranders van Viessmann veroorzaken. Het gebruik is niet toegestaan. Brandstofverbeteraars Een brandstofverbeteraar is een toevoegingsmiddel dat de verbranding van olie optimaliseert. Brandstofverbeteraars zijn bij oliebranders van Viessmann niet nodig omdat deze een schone en efficiënte verbranding hebben. М! Opgelet Brandstofverbeteraars kunnen bezinksel vormen en de betrouwbare werking nadelig beïnvloeden. Het gebruik van brandstofverbeteraars die bezinksel vormen, is niet toegestaan. Neem voor vragen contact op met uw olieleverancier. 28

29 Instandhouding Reiniging De toestellen kunnen met een gebruikelijk huishoudelijk reinigingsproduct (geen schuurmiddel) worden schoongemaakt. Inspectie en onderhoud De inspectie en het onderhoud van een verwarmingsinstallatie is door de norm EN 806 voorgeschreven. Regelmatig onderhoud garandeert probleemloos, energiebesparend en milieuvriendelijk stoken. U kunt hiervoor het beste een inspectie en onderhoudscontract met uw verwarmingsfirma afsluiten. Verwarmingsketel Naarmate de verontreiniging van de ketel toeneemt, stijgt de rookgastemperatuur en wordt ook het energieverlies groter. Daarom moet elke verwarmingsketel jaarlijks worden gereinigd. Warmwaterboiler De EN 806 schrijft voor dat maximaal twee jaar na de inbedrijfstelling en dan indien nodig onderhoud of reiniging moet worden uitgevoerd. Het schoonmaken van de binnenkant van de warmwaterboiler met inbegrip van de drinkwateraansluitingen mag alleen door een erkend verwarmingsbedrijf worden uitgevoerd. Als zich in de koudewatertoevoer van de warmwaterboiler een apparaat voor waterbehandeling bevindt (bijv. een sluis of injecteerinrichting), moet de vulling tijdig vernieuwd worden. Lees hiervoor de gegevens van de fabrikant. Extra met Ceraprotect- laag: Voor het testen van de verbruiksanode raden wij een jaarlijkse werkingscontrole aan door een verwarmingsbedrijf. De werkingscontrole van de anode kan zonder bedrijfsonderbreking plaatsvinden. De verwarmingsfirma meet de beveiligingsstroom met een anodetester. Veiligheidsklep (Warmwaterboiler) De goede werking van de veiligheidsklep moet elk half jaar door de gebruiker of door de verwarmingsfirmadoor ontluchten worden gecontroleerd. Het gevaar bestaat dat de klepzitting vuil is (zie de bedieningsaanwijzing van de klepfabrikant). Tapwaterfilter (indien aanwezig) Om hygiënische redenen bij niet uitspoelbare filters om de 6 maanden het filterelement vernieuwen (visuele controle om de 2 maanden), bij filters die kunnen worden uitgespoeld elke 2 maanden uitspoelen. 29

30 Trefwoordenregister Trefwoordenregister B Bedieningseenheid,, 8 Bedieningselementen, 9 Bedrijfsuren brander, 17 Boilerpomp, 10 Brandstofverbruik, 17 Buitenbedrijfstelling, 12 C Collectortemperatuur, 17 E Eisen aan de verwarmingsruimte, 2 Energiebesparend verwarmen, 29 Eerste inbedrijfstelling, 6, 11 F Fabrieksmatige basisinstelling, 9 Fouten (storingen), 19, 20 Productiekennisgeving, 6 Regeling van derden, 6 Vorstbescherming, 7, 13 G Gasafsluitkraan, 2, 11, 12 Gaslucht, 2 Gevaar, 2 Toestel uitschakelen, 12 Toestel inschakelen, 11 Basisinstelling, 9 Geldigheidsverwijzing, 32 K Ketelwatertemperatuur wijzigen, 15 L Lampen (dioden) 9, 11, 12, 19 M Manometer, 11 Meerketelinstallatie, 6 N Netschakelaar, 9, 11, 12 O Opnieuw in bedrijf stellen, 11 Opvragen van temperaturen en bedrijfstoestanden, 17 Opmerkingen over veiligheid, 2 Omgevingscondities, 2 Onderhoud, 29 Onderhoudscontract, 29 Olie bestellen, 28 P Productinformatie, 6 R Regeling buiten bedrijf stellen, 12 Regeling in bedrijf stellen, 11 Reinigingstips, 29 Rookgasgeur, 2 Rookgastemperatuur, 17, 29 I Inbedrijfstelling, 11 Indicatoren, 10 Informatie opvragen, 17 Inhoudsopgave, 4 Inspectie, 29 Instandhouding, 29 Installatie met 1 ketel, 6 Inschakelen van de installatie, 11 30

31 Trefwoordenregister Trefwoordenregister (vervolg) S Service-testschakelaar, 9 Solarpomp, 17 Storingen verhelpen, 19 Storingsindicatie, 20 Storingsmeldingen (Wat te doen?) 1 ketelinstallatie, 20 Meerketelinstallatie, 24 Symbolen op de display, 10 T Tapwaterfilter, 29 Temperaturen opvragen, 17 instellen, 15 U Uitschakelwerking, 13 Uitschakelen van de installatie, 12 V Verwarmingsinstallatie buiten bedrijf stellen, 12 Verwarmingsinstallatie in bedrijf nemen, 11 Verwarmen uitschakelen, 13 Verwarmen inschakelen, 13 Veiligheidsinstructies, 2 Veiligheidsklep (warmwaterboiler), 29 Verwarmen en warm water, 13 Verwarmingsenergie sparen, 29 Voorinstelling van de verwarmingsinstallatie, 7 Verwarmingsruimte, 2 W Waar u bedient, 8 Warm water, 13, 14, 16, Warmwaterbereiding, 13, 14, 16, Warmwaterboiler, 29 Warmwatertemperatuur opvragen, 17 instellen, 16 Wat te doen?, 20 Werken aan het toestel/aan de verwarmingsinstallatie, 2 Werkingsindicator 9, 11, 12 Werkingsprogramma selecteren, 13 Werkelijke temperaturen opvragen, 17 Winterwerking, 13 Z Zomerwerking (alleen warm water), 13 Zonne energie opvragen, 17 31

32 Geldigheidsverwijzing Voor verwarmingsinstallaties met verwarmingsketel, warmwaterboiler, Vitotronic 100, type GC1, bestelnr Certificering Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier Uw contactpersoon Voor vragen of onderhouds- en instandhoudingwerkzaamheden aan uw verwarmingsinstallatie neemt u contact op met uw verwarmingsinstallateur. Verwarmingsspecialisten in uw buurt vindt u bijv. onder in het internet. Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel.: Fax: e mail: info@viessmann.nl Technische wijzigingen voorbehouden!