VIESMANN. Gebruiksaanwijzing VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Verwarmingsinstallatie met elektronische ketelregeling

Transcriptie

1 Gebruiksaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Verwarmingsinstallatie met elektronische ketelregeling VITOTRONIC 100 2/2005 Bewaren a.u.b.!

2 Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsaanwijzingen nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij de veiligheidsaanwijzingen! Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel. Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiëleschadeenschade aan het milieu. Aanwijzing Gegevens met het woord "Aanwijzing" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor zij die de verwarmingsinstallatie gaan gebruiken. Gevaar Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan de verwarmingsinstallatie kunnen tot levensbedreigende ongevallen leiden. & Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door installateurs worden uitgevoerd die hiertoe erkend zijn door de bevoegde gasmaatschappij. & Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektrovakmensen worden uitgevoerd. Wat te doen bij gasgeur Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. & Niet roken! Vermijd open vuur en vonkvorming. Nooit schakelaars van verlichting en elektrische toestellen bedienen. & Ramenendeurenopenzetten. & Gasafsluitkraan sluiten. & Personen verwijderen uit de gevarenzone. & Veiligheidsinstructies van de gasmaatschappij op de gasmeter respecteren. & Installatiebedrijf waarschuwen op een plaats buiten het gebouw. Wat te doen bij rookgasgeur Gevaar Rookgassen kunnen levensbedreigende vergiftigingen veroorzaken. & Verwarmingsinstallatie uitschakelen. & Stookruimte ventileren. & Sluitdedeurenindewoonkamers. 2

3 Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid (vervolg) bij brand Gevaar Bij vuur bestaat gevaar voor verbranding en explosie. & Verwarmingsinstallatie uitschakelen. & Afsluitkranen in de brandstofleidingen sluiten. & Gebruik een gecontroleerde brandblusser van brandklasse ABC. Eisen die aan de stookruimte worden gesteld! Opgelet Ontoelaatbare omgevingsvoorwaarden kunnen schade aan de verwarmingsinstallatie veroorzaken en een veilige werking in gevaar brengen. & Omgevingstemperaturen van meer dan 0 C en minder dan 35 C garanderen. & Luchtverontreiniging door halogeenkoolwaterstoffen (bijv. in verf, oplosmiddelen en reinigingsproducten) en buitensporige ontwikkeling van stof (bijv. door schuren) vermijden. & Een aanhoudend hoge luchtvochtigheid (bijv. door permanent drogen van wasgoed) vermijden. & Aanwezige ventilatieopeningen niet afsluiten. Accessoires, reserveonderdelen en slijtende onderdelen! Opgelet Componenten die niet samen met de verwarmingsinstallatie werden gekeurd, kunnen schade veroorzaken aan de verwarmingsinstallatie of de werking hiervan nadelig beïnvloeden. Montage of vervanging uitsluitend door het installatiebedrijf laten uitvoeren. 3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Eerst informeren Eerste inbedrijfstelling... 6 Uw verwarmingsinstallatie is vooraf ingesteld... 6 Waar u bedient Overzicht van de bedienings- en weergave-elementen... 7 & Regeling openen... 7 & Functies... 8 & Symbolen in het weergavevenster... 8 In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie inschakelen Verwarmingsinstallatie uitschakelen Verwarmingscircuit en warmwaterbereiding inschakelen Verwarmingscircuit en warmwaterbereiding uitschakelen Alleen warm water inschakelen Warm water uitschakelen Kamertemperatuur instellen & Ketelwatertemperatuur instellen Warm water instellen Overige instellingen Basisinstellingen weer herstellen Opvraagmogelijkheden Temperaturen en werkingstoestanden opvragen Storingsindicatie opvragen Wat doen? Ruimten te koud Ruimten te warm Geen warm water Warm water te heet Stookoliebestelling Stookolie bestellen & Stookolie-additieven & Brandstofverbeteraar & Biobrandstof

5 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Onderhoud Reiniging Inspectie en onderhoud Tips voor energiebesparing Index

6 Eerst informeren Eerste inbedrijfstelling De eerste inbedrijfstelling en het aanpassen van de regeling aan de plaatselijke en bouwkundige situatie moeten worden uitgevoerd door uw verwarmingsinstallateur. Uw verwarmingsinstallatie is vooraf ingesteld De regeling is reeds in de fabriek op Verwarmenenwarmwater ingesteld, d.w.z. de ruimte wordt verwarmdenhetwateropgewarmd(als een warmwaterboiler voorhanden is). Uw verwarmingsinstallatie is hierdoor klaar voor gebruik. De fabrieksmatige basisinstelling kunt u wijzigen al naargelang uw behoeften. Aanwijzing Bij stroomuitval blijven alle gegevens behouden. 6

7 Overzicht van de bedienings- en weergave-elementen Met uitzondering van de kamertemperatuur stelt u uw verwarmingsinstallatie centraal in op de bedieningseenheid. De kamertemperatuur stelt u in op de kamerthermostaat. Handleiding kamerthermostaat Waar u bedient Regeling openen Open de afdekklep door licht aan de bovenkant te trekken. Aan de binnenkant van de afdekklep bevindt zich achteraan nog een klep een verkorte handleiding. De verkorte handleidingkanerviadeklepuitgehaald worden. A Afdekklep B Korte gebruiksaanwijzing 7

8 Waar u bedient Overzicht van de bedienings- en... (vervolg) Functies A Bedieningsveld 1: O Instelwaarde ketelwatertemperatuur (pagina 14) F Instelwaarde warmwatertemperatuur (pagina 15) a/b Instelling van de waarden d Bevestiging c Informatiemenu e Basisinstelling (reset) B Bedieningsveld 2: K Uitschakelmodus (pagina 10) L Alleen warm water (pagina 12) G Verwarmenenwarmwater (pagina 11) C Netschakelaar (pagina 10) D Zekering F1 E Vrijgave temperatuurverhoging F Temperatuurregelaar G TÜV-knop (alleen voor servicedoeleinden) H Testschakelaar voor schoorsteenvegers (alleen voor de vakman) K Werkingsindicatie (groen) (pagina 10) L Storingsindicator (rood) (vanf pagina 19) Symbolen in het weergavevenster De symbolen zijn niet continu te zien, maar zijn afhankelijk van de installatie-uitvoering en van de werkingstoestand. 8

9 Waar u bedient Overzicht van de bedienings- en... (vervolg) Knipperende waarden in het indicatievenster wijzen erop dat wijzigingen kunnen worden aangebracht. r Kamerverwarming vindt plaats rp Verwarmingspomp loopt w Warmwaterbereiding vrijgegeven wp Boilerlaadpomp loopt A Brander Aan U i S P Storingsmelding Informatiemenu Schoorsteenvegertestfunctie Aan Indicatiepijl bij opvragen 9

10 In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie inschakelen 1. Controleer de druk van de verwarmingsinstallatie op de manometer A: als de wijzer onder de rode markering staat, is de druk van de installatie te laag. Vul water bij of waarschuw uw verwarmingsinstallateur. 2. Afsluitkranen van de olieleidingen (aan tank en filter) resp. de gasafsluitkraan openen. 3. Schakel de netspanning in; bijv. met de zekering of een hoofdschakelaar. 4. Schakel de netschakelaar 8 in (zie pagina 8). Het groene lampje (werkingsindicatie) brandt. Na korte tijd verschijnt in het scherm de ketelwatertemperatuur. Uw verwarmingsinstallatie en de kamerthermostaat zijn nu bedrijfsklaar. Verwarmingsinstallatie uitschakelen Als u de verwarmingsinstallatie tijdelijk niet wilt gebruiken, bijv. in de zomervakantie, schakelt u over op Uitschakelbedrijf K. In uitschakelbedrijf vindt: & Geen kamerverwarming & Geen warmwaterbereiding & Bescherming tegen bevriezing van de verwarmingsketel en van de warmwaterboiler (indien voorhanden). 10

11 In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie uitschakelen (vervolg) Aanwijzing De CV-pomp loopt continu. De boilerlaadpomp (indien voorhanden) wordt alle 24 uur kort ingeschakeld om te voorkomen dat hij vastloopt. Als u uw verwarmingsinstallatie niet meer wilt gebruiken, kunt u deze uitschakelen. Als de verwarmingsinstallatie langere tijd uit bedrijf genomen wordt of is, adviseren wij u contact op te nemen met de verwarmingsinstallateur. Deze kan zonodig de juiste maatregelen nemen om bijvoorbeeld uw installatie te beschermen tegen vorst of het verwarmingsoppervlak te conserveren. 1. Schakel de netschakelaar 8 uit (zie pagina 8). Het groene lampje (werkingsindicatie) gaat uit. 2. Sluit de afsluitkranen in de olieleidingen (tank en filter) resp. de gasafsluitkraan. 3. Schakel de netspanning uit; bijv. met de zekering of een hoofdschakelaar. Aanwijzing Er is geen bewaking voor vorst. De instellingen van de regeling blijven behouden. Verwarmingscircuit en warmwaterbereiding inschakelen U wilt de kamer verwarmen en warm water ter beschikking hebben. Druk op de volgende toets G. In het programma Verwarmen en warm water vindt: & Kamerverwarming plaats & Warmwaterbereiding plaats (indien boiler voorhanden) & Bescherming tegen bevriezing van de verwarmingsketel 11

12 In- en uitschakelen Verwarmingscircuit en warmwaterbereiding uitschakelen U wilt noch de kamer verwarmen noch warm water ter beschikking hebben. Druk op de toetsk. In uitschakelbedrijf vindt het volgende plaats: & Geen kamerverwarming & Geen warmwaterbereiding & Bescherming tegen bevriezing van de verwarmingsketel en van de warmwaterboiler (indien voorhanden). Aanwijzing De CV-pomp loopt continu. De boilerlaadpomp (indien voorhanden) wordt alle 24 uur kort ingeschakeld om te voorkomen dat hij vastloopt. Alleen warm water inschakelen U wilt de kamers niet verwarmen maar wel warm water ter beschikking hebben. Druk op de toetsl. In het programma Alleen warm water gebeurt het volgende: & Geen kamerverwarming & Warmwaterbereiding & Bescherming tegen bevriezing van de verwarmingsketel Aanwijzing De CV-pomp loopt continu. Warm water uitschakelen U wilt de kamers verwarmen maar geen warm water ter beschikking hebben. 1. Druk op de toetsg. 2. Stel de warmwatertemperatuur in op 10 C in (zie pagina 15). Het volgende gebeurt: & Kamerverwarming & Geen warmwaterbereiding & Bescherming tegen bevriezing van de verwarmingsketel 12

13 In- en uitschakelen Warm water uitschakelen (vervolg) Aanwijzing De boilerlaadpomp (indien voorhanden) wordt alle 24 uur kort ingeschakeld om te voorkomen dat hij vastloopt. 13

14 Kamertemperatuur instellen Kamertemperatuur instellen De kamertemperatuur stelt u in op de kamerthermostaat. Om de gewenste kamertemperatuur te bereiken, moet de ketelwatertemperatuur voldoende hoog worden ingesteld. Ketelwatertemperatuur instellen Druk op de volgende toetsen: 1. O voor instelwaarde ketelwatertemperatuur, detot dan ingestelde temperatuurwaarde knippert. 2. a/b voor de gewenste temperatuurwaarde. 3. d ter bevestiging, de temperatuurwaarde knippert niet meer en is opgeslagen. 14

15 Warm water instellen Warm water instellen Druk op de volgende toetsen: 1. F voor instelwaarde warmwatertemperatuur, detot dan ingestelde temperatuurwaarde knippert. 2. a/b voor de gewenste temperatuurwaarde. 3. d ter bevestiging, de temperatuurwaarde knippert niet meer en is opgeslagen. 15

16 Overige instellingen Basisinstellingen weer herstellen U heeft de mogelijkheid alle veranderde waarden tegelijkertijd op de fabrieksinstelling terug te zetten. Druk daarvoor op de toets e. 16

17 Temperaturen en werkingstoestanden opvragen Opvraagmogelijkheden Al naargelang de aangesloten componenten kunt u de temperaturen en werkingstoestanden van het moment opvragen. Druk op de volgende toetsen: 1. c voor informatie, deketelwatertemperatuur verschijnt. 2. a/b voor verdere opvragingen. 3. d om de opvraging te beëindigen. Indicator Verklaring 3 65 C Keteltemperatuur-gemeten waarde 5 50 C Boilertemperatuur-gemeten waarde (indien boilertemperatuursensor aanwezig) P uur PP uur PPP Bedrijfsuren brander 1e trap (ongeveer) Bedrijfsuren brander 2e trap (ongeveer) Branderstarts 17

18 Opvraagmogelijkheden Storingsindicatie opvragen A Storingindicator B Storingsnummer C Storingscode D Storingssymbool Als er een storing op uw verwarming zit, wordt deze op het scherm getoond en door het knipperen van de rode storingsindicator aangegeven. U kunt de storingscode zelf aflezen in het scherm. Laat de verwarmingsfirma weten welke code wordt getoond. Daarmee zorgt u dat de verwarmingstechnieker beter is voorbereid en bespaart u op eventuele extra rijkosten. Druk op de volgende toetsen: 1. a/b voor het aangeven van andere storingen als er meerdere storingen zijn. 2. d voor het bevestigen van alle storingsmeldingen. Aanwijzing Als de storing niet verholpen wordt, verschijnt de volgende dag de storingsmelding opnieuw. De rode storingsindicator knippert tot de storing is verholpen. 18 Om bevestigde storingsmeldingen opnieuwopteroependruktuopde volgende toetsen: 1. d ca. 3 s lang indrukken. 2. a/b voor het aangeven van andere storingen als er meerdere storingen zijn.

19 Wat doen? Ruimten te koud Oorzaak Verwarmingsinstallatie is uitgeschakeld Werkingsindicatie (groen) uit (zie pagina 8) Regeling resp. kamerthermostaat is verkeerd ingesteld Alleen bij werking met warmwaterboiler: voorrang van de warmwaterbereiding (w pin het scherm) Geen brandstof Oplossing & Schakel de netschakelaar 8 in (zie pagina 8) & Schakel de hoofdschakelaar, indien voorhanden (buiten stookruimte) in & Controleer de zekering in de stroomcircuitverdeling (huiszekering) en schakel deze eventueel in Controleer de instellingen en corrigeer deze eventueel (zie pagina 11 resp. bedieningshandleiding kamerthermostaat) Wacht tot de boiler opgewarmd is (p gaat uit in het scherm) Bij olie/vloeibaar gas: controleer de brandstofvoorraad en bestel eventueel bij Bij aardgas: open de gasafsluitkraan of informeer bij het gastoeleverbedrijf Storing van de regeling: Rode storingsindicator knippert en in het scherm verschijnt een storingsmelding Vraagnaardesoortstoring(ziepagina 18) en informeer uw verwarmingsfirma 19

20 Wat doen? Ruimten te koud (vervolg) Oorzaak Mislukte start brander: Rode storingsindicator van de regeling A knippert, in het scherm verschijnt een storingsmelding en het storingslampje op de brander brandt rood Oplossing Druk op de ontstoorknopb vooraan op de branderkap. Als de brander weer niet start, de verwarmingsinstallateur verwittigen Bijluchtinrichting Vitoair defect Verwittig uw verwarmingsfirma. Vitoair op handbedrijf zetten: Druk op de draaiknop en draai deze viadestand 3 tot de aanslag Ruimten te warm Oorzaak Regeling resp. kamerthermostaat is verkeerd ingesteld Oplossing Controleer de instellingen en corrigeer deze eventueel (zie pagina 11 resp. bedieningshandleiding kamerthermostaat) 20

21 Wat doen? Ruimten te warm (vervolg) Oorzaak Schoorsteenveger-testschakelaar staat op handbediening h Oplossing Storing op de regeling of keteltemperatuursensor defect: Rode storingsindicatie knippert en in het schermpje verschijnt een storingsmelding Vraagnaardesoortstoring(ziepagina 18) en verwittig uw verwarmingsfirma Schoorsteenveger-testschakelaar op automatische werking a omzetten (zie pagina 8) Geen warm water Oorzaak Verwarmingsinstallatie is uitgeschakeld Regeling is verkeerd ingesteld Oplossing & Schakel de netschakelaar 8 in (zie pagina 8) & Schakel de hoofdschakelaar, indien voorhanden (buiten stookruimte) in & Controleer de zekering in de stroomcircuitverdeling (huiszekering) en schakel deze eventueel in Controleer de instellingen en corrigeer deze eventueel (zie pagina 11) Geen brandstof Zie pagina 19 Controleer de brandstofvoorraad en bestel eventueel bij. Bij aardgas: Open de gasafsluitkraan of informeer bij het gastoeleverbedrijf. Storing van de regeling: Rode storingsindicator knippert en in het scherm verschijnt een storingsmelding Vraagnaardesoortstoring(ziepagina 18) en informeer uw verwarmingsfirma 21

22 Wat doen? Geen warm water (vervolg) Oorzaak Mislukte start brander: Rode storingsindicator van de regeling knippert, in het scherm verschijnt een storingsmelding en het storingslampje op de brander brandt rood Oplossing Ziepagina20 Bijluchtinrichting Vitoair defect Zie pagina 20 Warm water te heet Oorzaak Regeling is verkeerd ingesteld Sensorfout Schoorsteenveger-testschakelaar staat op handbediening h Oplossing Controleer de warmwatertemperatuur en corrigeer deze eventueel (zie pagina 15) Verwittig uw verwarmingsfirma Schoorsteenveger-testschakelaar op automatische werking a omzetten (zie pagina 8) 22

23 Stookoliebestelling Stookolie bestellen Stookolie-additieven Additieven en toevoegingsmiddelen voor stookolie kunnen worden gebruikt om & de opslagstabiliteit van de brandstof te verbeteren, & de thermische stabiliteit van de brandstof te verhogen, & de geur bij het tanken te verminderen.! Opgelet Additieven voor stookolie kunnenbezinkselvormenende betrouwbare werking nadelig beïnvloeden. Het gebruik van additieven voor stookolie die bezinksel vormen, is niet toegestaan. Brandstofverbeteraar Een brandstofverbeteraar is een toevoegingsmiddel dat de verbranding van stookolie optimaliseert. Brandstofverbeteraars zijn bij oliebranders van Viessmann niet nodig omdat deze een schone en efficiënte verbranding hebben.! Opgelet Brandstofverbeteraars kunnen bezinksel vormen en de betrouwbare werking nadelig beïnvloeden. Het gebruik van brandstofverbeteraars die bezinksel vormen, is niet toegestaan. Biobrandstof Biobrandstof wordt van plantaardige olie, bijv. zonnebloem- of koolzaadolie gemaakt.! Opgelet Biobrandstof kan schade aan de oliebranders van Viessmann veroorzaken. Het gebruik is niet toegestaan. Neem voor vragen contact op met uw stookolieleverancier. 23

24 Onderhoud Reiniging De apparaten kunnen met een courant huishoudelijk reinigingsproduct worden gereinigd. Gebruik geen schuurmiddelen. Inspectie en onderhoud De inspectie en het onderhoud van een verwarmingsinstallatie wordt door de energiebesparingsverordening en de normen DIN 4755, DIN 4756, DIN en EN 806 voorgeschreven. Het regelmatige onderhoud garandeert een storingvrije, energiebesparende en milieuvriendelijke verwarming. U kunt hiervoor het best een inspectie- en onderhoudscontract met uw verwarmingsinstallateur afsluiten. Verwarmingsketel Naarmate de verontreiniging van de ketel toeneemt, stijgt de rookgastemperatuur en wordt ook het energieverlies groter. Daarom moet elke verwarmingsketel jaarlijks worden gereinigd. Warmwaterboiler (indien voorhanden) DIN en EN 806 schrijven voor dat maximaal twee jaar na de ingebruikname en dan indien nodig onderhoud of reiniging moet worden uitgevoerd. Het schoonmaken van de binnenkant van de warmwaterboiler met inbegrip van de drinkwateraansluitingen mag alleen door een erkend verwarmingsbedrijf worden uitgevoerd. Als zich in de koudwatertoevoer van de warmwaterboiler een apparaat voor waterbehandeling bevindt moet de vulling tijdig worden vernieuwd. Lees hiervoor de gegevens van de fabrikant. Extra bij Vitocell 100: Voor het testen van de verbruiksanode raden wij een jaarlijkse werkingscontrole aan door een verwarmingsbedrijf. De werkingscontrole van de anode kan zonder bedrijfsonderbreking plaatsvinden. De verwarmingsfirma meet de beveiligingsstroom met een anodetester. 24

25 Onderhoud Inspectie en onderhoud (vervolg) Veiligheidsklep (warmwaterboiler) De goede werking van de veiligheidsklep moet elk half jaar door de exploitant of door het verwarmingsbedrijf worden gecontroleerd door ontluchten. Het gevaar bestaat dat de klepzitting vuil is (zie handleiding van de klepfabrikant). Drinkwaterfilter (indien voorhanden) Uit hygiënische gronden: & bij niet uitspoelbare filters om de 6maanden het filterinzetstuk vernieuwen (visuele controle om de 2maanden) & Bij uitspoelbare filters deze om de 2maanden uitspoelen. 25

26 Tips voor energiebesparing Tips voor energiebesparing U kunt met de volgende maatregelen energie besparen: & Correct ventileren. Ramen A kortstondig helemaal open zetten en daarbij de thermostaatkranen B sluiten & Niet teveel verwarmen, streef naar een kamertemperatuur van 20 C, elke graad kamertemperatuur minder levert u een besparing van stookkosten op die tot 6% kan bedragen. & Rolluiken (indien aanwezig) van de ramen sluiten zodra het donker wordt. & Thermostaatkranen B correct instellen. & Radiatoren C en thermostaatkranen B niet afdekken. & Maak gebruik van de instelmogelijkheden Dvanderegeling. & Warmwatertemperatuur van de warmwaterboiler E op de regeling D instellen. & Gecontroleerd verbruik van warm water: Een douche vereist doorgaans minder energie dan een vol bad. 26

27 Index Index A Afstandsbediening... 7 Apparaat uitschakelen B Basisinstelling Bedieningseenheid... 7 Biobrandstof Brander... 9 Brandstofverbeteraar Buitenbedrijfstelling D Drinkwaterfilter E Eerste ingebruikname... 6 Energie besparen F Fout (storing) G Gasafsluitkraan I Inbedrijfstelling... 6, 10 Inschakelen van de installatie Inspectie Instelwaarde ketelwatertemperatuur inschakelen... 8 Instelwaarde warmwatertemperatuur instellen K Kamertemperatuur instellen Kamerthermostaat... 7 Kamerverwarming Ketelwatertemperatuur instellen M Manometer N Netschakelaar... 10, 11 O Onderhoud Onderhoudscontract R Regeling buiten werking stellen Regeling uit bedrijf nemen Reinging Reparatie Rookgaslucht... 2 S Stookolie-additieven Storing... 9 Storing bevestigen Storingen verhelpen Storingsindicatie opvragen Storingsmelding... 9 Stroomuitval... 6 Symbolen in het scherm... 8 T Temperaturen opvragen Tips voor energiebesparing Toestel inschakelen Toestel uitschakelen U Uit bedrijf nemen Uitschakelbedrijf Uitschakelen van de installatie 10, 11 L Lampje (diode)... 8, 10, 11, 18 27

28 Index Index (vervolg) V Veiligheidsaanwijzingen... 2 Veiligheidsklep (warmwaterboiler). 25 Verwarmen en warm water... 6, 11 Verwarmingscircuit en warmwaterbereiding inschakelen.. 11 Verwarmingsinstallatie inschakelen Verwarmingsinstallatie uitschakelen....10, 11 Vitoair... 20, 22 Voltooiingsindicatie... 6 Voorinstelling vanuit de fabriek... 6 Vorstbescherming W Waar u bedient... 7 Warmwaterbereiding inschakelen.. 8,...11, 12 Warmwaterbereiding uitschakelen. 12 Warmwaterboiler Wat te doen... 3 Werkingsindicatie... 10, 11 Werkingstoestanden opvragen Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier Geldigheidsaanwijzing Voor verwarmingsinstallaties met verwarmingsketel, warmwaterboiler en Vitotronic 100,type KC2 Bestelnummer Uw contactpersoon Neem bij vragen of voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan uw verwarmingsinstallatie contact op met uw verwarmingsbedrijf. Verwarmingsbedrijven bij u in de buurt vindt u bijvoorbeeld onder op Internet. 28 Viessmann Belgium Bvba-Sprl Hermesstraat 14 B-1930 ZAVENTEM Technische wijzigingen voorbehouden.