VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTWIN 300-W VITOTWIN 350-F. voor de gebruiker van de installatie

Transcriptie

1 Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Micro-WKK op Stirling-basis met regeling voor weersafhankelijke werking VITOTWIN 300-W VITOTWIN 350-F 1/2015 Bewaren a.u.b.!

2 Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften! Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel. Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze bedieningshandleiding is bedoeld voor de gebruikers van de verwarmingsinstallatie. Dit apparaat kan ook worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met verminderde fysische, sensorische of mentale vaardigheden of gebrek aan ervaring en kennis, wanneer ze onder toezicht zijn of zijn onderwezen in het veilige gebruik van het toestel en de gevaren die het gebruik van het apparaat met zich meebrengt.! Opgelet Kinderen in de buurt van het toestel onder toezicht stellen. Kinderen mogen niet met het toestel spelen. Reiniging en door de gebruiker te verrichten onderhoud mogen niet worden verricht door kinderen die niet onder toezicht staan. Aansluiting van het toestel Het toestel mag enkel door erkende vakmensen aangesloten en in bedrijf genomen worden. Toestel enkel met de geschikte brandstof gebruiken. Vermelde elektrische aansluitvoorwaarden naleven. Wijzigingen aan de aanwezige installatie mogen enkel door erkende vakmensen worden uitgevoerd. Gevaar Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan de verwarmingsinstallatie kunnen leiden tot levensgevaarlijke ongevallen. Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door erkende installateurs worden uitgevoerd. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. Werkzaamheden aan het toestel Instellingen en werkzaamheden aan het toestel enkel volgens de instructies in deze bedieningshandleiding uitvoeren. Overige werkzaamheden aan het toestel mogen enkel door bevoegde vakmensen worden uitgevoerd. Toestel niet openen. Bekledingen niet verwijderen. Aangebouwde delen of geïnstalleerde toebehoren niet veranderen of verwijderen. Buisverbindingen niet openen of aantrekken. Gevaar Hete oppervlakken kunnen brandwonden veroorzaken. Toestel niet openen. Hete oppervlakken en niet-geïsoleerde buizen, armaturen en rookgasbuizen niet aanraken. Wat te doen bij gasgeur Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. Niet roken! Vermijd open vuur en vonkvorming. Druk nooit op schakelaars van verlichting en elektrische toestellen. Gasafsluitkraan sluiten. Ramen en deuren openzetten. Personen verwijderen uit de gevarenzone. Gas- en elektriciteitsbedrijf en installatiebedrijf buiten het gebouw informeren. Stroomvoorziening naar het gebouw vanaf een veilige plaats (buiten het gebouw) laten onderbreken. Wat te doen bij een rookgasgeur Gevaar Rookgas kan levensbedreigende vergiftiging veroorzaken. Verwarmingsinstallatie uitschakelen. Installatieplaats ventileren. Deuren van woonverblijven sluiten. Wat te doen bij brand Gevaar Bij brand bestaat gevaar voor verbranding en explosie. Verwarmingsinstallatie uitschakelen. Afsluitkleppen in de brandstofleidingen sluiten. Goedgekeurde brandblusser van brandklasse ABC gebruiken. 2

3 Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid (vervolg) Wat te doen bij storingen aan de verwarmingsinstallatie Gevaar Storingsmeldingen wijzen op defecten aan de verwarmingsinstallatie. Niet verholpen storingen kunnen levensgevaarlijke gevolgen hebben. Storingsmeldingen niet meermaals kort na elkaar bevestigen. Installateur op de hoogte brengen zodat deze de oorzaken kan analyseren en het defect kan verhelpen. Voorwaarden voor de opstelling Gevaar Gesloten ventilatieopeningen leiden tot een gebrek aan verbrandingslucht. Dat veroorzaakt onvolledige verbranding en de vorming van het levensgevaarlijke koolstofmonoxide. Aanwezige luchttoevoeropeningen niet versperren of afsluiten. Geen latere wijzigingen aan de installatie uitvoeren, die gevolgen voor de veilige werking kunnen hebben (bijvoorbeeld plaatsen van leidingen, bekledingen of scheidingswanden). Gevaar Gelijktijdige werking van het toestel met toestellen met luchtafvoer naar de buitenlucht kan door terugstroming van rookgas levensgevaarlijke vergiftigingen veroorzaken. Neem gepaste maatregelen voor een voldoende aanvoer van verbrandingslucht. Neem indien nodig contact op met uw CV-installateur. Extra componenten, reserveonderdelen en slijtagegevoelige onderdelen! Opgelet Componenten die niet met de verwarmingsinstallatie zijn gekeurd, kunnen leiden tot schade aan de verwarmingsinstallatie of de goede werking ervan belemmeren. Montage resp. vervanging uitsluitend door het installatiebedrijf laten uitvoeren.! Gevaar Licht ontvlambare vloeistoffen en materialen (bijv. benzine, oplos- en reinigingsmiddelen, verf of papier) kunnen explosies en brand veroorzaken. Dergelijke stoffen niet in de verwarmingsruimte en niet in de onmiddellijke buurt van de verwarmingsinstallatie opslaan of gebruiken. Opgelet Ontoelaatbare omgevingsvoorwaarden kunnen schade aan de verwarmingsinstallatie veroorzaken en een veilige werking belemmeren. Toegelaten omgevingstemperaturen respecteren volgens de gegevens in deze bedieningshandleiding. Toestel voor binnenopstelling: Luchtverontreiniging door halogeen-koolwaterstoffen (bijv. in verf, oplos- en schoonmaakmiddelen) en sterke stofvorming (bijv. door slijpwerkzaamheden) vermijden. Permanent hoge luchtvochtigheid (bijv. door voortdurend wasgoed te drogen) vermijden. Afzuigtoestellen Bij gebruik van toestellen met afvoer naar de buitenlucht (afzuigkap, afzuigtoestel, airconditioning, enzovoort) kan door de afzuiging een onderdruk ontstaan. Bij gelijktijdige werking met het toestel kan terugstroming van het rookgas ontstaan. 3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Eerst informeren Symbolen... 6 Vaktermen... 6 Gebruik conform de regelgeving... 6 Eerste inbedrijfstelling... 6 Toegelaten omgevingstemperaturen... 7 Uw installatie is vooraf ingesteld... 7 Tips om energie te besparen... 7 Tips voor meer comfort Bediening Overzicht van de bedienings- en weergave-elementen... 9 Functies... 9 Symbolen in het weergavevenster Basisindicatie op de display Wisselstroommeter Instellingen selecteren en wijzigen In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie inschakelen Verwarmingsinstallatie uitschakelen Tijdelijk uitschakelen Gedurende langere tijd uitschakelen Kamerverwarming inschakelen Warmwaterbereiding inschakelen Stroomvraagfunctie inschakelen Stroomvraagfunctie eenmalig inschakelen Elektrisch vermogen beperken Kamertemperatuur instellen Kamertemperatuur continu instellen Normale kamertemperatuur instellen Gereduceerde kamertemperatuur instellen Tijdprogramma instellen (schakeltijden) Kamertemperatuur alleen voor enkele dagen wijzigen Vakantietijd instellen Kamertemperatuur alleen voor enkele uren wijzigen Warm water instellen Warm water continu instellen Tijdprogramma voor warmwaterbereiding instellen (schakeltijden) Warmwaterbereiding kortstondig inschakelen Stroomvraagfunctie permanent instellen Tijdprogramma voor stroomvraagfunctie instellen (schakeltijden) Overige instellingen Datum en tijd Taal Mogelijke opvragingen Informatie opvragen Overzicht instellingen en opvragingen Gasverbruik Stirling-brander opvragen Alleen bij het vervangen van de regelingprintplaat Warmtehoeveelheid verwarming opvragen Uitsluitend bij het vervangen van de regelingprintplaat Storingsindicatie opvragen Wat doen? Ruimten te koud Er wordt geen stroom gegenereerd Onderhoud Reiniging

5 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Inspectie en onderhoud Toestel Warmwaterboiler (indien voorhanden) Veiligheidsklep (warmwaterboiler) Tapwaterfilter (indien aanwezig) Beschadigde aansluitleidingen Bijlage Begripsverklaringen Index

6 Eerst informeren Symbolen Symbool 1. Betekenis Verwijzing naar ander document met bijkomende informatie Bijkomende informatie, niet relevant voor de veiligheid Stap in afbeeldingen: de nummering komt overeen met de volgorde van de stappen. Vaktermen Om de functies van uw Vitotronic-regeling beter te begrijpen, worden enkele begrippen verklaard. Deze vaktermen worden als volgt aangegeven: Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Begripsverklaringen in de bijlage. Gebruik conform de regelgeving Het toestel mag volgens de regelgeving enkel geïnstalleerd en gebruikt worden in gesloten CV-systemen conform EN 12828, rekening houdend met de bijbehorende montage-, service- en bedieningshandleidingen. Het is uitsluitend voorzien voor de opwarming van warm water van een tapwaterkwaliteit. Gebruik van het toestel volgens de regelgeving impliceert dat een stationaire installatie in combinatie met installatiespecifiek toegelaten componenten werd uitgevoerd. Ieder ander gebruik moet door de fabrikant in elk geval worden goedgekeurd. Verkeerd gebruik van het toestel respectievelijk ondeskundige bediening (bijvoorbeeld wanneer de gebruiker het toestel opent) is verboden en leidt tot aansprakelijkheidsuitsluiting. Van verkeerd gebruik is sprake wanneer de functie volgens de regelgeving van componenten in het CV-systeem wordt gewijzigd (bijvoorbeeld door het afsluiten van rookgas- en toevoerluchtwegen). Het gebruik in bedrijven of industrie voor een ander doel dan voor het warm stoken van gebouwen of het opwarmen van tapwater geldt als niet volgens de voorschriften. Eerste inbedrijfstelling De eerste inbedrijfstelling en aanpassing van de regeling aan de plaatselijke en bouwkundige situatie moeten worden uitgevoerd door uw CV-installateur. Bij de eerste inbedrijfstelling of als uw verwarmingsinstallatie langere tijd buiten gebruik is geweest, kan het nodig zijn datum en tijd in te stellen. Als gebruiker van een nieuwe verwarmingsinstallatie bent u verplicht deze direct bij de Stichting Certificering Onderhoud en Inspectie van Stookinstallaties (SCIOS) aan te melden. Het gebruik van de installatie moet bij uw verantwoordelijke energiebedrijf worden aangemeld. Deze verstrekt de vrijgave voor stroomlevering aan het openbare net. Instructie voor gebruik Gebruik de Vitotwin niet met een van het net afhankelijke spanningsbron. 6

7 Eerst informeren Eerste inbedrijfstelling (vervolg) Toegelaten omgevingstemperaturen Vitotwin 300-W en Vitotwin 350-F Toegelaten omgevingstemperaturen 6 C tot 25 C Uw installatie is vooraf ingesteld De regeling is in de fabriek al op een standaardwerking ingesteld. Uw verwarmingsinstallatie is hierdoor klaar voor gebruik: tussen 6.00 en uur vindt kamerverwarming op normale kamertemperatuur plaats. Tussen 6.00 en uur wordt warm water bereid. Als er een warmwaterboiler aanwezig is, wordt het warme water tot de ingestelde gewenste temperatuur naverwarmd. Tussen en 6.00 uur vindt kamerverwarming op gereduceerde kamertemperatuur plaats (op 14 C ingesteld). Tussen en 6.00 uur wordt de warmwaterboiler niet naverwarmd. Er wordt automatisch omgeschakeld tussen winter- en zomertijd. De fabrieksmatige basisinstelling kunt u afhankelijk van uw behoefte wijzigen. Opmerking Bij stroomuitval blijven alle gegevens behouden. De regeling heeft een gangreserve van circa 15 uur. Daarna moet u tijd en datum opnieuw instellen (zie pagina 24). Verwarmingsinstallatie tijdelijk uitschakelen, zie pagina 14. Tips om energie te besparen Kamerverwarming Normale kamertemperatuur ( Gewenste waarde comfort, zie pagina 17): Verwarm de kamers niet te erg. Iedere graad kamertemperatuur minder spaart tot 6 % aan verwarmingskosten. Stel de kamertemperatuur niet hoger in dan 20 C. Tijdprogramma (zie pagina 18): Verwarm uw kamers overdag met de normale en 's nachts met de gereduceerde kamertemperatuur (niet zinvol voor vloerverwarming). Stel dit in via het tijdprogramma. Werkingsprogramma: Als u geen kamerverwarming nodig heeft, kiest u het werkingsprogramma Uitschakelwerking (zie pagina 15): Als u een langere periode de kamers niet wilt verwarmen. Korte afwezigheid (zie pagina 19): Beperk de kamertemperatuur, bijv. wanneer u inkopen gaat doen (niet zinvol voor vloerverwarming). Druk op de toets / van de afstandsbediening. Op de display verschijnt ECO. Vakantie (zie pagina 19): Stel het Vakantieprogramma in als u op vakantie gaat: De kamertemperatuur wordt verlaagd en de warmwaterverwarming wordt uitgeschakeld. Ventileren: Voor het ventileren sluit u de thermostaatkleppen. Laat het raam kortstondig helemaal open staan. Rolluiken: Laat de rolluiken (indien aanwezig) neer zodra het donker wordt. Thermostaatkleppen: Stel de thermostaatkleppen goed in. Radiatoren: Zet de radiatoren en thermostaatkleppen niet dicht. Warmwaterbereiding Warmwaterverbruik: Neem liever een douche in plaats van een bad. Voor een douche is meestal minder energie nodig dan voor een vol bad. Eigen stroomgebruik Gebruik de door uw Vitotwin opgewekte stroom met de stroomvraagfunctie (zie pagina 15) en het tijdprogramma voor de stroomvraagfunctie (zie pagina 23). Voor verdere energiespaarfuncties van de warmtepompregeling kunt u zich tot uw verwarmingsbedrijf wenden. 7

8 Eerst informeren Tips voor meer comfort Kamerverwarming Normale kamertemperatuur ( Gewenste waarde comfort, zie pagina 17): U kunt altijd uw comforttemperatuur instellen. Tijdprogramma (zie pagina 18): Gebruik het tijdprogramma. In het tijdprogramma kunt u de perioden met verschillende kamertemperaturen instellen, bijvoorbeeld overdag anders dan 's nachts. Warmwaterbereiding Tijdprogramma (zie pagina 18): Gebruik het tijdprogramma voor de warmwaterbereiding. In het tijdprogramma kunt u periodes met verschillende warmwatertemperaturen instellen, bijv. 's morgens hoger dan overdag. 8

9 Overzicht van de bedienings- en weergave-elementen Bediening Functies Bedieningselementen en indicaties Afb.1 AB C D A Wisselstroommeter B Manometer C Bedieningseenheid D Netschakelaar Bedieningseenheid A B C D E Afb.2 H G F A Warmwaterbereiding inschakelen (pagina 15) B Modus kamerverwarming selecteren (pagina 15) C Informatie (pagina 25) D Bevestiging/instelgebieden E Reset F Instelling van waarden G Terug H Servicefunctie (uitsluitend voor de vakman, zie montage- en servicehandleiding) Bediening U kunt alle instellingen aan uw verwarmingsinstallatie centraal op de bedieningseenheid realiseren. Als uw installatie afstandsbediening heeft, kunt u de belangrijkste instellingen ook op de afstandsbediening uitvoeren: Modus Spaarwerking Temperaturen Tijdprogramma Vakantieprogramma 9

10 Bediening Overzicht van de bedienings- en (vervolg) Taal Tijd en datum Afstandsbediening (accessoires) A B A Warmwaterbereiding inschakelen (pagina 15) B Modus Kamerverwarming instellen C ESC terug D OK ter bevestiging E +/ draaknop voor Normale kamertemperatuur en waarden instellen F Spaarwerking / G Stroomvraagfunctie H Informatie C D E F G H Afb.3 Symbolen in het weergavevenster De symbolen verschijnen niet continu, maar zijn afhankelijk van de installatie-uitvoering en van de bedrijfstoestand. Knipperende waarden in de display wijzen erop dat wijzigingen kunnen worden aangebracht. - + ª INFO PROG No ECO Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx Afb.4 Vorstbescherming Proces loopt Servicefunctie/onderhoudsindicatie (CV-installateur) Brander in bedrijf Vakantieprogramma Geselecteerd verwarmingscircuit Storingsmelding INFO Informatieniveau actief PROG Programmering actief ECO Spaarwerking (op afstandsbediening instelbaar, indien aanwezig) X Weergave in volle tekst Kamerverwarming op normale kamertemperatuur Kamerverwarming met Gereduceerde kamertemperatuur 10

11 Bediening Overzicht van de bedienings- en (vervolg) Basisindicatie op de display INFO Keteltemperatuur c In de basisweergave worden ketelwatertemperatuur, tijd en brandertoestand getoond. Brandertoestand: 1 Stirling-brander in bedrijf 2 Extra brander in bedrijf 1+2 Stirling-brander en extra brander in bedrijf Status brander Afb.5 Storings- en service-indicatie Bovendien kunnen in de basisweergave storingen en service-indicaties worden getoond: Storingsmelding (zie pagina 27) Mogelijke betekenis: Onderhoudsmelding: een onderhoudsinterval kan door uw CV-installateur worden ingesteld. Servicewerking bezig: activering en deactivering gebeurt door de verwarmingsfirma. Wisselstroommeter De nettostroommeter is een meetinrichting conform DIN Hij dient om de WKK-bonus tussen de exploitant van de installatie en de elektriciteitsmaatschappij af te rekenen. Hij is geijkt en geeft de afgegeven, voor vergoeding relevante nettohoeveelheid stroom van de Vitotwin 300-W aan. De integratie van de nettostroommeter is uitgevoerd conform VDE AR-N Hij is niet geschikt voor aansluiting op een Smart Grid-communicatie. A B Afb.6 11

12 Bediening Overzicht van de bedienings- en (vervolg) Voor de vergoeding door de elektriciteitsmaatschappij hebt u het meternummer A (naast het typeplaatje B) nodig. De wisselstroommeter is geijkt voor een periode van 8 jaar. Wanneer de ijkdatum is verlopen, moet u de wisselstroommeter opnieuw laten ijken of door een deskundig bedrijf laten vervangen. De ijkdatum vindt u op de sticker A. Beide laatste cijfers van het meternummer zijn de ijkdatum van de meter (jaartal). Vul de volgende tabel in: Meternummer Geijkt tot Nageijkt tot Nageijkt tot Datum vervanging Laatste meterstand (vóór het vervangen) Meternummer Geijkt tot Nageijkt tot Nageijkt tot Datum vervanging Laatste meterstand (vóór het vervangen) Instellingen selecteren en wijzigen In normale werking toont de display de basisweergave: INFO Keteltemperatuur c Status brander Afb.7 12

13 Bediening Instellingen selecteren en wijzigen (vervolg) Opmerking Als u de basisweergave niet vindt, drukt u net zo vaak op de toets ESC tot u weer naar de basisweergave gaat. Alle instellingen van de regeling bereikt u via menupunten die op de display worden getoond. Met OK gaat u telkens een stap vooruit of bevestigt u een ingestelde waarde. Met ESC gaat u telkens een stap terug. Ingestelde waarden worden niet overgenomen. Wanneer gedurende 8 minuten geen instelling wordt gewijzigd, verschijnt de basisweergave weer op de display. Afhankelijk van de installatie-uitvoering worden verschillende bedieningsregels niet getoond. Voorbeeld 1. Druk op OK. Op de display verschijnt als eerste menupunt Datum en tijd. 2. Draai de draaiknop tot de gewenste functie is gemarkeerd. 3. Bevestig met OK het geselecteerde bereik. 4. Draai de draaiknop tot het gewenste menupunt verschijnt. 5. Bevestig met OK het geselecteerde punt. Bij instelwaarden knippert de instelbare waarde. 6. Stel met de draaiknop de gewenste waarde in. 7. Bevestig met OK de ingestelde waarde. De waarde knippert niet meer en is daarmee overgenomen. 8. Om naar de basisweergave terug te keren, drukt u meerdere keren op de knop ESC. 13

14 In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie inschakelen 1. Controleer de druk van de verwarmingsinstallatie op de manometer A: Als de wijzer onder 1,0 bar (0,1 MPa) staat, is de druk van de installatie te laag. Stel uw installateur op de hoogte. Afb.8 A B 2. Bij open werking: Controleer of de be- en ontluchtingsopeningen van de installatieruimte openstaan en niet geblokkeerd zijn. Opmerking De verbrandingslucht wordt bij open werking uit de installatieruimte gehaald. Hiervoor moet de installatieruimte een beluchtingsopening hebben. 3. Open de gasafsluitkraan in de gasleiding. 4. Netspanning inschakelen, bijv. met de aparte zekering of een hoofdschakelaar. 5. Schakel de netschakelaar B in. Op de display verschijnt Data actualiseren en na een interne inbedrijfstellingprocedure de Keteltemperatuur. De inbedrijfstellingprocedure kan tot 10 minuten duren. Uw verwarmingsinstallatie en, indien aanwezig, ook de afstandsbedieningen zijn nu klaar voor gebruik. Verwarmingsinstallatie uitschakelen Tijdelijk uitschakelen Als u de verwarmingsinstallatie tijdelijk niet gebruikt, bijvoorbeeld in de zomervakantie, schakelt u alle verwarmingscircuits op 9. Opmerking De circulatiepompen worden dagelijks eenmaal automatisch kort ingeschakeld zodat ze niet vast komen te zitten. Druk zo vaak op toets MODE tot de streep op de display onder 9 staat. Op de display verschijnt Beveiligingsbedrijf, Aan en het symbool. Gedurende langere tijd uitschakelen Als u uw verwarmingsinstallatie gedurende langere tijd niet gebruikt, moet u deze uitschakelen. Opmerking Schakel de netschakelaar pas uit, wanneer de Stirlingmotor niet meer in bedrijf is. 1. Schakel de verwarmingscircuits op 9, zie Tijdelijk uitschakelen. 2. Schakel de warmwaterbereiding uit (zie pagina 15). Voor en na langere buitenbedrijfstelling van de verwarmingsinstallatie adviseren wij contact op te nemen met uw verwarmingsfirma. De vakman kan indien nodig geschikte maatregelen treffen om bijvoorbeeld de installatie te beschermen tegen vorst of om het verwarmingsoppervlak te conserveren. 14

15 In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie uitschakelen (vervolg) 3. Wacht tot de Stirling-motor buiten bedrijf is. Controleer daartoe het volgende: In de regel Status brander mag de 1 niet verschijnen. Op de toets Å drukken en met de draaiknop Belasting selecteren. Het aangegeven vermogen van de Stirling-motor moet minstens 10 minuten 0 zijn. 4. Schakel de netschakelaar uit. 5. Sluit de gasafsluitkraan. 6. Installatie spanningsvrij schakelen, bijv. met de aparte zekering of een hoofdschakelaar. De installatie wordt nu spanningsloos geschakeld. Er is geen vorstbescherming. Opmerking De verwarmingscircuits en de warmwaterbereiding moet u bij de nieuwe inbedrijfstelling weer inschakelen. Alle andere instellingen van de regeling blijven behouden. Advies bij langere buitenbedrijfstelling Omdat de pompen niet van spanning voorzien worden, kunnen ze vast komen te zitten. Na langere buitenbedrijfstelling kan het nodig zijn datum en tijd opnieuw in te stellen (zie pagina 24). Kamerverwarming inschakelen Selecteer met toets MODE de gewenste modus. De streep op de display onder het betreffende teken geeft de geselecteerde modus aan: Kamerverwarming met normale kamertemperatuur volgens de ingestelde schakeltijden afgewisseld met gereduceerde kamertemperatuur. Permanente werking op normale kamertemperatuur Permanente werking op gereduceerde kamertemperatuur Uitschakelwerking met vorstbescherming van de verwarmingsinstallatie Warmwaterbereiding inschakelen Druk op de toets. De streep op de display onder het teken geeft aan dat de warmwaterbereiding is ingeschakeld. Stroomvraagfunctie inschakelen Stroomvraagfunctie eenmalig inschakelen Wanneer u een grotere stroomverbruiker wilt inschakelen, bijvoorbeeld wasmachine of strijkijzer, kunt u met de stroomvraagfunctie de stroomproductie inschakelen. Bedenk dat de stroomvraagfunctie uitsluitend wordt geactiveerd als verwarmingswaterbuffers of warmwaterboilers nog warmte kunnen opnemen. Stroomvraagfunctie beëindigen De stroomvraagfunctie eindigt automatisch na 2 uur. Uw CV-installateur kan deze instelling veranderen. Als u de spaarwerking voortijdig wilt beëindigen, drukt u nogmaals op de toets van de afstandsbediening. Druk op toets van de afstandsbediening. In de regel Status brander verschijnt de 1. De stroomproductie is ingeschakeld. 15

16 In- en uitschakelen Elektrisch vermogen beperken Uw CV-installateur kan (indien nodig) het elektrisch vermogen veranderen. Het max. elektrische vermogen in regelwerking kan tussen 600 watt en 1000 watt ingesteld worden. Als het elektrische vermogen verminderd werd, vermindert ook het totale thermische vermogen van het toestel. Als er geen of slechts een beperkte warmtebehoefte is, wordt het toestel met het onderste warmtevermogen gebruikt. Als de stroomvraagfunctie geactiveerd werd, gebeurt de vrijgave op max. elektrisch vermogen (1000 watt). 16

17 Kamertemperatuur continu instellen Kamertemperatuur instellen Let op de volgende punten bij de kamerverwarming: Automatische modus, Normale werking of Gereduceerde werking moet zijn geselecteerd. In de Automatische modus gebeurt de kamerverwarming met normale of gereduceerde kamertemperatuur in de ingestelde periodes (zie pagina 18). Als u het tijdprogramma wilt wijzigen, zie pagina 18. Normale kamertemperatuur instellen Bij levering is de kamertemperatuur voor normale werking op 20 C ingesteld. 1. Druk op OK. Op de display verschijnt een selectie van instelmogelijkheden. 2. Kies met de draaiknop het verwarmingscircuit waarvan u de normale kamertemperatuur wilt wijzigen (bijv. verwarmingscircuit 1). 3. Druk op OK. INFO Comfortwaarde Status brander c Afb.9 4. Selecteer met de draaiknop Gewenste waarde comfort. 5. Druk op OK. Op de display knippert de ingestelde waarde. 6. Stel met de draaiknop de gewenste temperatuurwaarde in. 7. Druk op OK. Wanneer de waarde niet meer knippert, is de instelling overgenomen. 8. Om naar de basisweergave terug te keren, drukt u meerdere keren op de knop ESC. Gereduceerde kamertemperatuur instellen 1. Druk op OK. Op de display verschijnt een selectie van instelmogelijkheden. 2. Kies met de draaiknop het verwarmingscircuit waarvan u de gereduceerde kamertemperatuur wilt wijzigen (bijv. verwarmingscircuit 1). 3. Druk op OK. 4. Selecteer met de draaiknop Gewenste waarde gereduceerd. 5. Druk op OK. Op de display knippert de ingestelde waarde. 6. Stel met de draaiknop de gewenste temperatuurwaarde in. 7. Druk op OK. Wanneer de waarde niet meer knippert, is de instelling overgenomen. 8. Om naar de basisweergave terug te keren, drukt u meerdere keren op de knop ESC. 17

18 Kamertemperatuur instellen Kamertemperatuur continu instellen (vervolg) Tijdprogramma instellen (schakeltijden) Bij de kamerverwarming kan maximaal 3x per dag tussen normale kamertemperatuur en gereduceerde kamertemperatuur worden gewisseld (3 perioden). In de fabriek is voor alle werkdagen de periode 1 van 6.00 tot uur ingesteld; dat wil zeggen: in deze periode worden uw kamers tot normale kamertemperatuur verwarmd. U kunt tijdprogramma's instellen: voor alle weekdagen gelijk voor maandag tot vrijdag gelijk voor zaterdag en zondag gelijk Voor elke weekdag apart Houd er bij de instelling van de tijdprogramma's rekening mee dat uw verwarmingsinstallatie enige tijd nodig heeft om de kamers tot de gewenste temperatuur te verwarmen. Opdat op het aanvangstijdstip de kamerverwarming voldoende warmte levert, schakelt de Stirling-brander afhankelijk van de installatie maximaal 4 uur vooraf in. Uw CV-installateur kan het inschakelpunt veranderen. Handelingen voor de instelling van het tijdprogramma: 01. Druk op OK. Op de display verschijnt een selectie van instelmogelijkheden. 02. Kies met de draaiknop Klokprog. verw. groep 1, Klokprog. verw. groep 2 of Klokprog. verw. groep 3 (indien aanwezig). 03. Druk op OK. Op de display verschijnt Voorselectie Ma - Zo (perioden voor alle weekdagen gelijk). 05. Draai de draaiknop op 1e fase Aan verschijnt. Prog No :10 Tijdprogramma CV-circuit 1 Ma - Zo : 1e fase Aan Afb Druk op OK. Op de display knippert het huidige ingestelde tijdstip. 07. Stel met de draaiknop het gewenste tijdstip voor het begin van de 1e verwarmingsfase in. 08. Druk op OK. Wanneer de waarde niet meer knippert, is de instelling overgenomen. 09. Draai de draaiknop op 1e fase Uit verschijnt. 10. Stel het tijdstip voor 1e fase Uit en andere perioden in, zoals hierboven beschreven. 11. Om naar de basisweergave terug te keren, drukt u meerdere keren op de knop ESC. 04. Indien u voor alle weekdagen dezelfde perioden wilt instellen, verder met punt 5. Als u andere daggroepen of voor elke dag individuele perioden wilt instellen: Druk op OK. Selecteer met de draaiknop de gewenste daggroep. Druk als bevestiging op OK. 18

19 Kamertemperatuur alleen voor enkele dagen wijzigen Kamertemperatuur instellen Tijdens de vakantie heeft u de volgende mogelijkheden om energie te sparen: U kunt de kamerverwarming helemaal uitschakelen door voor het gewenste verwarmingscircuit modus 9 (uitschakelwerking) in te stellen (zie pagina 15). Of U kunt de kamerverwarming voor elk verwarmingscircuit afzonderlijk op minimaal energieverbruik instellen, bijvoorbeeld om de kamerplanten niet te laten bevriezen. Hiervoor stelt u een vakantietijd in. Tijdens de vakantietijd vindt voor het betreffende verwarmingscircuit kamerverwarming plaats volgens de voor deze periode ingestelde modus, maar geen warmwaterbereiding. Terwijl het vakantieprogramma actief is, verschijnt op de display. Vakantietijd instellen De instelling Vakantietijd wordt om 0.00 uur van de 1e vakantiedag actief en stopt om uur van de laatste vakantiedag. 01. Druk op OK. Op de display verschijnt een selectie van instelmogelijkheden. 02. Kies met de draaiknop Vakantie Verwarmingsgroep... het verwarmingscircuit waarvoor u een vakantietijd wilt instellen. 03. Druk op OK. Op de display verschijnt Start. 04. Druk op OK. Op de display knippert de maand voor het begin van de vakantietijd. 05. Stel met de draaiknop de gewenste maand in. 06. Druk als bevestiging op OK. Op de display knippert de dag voor het begin van de vakantietijd. 07. Stel met de draaiknop de gewenste dag in. 08. Druk op OK. 09. Selecteer met de draaiknop Einde. 10. Stel maand en dag in, zoals boven beschreven. 11. Selecteer met de draaiknop Bedrijfsniveau. 12. Druk op OK. 13. Selecteer met de draaiknop Vorstbeveiliging of Gereduceerd. 14. Druk als bevestiging op OK. 15. Om naar de basisweergave terug te keren, drukt u meerdere keren op de knop ESC. Vakantieprogramma beëindigen Het vakantieprogramma eindigt automatisch op de dag van terugkomst. Als u het vakantieprogramma voortijdig wilt beëindigen, wist u de ingestelde tijdstippen door ze in te stellen op :. Of stel bijvoorbeeld de modus in. Kamertemperatuur alleen voor enkele uren wijzigen Met de toets / op de afstandsbediening kunt u uw kamertemperatuur gedurende enkele uren wijzigen zonder de regelingsinstellingen permanent te veranderen. U wilt uw woning verlaten en volgens het tijdprogramma is Verwarmen op normale kamertemperatuur ingesteld. Om energie te besparen, kunt u de normale kamertemperatur tijdelijk verlagen. 19

20 Kamertemperatuur instellen Kamertemperatuur alleen voor enkele uren (vervolg) Druk op de toets / van de afstandsbediening. Op de display verschijnt ECO. De spaarwerking eindigt automatisch bij het omschakelen op een andere modus volgens het ingestelde tijdprogramma. 20

21 Warm water continu instellen Warm water instellen Let op de volgende punten bij de warmwaterbereiding: warmwaterbereiding moet ingeschakeld zijn (zie pagina 15) Wanneer voor uw verwarmingscircuit warmwaterbereiding plaatsvindt, hangt af van de instelling van het tijdprogramma (zie pagina 21). Warmwatertemperatuur instellen 1. Druk op OK. Op de display verschijnt een selectie van instelmogelijkheden. 4. Druk op OK. Op de display knippert de ingestelde waarde. De fabrieksinstelling is 50 C. 5. Stel met de draaiknop de gewenste temperatuur in. 6. Druk op OK. Wanneer de waarde niet meer knippert, is de instelling overgenomen. 7. Om naar de basisweergave terug te keren, drukt u meerdere keren op de knop ESC. 2. Selecteer met de draaiknop Tapwater. 3. Druk op OK. Op de display verschijnt de huidige ingestelde warmwatertemperatuur. Tijdprogramma voor warmwaterbereiding instellen (schakeltijden) Bij de warmwaterbereiding kan maximaal 3x per dag tussen normale warmwatertemperatuur en gereduceerde warmwatertemperatuur worden gewisseld (3 perioden). In de fabriek is voor alle weekdagen de periode 1 van 6.00 tot uur ingesteld; dat wil zeggen: in deze fase wordt het warme water tot de ingestelde warmwatertemperatuur verwarmd. Let er bij de instelling van de tijdprogramma's op dat de verwarmingsinstallatie enige tijd nodig heeft om de warmwaterboiler tot de gewenste temperatuur te verwarmen. Om optimale looptijden voor de Stirling-brander te bereiken, kan een inschakeltijdstip circa 2 uur vóór het tijdstip waarop warm water beschikbaar moet zijn, nodig zijn. U kunt tijdprogramma's instellen: voor alle weekdagen gelijk voor maandag tot vrijdag gelijk voor zaterdag en zondag gelijk Voor elke weekdag apart Handelingen voor de instelling van het tijdprogramma: 01. Druk op OK. Op de display verschijnt een selectie van instelmogelijkheden. 02. Selecteer met de draaiknop Klokprogramma 4 Tapw. 04. Indien u voor alle weekdagen dezelfde perioden wilt instellen, verder met punt 5. Als u andere daggroepen of voor elke dag individuele perioden wilt instellen: Druk op OK. Selecteer met de draaiknop de gewenste daggroep. Druk als bevestiging op OK. 05. Draai de draaiknop op 1e fase Aan verschijnt. 06. Druk op OK. Op de display knippert het huidige ingestelde tijdstip. 07. Stel met de draaiknop het gewenste tijdstip voor het begin van de 1e verwarmingsfase in. 08. Druk op OK. Wanneer de waarde niet meer knippert, is de instelling overgenomen. 09. Draai de draaiknop op 1e fase Uit verschijnt. 10. Stel het tijdstip voor 1e fase Uit en andere perioden in, zoals hierboven beschreven. 11. Om naar de basisweergave terug te keren, drukt u meerdere keren op de knop ESC. 03. Druk op OK. Op de display verschijnt Voorselectie Ma - Zo (perioden voor alle weekdagen gelijk). 21

22 Warm water instellen Warmwaterbereiding kortstondig inschakelen Voor het geval u in gereduceerde werking warmwaterbereiding nodig hebt. Houd de toets gedurende 5 s ingedrukt. Het warme water wordt daardoor eenmalig tot de ingestelde temperatuur verwarmd. 22

23 Tijdprogramma voor stroomvraagfunctie instellen (schakeltijden) Stroomvraagfunctie permanent instellen De stroomvraagfunctie kan tot driemaal per dag worden in- en uitgeschakeld, bijvoorbeeld wanneer u regelmatig grotere stroomverbruikers inschakelt. Fabrieksmatig zijn geen schakeltijden ingesteld. Bedenk dat de stroomvraagfunctie uitsluitend wordt geactiveerd als verwarmingswaterbuffers of warmwaterboilers nog warmte kunnen opnemen. U kunt tijdprogramma's instellen: voor alle weekdagen gelijk voor maandag tot vrijdag gelijk voor zaterdag en zondag gelijk Voor elke weekdag apart Handelingen voor de instelling van het tijdprogramma: 01. Druk op OK. Op de display verschijnt een selectie van instelmogelijkheden. 02. Selecteer met de draaiknop Klokprogramma Druk op OK. Op de display verschijnt Voorselectie Ma - Zo (perioden voor alle weekdagen gelijk). 04. Indien u voor alle weekdagen dezelfde perioden wilt instellen, verder met punt 5. Als u andere daggroepen of voor elke dag individuele perioden wilt instellen: Druk op OK. Selecteer met de draaiknop de gewenste daggroep. Druk als bevestiging op OK. 05. Draai de draaiknop op 1e fase Aan verschijnt. 06. Druk op OK. Op de display knippert het huidige ingestelde tijdstip. 07. Stel met de draaiknop het gewenste tijdstip voor het begin van de 1e stroomvraagfunctie in. 08. Druk op OK. Wanneer de waarde niet meer knippert, is de instelling overgenomen. 09. Draai de draaiknop op 1e fase Uit verschijnt. 10. Stel het tijdstip voor 1e fase Uit en andere perioden in, zoals hierboven beschreven. 11. Om naar de basisweergave terug te keren, drukt u meerdere keren op de knop ESC. 23

24 Overige instellingen Datum en tijd Datum en tijd zijn in de fabriek ingesteld en kunnen manueel worden gewijzigd. Bij de eerste inbedrijfstelling of als uw verwarmingsinstallatie langere tijd buiten gebruik is geweest, kan het nodig zijn datum en tijd in te stellen. Opmerking De omschakeling van zomertijd naar wintertijd vindt automatisch plaats. 1. Druk op OK. Op de display is het instelbereik Datum en tijd geselecteerd. 2. Druk op OK. Op de display verschijnt Uren / minuten. 3. Druk op OK. Op de display knippert het ingestelde uur. 4. Stel met de draaiknop de tijd in. 5. Druk op OK. Op de display knipperen de ingestelde minuten. 6. Stel met de draaiknop de huidige minuut in. 7. Druk als bevestiging op OK. 8. Om naar de basisweergave terug te keren, drukt u meerdere keren op de knop ESC. Taal 1. Druk op OK. Op de display verschijnt een selectie van instelmogelijkheden. 2. Selecteer met de draaiknop Bedieneenheid. 3. Druk op OK. Op de display verschijnt Taal. 4. Druk op OK. Op de display knippert de ingestelde taal. 5. Stel met de draaiknop de gewenste taal in. 6. Druk als bevestiging op OK. 7. Om naar de basisweergave terug te keren, drukt u meerdere keren op de knop ESC. 24

25 Informatie opvragen Mogelijke opvragingen Afhankelijk van aangesloten componenten en aangebrachte instellingen kunt u uiteenlopende informatie opvragen: Foutmeldingen Ketelwatertemperatuur Status brander Huidige vermogen van de Stirling-motor Energie totaal Opgewekte energie sinds reset Bedrijfstoestanden Telefoonnummer van uw CV-installateur (indien ingevoerd) 1. Druk op de toets Å. 2. Kies met de draaiknop de gewenste informatie. Overzicht instellingen en opvragingen Hieronder vindt u een overzicht van de mogelijke instellingen en opvragingen. Vereiste stappen en informatie over de instellingen vindt u in de desbetreffende paragrafen. 1. Druk op de toets OK. 2. Selecteer met de draaiknop de gewenste instelling of opvraging. Instellingen Tijd/datum Instelling zie pagina 24. Bedieningseenheid Taal instellen zie pagina 24. Tijdprogramma verwarmingscircuit 1/2/3 Tijdprogramma's instellen, zie pagina 18. Tijdprogramma 4/TWW Tijdprogramma voor warmwaterbereiding instellen, zie pagina 21. Tijdprogramma 5 Tijdprogramma voor stroomvraagfunctie instellen, zie pagina 23. Vakantie verwarmingscircuit 1/2/3 Vakantietijd instellen, zie pagina 19. Verwarmingscircuit 1/2/3 Temperaturen instellen, zie pagina 17. Tapwater Warmwatertemperaturen instellen, zie pagina 21. Uitsluitend wanneer warmwaterbereiding is ingesteld, zie pagina 15. Opvragingen Fout Storingen opvragen zie pagina 27. Onderhoud/speciale werking Instellingen (uitsluitend door de installateur) mogelijk. Servicefunctie actief? Brandervermogen Diagnose generator Vermogen (in W) Huidig opgewekt elektrisch vermogen Spanning (in V) Stroom (in A) Energie totaal (brutohoeveelheid stroom in kwh) Energie sinds reset (brutohoeveelheid stroom in kwh sinds de laatste terugstelling van de regeling) Generatorfrequentie (in Hz) Fasehoek Diagnose opwekker Bedrijfsuren Stirling-brander Gasverbruik Stirling-brander (in m 3 ) Diagnose verbruiker Buitentemperatuur Waarden peildatum Gasverbruik Stirling-motor zie pagina 25. Warmtehoeveelheid verwarmingswerking zie pagina 26. Gasverbruik Stirling-brander opvragen Om de terugbetaling van de energiebelasting aan te vragen, kunt u het gasverbruik van de Stirling-motor opvragen. Daartoe heeft uw CV-installateur bij de inbedrijfstelling een vaste datum ingevoerd (bijvoorbeeld 01-01). Vanaf deze datum wordt het gasverbruik van de Stirling-brander steeds opgeteld. Bij het gasverbruik van het voorlaatste afgesloten jaar wordt de hoeveelheid gas van het laatste afgesloten jaar opgeteld. Zo bepaalt u het gasverbruik van het laatste afgesloten jaar: Trek de waarde Gasverbruik op vaste dag 2 af van de waarde Gasverbruik op vaste dag 1. Zo bepaalt u het gasverbruik van de laatste afgesloten maand: Trek de waarde Gasverbruik Stirlingbrander M 2 af van de waarde Gebruikte hoeveelheid gas Stirling-brander M Druk op OK. 2. Selecteer met de draaiknop Vaste dag waarde. 25

26 Mogelijke opvragingen Gasverbruik Stirling-brander opvragen (vervolg) 3. Druk op OK. 4. Kies met de draaiknop de gewenste opvraging. Vaste dag (codering 9100) bijv Datum vaste dag 1 (codering 9104 wordt automatisch ingesteld) Dag/maand Jaar Gas verbruik Stirl. brander1 in m 3 (codering 9114) (afgesloten laatste jaar) Datum vaste dag 2 (codering 9153 wordt automatisch ingesteld) Dag/maand Jaar Gas verbruik Stirl. brander2 in m 3 (codering 9163) (afgesloten voorlaatste jaar) Datum maandwaarde 1 (codering 9202 wordt automatisch ingesteld) Dag/maand Jaar Gas verbruik Stirl. br. m1 (codering 9212) (afgesloten laatste maand) Datum maandwaarde 2 (codering 9251 wordt automatisch ingesteld) Dag/maand Jaar Gas verbruik Stirl. br. m2 (codering 9261) (afgesloten voorlaatste maand) Alleen bij het vervangen van de regelingprintplaat Wanneer de regelingprintplaat van uw Vitotwin 300-W moet worden vervangen: Om de terugbetaling van de energiebelasting aan te vragen, kunt u het gasverbruik sinds de laatste vaste datum van de Stirling-brander opvragen. U kunt het gasverbruik bepalen door van het Gasverbruik Stirling-brander de waarde Gasverbruik op vaste dag 1 af te trekken. Het verkregen gasverbruik legt u schriftelijk vast voor de terugbetalingsaanvraag. Gas verbruik Stirl. brander bepalen Gasverbruik op vaste dag 1 bepalen 1. Druk op OK. 2. Selecteer met de draaiknop Vaste dag. 3. Druk op OK. 4. Selecteer met de draaiknop de opvraging Gas verbruik Stirl. brander 1 in m 3 (codering 9114). 1. Druk op de toets OK. 2. Selecteer met de draaiknop de opvraging Diagnose warmteopwekking : Gas verbruik Stirl. brander in m 3 (codering 8345) Warmtehoeveelheid verwarming opvragen Om de eenmalige investeringstoelage voor uw verwarmingsinstallatie aan te vragen, kunt u de afgegeven warmtehoeveelheid verwarmen van de Vitotwin opvragen. Daartoe heeft uw CV-installateur bij de inbedrijfstelling een vaste datum ingevoerd (bijvoorbeeld 01-01). Vanaf deze peildatum wordt de afgegeven warmtehoeveelheid verwarmen steeds opgeteld. Bij de afgegeven warmtehoeveelheid verwarmen van het voorlaatste afgesloten jaar wordt de warmtehoeveelheid verwarmen van het laatste afgesloten jaar opgeteld. Zo bepaalt u de afgegeven warmtehoeveelheid verwarmen van het laatste afgesloten jaar: Trek de waarde Afgegeven warmte verwarmen op vaste dag 2 af van de waarde Afgegeven warmte verwarmen op vaste dag 1. Zo bepaalt u de afgegeven warmtehoeveelheid verwarmen van de laatste afgesloten maand: Trek de waarde Afgegeven warmte verwarmen M 2 af van de waarde Afgegeven warmte verwarmen M Druk op OK Selecteer met de draaiknop Vaste dag waarde. 3. Druk op OK.

27 Mogelijke opvragingen Warmtehoeveelheid verwarming opvragen (vervolg) 4. Kies met de draaiknop de gewenste opvraging. Vaste dag (codering 9100) bijv Datum vaste dag 1 (codering 9104 wordt automatisch ingesteld) Dag/maand Jaar Afgegeven warmte VG 1 in kwh (codering 9105) (afgesloten laatste jaar) Datum vaste dag 2 (codering 9153 wordt automatisch ingesteld) Dag/maand Jaar Afgegeven warmte VG 2 in kwh (codering 9154) (afgesloten voorlaatste jaar) Datum maandwaarde 1 (codering 9202 wordt automatisch ingesteld) Dag/maand Jaar Afgegeven warmte VG M 1 in kwh (codering 9203) (afgesloten laatste maand) Datum maandwaarde 2 (codering 9251 wordt automatisch ingesteld) Dag/maand Jaar Afgegeven warmte VG M 2 in kwh (codering 9252) (afgesloten voorlaatste maand) Uitsluitend bij het vervangen van de regelingprintplaat Duitsland: wanneer u de eenmalige toelage voor uw verwarmingsinstallatie hebt aangevraagd, heeft de BAFA het recht om de afgegeven warmtehoeveelheid verwarmen ook op een later tijdstip bij u op te vragen. Daarom hebt u, indien de regelingprintplaat van uw Vitotwin 300-W moet worden vervangen, de afgegeven warmtehoeveelheid verwarmen sinds de laatste vaste datum nodig. U kunt de afgegeven warmtehoeveelheid verwarmen bepalen door van de Afgegeven warmtehoeveelheid verwarmen de waarde Afgegeven warmtehoeveelheid verwarmen op vaste dag 1 af te trekken. De berekende warmtehoeveelheid verwarmen legt u schriftelijk vast voor een eventuele navraag. Afgegeven warmte Verw. bepalen 2. Selecteer met de draaiknop de opvraging Diagnose warmteopwekking : Afgegeven warmte Verw. in kwh (codering 8346) Afgegeven warmte Verw. op vaste dag 1 bepalen 1. Druk op OK. 2. Selecteer met de draaiknop Vaste dag waarde. 3. Druk op OK. 4. Selecteer met de draaiknop de opvraging Afgegeven warmte VG 1 in kwh (codering 9105). 1. Druk op de toets OK. Storingsindicatie opvragen Als een storing in uw verwarmingsinstallatie optreedt, wordt deze op de display met de volgende symbolen aangegeven. Storing met automatische ontgrendeling na opheffing of Ontgrendeling na opheffing van de storing met de knop (user-reset) of door de CV-installateur De storingscode kunt u zelf op de display opvragen en aflezen en aan uw CV-installateur doorgeven. Daarmee is de CV-installateur beter voorbereid en bespaart u eventueel extra voorrijkosten. Er kunnen maximaal 10 storingsmeldingen worden getoond. 27

28 Mogelijke opvragingen Storingsindicatie opvragen (vervolg) Storingen opvragen: INFO 1. Druk op de toets. Op de display verschijnt de storingscode en een korte beschrijving van de storing. Fout 1 10:Buitenvoeler 2. Draai de draaiknop om eventuele andere storingen op te vragen Afb.11 28

29 Wat doen? Ruimten te koud Oorzaak Verwarmingsinstallatie is uitgeschakeld. Regeling of afstandsbediening is verkeerd ingesteld. Alleen bij werking met warmwaterbereiding: Voorrang van de warmwaterbereiding Geen brandstof. Mengklepmotor defect (indien aanwezig) Oplossing Netschakelaar aan de regeling inschakelen. Hoofdschakelaar, indien aanwezig (buiten de verwarmingsruimte) inschakelen. Zekering van de stroomkring in de zekeringkast (huiszekering) inschakelen Instellingen controleren en eventueel corrigeren: Kamertemperatuur (zie pagina 17) Tijd (zie pagina 24) Tijdprogramma (zie pagina 18) Wachten tot de warmwaterboiler is opgewarmd. Gasafsluitkraan openen of eventueel navraag doen bij het energiebedrijf. Motorhendel A eruit hangen en mengklephendel B met de hand instellen. Stel uw CV-installateur op de hoogte. Er wordt geen stroom gegenereerd Oorzaak Verwarmingswaterbuffer of warmwaterboiler kunnen geen warmte opnemen. Op de display verschijnt Netcontrole actief. De Vitotwin kan geen stroom produceren omdat het stroomnet niet binnen het vereiste bereik werkt (bijvoorbeeld de netfrequentie). Oplossing Wanneer weer voldoende warmtevraag aanwezig is, kan de Vitotwin weer stroom produceren. Geen maatregelen nodig. Wanneer het stroomnet weer binnen het vereiste bereik werkt, verdwijnt de storingsmelding. Als Netcontrole actief vaak wordt weergegeven, brengt u de exploitant van het elektriciteitsnet op de hoogte. 29

30 Onderhoud Reiniging De bekleding kan met een gebruikelijk huishoudelijk reinigingsproduct (geen schuurmiddel) worden schoongemaakt. Inspectie en onderhoud Regelmatig onderhoud garandeert storingsvrije, energiebesparende, milieuvriendelijke en veilige verwarming. Uw verwarmingsinstallatie moet jaarlijks worden onderhouden door een bevoegde CV-installateur. Hiertoe kunt u het beste een inspectie- en onderhoudscontract met uw CV-installateur afsluiten. De ingebouwde wisselstroommeter is geijkt voor een periode van 8 jaar. Wanneer de ijkdatum is verlopen, moet u de wisselstroommeter opnieuw laten ijken of door een deskundig bedrijf laten vervangen. Toestel Naarmate de verontreiniging van het toestel toeneemt, stijgt de rookgastemperatuur en bijgevolg ook het energieverlies. Wij adviseren om het toestel jaarlijks te laten reinigen. Warmwaterboiler (indien voorhanden) DIN en EN 806 schrijven voor dat uiterlijk 2 jaar na inbedrijfstelling en daarna indien nodig onderhoud of reiniging moet plaatsvinden. Het intern reinigen van de warmwaterboiler, inclusief de tapwateraansluitingen, mag uitsluitend door een erkende installateur worden uitgevoerd. Als zich in de koudwatertoevoer van de warmwaterboiler een toestel voor waterbehandeling bevindt, bijvoorbeeld een sluis- of injecteerinrichting, moet de vulling tijdig worden vernieuwd. Lees hiervoor de gegevens van de fabrikant. Tevens bij Vitocell 100: Voor het testen van de verbruiksanode raden wij een jaarlijkse werkingscontrole aan door een installateur. De functiecontrole van de verbruiksanode kan zonder bedrijfsonderbreking plaatsvinden. De installateur meet de beveiligingsstroom met een anodetester. Veiligheidsklep (warmwaterboiler) Elk half jaar moet de gebruiker of de verwarmingsfirma door middel van beluchting controleren of de veiligheidsklep goed werkt (zie handleiding van de klepfabrikant). Het gevaar bestaat dat de klepzitting vervuild raakt. Tijdens het verwarmen kan water uit de veiligheidsklep druppen. De afvoer is naar de lucht open en mag niet gesloten worden. Tapwaterfilter (indien aanwezig) Omwille van hygiënische redenen als volgt te werk gaan: Bij filters die niet kunnen worden teruggespoeld, elke 6 maanden het filterelement vernieuwen (visuele controle elke 2 maanden). Bij filters die kunnen worden teruggespoeld elke 2 maanden terugspoelen. 30

31 Onderhoud Inspectie en onderhoud (vervolg) Beschadigde aansluitleidingen Indien aansluitleidingen van het toestel of van de extern geplaatste elektrische accessoires zijn beschadigd, dienen deze door bijzondere aansluitleidingen worden vervangen. Gebruik bij vervanging uitsluitend leidingen van Viessmann. Neem daartoe contact op met uw CV-installateur. 31

32 Bijlage Begripsverklaringen Verlaging (gereduceerde verwarmingswerking) Zie Gereduceerde verwarmingswerking. Werkingsprogramma Met het werkingsprogramma legt u het volgende vast: Kamerverwarming met normale kamertemperatuur volgens de ingestelde schakeltijden afgewisseld met gereduceerde kamertemperatuur. Permanente werking op normale kamertemperatuur Permanente werking op gereduceerde kamertemperatuur Uitschakelwerking met vorstbescherming van de verwarmingsinstallatie, geen kamerverwarming Werkingsmodus In het werkingsprogramma Automatische modus wisselt de modus normale verwarmingswerking naar de modus gereduceerde verwarmingswerking en omgekeerd. De tijdstippen voor een overgang van werkingsmodus bepaalt u bij de instelling van het tijdprogramma. Uitbreidingsset voor verwarmingscircuit met mengklep Module (accessoires) voor de regeling van een verwarmingscircuit met mengklep, zie mengklep Estrikdroging Uw installateur kan bijvoorbeeld bij nieuw- of aanbouw voor estrikdroging deze functie activeren. Daarmee wordt uw estrikvloer na een vast ingesteld tijdprogramma (temperatuur-tijd-profiel) gedroogd, zoals dat voor de materialen het beste is. De estrikdroogfunctie werkt op het geselecteerde verwarmingscircuit met mengklep: alle kamers worden verwarmd volgens het temperatuur-tijd-profiel. Tijdens de estrikdroging (25 dagen) hebben uw instellingen voor de kamerverwarming geen effect. Warmwaterbereiding gebeurt Vloerverwarming Vloerverwarmingen zijn trage verwarmingssystemen voor lage temperaturen en reageren zeer langzaam op kortstondige temperatuurwijzigingen. De verwarming met de gereduceerde kamertemperatuur 's nachts en de functie / (op de afstandsbediening) bij korte afwezigheid leveren daarom geen noemenswaardige energiebesparing op. 32 Verwarmingswerking Normale verwarmingswerking Wanneer u overdag thuis bent, verwarmt u uw kamers met de normale kamertemperatuur. De periodes legt u vast met het tijdprogramma voor verwarmen. Gereduceerde verwarmingswerking Als u afwezig bent of 's nachts verwarmt u uw kamers met gereduceerde kamertemperatuur. De periodes legt u vast met het tijdprogramma voor verwarmen. Bij vloerverwarming leidt de gereduceerde verwarmingswerking slechts voor een deel tot energiebesparing (zie Vloerverwarming ). Weersafhankelijke verwarmingswerking Bij weersafhankelijke werking wordt de aanvoertemperatuur afhankelijk van de buitentemperatuur geregeld. Bij een lagere buitentemperatuur wordt meer warmte beschikbaar gesteld dan bij een hogere. De buitentemperatuur wordt door een sensor gemeten en aan de regeling doorgegeven. De sensor is buiten aan het gebouw aangebracht. Verwarmingscircuit Een verwarmingscircuit is een gesloten kringloop tussen Vitotwin en radiatoren waarin het verwarmingswater stroomt. In een verwarmingsinstallatie kunnen meerdere verwarmingscircuits aanwezig zijn, bijv. een verwarmingscircuit voor de kamers die u bewoont en een verwarmingscircuit voor de kamers van een aparte wooneenheid. CV-pomp Circulatiepomp voor de circulatie van het verwarmingswater in het verwarmingscircuit. Mengklep Verwarmd verwarmingswater uit de ketel wordt gemengd met afgekoeld verwarmingswater uit het verwarmingscircuit. Het verwarmingswater dat zo al naargelang de behoefte op temperatuur wordt gebracht, wordt met de CV-pomp naar het verwarmingscircuit gebracht. De regeling past via de mengklep de aanvoertemperatuur aan de verschillende omstandigheden aan, bijvoorbeeld aan een gewijzigde buitentemperatuur. Nachtverlaging Zie Gereduceerde werking of Automatische modus