VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS. voor de gebruiker van de installatie

Transcriptie

1 Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Verwarmingsinstallatie met regeling Vitotronic 200, type HO1B voor weersafhankelijke werking VITODENS 4/2011 Bewaren a.u.b.!

2 Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.! Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze bedieningshandleiding is bedoeld voor de eigenaar van de verwarmingsinstallatie. Dit toestel is niet bestemd voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met beperkte lichamelijke, sensorische of geestelijke mogelijkheden of met een gebrek aan ervaring en/of kennis, tenzij ze onder toezicht staan van een persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk is en instructies hebben gekregen over het gebruik van het toestel. Opgelet! Kinderen moeten onder toezicht staan. Garanderen dat kinderen niet met het toestel spelen. Gevaar Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan de verwarmingsinstallatie kunnen leiden tot levensgevaarlijke ongevallen. Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door installateurs worden uitgevoerd. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. Wat te doen bij een gasgeur Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. Niet roken! Vermijd open vuur en vonkvorming. Nooit schakelaars van verlichting en elektrische toestellen bedienen. Gasafsluitkraan sluiten. Ramen en deuren open zetten. Personen verwijderen uit de gevarenzone. Energiebedrijf en/of installateur waarschuwen Stroom naar het gebouw vanaf een veilige plaats (buiten het gebouw) laten onderbreken. 2

3 Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid (vervolg) Wat te doen bij een rookgasgeur Gevaar Rookgassen kunnen levensbedreigende vergiftiging veroorzaken. Verwarmingsinstallatie uitschakelen. Plaats van installatie ventileren. Deuren van woonverblijven sluiten. Wat te doen bij brand Gevaar Bij brand bestaat gevaar voor verbranding en explosie. Verwarmingsinstallatie uitschakelen. Afsluitkleppen in de brandstofleidingen sluiten. Gebruik een gekeurde brandblusser (brandklasse ABC). Eisen aan de verwarmingsruimte Opgelet! Ontoelaatbare omgevingsvoorwaarden kunnen schade aan de verwarmingsinstallatie veroorzaken en een veilige werking belemmeren. Zorg voor een omgevingstemperatuur tussen 0 ºC en 35 ºC. Luchtverontreiniging door halogeen-koolwaterstoffen (bijv. uit verf, oplos- en schoonmaakmiddelen) en overdreven stofvorming (bijv. door slijpwerkzaamheden) dient te worden voorkomen. Permanent hoge luchtvochtigheid (bijv. door het permanent laten drogen van de was) voorkomen. Aanwezige luchttoevoeropeningen niet afsluiten. Bijkomende componenten, reserveonderdelen en slijtende onderdelen! Opgelet Componenten die niet met de verwarmingsinstallatie zijn gekeurd, kunnen leiden tot schade aan de verwarmingsinstallatie of de goede werking belemmeren. Montage resp. vervanging uitsluitend door het installatiebedrijf laten uitvoeren. 3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Eerst informeren Eerste inbedrijfstelling... 6 Uw verwarmingsinstallatie is vooraf ingesteld... 6 Vaktermen... 7 Tips voor het besparen van energie... 7 Over de bediening Bedieningselementen... 9 Bedieningseenheid... 9 Menu Hoe te bedienen In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie inschakelen Verwarmingsinstallatie uitschakelen Met vorstbewaking Zonder vorstbewaking (buitenbedrijfstelling) Ruimteverwarming Benodigde instellingen (kamerverwarming) Verwarmingscircuit kiezen Ruimtetemperatuur instellen Werkingsprogramma voor ruimteverwarming instellen Tijdprogramma voor kamerverwarming instellen Stooklijn wijzigen Ruimteverwarming uitschakelen Comfort- en energiespaarfuncties Tapwateropwarming Benodigde instellingen (warmwaterbereiding) Warmwatertemperatuur instellen Werkingsprogramma voor warmwaterbereiding instellen Tijdprogramma voor warmwaterbereiding instellen Verwarmingsinstallatie met omlooppomp Tapwateropwarming uitschakelen Overige instellingen Contrast in het display instellen Helderheid van de displayverlichting instellen Naam voor de verwarmingscircuits invoeren Basismenu veranderen Tijd en datum instellen

5 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Taal instellen Temperatuureenheid ( C/ F) instellen Instelling van de fabriek weer herstellen Opvragen Informatie opvragen Onderhoudsmelding opvragen Storingsmelding opvragen Service-testfunctie Wat doen? Ruimten te koud Ruimten te warm Geen warm water Warm water te heet ã knippert en Storing wordt aangegeven ë knippert en Onderhoud wordt aangegeven Bediening geblokkeerd wordt aangegeven Externe bijschakeling wordt aangegeven Externe bijschakeling wordt aangegeven Instandhouding Appendix Menu overzicht Opvragingsmogelijkheden in het uitgebreide menu Begripsverklaringen Index

6 Eerst informeren Eerste inbedrijfstelling De eerste inbedrijfstelling en het aanpassen van de regeling aan de plaatselijke en bouwkundige situatie moeten worden uitgevoerd door uw verwarmingsfirma. Uw installateur verstrekt informatie over uit te voeren werkzaamheden aan uw stookinstallatie (bijv. regelmatige meting, reiniging). Uw verwarmingsinstallatie is vooraf ingesteld De regeling is in de fabriek op Verwarmen en warm water ingesteld. Uw verwarmingsinstallatie is daarmee klaar voor gebruik: Ruimteverwarming Tussen 6.00 en uur worden de ruimtes met 20 C gewenste ruimtetemperatuur verwarmd (normale stookwerking). Tussen en 6.00 uur worden de kamers met 3 C Ger. gew. kamertemp. verwarmd (gereduceerde stookwerking, vorstbescherming). Uw CV-installateur kan bij de eerste inbedrijfstelling meer instellingen voor u invoeren. U kunt alle instellingen steeds individueel volgens uw wensen wijzigen (zie hoofdstuk Ruimteverwarming ). Warmwaterbereiding Tussen 5.30 en uur wordt het tapwater op 50 C gewenste warmwatertemperatuur verwarmd. Een eventueel aanwezige circulatiepomp is ingeschakeld. Tussen en 5.30 uur wordt de warmwaterboiler niet opgewarmd. Een eventueel aanwezige circulatiepomp is ingeschakeld. Uw CV-installateur kan bij de eerste inbedrijfstelling meer instellingen voor u invoeren. U kunt alle instellingen steeds individueel volgens uw wensen wijzigen (zie hoofdstuk Warmwaterbereiding ). Bescherming tegen vorst De vorstbescherming van uw verwarmingsketel en warmwaterboiler is gegarandeerd. Winter-/zomertijdomschakeling Deze omschakeling gebeurt automatisch. Tijd en datum Weekdag en tijd werden door uw cvinstallateur bij de eerste inbedrijfstelling ingesteld. 6

7 Uw verwarmingsinstallatie is vooraf ingesteld (vervolg) Eerst informeren Stroomuitval Bij stroomuitval blijven alle gegevens behouden. Vaktermen Om de functies van uw regeling beter te begrijpen, kunt u in de appendix het hoofdstuk Begripsverklaringen (zie pagina 49) raadplegen. Tips voor het besparen van energie Gebruik alleen de instelmogelijkheden van de regeling en van de afstandsbediening (indien aanwezig): stook uw ruimtes niet te warm, iedere graad ruimtetemperatuur minder betekent een besparing van maximaal 6% op de verwarmingskosten. Zet de ruimtetemperatuur niet hoger dan 20 C (zie pagina 19). stel de warmwatertemperatuur niet te hoog in (zie pagina 27). activeer de circulatiepomp alleen voor de tijden waarin warm water afgetapt wordt. Zie pagina 29 als u het tijdsprogramma wilt veranderen kies het werkingsprogramma dat aan de actuele situatie voldoet: Voor een korte afwezigheid (bijv. winkelen) kiest u de Spaarwerking (zie pagina 25). Zolang de spaarwerking is ingeschakeld, wordt de ruimtetemperatuur verlaagd. als u op reis gaat, stelt u het Vakantieprogramma in (zie pagina 26). Zolang het vakantieprogramma is ingeschakeld, wordt de ruimtetemperatuur verlaagd en is de warmwaterbereiding uitgeschakeld. in de zomer, als u geen vertrekken wilt verwarmen, maar wel warm water nodig heeft, stelt u het werkingsprogramma Alleen warm water in (zie pagina 27). 7

8 Eerst informeren Tips voor het besparen van energie (vervolg) in combinatie met een zonnesysteem: af fabriek is het begin voor de warmwaterbereiding op 5.30 uur ingesteld. Op zonnige dagen wordt de warmwaterboiler voldoende door het zonnesysteem opgewarmd zodat de volgende morgen de warmwatertemperatuur nog hoog genoeg is. Het begin voor de warmwaterbereiding kunt u bijv. op uur programmeren. Als u langere tijd geen vertrekken wilt verwarmen en geen warm water nodig heeft, stelt u het werkingsprogramma Uitschakelwerking in (zie pagina 16). Wendt u zich voor verdere energiespaarfuncties tot uw verwarmingsbedrijf. Meer advies: correct ventileren. Ramen kortstondig helemaal open zetten en daarbij de thermostaatkranen sluiten. Rolluiken (indien aanwezig) neerlaten zodra het donker wordt. Thermostaatkranen correct instellen. Radiatoren en thermostaatkranen niet afdekken. Gecontroleerd verbruik van warm water: een douche vereist doorgaans minder energie dan een vol bad. 8

9 Over de bediening Bedieningselementen Alle instellingen aan uw verwarmingsinstallatie kunt u centraal aan de bedieningseenheid van de regeling uitvoeren. Als in uw ruimtes afstandsbedieningen zijn geïnstalleerd, kunt u de instellingen ook op de afstandsbedieningen invoeren. Bedieningshandleiding afstandsbediening Opmerking De bedieningseenheid kan in een wandmontagesokkel worden geplaatst. Die is als accessoire verkrijgbaar. Vraag meer informatie aan uw cv-installateur. Bedieningseenheid HK1 14 C 21 C Keteltemperatur 48 C U gaat een stap in het menu terug of breekt de begonnen instelling af. Cursortoetsen U bladert in het menu of stelt waarden in. OK U bevestigt uw keuze of bewaart de ingevoerde instelling. U roept bij het geselecteerde menupunt de helptekst op. U roept het uitgebreide menu op. Menu Help U krijgt in de vorm van een korte handleiding verklaringen bij de bedieningselementen en een aanwijzing voor de keuze van het verwarmingscircuit (zie pagina 18). Zo roept u de korte handleiding op: screensaver is actief (zie pagina 12): Druk op de toets. u bevindt zich ergens in het menu: Druk zo vaak op tot het basismenu verschijnt (zie pagina volgende hoofdstuk). Druk op de toets. 9

10 Over de bediening Menu Er staan twee bedieningsniveaus ter beschikking, het Basismenu en het Uitgebreide menu. Basismenu D A HK1 B C 14 C 21 C Keteltemperatuur 48 C A Kopregel (aanduiding van het werkingsprogramma voor het aangegeven verwarmingscircuit D) B Actuele buitentemperatuur Opmerking Als uw verwarmingsinstallatie uit 2 of 3 verwarmingscircuits bestaat: u kunt instellen voor welk verwarmingscircuit HK1, HK2 of HK3 de indicatie in het basismenu moet verschijnen (zie pagina 33). Als uw verwarmingsinstallatie slechts uit één verwarmingscircuit bestaat: in de kopregel wordt geen verwarmingscircuitbenaming HK... weergegeven. C gewenste ruimtetemperatuur D Verwarmingscircuit dat voor de bediening in het basismenu gekozen is. In het basismenu kunt u de vaakst gebruikte instellingen voor het in de kopregel aangegeven verwarmingscircuit uitvoeren en opvragen: gewenste kamertemperatuur Druk op de volgende toetsen: / voor de gewenste waarde. OK ter bevestiging. Werkingsprogramma Werkingsprogramma's: Uitschakelwerking met vorstbewaking Alleen warm water Verwarmen en warm water 10

11 Over de bediening Menu (vervolg) Druk op de volgende toetsen: / voor het gewenste werkingsprogramma. OK ter bevestiging. Opmerking Voor evt. andere aangesloten verwarmingscircuits moet u de instellingen in het uitgebreide menu gebruiken. Zo roept u het basismenu op: screensaver is actief (zie pagina 12): druk op een willekeurige toets, behalve. u bevindt zich ergens in het menu: druk meerdere keren op tot het basismenu verschijnt. Opmerking 2 min. na elke instelling wisselt de indicatie automatisch naar het basismenu. Symbolen op het display De symbolen verschijnen niet continu, maar zijn afhankelijk van de installatieuitvoering en van de bedrijfstoestand. Werkingsprogramma's: Uitschakelwerking met vorstbewaking Alleen warm water Verwarmen en warm water Indicaties VC1 (2, 3) Voor weergave in het basismenu van het geselecteerde verwarmingscircuit. Wijziging zie pagina 33. Vorstbewaking Ruimteverwarming met normale temperatuur ruimteverwarming tot verlaagde temperatuur partywerking actief spaarwerking actief In combinatie met het solarsysteem: Zonnecircuitpomp loopt Brander in bedrijf Meldingen Onderhoudsmelding Storingsmelding 11

12 Over de bediening Menu (vervolg) Menu E Verwarming Warm water Zonne-energie Testfunctie Verder met OK E Dialoogregel In het uitgebreid menu kunt u instellingen uit de niet zo vaak gebruikte functieomvang van de regeling invoeren en opvragen, bijvoorbeeld vakantieprogramma en tijdprogramma's instellen. Het menuoverzicht vindt u op pagina 47. Zo roept u het uitgebreide menu op: Screensaver is geactiveerd: druk op een willekeurige toets, behalve, en daarna op. u bevindt zich ergens in het menu: Druk op. Hoe te bedienen Als u een paar minuten geen instellingen aan de bedieningseeneid heeft aangebracht, wordt de screensaver actief. De helderheid van de displayverlichting wordt verminderd. 12

13 Over de bediening Hoe te bedienen (vervolg) B C 14 C 21 C B Actuele buitentemperatuur Druk op de toets OK. U komt in het basismenu (zie pagina 10). 2. Druk op de toets. U gaat naar het uitgebreide menu (zie pagina 12). Het gekozen menupunt heeft een witte achtergrond. In de dialoogregel E (zie afbeelding op pagina 12) staan de nodige handelingsinstructies. C gewenste ruimtetemperatuur In de volgende afbeelding wordt via het voorbeeld voor de instelling van de gewenste ruimtetemperatuur de procedure voor instellingen met verschillende dialoogregels afgebeeld. 13

14 Over de bediening Hoe te bedienen (vervolg) VC1 14 C 21 C Keteltemperatuur 48 C Menu Verwarming Warm water Zonne-energie Testfunctie Verder met OK OK Verwarmingscircuit 1 Ù VC1 Ú Partymodus ê Spaarmodus ê Ruimtetemperatuur gewenst Verl. ruimtetemp. gewenst Verder met OK v/ v Ú Keuze verwarmingscircuit Ù HK2Ú Verwarmingscircuit 2 Werd gekozen OK / v/ v Verwarmingscircuit 1 VC1 Verwarmingscircuit 2 Ù VC1 HK2 Ú Partymodus Spaarmodus Ruimtetemperatuur gewenst OK ê ê Partymodus Spaarmodus Ruimtetemperatuur gewenst ê ê Verl. ruimtetemp. gewenst Verl. ruimtetemp. gewenst Verder met OK Verder met OK OK OK Ruimtetemperatuur gewenst VC1 Ruimtetemperatuur gewenst HK2 20 C 20 C Wijzigen met ( V of v Wijzigen met ( V of v Ruimtetemperatuur gewenst VC1 Ruimtetemperatuur gewenst HK2 22 C 22 C Overnemen met OK Overnemen met OK OK OK Ruimtetemperatuur gewenst VC1 Ruimtetemperatuur gewenst HK2 22 C 22 C Overgenomen Overgenomen 14

15 In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie inschakelen A B C E VC1 14 C 21 C bar Keteltemperatuur 48 C E A Storingsindicator (rood) B Werkingsindicator (groen) C Ontgrendelingstoets Controleer de druk van de verwarmingsinstallatie aan de manometer. Als de wijzer onder 1,0 bar staat, is de druk van de verwarmingsinstallatie te laag. Vul water bij of verwittig uw verwarmingsfirma. 2. Bij open werking: controleer of de be- en ontluchtingsopeningen van de stookruimte open staan en niet geblokkeerd zijn. Opmerking De verbrandingslucht wordt bij open werking uit de stookruimte gehaald. D Netschakelaar E Manometer (drukindicatie) 3. Bij Vitodens: open de gasafsluitkraan. Opmerking Laat u de plaats en het gebruik van deze onderdelen door uw verwarmingsbedrijf uitleggen. 4. Schakel de netspanning in, bijvoorbeeld met de aparte zekering of een hoofdschakelaar. 5. Schakel de netschakelaar in. Na korte tijd verschijnt er op het display van het basismenu (zie pagina 10) en de groene werkingsindicatie brandt. Uw verwarmingsinstallatie en, indien aangesloten, ook de afstandsbedieningen zijn nu paraat. 15

16 In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie uitschakelen Met vorstbewaking Kies voor elk verwarmingscircuit het werkingsprogramma Uitschakelwerking. Geen ruimteverwarming. Geen warmwaterbereiding. Vorstbescherming van de verwarmingsketel en van de warmwaterboiler is actief. Voor het verwarmingscircuit dat in de kopregel wordt aangegeven Basismenu / voor het werkingsprogramma Uitschakelwerking (vorstbescherming). 2. OK ter bevestiging. 3. Kies indien nodig het verwarmingscircuit (zie pagina 18). 4. Bedrijfsprogramma 5. Uitschakelwerking (vorstbescherming) Opmerking De circulatiepompen worden automatisch om de 24 uur even ingeschakeld zodat ze niet vast komen te zitten. Werkingsprogramma Uitschakelwerking beëindigen Kies een ander modusprogramma. Voor de andere verwarmingscircuits 2. Verwarming Zonder vorstbewaking (buitenbedrijfstelling) Schakel de netschakelaar uit. 2. Sluit de gasafsluitkraan. 3. Schakel de verwarmingsinstallatie spanningsvrij; bijvoorbeeld met de aparte zekering of een hoofdschakelaar. 4. Bij buitentemperaturen lager dan 3 C moet u geschikte maatregelen nemen voor de vorstbewaking van de verwarmingsinstallatie. Neem indien nodig contact op met uw CV-installateur. 16

17 In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie uitschakelen (vervolg) Advies bij langere buitenbedrijfstelling De pompen worden niet van spanning voorzien en daarom kunnen ze vast komen te zitten. Na langere buitenwerkingstelling kan het nodig zijn datum en tijd opnieuw in te stellen (zie pagina 33). 17

18 Ruimteverwarming Benodigde instellingen (kamerverwarming) Als u ruimteverwarming wenst, controleer dan de volgende punten: heeft u het verwarmingscircuit gekozen? Instelling zie volgende hoofdstuk. heeft u de gewenste ruimtetemperatuur ingesteld? Instelling zie pagina 19. Hebt u het juiste werkingsprogramma ingesteld? Instelling zie pagina 20. heeft u het gewenste tijdprogramma ingesteld? Instelling zie pagina 2 Verwarmingscircuit kiezen De verwarming van alle ruimtes kan evt. over meerdere verwarmingscircuits worden verdeeld. Bij verwarmingsinstallaties met meerdere verwarmingscircuits kiest u voor alle instellingen voor de ruimteverwarming eerst het verwarmingscircuit dat u wilt wijzigen. Bij verwarmingsinstallaties met slechts een verwarmingscircuit is die keuzemogelijkheid niet aanwezig. Voorbeeld: Verwarmingscircuit 1 is het verwarmingscircuit voor de door u bewoonde ruimtes. Verwarmingscircuit 2 is het verwarmingscircuit voor de ruimtes van een aanleunwoning. De verwarmingscircuits worden in de fabriek met Verwarmingscircuit 1 (VC1), Verwarmingscircuit 2 (VC2) en Verwarmingscircuit 3 (VC3) gekenmerkt. Als u of uw verwarmingsfirma de verwarmingscircuits een andere naam hebben gegeven, bijv. zelfstandige wooneenheid ) of dergelijke, wordt deze naam in plaats van Verwarmingscircuit... aangegeven (zie pagina 32). 2. Verwarming Menu Verwarming Warm water Zonne-energie Testfunctie Verder met OK 3. / voor het gewenste verwarmingscircuit. 18

19 Ruimteverwarming Verwarmingscircuit kiezen (vervolg) Verwarmingscircuit 1 Ù VC1 Ú selectie verwarmingscircuithk2 Ù Ú Partymodus ê Spaarmodus ê Ruimtetemperatuur gewenst Verl. ruimtetemp. gewenst Verder met OK Ú Verwarmingscircu Werd gekozen Opmerking Als u met de toets terug naar het basismenu (hoofdscherm) gaat, wordt in de kopregel weer VC1 aangegeven (zie pagina 10). Wijziging van de indicatie van het verwarmingscircuit in het basismenu zie pagina 33. Ruimtetemperatuur instellen Kamertemperatuur voor normale stookwerking instellen Fabrieksinstelling: 20 C Voor het verwarmingscircuit dat in de kopregel wordt aangegeven Ga te werk zoals op pagina 10 beschreven. Voor de andere verwarmingscircuits 2. Verwarming 3. Kies indien nodig het verwarmingscircuit (zie pagina 18). 4. Gewenste ruimtetemperatuur 5. Stel de gewenste waarde in. Kamertemperatuur voor gereduceerde stookwerking instellen (nachtdaling) Fabrieksinstelling: 3 C 2. Verwarming 3. Kies indien nodig het verwarmingscircuit (zie pagina 18). 4. Verl. ruimtetemp. gewenst 5. Stel de gewenste waarde in. 19

20 Ruimteverwarming Ruimtetemperatuur instellen (vervolg) De ruimtes worden met deze temperatuur verwarmd: tussen de periodes voor de normale stookwerking (zie pagina 21). in het vakantieprogramma (zie pagina 26). Werkingsprogramma voor ruimteverwarming instellen Fabrieksinstelling: Verwarmen en warm water Voor het verwarmingscircuit dat in de kopregel wordt aangegeven Ga te werk zoals op pagina 10 beschreven. Voor de andere verwarmingscircuits 2. Verwarming 3. Kies indien nodig het verwarmingscircuit (zie pagina 18). 4. Bedrijfsprogramma 5. Verwarmen en warm water De ruimtes van het gekozen verwarmingscircuit worden volgens de instellingen voor de ruimtetemperatuur en het tijdprogramma verwarmd. Het warm water wordt volgens de instellingen voor de gewenste warmwatertemperatuur en het tijdprogramma naverwarmd (zie hoofdstuk Warmwaterbereiding ). 20

21 Tijdprogramma voor kamerverwarming instellen Ruimteverwarming Het tijdprogramma voor de ruimteverwarming bestaat uit tijdfasen. In de fabriek wordt een periode van 6.00 tot uur voor alle weekdagen ingesteld. Het tijdprogramma kunt u individueel instellen, voor elke weekdag hetzelfde of verschillend: Voor de normale stookwerking kunt u 4 periodes per dag kiezen. Voor iedere tijdfase voert u het begin en het einde in. Tussen die periodes worden de ruimten met de gereduceerde ruimtetemperatuur verwarmd (zie hoofdstuk Ruimtetemperatuur voor gereduceerde stookwerking instellen ). Hou bij het instellen rekening met het feit dat uw verwarmingsinstallatie enige tijd nodig heeft om de vertrekken tot de gewenste temperatuur te verwarmen. In het uitgebreide menu kunt u onder Informatie het actuele tijdprogramma oproepen (zie hoofdstuk Informatie opvragen Groep Verwarmingscircuit... ). : 2. Verwarming 3. Kies indien nodig het verwarmingscircuit. 4. Tijdprogramma verwarming 5. Kies het weekgedeelte of de weekdag. 6. Kies de tijdfase!,?, of $. 7. Stel het begin en het einde van de betreffende tijdfase in. 8. Druk op om het menu te verlaten. Opmerking Als u de instelling van een tijdfase voortijdig wilt stopzetten, drukt u op tot de gewenste indicatie verschijnt. Weergegeven voorbeeld: tijdprogramma voor maandag tot vrijdag ( ma-vr ) Tijdfase!: Van 5.00 tot 8.30 uur Tijdfase?: Van tot uur!? Verwarming Ma - Vr? 16:30-23:00 u VC ! 05:00-08:30 u Normaal Normaal Kiezen met ( Voorbeeld: U wilt behalve voor maandag voor alle weekdagen hetzelfde tijdprogramma instellen: Kies de periode maandag zondag en stel het tijdprogramma in. Kies vervolgens maandag en stel voor die dag het tijdprogramma in. 21

22 Ruimteverwarming Tijdprogramma voor kamerverwarming instellen (vervolg) Tijdfase wissen Stel voor het einde dezelfde tijd in als voor het begin. Op het scherm verschijnt er voor de gekozen tijdfase - - : - -. Verwarming Ma - Vr VC ? - -: :- - u Normaal - -: :- - u Normaal Overnemen met OK Stooklijn wijzigen Het stookgedrag van de installatie wordt door de steilheid en het niveau van de gekozen stooklijn beïnvloed. Verdere informatie over de stooklijn vindt u onder Begripsverklaringen op pagina 50. Fabrieksinstelling: steilheid: 1,4 Niveau van de stooklijn: 0 Normale ruimtetemperatuur (gewenste waarde): 20 ºC Verlaagde ruimtetemperatuur (gewenste waarde): 3 ºC : 2. Verwarming 3. Kies indien nodig het verwarmingscircuit (zie pagina 18). 4. Stooklijn 5. Steilheid of Niveau Opmerking U krijgt tips over hoe en wanneer u de steilheid en het niveau van de stooklijn kunt wijzigen, door de toets? in te drukken. 6. Stel de gewenste waarde in. Voorbeeld: Steilheid van de stooklijn wijzigen tot 1,5. Een diagram geeft duidelijk de wijziging van de stooklijn weer, van zodra u de waarde voor de steilheid of het niveau wijzigt. 22

23 Ruimteverwarming Stooklijn wijzigen (vervolg) Verwarmingslijn VC1 100 C 81 C 23 C 68 C 55 C 41 C Steilheid 1,5 Wijzigen met ( Afhankelijk van verschillende buitentemperaturen (weergegeven op de horizontale as) worden de toegekende gewenste aanvoertemperaturen voor het verwarmingscircuit met een witte achtergrond weergegeven. Ruimteverwarming uitschakelen Voor het verwarmingscircuit dat in de kopregel wordt aangegeven Basismenu / voor het werkingsprogramma Alleen warm water (zomerwerking, geen ruimteverwarming) of Uitschakelwerking (vorstbescherming) 2. OK ter bevestiging. Voor de andere verwarmingscircuits 2. Verwarming 3. Kies indien nodig het verwarmingscircuit (zie pagina 18). 4. Bedrijfsprogramma 5. Alleen warm water (zomerwerking, geen ruimteverwarming) of Uitschakelwerking (vorstbescherming) 23

24 Comfort- en energiespaarfuncties Comfort- en energiespaarfuncties Comfortfunctie Partywerking kiezen Met deze functie kunt u de ruimtetemperatuur voor een paar uur wijzigen, bijvoorbeeld als de gasten 's avonds langer blijven. Reeds uitgevoerde regelingsinstellingen moet u daarbij niet wijzigen. Het warme water wordt in deze functie tot de ingestelde gewenste temperatuur naverwarmd. Indicatie in het basismenu 14 C 21 C VC1 2. Verwarming 3. Kies indien nodig het verwarmingscircuit (zie pagina 18). 4. Partymodus Verwarmingscircuit 1 Partymodus Spaarmodus Ruimtetemperatuur gewenst Verl. ruimtetemp. gewenst Verder met Ù VC1Ú OK ê ê 5. Stel de gewenste ruimtetemperatuur gedurende de partywerking in. Keteltemperatuur 48 C De ruimtes worden met de gewenste temperatuur verwarmd. Het warme water wordt tot de ingestelde gewenste temperatuur naverwarmd. Comfortfunctie beëindigen Automatisch na 8 uur of Automatisch bij het omschakelen op normale stookwerking volgens het tijdsprogramma of Zet in het uitgebreide menu de Partywerking op Uit. Partymodus HK1 23 C Wijzigen met ( 24

25 Comfort- en energiespaarfuncties (vervolg) Comfort- en energiespaarfuncties Energiespaarfunctie Spaarwerking kiezen Om energie te sparen, kunt u de ruimtetemperatuur tijdens de normale stookwerking verlagen, bijvoorbeeld als u de woning gedurende een paar uur verlaat. 2. Verwarming 3. Kies indien nodig het verwarmingscircuit (zie pagina 18). 4. Spaarmodus Opmerking De aanduiding van de ingestelde gewenste ruimtetemperatuur verandert niet. Spaarwerking beëindigen Automatisch bij omschakelen naar verlaagde stookwerking volgens het tijdprogramma. Zet in het uitgebreide menu de Spaarwerking op Uit. Verwarmingscircuit 1 Ù VC1Ú Partymodus Spaarmodus Ruimtetemperatuur gewenst Verl. ruimtetemp. gewenst Verder met OK ê ê Indicatie in het basismenu VC1 14 C 21 C Keteltemperatuur 48 C 25

26 Comfort- en energiespaarfuncties Comfort- en energiespaarfuncties (vervolg) Energiespaarfunctie Vakantieprogramma kiezen Om energie te sparen, bijvoorbeeld bij langere afwezigheid tijdens de vakantie, kunt u het vakantieprogramma activeren. De regeling is zo ingesteld dat het vakantieprogramma alle verwarmingscircuits beïnvloedt. Als u een wijziging wilt, neemt u contact op met de verwarmingsfirma. Afhankelijk van het ingestelde werkingsprogramma kan het vakantieprogramma verschillende uitwerkingen hebben: werkingsprogramma Verwarmen en warm water : De kamers worden met de ingestelde gereduceerde kamertemperatuur verwarmd (zie pagina 19). De warmwaterbereiding is uitgeschakeld. werkingsprogramma Alleen warm water : Voor alle verwarmingscircuits is slechts bescherming tegen vorst van de verwarmingsketel en de warmwaterboiler actief. Het vakantieprogramma start om 0.00 uur van de dag die volgt op de vertrekdag en eindigt om 0.00 uur van de dag van terugkomst, d.w.z. op de vertreken dag van terugkomst is het permanent ingestelde tijdprogramma actief (zie pagina 21). : 2. Verwarming 3. Vakantieprogramma Verwarmingscircuit 1 Bedrijfsprogramma Tijdprogramma verwarming vakantieprogramma Verwarmingslijn Verder met Ù VC1Ú OK ê 4. Stel de gewenste vertrekdag en dag van terugkomst in. Vakantieprogramma Vertrekdag: Datum Dag van terugkomst: VC1 Di Datum Woe Kiezen met ( Vakantieprogramma afbreken of wissen 2. Verwarming 3. Vakantieprogramma 4. Programma wissen 26

27 Benodigde instellingen (warmwaterbereiding) Tapwateropwarming Als u warmwaterbereiding wenst, controleer dan de volgende punten: Heeft u de gewenste warmwatertemperatuur ingesteld? Instelling zie volgende hoofdstuk. heeft u het gewenste tijdprogramma ingesteld? Instelling zie pagina 28. Hebt u het juiste werkingsprogramma ingesteld? Instelling zie pagina 27. Warmwatertemperatuur instellen 2. Warmwater 3. Warmwatertemp. Gew. 4. Stel de gewenste waarde in. Menu Verwarming Warm water Zonne-energie Testfunctie Verder met OK Werkingsprogramma voor warmwaterbereiding instellen Opmerking De regeling is zo ingesteld dat de warmwaterbereiding alle verwarmingscircuits beïnvloedt. Als u een wijziging wilt, neemt u contact op met de verwarmingsfirma. 2. Verwarming 3. Kies indien nodig het verwarmingscircuit (zie pagina 18). 27

28 Tapwateropwarming Werkingsprogramma voor warmwaterbereiding (vervolg) 4. Bedrijfsprogramma 5. Verwarmen en warm water (met ruimteverwarming) of Alleen warm water (zomerwerking, geen ruimteverwarming) Tijdprogramma voor warmwaterbereiding instellen Het tijdprogramma voor de warmwaterbereiding bestaat uit tijdfasen. In de fabriek wordt een periode van 05:30:00 tot uur voor alle weekdagen ingesteld. In de fabriek wordt voor de warmwaterbereiding Automatische werking ingesteld. D.w.z. tijdens de normale stookwerking wordt het warme water tot op de gewenste temperatuur naverwarmd. Om meteen bij het begin van de normale stookwerking warm water te hebben, begint de tijdfase voor de warmwaterbereiding automatisch een half uur vroeger dan de tijdfase voor de normale stookwerking. Als u geen automatische werking wenst, kunt u voor de warmwaterbereiding individueel tot en met 4 periodes per dag kiezen. Voor iedere tijdfase voert u het begin en het einde in. Hou bij het instellen rekening met het feit dat uw verwarmingsinstallatie enige tijd nodig heeft om het warm water tot de gewenste temperatuur te verwarmen. In het Uitgebreide menu kunt u onder Informatie het actuele tijdprogramma oproepen (zie hoofdstuk Informatie opvragen Groep Warm water ). : 2. Warm water 3. Tijdprogramma warm water 4. Individueel 5. Kies het weekgedeelte of de weekdag. 6. Kies de tijdfase!,?, of $. 7. Stel het begin en het einde van de betreffende tijdfase in. 8. Druk op om het menu te verlaten. Opmerking Als u de instelling van een tijdfase voortijdig wilt stopzetten, drukt u op tot de gewenste indicatie verschijnt. Weergegeven voorbeeld: tijdprogramma voor maandag tot vrijdag ( ma-vr ) Tijdfase!: Van 4.30 tot 6.30 uur Tijdfase?: Van tot uur Warm water!? Ma - Vr? 15:30-20:30 u VC ! 04:30-06:30 u Kiezen met ( AAN AAN 28

29 Tapwateropwarming Tijdprogramma voor warmwaterbereiding instellen (vervolg) Voorbeeld: U wilt behalve voor maandag voor alle weekdagen hetzelfde tijdprogramma instellen: Kies de periode maandag zondag en stel het tijdprogramma in. Kies vervolgens maandag en stel voor die dag het tijdprogramma in. Tijdfase wissen Stel voor het einde dezelfde tijd in als voor het begin. Op het scherm verschijnt er voor de gekozen tijdfase - - : - -. Warm water Ma - Vr VC1 Eenmalige warmwaterbereiding buiten het tijdprogramma Opmerking Minstens voor één verwarmingscircuit moet het werkingsprogramma Verwarmen en warm water of Alleen warm water zijn ingesteld. 2. Verwarming 3. Partymodus 4. Partywerking opnieuw met Uit deactiveren, opdat niet onbedoeld ruimteverwarming met normale ruimtetemperatuur zou plaatsvinden ? - -: :- - u AAN - -: :- - u --- Overnemen met OK Verwarmingsinstallatie met omlooppomp Meer informatie over de omlooppomp vindt u onder Verklaring van de begrippen op pagina

30 Tapwateropwarming Tijdprogramma voor warmwaterbereiding instellen (vervolg) In de fabriek is voor het tijdprogramma voor de omlooppomp Automatische werking ingesteld. D.w.z. de omlooppomp is parallel met het tijdprogramma voor de warmwaterbereiding ingeschakeld. Als u geen automatische werking wenst, kunt u voor de warmwaterbereiding individueel tot en met 4 periodes per dag kiezen, voor elke weekdag hetzelfde of verschillend. Voor iedere periode voert u het begin en het einde in. In het uitgebreide menu kunt u onder Informatie het actuele tijdprogramma oproepen (zie hoofdstuk Informatie opvragen Groep Warm water ). Opmerking De activering van de omlooppomp heeft alleen zin voor de periode dat warm water wordt gebruikt. : 2. Warmwater 3. Tijdprog. circulatie 4. Individueel 5. Kies het weekgedeelte of de weekdag. 6. Kies de tijdfase!,?, of $. 7. Stel het begin en het einde van de betreffende tijdfase in. Opmerking Als u het instellen voortijdig wilt afbreken, drukt u zo vaak op tot de gewenste indicatie verschijnt. Periode voor omlooppomp wissen Stel voor het einde dezelfde tijd in als voor het begin. Op het display verschijnt er voor de gekozen tijdfase - - : - -. Circulatie - -: :- - u Overnemen met Ma - Vr VC ? - -: :- - u OK

31 Tapwateropwarming Tapwateropwarming uitschakelen U wilt geen tapwater opwarmen en geen ruimtes verwarmen. Voor het verwarmingscircuit dat in de kopregel wordt aangegeven Basismenu / voor het werkingsprogramma Uitschakelwerking (vorstbescherming). 2. OK ter bevestiging. Voor de andere verwarmingscircuits 2. Kies indien nodig het verwarmingscircuit (zie pagina 18). 3. Verwarming 4. Bedrijfsprogramma 5. Uitschakelwerking (vorstbescherming) U wilt geen tapwater opwarmen, maar de ruimtes verwarmen. 2. Kies indien nodig het verwarmingscircuit (zie pagina 18). 3. Verwarming 4. Bedrijfsprogramma 5. Verwarmen en warm water 6. tot het menu. 7. Warmwater 8. Warmwatertemp. Gew. 9. Stel 10 C in. 31

32 Overige instellingen Contrast in het display instellen 2. Instellingen 3. Contrast 4. Stel het gewenste contrast in. Helderheid van de displayverlichting instellen U wilt de teksten in het menu beter kunnen lezen. Wijzig daarvoor de helderheid voor Bediening. De helderheid voor de screensaver kunt u ook wijzigen. 3. Helderheid 4. Bediening of Screensaver 5. Stel de gewenste helderheid in. 2. Instellingen Naam voor de verwarmingscircuits invoeren U kunt de verwarmingscircuits 1, 2 en 3 ( VC1, VC2 en VC3 ) individueel beschrijven. De afkortingen VC1 en VC2 en VC3 blijven behouden. 2. Instellingen 3. Naam voor verwarmingscircuit 4. Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2 of verwarmingscircuit 3 5. Wijzigen? 6. Met / kiest u het gewenste teken. 7. Met / gaat u naar het volgende teken. 8. Met OK neemt u alle ingevoerde tekens in een keer over en verlaat u gelijktijdig dit menu. Opmerking Met Terugzetten? wordt het ingevoerde begrip opnieuw gewist en verschijnt er opnieuw verwarmingscircuit 1 etc. Voorbeeld: Naam voor verwarmingscircuit 2 : Ingebouwde zelfstandige wooneenheid, bijvoorbeeld aanleunwoning 32

33 Naam voor de verwarmingscircuits invoeren (vervolg) Overige instellingen Verwarmingscircuit 2 g f Verwarmingscircuit 1 d c Wijzigen met ( Verwarmingscircuit 2 VC2 VC2 In het menu staat voor verwarmingscircuit 2 Aanleunwoning. Ingebouwde Ingebouwde zelfstandige zelfstandige wooneenh Ùwooneenh HK2Ú Partymodus Spaarmodus Gewenste ruimtetemperatuur ß 22 C Verl. gewenste ruimtetemperatuur Kiezen met ( Ingebouwde zelfstandige wooneenh Overgenomen Basismenu veranderen U wilt in het basismenu de gegevens voor verwarmingscircuit 2 (VC2) of verwarmingscircuit 3 (VCHK3) in de kopregel (zie pagina 10) tonen. 3. Basismenu 4. Kies het verwarmingscircuit. 2. Instellingen Tijd en datum instellen Tijd en datum worden af fabriek ingesteld. Als uw verwarmingsinstallatie langere tijd buiten gebruik is geweest, kan het nodig zijn datum en tijd in te stellen. 2. Instellingen 33

34 Overige instellingen Tijd en datum instellen (vervolg) 3. tijd/datum 4. Stel tijd en datum in. Taal instellen 2. Instellingen 3. Taal 4. Stel de gewenste taal in. Temperatuureenheid ( C/ F) instellen Fabrieksinstelling: C 2. Instellingen 3. Temperatuureenheid 4. Stel de temperatuureenheid C of F in. Instelling van de fabriek weer herstellen U kunt alle gewijzigde waarden voor ieder verwarmingscircuit afzonderlijk op de instelling van de fabriek zetten. 2. Instellingen 3. Basisinstelling 4. Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2 of verwarmingscircuit 3 De volgende instellingen en waarden worden teruggezet: Gewenste ruimtetemperatuur voor normale verwarming ( Gewenste ruimtetemperatuur ) Gewenste ruimtetemperatuur voor verlaagde verwarming ( Gewenste gereduceerde ruimtetemperatuur ) Werkingsprogramma ( Werkingsprogramma ) Gewenste warmwatertemperatuur ( Gewenste Warmwatertemperatuur ) Zeitprogrogramm für die Raumbeheizung ( Tijdprogramma verwarming ) Tijdprogramma voor de warmwaterbereiding ( Tijdprog. Warm water ) 34

35 Instelling van de fabriek weer herstellen (vervolg) Overige instellingen Tijdprogramma voor de circulatiepomp ( Tijdprog. circulatie ) Inclinatie ( Inclinatie en niveau ( Niveau ) van de stooklijn partywerking, spaarwerking en vakantieprogramma worden gewist. 35

36 Opvragen Informatie opvragen Naargelang de aangesloten componenten en uitgevoerde instellingen kunt u actuele temperaturen en werkingsstatus opvragen. In het uitgebreide menu is de informatie in groepen verdeeld: Algemeen Verwarmingscircuit 1 Verwarmingscircuit 2 Verwarmingscircuit 3 Warm water Solar Gegevens terugzetten Opmerking Als de verwarmingscircuits werden beschreven (zie hoofdstuk Naam voor het verwarmingscircuit ingeven ), verschijnt de naam van het verwarmingscircuit. Gedetailleerde opvraagmogelijkheden bij de afzonderlijke groepen vindt u in hoofdstuk Opvraagmogelijkheden in het uitgebreide menu. 2. informatie 3. Kies de groep. 4. Kies de gewenste opvraging. Opvragen in combinatie met solarinstallaties 2. Zonne-energie In een diagram wordt de zonne-energieopbrengst van de laatste 7 dagen aangegeven. De knipperende lijn in het diagram geeft aan dat de actuele dag nog niet is afgesloten. Zonne-energie Wo Do Vr Za Zo Ma Di Wo kwh Zo ,3 Kiezen met ( Opmerking Meer opvragingsmogelijkheden, bijv. over de bedrijfsuren van de zonnecircuitpomp, vindt u in het uitgebreide menu onder Informatie in de groep Solar. Gegevens terugzetten De volgende gegevens kunt u terugzetten: bedrijfsuren van de brander. brandstofverbruik, indien het door uw verwarmingsfirma werd ingesteld. in combinatie met een solarsysteem: solarenergieopbrengst, bedrijfsuren van de solarcircuitpomp en bedrijfsuren uitgang 22. alle genoemde gegevens gelijktijdig. 36

37 Opvragen Informatie opvragen (vervolg) 2. informatie 3. Gegevens terugzetten Onderhoudsmelding opvragen Als aan uw verwarmingsinstallatie een onderhoud moet worden uitgevoerd, knippert in het display het symbool en Onderhoud wordt aangegeven. Met de toets OK kunt u de reden voor het onderhoud oproepen. Onderhoud brander h Onderhoud Bevestigen met OK Verder met OK 2. Met de toets kunt u informatie over het komend onderhoud oproepen. 3. Als u de onderhoudsmelding wilt accepteren, volg dan de instructies in het menu. Stel uw CV-installateur op de hoogte. De onderhoudsmelding wordt in het menu overgenomen. Indicatie in het basismenu VC1 14 C 21 C Keteltemperatuur 48 C 37

38 Opvragen Onderhoudsmelding opvragen (vervolg) Weergave in het uitgebreide menu Menu Onderhoud Verwarming Warm water Zonne-energie Kiezen met ë Opmerking Als het onderhoud pas op een later tijdstip kan worden uitgevoerd, verschijnt de onderhoudsmelding de volgende maandag opnieuw. Geaccepteerde onderhoudsmelding oproepen 2. Onderhoud Storingsmelding opvragen Als aan uw verwarmingsinstallatie storingen zijn voorgekomen, knippert in het display het symbool en Storing wordt aangegeven. Bovendien knippert de rode storingsindicatie (zie hoofdstuk Verwarmingsinstallatie inschakelen ). Met de toets OK kunt u de storingsoorzaak oproepen. Storing Buitensensor Storing 18 A2 Storing Bevestigen met OK Verder met OK 2. Met de toets? kunt u aanwijzingen over het gedrag van de verwarmingsinstallatie oproepen. Bovendien krijgt u tips over welke maatregelen u zelf kunt treffen, alvorens u uw CV-installateur op de hoogte brengt. 38

39 Opvragen Storingsmelding opvragen (vervolg) 3. Noteer de storingsoorzaak en de storingscode rechts ernaast. Bijvoorbeeld: Buitensensor 18 en Storing A2. Daarmee is de CV-installateur beter voorbereid en bespaart u op eventuele extra rijkosten. 4. Als u de storingsmelding wilt accepteren, volg dan de instructies in het menu. De storingsmelding wordt in het menu overgenomen. Indicatie in het basismenu 14 C 21 C VC1 Opmerking Als u voor storingsmeldingen een signaalinrichting (bijvoorbeeld een claxon) heeft aangesloten, wordt de signaalinrichting door het accepteren van de storingsmelding uitgeschakeld. Als de storingen pas op een later tijdstip kunnen worden verholpen, verschijnt de storingsmelding de volgende dag opnieuw en de signaalinrichting wordt opnieuw ingeschakeld. Geaccepteerde storingsmelding oproepen 2. Storing Keteltemperatuur 48 C Weergave in het uitgebreide menu Menu Storing Verwarming Warm water Zonne-energie Verder met ã OK 39

40 Service-testfunctie Service-testfunctie De service-testfunctie mag alleen door uw installateur bij de jaarlijkse controle worden geactiveerd. 2. Testfunctie 3. Rookgastest Aan Opmerking De sevice-testfunctie kunt u ook activeren wanneer uw CV-installateur de bediening heeft geblokkeerd. Testfunctie Keteltemperatuur 62 C Beëindigen met OK Bij ingeschakelde brander wordt het symbool aangegeven. Service-testfunctie beëindigen Automatisch na 30 minuten. Druk op de toets OK. 40

41 Wat doen? Ruimten te koud Oorzaak De verwarmingsinstallatie is uitgeschakeld. Regeling of afstandsbediening is verkeerd ingesteld. Alleen bij werking met warmwaterbereiding: voorrang van de warmwaterbereiding is actief. Geen brandstof. Branderregeling wordt op het display getoond. Storing wordt in het display aangegeven en de rode storingsindicatie knippert. Mengklepmotor defect. Oplossing Schakel de netschakelaar in (zie afbeeldingen vanaf pagina 15). Schakel de hoofdschakelaar, indien aanwezig (buiten de stookruimte), in. Schakel de zekering in de groepenkast in. Controleer en corrigeer eventueel de instellingen: Verwarmen en warm water moet ingesteld zijn (zie pagina 20) Ruimtetemperatuur (zie pagina 19) Tijd (zie pagina 33) Tijdprogramma (zie pagina 21) Wacht tot de warmwaterboiler is opgewarmd. Bij werking met een doorstroomelement beëindigt u de warmwaterafname. Bij propaan: controleer de brandstofvoorraad en bestel evt. bij. Bij aardgas: open de gasafsluitkraan. Vraag na bij uw gasbedrijf. Druk op de toets R (zie pagina 15). Bevestig de storing (zie pagina 39). Als deze storing opnieuw brandt, verwittigt u uw verwarmingsfirma. De storingsmelding wordt getoond totdat de oorzaak is weggenomen. Vraag de aard van de storing op en bevestig deze (zie pagina 39). Informeer eventueel de verwarmingsfirma. Stel de mengklep handmatig in. 41

42 Wat doen? Ruimten te warm Oorzaak Regeling of afstandsbediening is verkeerd ingesteld. Storing wordt in het display aangegeven en de rode storingsindicatie knippert. Mengklepmotor defect. Oplossing Controleer en corrigeer eventueel de instellingen: Ruimtetemperatuur (zie pagina 19) Tijd (zie pagina 33) Tijdprogramma (zie pagina 21) Vraag de aard van de storing op en bevestig deze (zie pagina 39). Informeer eventueel de verwarmingsfirma. Stel de mengklep handmatig in. Geen warm water Oorzaak De verwarmingsinstallatie is uitgeschakeld. Regeling of afstandsbediening is verkeerd ingesteld. Geen brandstof. Storing wordt in het display aangegeven en de rode storingsindicatie knippert. Oplossing Schakel de netschakelaar in (zie afbeeldingen vanaf pagina 15). Schakel de hoofdschakelaar, indien aanwezig (buiten de stookruimte), in. Schakel de zekering in de groepenkast in. Controleer en corrigeer eventueel de instellingen: warmwaterbereiding moet vrijgegeven zijn (zie pagina 27) Warmwatertemperatuur (zie pagina 27) Tijdprogramma (zie pagina 28) Tijd (zie pagina 33) Bij propaan: controleer de brandstofvoorraad en bestel evt. bij. Bij aardgas: open de gasafsluitkraan. Vraag na bij uw gasbedrijf. Vraag de aard van de storing op en bevestig deze (zie pagina 39). Informeer eventueel de verwarmingsfirma. 42

43 Wat doen? Warm water te heet Oorzaak De regeling is verkeerd ingesteld. Oplossing Controleer en corrigeer eventueel de warmwatertemperatuur (zie pagina 27) ã knippert en Storing wordt aangegeven Oorzaak Storing in de verwarmingsinstallatie Oplossing Ga te werk zoals op pagina 38 beschreven. ë knippert en Onderhoud wordt aangegeven Oorzaak Een onderhoudtijdstip dat door uw CVinstallateur is ingesteld, is bereikt. Oplossing Ga te werk zoals op pagina 37 beschreven. Bediening geblokkeerd wordt aangegeven Oorzaak De bediening van deze functie is geblokkeerd. Oplossing Uw verwarmingsfirma kan de blokkering opheffen. Externe bijschakeling wordt aangegeven Oorzaak Het werkingsprogramma dat op de regeling is ingesteld, is door een extern toestel, bijvoorbeeld uitbreiding EA1, omgeschakeld. Oplossing Een oplossing is niet vereist. 43

44 Wat doen? Externe bijschakeling wordt aangegeven Oorzaak Het werkingsprogramma dat op de regeling is ingesteld, werd door de communicatiepoort Vitocom omgeschakeld. Oplossing U kunt het werkingsprogramma wijzigen. 44

45 Instandhouding Instandhouding Reiniging De bedieningsinterface kunt u met een microvezeldoek reinigen. De toestellen kunnen met een een courant huishoudelijk reinigingsproduct (geen schuurmiddelen) worden gereinigd. Inspectie en onderhoud Regelmatig onderhoud garandeert storingsvrij, energiebesparend, milieuvriendelijk en veilig stoken. Ten laatste om de 2 jaar moet uw verwarmingsinstallatie door een geautoriseerde verwarmingsfirma worden onderhouden. U kunt hiervoor het beste een inspectie- en onderhoudscontract met uw verwarmingsfirma afsluiten. Verwarmingsketel Naarmate de verontreiniging van de ketel toeneemt, stijgt de rookgastemperatuur en wordt ook het energieverlies groter. Daarom moet elke verwarmingsketel jaarlijks worden gereinigd. Warmwaterboiler (indien voorhanden) EN 806 schrijft voor dat uiterlijk twee jaar na inbedrijfstelling en daarna periodiek onderhoud of reiniging moet plaatsvinden. Het intern reinigen van de warmwaterboiler met inbegrip van de tapwateraansluitingen mag uitsluitend door een erkende verwarmingsfirma worden uitgevoerd. Als zich in de koudwatertoevoer van de warmwaterboiler een toestel voor waterbehandeling bevindt (bijv. een sluis- of injecteerinrichting), moet de vulling tijdig worden vernieuwd. Lees hiervoor de gegevens van de fabrikant. Extra bij Vitocell 100: Voor het testen van de opofferingsanode raden wij een jaarlijkse werkingscontrole aan door een verwarmingsfirma. De werkingscontrole van de anode kan zonder bedrijfsonderbreking plaatsvinden. De verwarmingsfirma meet de beveiligingsstroom met een anodetester. Veiligheidsklep (warmwaterboiler) De goede werking van de veiligheidsklep moet elk half jaar door de beheerder of door de verwarmingsfirma door ontluchten worden gecontroleerd. Het gevaar bestaat dat de klepzitting vuil is (zie handleiding van de klepfabrikant). 45

46 Instandhouding Instandhouding (vervolg) Tapwaterfilter (indien aanwezig) Omwille van hygiënische redenen als volgt te werk gaan: Bij filters die niet kunnen worden teruggespoeld, elke 6 maanden het filterelement vernieuwen (visuele controle elke 2 maanden). Bij filters die kunnen worden teruggespoeld elke 2 maanden terugspoelen. 46

47 Appendix Menu overzicht Verwarming Warm water Solarenergie Testfunctie Informatie Instellingen Algemeen Verwarmingscircuit 1 HK1 Verwarmingscircuit 2 HK2 Verwarmingscircuit 3 HK3 Warm water Solar Gegevens terugzetten Tijd / datum Taal NL Contrast Helderheid Temperatuureenheid Naam voor verwarmingscircuit Basismenu Basisinstelling Warmwatertemperatuur gew. Tijdprogramma warm water Tijdprogramma circulatie Gedetailleerde opvragingsmogelijkheden zie volgende Pagina. Partymodus Spaarmodus Gewenste ruimtetemperatuur Gewenste verlaagde ruimtetemper Bedrijfsprogramma Tijdprogramma verwarming Vakantieprogramma Stooklijn Verwarmen en warm water Alleen warm water Uitschakelmodus 47

48 Appendix Menu overzicht (vervolg) Opvragingsmogelijkheden in het uitgebreide menu Opmerking Afhankelijk van de uitrusting van uw verwarmingsinstallatie zijn niet alle opgesomde opvragingen mogelijk. Voor de met gekenmerkte informatie kunt u gedetailleerdere gegevens opvragen. Algemeen Buitentemperatuur Keteltemperatur Gemeensch. aanvoertemp. (Gemeenschappelijke aanvoertemperatuur) Brander Bedrijfsuren Brander 1e trap Bedrijfsuren Brander 2de trap Bedrijfsuren Brandstofverbruik toevoerpomp Algemene storingsmelding Deelnemersnummer Ingangen uitbr. EA1 Tijd Datum Radiokloksignaal Verwarmingscircuit 1 (VC1) Bedrijfsprogramma Werkingsstatus: Tijdprogramma Gewenste ruimtetemperatuur ruimtetemperatuur Verl. ruimtetemp. gewenst Ext. gew. kamertemp. Partytemp. Gew. Steilheid Niveau CV-pomp Vakantieprogramma 48 Verwarmingscircuit 2, 3 (VC2, VC3) Bedrijfsprogramma Werkingsstatus: Tijdprogramma Gewenste ruimtetemperatuur ruimtetemperatuur Verl. ruimtetemp. gewenst Gewenste externe ruimtetemperatuur Partytemp. Gew. Steilheid Niveau CV-pomp Mengklep aanvoertemperatuur Retourtemperatuur Vakantieprogramma Warmwater # Tijdprogramma circulatie Warmwatertemperatuur Boilerlaadpomp Circulatiepomp Stromingsschakel.

49 Appendix Menu overzicht (vervolg) Zonne-energie Collectortemp. Warm water-solar Zonnecircuitpomp Staafdiagram solarenergie Zonne-energie Zonnecircuitpomp Toerental solarpomp Verwarmingsonderdrukking WW SM1 uitgang 22 SM1 uitgang 22 Sensor 7 Sensor 10 Verwarmingsonderdruk. stoken Begripsverklaringen Verlaging (verlaagde stookwerking) Zie Verlaagde stookwerking. Werkingsprogramma Met het werkingsprogramma bepaalt u of u uw ruimtes verwarmt én tapwater opwarmt of dat u alleen tapwater opwarmt. Of dat u uw verwarming met vorstbescherming uitschakelt. U kunt kiezen uit de volgende werkingsprogramma's: Verwarmen en warm water De ruimtes worden verwarmd, het tapwater wordt opgewarmd (winterbedrijf). Alleen warm water Het tapwater wordt opgewarmd, geen ruimteverwarming (zomerbedrijf). Uitschakelmodus Bescherming tegen bevriezing van de verwarmingsketel en van de warmwaterboiler is actief, geen ruimteverwarming, geen warmwaterbereiding. 49

50 Appendix Begripsverklaringen (vervolg) Opmerking Een werkingsprogramma voor ruimteverwarming zonder warmwaterbereiding kan niet worden gekozen. Als ruimtes moeten worden verwarmd, is er normaal gezien ook warm water nodig (winterbedrijf). Als u toch alleen wilt stoken, kiest u het werkingsprogramma Verwarm.+ WW en zet u de warmwatertemperatuur op 10 C (pagina 31). Op die manier warmt u niet onnodig tapwater op, maar toch wordt de vorstbescherming van de warmwaterboiler gegarandeerd. Werkingsmodus In het werkingsprogramma Verwarmen en warm water gaat de werkingsmodus normale stookwerking (zie pagina 52) over naar de werkingsmodus verlaagde stookwerking (zie pagina 53) en omgekeerd. De tijdstippen voor een overgang van werkingsmodus legt u bij de instelling van het tijdprogramma vast. Uitbreidingsset voor verwarmingscircuit met mengklep Bouwgroep (accessoires) voor de regeling van een verwarmingscircuit met mengklep. Zie Mengklep. Stooklijn Stooklijnen tonen het verband tussen de buitentemperatuur, de ruimtetemperatuur (gewenste waarde) en de ketelwater- of aanvoertemperatuur. Hoe lager de buitentemperatuur, hoe hoger de ketelwater- resp. (verwarmingscircuit-)aanvoertemperatuur. Om bij iedere buitentemperatuur voldoende warmte bij een zo laag mogelijk brandstofverbruik te garanderen, moeten de omstandigheden van uw gebouw en uw verwarmingsinstallatie in acht worden genomen. Daarvoor wordt door uw verwarmingsfirma de stooklijn ingesteld. Opmerking Als er in uw verwarmingsinstallatie verwarmingscircuits met mengklep zijn, is de aanvoertemperatuur voor het verwarmingscircuit zonder mengklep een ingesteld verschil hoger dan de aanvoertemperatuur voor de verwarmingscircuits met mengklep. De getoonde stooklijnen gelden bij de volgende instellingen: Niveau van de stooklijn = 0 Normale ruimtetemperatuur (gewenste waarde) = 20 ºC 50

51 Appendix Begripsverklaringen (vervolg) Kesselwasser- bzw. Vorlauftemperatur in C Raum-Solltemperatur in C 30 3,0 3,2 3,4 2,6 2,8 2,4 2,2 2,0 1,8 Neigung 1,6 1,4 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 C B A Außentemperatur in C Voorbeeld: Voor buitentemperatuur 14 C: A Vloerverwarming, steilheid 0,2 tot 0,8 B Lagetemperatuurverwarming, steilheid 0,8 tot 1,6 C verwarmingsinstallatie met ketelwatertemperatuur boven 75 C, steilheid 1,6 tot 2,0 51

52 Appendix Begripsverklaringen (vervolg) In de fabriek is de steilheid = 1,4 en het niveau = 0 ingesteld. 110 Ketelwater- resp. aanvoertemperatuur in C A 3, Buitentemperatuur in C B 1,4 0,2 A Steilheid wijzigen: De steilheid van de stooklijn wordt veranderd. B Niveau wijzigen: De stooklijnen worden parallel in verticale richting verschoven. Verwarmingscircuit Een verwarmingscircuit is een gesloten kringloop tussen verwarmingsketel en radiatoren waar het verwarmingswater instroomt. In een verwarmingsinstallatie kunnen meerdere verwarmingscircuits aanwezig zijn. Bijvoorbeeld een verwarmingscircuit voor de ruimtes die u bewoont en een verwarmingscircuit voor de ruimtes van aanleunwoning. CV-pomp Circulatiepomp voor de circulatie van het verwarmingswater in het verwarmingscircuit. Werkelijke temperatuur Actuele temperatuur op het tijdstip van de opvraging; bijvoorbeeld werkelijke warmwatertemperatuur. Mengklep Een mengklep mengt het water dat in de verwarmingsketel wordt opgewarmd met het afgekoelde water dat uit het verwarmingscircuit terugstroomt. Het water dat zo al naargelang de behoefte op temperatuur wordt gebracht, wordt met de CV-pomp naar het verwarmingscircuit gebracht. De regeling past via de mengklep de aanvoertemperatuur van het verwarmingscircuit aan de verschillende omstandigheden aan, bijvoorbeeld aan een gewijzigde buitentemperatuur. Nachtverlaging Zie Verlaagde stookwerking. Normale stookwerking Gedurende de tijd dat u overdag thuis bent, verwarmt u uw ruimtes met de normale stookwerking. De periodes legt u vast met het tijdprogramma voor de ruimteverwarming. Gedurende die periodes worden uw ruimtes met de normale ruimtetemperatuur verwarmd. Normale ruimtetemperatuur Voor de tijd dat u overdag thuis bent, stelt u de normale ruimtetemperatuur in (zie pagina 19). 52

53 Appendix Begripsverklaringen (vervolg) Open werking De verbrandingslucht wordt aangezogen uit de ruimte waarin de verwarmingsketel staat. Gesloten werking De verbrandingslucht wordt van buiten het gebouw aangezogen. Verlaagde stookwerking Gedurende de tijd dat u afwezig bent of tijdens de nacht verwarmt u uw ruimtes met verlaagde stookwerking (verlaging). De periodes legt u vast met het tijdprogramma voor de ruimteverwarming. Gedurende die periodes worden uw ruimtes met de verlaagde ruimtetemperatuur verwarmd. Verlaagde ruimtetemperatuur Gedurende de tijd dat u afwezig bent of tijdens de nacht stelt u de verlaagde ruimtetemperatuur in (zie pagina 19). Zie ook Verlaagde stookwerking. Veiligheidsklep Veiligheidsinrichting die door uw CVinstallateur in de koudwaterleiding moet worden gemonteerd. De veiligheidsklep opent automatisch, opdat de druk in de warmwaterboiler niet te hoog wordt. De zonnecircuitpomp brengt het afgekoelde warmtedragend medium uit de warmtewisselaar van de warmwaterboiler naar de collectoren. Gewenste temperatuur Ingestelde temperatuur die moet worden bereikt; bijvoorbeeld gewenste warmwatertemperatuur. Zomerbedrijf Werkingsprogramma Alleen warm water. In de warmere tijd van het jaar, d.w.z. als de ruimtes niet moeten worden verwarmd, kunt u de stookwerking uitschakelen. De verwarmingsketel blijft in werking voor de warmwaterbereiding. Boilerlaadpomp Circulatiepomp voor de opwarming van tapwater in de warmwaterboiler. Tapwaterfilter Toestel dat de vaste stoffen aan het tapwater onttrekt. De tapwaterfilter is in de koudwaterleiding voor de ingang naar de warmwaterboiler of het verwarmingswaterdoorstroomelement gemonteerd. Zonnecircuitpomp In combinatie met zonnesystemen. 53

54 Appendix Begripsverklaringen (vervolg) Weersafhankelijke werking Bij een weersafhankelijke werking wordt de verwarmingsaanvoertemperatuur afhankelijk van de buitentemperatuur geregeld. Daardoor wordt niet meer warmte geproduceerd dan nodig is om de ruimtes met de door u ingestelde gewenste ruimtetemperatuur te verwarmen. De buitentemperatuur wordt door een sensor die buiten het gebouw is aangebracht, geregistreerd en aan de regeling doorgegeven. Circulatiepomp De omlooppomp pompt het warme water in een ringleiding tussen warmwaterboiler en tappunten (bijvoorbeeld kraan). Op die manier kunt u op de aftappunten zo snel mogelijk warm water tappen. 54

55 Index Index A Afloop...12 Afnameverklaring...6 Afstandsbediening...9, 43 Alleen verwarmen...31 B Basisinstelling...34 Basismenu Bediening...10 Basis-menu veranderen...33 Bediening...9, 12 afloop...12 Bedieningselementen...9 Menu...10 Bediening geblokkeerd...44 Bedieningseenheid...9 Bedieningselementen...9 Bedrijfstoestanden opvragen...36 Bedrijfsuren terugzetten...36 Beëindigen spaarwerking...25 Tapwateropwarming...31 vakantieprogramma...26 Begripsverklaringen...49 Bescherming tegen vorst...6 fabrieksinstelling...6 Boilerlaadpomp...53 Brandstofverbruik terugzetten...36 Buitenbedrijfstelling...16 C circulatiepomp...54 Comfortfunctie beëindigen...24 kiezen...24 Contrast instellen...32 CV-pomp...52 D Dagtemperatuur (normale kamertemperatuur)...10 Dagtemperatuur (normale ruimtetemperatuur)...6 Datum...6, 17, 33 Displaysymbolen...11 Displayverlichting...32 Drukindicatie...15 E Eerste inbedrijfstelling...6 Energie besparen tips...7 Energiespaarfunctie kiezen...25 Spaarwerking...25 spaarwerking beëindigen...25 vakantieprogramma...26 vakantieprogramma beëindigen...26 Energie sparen Spaarwerking...25 Vakantieprogramma...25 Externe bijschakeling...43 F Fabrieksinstelling...6 Filter...53 G Geen warm water...42 Gegevens terugzetten...36 Gereduceerde kamertemperatuur...19 Gereduceerde stookwerking...6 Gesloten werking...53 Gewenste temperatuur...53 H Heet water...43 Helderheid instellen...32 Help...9 Hoe te bedienen

56 Index Index (vervolg) I Inbedrijfstelling...6, 15 Informatie opvragen...36 Inschakelen Comfortfunctie...24 Energiespaarfunctie...25 kamerverwarming...18 uitschakelwerking...23 Uitschakelwerking...16 Verwarmingsinstallatie...15 Vorstbewaking...16 warmwaterbereiding...27 zomerwerking...23 Inspectie...45 Instandhouding...45 Instellen Kamerverwarming...10 Instellingen voor kamerverwarming...18 voor Kamerverwarming...10 voor warmwaterbereiding...27 Instelling van de fabriek weer herstellen...34 K Kamertemperatuur instellen voor normale stookwerking...10, 19 voor gereduceerder stookwerking..19 Kamerverwarming benodigde instellingen...18 inschakelen...18 instellen...10 Kamertemperatuur...10 tijdprogramma...21 werkingsprogramma...10 Koude ruimtes...41 M Manometer...15 Meldingsplicht...6 Mengklep...52 Menu Basismenu...10 help...9 structuur Waar bedienen...10 N Naam voor de verwarmingscircuits...32 Nachttemperatuur (gereduceerde kamertemperatuur)...6 Nachtverlaging...52 Netschakelaar...15, 16 Niveau...22, 50 Normale kamertemperatuur (dagtemperatuur)...10, 19 Normale ruimtetemperatuur (dagtemperatuur)...6 Normale stookwerking...6, 19, 52 O Omlooppomp periode wissen...30 tijdprogramma...29 Omlooppomp instellen omlooppomp instellen...29 Onderhoud...43, 45 Onderhoudscontract...45 Onderhoudsmelding...11 accepteren...37 oproepen (geaccepteerd)...38 opvragen...37 Open werking...53 Opvragen informatie...36 solarinstallatie...36 temperaturen...36 Opvraging bedrijfstoestanden...36 onderhoudsmelding...37 storingsmelding

57 Index Index (vervolg) P Partywerking beëindigen...24 inschakelen...24 Periode kamerverwarming instellen...21 omlooppomp, wissen...30 Pomp boiler...53 circulatie...54 Verwarmingscircuit...52 Pompe zonnecircuit...53 Programma's instellen voor kamerverwarming...21 voor omlooppomp...29 voor warmwaterbereiding...28 R Reiniging...45 Reinigingstips...45 Reset...34 Ruimtes te koud...41 Ruimtes te warm...42 Ruimtetemperatuur Ruimtetemperatuur...19 verlaagde...53 Ruimteverwarming 11 fabrieksinstelling...6 Tijdfase wissen...22 uitschakelen...23 verwarmingscircuit kiezen...18 werkingsprogramma...20 S Screensaver...12 Service-testfunctie...40 Solarenergie...36 Spaarwerking beëindigen...25 inschakelen...25 Steilheid...22, 50 Stookgedrag van de verwarmingsketel wijzigen...22 Stooklijn instellen...22 Verklaring...50 Stooktijden...21 Stookwerking gereduceerde...19 instellen...20 normale...19, 52 verlaagde...53 Storing...43 Storingen verhelpen...41 Storingsindicatie...11 Storingsindicator...15 Storingsmelding accepteren...38 oproepen (geaccepteerd)...39 opvragen...38 Stroomuitval...7 Symbolen op het display...11 T Taal instellen...34 Tapwaterfilter...53 Tapwateropwarming uitschakelen...31 Temperatuur gereduceerde kamertemperatuur...19 Gewenste temperatuur...53 normale kamertemperatuur...10, 19 opvragen...36 warm water...27 werkelijke temperatuur...52 Temperatuureenheid...34 Testfunctie...40 Tijd...6, 17, 33 Omlooppomp...29 stooktijden...21 warmwaterbereiding...28 Tijdfase Ruimteverwarming, wissen...22 Warmwaterbereiding, wissen

58 Index Index (vervolg) Tijdprogramma kamerverwarming instellen...21 voor circulatiepomp...6 voor ruimteverwarming...6 voor warmwaterbereiding...6 Toestel inschakelen...15 Toetsen...9 U Uitbreidingsset...50 Bediening...12 menustructuur...47 Uitschakelen comfortfunctie...24 ruimteverwarming...23 spaarwerking...25 Tapwateropwarming...31 vakantieprogramma...26 Verwarmingsinstallatie met vorstbewaking...16 Verwarmingsinstallatie zonder vorstbewaking...16 Uitschakelwerking...16, 23, 31, 49 V Vakantie, vakantieprogramma...26 Vakantieprogramma...26 afbreken...26 wissen...26 Veiligheidsklep...53 Verdere instellingen...33 Verlaagde ruimtetemperatuur...53 Verlaagde stookwerking...53 Verlaging...49, 53 Verwarmen en warm water...6 Verwarmen zonder warmwaterbereiding Verwarming instellen...10 Verwarmingscircuit...52 Verwarmingscircuit kiezen...18 Verwarmingscircuit met mengklep...50 Verwarmingscircuitopschrift...32 Verwarmingsinstallatie inschakelen...15 uitschakelen...16 Verwarmingsinstallatie uitschakelen..16 Voorinstelling in de fabriek...6 Vorstbescherming...23, 31 Vorstbewaking...11, 16 W Waar bedienen...9 Warme ruimtes...42 Warmwaterbereiding 6 benodigde instellingen...27 fabrieksinstelling...6 inschakelen...27 tijdprogramma...28 tijdprogramma omlooppomp...29 warmwatertemperatuur...27 werkingsprogramma...27 Warmwaterbereiding buiten het tijdprogramma...29 Warmwatertemperatuur instellen...27 Water te heet...43 Water te koud...42 Weersafhankelijke werking...54 Werkelijke temperatuur...52 Werkelijke temperatuur opvragen...36 Werkingsindicator...15 Werkingsmodus...50 Werkingsprogramma alleen warm water...53 ruimteverwarming...10 uitschakelwerking...10 verklaring begrippenf...49 Verwarmen en warm water...10 voor ruimteverwarming...20 warm water...10 warmwaterbereiding...27 Winter-/zomertijdomschakeling...6 Winterbedrijf

59 Index Index (vervolg) Wintertijdomschakeling...6 Woordenlijst...49 Zomerwerking...23 Zonnecircuitpomp...53 Z Zomerbedrijf...49, 53 Zomertijdomschakeling

60 Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier Uw contactpersoon Voor vragen over uw installatie of onderhouds- en reparatiewerkzaamheden kunt u contact opnemen met uw installateur. 60 Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info-nl@viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.