Het adolescentenstrafrecht: een verbetering voor de jeugdige?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het adolescentenstrafrecht: een verbetering voor de jeugdige?"

Transcriptie

1 Het adolescentenstrafrecht: een verbetering voor de jeugdige? Universiteit van Amsterdam, Faculteit der Rechtsgeleerdheid Scriptie Master Strafrecht, 29 juni 2012 Susana van den Bergh Studentnummer Begeleiding scriptie: de heer mr. M. Bosch de heer prof. dr. T. Blom

2 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Lijst van gebruikte afkortingen... 4 Inleiding Het Nederlandse jeugdstrafrecht Het jeugdstrafrecht tot Het jeugdstrafrecht in de 20 e eeuw De Commissie Overwater De Commissie Wiarda De Commissie Anneveldt Het huidige jeugdstrafrecht Speciale preventie in het jeugdstrafrecht Jeugdigen tot 12 jaar Jeugdsancties Tussenconclusie De internationale beginselen van het jeugdstrafrecht Inleiding De Beijing Rules, de Riyadh Guidelines en de Havana Rules Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind Het Comité inzake de Rechten van het Kind Het IVRK en het Nederlandse jeugdstrafrecht De Raad van Europa Tussenconclusie Het adolescentenstrafrecht De aanleiding voor de invoering van het adolescentenstrafrecht De wijzigingen De gevolgen van de invoering van het adolescentenstrafrecht Tussenconclusie Toepassing van het adolescentenstrafrecht in het licht van de internationale beginselen van het jeugdstrafrecht De Beijing Rules, de Riyadh Guidelines en de Havana Rules Het IVRK De aanbevelingen van de Raad van Europa De pedagogische grondslag van het jeugdstrafrecht Proportionaliteit en subsidiariteit Tussenconclusie Conclusie Literatuurlijst

3 Voorwoord Na een heleboel mooie jaren is er een einde gekomen aan mijn studententijd. Over de keuze van mijn master heb ik niet lang na hoeven denken, het werd sowieso strafrecht. Vanwege het werk van mijn vader was ik vanaf het begin af aan enthousiast over het jeugdstrafrecht, en daardoor was het vanaf de start van mijn scriptie ook al duidelijk welke richting mijn scriptie zou volgen. Ik heb mijn master met heel veel plezier afgelegd. Zonder mijn ouders was mijn studie nooit mogelijk geweest. Een speciaal woord van dank gaat dan ook naar hen uit. Ze hebben altijd achter mijn keuzes gestaan en mij daar ook financieel bij gesteund. Papa en mama, bedankt voor jullie onvoorwaardelijke steun, liefde, en het feit dat jullie mij altijd het gevoel gaven trots op mij te zijn. Natuurlijk wil ik ook Thomas bedanken voor al zijn steun en liefde, maar ook voor zijn bemoedigende woorden. Ik hoop dat we het de rest van ons leven zo mooi hebben samen! Ten slotte wil ik mr. Marc Bosch en prof. dr. Tom Blom bedanken. Marc Bosch voor zijn begeleiding bij het schrijven van mijn scriptie, en daarbij zijn duidelijke en prettige aanwijzingen. Tom Blom voor de tijd die hij heeft willen vrijmaken om mijn tweede lezer te zijn. 3

4 Lijst van gebruikte afkortingen Art. Artikel(en) BJJ Beginselenwet Justitiële Jeugdinrichtingen BW Burgerlijk Wetboek Comité VN Comité inzake de Rechten van het Kind EHRM Europees hof voor de Rechten van de Mens EU Europese Unie EVRM Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens GBM Gedragsbeïnvloedende maatregel HR Hoge Raad IVBPR Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten IVRK Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind Kamerstukken II Kamerstukken Tweede Kamer LJN Landelijk Jurisprudentie Nummer MvA Memorie van Antwoord MvT Memorie van Toelichting NJ Nederlandse Jurisprudentie NJB Nederlands Juristenblad OM Openbaar Ministerie PIJ Plaatsing in een Justitiële Jeugdinrichting Rb. Arrondissementsrechtbank Red. Redactie RSJ Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming Sr. Wetboek van Strafrecht Stb. Staatsblad van het Koninkrij der Nederlanden Sv Wetboek van Strafvordering TBS Terbeschikkingstelling 4

5 Inleiding In de Romeinse tijd was het niet mogelijk kinderen tot zeven jaar strafrechtelijk aansprakelijk te stellen, en voor kinderen van zeven tot veertien jaar werd er voor elk afzonderlijk geval bekeken of er sprake was van boos opzet. Indien dit bevestigend werd beantwoord, werd het kind als volwassene bestraft. 1 Door de jaren heen kent het jeugdstrafrecht verschillende vormen maar het heeft zich altijd gekenmerkt door een pedagogische grondslag. Al eeuwen is duidelijk dat jeugdigen door hun leeftijd een zwakkere positie hebben en dat een passende straf of maatregel noodzakelijk is. Voor jeugdigen die een strafbaar feit plegen is derhalve een speciaal pakket van straffen en maatregelen met een meer opvoedkundig karakter ontworpen. 2 Ook het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (hierna te noemen: IVRK) stelt expliciet dat de belangen van het kind altijd de eerste overweging dienen te vormen. 3 Op grond van onder andere artikel 40 van het IVRK staan pedagogische doelen centraal in de toepassing van het jeugdstrafrecht en dienen alternatieven voor vervolging en berechting het uitgangspunt te zijn. Naast het IVRK bestaan er veel internationale documenten die zich richten op de rechtspositie van jeugdigen. Vaak overlappen die internationale documenten elkaar, zoals het IVRK die veel internationale jeugdstrafrechtbeginselen bevat die reeds in andere verdragen of aanbevelingen zijn opgesomd. Met de komst van verschillende wetswijzigingen van het Wetboek van Strafrecht heeft de naleving van de verschillende internationale rechtsnormen dan ook regelmatig voor discussie gezorgd. Door de invoering van het adolescentenstrafrecht 4 is deze discussie weer actueel en daarom zal de vraagstelling van deze scriptie zijn: is het toekomstige adolescentenstrafrecht verenigbaar met de internationale beginselen van het jeugdstrafrecht? Alvorens over te gaan op de internationale beginselen van het jeugdstrafrecht zal in het eerste hoofdstuk aandacht worden besteed aan het Nederlandse jeugdstrafrecht, waarna het huidige jeugdstrafrecht uitgebreider besproken zal worden. Het tweede hoofdstuk gaat in op de internationale beginselen van het jeugdstrafrecht. In dit hoofdstuk wordt, vanwege de veelheid aan internationale beginselen en om overlap te 1 D. Simons, Leerboek van het Nederlandsche Strafrecht, Groningen: Noordhoff 1917, p G. de Jonge & A.P. van der Linden, Jeugd&Strafrecht, een leer- en praktijkboek over het (internationale) jeugdstrafrecht en jeugdstrafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2007, p Convention of the Rights of the Child Kamerstukken II, 2010/2011, , nr. 17 5

6 voorkomen, aandacht besteed aan de Beijing Rules, de Havana Rules, de Riyadh Guidelines, het IVRK en een aantal aanbevelingen van de Raad van Europa. Hierbij zal elke keer kort worden stilgestaan bij de toepassing van internationale beginselen van het jeugdstrafrecht in Nederland. Vervolgens wordt in het derde hoofdstuk het adolescentenstrafrecht uiteengezet, en welke gevolgen het adolescentenstrafrecht met zich mee zal brengen. Tenslotte zal in het vierde hoofdstuk het adolescentenstrafrecht worden afgezet tegen de internationale beginselen van het jeugdstrafrecht door te toetsen aan de genoemde internationale rechtsnormen, waarna ik tot mijn conclusie zal komen. 6

7 1. Het Nederlandse jeugdstrafrecht Voordat wordt ingegaan op de internationale beginselen van het jeugdstrafrecht is het van belang te weten waarom er een separaat strafrecht bestaat voor jeugdigen in Nederland. In dit hoofdstuk zullen de verschillende vormen die het jeugdstrafrecht heeft gekend uiteengezet worden, daarna wordt het jeugdstrafrecht in zijn huidige vorm besproken. 1.1 Het jeugdstrafrecht tot 1901 Met de komst van het Crimineel Wetboek voor het Koningrijk Holland in 1809 werd er voor het eerst een duidelijk onderscheid gemaakt tussen volwassenen en jeugdigen in het strafrecht. Het Wetboek bepaalde dat aan jeugdigen tot twaalf jaar geen straf kon worden opgelegd. Voor jeugdigen tussen de twaalf en vijftien jaar golden er kinderstraffen en kon tuchtiging door opsluiting voor maximaal twee maanden worden opgelegd. Voor de groep van vijftien- tot achttienjarigen bestond er de mogelijkheid voor de rechter om een lichtere straf dan die voor personen van achttien jaar en ouder op te leggen. 5 Nederland werd echter in 1811 bezet door Frankrijk waardoor de Code Pénal van toepassing werd in Nederland. Hierdoor verdween de ondergrens van twaalf jaar en vanaf toen werd er gekeken of de jeugdige, jonger dan zestien jaar, bij het plegen van een strafbaar feit over oordeel des onderscheids, een bijzondere toestand van toerekeningsvatbaarheid, beschikte. Dit hield in dat het aan de rechter was om te beoordelen of de jeugdige de gevolgen van het plegen van het strafbare feit had kunnen inzien. 6 Bovendien gold ten aanzien van deze groep dat de maximumstraf met een derde verminderd werd, en op een misdrijf waarop levenslange gevangenisstraf was gesteld kon de rechter maximaal vijftien jaar gevangenisstraf opleggen aan de jeugdige. 7 Als de rechter van mening was dat dit oordeel niet aanwezig was, dan werd de jeugdige in een opvoedingsgesticht ( maison de correction ) geplaatst of kon hij weer terug naar zijn ouders. 8 Pas aan het einde van de negentiende eeuw veranderde de positie van de jeugdige in de wet. Met de komst van het Kinderwetje van Van Houten in 1874 werden jeugdigen onder de twaalf jaar 5 G. de Jonge & A.P. van der Linden, Jeugd&Strafrecht, een leer- en praktijkboek over het (internationale) jeugdstrafrecht en jeugdstrafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2007, p A. van Vliet, Is de strafrechtelijke leeftijdsgrens aan herziening toe?, Ars Aequi /8, p Kamerstukken II, 1878/79, 110, nr. 3 8 G. de Jonge & A.P. van der Linden, Jeugd&Strafrecht, een leer- en praktijkboek over het (internationale) jeugdstrafrecht en jeugdstrafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2007, p. 56 7

8 beschermd tegen kinderarbeid. 9 In 1886 werd een nieuw Wetboek van Strafrecht ingevoerd, waarin werd bepaald dat de strafrechtelijke ondergrens op tien jaar lag. Jeugdigen in de leeftijd van tien tot zestien jaar werden slechts gestraft als zij over het oordeel des onderscheids beschikten. Ook hier werd de maximale straf die op het delict stond met een derde verminderd. Indien het oordeel niet aanwezig werd geacht kon de jeugdige tot zijn achttiende in een opvoedingsinrichting worden geplaatst. Tevens kon een jeugdige jonger dan tien jaar die een strafbaar feit pleegde, tot zijn achttiende jaar door de burgerlijke rechter in een rijksopvoedingsgesticht geplaatst worden Het jeugdstrafrecht in de 20 e eeuw In 1901 kwamen er drie Kinderwetten tot stand, een strafrechtelijke, een civielrechtelijke en de Kinderbeginselenwet, en traden in 1905 in werking. 11 Deze wetten zijn tot stand gekomen met het idee om de jeugdige te beschermen tegen negatieve invloeden uit zijn omgeving. Het idee hierachter was dat de jeugdige meer bijzondere aandacht en zorg van wetgever nodig had omdat het zedelijk bewustzijn nog in wording is en derhalve vatbaar is voor zowel ontaarding als voor gezonde ontwikkeling. 12 Er was gekozen om de strafrechtelijke ondergrens van tien jaar te laten varen en te vertrouwen op de wijsheid van de rechter. Hierdoor verdween het oordeel des onderscheids uit de wet. Het beschermingsbelang van het kind stond centraal en diende ook als uitgangspunt bij het nemen van een rechterlijke beslissing voor de jeugdige die een strafbaar feit pleegde. 13 De strafrechtelijke bovengrens van zestien jaar werd verhoogd naar achttien jaar en de berechting van jeugdigen vond voortaan achter gesloten deuren plaats. Naast speciale straffen en maatregelen kwam er ook de mogelijkheid van plaatsing in een tuchtschool, welke de gevangenisstraf voor jeugdigen verving. Dit hield in dat de jeugdige voor lange tijd, vaak tot z n achttiende, naar een rijks- of particulier correctiehuis werd gestuurd. 14 In enkele gevallen was het nog wel mogelijk een gewone gevangenisstraf op te leggen aan een 9 Kamerstukken II, 1873/74, 34, nr Artikel 38 en 39 oud Wetboek van Strafrecht 11 Wet van 6 februari 1901, Stb A.D.W. de Vries & F.J.G. van Tricht, Geschiedenis der wetgeving op de misdadige jeugd, Haarlem: h.d. Tjeenk Willink & Zoon 1905, p G. de Jonge & A.P. van der Linden, Jeugd&Strafrecht, een leer- en praktijkboek over het (internationale) jeugdstrafrecht en jeugdstrafprocesrecht, Deventer: Kluwer 200,7 p I. Weijers & T. Liefaard, Jong vast , Vrijheidsbeneming in het Nederlandse jeugdstrafrecht, Proces , p

9 jeugdige. 15 Tevens was er de mogelijkheid voor de rechter om de jeugdige een maatregel terbeschikkingstelling van de regering (jeugd-tbr) op te leggen. Deze maatregel werd opgelegd indien de jeugdige voor heropvoeding in aanmerking kwam en niet alleen in geval er sprake was van ontoerekeningsvatbaarheid. 16 Ook kreeg de rechter de mogelijkheid een geldboete of een berisping toe te passen. Bij de beraadslaging over de Kinderbeginselenwet in 1901 werd erkend dat jeugdigen en volwassenen van elkaar verschilden en wezen diverse Tweede Kamerleden op het belang van een kinderrechter. Vervolgens deed in 1922 de kinderrechter zijn intrede. 17 De kinderrechter werd belast met de berechting van jeugdigen van twaalf tot achttien jaar en moest tevens beslissen welke behandeling het beste voor het kind zou zijn. Het doel van dit jeugdstrafrecht was speciale preventie, om jeugdigen een betere toekomst te bieden zonder de invloed die volwassenen over ze kunnen hebben De Commissie Overwater Voor en na de Tweede Wereldoorlog was er veel discussie over het ontbreken van een minimumleeftijdsgrens en ontstonden verschillende nieuwe inzichten over de aanpak van delinquente jeugdigen. Bovendien ontwikkelden gedragswetenschappen zich in hoog tempo en ontstonden er nieuwe inzichten over de criminele jeugd. 19 In 1948 werd daarom de Commissie Overwater ingesteld, met als doel advies uit te brengen over de vraag in welke richting het rijkstucht- en opvoedingswezen, en in verband daarmee het jeugdstrafrecht, zich zouden moeten ontwikkelen. 20 De Commissie nam het standpunt in dat de sancties die aan jeugdigen konden worden opgelegd, aspecten van vergelding, generale en speciale preventie in zich dienden te hebben maar dat deze voornamelijk gericht dienden te zijn op de persoonlijkheid van de jeugdigen. Een belangrijk verschil met het volwassenstrafrecht was dat de straf aan de jeugdige niet zo ver doorgevoerd mocht worden dat de jeugdige hierdoor geschaad zou worden. 21 De Commissie stelde tevens voor om de tuchtschool om te vormen naar een 15 Kamerstukken II, 1897/98, 219, nr. 3, p. 9, 12 en (MvT) 16 Artikel 8-19 lid 1 en 27 lid 1 (oud) Beginselenwet voor de kinderbescherming Kamerstukken II, 1920/21, 75, nr. 4 (Gewijzigd Ontwerp van Wet) 18 Kamerstukken II, 1919/20, 409, nr G. de Jonge & A.P. van der Linden, Jeugd&Strafrecht, een leer- en praktijkboek over het (internationale) jeugdstrafrecht en jeugdstrafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2007, p G. de Jonge & A.P. van der Linden, Jeugd&Strafrecht, een leer- en praktijkboek over het (internationale) jeugdstrafrecht en jeugdstrafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2007, p Rapport van de Commissie ingesteld met het doel van advies te dienen over de vraag in welke richting het Rijkstucht- en opvoedingswezen en in verband daarmede het kinderstrafrecht zich zullen moeten ontwikkelen, s-gravenhage: Staatsdrukkerijen Uitgeverijbedrijf 1951, p. 6 9

10 minder op straf gerichte bijzondere tuchtschool voor jeugdigen. Na een intensief onderzoek stelde de Commissie een adviesrapport op en als gevolg van dit adviesrapport werd in 1965 de Wet tot herziening van het Kinderstrafrecht en het Kinderstrafprocesrecht ingevoerd. 22 Uitgangspunt van deze wet was dat de straffen en maatregelen een overwegend pedagogische strekking dienden te hebben waarbij het belang van de jeugdige voorop diende te staan. Een belangrijke wijziging die deze herziening met zich mee bracht was de invoering van de strafrechtelijke ondergrens van twaalf jaar. De gedachte hierachter was dat voor jeugdigen tot twaalf jaar het strafrecht een te zwaarwichtig middel is en dat het civiele recht voldoende mogelijkheden bood. 23 De rechter kreeg tevens de bevoegdheid om het jeugdstrafrecht toe te passen op jeugdigen tussen de achttien en eenentwintig jaar, de strafrechtelijke bovengrens voor jeugdigen bleef achttien jaar. Daarnaast werden de jeugdsancties uitgebreid met onder andere de arreststraf. 24 Deze arreststraf was bestemd voor jeugdigen voor wie een korte vrijheidsbeneming een dusdanig ernstige waarschuwing kon zijn, dat zij hun misdragingen dienden te staken. 25 Ook werd er een nieuwe maatregel ingevoerd, de maatregel van plaatsing in een inrichting voor buitengewone behandeling De Commissie Wiarda In 1971 bracht de Commissie Wiarda het rapport Jeugdbeschermingsrecht uit en wilde hiermee de civielrechtelijke meerderjarigheidsgrens verlagen van eenentwintig jaar naar achttien jaar. De Commissie besteedde in het bijzonder aandacht aan het civiele recht, en zij tekende hierbij aan dat de uitvoering van het voorstel gevolgen zou hebben voor het strafrecht. 27 Op grond van die overwegingen adviseerde de Commissie om een afzonderlijk adolescentenstrafrecht te creëren. Zij bepleitte een accentverschuiving van de meer passief ondergane bescherming naar de meer actief uitgeoefende eigen rechten, welk accent in het jeugdstrafrecht nieuw was. 28 Het jeugdstrafrecht kon toegepast blijven op achttien- tot eenentwintigjarigen, maar de 22 Wet van 9 november 1961, Stb Rapport van de Commissie ingesteld met het doel van advies te dienen over de vraag in welke richting het Rijkstucht- en opvoedingswezen en in verband daarmede het kinderstrafrecht zich zullen moeten ontwikkelen, s-gravenhage: Staatsdrukkerijen Uitgeverijbedrijf 1951 p Kamerstukken II, 1955/56, 4141, nr. 3, p Kamerstukken II, 1955/56, 4141, nr. 3, p. 10, 13 (MvT) 26 I. Weijers & T. Liefaard, Jong vast , Vrijheidsbeneming in het Nederlandse jeugdstrafrecht, Proces , p Kamerstukken II, 1989/1990, , nr. 3, p I. Weijers & T. Liefaard, Jong vast , Vrijheidsbeneming in het Nederlandse jeugdstrafrecht, Proces , p

11 strafrechtelijke maatregelen eindigden wel op het achttiende levensjaar. Uitzondering hierop was de plaatsing in een inrichting voor buitengewone behandeling, welke kon doorlopen tot het eenentwintigste levensjaar De Commissie Anneveldt Op 18 december 1978 werden twee wetsvoorstellen ingediend, waarvan een de verlaging van de meerderjarigheidsgrens betrof 29 en de ander de gevolgen op het terrein van het materiële en formele strafrecht. 30 In de Memorie van Toelichting werd de instelling van een commissie ter bestudering van jongeren aangekondigd. 31 Op 21 juni 1979 werd de Commissie Anneveldt ingesteld om voorstellen te doen tot wijziging van het jeugdstrafrecht, welke voortbouwde op het rapport van de Commissie Wiarda. Een directe aanleiding hiervoor was de verlaging van de meerderjarigheidsgrens. De Commissie concludeerde dat er meer conformiteit van het jeugdstrafrecht met het commune strafrecht nodig was en wilde aansluiting zoeken bij de maatschappelijke ontwikkelingen en ging daarbij uit van een toegenomen mondigheid van de jeugdigen. 32 Als uitgangspunt voor de herziening van het jeugdstrafrecht stelde de Commissie onder andere dat de leeftijd en ontwikkelingsfase van jeugdigen in hoge mate bepalend is voor het toepassen van een bepaalde sanctie. 33 In dat kader stelde de Commissie voor een afzonderlijk adolescentenstrafrecht tot stand te brengen. Dit werd echter door de wetgever niet overgenomen. Wel werd er met de wetswijziging een algemene vereenvoudiging van het jeugdstrafrecht nagestreefd. De tuchtschoolstraf en de arreststraf werden vervangen door één vrijheidsbenemende straf: de jeugddetentie. Ook stelde de Commissie voor om een vrijheidsbenemende maatregel in te voeren, namelijk de plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, in plaats van de terbeschikkingstelling van de regering voor jeugdigen en de plaatsing in een inrichting voor buitengewone behandeling. 34 De modernisering van het jeugdstrafrecht kwam in de wet tot uiting in de regeling van de alternatieve sancties. 35 Tevens werden de mogelijkheden van een 29 Kamerstukken II, 1978/79, 15417, nr Kamerstukken II, 1978/79, 15416, nr Wet van 1 januari 1988, Stb. 333 respectievelijk I. Weijers & T. Liefaard, Jong vast , Vrijheidsbeneming in het Nederlandse jeugdstrafrecht, Proces , p M.R. Bruning, M.P. de Jong, T. Liefaard, P.M. Schuyt, J.E. Doek en T.A.H. Doreleijers, Wegwijs in het jeugdsanctierecht, onderzoek naar het juridisch kader voor de zwaarste jeugdsancties in theorie en praktijk, Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2011, p I. Weijers & T. Liefaard, Jong vast , Vrijheidsbeneming in het Nederlandse jeugdstrafrecht, Proces , p Kamerstukken II, 1989/90, , nr. 3, p. 1-2 (MvT) 11

12 flexibele overgang van het jeugdstrafrecht naar het commune strafrecht vergroot doordat de criteria alternatief geformuleerd werden. 36 Hierdoor werd het gemakkelijker het commune strafrecht op zestien- tot achttienjarigen van toepassing te laten zijn en het jeugdstrafrecht op achttien- tot eenentwintigjarigen toe te passen. Deze voorstellen leidden uiteindelijk in 1995 tot de invoering van het vernieuwde jeugdstraf(proces)recht bij Wet van 7 juli Het huidige jeugdstrafrecht Speciale preventie in het jeugdstrafrecht Naast de leeftijdsgrens voor strafrechtelijke aansprakelijkheid geldt sinds 1886 een apart sanctierecht voor jeugdigen van twaalf tot achttien jaar met eigen sancties die milder van aard zijn dan de sancties in het volwassenstrafrecht. 37 Ten aanzien van de jeugdigen die een strafbaar feit plegen en tussen de twaalf jaar en achttien jaar oud zijn, geldt een bijzonder stelsel van straffen en maatregelen. Bij de huidige jeugdsancties staat de opvoeding en de toekomst van jeugdigen nog steeds centraal en ligt het accent voornamelijk op pedagogische doeleinden. Deze pedagogische grondslag blijkt onder meer uit de buitenjustitiële sancties die kunnen worden aangeboden aan twaalf- tot achttienjarigen, zoals de politietransactie of de HALTafdoening. De HALT-afdoening is een project en kan door de politie worden aangeboden als een jeugdige in aanmerking komt met de politie. Door het aanbieden van een HALT-afdoening wordt voorkomen dat een jeugdige in aanraking komt met de officier van justitie. Het voornaamste doel is de jeugdige te confronteren met de gevolgen van zijn gedrag en dat toekomstig politiecontact voorkomen kunnen worden. De belangrijkste wijzigingen sinds de herziening van het Wetboek van Strafrecht. in 1995 zijn de volgende: de berisping verviel; arrest- en tuchtschoolstraf vervielen en de jeugddetentie kwam hiervoor in de plaats; 36 Kamerstukken II, 1989/90, 21327, nr. 3, p.7 37 J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Over algemene leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheid naar Nederlands recht, Deventer: Kluwer 2009, p

13 jeugd-tbr en de plaatsing in een inrichting voor buitengewone behandeling werden vervangen door de maatregel van Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen (hierna te noemen: PIJ-maatregel). In de afgelopen jaren zijn er tevens verschillende wetswijzigingen doorgevoerd waarin de pedagogische grondslag wederom naar voren komt. In 2001 werden de alternatieve sancties in het jeugdstrafrecht omgezet in de taakstraf. De taakstraf beoogde resocialisatie waarbij werd ingegaan op specifieke kenmerken van de jeugdige. Met de komst van de Wet taakstraffen in 2001 is de taakstraf hoofdstraf geworden en daarmee een zelfstandige straf. 38 In 2001 is eveneens de Beginselenwet Justitiële Jeugdinrichtingen (hierna te noemen: BJJ) in werking getreden, met als doel de rechtspositie van jeugdige in justitiële jeugdinrichtingen te versterken. 39 Het doel van de BJJ was onder meer de beveiliging, opvoeding en resocialisatie van jeugdigen, welke bereikt werd door scholings- en trainingsprogramma s. 40 In 2008 werd een nieuwe maatregel geïntroduceerd in het jeugdstrafrecht, de zogenaamde gedragsbeïnvloedende maatregel. De wetgever vond dat het bestaande sanctiestelsel te weinig mogelijkheden bood met betrekking tot een pedagogische aanpak van jeugdigen. 41 Voor sommige jeugdigen is bijvoorbeeld een voorwaardelijke veroordeling in combinatie met een taakstraf te licht, terwijl het opleggen van een PIJ-maatregel te zwaar is. De gedragsbeïnvloedende maatregel bevindt zich hier tussenin. Met deze wetswijziging worden de mogelijkheden tot (her)opvoeding van de jeugdige verruimd. Hierbij dienen de beïnvloeding van het gedrag van de jeugdigen en het bieden van structuur centraal te staan. 42 Tenslotte heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, Teeven, op 25 juni 2011 zijn voorstellen gepresenteerd voor een effectieve aanpak van adolescenten. 43 In hoofdstuk 3 zullen de wijzigingen die het adolescentenstrafrecht met zich meebrengt, uiteen worden gezet. In het bijzondere stelsel van straffen en maatregelen voor jeugdigen staat speciale preventie voorop. Over het algemeen wordt met speciale preventie bedoeld dat recidive voorkomen dient te worden, en deze preventie dient zijn basis te vinden in de opvoedsituatie. 44 Hierdoor moet in elke gegeven situatie worden bekeken wat, gelet op de belangen van 38 Kamerstukken II, 1997/98, , nr. 3, p. 6-7 (MvT) 39 Wet van 2 november 2000, Stb Kamerstukken II, 1997/98, , nr. 3, p. 15 en 18 (MvT) 41 Kamerstukken II, 2005/06, , nr. 3, p. 1 (MvT) 42 Kamerstukken II, 2005/06, , nr. 3, p. 1-5 (MvT) 43 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr J.A.C. Bartels 2007, Jeugdstrafrecht, Deventer: Kluwer, p. 3 13

14 het kind pedagogisch gezien de beste aanpak is. Het adagium in deze is in het belang van het kind Jeugdigen tot 12 jaar Niemand kan strafrechtelijk vervolgd worden wegens een strafbaar feit voordat hij de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt. Dit volgt uit artikel 486 Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), dat sinds 1965 in de wet is opgenomen. De wetgever heeft hiermee een vervolgingsuitsluitingsgrond gecreëerd: in Nederland kunnen jeugdigen onder de twaalf jaar wel een strafbaar feit begaan, maar het openbaar ministerie (hierna te noemen: OM) kan geen beslissing van de rechter uitlokken. 46 Vanaf het twaalfde levensjaar kan een persoon derhalve strafrechtelijk aansprakelijk gesteld worden voor een strafbaar feit. Voor personen onder de twaalf jaar die een strafbaar feit plegen bestaat er voor de rechter wel de mogelijkheid bepaalde dwangmiddelen aan te wenden. 47 De dwangmiddelen die toegepast mogen worden zijn staande houden (artikel 52 Sv), aanhouden (artikel 53 en 54 Sv), betreden en doorzoeken van plaatsen ter aanhouding (artikel 55 en 55a Sv), onderzoek aan en in het lichaam en aan de kleding (artikel 55 b en 56 Sv), vasthouden voor verhoor tot maximaal zes uren (artikel 61 lid 1 en 3 Sv) en inbeslagneming door opsporingsambtenaren of bijzondere personen (artikel 95 tot en met 102, 116 tot en met 119, 552a en 552d tot en met 552g Sv). Ingevolge artikel 487 lid 2 Sv geschiedt het afleggen van een verklaring en het doen van beklag voor de jeugdige door zijn wettelijke vertegenwoordiger in burgerlijke zaken. Tevens bestaat er voor de rechter de mogelijkheid om civiele jeugdbeschermingsmaatregelen toe te passen. Zo geeft artikel 254 lid 1 van Boek 1 Burgerlijk Wetboek (hierna te noemen: BW) aan dat de rechter een jeugdige onder toezicht kan stellen indien hij zodanig opgroeit, dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd, en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of naar is te voorzien, zullen falen. Vanaf 2001 was het tevens mogelijk om aan jeugdigen onder de twaalf jaar een STOP-reactie aan te bieden. 48 Dit hield in dat bij een relatief licht vergrijp ondersteuning werd aangeboden aan de ouders van jeugdigen onder de twaalf 45 G. de Jonge & A.P. van der Linden, Jeugd&Strafrecht, een leer- en praktijkboek over het (internationale) jeugdstrafrecht en jeugdstrafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2007, p J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Over algemene leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheid naar Nederlands recht, Deventer: Kluwer 2009, p Artikel 487 Sv 48 Aanwijzing twaalfminners inclusief stop-reactie

15 jaar, ter ondersteuning van hun opvoedende taken. 49 Aan de hand van gesprekken tussen de ouders en de jeugdige werd een leeropdracht gezocht en werd eventueel excuses aangeboden door de jeugdige aan de benadeelde. Dit gebeurde onder leiding van bureau Halt. In 2008 heeft een onderzoek plaatsgevonden waaruit bleek dat de STOP-reactie minder goed werkte dan verwacht en zijn er diverse aanbevelingen gedaan, onder meer om na te gaan of de activiteiten die men inzet bij de interventie wel veranderingen kunnen aanbrengen in de beoogde doelen van de interventie aan jeugdigen onder de twaalf jaar. 50 Daarop is de STOP-reactie vervangen door een nieuwe aanpak voor deze groep. 51 Deze nieuwe aanpak zorgt ervoor dat ouders aangesproken worden op hun opvoedingsverantwoordelijkheid en er wordt gekeken of zij die verantwoordelijkheid wel kunnen (blijven) nemen. Als dit niet het geval is, dan is bijsturing van de opvoedingsvaardigheden wenselijk Jeugdsancties De straffen en maatregelen voor jeugdigen zijn terug te vinden in titel VIII A Wetboek van Strafecht. Artikel 77a Sr. bepaalt dat de artikelen 9, eerste lid, 10 tot en met 22a, 24c, 37 tot en met 38i, 44 en 57 tot en met 62 niet van toepassing zijn op deze jeugdigen en dat de artikelen 77d tot en met 77gg daarvoor in de plaats treden. De sancties in het jeugdstrafrecht bestaan uit verschillende maatregelen en straffen, welke tevens in combinatie kunnen worden opgelegd. Deze sancties kunnen in de regel worden opgelegd aan de groep van twaalf- tot achttienjarigen. Het huidige jeugdstrafrecht kent een bovengrens van achttien jaar, hier bestaan echter twee uitzonderingen op. In artikel 77b Sr. is de mogelijkheid gecreëerd het meerderjarigenstrafrecht toe te passen op jeugdigen in de leeftijd van zestien en zeventien jaar, terwijl in artikel 77c Sr. de mogelijkheid geboden wordt het jeugdstrafrecht toe te passen bij jeugdigen in de leeftijd van achttien tot eenentwintig jaar. De strafrechtelijke bovengrens is hierdoor flexibel. Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar feit de leeftijd van zestien jaar doch nog niet die van achttien jaar heeft bereikt, kan de rechter het jeugdstrafrecht buiten toepassing laten en recht doen overeenkomstig de bepalingen van het 49 C.P.M. Cleiren & J.F. Nijboer, Tekst & Commentaar Strafvordering, Deventer: Kluwer 2009., art. 486 Boek 4, aant A.M. van der Laan, R. Kea, C. Verwers & L. Vervoorn, De Stop-reactie, een procesevaluatie, WODC Cahier , p Actieplan overlast door twaalfminners, een stevige aanpak van de minister van Justitie en de minister van Jeugd en Gezin (plan van 12 september 2008), p Actieplan overlast door twaalfminners, een stevige aanpak van de minister van Justitie en de minister van Jeugd en Gezin (plan van 12 september 2008), p

16 volwassenstrafrecht vervat, indien hij daartoe grond vindt in de ernst van het begane feit, de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan. Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar feit de leeftijd van achttien jaar doch nog niet die van eenentwintig jaar heeft bereikt, kan de rechter, indien hij daartoe grond vindt in de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan, recht doen overeenkomstig de bepalingen van het jeugdstrafrecht. De maatregelen in het huidige jeugdstrafrecht zijn de volgende 53 : PIJ-maatregel, artikel 77s Sr. PIJ staat voor plaatsing in een justitiële jeugdinrichting en de PIJ-maatregel is de enige vrijheidsbenemende maatregel die het jeugdstrafrecht kent. Twee onafhankelijke gedragsdeskundigen (waarvan in ieder geval een psychiater) dienen de rechter te hebben geadviseerd alvorens die kan overgaan op het opleggen van de PIJ-maatregel. Een PIJ-maatregel kan worden opgelegd voor maximaal drie jaar waarbij het laatste jaar voorwaardelijk is. De maatregel kan tot vijf of zeven jaar verlengd worden waarbij telkens het laatste jaar voorwaardelijk is. Gedragsbeïnvloedende maatregel, artikel 77w tot en met 77wd Sr. Deze maatregel is gericht op (her)opvoeding buiten de justitiële jeugdinrichting. Een rechter legt de gedragsbeïnvloedende maatregel op nadat hij het strafadvies van de Raad voor de Kinderbescherming heeft ontvangen. Dit advies moet worden opgesteld door een gedragsdeskundige in opdracht van de Raad. De duur van de maatregel is minimaal een half jaar en maximaal een jaar. Indien de jeugdige niet meewerkt aan de tenuitvoerlegging van de maatregel, kan vervangende jeugddetentie worden toegepast. Onttrekking aan het verkeer, artikel 77h lid 4 onder c Sr. Dit is een zogenaamde veiligheidsmaatregel, waarbij de voorwerpen met een criminele inslag in beslag worden genomen en in eigendom overgaan op de Staat. Ontneming van wederrechtelijk voordeel, artikel 77h lid 4 onder d Sr. De rechter kan aan de jeugdige de verplichting opleggen tot betaling van een geldbedrag aan de Staat, hierdoor wordt de criminele opbrengst ontnomen. 53 Artikel 77h lid 4 sub a tot en met e Sr. 16

17 Betalen van schadevergoeding, artikel 77h lid 4 onder e Sr. Indien de jeugdige schade heeft aangericht, kan de rechter hem verplichten deze schade terug te betalen aan de benadeelde. De straffen in het huidige jeugdstrafrecht zijn de volgende: Jeugddetentie, artikel 77i Sr. Jeugdigen die veroordeeld zijn tot jeugddetentie worden in een justitiële jeugdinrichting geplaatst. De jeugdige die ten tijde van het plegen van een strafbaar feit de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, kan maximaal twaalf maanden opgelegd krijgen. Voor de jeugdige van zestien jaar en ouder geldt een maximumstraf van twee jaar. Taakstraf, artikel 77m Sr. Een taakstraf bestaat uit een werkstraf, een leerstraf of een combinatie daarvan. De werkstraf houdt in dat een jeugdige verplicht onbetaalde arbeid verricht in dienst van de samenleving. De leerstraf is gericht op het verplicht aanleren of verbeteren van bepaalde vaardigheden. Een werkstraf en leerstraf kunnen maximaal 200 uur duren. Een combinatie van beiden kan maximaal 240 uur bedragen. Geldboete, artikel 77l Sr. De geldboete bedraagt minimaal 3 euro en maximaal 3900 euro. Afhankelijk van de ernst van het strafbare feit, eerder begane strafbare feiten en de persoonlijke situatie van de jeugdige wordt door de rechter bekeken welke straf of maatregel aan de jeugdige wordt opgelegd. Jeugddetentie, de PIJ-maatregel en de gedragsbeïnvloedende maatregel worden door jeugdigen wel gezien als de meest zware sancties die een jeugdige opgelegd kan krijgen Tussenconclusie In het Nederlandse strafrechtssysteem wordt het jeugdstrafrecht onderscheiden van het volwassenstrafrecht. Het Nederlandse jeugdstrafrecht verschilt voor wat betreft straffen, maatregelen en enkele processuele voorschriften. Binnen het jeugdstrafrecht wordt rekening gehouden met de verminderde verantwoordelijkheid van de jeugdige en diens kwetsbare status in de maatschappij. Ondanks de positie die de jeugdige 54 M.R. Bruning, M.P. de Jong, T. Liefaard, P.M. Schuyt, J.E. Doek en T.A.H. Doreleijers, Wegwijs in het jeugdsanctierecht, onderzoek naar het juridisch kader voor de zwaarste jeugdsancties in theorie en praktijk, Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2011, p

18 heeft, is het Nederlandse jeugdstrafrecht wel aan te merken als een schuldstrafrecht. 55 Het kent namelijk dezelfde leerstukken als het volwassenstrafrecht, zoals opzet, schuld, wederrechtelijkheid, causaliteit en daderschap. De strafdoelen van het volwassenstrafrecht - vergelding, generale preventie, speciale preventie en reparatie - komen eveneens overeen met het commune strafrecht. 56 Echter, de straffen en maatregelen in het jeugdstrafrecht zijn meer gericht op speciale preventie. Het belang van het kind is het uitgangspunt van het jeugdstrafrecht en wordt vooral gekenmerkt door de beschermingsgedachte van het kind. In dit hoofdstuk is duidelijk geworden dat het jeugdstrafrecht vele veranderingen heeft gekend. Sinds 1965 staat de ondergrens van twaalf jaar vast, terwijl de bovengrens al meer dan een eeuw flexibel is. Met alle verschuivingen die het jeugdstrafrecht kent, is het pedagogische karakter ervan blijven gelden daar die grondslag centraal is blijven staan door de jaren heen. Telkens wanneer het jeugdstrafrecht werd gewijzigd werd de speciale preventie en de opvoedingssituatie als uitgangspunt genomen. In 1971 adviseerde de Commissie Wiarda een afzonderlijk adolescentenstrafrecht in te voeren, de Commissie Anneveldt adviseerde om het jeugdstrafrecht ook van toepassing te laten zijn op achttien- tot vierentwintigjarigen en ook in de periode hierna zijn er verschillende mensen die hun visie uitten over het jeugdstrafrecht. Zo ook de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, Fred Teeven, die het adolescentenstrafrecht heeft voorgesteld. In de hoofdstukken drie en vier zal ik dit adolescentenstrafrecht bespreken, het adolescentenstrafrecht in het licht van de beginselen van het jeugdstrafrecht behandelen en mijn visie hierop geven. 55 I. Weijers, Grondslagen van jeugdstrafrecht, in: in: I. Weijers & F.M.J.A. Imkamp, Jeugdstrafrecht: In internationaal perspectief, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2008, p I. Weijers, Het belang van het kind in het strafrecht, in: G. Cardol & W. Theunissen (red.), Het kind: bijzonder belangrijk, Amsterdam: Uitgeverij SWP 2007, p

19 2. De internationale beginselen van het jeugdstrafrecht Na de geschiedenis van het jeugdstrafrecht in Nederland en het huidige jeugdstrafrecht te hebben geschetst is duidelijk geworden welke gedachten daarachter zitten. Maar hoe verhoudt het jeugdstrafrecht in Nederland zich internationaal, welke internationale jeugdstrafrechtbeginselen zijn er en hoe worden deze toegepast in Nederland? Verschillende internationale rechtsbeginselen zullen worden behandeld. 2.1 Inleiding Op grond van artikel 93 Grondwet hebben bepalingen van verdragen en besluiten van internationale organisaties, die naar hun inhoud en aard eenieder verbinden, verbindende kracht nadat zij zijn geratificeerd. Internationale rechtsregels hebben hierdoor rechtstreekse werking in Nederland. Door die rechtstreekse werking heeft de internationale wetgeving grote invloed op onze nationale rechtsorde. In de loop van de jaren zijn er verschillende internationale instrumenten betreffende de rechten voor jeugdigen tot stand gekomen. Het eerste internationale document waarin rechten voor jeugdigen werden neergelegd is de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens (hierna te noemen: UVRM), welke in 1948 door de Verenigde Naties (hierna te noemen: VN) tot stand kwam. In de preambule van deze verklaring is bepaald dat jeugdigen als bijzondere groep burgers recht dienden te hebben op bijzondere bescherming en bijstand. 57 Het document was aangenomen door de Algemene Vergadering van de VN en is door grote morele betekenis uitgegroeid tot gewoonterecht. 58 In 1950 kwam het Europees Verdrag voor de Rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna te noemen: EVRM) tot stand. Het EVRM is in 1954 voor Nederland in werking getreden en heeft directe werking in Nederland. Het EVRM bevat klassieke en sociale bepalingen, waarbij met name de sociale rechten van belang zijn voor jeugdigen. 59 In 1966 legde het UVRM de basis voor het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (hierna te noemen: IVBPR). Nederland ratificeerde het IVBPR op 11 december In het IVBPR is artikel 24 opgenomen dat speciaal gericht is op de bescherming van de jeugdige in het strafrecht Universal Declaration of Human Rights (UDHR), G.A. Res. 217 A (III), UN doc. A/180 at 71 (Dec. 10, 1948) 58 S. Meuwese, M. Blaak & M. Kaandorp (red.), Handboek Internationaal Jeugdstrafrecht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2005, p Convention for the Protection of Human Rights and Fundamental Freedoms, Rome, 4.XI International Covenant on Civil and Political Rights, g.a. Res. 2200A(XXI), UN Doc. A/6316 (Dec. 16, 1966), artikel 24 19

20 2.2 De Beijing Rules, de Riyadh Guidelines en de Havana Rules In 1985 werd er een internationaal document door de Algemene Vergadering van de VN aangenomen, specifiek gericht op jeugdigen: de United Nations Standard Minimum Rules for the Administration of Juvenile Justice, oftewel de Beijing Rules. Deze regels dienen model te staan voor de verdere ontwikkeling van de jeugdstrafrechtspleging in alle lidstaten van de Verenigde Naties. 61 Uitgangspunt van de Beijing Rules is om jeugdigen een speciaal jeugdstrafsysteem (dat zich onderscheidde van volwassenenstrafrecht) aan te bieden waar zij aanspraak op konden maken. In artikel 4 wordt ingegaan op de leeftijd waarop een jeugdige strafrechtelijk aansprakelijk gesteld kan worden. In dit artikel wordt aangedrongen op het feit dat de leeftijdsgrens niet te laag te gelegd dient te worden, in het achterhoofd houdende dat kinderen op een bepaalde leeftijd emotioneel, mentaal en intellectueel nog niet zo ver ontwikkeld zijn. Door de verschillende histories en culturen is de ondergrens wereldwijd wisselend, en daardoor is er in het bijbehorende commentaar van dit artikel een richtlijn gegeven: in acht moet worden genomen of een jeugdige kan voldoen aan de morele en psychologische componenten van strafrechtelijke aansprakelijkheid, er moet bekeken worden of de jeugdige zijn gedrag kan bevatten. 62 Ingevolge artikel 5 wordt duidelijk dat er twee doelstellingen zijn in het jeugdstrafrecht: het bevorderen van het welzijn van de jeugdige en het principe van evenredigheid. In het commentaar van dit artikel wordt aangedrongen op het terugdringen van punitieve sancties. Tenslotte wordt in artikel 7 verwezen naar twee fundamentele mensenrechten, zoals neergelegd in het UVRM en IVBPR. 63 Vervolgens werden er in 1990 twee nieuwe resoluties aangenomen door de VN; de Riyadh Guidelines en de Havana Rules. De Riyadh Guidelines richten zich met name op de rol die preventie dient te spelen binnen de jeugdstrafrechtspleging. In artikelen 1 tot en met 3 wordt duidelijk dat voor een succesvolle preventie van jeugdcriminaliteit een actieve deelname verwacht wordt van jeugdigen welke inspanningen van de hele samenleving vereist om jeugdigen geen criminogene attitude te laten ontwikkelen. 64 Jeugdigen worden gezien als volwaardige mensen met kwaliteiten die beschermd dienen te worden. De Havana Rules zien er daarentegen 61, G. de Jonge & A.P. van der Linden, Jeugd&Strafrecht, een leer- en praktijkboek over het (internationale) jeugdstrafrecht en jeugdstrafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2007p Artikel 4 van de Beijing Rules 63 Artikel 11 UVRM respectievelijk artikel 14 IVBPR 64 United Nations Guidelines for the Prevention of Juvenile Delinquency (Riyadh Rules)

21 meer op toe de rechtspositie van de jeugdigen ten tijde van zijn vrijheidsberoving te beschermen. 65 In artikel 2, 3 en 4 wordt duidelijk dat jeugdigen alleen dienen te worden beroofd van hun vrijheid als er aan de minimumnormen aanvaard door de VN, is voldaan. 66 Het doel van de Havana Rules is voornamelijk om de schadelijke gevolgen van vrijheidsbeneming tegen te gaan en herintegratie in de samenleving te bevorderen. 67 Een door de Algemene Vergadering van de VN aangenomen resolutie heeft de status van een aanbeveling, en zijn derhalve niet juridisch bindend. Het zijn richtlijnen in de vorm van minimumregels waarop de staten hun regels kunnen baseren. Sommige regels hebben echter wel een bindend karakter gekregen vanwege hun nadere uitwerking van de fundamentele beginselen in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. 68 Er is in Nederland geen jurisprudentie bekend waarbij de Beijing Rules, de Riyadh Guidelines of de Havana Rules worden aangehaald. Het blijkt zelfs dat, ondanks de morele status, in de praktijk weinig landen de nationale wetgeving toetsen aan de VN-resoluties. Wel is het zo dat de BJJ grotendeels overeenkomt met de Havana Rules Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind Na de Eerste Wereldoorlog in 1918 waren er verschillende organisaties die van mening waren dat er een internationaal document ten behoeve voor kinderen tot stand moest komen, waardoor in 1924 de Verklaring van Geneve tot stand kwam. Deze Verklaring werd vervolgens bijgewerkt en uitgebreid in 1948 en leidde tot de VN- Verklaring van de Rechten van het Kind. In 1959 nam de Algemene Vergadering van de VN deze unaniem aan. De verklaring werd uitgebreid en ontwikkeld tot het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind, dat op 20 november 1989 werd aangenomen door de Algemene Vergadering. 70 Het IVRK werd geratificeerd door twintig landen op 2 september 1990, en Nederland ratificeerde het IVRK op 8 maart Op 25 mei 2000 werd het IVRK uitgebreid met twee facultatieve protocollen, 65 Op 5 november 2008 heeft het Comité van Ministers van de Raad van Europa de European Rules for juvenile offenders subject to sanctions or measures (Recommendation CM/Rec (2008)11) aangenomen. Deze aanbeveling kan worden beschouwd als de Europese Havana Rules. 66 United Nations Rules for the Protection of Juvenile Deprived of their Liberty (Havana Rules) S. Meuwese, M. Blaak & M. Kaandorp (red.), Handboek Internationaal Jeugdstrafrecht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2005, p Zie onder andere artikel 37 en 40 van het IVRK 69 S. Meuwese, M. Blaak & M. Kaandorp (red.), Handboek Internationaal Jeugdstrafrecht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2005, p E. Verhellen, Verdrag inzake de Rechten van het Kind, Apeldoorn, Garant uitgevers N.V. 2005, p

22 ter bescherming van kinderen in gewapende conflicten en kinderen die verhandeld en geëxploiteerd worden. 71 Nederland heeft beide protocollen ondertekend op 7 september 2000, maar ze zijn nog niet geratificeerd. 72 Het IVRK bevat 54 artikelen en is een uitgebreid instrument dat jeugdigen zowel burgerlijke, politieke, sociale, culturele als economische rechten biedt, die in drie delen zijn opgedeeld. In het eerste deel (artikelen 1-41) worden de materiële rechten opgesomd, en de verplichtingen die aan de Staten zijn opgelegd. Het tweede deel (artikelen 42-45) gaat over toezicht en rapportage met betrekking tot de naleving van het IVRK en deel 3 (artikelen 46-54) bevat procedurele voorschriften voor de inwerkingtreding van het verdrag. 73 Deze verschillende rechten kunnen ook weer op verschillende manieren worden ingedeeld, een bekende manier om deze in te delen is die in de 3 P s: Provision (voorzieningen), Protection (bescherming) en Participation (participatie): 74 Voorzieningen: rechten op voorzieningen die noodzakelijk zijn voor hun ontwikkeling; zoals recht op voeding en gezondheidszorg (artikel 6 en 24 IVRK), recht op onderwijs (artikel 28 en 29 IVRK), recht op sociale zekerheid (artikel 26 IVRK) en recht op speelmogelijkheden (artikel 31 IVRK); Bescherming: rechten op bescherming tegen mishandeling (artikel 39 IVRK) en verwaarlozing (artikel 19 IVRK), tegen marteling (artikel 37 IVRK), tegen handel in kinderen (artikel 35 IVRK), tegen kinderarbeid (artikel 32 IVRK), tegen drugsmisbruik (artikel 33IVRK) en tegen seksueel misbruik (artikel 34 IVRK); Participatie: recht op deelname aan de samenleving: onder andere door informatie te verkrijgen die voor hen belangrijk is door hun mening te uiten en mee te praten over zaken die jeugdigen aangaan (artikel IVRK). Ingevolge artikel 4 van het IVRK nemen staten die partij zijn bij het verdrag de verplichting op alle passende, wettelijk, bestuurlijk en andere maatregelen te nemen om de in het verdrag erkende rechten te verwezenlijken. Zij dienen het verdrag effectief na te leven en zonodig de nationale wetgeving aan te passen. 71 UN Document A/Res/54/ S. Meuwese, M. Blaak & M. Kaandorp (red.), Handboek Internationaal Jeugdstrafrecht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2005, p E. Verhellen, Verdrag inzake de Rechten van het Kind, Apeldoorn, Garant uitgevers N.V. 2005, p S. Meuwese, M. Blaak & M. Kaandorp (red.), Handboek Internationaal Jeugdstrafrecht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2005, p. 9 22

23 2.3.1 Het Comité inzake de Rechten van het Kind Het toezicht op het naleven van het IVRK is in handen van het Comité inzake de rechten van het Kind (hierna te noemen: Comité). Volgens artikel 43 lid 2 IVRK bestaat het Comité uit tien deskundigen, sinds 1 februari 2003 bestaat het Comité echter uit achttien onafhankelijke deskundigen. 75 Verdragsstaten moeten twee jaar na ratificatie een eerste rapport indienen bij het Comité, daarna moet er elke vijf jaar een rapportage te worden ingediend. In de rapporten dienen de maatregelen te worden vermeld die de verdragsstaten hebben genomen ter bevordering van het naleven van de rechten van het IVRK. 76 In artikel 44 van het IVRK staat een toelichting op het indienen van de rapportages. Het Comité onderzoekt de vooruitgang die de verdragsstaten maken bij het naleven van hun verplichtingen, en internationale organisaties en non-gouvernementele organisaties kunnen tevens rapporteren aan het Comité. Het Comité heeft echter geen bevoegdheid om sancties op te leggen aan de verdragsstaten bij niet-naleving van het IVRK, en kan geen bindende uitspraken doen. Het Comité rapporteert op haar beurt weer aan de Algemene Vergadering van de VN. 77 Concluding observations Het rapport van het Comité dat naar buiten komt bevat concluding observations waarin redenen van eventuele bezorgdheid zijn opgenomen met suggesties en aanbevelingen voor de betrokken staat. 78 Deze aanbevelingen moeten de implementatie van het IVRK bevorderen. Nederland heeft al diverse malen een rapport ingediend, en een belangrijke concluding observation is die van 30 januari 2009, waarin het Comité aanbevelingen voor Nederland publiceerde. 79 Het Comité verwelkomt het wetsvoorstel voor een Kinderombudsman en benadrukt hierbij dat deze herkenbaar en goed bereikbaar moet zijn voor kinderen. Het Comité uitte echter ook zorgen over de naleving van artikel 3 van het IVRK. Ook roept het Comité Nederland op direct actie te ondernemen tegen onder andere het samenplaatsen van civielrechtelijk en strafrechtelijk geplaatste jeugdigen, de lange wachtlijsten en het 75 UN Document A/Res/50/ S. Meuwese, M. Blaak & M. Kaandorp (red.), Handboek Internationaal Jeugdstrafrecht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2005, p S. Meuwese, M. Blaak & M. Kaandorp (red.), Handboek Internationaal Jeugdstrafrecht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2005, p G. de Jonge & A.P. van der Linden, Jeugd&Strafrecht, een leer- en praktijkboek over het (internationale) jeugdstrafrecht en jeugdstrafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2007, p Concluding Observations of the Comittee of the Rights of the Child: the Kingdom of the Netherlands, UN Doc. CRC/C/NLD/CO/3, 30 January

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers Inhoud 1 Inleiding 15 2 Geschiedenis van het jeugdstrafrecht 19 2.1 Inleiding 19 2.2 Heropvoeding 21 2.3 Niet het delict maar de toekomst van het kind 24 2.4 Psychologisering van het criminele kind 29

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord Een apart jeugdstrafrecht met eigen sancties en procedureregels De leeftijdsgrenzen 41

Inhoudsopgave. Voorwoord Een apart jeugdstrafrecht met eigen sancties en procedureregels De leeftijdsgrenzen 41 Inhoudsopgave Voorwoord 11 1 Een apart jeugdstrafrecht met eigen sancties en procedureregels 13 1.1 Aparte wetten, procedures, autoriteiten en instellingen voor jeugdigen 13 1.2 De achtergrond van het

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

De leeftijdsgrenzen in het strafrecht

De leeftijdsgrenzen in het strafrecht De leeftijdsgrenzen in het strafrecht Het wetsvoorstel van De Roon: een zegen of een deceptie? Masterscriptie Nederlands recht, accent strafrecht Inga van der Bijl ANR: 814893 Universiteit van Tilburg,

Nadere informatie

De artikelen 77b en 77c Wetboek van Strafrecht, verleden, heden en toekomst

De artikelen 77b en 77c Wetboek van Strafrecht, verleden, heden en toekomst De artikelen 77b en 77c Wetboek van Strafrecht, verleden, heden en toekomst Hoe worden de artikelen 77b en 77c Sr toegepast en komt dit overeen met de visie van de wetgever op deze artikelen? Masterscriptie

Nadere informatie

Geen noodzaak voor adolescentenstrafrecht

Geen noodzaak voor adolescentenstrafrecht January 9, 2012 Geen noodzaak voor adolescentenstrafrecht Het wetsvoorstel van Teeven: een verbetering of verslechtering van ons huidig jeugdstrafrecht? Thesis in de strafwetenschappen te verdedigen tegenover

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

INHOUD. Afkortingen / XIII

INHOUD. Afkortingen / XIII INHOUD Afkortingen / XIII HOOFDSTUK 1 Inleiding / 1 1.1 De zin van het jeugdstrafrecht / 1 1.1.1 Strafrechtelijke minderjarigheid / 1 1.1.2 Beperkte en geleidelijk toenemende strafrechtelijke verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind

Het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind Het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind Tessa Dopheide* 1 Inleiding Het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) is sinds twee jaar meerderjarig. Het is een volwassen verdrag, dat bovendien

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht in internationaal perspectief

Het adolescentenstrafrecht in internationaal perspectief Het adolescentenstrafrecht in internationaal perspectief Leidt het adolescentenstrafrecht tot schendingen van internationale verplichtingen van Nederland? M.R. Rietvelt 8 juli 2014 1 Het adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

Het jeugdstrafrecht in beweging. op zoek naar de leeftijdsgrenzen in het strafrecht

Het jeugdstrafrecht in beweging. op zoek naar de leeftijdsgrenzen in het strafrecht Het jeugdstrafrecht in beweging op zoek naar de leeftijdsgrenzen in het strafrecht Annelies van Veen 21 augustus 2011 Naam: Annelies van Veen Instelling: Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN. DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar

Nadere informatie

Tijdschrift voor Strafrecht Afl. 4, april Tijdschrift voor Strafrecht. De bijzondere positie van de JEUGDIGE STRAFRECHT.

Tijdschrift voor Strafrecht Afl. 4, april Tijdschrift voor Strafrecht. De bijzondere positie van de JEUGDIGE STRAFRECHT. Afl. 4, april 2017 De bijzondere positie van de JEUGDIGE STRAFRECHT in het 4 9 13 1 Inhoudsopgave - Inleiding p. 3 - De historische ontwikkeling van het jeugdstrafrecht in Nederland De minimumleeftijdsgrens

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45 Inhoudsopgave 1 Algemene inleiding: wat is strafrecht? 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Strafrecht: begripsvorming 16 1.2.1 Materieel en formeel strafrecht 16 1.2.2 Commuun en bijzonder strafrecht 17 1.2.3 Wat

Nadere informatie

Aangepast strafrecht de rol van leeftijd en ontwikkeling

Aangepast strafrecht de rol van leeftijd en ontwikkeling Aangepast strafrecht de rol van leeftijd en ontwikkeling Prof. mr. T. (Ton) Liefaard SWR-conferentie, 27 september 2014 Opbouw 1. Leeftijdsgrenzen in het strafrecht Welke leeftijdsgrenzen kennen we en

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht

Het adolescentenstrafrecht Het adolescentenstrafrecht Wetswijziging 1 april 2014, Prof mr E.M.Mijnarends, bijzonder hoogleraar jeugdstrafrecht Leiden, coordinerend jongeren officier MN Drie pijlers onder wet ASR 1. overgrote deel

Nadere informatie

Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker,

Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker, RSJ Postbus 30137 2500 GC Den Haag www.rsj.nl Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum : 29 maart 2019 E-mail : advies@rsj.nl Uw kenmerk : 2477367

Nadere informatie

VAN PIJ NAAR TBS. Naam: A.H.J.P. Albers Titel afstudeerscriptie: Van PIJ naar TBS Scriptiebegeleider: Professor Vlaardingerbroek Studentnummer:

VAN PIJ NAAR TBS. Naam: A.H.J.P. Albers Titel afstudeerscriptie: Van PIJ naar TBS Scriptiebegeleider: Professor Vlaardingerbroek Studentnummer: VAN PIJ NAAR TBS Naam: A.H.J.P. Albers Titel afstudeerscriptie: Van PIJ naar TBS Scriptiebegeleider: Professor Vlaardingerbroek Studentnummer: 575902 1 Inhoudsopgave Inleiding...3 Hoofdstuk 1 Het jeugdstrafrecht

Nadere informatie

Preadvies van de Adviescommissie Strafrecht** inzake

Preadvies van de Adviescommissie Strafrecht** inzake Preadvies van de Adviescommissie Strafrecht** inzake het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van

Nadere informatie

Het Conceptwetsvoorstel Adolescentenstrafrecht

Het Conceptwetsvoorstel Adolescentenstrafrecht Het Conceptwetsvoorstel Adolescentenstrafrecht Hoe voldoet invoering van het adolescentenstrafrecht in Nederland voor de leeftijdsgroep zestien- en zeventienjarigen aan het criterium in het belang van

Nadere informatie

Adolescentenstrafrecht

Adolescentenstrafrecht Adolescentenstrafrecht Aanpak met perspectief De ambitie Wat er verandert Februari 2014 Ambitie Adolescenten 16 tot 23 jaar Gerichte aanpak: rekening houden met ontwikkelingsfase Effectieve aanpak biedt

Nadere informatie

De problematiek rond de invoering van het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht

De problematiek rond de invoering van het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht De problematiek rond de invoering van het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht Naam: A. de Ven Studentnummer: 10052127 E-mailadres: annadeven@hotmail.com Afstudeerrichting: Strafrecht Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Jeugddetentie Rechtsvergelijking tussen Nederland en Curaçao in het licht van het IVRK

Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Jeugddetentie Rechtsvergelijking tussen Nederland en Curaçao in het licht van het IVRK Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Jeugddetentie Rechtsvergelijking tussen Nederland en Curaçao in het licht van het IVRK Auteur: C.T.J. (Roos) Brandsen Scriptiebegeleidster: mr.

Nadere informatie

Van persoonsgerichte sanctiecocktail naar onheldere sanctiesoep?

Van persoonsgerichte sanctiecocktail naar onheldere sanctiesoep? Van persoonsgerichte sanctiecocktail naar onheldere sanctiesoep? Een onderzoek naar een (her)bezinning van het jeugdsanctiestelsel Annelieke Verlee Oktober 2012 Van persoonsgerichte sanctiecocktail naar

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Heeft het adolescentenstrafrecht toekomst?

Heeft het adolescentenstrafrecht toekomst? Heeft het adolescentenstrafrecht toekomst? Eindversie masterthesis Rechtsgeleerdheid Dominique Schalk Breda, 20 mei 2016 Heeft het adolescentenstrafrecht toekomst? Masterthesis in het kader van de opleiding

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht als wapen in de strijd tegen criminele jeugdigen en jongvolwassenen

Het adolescentenstrafrecht als wapen in de strijd tegen criminele jeugdigen en jongvolwassenen Het adolescentenstrafrecht als wapen in de strijd tegen criminele jeugdigen en jongvolwassenen Het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht in relatie tot artikel 37 en 40 van het Internationaal Verdrag inzake

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Omzetting van de PIJmaatregel

Omzetting van de PIJmaatregel Omzetting van de PIJmaatregel in TBS Een onderzoek naar de verenigbaarheid van omzetting met de rechtspositie van het kind en naar mogelijke alternatieven. Naam student: Henri Toonders ANR: 179950 Begeleider:

Nadere informatie

Het adolescenten-strafrecht onder de loep

Het adolescenten-strafrecht onder de loep Het adolescenten-strafrecht onder de loep Een uiteenzetting over de juridische legitimiteit en wetenschappelijke onderbouwing van een adolescentenstrafrecht voor 15- tot 23- jarigen Naam: Pauline Goense

Nadere informatie

Is het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht in strijd met het IVRK?

Is het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht in strijd met het IVRK? Is het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht in strijd met het IVRK? Naam : Frances Lemmens Studentnr. : 838128936 Begeleider : Drs. D.H. van Ekelenburg Examinator : Mw. Dr. W.H.B. Dreissen Voorwoord En

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1. Inleiding Implementatie van de richtlijn 2014/62/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de strafrechtelijke bescherming van de euro en andere munten tegen valsemunterij en ter vervanging

Nadere informatie

1 De Kinderwetten: de tuchtschool en het rijksopvoedingsgesticht heden: van tucht en opvoeding naar opvang en behandeling 45

1 De Kinderwetten: de tuchtschool en het rijksopvoedingsgesticht heden: van tucht en opvoeding naar opvang en behandeling 45 Inhoud Ten geleide 13 1 De Kinderwetten: de tuchtschool en het rijksopvoedingsgesticht 17 1.1 De oprichting van jeugdinrichtingen (1834-1905) 18 1.1.1 De jeugdgevangenissen voor jeugdige veroordeelden

Nadere informatie

Inhoudsopgave LIJST VAN AFKORTINGEN

Inhoudsopgave LIJST VAN AFKORTINGEN LIJST VAN AFKORTINGEN XIII 1 INLEIDING 1 1.1 Inleiding 1 1.1.1 Definitie van gesloten jeugdhulp 3 1.1.2 Gesloten jeugdhulp en vrijheidsbeneming 5 1.1.3 Gesloten jeugdhulp in cijfers 7 1.1.4 Doelgroep van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 498 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17 Inhoudsopgave Voorwoord / 5 Lijst van gebruikte afkortingen / 13 Deel I Het materiële strafrecht 1. Inleiding / 17 2. Straffen / 19 2.1 Hoofdstraffen ex artikel 9 Sr / 19 2.2 Bijkomende straffen / 20 3.

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

De eindigheid van de PIJ-maatregel

De eindigheid van de PIJ-maatregel Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht De eindigheid van de PIJ-maatregel Mogelijke oplossingen voor het probleem dat kan ontstaan na het van rechtswege eindigen van een PIJ-maatregel na zeven

Nadere informatie

De rol van de persoonlijkheid van de adolescente dader in het huidige strafrecht

De rol van de persoonlijkheid van de adolescente dader in het huidige strafrecht De rol van de persoonlijkheid van de adolescente dader in het huidige strafrecht Een onderzoek naar de manier waarop er door de rechter meer rekening kan worden gehouden met de persoonlijkheid van de adolescente

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 138 Besluit van 21 maart 2014 tot intrekking van het Besluit gedragsbeïnvloeding jeugdigen en tot wijziging van het Besluit tenuitvoerlegging

Nadere informatie

De wenselijkheid van toepassing van artikel 77b Sr in het kader van het jeugdstrafrecht.

De wenselijkheid van toepassing van artikel 77b Sr in het kader van het jeugdstrafrecht. De wenselijkheid van toepassing van artikel 77b Sr in het kader van het jeugdstrafrecht. Naam: Elody Klein Velderman Begeleider: Tamara de Wit Studentnummer: 5730880 Email: Telefoonnummer: Datum: 29-07-2012

Nadere informatie

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2 34 846 Voorstel van wet van het lid Markuszower tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen bij bepaalde gewelds- en zedendelicten (Wet hoge minimumstraffen)

Nadere informatie

Wegwijs in het jeugdsanctierecht

Wegwijs in het jeugdsanctierecht Wegwijs in het jeugdsanctierecht Wegwijs in het jeugdsanctierecht Onderzoek naar het juridisch kader voor de zwaarste jeugdsancties in theorie en praktijk M.R. BRUNING, M.P. DE JONG, T. LIEFAARD, P.M.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 685 Regeling van DNA-onderzoek bij veroordeelden (Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

De aanhouding en inverzekeringstelling van minderjarige en jongvolwassen verdachten. Een kindgerichte aanpak en alternatieven voor de politiecel

De aanhouding en inverzekeringstelling van minderjarige en jongvolwassen verdachten. Een kindgerichte aanpak en alternatieven voor de politiecel De aanhouding en inverzekeringstelling van minderjarige en jongvolwassen verdachten Een kindgerichte aanpak en alternatieven voor de politiecel Huidige praktijk Wheel of Fortune: Aanhouden of niet? Naar

Nadere informatie

Feiten en Achtergronden. De jeugdige in het jeugdstraf(proces)recht. 1 februari 2008

Feiten en Achtergronden. De jeugdige in het jeugdstraf(proces)recht. 1 februari 2008 De jeugdige in het jeugdstraf(proces)recht 1 februari 2008 Ministerie van Justitie Directie Justitieel Jeugdbeleid Schedeldoekshaven 100 Postbus 20301 2500 EH Den Haag T 070 370 68 50 F 070 370 75 94 E

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

De omzetting van de pij-maatregel in de tbs-maatregel in het licht van artikel 37 Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind

De omzetting van de pij-maatregel in de tbs-maatregel in het licht van artikel 37 Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind De omzetting van de pij-maatregel in de tbs-maatregel in het licht van artikel 37 Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind Een rechtsvergelijkend onderzoek tussen Nederland, Engeland & Wales

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 575 Wet van 20 december 2007, tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg met het

Nadere informatie

T. Liefaard, Kinderrechten in Nederland anno 2012, in: I. Weijers (red.), Parens patriae en prudentie, Amsterdam: SWP (in druk, voorjaar 2012).

T. Liefaard, Kinderrechten in Nederland anno 2012, in: I. Weijers (red.), Parens patriae en prudentie, Amsterdam: SWP (in druk, voorjaar 2012). Publicaties Prof. mr. T. Liefaard April 2012 2012 T. Liefaard, Juveniles in transition from juvenile justice to adult criminal justice, in: R. Loeber, M. Hoeve, N.W. Slot & P. van der Laan (eds.), Persisters

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 245 Wet van 12 juni 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering en enkele aanverwante wetten in verband met

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 169 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen voor ernstige zeden-

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht

Het adolescentenstrafrecht Het adolescentenstrafrecht Een onderzoek naar de wenselijkheid van het adolescentenstrafrecht op basis van een analyse van het relevante juridisch en criminologisch raamwerk. Afstudeerscriptie Auteur:

Nadere informatie

Het belang van het kind versus het belang van de maatschappij

Het belang van het kind versus het belang van de maatschappij Het belang van het kind versus het belang van de maatschappij Een kritische beschouwing van artikel 77b Sr Evenzeer als een volwassene, behoort een kind voor zijne daden verantwoordelijk te zijn, zij het

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17 Hoofdstuk 1 Inleiding 19 1.1 Eerste kennismaking 19 1.2 Plaats van het strafrecht 19 1.3 Doelen van straffen 22 1.4 Materieel strafrecht,

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk Criminaliteit en Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk Criminaliteit en Rechtsstaat Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk 6 + 7 Criminaliteit en Rechtsstaat Samenvatting door een scholier 1300 woorden 3 november 2010 2,3 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 30 Wet van 31 januari 2018 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Penitentiaire beginselenwet, de eginselenwet verpleging ter beschikking

Nadere informatie

JEUGDSTRAFRECHT 2009 BASIS. Docent Mr H. Oldenhof Datum 9 oktober 2009 Plaats Haagrecht Advocaten Punten 2 PO Juridisch

JEUGDSTRAFRECHT 2009 BASIS. Docent Mr H. Oldenhof Datum 9 oktober 2009 Plaats Haagrecht Advocaten Punten 2 PO Juridisch JEUGDSTRAFRECHT 2009 BASIS Docent Mr H. Oldenhof Datum 9 oktober 2009 Plaats Haagrecht Advocaten Punten 2 PO Juridisch Cursus bedoeld voor advocaten die rechtsbijstand (willen gaan) verlenen aan minderjarigen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 498 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds jeugdinrichtingen in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds jeugdinrichtingen in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9973 9 april 2014 Advies Raad van State betreffende het ontwerpbesluit tot intrekking van het Besluit gedragsbeïnvloeding

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 Instantie Datum uitspraak 07-09-2010 Datum publicatie 18-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-005986-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME 2012 1 2012 STAATSBLAD VAN DE REPUBLIEK SURINAME WET van 29 oktober 2012, houdende goedkeuring van de toetreding van de Republiek Suriname tot de International Convention for the Suppression of the Financing

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 341 Besluit van 25 augustus 2003, houdende wijziging van het Besluit aanwijzing Halt-feiten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Kale kikker of toch kale kip?

Kale kikker of toch kale kip? Kale kikker of toch kale kip? Martine Wouters Het slachtoffer is de afgelopen jaren steeds centraler komen te staan in de Nederlandse straf(proces)wetgeving. 1 Vanaf 1 januari 2014 is het mogelijk om conservatoir

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 832 Vragen van het lid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

De processuele positie van de minderjarige in het civiele jeugdrecht

De processuele positie van de minderjarige in het civiele jeugdrecht De processuele positie van de minderjarige in het civiele jeugdrecht Naam: Marlies Hoftijzer Studentnummer: 10222537 Master: privaatrecht Begeleider: mr. T. de Wit Datum: 11 juni 2013 Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 5 Besluit van 14 december 2011, houdende regels inzake het uit te oefenen toezicht bij voorwaardelijke veroordeling (Uitvoeringsbesluit voorwaardelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 551 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de invoering van een rechterlijke vrijheidsbeperkende

Nadere informatie

Invoering adolescentenstrafrecht wel of niet doen?

Invoering adolescentenstrafrecht wel of niet doen? Invoering adolescentenstrafrecht wel of niet doen? Een onderzoek naar de straffen en maatregelen bij de invoering van het adolescentenstrafrecht Masterscriptie Rechtsgeleerdheid Universiteit van Tilburg

Nadere informatie

1.21 Verkeer: dood/zwaar lichamelijk letsel door schuld in het verkeer (art. 6 WVW 1994)

1.21 Verkeer: dood/zwaar lichamelijk letsel door schuld in het verkeer (art. 6 WVW 1994) Titelpagina Copyright Pagina Voorwoord HOOFDSTUK 1 Delicten 1.1 Afpersing 1.2 Bedreiging 1.3 Belaging 1.4 Belediging 1.5 Deelname aan een criminele organisatie 1.6 Diefstal 1.7 Heling 1.8 Huisvredebreuk

Nadere informatie

Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord

Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord De Leerplichtwet Ieder kind heeft recht op onderwijs. Het biedt hen de kans om hun eigen mogelijkheden te ontdekken, te ontwikkelen en te gebruiken. Een goede

Nadere informatie

Ontwikkelingen binnen het jeugdstrafrecht

Ontwikkelingen binnen het jeugdstrafrecht Ontwikkelingen binnen het jeugdstrafrecht Een onderzoek naar: Het belang van het kind in het jeugdstrafrecht en de mogelijkheid tot het nietontvankelijk verklaren van het OM in zijn vervolging wegens een

Nadere informatie

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht Met de Jeugdwet komt de verantwoordelijkheid voor de jeugdreclassering en de jeugdhulp 1 bij de gemeenten te liggen. Jeugdreclassering

Nadere informatie

Preadvies. van de. Adviescommissie Strafrecht. inzake

Preadvies. van de. Adviescommissie Strafrecht. inzake Preadvies van de Adviescommissie Strafrecht inzake Voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet educatie en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 28 741 Jeugdcriminaliteit Nr. 16 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 16 maart

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 494 Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met het opnemen van een grondslag voor het nemen van beperkende maatregelen of controlemaatregelen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 26 816 Voortgangsrapportage Beleidskader Jeugdzorg 2000 2003 Nr. 32 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN DE STAATSSECRE- TARIS VAN VOLKSGEZONDHEID,

Nadere informatie

De Verklaring Omtrent het Gedrag en minderjarige delictplegers

De Verklaring Omtrent het Gedrag en minderjarige delictplegers De Verklaring Omtrent het Gedrag en minderjarige delictplegers Nikki van Gils 704559 2013-2014 Scriptiebegeleider: prof. mr. P. Vlaardingerbroek INHOUDSOPGAVE Voorwoord 3 Lijst van afkortingen 4 Hoofdstuk

Nadere informatie

De voorgestelde wettekst, alsmede de daarbij behorende memorie van toelichting geven de NVvR aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen.

De voorgestelde wettekst, alsmede de daarbij behorende memorie van toelichting geven de NVvR aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen. NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 10december2013 Uw kenmerk 427418 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17270 28 september 2011 Partiële wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het herstel van een lacune in

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal erste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 980 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Penitentiaire beginselenwet (plaatsing in een inrichting voor

Nadere informatie

WETGEVINGSADVIES. 1. Inleiding

WETGEVINGSADVIES. 1. Inleiding WETGEVINGSADVIES Datum 30 maart 2012 Contactpersoon J.M.A. Timmer Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

Als je in aanraking komt met de politie

Als je in aanraking komt met de politie Als je in aanraking komt met de politie Je bent in aanraking gekomen met de politie en dan? Je bent met de politie in aanraking geweest. Als de politie jouw strafzaak ernstig genoeg vindt, kan die dat

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112631/1/V2. Datum uitspraak: 22 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Ministerie van Justitie j1 Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Jeugd, strafrecht en de toekomst.

Jeugd, strafrecht en de toekomst. Jeugd, strafrecht en de toekomst. Naam: F.S Bellekom Februari 2011 1 Inhoudsopgave Pagina Titel 1 Titelblad 2 Inhoudsopgave 3 Inleiding 4 Deelvraag 1: Een kort bestek van het jeugdstrafrecht 7 1.1 Ontstaan

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 400 Besluit van 4 september 2012, houdende regels ter uitvoering van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 206 (R2127) Wijziging van enkele rijkswetten op het gebied van Justitie en Veiligheid in verband met gewijzigde regelgeving en enige andere

Nadere informatie

VAN REDACTIEWEGE. Levenslang en TBS: een LAT-relatie. PM Schuyt

VAN REDACTIEWEGE. Levenslang en TBS: een LAT-relatie. PM Schuyt VAN REDACTIEWEGE Levenslang en TBS: een LAT-relatie PM Schuyt Mevr. Mr. Drs. P.M. Schuyt is universitair docent straf en strafprocesrecht aan de universiteit Leiden en redacteur van dit blad. Op 14 maart

Nadere informatie

Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag

Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag contactpersoon datum

Nadere informatie