De omzetting van de pij-maatregel in de tbs-maatregel in het licht van artikel 37 Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De omzetting van de pij-maatregel in de tbs-maatregel in het licht van artikel 37 Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind"

Transcriptie

1 De omzetting van de pij-maatregel in de tbs-maatregel in het licht van artikel 37 Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind Een rechtsvergelijkend onderzoek tussen Nederland, Engeland & Wales In hoeverre is de omzetting van de pij-maatregel in de tbs-maatregel, voortvloeiend uit de Wet adolescentenstrafrecht, in strijd met artikel 37 Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind? Masterthesis Rechtsgeleerdheid, accent Strafrecht Tilburg University Sectie Personen- en Familierecht Mandy Minkels ANR: Examencommissie: Mr. Dr. V.M. Smits Mr. Y. Bogaers Verdediging op 17 augustus 2016

2 Voorwoord Voor u ligt de thesis die ik in het kader van de Master Rechtsgeleerdheid, accent Strafrecht heb geschreven. Deze thesis vormt tevens het sluitstuk van mijn studie. Ik heb de master als zeer interessant en uitdagend ervaren en met veel plezier doorlopen. Het onderwerp van deze thesis is de omzetting van de pij-maatregel in de tbs-maatregel. Ik ben samen met mevrouw Smits tot dit onderwerp gekomen. In de periode van februari 2016 tot en met augustus 2016 heb ik onderzoek verricht naar de omzetting van de pij-maatregel in de tbs-maatregel in het licht van artikel 37 Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Ik wil graag een aantal personen bedanken zonder wie het niet mogelijk was geweest om deze thesis te schrijven. Allereerst wil ik graag mevrouw Smits hartelijk danken voor haar goede begeleiding, feedback en fijne samenwerking. De adviezen die ik van haar heb gehad op zowel inhoudelijk gebied alsmede op de structuur van mijn thesis hebben bijgedragen aan de kwaliteit van deze thesis. Voorts wil ik mevrouw Bogaers bedanken voor haar bereidheid om te fungeren als tweede lezer. Tot slot wil ik mijn familie en vrienden bedanken voor de steun die zij hebben geboden gedurende de opleiding. Ik wens u veel leesplezier! Mandy Minkels s-hertogenbosch, augustus

3 Inhoudsopgave Voorwoord 1 Lijst van afkortingen 4 1. Algemene inleiding Het adolescentenstrafrecht Omzetting pij-maatregel in tbs-maatregel Aanleiding onderzoek Onderzoeksvraag Maatschappelijke relevantie Wetenschappelijke relevantie Plan van aanpak 7 2. Het Nederlandse jeugdstraf(proces)recht Karakter jeugdstrafrecht De maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen Moord op het Terra College Veranderingen door de Wet adolescentenstrafrecht Karakter van de pij-maatregel Duur van de pij-maatregel Kritiek op de pij-maatregel Van pij naar tbs Omzetting in volwassenen-tbs Karakter van de tbs-maatregel Duur van de tbs-maatregel Verzwaring van de tbs Deelconclusie Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind Het IVRK De werking van het IVRK 16 2

4 3.3. Kritiek op de omzetting mede in het licht van het IVRK De omzetting nader bezien in het licht van art. 37 IVRK Deelconclusie Het jeugdstraf(proces)recht in Engeland en Wales Het jeugdstraf(proces)recht De straffen nader bezien De toepassing van het EVRM in Engeland en Wales Detention during Her Majesty s pleasure De omzetting van de pij-maatregel in de tbs-maatregel en het EVRM Kinderrechtencomité Deelconclusie Conclusie en aanbevelingen Conclusie Aanbevelingen 29 Bronnenlijst 31 Literatuurlijst 31 Parlementaire stukken 34 Digitale bronnen 35 Rechtspraak 37 3

5 Lijst van afkortingen Art. DTO EHRM EVRM IVRK Pij RSJ Sr Tbs YOP YOT Artikel Detention and Training Order Europees Hof voor de Rechten van de Mens Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind Plaatsing in een inrichting voor jeugdigen Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming Wetboek van Strafrecht Terbeschikkingstelling Youth Offender Panel Youth Offending Teams 4

6 1. Algemene inleiding 1.1. Het adolescentenstrafrecht Op 1 april 2014 is het adolescentenstrafrecht in werking getreden. Deze wet heeft tot doel om de criminaliteit van risicojongeren beter en effectiever aan te pakken door de rechter van een breder pakket aan maatregelen te voorzien. Het adolescentenstrafrecht geeft de mogelijkheid om meer rekening te houden met de ontwikkeling van jeugdigen en jongvolwassenen. Onder adolescenten worden jeugdigen en jongvolwassenen verstaan in de leeftijd van vijftien tot drieëntwintig jaar, zij delen kenmerkende eigenschappen. In deze leeftijdscategorie komt specifiek risicogedrag voor, een wezenlijke psychologische ontwikkeling treedt volgens de Memorie van Toelichting pas op na het achttiende levensjaar. Het adolescentenstrafrecht zorgt voor de mogelijkheid dat een sanctie uit het gewone strafrecht kan worden toegepast bij een minderjarige en dat een sanctie uit het meer pedagogische sanctiepakket van het jeugdstrafrecht kan worden toegepast bij een jongvolwassene. Volgens de Memorie van Toelichting bevordert het kabinet de toepassing van het sanctiestelsel voor jeugdigen bij jongvolwassenen, wanneer dit gelet op de ontwikkelingsfase van de jongvolwassene de meest effectieve manier vormt om het gedrag in gunstige zin te beïnvloeden. Het kabinet wil de criminele adolescent maximaal stimuleren om een verantwoorde rol op zich te nemen in de samenleving, waarbij hij zich van verder crimineel gedrag zal onthouden. 1 Het adolescentenstrafrecht beoogt meer flexibiliteit te bereiken bij het opleggen van straffen en maatregelen rond de leeftijdsgrens van achttien jaar, waardoor maatwerk beter mogelijk is. Daarnaast wordt aanscherping van het jeugdstrafrecht gerealiseerd met de beperking van de mogelijkheid om een taakstraf op te leggen aan jeugdigen in het adolescentenstrafrecht. Enkel een taakstraf kan bijvoorbeeld niet meer worden opgelegd bij een zwaar zeden- of geweldsmisdrijf (artikel (hierna: art.) 77ma Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr)). Tevens zijn er wijzigingen doorgevoerd wat betreft de aan adolescenten op te leggen maatregelen. De rechter heeft bijvoorbeeld de mogelijkheid om de pij-maatregel om te zetten in een tbs-maatregel, wanneer de veroordeelde nog gevaarlijk is op het moment dat de pij-maatregel eindigt Omzetting pij-maatregel in tbs-maatregel De pij-maatregel is een zware strafrechtelijke maatregel voor jeugdigen. De pij-maatregel is vergelijkbaar met de tbs-maatregel. De jeugdige wordt met een pij-maatregel gedwongen geplaatst in een justitiële jeugdinrichting. De pij-maatregel dient verschillende doelen, zoals behandeling en heropvoeding van de jeugdige en bescherming van de samenleving. 3 Ondanks de lange duur van een pij-maatregel en de intensieve behandeling, kan het soms voorkomen dat de veroordeelde nog steeds recidivegevaarlijk is op het moment dat de pij-maatregel de maximale duur heeft bereikt. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om jongeren met zeer ernstige psychische en psychiatrische problemen. In het geval 1 Kamerstukken II 2012/13, 33498, 3, p Kamerstukken II 2012/13, 33498, 3, p Factsheet Openbaar Ministerie 2010, p. 1. 5

7 dat het onvermijdelijk is dat de veroordeelde zal recidiveren bij invrijheidstelling, dan is bescherming van de samenleving aan de orde. 4 Art. 77tc Sr maakt het mogelijk dat de pij-maatregel door de rechter ambtshalve of op vordering van het Openbaar Ministerie kan worden omgezet in een tbs-maatregel, indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de omzetting in die maatregel eist Aanleiding onderzoek Defence for Children International meent dat de mogelijkheid tot omzetting van de pij-maatregel in een tbs-maatregel bij het bereiken van de leeftijd van achttien jaar in strijd is met het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (hierna: IVRK). 5 Het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten stelt zich op het standpunt dat de mogelijkheid tot omzetting op gespannen voet staat met art. 37, onder a, IVRK. Art. 37, onder a, IVRK verbiedt het opleggen van een levenslange gevangenisstraf zonder de mogelijkheid van vrijlating aan personen jonger dan achttien jaar. Voor de tbs-maatregel geldt, in tegenstelling tot de pij-maatregel, geen maximale duur. Uiteindelijk kan de oplegging van een tbs-maatregel in praktijk neerkomen op een levenslange vrijheidsbeneming Onderzoeksvraag Op basis van de stand van zaken kan de volgende centrale vraagstelling worden geformuleerd: In hoeverre is de omzetting van de pij-maatregel in de tbs-maatregel, voortvloeiend uit de Wet adolescentenstrafrecht, in strijd met artikel 37 Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind? Maatschappelijke relevantie Voordat de Wet adolescentenstrafrecht in werking trad, was het niet mogelijk om de pij-maatregel om te zetten in een tbs-maatregel. De totale duur van de maatregel kon niet meer bedragen dan zeven jaar als tijdens het begaan van het feit bij de jeugdige een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond (art. 77t lid 2 Sr oud). In de overige gevallen bedroeg de totale maximale duur vijf jaar (art. 77t lid 2 Sr oud). 7 Was de maximale opgelegde termijn verlopen, dan diende invrijheidstelling van de jeugdige te volgen. De jeugdige kwam op dat moment op vrije voeten en kwam enkel in aanmerking voor de tbs-maatregel als de jeugdige opnieuw een strafbaar feit zou plegen en de rechter hem een tbs-maatregel zou opleggen. Door de komst van het adolescentenstrafrecht is het mogelijk om de pij-maatregel om te zetten in een tbs-maatregel zonder dat er een nieuw strafbaar feit nodig is als de jeugdige een gevaar is voor de samenleving. 8 Indien vervolgens de tbs-maatregel telkens 4 M.J.M. Verpalen, in: Tekst & Commentaar Strafrecht, Deventer: Kluwer 2014, art. 77tc Sr, aant. 1 (online, laatst bijgewerkt op 1 januari 2015). 5 Notitie: Het adolescentenstrafrecht pakt verkeerd uit voor minderjarigen (notitie van 6 oktober 2011), Leiden: Defence for Children International. 6 Advies met betrekking tot het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht (advies van 17 januari 2013), Leiden: Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten. 7 De Jonge & Van der Linden 2013, p JJI in getal, (publicatie van juli 2014), Den Haag: Dienst Justitiële Inrichtingen, p

8 wordt verlengd, dan kan de omzetting van de pij-maatregel in de tbs-maatregel in de praktijk neerkomen op een levenslange vrijheidsbeneming. In art. 37 IVRK zijn onder andere de waarborgen bij vrijheidsberoving geregeld. In art. 37, onder a, IVRK is opgenomen dat de Staten die partij zijn bij het IVRK, moeten waarborgen dat de doodstraf noch een levenslange gevangenisstraf zonder de mogelijkheid van vrijlating wordt opgelegd voor strafbare feiten gepleegd door personen jonger dan achttien jaar. Het is dus de vraag of art. 77tc Sr in strijd is met art. 37 IVRK. In deze thesis wordt daar onderzoek naar gedaan en er wordt tevens gekeken naar het stelsel van Engeland en Wales. Het Verenigd Koninkrijk omvat vier landen, namelijk Schotland, Noord-Ierland, Wales en Engeland. Schotland en Noord-Ierland hebben ieder hun eigen rechtsstelsel. Engeland en Wales hebben hetzelfde recht. Er wordt om die reden een rechtsvergelijking gemaakt met zowel Engeland als Wales Wetenschappelijke relevantie Het adolescentenstrafrecht is in april 2014 in werking getreden. Ondanks diverse bezwaren 9, is de mogelijkheid om een pij-maatregel om te zetten in een tbs-maatregel doorgevoerd. Een van de bezwaren was dat het voorstel op gespannen voet stond met het IVRK en dat het niet wenselijk was voor jeugdigen om deze mogelijkheid te creëren. Ik ga onderzoeken in hoeverre de omzettingsmogelijkheid in strijd is met art. 37 IVRK. Dit is relevant voor de positionering van de pij-maatregel in de discussie over of deze al dan niet mag worden omgezet in een tbs-maatregel. Daarbij wil ik ook onderzoek gaan doen naar het stelsel van Engeland en Wales. Het rechtsvergelijkend onderzoek is relevant, daar Nederland wellicht kan leren van Engeland en Wales Plan van aanpak In hoofdstuk 2 zal worden ingegaan op het Nederlandse jeugdstraf(proces)recht. Het karakter van het Nederlandse jeugdstraf(proces)recht wordt beschreven alsmede de pij-maatregel en de tbs-maatregel. In hoofdstuk 3 wordt er ingegaan op het IVRK. De werking van het IVRK wordt onderzocht binnen het Nederlandse jeugdstrafrecht en de artikelen 37 en 40 IVRK komen aan bod. Hoofdstuk 4 gaat over het jeugdstraf(proces)recht in Engeland en Wales. Hoofdstuk 5 bevat het antwoord op de centrale onderzoeksvraag met aanbevelingen en zal dienen ter afsluiting van het onderzoek. 9 Advies conceptwetsvoorstel tot Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van adolescentenstrafrecht (advies van 23 maart 2012), Den Haag: Raad voor de Rechtspraak, p. 12; Advies met betrekking tot het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht (advies van 17 januari 2013), Leiden: Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten; Een nieuwe kans?! Advies over het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht (advies van 23 februari 2012), Den Haag: De Kinderombudsman, p. 9; Notitie: Het adolescentenstrafrecht pakt verkeerd uit voor minderjarigen (notitie van 6 oktober 2011), Leiden: Defence for Children International; Preadvies van de Adviescommissie Strafrecht inzake het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht (preadvies van 28 februari 2012), Amsterdam: Nederlandse Orde van Advocaten, p. 5; Wetgevingsadvies. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht (wetgevingsadvies van 30 maart 2012), Den Haag: Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, p

9 2. Het Nederlandse jeugdstraf(proces)recht 2.1. Karakter jeugdstrafrecht Het uitgangspunt van het Nederlandse jeugdstrafrecht is dat sancties voor jeugdigen een pedagogisch karakter dienen te hebben. 10 Het Nederlandse jeugdstrafrecht kent dan ook niet alleen punitieve aspecten, maar ook opvoedkundige aspecten. Het sanctiestelsel is gericht op een positieve gedragsbeïnvloeding van de jongere. De beslissingen en handelingen, waaronder de toepassing van sancties en maatregelen, zijn er op gericht om de ontwikkeling van de jeugdige verdachte te stimuleren, de jeugdige te heropvoeden, te resocialiseren en te weerhouden van een verdere criminele carrière. 11 Het pedagogische karakter van het jeugdstrafrecht is ook neergelegd in het IVRK. Art. 40 IVRK waarborgt onder andere dat de strafrechtelijke bejegening aansluit bij de leeftijd van de jeugdige verdachte De maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen Moord op het Terra College De moord op het Terra College was een misdrijf gepleegd op 13 januari 2004 op een Haagse middelbare school waarbij een leerling, de zestienjarige Murat Demir, de docent/teamleider, de 49-jarige Hans van Wieren, dood schoot. Dit incident speelde zich af tijdens de pauze in de kantine van de school, alwaar op dat tijdstip meerdere leerlingen en in ieder geval één andere docent aanwezig waren, die getuige zijn geweest van de moord op het slachtoffer. 13 De schatting van de behandelingsduur was gezien de mogelijkheden die het bestaande sanctiestelsel bood om de veroordeelde de noodzakelijk geachte behandeling te doen ondergaan, mede bepalend geweest om het meerderjarigenstrafrecht toe te passen. 14 Het verdiende de voorkeur om een tbs-maatregel op te leggen aan de dader in plaats van hem te plaatsen in een inrichting voor jeugdigen (hierna: pij), daar de pij-maatregel destijds was verbonden aan een maximumduur. 15 De maximale duur van de pij-maatregel zou niet voldoende zijn om de dader te behandelen. 16 Mede naar aanleiding van deze zaak is er discussie gekomen omtrent de eindigheid van de pij-maatregel Veranderingen door de Wet adolescentenstrafrecht Voor de invoering van het adolescentenstrafrecht kon de pij-maatregel aan iedere jeugdige worden opgelegd, indien aan de wettelijke voorwaarden was voldaan. Door de invoering van de Wet 10 De Jonge & Van der Linden 2013, p Richtlijn en kader voor strafvordering jeugd en adolescenten, inclusief strafmaten Halt van 25 maart 2014, Stcrt. 2014, 8284, p Mijnarends, Liefaard & Bruning, NTM NJCM-Bulletin 2013, afl. 38-4, p HR 22 november 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU3887, r.o HR 22 november 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU3887, r.o HR 22 november 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU3887, r.o HR 22 november 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU3887, r.o Brief van de Minister van Justitie d.d. 10 juli 2006 betreft Justitiële Inrichtingen, Jeugdcriminaliteit, Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, 2005/06, en 28741, nr. 183, p. 9. 8

10 adolescentenstrafrecht 18 is art. 77s lid 1 Sr, het artikel waarin de pij-maatregel is opgenomen, gewijzigd. 19 De pij-maatregel kan nu enkel nog worden opgelegd aan de verdachte bij wie ten tijde van het begaan van het misdrijf een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond (art. 77s lid 1 Sr). Art. 77s lid 1 Sr sluit nu meer aan op art. 37a lid 1 Sr, waarin de tbs-maatregel is neergelegd. Een verdachte kan namelijk op last van de rechter ter beschikking worden gesteld, indien er bij de verdachte tijdens het begaan van het feit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond. De wijziging van art. 77s lid 1 Sr was van belang, omdat de Wet adolescentenstrafrecht het thans mogelijk maakt de pij-maatregel na zeven jaar om te zetten in een tbsmaatregel (art. 77tc Sr). De pij-maatregel kan slechts worden opgelegd als aan alle voorwaarden van art. 77s Sr is voldaan Karakter van de pij-maatregel Het doel van de pij-maatregel is voornamelijk om de jeugdige delinquent de opvoeding, verzorging en behandeling te geven die nodig wordt geacht en daarmee te voorkomen dat hij recidiveert. In art. 77s lid 1 sub c Sr is dan ook opgenomen dat de pij-maatregel in het belang moet zijn van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte. Voorts is beveiliging van de samenleving een belangrijke doelstelling. 20 De pij-maatregel kan daarom ook alleen worden opgelegd als de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen en goederen een pij-maatregel eisen (art. 77s lid 1 sub b Sr). De pij-maatregel kan zodoende niet alleen worden opgelegd om redenen van beveiliging of omwille van de ontwikkeling van de jeugdige. Er dient zowel aan het beveiligings- of gevaarscriterium en het ontwikkelings- of hulpverleningscriterium te zijn voldaan. 21 De rechter legt de pij-maatregel slechts op, nadat hij zich een met redenen omkleed advies heeft doen overleggen van ten minste twee gedragsdeskundigen van verschillende disciplines (art. 77s lid 2 Sr). Een van de gedragsdeskundigen dient een psychiater te zijn. De gedragsdeskundigen adviseren over de wenselijkheid en over de noodzaak van het opleggen van een pij-maatregel in het licht van het beveiligings- en ontwikkelingscriterium Duur van de pij-maatregel De pij-maatregel geldt aanvankelijk voor de duur van drie jaar. De pij-maatregel eindigt na twee jaar voorwaardelijk, tenzij de maatregel wordt verlengd op de wijze als bedoeld in art. 77t Sr. De termijn van de maatregel begint te lopen, nadat de rechterlijke uitspraak onherroepelijk is geworden. De maatregel vervalt bij het onherroepelijk worden van een rechterlijke uitspraak, waarbij aan de betrokkene wederom de maatregel of de maatregel, bedoeld in art. 37a Sr wordt opgelegd (art. 77s lid 7 18 Wet van 27 november 2013, Stb. 2013, Bruning, Liefaard & Vlaardingerbroek 2014, p Bruning, Liefaard & Vlaardingerbroek 2014, p Bruning, Liefaard & Vlaardingerbroek 2014, p Bruning, Liefaard & Vlaardingerbroek 2014, p

11 Sr). De rechter kan op vordering van het Openbaar Ministerie de termijn telkens met ten hoogste twee jaar verlengen. De vordering tot verlenging van de maatregel kan worden ingediend niet eerder dan twee maanden en niet later dan een maand voor het tijdstip waarop de maatregel voorwaardelijk eindigt (art. 77t lid 1 Sr). Daarbij dient opgemerkt te worden dat verlenging slechts mogelijk is indien de pijmaatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen (art. 77t lid 3 Sr) en indien er is voldaan aan het beveiligings- en ontwikkelingscriterium (art. 77s lid 1 sub b en c Sr). De pij-maatregel mag de duur van zeven jaar niet te boven gaan. De maatregel eindigt voorwaardelijk een jaar voordat de maximale duur van zeven jaar wordt bereikt (art. 77t lid 2 Sr). Bij de verlenging van de termijn van de pij-maatregel dienen de overige voorwaarden van art. 77t Sr in acht te worden genomen. Het is duidelijk dat de duur van de pij-maatregel niet van tevoren wordt vastgesteld, met uitzondering van de eerste periode van de pij-maatregel. De beoordeling of de pij-maatregel al dan niet verlengd moet worden is mede afhankelijk van de mate waarin de jeugdige opvoeding en behandeling nodig heeft. 23 De regeling ten aanzien van de voorwaardelijke beëindiging van de pij-maatregel is in het leven geroepen, daar het wenselijk was te voorzien in een verplicht kader voor nazorg aan jeugdigen na het verblijf in een jeugdinrichting Kritiek op de pij-maatregel De pij-maatregel is de laatste jaren nog altijd aan kritiek onderhevig. Zo zijn de recidivecijfers van jeugdigen die de justitiële jeugdinrichting verlaten hoog. Het rendement van de pij-maatregel is vooralsnog laag. 25 De algemene recidive na tien jaar van jeugdigen die een pij-maatregel hebben opgelegd gekregen en in 2000 uit de justitiële jeugdinrichtingen zijn gestroomd, is 80 procent. Het betreft dan alle mogelijke feiten. Wordt er gekeken naar het recidivepercentage van een zeer ernstig delict, dan is het recidivepercentage na tien jaar 40 procent. 26 Tevens werd de pij-maatregel vaak, volgens Bruning, Liefaard & Vlaardingerbroek, terecht geassocieerd met te lange wachtlijsten en een gebrek aan effectieve behandelprogramma s en voldoende deskundig personeel. 27 De uitvoering van de pij-maatregel dient grondig te worden verbeterd en heeft dan ook de volle aandacht van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Daarbij wordt in het bijzonder gefocust op de nazorg, daar dit belangrijk is voor de kans op een succesvolle herintegratie van de jeugdige en de mogelijkheid van het verminderen van de kans op recidive. 28 Voorts zijn De Jonge en Van der Linden van mening dat er weinig reden is tot optimisme over het effect van de pij-maatregel. Volgens hen lijkt het voornaamste gevolg van het 23 Bruning, Liefaard & Vlaardingerbroek 2014, p Wet van 13 december 2010, Stb. 2010, 818, p Bruning, Liefaard & Vlaardingerbroek 2014, p Brief d.d. 20 juni 2014 betreft Beantwoording verzoek van het lid Helder (PVV) inzake het krantenbericht Jeugd na tbs nog steeds crimineel, Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal met kenmerk , p Bruning, Liefaard & Vlaardingerbroek 2014, p Bruning, Liefaard & Vlaardingerbroek 2014, p

12 opleggen van de pij-maatregel dat jongeren die ernstige delicten plegen langdurig uit de samenleving worden verwijderd Van pij naar tbs Omzetting in volwassenen-tbs Art. 77tc Sr maakt het mogelijk dat de pij-maatregel die is verlengd tot de duur van zeven jaar, door de rechter ambtshalve of op vordering van het Openbaar Ministerie kan worden omgezet in de tbsmaatregel (art. 37a Sr), indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de omzetting in die maatregel eist. De pij-maatregel kan alleen worden verlengd tot zeven jaar, indien deze is opgelegd in verband met een gewelds- of zedenmisdrijf. De omzetting van de pijmaatregel in een tbs-maatregel kan dus ook uitsluitend plaatsvinden wanneer de pij-maatregel is opgelegd in verband met een gewelds- of zedenmisdrijf. Vanzelfsprekend dient er, voordat de pijmaatregel kan worden omgezet in de tbs-maatregel, aan de overige voorwaarden van art. 77tc Sr te zijn voldaan. Zoals in paragraaf 1.3. besproken, leverde de doorvoering van de omzettingsregeling met de Wet adolescentenstrafrecht veel kritiek op. Bruning, Liefaard en Vlaardingerbroek merken op dat het niet geheel duidelijk is om hoeveel omzettingsgevallen het zal gaan. Er wordt gedacht aan niet meer dan tien gevallen per jaar. Daarnaast kan de omzetting betekenen dat een jeugdige, die aanvankelijk tot een pij-maatregel is veroordeeld binnen het jeugdstrafrecht, uiteindelijk levenslang in een tbs-kliniek zal moeten verblijven. Uiteraard hoeft dit volgens Bruning, Liefaard en Vlaardingerbroek niet het geval te zijn, maar door art. 77tc Sr is de vanzelfsprekende eindigheid van het jeugdstrafrecht in elk geval losgelaten. 30 Zij merken op dat de nieuwe regeling een verzwaring is, waardoor de omzetting enkel mogelijk is ten aanzien van feiten gepleegd na 1 april Derhalve zal de feitelijke omzetting op zijn vroegst pas gaan spelen rond eind Volgens de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie zal er van een omzetting slechts zelden sprake zijn. Het zal voornamelijk gaan om adolescenten met een zeer ernstige psychische problematiek die bij het eindigen van de pij-maatregel nog steeds recidivegevaarlijk zijn. Het zal gaan om die gevallen waar behandelaars aannemen dat bij invrijheidstelling recidive onvermijdelijk zal volgen. De staatssecretaris erkent dat veroordeelden uiteindelijk in aanmerking kunnen komen voor langdurig toezicht Karakter van de tbs-maatregel Terbeschikkingstelling (hierna: tbs) heeft primair de beveiliging van de maatschappij tot doel. 33 Subsidiair is het doel van tbs ervoor te zorgen dat de tbs-gestelde zich zodanig ontwikkelt, dat de gronden voor zijn verwijdering uit de samenleving niet meer van toepassing zijn. 34 De verdachte kan op 29 De Jonge & Van der Linden 2013, p Bruning, Liefaard & Vlaardingerbroek 2014, p Bruning, Liefaard & Vlaardingerbroek 2014, p Kamerstukken II 2013/14, 33816, 3, p Aanwijzing TBS bij vreemdelingen (2014A012) van 1 december 2014, Stcrt. 2014, 34030, p Kelk 2010, p

13 last van de rechter ter beschikking worden gesteld indien onder andere de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eist (art. 37a lid 1 onder 2 Sr). De behandeling is gericht op het wegnemen dan wel toereikend verminderen en beheersen van het recidivegevaar. 35 Er zijn twee vormen van tbs, namelijk de tbs met bevel tot verpleging (art. 37b Sr) en de tbs met voorwaarden (art. 38 Sr). Indien een verdachte de tbs met bevel tot verpleging krijgt opgelegd, dan wordt de tbs-gestelde in een tbs-kliniek geplaatst en behandeld. Indien de tbs-gestelde tbs met voorwaarden krijgt opgelegd, dan wordt deze persoon niet onder dwang in een kliniek opgenomen, maar stelt de rechter voorwaarden aan het gedrag. Indien een gestelde voorwaarde niet wordt nageleefd of anderszins het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen zulks eist, dan kan de rechter op vordering van het Openbaar Ministerie bevelen dat de tbsgestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd (art. 38c Sr). Indien de pij-maatregel wordt omgezet in een tbs-maatregel, dan geldt de beslissing tot omzetting als een last als bedoeld in art. 37a Sr. De rechter geeft daarbij het bevel bedoeld in art. 37b Sr, het bevel tot verpleging (art. 77tc lid 2 Sr). De jeugdige krijgt dan automatisch opgelegd de maatregel van tbs met bevel van overheidswege te worden verpleegd. Dit is niet verwonderlijk, daar de mogelijkheid van omzetting is doorgevoerd voor personen met een problematiek die gevaar oplevert voor anderen. 36 De rechter dient als hij de pijmaatregel gaat omzetten in een tbs-maatregel, te beschikken over een recent advies van ten minste twee gedragsdeskundigen van verschillende disciplines, waaronder een psychiater, die betrokkene hebben onderzocht (art. 77tc lid 2 jo. art. 37a lid 3 jo. art. 37 lid 2 Sr). Tevens betrekt de rechter bij de beslissing een recent opgemaakt, met redenen omkleed en ondertekend advies, afkomstig van het hoofd van de inrichting en een afschrift van de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de veroordeelde (art. 37tc lid 5 onder a en b Sr) Duur van de tbs-maatregel De opgelegde tbs geldt voor de duur van twee jaar (art. 38d lid 1 Sr). De termijn van de tbs kan door de rechter op vordering van het Openbaar Ministerie, telkens hetzij met een jaar hetzij met twee jaar worden verlengd, indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen die verlenging eist (art. 38d lid 2 Sr). De totale duur van de maatregel van tbs met voorwaarden gaat een periode van negen jaar niet te boven (art. 38e lid 2 Sr). De totale duur van de maatregel van tbs met bevel tot verpleging van overheidswege gaat een periode van vier jaar niet te boven, tenzij de tbs is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen (art. 38e lid 1 Sr). Indien de tbs met bevel tot verpleging van overheidswege is opgelegd ter zake van een geweldsdelict, dan mag deze dus onbeperkt worden verlengd. Indien de totale duur van de tbs niet in tijd is beperkt, dan kan de termijn van de tbs telkens 35 Aanwijzing TBS bij vreemdelingen (2014A012) van 1 december 2014, Stcrt. 2014, 34030, p M.J.M. Verpalen, in: Tekst & Commentaar Strafrecht, Deventer: Kluwer 2014, art. 77tc Sr, aant. 1 (online, laatst bijgewerkt op 1 januari 2015). 12

14 worden verlengd, wanneer de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen die verlenging eist (art. 38e lid 3 Sr). De tbs met bevel tot verpleging kan bij de beslissing van de tbs voor de tijd van een jaar, dan wel voor de tijd van twee jaar, voorwaardelijk worden beëindigd (art. 38g lid 1 Sr). Indien de rechter de tbs met bevel tot verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigt, dan stelt hij ter bescherming van de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen voorwaarden betreffende het gedrag van de tbs-gestelde (art. 38g lid 2 Sr). De voorwaardelijke beëindiging van de tbs met bevel tot verpleging kan telkens met een jaar dan wel met twee jaar worden verlengd, maar de totale duur bedraagt ten hoogste negen jaar (art. 38j lid 1 en 2 Sr). Ook hier was het wenselijk om te voorzien in een verplicht kader voor nazorg en toezicht na het verblijf in tbs. De pij-maatregel mag alleen worden verlengd tot de duur van zeven jaar, indien deze is opgelegd in verband met een gewelds- of zedenmisdrijf. De jeugdige krijgt, zoals in paragraaf besproken, automatisch de maatregel van tbs met bevel tot verpleging opgelegd. De maatregel wordt dus opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen en dat betekent dat de totale duur van tbs niet in tijd is beperkt. Indien de pij-maatregel wordt omgezet in een tbs-maatregel dan kan deze onbeperkt worden verlengd, zolang de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen die verlenging eist Verzwaring van de tbs Het kabinet heeft als topprioriteit het vergroten van de maatschappelijke veiligheid en het terugdringen van recidive. 37 Er worden allerlei wetsvoorstellen aanhangig gemaakt om de maatschappelijke veiligheid te vergroten en de recidive terug te dringen. Het wetsvoorstel tot Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van de maximale duur van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, het verlengen van de proeftijden van de voorwaardelijke invrijheidstelling en de invoering van een langdurige gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel voor ter beschikking gestelden en zeden- en geweldsdelinquenten (langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking) 38 is hier een voorbeeld van. Het wetsvoorstel heeft onder andere het voorstel om de maximale duur van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege bij de tbs te laten vervallen, waardoor langduriger en indien noodzakelijk levenslang toezicht mogelijk wordt gemaakt. 39 De voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege biedt voor tbs-gestelden aan wie een ongemaximeerde tbs met verpleging van overheidswege is opgelegd, reeds een kader voor langdurig toezicht onder voorwaarden. De rechter kan door het afschaffen van de maximale duur de voorwaardelijke beëindiging steeds met een of twee jaren verlengen, zonder dat de voorwaardelijke beëindiging na negen jaar eindigt. 40 Tevens bevat het wetsvoorstel de introductie van een zelfstandige 37 Kamerstukken II 2013/14, 33816, 3, p Kamerstukken II 2013/14, 33816, Kamerstukken II 2013/14, 33816, 3, p Kamerstukken II 2013/14, 33816, 3, p

15 gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel voor tbs-gestelden van wie de tbs (definitief) is geëindigd. Er worden op de persoon toegesneden voorwaarden gesteld om aan het gedrag te werken of ten aanzien van de bewegingsvrijheid in de samenleving. 41 De omzetting van de pij-maatregel in de tbs-maatregel kan er toe leiden dat de vrijheid van een veroordeelde levenslang wordt ontnomen. Er bestaat een kans dat de veroordeelde levenslang in tbs dient te verblijven, maar het is ook mogelijk dat de veroordeelde uiteindelijk in aanmerking komt voor langdurig toezicht of dat de veroordeelde nadat de tbs definitief is geëindigd een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel krijgt opgelegd. Dit lijkt op een verzwaring van de tbs-maatregel Deelconclusie Het uitgangspunt van het Nederlandse jeugdstraf(proces)recht is dat sancties een pedagogisch karakter dienen te hebben. Sancties bevatten zowel punitieve aspecten als opvoedkundige aspecten. De pijmaatregel is een zware strafrechtelijke maatregel voor jongeren en is te vergelijken met een tbsmaatregel. Naar aanleiding van de zaak Moord op het Terra College is er discussie gekomen omtrent de eindigheid van de pij-maatregel. Door de Wet adolescentenstrafrecht zijn diverse bepalingen gewijzigd, waaronder het artikel waarin de pij-maatregel is opgenomen. Art. 77s lid 1 Sr is nu meer afgestemd op art. 37a lid 1 Sr, het artikel waarin de tbs-maatregel is neergelegd. Tevens maakt de Wet adolescentenstrafrecht het mogelijk dat de pij-maatregel na zeven jaar kan worden omgezet in een tbsmaatregel met bevel tot verpleging. De maatregel wordt opgelegd ter zake van een geweldsmisdrijf en dat betekent dat de totale duur van tbs niet in tijd is beperkt. De maatregel kan onbeperkt worden verlengd, zolang de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen die verlenging eist. Indien de tbs met bevel tot verpleging voorwaardelijk wordt beëindigd, kunnen er voorwaarden worden gesteld betreffende het gedrag van de tbs-gestelde. De voorwaardelijke beëindiging duurt ten hoogste negen jaar. Het kabinet heeft een wetsvoorstel aanhangig gemaakt, waardoor een tbs-maatregel nog meer wordt verzwaard. Het voorstel is om de maximale duur van de voorwaardelijk beëindiging te laten vervallen, waardoor langduriger toezicht mogelijk wordt gemaakt. Voorts is het voorstel om een zelfstandige gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel te introduceren voor tbs-gestelden van wie de tbs definitief is geëindigd. Voornoemde wetsvoorstellen maken het mogelijk dat jeugdigen die een pij-maatregel krijgen opgelegd, uiteindelijk levenslang van hun vrijheid worden beroofd of na voorwaardelijke beëindiging levenslang onder toezicht worden gesteld. Indien de tbs definitief wordt beëindigd, dan kan het toch zijn dat hun vrijheid levenslang wordt ontnomen door de introductie van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel. Dit is een zware inbreuk op het leven van een veroordeelde. 41 Kamerstukken II 2013/14, 33816, 3, p

16 3. Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind 3.1. Het IVRK In Nederland trad het IVRK in werking op 8 maart 1995 en is sindsdien van toepassing op het jeugdstraf(proces)recht in Nederland. Volgens De Jonge en Van der Linden zijn voor de kwaliteit van de jeugdstrafrechtspleging vooral art. 37 en art. 40 IVRK van belang. Deze artikelen doubleren met name met garanties zoals die zijn vervat in het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (hierna: EVRM). 42 Art. 37, onder a, IVRK verbiedt foltering en de oplegging van een doodstraf of levenslange gevangenisstraf zonder de mogelijkheid van vrijlating voor strafbare feiten, gepleegd door personen jonger dan achttien jaar. Het IVRK geeft geen definitie van vrijheidsberoving, de Havana Rules 43 daarentegen wel. Volgens art. 11, onder b, Havana Rules wordt onder vrijheidsberoving verstaan: Elke vorm van inhechtenisneming, gevangenneming of plaatsing van een persoon in een openbare of private instelling, die hij niet gemachtigd is op eigen initiatief te verlaten, bevolen door een gerechtelijke, administratieve of andere autoriteit 44. Art. 37, onder b, IVRK vereist dat de vrijheidsbeneming van kinderen slechts wordt gehanteerd als uiterste maatregel en voor de kortst mogelijke passende duur. In art. 37, onder c, IVRK is opgenomen dat ieder kind dat van zijn of haar vrijheid wordt beroofd, wordt gescheiden van volwassenen, tenzij het in het belang van het kind wordt geacht dit niet te doen. De garantie dat kinderen die van hun vrijheid zijn beroofd onverwijld het recht hebben te beschikken over juridische en andere passende bijstand, is opgenomen in art. 37, onder d, IVRK. Tevens is in dit artikel opgenomen dat kinderen onverwijld het recht hebben de wettigheid van hun vrijheidsberoving te betwisten ten overstaan van een rechterlijke autoriteit of een andere bevoegde, onafhankelijke, onpartijdige autoriteit. In art. 40 IVRK zijn een aantal fundamentele rechten opgenomen voor jeugdige delinquenten. Bij de ratificatie van het IVRK heeft Nederland bij art. 37 en art. 40 IVRK voorbehouden gemaakt. Het voorbehoud van art. 37, onder c, IVRK houdt in dat dit artikel niet belet dat op kinderen van zestien jaar en ouder het volwassenenstrafrecht wordt toegepast, mits aan de wettelijke criteria is voldaan. Is dit het geval, dan kunnen kinderen tezamen met volwassenen in dezelfde strafinrichting worden opgesloten. 45 Het door Nederland gemaakte voorbehoud bij art. 40 IVRK maakt het mogelijk dat delicten van lichte aard kunnen worden afgedaan buiten aanwezigheid van een raadsman en dat voor die delicten gehandhaafd blijft dat niet in alle gevallen is voorzien in de mogelijkheid van een nieuwe beoordeling van de feiten en enige dientengevolge opgelegde maatregel De Jonge & Van der Linden 2013, p United Nations Rules for the Protection of Juveniles Deprived of their Liberty, 14 december 1990 (The Havanah Rules). 44 Kinderrechtencoalitie Vlaanderen vzw 2007, p De Jonge & Van der Linden 2013, p Verdrag van 20 december 1989, Trb. 1995, 92, p

17 3.2. De werking van het IVRK De Jonge en Van der Linden benadrukken de vraag wat het IVRK voor de Nederlandse rechtspraktijk kan betekenen. De nationale rechter mag namelijk bepalen hoe sterk of hoe zwak een beroep op een schending van de in het Verdrag opgenomen garantie is. 47 Mijnarends stelt dat er aan twee voorwaarden moet zijn voldaan voor de toekenning van directe werking. Zij geeft aan dat de verdragsnorm zodanig moet zijn geformuleerd dat aanpassing via wetgeving achterwege kan blijven en dat het nationale recht de mogelijkheid moet bieden dat deze internationale norm direct in de nationale rechtsorde kan doorwerken. Mijnarends is van mening dat uit de formulering van art. 37 en art. 40 IVRK kan worden afgeleid dat de opstellers kennelijk de bedoeling hadden bindende bescherming voor de jeugdige te garanderen, ook al wordt de jeugdige niet steeds zelf aangesproken. 48 In welke mate de bepalingen van het IVRK zullen doorwerken in de praktijk van het jeugdstraf(proces)recht, zal volgens Bruning, Liefaard en Vlaardingerbroek in belangrijke mate afhangen van het beroep dat daarop wordt gedaan door de advocaten of door de jeugdige zelf. 49 De Nederlandse rechter heeft al meerdere malen directe werking toegekend aan een aantal verdragsartikelen. 50 Pulles merkt op dat de regels voortvloeiend uit het IVRK moeten worden nageleefd en toegepast, binnen de grenzen van de bevoegdheden van de wetgever, de uitvoerende macht en de rechter. 51 Volgens hem heeft het IVRK een vaste, maar vooralsnog bescheiden plaats weten te verwerven in de Nederlandse rechtspraak. De doorwerking van het IVRK via de Nederlandse rechter vindt incidenteel plaats door het toekennen van rechtstreekse werking aan bepalingen uit het IVRK. Pulles meent dat de voorkeur van de Nederlandse rechter onmiskenbaar uitgaat naar de indirecte doorwerking. Daarmee wordt bedoeld dat Nederlandse rechtsnormen door de rechter worden geïnterpreteerd conform het Verdrag. 52 Er is een onderzoek gedaan naar de toepassing van het IVRK in de Nederlandse rechtspraak 53. Er zijn 102 uitspraken onderzocht in de periode van 1 januari 2002 tot en met 1 september , waarvan in 13 uitspraken art. 37 IVRK wordt genoemd. De strafrechter heeft zich niet uitdrukkelijk uitgesproken over de vraag of art. 37 IVRK rechtstreekse werking toekomt. 55 Uit het onderzoek komt naar voren dat het IVRK in een gering aantal zaken voorkomt 56 en dat de rol van het IVRK beperkt is. De rol van het IVRK in strafzaken is overwegend minimaal. 57 De Hoge Raad is terughoudend als het gaat om de verdragsconforme uitleg en toepassing De Jonge & Van der Linden 2013, p Mijnarends, FJR 2001, p Bruning, Liefaard & Vlaardingerbroek 2014, p De Jonge 2006, p ; Ruitenberg 2003, p Pulles 2014, p Pulles 2014, p De Graaf e.a De Graaf e.a. 2012, p De Graaf e.a. 2012, p Wetsvoorstel adolescentenstrafrecht. Een gemiste kans (advies van 14 maart 2012), Den Haag: Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming 2012, p De Graaf e.a. 2012, p De Graaf e.a. 2012, p

18 3.3. Kritiek op de omzetting mede in het licht van het IVRK In de vierde ngo-rapportage van het Kinderrechtencollectief aan het VN-Kinderrechtencomité, doet het kinderrechtencollectief een groot aantal aanbevelingen met betrekking tot de inrichting van het jeugdstrafrecht. 59 De rapportage gaat over de implementatie en de naleving van het IVRK. 60 Het Kinderrechtencollectief beveelt in aanbeveling 71 aan om de omzetting van de pij-maatregel in een tbsmaatregel niet mogelijk te maken 61, daar minderjarigen van twaalf jaar en ouder de kans lopen om niet meer vrij te komen als de pij-maatregel wordt opgelegd. 62 Defence for Children International 63 en het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten 64 menen dat de mogelijkheid tot omzetting van de pij-maatregel in een tbs-maatregel in strijd is met het IVRK, daar de oplegging van een tbs-maatregel in de praktijk kan neerkomen op een levenslange vrijheidsbeneming. De Kinderombudsman acht de mogelijkheid tot omzetting onwenselijk, ook al zal het maar gaan om een klein aantal gevallen. De Kinderombudsman concludeert dat de maatregel er toe kan leiden dat de vrijheid van een persoon levenslang wordt ontnomen, op basis van een strafbaar feit dat is gepleegd in de minderjarigheid. De minderjarigheid is een fase waarin de hersenen nog niet volledig ontwikkeld zijn. De Kinderombudsman meent dat er voor de zeer problematische gevallen een oplossing dient te worden gevonden, waarbij de rechtspositie van de minderjarige niet verslechterd wordt. 65 De Jonge en Van der Linden menen dat de auteur van het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht over het hoofd heeft gezien dat de pij-maatregel in zijn huidig vorm niet alleen een pendant is van tbs, maar tevens een opvoedingsmaatregel. 66 De Raad voor de Rechtspraak is van mening dat de mogelijkheid tot omzetting op gespannen voet staat met het pedagogische karakter van het jeugdstrafrecht. Het is van belang dat de minderjarige de duur van de hem opgelegde straffen en maatregelen kan overzien. Voornamelijk het ongelimiteerde karakter van de tbs wringt op dit punt. De Raad voor de Rechtspraak is van mening dat de nieuwe mogelijkheid op gespannen voet staat met het IVRK. 67 De Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak vindt de mogelijkheid tot omzetting niet passend en in strijd met art. 37 IVRK. Het wordt mogelijk dat een veroordeelde een tijdens de minderjarigheid gepleegd feit levenslang nadraagt De Jonge & Van der Linden 2013, p Ngo-rapportage Kinderrechtencollectief 2012, p Ngo-rapportage Kinderrechtencollectief 2012, p Ngo-rapportage Kinderrechtencollectief 2012, p Notitie: Het adolescentenstrafrecht pakt verkeerd uit voor minderjarigen (notitie van 6 oktober 2011), Leiden: Defence for Children International. 64 Advies met betrekking tot het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht (advies van 17 januari 2013), Leiden: Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten. 65 Een nieuwe kans?! Advies over het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht (advies van 23 februari 2012), Den Haag: De Kinderombudsman, p De Jonge & Van der Linden 2013, p Advies conceptwetsvoorstel tot Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van adolescentenstrafrecht (advies van 23 maart 2012), Den Haag: Raad voor de Rechtspraak. 68 Wetgevingsadvies. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht (wetgevingsadvies van 30 maart 2012), Den Haag: Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, p

19 3.4. De omzetting nader bezien in het licht van art. 37 IVRK In art. 37, onder a, IVRK wordt gesproken over een gevangenisstraf. Uit de Havana Rules blijkt dat onder vrijheidsbeneming niet enkel de gevangenisstraf wordt verstaan. Een vrijheidsbenemende maatregel, zoals de pij-maatregel en de tbs-maatregel, vallen eveneens onder art. 37 IVRK. De pijmaatregel en de tbs-maatregel zijn te kwalificeren als een vorm van detentie in de zin van art. 37 IVRK. Het is niet mogelijk voor de veroordeelde om zich op eigen initiatief te onttrekken aan deze maatregelen, welke worden bevolen door de gerechtelijke autoriteit. Indien de pij-maatregel of de tbs-maatregel wordt opgelegd aan een veroordeelde, dan dient de veroordeelde de maatregel te ondergaan. De mogelijkheid tot omzetting van een pij-maatregel in een tbs-maatregel leidt er toe dat een persoon jonger dan achttien jaar levenslang van zijn vrijheid kan worden beroofd. De tbs met dwangverpleging kan telkens met een jaar hetzij met twee jaar worden verlengd. Een veroordeelde kan uiteindelijk zelfs op een longstayafdeling worden geplaatst. Het is in de praktijk mogelijk dat een veroordeelde vanaf de oplegging van een pij-maatregel tot zijn dood van zijn vrijheid wordt beroofd. Daar de pij-maatregel en de tbsmaatregel telkens verlengd kunnen worden, is het lastig voor de veroordeelde om de duur van de hem opgelegde maatregelen te overzien. De veroordeelde leeft telkens in de onzekerheid of de pij-maatregel of tbs-maatregel al dan niet wordt verlengd. In art. 37, onder a, IVRK wordt gesproken over een verbod om een levenslange gevangenisstraf op te leggen zonder de mogelijkheid van vrijlating. Echter is het zowel bij de pij-maatregel als bij de tbs-maatregel mogelijk om bij de toetsing tot verlenging de maatregel te beëindigen. Indien een tbs-gestelde ondanks behandeling niet veilig kan terugkeren in de maatschappij, dan kan hij geplaatst worden op een longstay-afdeling van een tbs-kliniek. Dit is bijvoorbeeld het geval als de tbs-gestelde niet meewerkt aan zijn behandeling. De tbs-gestelde krijgt op de longstay-afdeling geen intensieve behandeling voor zijn stoornis. De psychische en medische zorg van de tbs-gestelde is daarentegen van belang alsmede de beveiliging van de samenleving. Het verblijf op een longstay-afdeling richt zich niet meer op terugkeer in de samenleving. Indien een tbs-gestelde eenmaal verblijft op een longstay-afdeling, dan is de kans op vrijlating zeer klein. Theoretisch gezien wordt er dus geen levenslange detentie opgelegd zonder de mogelijkheid van vrijlating voor strafbare feiten gepleegd door personen jonger dan achttien jaar. In praktijk is het wel mogelijk dat een persoon jonger dan achttien jaar een strafbaar feit pleegt en voor dit feit uiteindelijk levenslang van zijn vrijheid wordt beroofd. De gevangenneming van een kind wordt volgens art. 37, onder b, IVRK slechts gehanteerd als uiterste maatregel en voor de kortst mogelijke passende duur. De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (hierna: RSJ) meent dat een bepaling waarbij een jeugdige of jongvolwassene een zeer lange tijd van zijn vrijheid kan worden beroofd, zich niet zonder meer verdraagt met dit artikel van het IVRK. 69 Het is de vraag of de mogelijkheid tot omzetting in een tbsmaatregel, welke vervolgens onbeperkt kan worden verlengd, zich verdraagt met artikel 37, onder b, 69 Wetsvoorstel adolescentenstrafrecht. Een gemiste kans (advies van 14 maart 2012), Den Haag: Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming 2012, p

20 IVRK. De pij-maatregel kan niet zomaar worden opgelegd. De gevangenneming van een kind zal slechts als uiterste maatregel worden bevolen als het echt niet anders kan. Er dient aan diverse voorwaarden te zijn voldaan alvorens een pij-maatregel kan worden opgelegd en alvorens deze kan worden omgezet in een tbs-maatregel. Als de maatregel eenmaal is opgelegd, dan wordt er elke twee jaar getoetst of de maatregel nog passend is. Indien de pij-maatregel of de tbs-maatregel niet meer passend is, dan zal deze (voorwaardelijk) kunnen worden beëindigd. De rechter zal een pij-maatregel of een tbs-maatregel opleggen als uiterste maatregel en voor de kortst mogelijke passende duur. Volgens art. 37, onder c, IVRK moet ieder kind dat van zijn of haar vrijheid is beroofd, gescheiden worden van volwassenen tenzij het in het belang van het kind wordt geacht dit niet te doen. Nederland heeft een voorbehoud gemaakt op art. 37, onder c, IVRK. De rechter kan ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar feit de leeftijd van zestien jaren doch nog niet die van achttien jaren heeft bereikt, de artikelen 77g tot en met 77gg (Wetboek van Strafrecht) buiten toepassing laten en recht doen overeenkomstig de bepalingen uit het volwassenstrafrecht (art. 77b lid 1 Sr). De levenslange gevangenisstraf kan echter niet worden opgelegd (art. 77b lid 2 Sr). Het is mogelijk om aan een zestienjarige of een zeventienjarige een tbs-maatregel op te leggen. De tenuitvoerlegging van een tbsmaatregel die is opgelegd aan een zestien- of zeventienjarige kan totdat de leeftijd van 21 jaar is bereikt plaatsvinden in een justitiële jeugdinrichting 70, maar eveneens in een circuit voor volwassenen. Nederland heeft een voorbehoud op art. 37, onder C, IVRK gemaakt, omdat het IVRK voor deze samenplaatsingen beperkte ruimte biedt. 71 Nederland heeft het voorbehoud gemaakt bij het VN- Kinderrechtenverdrag voor minderjarigen vanaf zestien jaar. Echter geldt het voorbehoud niet voor kinderen onder de zestien jaar. 72 Het Committee on the Rights of the Child beveelt aan om het voorbehoud van art. 37 (en art. 40) IVRK in te trekken en het Nederlandse jeugdstrafprocesrecht in overeenstemming te brengen met de normen voortvloeiend uit het IVRK. 73 Defence for Children International acht de omzetting (zonder dat er sprake is van een nieuw strafbaar feit) van een pijmaatregel, die is opgelegd aan een minderjarige in de leeftijd van twaalf tot vijftien jaar, in een tbsmaatregel bij het bereiken van de leeftijd van achttien jaar, in strijd met het IVRK en de met het door Nederland gemaakte voorbehoud. 74 De mogelijkheid tot omzetting van de pij-maatregel in een tbsmaatregel is niet in strijd met art. 37, onder d, IVRK Deelconclusie Het IVRK is sinds 8 maart 1995 van toepassing op het jeugdstraf(proces)recht in Nederland. De artikelen 37 en 40 IVRK zijn voornamelijk van belang voor de kwaliteit van de jeugdstrafrechtspleging. Art. 37, 70 Kamerstukken II 2012/13, 33498, 3, p Kamerstukken II 2012/13, 33498, 3, p Vijf aanbevelingen voor het nieuwe wetsvoorstel adolescentenstrafrecht, Defence for Children 13 december 2012, Defenceforchildren.nl (zoek op Vijf aanbevelingen adolescentenstrafrecht). 73 Committee on the Rights of the Child 2009, p Notitie: Het adolescentenstrafrecht pakt verkeerd uit voor minderjarigen (notitie van 6 oktober 2011), Leiden: Defence for Children International, p

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 460 Wet van 25 november 2015 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN. DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

WETGEVINGSADVIES. 1. Inleiding

WETGEVINGSADVIES. 1. Inleiding WETGEVINGSADVIES Datum 30 maart 2012 Contactpersoon J.M.A. Timmer Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017-2018 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 975 Voorstel van wet van het lid Van der Staaij tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking

Langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking 33.816 Langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking Naam : Joni Schenk Opleiding : HBO Rechten Scriptiebegeleider : Mevr. Bharos-Jadoenathmisier Studiejaar : 2014-2015 1 Samenvatting Op

Nadere informatie

VAN PIJ NAAR TBS. Naam: A.H.J.P. Albers Titel afstudeerscriptie: Van PIJ naar TBS Scriptiebegeleider: Professor Vlaardingerbroek Studentnummer:

VAN PIJ NAAR TBS. Naam: A.H.J.P. Albers Titel afstudeerscriptie: Van PIJ naar TBS Scriptiebegeleider: Professor Vlaardingerbroek Studentnummer: VAN PIJ NAAR TBS Naam: A.H.J.P. Albers Titel afstudeerscriptie: Van PIJ naar TBS Scriptiebegeleider: Professor Vlaardingerbroek Studentnummer: 575902 1 Inhoudsopgave Inleiding...3 Hoofdstuk 1 Het jeugdstrafrecht

Nadere informatie

Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker,

Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker, RSJ Postbus 30137 2500 GC Den Haag www.rsj.nl Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum : 29 maart 2019 E-mail : advies@rsj.nl Uw kenmerk : 2477367

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 498 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

Adolescentenstrafrecht

Adolescentenstrafrecht Adolescentenstrafrecht Aanpak met perspectief De ambitie Wat er verandert Februari 2014 Ambitie Adolescenten 16 tot 23 jaar Gerichte aanpak: rekening houden met ontwikkelingsfase Effectieve aanpak biedt

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 30 Wet van 31 januari 2018 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Penitentiaire beginselenwet, de eginselenwet verpleging ter beschikking

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Penitentiaire beginselenwet, de eginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de eginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en enkele andere strafrechtelijke

Nadere informatie

Omzetting van de PIJmaatregel

Omzetting van de PIJmaatregel Omzetting van de PIJmaatregel in TBS Een onderzoek naar de verenigbaarheid van omzetting met de rechtspositie van het kind en naar mogelijke alternatieven. Naam student: Henri Toonders ANR: 179950 Begeleider:

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal erste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 980 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Penitentiaire beginselenwet (plaatsing in een inrichting voor

Nadere informatie

Van PIJ naar Tbs: een onderzoek naar schending van het IVRK en alternatieve sancties of maatregelen voor artikel 77tc WvSr.

Van PIJ naar Tbs: een onderzoek naar schending van het IVRK en alternatieve sancties of maatregelen voor artikel 77tc WvSr. Geen tijdelijke schuld, hoe zwaar ook, kan een eeuwige straf tot gevolg hebben. Siddhartha Gautama, Boeddha, 450 vc-370 vc. Kim van Tilborg Van PIJ naar Tbs: een onderzoek naar schending van het IVRK en

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 575 Wet van 20 december 2007, tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg met het

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 138 Besluit van 21 maart 2014 tot intrekking van het Besluit gedragsbeïnvloeding jeugdigen en tot wijziging van het Besluit tenuitvoerlegging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 319 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van

Nadere informatie

Aangepast strafrecht de rol van leeftijd en ontwikkeling

Aangepast strafrecht de rol van leeftijd en ontwikkeling Aangepast strafrecht de rol van leeftijd en ontwikkeling Prof. mr. T. (Ton) Liefaard SWR-conferentie, 27 september 2014 Opbouw 1. Leeftijdsgrenzen in het strafrecht Welke leeftijdsgrenzen kennen we en

Nadere informatie

Een paar nachtjes in de cel

Een paar nachtjes in de cel Een paar nachtjes in de cel Het VN-Kinderrechtenverdrag en het voorarrest van minderjarigen in politiecellen Maartje Berger Carrie van der Kroon JEUGDSTRAFRECHT Een paar nachtjes in de cel Het VN-Kinderrechtenverdrag

Nadere informatie

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest K.P.M.A. Muis L. van der Geest Samenvatting en conclusies in hoofdpunten In 2008 en 2009 is er sprake van een opvallende daling van het aantal tbs-opleggingen met bevel tot verpleging. Het is onwaarschijnlijk

Nadere informatie

Preadvies van de Adviescommissie Strafrecht** inzake

Preadvies van de Adviescommissie Strafrecht** inzake Preadvies van de Adviescommissie Strafrecht** inzake het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van

Nadere informatie

De eindigheid van de PIJ-maatregel

De eindigheid van de PIJ-maatregel Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht De eindigheid van de PIJ-maatregel Mogelijke oplossingen voor het probleem dat kan ontstaan na het van rechtswege eindigen van een PIJ-maatregel na zeven

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enkele andere wetten in verband met de invoering van de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (Invoeringswet herziening tenuitvoerlegging

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet dieren met het oog op de versterking van het instrumentarium ten behoeve van de opsporing, vervolging en bestuursrechtelijke

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2013 Onderwerp Weigerende observandi

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2013 Onderwerp Weigerende observandi 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding onderzoek

Samenvatting. Aanleiding onderzoek Samenvatting Aanleiding onderzoek In Nederland kan aan individuen met een psychische stoornis die een ernstig misdrijf hebben gepleegd, de maatregel terbeschikkingstelling (tbs) worden opgelegd. Indien

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers Inhoud 1 Inleiding 15 2 Geschiedenis van het jeugdstrafrecht 19 2.1 Inleiding 19 2.2 Heropvoeding 21 2.3 Niet het delict maar de toekomst van het kind 24 2.4 Psychologisering van het criminele kind 29

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 551 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de invoering van een rechterlijke vrijheidsbeperkende

Nadere informatie

Preadvies. van de. Adviescommissie Strafrecht. inzake

Preadvies. van de. Adviescommissie Strafrecht. inzake Preadvies van de Adviescommissie Strafrecht inzake Voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet educatie en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 5 Besluit van 14 december 2011, houdende regels inzake het uit te oefenen toezicht bij voorwaardelijke veroordeling (Uitvoeringsbesluit voorwaardelijke

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht

Het adolescentenstrafrecht Het adolescentenstrafrecht Wetswijziging 1 april 2014, Prof mr E.M.Mijnarends, bijzonder hoogleraar jeugdstrafrecht Leiden, coordinerend jongeren officier MN Drie pijlers onder wet ASR 1. overgrote deel

Nadere informatie

advies. Strekking wetsvoorstellen

advies. Strekking wetsvoorstellen Datum 20 maart 2014 De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten en De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Uw kenmerk 447810 en 447811

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 500 Wet van 6 december 2007 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de vervroegde

Nadere informatie

Actiepunten voor de versterking van het Kinderrechtenverdrag Geformuleerd op de juridische deelconferentie van de Kinderrechtentop 2009

Actiepunten voor de versterking van het Kinderrechtenverdrag Geformuleerd op de juridische deelconferentie van de Kinderrechtentop 2009 Actiepunten voor de versterking van het Kinderrechtenverdrag Geformuleerd op de juridische deelconferentie van de Kinderrechtentop 2009 Actiepunten algemeen 1. Rechters moeten in iedere uitspraak waarbij

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Is het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht in strijd met het IVRK?

Is het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht in strijd met het IVRK? Is het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht in strijd met het IVRK? Naam : Frances Lemmens Studentnr. : 838128936 Begeleider : Drs. D.H. van Ekelenburg Examinator : Mw. Dr. W.H.B. Dreissen Voorwoord En

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 32 398 Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg) G BRIEF

Nadere informatie

Strafblad 2017(3) 35 De (on)veiligheid van de zelfstandige gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel

Strafblad 2017(3) 35 De (on)veiligheid van de zelfstandige gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel Strafblad 2017(3) 35 De (on)veiligheid van de zelfstandige gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel Strafblad 2017(3) 35 De (on)veiligheid van de zelfstandige gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Datum 17 juni 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen Recourt en Rebel over minderjarigen in voorlopige hechtenis

Datum 17 juni 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen Recourt en Rebel over minderjarigen in voorlopige hechtenis 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht

Het adolescentenstrafrecht Het adolescentenstrafrecht Een onderzoek naar de wenselijkheid van het adolescentenstrafrecht op basis van een analyse van het relevante juridisch en criminologisch raamwerk. Afstudeerscriptie Auteur:

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K. Advies

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K. Advies Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak Advies inzake Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de maatregel van terbeschikkingstelling

Nadere informatie

Wet Maatregel Wie bevoegd? In welke gevallen? Wetboek van

Wet Maatregel Wie bevoegd? In welke gevallen? Wetboek van Bijlage 1 Wet Maatregel Wie bevoegd? In welke gevallen? Wetboek van Officier van justitie Strafvordering Toepassing bijzondere opsporingsbevoegdheden: o.m. observatie, infiltratie en stelselmatige informatieinwinning

Nadere informatie

Het Conceptwetsvoorstel Adolescentenstrafrecht

Het Conceptwetsvoorstel Adolescentenstrafrecht Het Conceptwetsvoorstel Adolescentenstrafrecht Hoe voldoet invoering van het adolescentenstrafrecht in Nederland voor de leeftijdsgroep zestien- en zeventienjarigen aan het criterium in het belang van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 498 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG.

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 28 maart 2014 Uw kenmerk 476490 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. W03.13.0153/II Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van de maximale duur van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege,

Nadere informatie

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten juridisch en bestuurskundig onderzoek advies onderwijs Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten Een verkennend onderzoek Groningen, juli 2010 2010 WODC, ministerie van Justitie. Auteursrechten voorbehouden.

Nadere informatie

Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag

Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag contactpersoon datum

Nadere informatie

Geen noodzaak voor adolescentenstrafrecht

Geen noodzaak voor adolescentenstrafrecht January 9, 2012 Geen noodzaak voor adolescentenstrafrecht Het wetsvoorstel van Teeven: een verbetering of verslechtering van ons huidig jeugdstrafrecht? Thesis in de strafwetenschappen te verdedigen tegenover

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 3

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 3 Aan de minister van Justitie Dr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Afdeling Ontwikkeling datum 7 januari 2010 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail Voorlichting@rechtspraak.nl onderwerp

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Samenvatting Inleiding In het kader van het programma Modernisering Sanctietoepassing (MST) binnen het beleidsprogramma Naar een veiliger Samenleving is onder meer aandacht voor het beleid met betrekking

Nadere informatie

Maatregelopties voor jong volwassenen: Gedragsbeïnvloedende Maatregel, Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen. Terbeschikkingstelling

Maatregelopties voor jong volwassenen: Gedragsbeïnvloedende Maatregel, Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen. Terbeschikkingstelling Maatregelopties voor jong volwassenen: Gedragsbeïnvloedende Maatregel, Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen Terbeschikkingstelling Studiedag NIFP Adolescentenstrafrecht 18 april 2014 Nederlands Instituut

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van de maximale duur van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, het

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel 1

Voorstel van wet. Artikel 1 Regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat (Wet tijdelijk huisverbod) Voorstel van wet Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Kwakman, N. J. M. (2013). Het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht. In Casu, 20(4),

Citation for published version (APA): Kwakman, N. J. M. (2013). Het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht. In Casu, 20(4), University of Groningen Het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht Kwakman, N.J.M. Published in: In Casu IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to

Nadere informatie

Heeft het adolescentenstrafrecht toekomst?

Heeft het adolescentenstrafrecht toekomst? Heeft het adolescentenstrafrecht toekomst? Eindversie masterthesis Rechtsgeleerdheid Dominique Schalk Breda, 20 mei 2016 Heeft het adolescentenstrafrecht toekomst? Masterthesis in het kader van de opleiding

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

Wie zijn onze patiënten?

Wie zijn onze patiënten? In deze folder vertellen wij u graag wat meer over Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden. De Kijvelanden behandelt mensen met een psychiatrische stoornis. De rechter heeft hen tbs met bevel tot

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17270 28 september 2011 Partiële wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het herstel van een lacune in

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:7750

ECLI:NL:RBMNE:2016:7750 ECLI:NL:RBMNE:2016:7750 Instantie Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 07-08-2017 Zaaknummer 07.607382.06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Penitentiair

Nadere informatie

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN Ontvangen op 27-03-2019 Verwerkt op 27-03-2019 Ministerie van Veiligheid en Justitie t.a.v. de heer drs. S. Dekker Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Den Haag, 27 maart 2019 dossiernummer: 106771 uw kenmerk:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 31 996 Regels ten aanzien van zorg en dwang voor personen met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap (Wet zorg en dwang

Nadere informatie

Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden. Over TBS

Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden. Over TBS Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden Over TBS In deze folder vertellen wij u graag meer over Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden en in het bijzonder over tbs. De Kijvelanden behandelt

Nadere informatie

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier Samenvatting Op 1 april 2014 is het adolescentenstrafrecht (ASR) in werking getreden. Met het adolescentenstrafrecht beoogt de wetgever een flexibele toepassing van het jeugden volwassenenstrafrecht rond

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds jeugdinrichtingen in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds jeugdinrichtingen in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9973 9 april 2014 Advies Raad van State betreffende het ontwerpbesluit tot intrekking van het Besluit gedragsbeïnvloeding

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 182 Besluit van 15 mei 2015 tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht in verband met de implementatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 169 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen voor ernstige zeden-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 498 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

Wetsvoorstel adolescentenstrafrecht

Wetsvoorstel adolescentenstrafrecht Wetsvoorstel adolescentenstrafrecht Een gemiste kans Advies d.d. 14 maart 2012 1 2 Inhoudsopgave Samenvatting 5 Inleiding 7 1. Uitgangspunten adolescentenstrafrecht 9 1.1 Hoofdlijnen van het conceptwetsvoorstel

Nadere informatie

Inhoudsopgave LIJST VAN AFKORTINGEN

Inhoudsopgave LIJST VAN AFKORTINGEN LIJST VAN AFKORTINGEN XIII 1 INLEIDING 1 1.1 Inleiding 1 1.1.1 Definitie van gesloten jeugdhulp 3 1.1.2 Gesloten jeugdhulp en vrijheidsbeneming 5 1.1.3 Gesloten jeugdhulp in cijfers 7 1.1.4 Doelgroep van

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1336 Vragen van het lid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 001 Programma voor Jeugd en Gezin Nr. 76 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht in internationaal perspectief

Het adolescentenstrafrecht in internationaal perspectief Het adolescentenstrafrecht in internationaal perspectief Leidt het adolescentenstrafrecht tot schendingen van internationale verplichtingen van Nederland? M.R. Rietvelt 8 juli 2014 1 Het adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht

Het adolescentenstrafrecht Het adolescentenstrafrecht Aanpak met perspectief Deze brochure is een uitgave van: Ministerie van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Februari 2014 J-22221

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 421 Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging

Nadere informatie

Cijfers & bijzonderheden 2018

Cijfers & bijzonderheden 2018 Cijfers & bijzonderheden 218 1 Wat is TBS Nederland? TBS Nederland is een initiatief van de forensisch psychiatrische centra en klinieken in Nederland. In een forensisch psychiatrisch centrum (fpc) en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 477 Wet van 2 december 2015, houdende bepalingen verband houdende met de instelling van de rechtsopvolgers van in Nederland gevestigde internationale

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 13 maart 2007 binnengekomen klacht van: A, verblijvende te B, k l a g e r,

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K. Advies

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K. Advies Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak Advies inzake het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de beëindiging van de maatregel van

Nadere informatie