De artikelen 77b en 77c Wetboek van Strafrecht, verleden, heden en toekomst

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De artikelen 77b en 77c Wetboek van Strafrecht, verleden, heden en toekomst"

Transcriptie

1 De artikelen 77b en 77c Wetboek van Strafrecht, verleden, heden en toekomst Hoe worden de artikelen 77b en 77c Sr toegepast en komt dit overeen met de visie van de wetgever op deze artikelen? Masterscriptie Roos van der Ploeg Studentnummer Begeleider Maike Steen 11 december 2011

2 Inhoud Inhoud 2 Inleiding 3 1 De artikelen 77b sr en 77c Sr van 1900 tot op heden Het ontstaan van een apart jeugdrecht De uitzondering voor 16- tot 18- jarigen , het ontstaan van de artikelen 77c Sr en 77d Sr , de uitbereiding van de artikelen 77c en 77d Sr Deelconclusie 15 2 Het adolescentenstrafrecht Het voorstel van Staatssecretaris van Justitie Teeven De voorstellen over artikelen 77b en 77c Sr Vier jaar jeugddetentie Van pij-maatregel naar tbs Artikel 77c voor 18- tot 23- jarigen Deelconclusie 22 3 Artikel 77b Sr Toepassing van artikel 77b Sr Geen toepassing van artikel 77b Sr Deelconclusie artikel 77b Sr 57 4 Artikel 77c Sr Toepassing van artikel 77c Sr Geen toepassing van artikel 77c Sr Deelconclusie artikel 77c Sr 70 5 De gevolgen van het voorstel Teeven 71 6 Conclusie 77 Literatuurlijst 85 Regelgeving 85 2

3 Inleiding In 2010 brengt een 17- jarige jongen zijn moeder om het leven door op haar in te slaan met een hockeystick. 1 Tegen de adviezen van de gedragsdeskundigen in en ondanks het feit dat op basis van het jeugdrecht ook één jaar jeugddetentie opgelegd had kunnen worden, werd één jaar volwassenendetentie opgelegd. Waarom werd één jaar volwassenendetentie opgelegd terwijl ook één jaar jeugddetentie opgelegd kon worden? Welk doel beoogde de rechter bij het opleggen van het volwassenenstrafrecht? Komt dit doel overeen met het doel van artikel 77b Wetboek van Strafrecht (Sr)? Om dergelijke vragen te beantwoorden moet de rechter zijn vonnis goed motiveren. In het bijzonder bij toepassing van een uitzonderingsbepaling zoals artikel 77b Sr. Op basis van artikel 77b Sr kunnen 16- en 17- jarigen volgens het volwassenenstrafrecht worden berecht indien daartoe gronden te vinden zijn in de ernst van het begane feit, de persoonlijkheid van de dader, of de omstandigheden waaronder het feit is begaan. Artikel 77b Sr is een uitzonderingsbepaling omdat volgens artikel 77a Sr alle jongeren tot 18 jaar op basis van het jeugdrecht berecht dienen te worden. Andersom kunnen 18-, 19- en 20- jarigen op grond van artikel 77c Sr veroordeeld worden op basis van het jeugdrecht, indien daarvoor redenen zijn te vinden in de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan. De gevolgen van het toepassen van de artikelen 77b en 77c Sr zijn om verschillende redenen van belang. Een eerste gevolg van het wel of niet toepassen van de artikelen 77b en 77c Sr is dat 16- tot 21- jarigen op basis van verschillende grondslagen behandeld en bestraft worden. Het jeugdrecht bezit, blijkens de wetsgeschiedenis, naast een rechtsbeschermend element, een pedagogisch element, dat niet wettelijk verankerd is. 2 Dit pedagogische element is niet terug te vinden in het volwassenenstrafrecht, wat tot gevolg heeft dat de detentievorm, anders dat in het volwassenenstrafrecht, in het jeugdrecht gericht is op de opvoeding van jonge delinquenten. 3 Een tweede gevolg van het al dan niet toepassen van artikel 77b of 77c Sr komt voort uit de verschillende strafmaxima van het jeugd- en het volwassenenstrafrecht. In het jeugdrecht kunnen 1 Rb Groningen 27 januari 2011, LJN BP Kamerstukken II 1991/92, , nr. 6, p. 5 (MvA). 3 Advies: Het jeugdstrafproces: toekomstbestendig! van de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, 14 maart 2011, p

4 jongeren tot en met 15 jaar op grond van artikel 77i Sr, maximaal 1 jaar jeugddetentie krijgen en 16- en 17- jarigen maximaal 2 jaar. 16- en 17- jarigen die veroordeeld worden op basis van het volwassenenstrafrecht kunnen volgens artikel 77b lid 2 Sr de maximum straf die op een delict staat krijgen, met uitzondering van de levenslange gevangenisstraf. Zo werd in de Amsterdamse garagemoordzaak aan een 17-jarige 18 jaar detentie opgelegd, terwijl op basis van het jeugdrecht maximaal 2 jaar jeugddetentie opgelegd had kunnen worden. 4 Naast de gevolgen van toepassing van de artikelen 77b en 77c Sr, zijn de artikelen onderdeel van het recentelijk uitgebrachte voorstel van Staatssecretaris van Justitie Teeven om een adolescentenstrafrecht te creëren. 5 Verschillende onderdelen van zijn voorstel hebben invloed op de artikelen 77b en 77c Sr, zowel direct als indirect. Zo zal onder meer de leeftijdsgrens van artikel 77c Sr worden verhoogd naar 23 jaar, zal de maximumdetentie in het jeugdrecht worden verhoogd van 2 naar 4 jaar en zal de maatregel uit het jeugdrecht tot plaatsing in een inrichting (pij- maatregel) kunnen worden omgezet in de ter beschikking stelling (tbs) uit het volwassenenstrafrecht. Het voorstel benadrukt de voordelen van de artikelen 77b en 77c Sr, voornamelijk de flexibiliteit van de artikelen voor berechting van 16- tot 23- jarigen. Deze flexibiliteit komt voort uit de verschillende criteria die de rechter tot zijn beschikking heeft. De rechter kan zich op de ernst van het feit, op de omstandigheden waaronder het feit is begaan en op de persoonlijkheid van de dader beroepen, om over te gaan tot toepassing van de artikelen 77b of 77c Sr. De drie criteria geven de rechter ruime bevoegdheden bij toepassing van de artikelen 77b en 77c Sr. Duidelijke motivering lijkt bij uitoefening van deze ruime bevoegdheden extra belangrijk zodat rechterlijke controle op toepassing van de artikelen mogelijk is en zodat de uitspraken duidelijk zijn voor betrokkenen. De motiveringen van de toepassing van de artikelen 77b en 77c Sr in rechterlijke uitspraken worden gebruikt om antwoord te geven op de volgende hoofdvraag: Hoe worden de artikelen 77b en 77c Sr toegepast en komt dit overeen met de visie van de wetgever? In hoofdstuk 1 wordt het onderzoek naar de wetsgeschiedenis van de artikelen 77b en 77c Sr beschreven, om de visie van de wetgever op de artikelen weer te geven. 4 Hof Amsterdam 2 april 2010, LJN BL F. Teeven, Adolescentenstrafrecht (brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal) 25 juni 2011, p. 6, 7, 10. 4

5 Hierin is onderzocht wat het doel van de wetgever bij oprichting en instandhouding van de artikelen 77b en 77c was. In hoofdstuk 2 wordt kort beschreven welke onderdelen van het voorstel van Staatssecretaris Teeven invloed kunnen hebben op het toepassingsgebied van de artikelen 77b en 77c Sr. Behandeld wordt wat en waarom volgens de Staatssecretaris veranderen moet aangaande de toepassing van de artikelen 77b en 77c Sr. In hoofdstukken 3 en 4 vindt een beschrijving van het jurisprudentieonderzoek plaats waarin op basis van 58 uitspraken is onderzocht welke redenen de rechter aandraagt voor de toepassing van de artikelen 77b en 77c Sr. De uitspraken waarin de artikelen wel en niet werden toegepast zullen met elkaar worden vergeleken. Op basis van de uitkomsten van dit jurisprudentie onderzoek wordt besproken in hoeverre toepassing van de artikelen 77b en 77c Sr past binnen de oorspronkelijke bedoeling van de artikelen en welke invloed het voorstel van Staatssecretaris Teeven kan hebben op de toepassing daarvan. Onderzocht is of in het jurisprudentieonderzoek dezelfde problemen naar voren komen die de Staatssecretaris noemt en of het voorstel van de Staatssecretaris een mogelijke oplossing voor deze problemen bieden kan. 5

6 1 Artikelen 77b Sr en 77c Sr van 1900 tot op heden Om te onderzoeken in hoeverre toepassing van de artikelen 77b en 77c Sr overeenkomt met het doel van de artikelen zal de wetgeschiedenis van de artikelen besproken worden. De bevoegdheid van de rechter om 16- tot 18- jarigen op grond van het volwassenenstrafrecht te berechten en 18- tot 21- jarigen op grond van het jeugdrecht te berechten, zijn uitzonderingen op het reguliere (jeugd)strafrecht. Om het doel van de artikelen te achterhalen zal eerst de totstandkoming van het jeugdrecht besproken worden. Daarna zal de wetsgeschiedenis van de totstandkoming van de artikelen 77b Sr en 77c Sr chronologisch behandeld worden. 1.1 Het ontstaan van een apart jeugdrecht Vanuit de pedagogische gedachte dat er een verband is tussen de opvoeding van kinderen en delinquent gedrag dat jongeren vertonen 6, werden in 1905 de kinderwetten ingevoerd, die toepasselijk waren op jongeren tot 18 jaar. 7 Niet alleen de ouders hadden tijdens de opvoeding invloed op hun kinderen, ook de maatschappij had invloed op het opgroeien van kinderen. De overheid ging zich meer bemoeien met het lot van de maatschappij. De invoering van de kinderwetten was de bijdrage van de overheid aan een goede opvoeding voor kinderen die het verkeerde pad opgingen. 8 Op strafrechtelijk gebied hadden de kinderwetten min of meer twee grote consequenties. Ten eerste werden aparte wetten ingevoerd die toepasselijk waren op alle jongeren tot 18 jaar. Dit had een tweede consequentie tot gevolg, voor de ten uitvoerlegging van de straffen moesten aparte instellingen komen. 9 De leeftijdsgrens van 18 jaar werd gekozen omdat men dacht dat de geslachtsontwikkeling doorliep tot het 18 e jaar, wat lijkt op een argument om lichamelijk volgroeiing als grens van volwassenwording te hanteren. 10 Bovendien moesten jongeren tot hun 18 e worden opgevoed en zouden jongeren van 16 en 17 jaar een zich in een kritische levensfase bevinden. Enerzijds 6 I. Weijers, Geschiedenis van het jeugdstrafrecht (herdruk 2011) in: I. Weijers & F. Imkamp, Jeugdstrafrecht in internationaal perspectief, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2008, p Wet van , Stb 63, uit: Kamerstukken II 1989/90, , nr. 3, p. 1 (MvT). 8 I. Weijers, Geschiedenis van het jeugdstrafrecht (herdruk 2011) in: I. Weijers & F. Imkamp, Jeugdstrafrecht in internationaal perspectief, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2008, p Kamerstukken II 1897/98, 219, nr. 3, p Kamerstukken II 1897/98, 219, nr. 3, p. 7. 6

7 zouden 16- en 17- jarigen gemakkelijker dan volwassenen strafbare feiten plegen, anderzijds zouden zij sneller ten goede kunnen veranderen. De straffen die ontstonden vanuit deze pedagogische gedachte, waren de plaatsing in een tuchtschool en de arreststraf. 11 Jongeren die lichte feiten hadden gepleegd werden in de tuchtschool geplaatst samen met jongeren die thuis verwaarloosd werden. De arreststraf werd opgelegd aan 12- en 13- jarigen die een lichte, korte vrijheidsstraf als waarschuwing nodig hadden. 12 Naast de vrijheidsbenemende straffen waren er twee vrijheidsbenemende maatregelen. Jongeren konden ter beschikking van de regering worden gesteld (tbr), waarbij ze tot hun 23e dwangopvoeding in een rijksopvoedingsgesticht konden krijgen. 13 Daarnaast konden ze in een inrichting voor opvoeding worden geplaatst, waar zij maximaal 2 jaar heropvoeding kregen. De laatste maatregel diende als tussenvorm voor de tbr en de tuchtschool omdat de tuchtschool niet alleen tot heropvoeding diende, maar ook op straf en afschrikking gebaseerd was. 14 Heropvoeding en gedragsverbetering stonden voor het eerst centraal bij de ten uitvoorlegging van straffen en in de kinderwetten om terugval van criminele jongeren te voorkomen. Ook de procesgang in het jeugdrecht moest aansluiten bij de ontwikkelingsfase van kinderen en jongeren. 15 Zo bleven de deuren tijdens de zitting gesloten, werd het kind verplicht ter terechtzitting te verschijnen, moesten inlichtingen over de persoonlijkheid van het kind worden ingewonnen en moest het kind een raadsman toegewezen krijgen. 16 Hierin onderscheidde het jeugdrecht zich van het reguliere strafrecht waarin vergelding centraal stond A.D.W. de Vries & F.J.G. van Tricht, Geschiedenis der wetgeving op de misdadige jeugd, verzameling van regeringsontwerpen, gewisselde stukken, gevoerde beraadslagingen enz. Haarlem: Tjeenk Willink & Zoon 1907, p. 2, J.W. Delicat, Van ijzeren vuist naar zachte hand, idee en praktijk in rijksopvoedingsgestichten , Proefschrift Nijmegen, Iskamp Enschede, 2001, p A.D.W. de Vries & F.J.G. van Tricht, Geschiedenis der wetgeving op de misdadige jeugd, verzameling van regeringsontwerpen, gewisselde stukken, gevoerde beraadslagingen enz. Haarlem: Tjeenk Willink & Zoon 1907, p J.W. Delicat, Van ijzeren vuist naar zachte hand, idee en praktijk in rijksopvoedingsgestichten , Proefschrift Nijmegen, Iskamp Enschede, 2001, p Advies: Het jeugdstrafproces: toekomstbestendig! van de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, 14 maart 2011.p I. Weijers, Geschiedenis van het jeugdstrafrecht (herdruk 2011) in: I. Weijers & F. Imkamp, Jeugdstrafrech in internationaal perspectief, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2008, p J.W. Delicat, Van ijzeren vuist naar zachte hand, idee en praktijk in rijksopvoedingsgestichten , Proefschrift Nijmegen, Iskamp Enschede, 2001, p

8 1.2 De uitzondering voor 16- tot 18- jarigen De totstandkoming van de kinderwetten in 1905 duurde lang, door onenigheid over de leeftijdsgrenzen van de strafrechtelijke kinderwetten. Kamerleden discussieerden over moeilijk te behandelen jongeren die ernstige delicten pleegden. 18 Een voorbeeld van een dergelijke jongere was Klaas Boes, een 17-jarige jongen die in 1885 tot levenslange gevangenisstraf werd veroordeeld omdat hij zijn buurvrouw en nichtje vermoordde. 19 De eerste oplossing die kwam voor gevallen zoals Klaas Boes was de voorwaardelijke gevangenisstraf, die aansluitend kon worden opgelegd in het geval de tuchtschool niet effectief was. De tuchtschool eindigde als een jongere 21 werd omdat het niet goed werd gevonden om jongeren na hun 21 e voor opvoeding op de tuchtschool te houden. Opvoeding van jongeren boven de 21 jaar werd niet meer als taak van de overheid gezien en zou op die leeftijd niet in overeenstemming zijn met de volwassen persoonlijkheid van jongeren. 20 Een voorwaardelijke volwassenendetentie, zou in ernstige gevallen na afloop van de tuchtschool ten uitvoer kunnen worden gelegd. Het opleggen van de voorwaardelijke straf was een bevoegdheid van de rechter, geen verplichting en werd aan een maximum duur verbonden. Het voorstel werd aangenomen, maar niet alle Kamerleden vonden dat de voorwaardelijke detentie de rechter voldoende mogelijkheden bood. 21 Kamerleden Willinge en Van Asch van Wijck dienden een amendement in. 22 Zij vonden dat de rechter, in ernstige gevallen, niet alleen een voorwaardelijke volwassenendetentie, maar ook een onvoorwaardelijke volwassenendetentie zou moeten kunnen opleggen aan 16- en 17- jarigen. Volgens hen zouden leeftijdsgrenzen in het strafrecht altijd willekeurig blijven en zou het in overeenstemming zijn met de ervaringen uit de maatschappij en de rechtszaal om een aparte regeling te treffen voor 16- tot 18- jarigen. Zij refereerden hierbij aan een artikel uit het Weekblad van het Recht waarin stond dat vele vechters- en snijdersbazen tussen de l6 en 18 jaar zich volkomen bewust waren van het kwaad dat zij aanrichtten en dat deze jongeren niet in een tuchtschool of opvoedingsgesticht thuis hoorden. 23 Het amendement werd 18 Kamerstukken II 8 juni 1900, 1673, p. 2 (81 e vergadering). 19 Goessche Courant, 17 januari 1985, p. 2, verslag rechtszaak, (gevonden in krantenbankzeeland.nl). 20 Kamerstukken II 8 juni 1900, 1673, p. 2 (81 e vergadering). 21 Kamerstukken II 8 juni 1900, 1673, p. 3 (81 e vergadering). 22 Kamerstukken II 8 juni 1900, 1673, p. 5 (81 e vergadering). 23 Kamerstukken II 8 juni 1900, 1673, p. 6 (81 e vergadering), verwijzing naar Weekblad van het Recht. 8

9 aangenomen en de regeling werd opgenomen in de kinderwetten als artikel 39 septies. 24 Sindsdien kon volwassenendetentie aan 16- en 17- jarigen worden opgelegd. Het is het beging van de uitzonderingsmogelijkheid voor 16- tot 18- jarigen zoals wij die in de vorm van artikel 77b Sr kennen , de invoering van de artikelen 77c Sr en 77d Sr In 1961 werden de artikelen 77a tot met 77kk Wetboek van Strafrecht ingevoerd, waarmee het jeugdrecht werd hervormd. 25 Onderdeel van de wetswijziging van 1961 was de invoering van artikel 77c Sr (nu 77b Sr) en de invoering van artikel 77d Sr (nu 77c Sr). Het tot die tijd bestaande artikel 39 septies werd veranderd in artikel 77c Sr (nu 77b Sr). Aan de bepaling werd toegevoegd dat de rechter de bepalingen van het gewone strafrecht alleen zou kunnen toepassen op 16- tot 18- jarigen, indien hij daartoe gronden kon vinden in de ernst van het begane feit en de persoonlijkheid van de dader. 26 Deze dubbele eis moest accentueren dat slechts in bijzondere gevallen het volwassenenstrafrecht toegepast zou mogen worden op minderjarigen. Doorslaggevend voor het hanteren van de ernst van het feit en de persoonlijkheid van de dader voor toepassing van het volwassenenstrafrecht was dat sommige oudere jongeren dermate ernstige feiten begingen, dat niet langer over een kinderlijke mentaliteit gesproken kon worden. 28 Toepassing van artikel 77c Sr (nu 77b Sr) moest vanuit het oogpunt van het volwassenenstrafrecht worden bekeken. In tegenstelling tot in het jeugdrecht, waar de persoonlijkheid van de dader voorop stond bij strafbepaling, was bij toepassing van artikel 77c Sr (nu 77b Sr) de ernst van het feit belangrijker. 29 Naast de dubbele eis die aan artikel 77c Sr werd toegevoegd, werd in 1961 de mogelijkheid gecreëerd om jongeren van 18 tot 21 jaar op basis van het jeugdstrafrecht te berechten in plaats van op het volwassenenstrafrecht, indien daarvoor gronden te vinden zouden zijn in de persoonlijkheid van de dader. Dit was het ontstaan van artikel 77d Sr (nu 77c Sr). De Commissie Overwater stelde de bepaling voor omdat zij van menig was dat jongeren die in hun ontwikkeling gelijk Kamerstukken II 8 juni 1900, 1673, p. 14 (81 e vergadering). 25 Stb.402 uit: Kamerstukken II 1989/90, , nr. 3, p. 1 (MvT). 26 Kamerstukken II 1955/56, 4141, nr. 3, p. 12 (MvT). 27 Kamerstukken II 1957/58, 4141, nr. 10, p. 9 (MvA). 28 Kamerstukken II 1960/61, 4141, nr. 136, p. 2 (Verslag II). 29 Kamerstukken II 1957/58, 4141, nr. 10, p. 9 (MvA). 9

10 liepen met minderjarigen, maar ouder waren dan 18 jaar, jeugddetentie in plaats van volwassenendetentie opgelegd moesten kunnen krijgen. 30 Er was echter discussie over de rol van de ernst van het feit bij toepassing van het jeugdrecht op een meerderjarige. De vraag was of een goed ontwikkelde meerderjarige die een gering delict had gepleegd op basis van het jeugdrecht veroordeeld moest kunnen worden. Als voorbeeld diende de student die een boek stal uit een bibliotheek. 31 Uiteindelijk was de meerderheid van de Kamer het er over eens dat goed ontwikkelde personen, die bewust handelden, op grond van hun volwassen persoonlijkheid bestraft dienden te worden en geen jeugddetentie opgelegd moesten kunnen krijgen. 32 Om jeugddetentie te kunnen opleggen aan een meerderjarige, moest de jongere dus als minderjarige kunnen worden beschouwd. Een ander argument om de ernst van het feit niet in artikel 77d Sr (nu 77c Sr) op te nemen, waren de tegengestelde doelen van het jeugd- en het volwassenenstrafrecht. In het volwassenenstrafrecht stond vergelding centraal. Hoe ernstiger het delict, hoe sterker de vergeldende reactie moest zijn. Hierdoor was de ernst van het feit een belangrijk criterium voor toepassing van het volwassenenstrafrecht. Het jeugdstrafrecht onderscheidde zich doordat het een pedagogisch element bevatte en niet alleen vergelding als doel had. Dit was de reden dat de persoonlijkheid van de dader voor toepassing van het jeugdrecht als criterium gebruikt moest worden. 33 Artikel 77d Sr werd daarom ook wel de spiegelbeeld- bepaling van artikel 77c Sr (nu 77b Sr) genoemd. De ernst van het feit werd als gevolg van deze argumenten niet in artikel 77d Sr (nu 77c Sr) opgenomen. De persoonlijkheid van de dader was als enige criterium doorslaggevend bij toepassing van het jeugdrecht op een 18-,19- of 20- jarige en artikel 77d Sr werd aangenomen, zoals voorgesteld door de Commissie Overwater Kamerstukken II 1955/56, 4141, nr. 3, p. 11 (MvT). 31 Kamerstukken II 1960/61, 2701, nr. 62, p Kamerstukken II 1960/61, 2701, nr. 62, p Kamerstukken II 1960/61, 2701, nr. 62, p Kamerstukken II 1960/61, 2701, nr. 62, p

11 , de uitbereiding van de artikelen 77c en 77d Sr Bij wetswijziging van 1991 wijzigden de artikelen 77c (oud) en 77d Sr (oud) in de artikelen 77b Sr en 77c Sr en werden de criteria van de artikelen uitgebreid. 35 Deze wijzigingen maakten deel uit van een integrale herziening van het jeugdstrafrecht, dat werd aangepast om verschillende redenen. Eén van die redenen was de verlaging van de leeftijd van meerderjarigheid van 21 naar 18 jaar in het Burgerlijk Wetboek in 1988, als gevolg van een advies van de Commissie Wiarda. 36 Jongeren van 18 jaar en ouder werden zowel rechtens als feitelijk handelingsbekwaam geacht. Bovendien vond een ontwikkeling plaats die gericht was op het verzelfstandigen van minderjarigen. 37 De verlaging van de leeftijdsgrens van meerderjarigheid had ook gevolgen voor het strafrecht. Strafrechtelijke maatregelen, de tbr en de plaatsing in een inricht voor heropvoeding, konden eerst doorlopen tot een jongere 21 was, omdat de grens voor meerderjarigheid 21 was. Door verlaging van de meerderjarigheidsgrens naar 18 jaar, zouden deze strafrechtelijke maatregelen ook moeten eindigen als jongeren 18 jaar werden. De Commissie Wiarda stelde daarom een adolescentenstrafrecht voor met aparte straffen en maatregelen voor jonge meerderjarigen van 18 tot 23 of van 18 tot 25 jaar. 38 Om de mogelijkheid van het adolescentenstrafrecht te onderzoeken werd de Commissie Anneveldt ingesteld. Naast de ontwikkelingen als gevolg van de verlaging van de leeftijdsgrens van meerderjarigheid, heerste er onvrede over de toepassing van de artikelen 77c Sr (oud) en 77d Sr (oud), omdat deze als rigide werd ervaren. 39 In sommige gevallen leidde het niet kunnen toepassen van de artikelen ertoe dat minderjarige en meerderjarige jongeren rond de 18 jaar, die samen een delict hadden gepleegd, heel uiteenlopend werden bestraft. Ook waren er problemen met het hanteren van de verplichting beide criteria, de ernst van het feit en de persoonlijkheid van de dader, toe te passen indien de rechter een 16- of 17- jarige een volwassenendetentie wilde opleggen. 40 Soms werden bijvoorbeeld zeer ernstige feiten begaan door jongeren van 16 of 17 jaar en 35 Kamerstukken II 1991/92, , nr. 6, p. 9 (MvA). 36 Advies: Het jeugdstrafproces: toekomstbestendig! van de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, 14 maart 2011, p Kamerstukken II 1978/79, , nr. 3, p. 1 (MvT). 38 Kamerstukken II 1989/90, , nr. 3, p. 2 (MvT). 39 Kamerstukken II 1991/92, , nr. 6, p. 9 (MvA). 40 Kamerstukken II 1991/92, , nr. 6, p. 8 (MvA). 11

12 vond de rechter toepassing van artikel 77b Sr op basis van die ernst gerechtvaardigd, maar zag de rechter geen grond in de persoonlijkheid van de dader om het volwassenenstrafrecht toe te passen. De rechter gebruikte in dergelijke gevallen soms toch de motivering dat hij grond zag in de persoonlijkheid van de dader om het volwassenenstrafrecht toe te passen, waarbij de persoonlijkheid van de dader werd gebaseerd op het delict dat was gepleegd. Het delict was zo ernstig dat de persoonlijkheid van de dader niet langer als die van een jongere kon worden beschouwd. Op basis van die motivering kon toch het volwassenenstrafrecht opgelegd worden. Om deze omslachtige motiveringen bij toepassing van de artikelen 77c en 77d Sr (oud) te voorkomen werd het beter gevonden om in dergelijke gevallen de ernst van het feit als enige criterium te kunnen hanteren. De toepassingsproblemen van de artikelen 77c en 77d Sr en de ontwikkelingen over de leeftijdsgrens van meerderjarigheid, leidden onder andere tot het rapport van de Commissie Anneveldt in 1982 waarin zij de herziening van het jeugdrecht voorstelden. 41 Het voorstel bestond onder andere uit het beperken van de vrijheidsbenemende straffen en maatregelen tot één soort jeugddetentie en één vrijheidsbenemende maatregel, de plaatsing in een justitiële jeugdinrichting en de maatregel tot plaatsing in een penitentiaire inrichting voor jongeren (pij- maatregel). Het arrest, de tuchtschool, de ter beschikking stelling aan de regering en de plaatsing in een inrichting voor buitengewone behandeling zouden daarmee komen te vervallen. 42 De Commissie Anneveldt vond een apart adolescentenstrafrecht onnodig ingewikkeld, maar stelde voor om de leeftijdsgrens van het jeugdrecht te verhogen naar 24 jaar. 43 Een groot aantal jongeren tussen de 16 en de 24 jaar vertoonden leeftijdsgebonden delinquent gedrag en moesten daarom volgens de Commissie Anneveldt onder het jeugdrecht vallen. De rechter zou in uitzonderlijke gevallen op 16- tot 24- jarigen het volwassenenstrafrecht mogen toepassen en de maximum straffen in het jeugdrecht zouden naar leeftijd moeten worden gedifferentieerd. Het advies van de Commissie Anneveldt werd niet in zijn geheel overgenomen. De overweging dat een apart adolescentenstrafrecht voor 16- tot 24- jarigen de wetgeving te ingewikkeld zou maken werd overgenomen, maar het advies om de 41 Kamerstukken II 1991/92, , nr. 6, p. 1 (MvA). 42 Kamerstukken II 1978/79, , nr. 3, p. 1 en 2 (MvT). 43 Kamerstukken II 1989/90, , nr. 3, p. 3 (MvT). 12

13 leeftijdsgrens van het jeugdrecht te verhogen stuitte op praktische problemen. 44 Welke jongeren van 16- tot 24- jaar volgens het jeugd- dan wel volgens het volwassenenstrafrecht zouden worden veroordeeld werd moeilijk gevonden om in te schatten. Daarom zouden extra inrichtingen geopend moeten worden om fluctuaties in de plaatsing van jongeren op te vangen. Op basis van artikel 16 Beginselenwet gevangeniswezen, bestond de mogelijkheid gevangenissen aan te wijzen speciaal voor jongeren tot 23 jaar, of indien wenselijk, voor jongeren tot 25 jaar. In 1986 kende Nederland vijf gevangenissen voor jongvolwassenen, waarin 12% van alle gedetineerden vast zat. 45 Nieuwe inzichten over de behandeling van adolescenten konden in deze detenties worden toegepast. Voor deze constructie was geen wettelijke bepaling nodig. Het nadeel van het achterwege laten van het adolescentenstrafrecht of het verhogen van de leeftijdsgrens naar 24 jaar, was dat de jongvolwassenen geen wettelijke aanspraak kon maken op plaatsing in een dergelijke adolescentengevangenis. Het voordeel was dat geen capaciteitsverlies optrad. 46 Uiteindelijk werd de verhoging van de leeftijdsgrens naar 24 jaar voor het jeugdrecht om deze reden afgewezen en de leeftijdsgrens van artikel 77d Sr (oud) bleef 21 jaar. 47 Een wijziging die wel werd overgenomen uit het voorstel van de Commissie Anneveldt was de beperking van de vrijheidsbenemende straffen en maatregelen tot één soort jeugddetentie en één vrijheidsbenemende maatregel, de maatregel tot plaatsing in een penitentiaire inrichting voor jongeren (pij- maatregel). 48 Als gevolg van verlaging van de grens van meerderjarigheid en de toegenomen mondigheid van jongeren werden leeftijdsgrenzen dus niet aangepast, maar de procedures in het jeugdrecht werden wel veranderd. 49 Jongeren werden bijvoorbeeld voor de keuze gesteld om in plaats van jeugddetentie een taakstraf uit te voeren. Door toestemming aan de jongere te vragen voor het opleggen van alternatieve straffen, werd verondersteld dat de jongere meer bij het strafproces zou worden betrokken en daarom zijn straf beter zou aanvaarden. Naast oplossingen voor de toegenomen mondigheid van jongeren, moest er een oplossing komen voor de in de praktijk ervaren problematische, rigide toepassingsmogelijkheden van de artikelen 77c en 77d Sr (oud), die hierboven werden genoemd. Deze oplossing bestond uit 44 Kamerstukken II 1989/90, , nr. 3, p. 5 (MvT). 45 Kamerstukken II 1989/90, , nr. 3, p. 6 (MvT). 46 Kamerstukken II 1989/90, , nr. 3, p. 6 (MvT). 47 Kamerstukken II 1989/90, , nr. 3, p. 4 en 32 (MvT). 48 Kamerstukken II 1989/90, , nr. 3, p. 36 (MvT). 49 Kamerstukken II 1991/92, , nr. 6, p. 6 (MvA). 13

14 verruiming van de artikelen 77c en 77d Sr (oud) in 1991, waarbij artikel 77c Sr (oud) artikel 77b Sr werd en artikel 77d Sr (oud) artikel 77c Sr werd. 50 De mogelijkheden voor toepassing van het volwassenenstrafrecht op 16- en 17- jarigen werden verruimd doordat de criteria de persoonlijkheid van de dader en de ernst van het feit alternatief in plaats van cumulatief werden geformuleerd. Bovendien werd een extra criterium aan artikel 77b Sr toegevoegd, de omstandigheden waaronder het feit is begaan. Het criterium was bedoeld om een betere motivering te krijgen voor de reden van afwijking van het jeugdrecht. 51 Duidelijke motivering zou willekeur bij toepassing van de artikelen 77b een 77c Sr moeten voorkomen. Door verandering van cumulatieve naar alternatieve criteria moesten meer mogelijkheden ontstaan om het artikel toe te passen. Het toepassen van het volwassenenstrafrecht op een 16- of 17- jarige was als gevolg van deze veranderingen mogelijk op grond van de alternatieve criteria, de persoonlijkheid van de dader, de ernst van het feit of de omstandigheden waaronder het feit is begaan. 52 De mogelijkheden voor toepassing van het jeugdrecht op 18- tot 21- jarigen op basis van artikel 77c Sr werden verruimd doordat toepassing plaats kon gaan vinden op basis van het oude criterium de persoonlijkheid van de dader en/of op basis van het nieuwe criterium de omstandigheden waaronder het feit is begaan. Ook hier werd de bepaling uitgebreid door alternatieve toepassing van de criteria, zodat de overgang tussen de verschillende leeftijdscategorieën gemakkelijker te hanteren werd. Net als bij artikel 77c Sr moest toevoeging van het criterium de omstandigheden waaronder het feit is begaan leiden tot een betere motivering van de rechter. 53 Instandhouding van de artikelen 77b en 77c Sr werd nodig gevonden omdat jongeren van 16 en 17 jaar feiten begingen die zo ernstig waren dat de straffen uit het jeugdrecht ontoereikend werden geacht. 54 De invulling van de ernst van het feit werd hierbij niet nader uitgelegd. Het ontbreken van deze invulling leidde tot vragen in de Tweede Kamer voorafgaand aan de totstandkoming van de veranderingen. 55 Verschillende Kamerleden stelden vraagtekens bij de invulling van de criteria de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijkheid 50 Kamerstukken II 1991/92, , nr. 6, p. 9 (MvA). 51 Kamerstukken II 1989/90, , nr. 3, p. 7 (MvT). 52 Kamerstukken II 1989/90, , nr. 3, p. 7 en 8 (MvT). 53 Kamerstukken II 1989/90, , nr. 3, p. 8 (MvT). 54 Kamerstukken II 1991/92, , nr. 6, p. 8 (MvA). 55 Kamerstukken II 1991/92, , nr. 5, p. 8 en 9 (VV II) 14

15 van de dader. De criteria werden te vaag geacht, waardoor willekeur zou kunnen ontstaan en waardoor de normerende betekenis van de wettelijke regel dat het jeugdrecht geldt voor jongeren tot de 18 jaar zou kunnen verzwakken. In de memorie van antwoord werd echter niet ingegaan op de vragen omtrent invulling van de criteria. 56 Willekeur zou worden voorkomen door verbetering van de motivering als gevolg van de invoering van het nieuwe criterium de omstandigheden waaronder het feit is begaan. 57 De alternatief toe te passen criteria moesten rigiditeit verminderen en leiden tot een flexibel systeem. Dit moest de rechter meer mogelijkheden geven om te kiezen tussen het jeugd- en het volwassenenstrafrecht. 58 Enerzijds moesten de aanpassingen aan de artikelen 77b en 77c Sr dus meer duidelijkheid geven als gevolg van een verbeterde motivering van de rechter, anderzijds kreeg de rechter ruimere bevoegdheden voor toepassing van de artikelen. 1.5 Deelconclusie Al in 1905 wilde de wetgever binnen het strafrecht rekening houden met de ontwikkelingsfase waarin jongeren zich bevonden en tegelijkertijd, zoals in het geval van Klaas Boes, waarde hechten aan de ernst van het delict en de zwaarte van de straf. Politieke onenigheid over deze adolescenten in het strafrecht heeft ertoe geleid dat de rechter binnen de leeftijdsgrenzen van 16 tot 21 jaar de verantwoordelijkheid heeft gekregen om te bepalen of het jeugd- of het volwassenenstrafrecht op een jongere van toepassing is. Deze wettelijke constructie bestaat tot op de dag van vandaag. Het doel van de artikelen 77b en 77c Sr is van belang zodat onderzocht kan worden of toepassing van de artikelen hierbinnen valt. Het doel blijkt echter meerzijdig en heeft door de geschiedenis heen meer invulling gekregen, maar is nooit heel duidelijk beschreven. Artikel 77b Sr is ontstaan om tegemoet te komen aan de wens om jongeren van 16 en 17 jaar die ernstige delicten pleegden en dit bewust deden, harder te kunnen straffen dan onder het jeugdrecht mogelijk was. Een voorbeeld van een dergelijk ernstig feit was de dubbele moord die Kees Boes pleegde. De artikelen 77b en 77c Sr 56 Kamerstukken II 1991/92, , nr. 6, p. 9 (MvA). 57 Kamerstukken II 1991/92, , nr. 6, p. 9 (MvA). 58 Kamerstukken II 1991/92, , nr. 6, p. 9 (MvA). 15

16 waren uitzonderingsbepalingen en dit werd geaccentueerd door invoering van de cumulatief geformuleerde criteria de ernst van het feit en de persoonlijkheid van de dader in De ernst van het feit stond centraal bij het opleggen van volwassenendetentie aan minderjarigen en speelde geen rol bij toepassing van het jeugdrecht op een of 20- jarige, waar de persoonlijkheid van de dader centraal stond. Dat de artikelen 77b en 77c Sr als uitzonderingsbepalingen extra motivering behoefden werd in 1991 benadrukt door invoering van het criterium de omstandigheden waaronder het feit is begaan. Redenen voor afwijking van het jeugdrecht moesten duidelijk zijn, zodat willekeur zou worden voorkomen. Daarnaast dienden de criteria vanaf 1991 niet langer cumulatief maar alternatief te worden toegepast, zodat het toepassingsgebied van de artikelen ruimer werd en de rechter op basis van één criterium kon kiezen voor toepassing van de artikelen 77b of 77c Sr. Dit gold in het bijzonder voor toepassing van artikel 77b Sr op basis van de ernst van het feit. Omdat in het jurisprudentieonderzoek bekeken zal worden hoe de toepassing van de artikelen 77b en 77c Sr in uitspraken werd gemotiveerd door de rechter op basis van de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijkheid van de dader, is ook de betekenis die de wetgever aan criteria geeft onderzocht. Aan de criteria de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijkheid van de dader werd echter geen duidelijke invulling gegeven in de wetgeschiedenis en er werden nauwelijks voorbeelden genoemd. Alleen Kees Boes en de student die een boek uit de bibliotheek jat verbeeldden in twee Kamerdebatten de discussies over de artikelen 77b en 77c Sr. Daarnaast werd het doel van de artikelen 77b en 77c Sr geconcretiseerd met de uitleg dat meerder- en minderjarige jongeren die gezamenlijk een feit zouden begaan gelijkelijk zouden kunnen worden bestraft. Nu de wetgever niet duidelijk heeft aangegeven welke invulling aan de artikelen 77b en 77c Sr moest worden gegeven, zal bij het jurisprudentieonderzoek onderzocht worden hoe de rechter deze ruimte heeft ingevuld. Vervolgens zal worden gekeken of de rechter inderdaad op grond van de omstandigheden van het feit duidelijke motiveringen heeft gegeven en of dit willeuker heeft voorkomen. Ook zal worden onderzocht of de artikelen zorgen voor een flexibele overgang tussen het jeugd- en het volwassenenstrafrecht, of de ernst van het 16

17 feit centraal staat bij toepassing van artikel 77b Sr en of de persoonlijkheid van de dader centraal staat bij toepassing van artikel 77c Sr. De wetsgeschiedenis laat zien dat toepassing van de artikelen 77b en 77c Sr te wensen over liet en dat er geen eenduidige lijn in de argumentatie voor instandhouding van de artikelen te vinden is. De belangrijkste argumenten lijken de ernstige misdrijven die jongeren soms plegen en het gemak van een flexibel systeem. Nog steeds worden de ruime bevoegdheden van de rechter echter onvoldoende geacht en zijn er volgens het huidige kabinet Rutte onvoldoende mogelijkheden om de problematiek betreffende jongvolwassenen aan te pakken. De onvrede over de huidige aanpak heeft geleid tot een voorstel tot wetswijziging voor de aanpak van jongvolwassenen. 59 Het voorstel zal worden besproken, zodat de tekortkomingen van de artikelen 77b en 77c Sr in hun huidige vorm mogelijk duidelijker kunnen worden en om een compleet beeld te schetsen van de ontwikkelingen betreffende de artikelen 77b en 77c Sr. Zo kan na afloop van het jurisprudentie onderzoek besproken worden in hoeverre het voorstel van het huidige Kabinet een mogelijke oplossing kan zijn. 59 F. Teeven, Adolescentenstrafrecht (brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal) 25 juni

18 2 Het adolescentenstrafrecht 2.1 Het voorstel van Staatssecretaris van Justitie Teeven Op 25 juni 2011 stuurde Staatssecretaris van Justitie Teeven een brief aan de Tweede Kamer waarin het voorstel voor een zogenaamd adolescentenstrafrecht wordt toegelicht. 60 Het voorstel bestaat uit wijzigingen die moeten leiden tot een volledig sanctiepakket in het jeugd- en het volwassenenstrafrecht dat beschikbaar moet zijn voor adolescenten van 16 tot 23 jaar. Daarnaast wil de Staatssecretaris het jeugdrecht op sommige punten aanscherpen. De belangrijkste redenen uit het voorstel voor de aanpassingen van het jeugdrecht en de artikelen 77b en 77c Sr zullen kort worden geschetst, zodat daarna onderzocht kan worden of uit het jurisprudentieonderzoek dezelfde problemen naar voren komen en of het voorstel van de Staatssecretaris een mogelijke oplossing voor die problemen biedt. Allereerst zijn 15- tot 23- jarigen voor ongeveer 30% van de criminaliteit in Nederland verantwoordelijk. Volgens Staatssecretaris Teeven leidt een effectieve aanpak van deze groep jongeren daarom tot een veiliger Nederland. 61 Ingrijpen bij deze jongeren zal probleemgedrag op latere leeftijd kunnen voorkomen en positieve effecten, zoals het niet langer begaan van misdrijven en het volgen van een opleiding, kunnen een leven lang mee gaan. De aanpak van adolescenten kan zo een grotere positieve werking hebben op de maatschappij dan ingrijpen op latere leeftijd. 62 Een ander argument van de Staatssecretaris om de aanpak te richten op adolescenten komt voort uit recente wetenschappelijke ontwikkelingen. Gebleken is dat veel neurologische- en psychische functies pas volledig tot ontwikkeling komen na het 20 e levensjaar. Dit geldt voornamelijk voor functies die van belang zijn bij het ontstaan van regelovertredend gedrag, zoals het afremmen van impulsen, het overzien van en 60 F. Teeven, Adolescentenstrafrecht (brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal) 25 juni 2011, p F. Teeven, Adolescentenstrafrecht (brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal) 25 juni 2011, p F. Teeven, Adolescentenstrafrecht (brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal) 25 juni 2011, p

19 rekening houden met consequenties op de lange termijn, het reguleren van emoties en het ontwikkelen van empathisch vermogen. 63 De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) bracht mede op basis van deze wetenschappelijke ontwikkelingen in 2011 een rapport uit over het jeugdstrafprocesrecht in Nederland en pleit daarin voor het invoeren van een apart strafrecht voor adolescenten van jaar. 64 Jongeren van 16 en 17 jaar moeten volgens de RSJ in alle gevallen onder het jeugdrecht vallen en artikel 77b Sr zal dan moeten worden afgeschaft. Daarnaast pleit de RSJ voor een jongvolwassenenstrafrecht voor 18- tot 24- jarigen waarbij de duur van de straffen naar leeftijd zal moeten worden gedifferentieerd. De regering wil echter niet van het huidige flexibele systeem van de artikelen 77b en 77c Sr af. Indien ernstige feiten worden gepleegd, of als de persoonlijkheid van de minderjarige daartoe aanleiding geeft, moet het volwassenenstrafrecht met bijbehorende strafmaxima kunnen worden opgelegd. 65 Als onderdeel van het systeem van de artikelen 77b en 77c Sr zoals voorgesteld door Staatssecretaris Teeven, kan het minder punitatieve en meer pedagogische jeugdstrafrecht behouden blijven. Zo kan rekening worden gehouden met de ontwikkelingsfase waarin adolescenten zich bevinden en met de problematiek van jongvolwassenen met een licht verstandelijke beperking (LVB). 66 De voorkeur van het huidige kabinet gaat uit naar het huidige stelsel, waarin meer dan in een systeem met vaste leeftijdsgrenzen, rekening kan worden gehouden met de ontwikkelingsfase van de adolescent en de ernst van het feit. 67 Om het flexibele stelsel van de artikelen 77b en 77c Sr uit te bereiden en het jeugdstrafrecht aan te scherpen, heeft Staatssecretaris Teeven een aantal veranderingen voorgesteld. Drie onderdelen van het voorstel kunnen invloed hebben op de artikelen 77b Sr en 77c Sr en zullen hier behandeld worden. Na het bespreken van het jurisprudentie onderzoek, zal onderzocht worden wat de veranderingen uit het voorstel betekenen voor toepassing van de artikelen 77b en 77c Sr. De verhoging van 63 F. Teeven, Adolescentenstrafrecht (brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal) 25 juni 2011, p Advies: Het jeugdstrafproces: toekomstbestendig! van de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, 14 maart 2011, p F. Teeven, Adolescentenstrafrecht (brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal) 25 juni 2011, p F. Teeven, Adolescentenstrafrecht (brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal) 25 juni 2011, p F. Teeven, Adolescentenstrafrecht (brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal) 25 juni 2011, p

20 het maximaal aantal jaar op te leggen jeugddetentie is de eerste verandering uit het voorstel dat van betekenis is voor de artikelen 77b en 77c Sr dat hieronder behandel zal worden. 2.2 De voorstellen over de artikelen 77b Sr en 77c Sr Vier jaar jeugddetentie De Staatssecretaris wil het maximaal op te leggen aantal jaren jeugddetentie verhogen van twee naar vier jaar, omdat twee jaar niet in alle gevallen een passende reactie kan bieden op een ernstig misdrijf. Hoewel de rechter ook het volwassenenstrafrecht toe kan passen in een dergelijk geval, moet het jeugdstrafrecht volgens de Staatssecretaris zo zelfstandig zijn, dat het een passende straf op een ernstig misdrijf kan geven. 68 Bij jeugddetentie staat volgens de Staatssecretaris vergelding voorop, maar de straf moet ook bijdragen aan de opvoeding van de jeugdige en zijn terugkeer in de maatschappij. De Staatsecretaris wil een zelfstandiger jeugdrecht dat over straffen beschikt die kunnen voldoen aan de ernstige delicten die minderjarigen soms plegen. Zal verhoging van de maximumdetentie duur in het jeugdrecht ervoor kunnen zorgen dat de rechter minder vaak artikel 77b Sr hoeft toe te passen, omdat de rechter in het jeugdrecht dan vaker dan nu een voldoende zelfstandige straf op zal kunnen leggen? Om dit te onderzoeken zal in het jurisprudentie onderzoek worden gekeken naar de opgelegde strafduur bij toepassing van artikel 77b Sr. Daarbij zal specifiek gelet worden op de grens van 4 jaar detentie. Voor uitspraken waarin veel hogere straffen worden opgelegd zal de verhoging van de maximumstraf in het jeugdstrafrecht geen uitkomst bieden Van pij-maatregel naar tbs Een tweede verandering die gaat plaatsvinden en die van belang is voor artikel 77b Sr is dat de pij-maatregel in de toekomst door de rechter kan worden omgezet in een tbsmaatregel, indien de veroordeelde nog gevaarlijk is bij beëindiging van de pij- 68 F. Teeven, Adolescentenstrafrecht (brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal) 25 juni 2011, p

21 maatregel die maximaal 7 jaar kan duren. 69 De pij-maatregel zal slechts kunnen worden opgelegd aan jeugdigen en jongvolwassenen die een zwaar misdrijf hebben gepleegd en bij wie sprake is van een psychische stoornis ten tijde van het plegen van het delict, zoals ook bij de tbs het geval is. Hierbij zal ook het beveiligingskarakter van de pij-maatregel meer op de voorgrond worden geplaatst. 70 In de huidige situatie kan een jongere op grond van artikel 77s Sr een pij-maatregel opgelegd krijgen zonder dat hij onder invloed is van een psychische stoornis ten tijde van het plegen van het delict. De rechter kan een jongere een pij-maatregel opleggen indien een misdrijf is begaan waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of dit eist, en de maatregel in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte. Het opleggen van de pij-maatregel wordt dus lastiger, omdat de jongere ten tijde van het plegen van het delict onder invloed van een psychische stoornis moet zijn. De vraag is of er in de praktijk behoefte is aan het kunnen omzetten van een pijmaatregel naar een tbs. Als de rechter in de huidige situatie kiest voor toepassing van artikel 77b Sr zodat hij tbs kan opleggen, omdat de 6- jarige pij-maatregel uit het onvoldoende behandelmogelijkheden biedt, dan lijkt het voorstel van de Staatsecretaris een oplossing. Of dit het geval is zal worden onderzocht in het jurisprudentieonderzoek Artikel 77c voor 18- tot 23- jarigen De derde verandering is de verhoging van de leeftijdsgrens van 21 naar 23 jaar in artikel 77c Sr. 71 Het doel van deze verhoging lijkt voort te komen uit nieuwe inzichten in de ontwikkeling van adolescenten. De Staatssecretaris verwijst als voorbeeld naar het arrondissement Almelo, waar, bij jongvolwassenen met verstandelijke beperkingen en/of psychische stoornissen die met justitie in aanraking komen, door de ketenpartners, Openbaar Ministerie, Raad voor de Kinderbescherming en (jeugd)reclassering structureel wordt bezien of er gronden zijn om artikel 77c Sr toe te 69 F. Teeven, Adolescentenstrafrecht (brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal) 25 juni 2011, p F. Teeven, Adolescentenstrafrecht (brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal) 25 juni 2011, p F. Teeven, Adolescentenstrafrecht (brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal) 25 juni 2011, p

22 passen. 72 In het jurisprudentieonderzoek zal gekeken worden of de persoonlijkheid van de dader inderdaad de reden is om artikel 77c Sr toe te passen of dat er andere reden zijn voor de rechter om artikel 77c Sr toe te passen. Ook zal onderzocht worden of de rechter artikel 77c Sr alleen toepast op onderontwikkelde jongeren of jongeren met een psychische stoornis of dat artikel 77c Sr ook wordt toegepast op goed ontwikkelde jongeren en jongeren zonder psychische stoornis. 2.3 Deelconclusie De relevantie van de drie aangekondigde verandering van Staatssecretaris Teeven die invloed zullen hebben op de artikelen 77b en 77c Sr zal als laatste gedeelte van het jurisprudentieonderzoek aan de orde komen. Blijkt uit de praktijk dat er problemen zijn met de overgang tussen de pij-maatregel en de tbs? Worden er vaak hogere straffen opgelegd dan 2 jaar bij toepassing van artikel 77b Sr? Hoe wordt het criterium de persoonlijkheid van de dader door de rechter gemotiveerd en is dit altijd de reden voor toepassing van artikel 77c Sr? Eerst zal het jurisprudentieonderzoek plaats vinden om te onderzoeken hoe de rechter de artikelen 77b en 77c Sr motiveert en of dit leidt tot een toepassing die in overeenstemming is met het doel van de artikelen zoals is gebleken uit de wetgeschiedenis. Begonnen wordt met het onderzoek naar de uitspraken waarin artikel 77b Sr werd toegepast. 72 F. Teeven, Adolescentenstrafrecht (brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal) 25 juni 2011, p

23 3 Artikel 77b Sr Om te onderzoeken welke redenen de rechter beslissend acht voor het al dan niet toepassen van de artikelen 77b en 77c Sr is een jurisprudentieonderzoek uitgevoerd. Om uiteindelijk een onderscheidt te maken tussen de uitspraken waarin artikelen 77b en 77c Sr wel en niet werden toegepast, vindt een vergelijking van de motiveringen uit de uitspraken plaats. De uitspraken waarin artikel 77b Sr werd toegepast worden eerst besproken. Door te onderzoeken hoe vaak de verschillende criteria uit artikel 77b Sr werden toegepast, is onderzocht of de ernst van het feit centraal staat bij de toepassing van artikel 77b Sr. Daarna wordt de ernst van het feit als criterium voor toepassing van artikel 77b Sr besproken. De omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan worden onderzocht om de motivering van de toepassing van artikel 77b Sr duidelijk te krijgen en om te bezien of dit criterium willekeur bij toepassing heeft voorkomen. Ook is onderzocht of artikel 77b Sr werd toegepast om gelijkelijk minder- en meerderjarigen te bestraffen die gezamenlijk een delict begingen. De redenen die op basis van de persoonlijkheid van de dader genoemd werden voor de toepassing van artikel 77b Sr worden als laatst besproken. Tevens is onderzocht of één van deze criteria een reden geeft om artikel 77b Sr toe te passen zonder dat het een ultimum remedium is, omdat dit één van de uitdrukkelijke doelen van de wetgever was. Deze drie criteria worden nu eerst besproken aan de hand van uitspraken waarin artikel 77b Sr wel werd toegepast en daarna aan de hand van uitspraken waarin artikel 77b Sr niet werd toegepast. In hoofdstuk 4 zal eenzelfde opbouw gebruikt worden voor het bespreken van de motivering die gebruikt werd in uitspraken waarin artikel 77c Sr wel en niet werd toegepast. De uitkomsten van het jurisprudentieonderzoek worden gebruikt om te kijken in hoeverre de toepassing van de artikelen 77b en 77c Sr overeenkomt met de visie van de wetgever volgens de wetsgeschiedenis en welke invloed het voorstel van Staatssecretaris Teeven op toepassing van de artikelen kan hebben. Uitspraken 77c Sr 77b Sr Totaal 23

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

WETGEVINGSADVIES. 1. Inleiding

WETGEVINGSADVIES. 1. Inleiding WETGEVINGSADVIES Datum 30 maart 2012 Contactpersoon J.M.A. Timmer Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

VAN PIJ NAAR TBS. Naam: A.H.J.P. Albers Titel afstudeerscriptie: Van PIJ naar TBS Scriptiebegeleider: Professor Vlaardingerbroek Studentnummer:

VAN PIJ NAAR TBS. Naam: A.H.J.P. Albers Titel afstudeerscriptie: Van PIJ naar TBS Scriptiebegeleider: Professor Vlaardingerbroek Studentnummer: VAN PIJ NAAR TBS Naam: A.H.J.P. Albers Titel afstudeerscriptie: Van PIJ naar TBS Scriptiebegeleider: Professor Vlaardingerbroek Studentnummer: 575902 1 Inhoudsopgave Inleiding...3 Hoofdstuk 1 Het jeugdstrafrecht

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker,

Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker, RSJ Postbus 30137 2500 GC Den Haag www.rsj.nl Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum : 29 maart 2019 E-mail : advies@rsj.nl Uw kenmerk : 2477367

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht

Het adolescentenstrafrecht Het adolescentenstrafrecht Wetswijziging 1 april 2014, Prof mr E.M.Mijnarends, bijzonder hoogleraar jeugdstrafrecht Leiden, coordinerend jongeren officier MN Drie pijlers onder wet ASR 1. overgrote deel

Nadere informatie

Preadvies van de Adviescommissie Strafrecht** inzake

Preadvies van de Adviescommissie Strafrecht** inzake Preadvies van de Adviescommissie Strafrecht** inzake het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Adolescentenstrafrecht

Adolescentenstrafrecht Adolescentenstrafrecht Aanpak met perspectief De ambitie Wat er verandert Februari 2014 Ambitie Adolescenten 16 tot 23 jaar Gerichte aanpak: rekening houden met ontwikkelingsfase Effectieve aanpak biedt

Nadere informatie

Aangepast strafrecht de rol van leeftijd en ontwikkeling

Aangepast strafrecht de rol van leeftijd en ontwikkeling Aangepast strafrecht de rol van leeftijd en ontwikkeling Prof. mr. T. (Ton) Liefaard SWR-conferentie, 27 september 2014 Opbouw 1. Leeftijdsgrenzen in het strafrecht Welke leeftijdsgrenzen kennen we en

Nadere informatie

Het Conceptwetsvoorstel Adolescentenstrafrecht

Het Conceptwetsvoorstel Adolescentenstrafrecht Het Conceptwetsvoorstel Adolescentenstrafrecht Hoe voldoet invoering van het adolescentenstrafrecht in Nederland voor de leeftijdsgroep zestien- en zeventienjarigen aan het criterium in het belang van

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

De wenselijkheid van toepassing van artikel 77b Sr in het kader van het jeugdstrafrecht.

De wenselijkheid van toepassing van artikel 77b Sr in het kader van het jeugdstrafrecht. De wenselijkheid van toepassing van artikel 77b Sr in het kader van het jeugdstrafrecht. Naam: Elody Klein Velderman Begeleider: Tamara de Wit Studentnummer: 5730880 Email: Telefoonnummer: Datum: 29-07-2012

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht

Het adolescentenstrafrecht Het adolescentenstrafrecht Een onderzoek naar de wenselijkheid van het adolescentenstrafrecht op basis van een analyse van het relevante juridisch en criminologisch raamwerk. Afstudeerscriptie Auteur:

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 575 Wet van 20 december 2007, tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg met het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 498 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag

Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag contactpersoon datum

Nadere informatie

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier Samenvatting Op 1 april 2014 is het adolescentenstrafrecht (ASR) in werking getreden. Met het adolescentenstrafrecht beoogt de wetgever een flexibele toepassing van het jeugden volwassenenstrafrecht rond

Nadere informatie

Is het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht in strijd met het IVRK?

Is het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht in strijd met het IVRK? Is het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht in strijd met het IVRK? Naam : Frances Lemmens Studentnr. : 838128936 Begeleider : Drs. D.H. van Ekelenburg Examinator : Mw. Dr. W.H.B. Dreissen Voorwoord En

Nadere informatie

Adolescentenstrafrecht

Adolescentenstrafrecht DJI Zien Nr. 3 - mei 2014 Informatief / Wetgeving Adolescentenstrafrecht Wesley is een 21-jarige jongen die wegens de handel in drugs voor de rechter moet verschijnen. Deze zit met Wesley in zijn maag.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 00 0 8 74 Jeugdcriminaliteit Nr. 7 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Artikel I. De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I. De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van Rijkswet op het Nederlanderschap ter verruiming van de mogelijkheden voor het ontnemen en verlies van het Nederlanderschap bij terroristische activiteiten Allen, die deze zullen zien of horen

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 498 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2014-I

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2014-I Opgave 1 Recht van spreken Bij deze opgave horen de teksten 1 tot en met 4 uit het bronnenboekje. Inleiding In het tijdschrift Crimelink van mei 2012 staat een bespreking van het boek Slachtoffer-dadergesprekken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 28 684 Naar een veiliger samenleving Nr. 383 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord Een apart jeugdstrafrecht met eigen sancties en procedureregels De leeftijdsgrenzen 41

Inhoudsopgave. Voorwoord Een apart jeugdstrafrecht met eigen sancties en procedureregels De leeftijdsgrenzen 41 Inhoudsopgave Voorwoord 11 1 Een apart jeugdstrafrecht met eigen sancties en procedureregels 13 1.1 Aparte wetten, procedures, autoriteiten en instellingen voor jeugdigen 13 1.2 De achtergrond van het

Nadere informatie

Geen noodzaak voor adolescentenstrafrecht

Geen noodzaak voor adolescentenstrafrecht January 9, 2012 Geen noodzaak voor adolescentenstrafrecht Het wetsvoorstel van Teeven: een verbetering of verslechtering van ons huidig jeugdstrafrecht? Thesis in de strafwetenschappen te verdedigen tegenover

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv]

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling ADVIES Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling aan de Minister voor Rechtsbescherming naar aanleiding van het verzoek daartoe bij brief d.d.

Nadere informatie

Van persoonsgerichte sanctiecocktail naar onheldere sanctiesoep?

Van persoonsgerichte sanctiecocktail naar onheldere sanctiesoep? Van persoonsgerichte sanctiecocktail naar onheldere sanctiesoep? Een onderzoek naar een (her)bezinning van het jeugdsanctiestelsel Annelieke Verlee Oktober 2012 Van persoonsgerichte sanctiecocktail naar

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek

Nadere informatie

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Ministerie van Veiligheid en Justitie Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Raad voor Strafrechtstoepassi ng en Jeugdbescherming t.a.v. prof. mr. P.B. Boorsma, algemeen voorzitter Postbus 30137

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 086 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag en verhoging

Nadere informatie

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2 34 846 Voorstel van wet van het lid Markuszower tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen bij bepaalde gewelds- en zedendelicten (Wet hoge minimumstraffen)

Nadere informatie

Wegingslijst adolescentenstrafrecht

Wegingslijst adolescentenstrafrecht Wegingslijst adolescentenstrafrecht Naam jongere Naam gebruiker Datum invullen Geboortedatum jongere Invulinstructies 1. Onder het kopje Info wordt per uitspraak nagegaan of er voldoende informatie aanwezig

Nadere informatie

VAN REDACTIEWEGE. Levenslang en TBS: een LAT-relatie. PM Schuyt

VAN REDACTIEWEGE. Levenslang en TBS: een LAT-relatie. PM Schuyt VAN REDACTIEWEGE Levenslang en TBS: een LAT-relatie PM Schuyt Mevr. Mr. Drs. P.M. Schuyt is universitair docent straf en strafprocesrecht aan de universiteit Leiden en redacteur van dit blad. Op 14 maart

Nadere informatie

1 De Kinderwetten: de tuchtschool en het rijksopvoedingsgesticht heden: van tucht en opvoeding naar opvang en behandeling 45

1 De Kinderwetten: de tuchtschool en het rijksopvoedingsgesticht heden: van tucht en opvoeding naar opvang en behandeling 45 Inhoud Ten geleide 13 1 De Kinderwetten: de tuchtschool en het rijksopvoedingsgesticht 17 1.1 De oprichting van jeugdinrichtingen (1834-1905) 18 1.1.1 De jeugdgevangenissen voor jeugdige veroordeelden

Nadere informatie

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing?

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Drs. R. Simmering Gedragsdeskundige, Raad voor de Kinderbescherming Utrecht 21 mei 2010 Hoe beïnvloedt de

Nadere informatie

Dienst Justitiële Inrichtingen Ministerie van Veiligheid en Justitie

Dienst Justitiële Inrichtingen Ministerie van Veiligheid en Justitie Dienst Justitiële Inrichtingen Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus 30132 2500 GC Den Haag Aan de voorzitter van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbeschermin de heer mr

Nadere informatie

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt'

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt' > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Onderwerp WODC-onderzoek

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 138 Besluit van 21 maart 2014 tot intrekking van het Besluit gedragsbeïnvloeding jeugdigen en tot wijziging van het Besluit tenuitvoerlegging

Nadere informatie

De eindigheid van de PIJ-maatregel

De eindigheid van de PIJ-maatregel Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht De eindigheid van de PIJ-maatregel Mogelijke oplossingen voor het probleem dat kan ontstaan na het van rechtswege eindigen van een PIJ-maatregel na zeven

Nadere informatie

Datum 8 maart 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'twee keer per dag vergeet justitie een verdachte op te halen'.

Datum 8 maart 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'twee keer per dag vergeet justitie een verdachte op te halen'. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Boete en detentie Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 341 Besluit van 25 augustus 2003, houdende wijziging van het Besluit aanwijzing Halt-feiten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2013-I

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2013-I Opgave 1 Veranderende opvattingen in het jeugdstrafrecht tegen de achtergrond van veranderingen in criminaliteitscijfers onder jongeren Bij deze opgave horen de teksten 1 tot en met uit het bronnenboekje.

Nadere informatie

INHOUD. Afkortingen / XIII

INHOUD. Afkortingen / XIII INHOUD Afkortingen / XIII HOOFDSTUK 1 Inleiding / 1 1.1 De zin van het jeugdstrafrecht / 1 1.1.1 Strafrechtelijke minderjarigheid / 1 1.1.2 Beperkte en geleidelijk toenemende strafrechtelijke verantwoordelijkheid

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Mr Henk van Asselt. Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal. Strafrechtadvocaat. Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten

Mr Henk van Asselt. Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal. Strafrechtadvocaat. Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten Mr Henk van Asselt Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal Strafrechtadvocaat Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten Jeugdstrafrecht Leeftijdscategorieën Jeugdstrafrecht: - 12

Nadere informatie

SAMENVATTING Inleiding Methode van onderzoek

SAMENVATTING Inleiding Methode van onderzoek SAMENVATTING Inleiding De PIJ-maatregel is een jeugdstrafrechtelijke maatregel die kan worden opgelegd als voor het delict voorlopige hechtenis is toegestaan, indien de algemene veiligheid van personen

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen havo 2016-I

maatschappijwetenschappen havo 2016-I Opgave 3 Veranderingen in het jeugdstrafrecht: invoering van het adolescentenstrafrecht Bij deze opgave horen teksten 3 tot en met 5 en figuur 2 uit het bronnenboekje. Inleiding Op 1 april 2014 is het

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal erste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 980 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Penitentiaire beginselenwet (plaatsing in een inrichting voor

Nadere informatie

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest K.P.M.A. Muis L. van der Geest Samenvatting en conclusies in hoofdpunten In 2008 en 2009 is er sprake van een opvallende daling van het aantal tbs-opleggingen met bevel tot verpleging. Het is onwaarschijnlijk

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Jeugddetentie Rechtsvergelijking tussen Nederland en Curaçao in het licht van het IVRK

Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Jeugddetentie Rechtsvergelijking tussen Nederland en Curaçao in het licht van het IVRK Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Jeugddetentie Rechtsvergelijking tussen Nederland en Curaçao in het licht van het IVRK Auteur: C.T.J. (Roos) Brandsen Scriptiebegeleidster: mr.

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN. DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 76 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Nr. 4 ADVIES

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht in internationaal perspectief

Het adolescentenstrafrecht in internationaal perspectief Het adolescentenstrafrecht in internationaal perspectief Leidt het adolescentenstrafrecht tot schendingen van internationale verplichtingen van Nederland? M.R. Rietvelt 8 juli 2014 1 Het adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

TBS.^- Nederland. Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus EH DEN HAAG

TBS.^- Nederland. Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus EH DEN HAAG TBS.^- Nederland Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Kenmerk: DIRUIT18/237/HB/svdk Groningen, 14 juni 2018 Betreft:

Nadere informatie

De rol van de persoonlijkheid van de adolescente dader in het huidige strafrecht

De rol van de persoonlijkheid van de adolescente dader in het huidige strafrecht De rol van de persoonlijkheid van de adolescente dader in het huidige strafrecht Een onderzoek naar de manier waarop er door de rechter meer rekening kan worden gehouden met de persoonlijkheid van de adolescente

Nadere informatie

Wijsheid komt met de jaren!

Wijsheid komt met de jaren! Wijsheid komt met de jaren! Onderzoek naar de ontstaansgeschiedenis van onze huidige leeftijdsgrenzen in het jeugdstrafrecht. Door: Ana Elizabeth Martinez Linnemannn Master Publiekrecht: Strafrecht Voorwoord

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

HET WERK VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE

HET WERK VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE HET WERK VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE Opsporen en vervolgen Wie doet dat eigenlijk? De ene moord is nog niet gepleegd of je ziet alweer de volgende ontvoering. Politieseries en misdaadfilms zijn populair

Nadere informatie

Tijdschrift voor Strafrecht Afl. 4, april Tijdschrift voor Strafrecht. De bijzondere positie van de JEUGDIGE STRAFRECHT.

Tijdschrift voor Strafrecht Afl. 4, april Tijdschrift voor Strafrecht. De bijzondere positie van de JEUGDIGE STRAFRECHT. Afl. 4, april 2017 De bijzondere positie van de JEUGDIGE STRAFRECHT in het 4 9 13 1 Inhoudsopgave - Inleiding p. 3 - De historische ontwikkeling van het jeugdstrafrecht in Nederland De minimumleeftijdsgrens

Nadere informatie

PIJ gebrek aan beter. Artikel 77tc Sr. nieuw: mogelijkheid van omzetting PIJ maatregel in TBS met dwangverpleging

PIJ gebrek aan beter. Artikel 77tc Sr. nieuw: mogelijkheid van omzetting PIJ maatregel in TBS met dwangverpleging PIJ gebrek aan beter Artikel 77tc Sr. nieuw: mogelijkheid van omzetting PIJ maatregel in TBS met dwangverpleging Wendy van Egmond Master Strafrecht Studentnummer: 5653231 Begeleider: mr. A. van Verseveld

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers Inhoud 1 Inleiding 15 2 Geschiedenis van het jeugdstrafrecht 19 2.1 Inleiding 19 2.2 Heropvoeding 21 2.3 Niet het delict maar de toekomst van het kind 24 2.4 Psychologisering van het criminele kind 29

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 169 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen voor ernstige zeden-

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 32 398 Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg) G BRIEF

Nadere informatie

Reclassering Nederland

Reclassering Nederland Reclassering Nederland Ministerie van Veiligheid en Justitie Mr. G.A. van der Steur Postbus 20301 2500 EH Den Haag Reclassering Nederland Datum 30 maart 2015 Landelijk kantoor Onderwerp concept-contourennota

Nadere informatie

Wetsvoorstel adolescentenstrafrecht

Wetsvoorstel adolescentenstrafrecht Wetsvoorstel adolescentenstrafrecht Een gemiste kans Advies d.d. 14 maart 2012 1 2 Inhoudsopgave Samenvatting 5 Inleiding 7 1. Uitgangspunten adolescentenstrafrecht 9 1.1 Hoofdlijnen van het conceptwetsvoorstel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 627 Wijziging van de Tijdelijke wet noodcapaciteit drugskoeriers Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen 1 Kamerstukken II 2001/2002, 28 192,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds jeugdinrichtingen in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds jeugdinrichtingen in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9973 9 april 2014 Advies Raad van State betreffende het ontwerpbesluit tot intrekking van het Besluit gedragsbeïnvloeding

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2013 Onderwerp Weigerende observandi

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2013 Onderwerp Weigerende observandi 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Strafvordering in zaken betreffende jeugdige personen (artt.486 t/m 505 Sv)

Strafvordering in zaken betreffende jeugdige personen (artt.486 t/m 505 Sv) DISCUSSIESTUK Strafvordering in zaken betreffende jeugdige personen (artt.486 t/m 505 Sv) In 2012 is het programma Versterking prestaties in de strafrechtketen (VPS) van start gegaan. Onderdeel daarvan

Nadere informatie

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen FACTSHEET Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen In deze factsheet worden trends en ontwikkelingen ten aanzien van de jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in de provincie Groningen behandeld.

Nadere informatie

Wegingslijst adolescentenstrafrecht

Wegingslijst adolescentenstrafrecht Wegingslijst adolescentenstrafrecht Naam jongere Naam gebruiker Datum invullen Geboortedatum jongere Parketnummer Invulinstructies 1. Onder het kopje Info kunt u per uitspraak nagaan of er voldoende informatie

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

Adviesaanvraag werklastgevolgen kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden (34 159)

Adviesaanvraag werklastgevolgen kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden (34 159) De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie dr. K.H.D.M. Dijkhoff Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 19 oktober 2015 contactpersoon Voorlichting e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06-46

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 6 mei 2013 doorkiesnummer 06-18609322 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 360518 onderwerp Advies

Nadere informatie

Berechting. A.Th.J. Eggen

Berechting. A.Th.J. Eggen 6 Berechting A.Th.J. Eggen Jaarlijks behandelt de rechter in eerste aanleg circa 130.000 strafzaken tegen verdachten van misdrijven. Ruim 80% van de zaken wordt afgedaan door de politierechter. Het aandeel

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht

Het adolescentenstrafrecht Het adolescentenstrafrecht Aanpak met perspectief Deze brochure is een uitgave van: Ministerie van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Februari 2014 J-22221

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk Criminaliteit en Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk Criminaliteit en Rechtsstaat Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk 6 + 7 Criminaliteit en Rechtsstaat Samenvatting door een scholier 1300 woorden 3 november 2010 2,3 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk

Nadere informatie

De voorgestelde wettekst, alsmede de daarbij behorende memorie van toelichting geven de NVvR aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen.

De voorgestelde wettekst, alsmede de daarbij behorende memorie van toelichting geven de NVvR aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen. NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 10december2013 Uw kenmerk 427418 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 740 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet tarieven in burgerlijke zaken en enkele andere wetten ter verhoging van de opbrengst

Nadere informatie

Omvang van verschillende sanctiegroepen; volwassen en jeugdige daders met minstens één strafzaak afgedaan in 1997

Omvang van verschillende sanctiegroepen; volwassen en jeugdige daders met minstens één strafzaak afgedaan in 1997 Welke recidive volgt er op de sancties die in Nederland worden opgelegd? Het Nederlandse strafrecht kent een uitgebreid pakket aan straffen en maatregelen, maar we weten niet goed welke uitstroomresultaten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1336 Vragen van het lid

Nadere informatie

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten juridisch en bestuurskundig onderzoek advies onderwijs Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten Een verkennend onderzoek Groningen, juli 2010 2010 WODC, ministerie van Justitie. Auteursrechten voorbehouden.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 938 Voorstel van wet van het lid De Roon tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en van enige andere wetten, strekkende tot wijziging van

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren Dit document beoogt de strafrechtelijke consequenties voor de verblijfsrechtelijke positie van een vreemdeling

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Inhoud van het museumbezoek in relatie tot het lesprogramma

Inhoud van het museumbezoek in relatie tot het lesprogramma Geachte leerkracht, Binnenkort brengt u met uw leerlingen een bezoek aan het Nationaal Gevangenismuseum in Veenhuizen. Wanneer leerlingen denken aan het Gevangenismuseum is een link met het onderwerp boeven

Nadere informatie