Belgische ontwikkelingssamenwerking in Rwanda Evaluatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Belgische ontwikkelingssamenwerking in Rwanda Evaluatie 1994-2006"

Transcriptie

1 Belgische ontwikkelingssamenwerking in Rwanda Evaluatie Nr 3/2008 SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement Service de l Évaluation FOD spéciale Buitenlandse de Coopération Zaken, au Développement Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Dienst Bijzondere Evaluatie Ontwikkelingssamenwerking

2 Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking België Dienst Bijzondere Evaluatie Ontwikkelingssamenwerking De Belgische Ontwikkelingssamenwerking in Rwanda Evaluatie Sue Enfield Dieuwke Klaver Sarah Jones Augustin Ngendakuriyo Emery Brusset Garance Manguin Olivier Donnet De Dienst Bijzondere Evaluatie verzekert de conformiteit van dit evaluatieverslag met het bestek. De evaluatie werd begeleid door een stuurcomité in Brussel. Het veldbezoek kon rekenen op een adviescomité in Kigali. De meningen in dit document zijn gestaafde meningen van de auteurs doch ze reflecteren niet noodzakelijk de positie van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Maart 2008

3 FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Juli 2008 Grafische vormgeving: Bernadette Bosser, Dienst Communicatie FOD Drukwerk: Drukkerij FOD Illustratie kaft: BTC Evaluatie nr 3/2008 Wettelijk depot: 0218/2008/21 Dit document is tevens beschikbaar in pdf-formaat op de hierbij ingesloten CD-ROM, op de websites of of bij de Dienst Bijzondere Evaluatie.

4 Inhoudstafel Afkortingen 7 Lijst van Tabellen 11 Krijtlijnen 15 1 Inleiding Doel van de evaluatie Methodologie van de evaluatie Landenprofiel Oorlog en genocide Noodhulp Ontwikkelingskoers Politieke obstakels Vooruitgang inzake justitie en goed bestuur Doeltreffendheid van de hulp 32 2 Hulpprofiel Geschiedenis van de Belgische hulp in Rwanda Hulpstrategie Overzicht van hulpmechanismen Omvang van de hulp Bilaterale samenwerking via begrotingsondersteuning 43 3 Gezondheid Sectorspecifieke portfolio Relevantie voor armoedebestrijding en ontwikkeling Coherentie met alle belanghebbenden Links met anderen Effectiviteit op resultaatniveau Belangrijkste beperkingen en mogelijkheden Managementmechanismen Efficiëntie van de resultaten Impact van programma s Sectoroverschrijdende thema s 63

5 4 Justitie en Rechtsorde Sectoroverzicht Directe Bilaterale Hulp Indirecte Bilaterale Hulp Begunstigde groepen en bevolking Directe Bilaterale Hulp Indirecte Bilaterale Hulp Relevantie voor armoedebestrijding en ontwikkeling Directe Bilaterale Hulp Indirecte Bilaterale Hulp Coherentie met alle belanghebbenden Directe Bilaterale Hulp Indirecte Bilaterale Hulp Effectiviteit op resultaatniveau Directe Bilaterale Hulp Indirecte Bilaterale Hulp Belangrijkste beperkingen en mogelijkheden Directe Bilaterale Hulp Indirecte Bilaterale Hulp Managementmechanismen Directe Bilaterale Hulp Indirecte Bilaterale Hulp Efficiëntie van de resultaten Directe bilaterale hulp Indirecte bilaterale hulp Impact en duurzaamheid van programma s Directe bilaterale hulp Indirecte bilaterale hulp Sectoroverschrijdende thema s Directe bilaterale hulp Indirecte bilaterale hulp 80 5 Plattelandsontwikkeling De portfolio van plattelandsontwikkeling definiëren Bilaterale plattelandsontwikkelingportfolio Plattelandsontwikkelingportfolio volgens hulpvormen, periode Plattelandsontwikkelingportfolio na Conclusies Begunstigde groepen en bevolking Doelgroepen van verschillende hulpvormen Conclusies 85

6 5.3 Relevantie voor armoedebestrijding en ontwikkeling Plattelandsbevolking en landbouwkenmerken Nationaal beleid en strategieën Behoeften van de plattelandsbevolking in termen van het genereren van inkomen Specifieke behoeften van de plattelandbevolking wat betreft toegang tot basisdiensten Conclusies betreffende de relevantie van de Belgische ontwikkelingssamenwerking Coherentie met alle belanghebbenden Evenwicht tussen steun voor de regering en het middenveld Conclusies Links met anderen Perceptie van BO door andere ontwikkelingspartners De Belgische invloed inzake strategie en beleidsdialoog Conclusies Effectiviteit op resultaatniveau Het vertalen van beleidsresultaten en doelstellingen in projectinterventies Effectiviteit van verschillende hulpvormen bij het verwezenlijken van beleidsdoelstellingen en resultaten Projectresultaten en doelstellingen verwezenlijken Harmoniseren van Belgische interventies Conclusies Belangrijkste beperkingen en mogelijkheden Managementmechanismen Algemene vaststelling Projectcyclusbeheer Programmacyclusbeheer Conclusies Efficiëntie van de resultaten Efficiëntie van hulpvormen Conclusies Impact van programma s Resultaten Conclusies Sectoroverschrijdende thema s Gender Sociale economie Milieu Conclusies 107

7 6 Onderwijs Samenvatting Sectorgerichte portfolio Begunstigde groepen en bevolking Relevantie voor armoedebestrijding en ontwikkeling Coherentie met alle belanghebbenden Links met anderen Effectiviteit op resultaatniveau Belangrijkste beperkingen en mogelijkheden Managementmechanismen: efficiëntie van management Impact van programma s Grensoverschrijdende thema s Private Sector Sectorgerichte portfolio Algemene achtergrond Veranderingen in de private sector Rwanda Private Sector Federation Het institutionele kader Wettelijk en regulerend kader De Belgische betrokkenheid en acties in de Rwandese private sector Volumes van financiering gericht op de ontwikkeling van de private sector Relevantie voor armoedebestrijding en ontwikkeling Coherentie met alle belanghebbenden Links met anderen Effectiviteit op resultaatniveau Belangrijkste beperkingen en mogelijkheden Beperkingen Mogelijkheden Managementmechanismen Efficiëntie van de resultaten Impact van programma s Sectoroverschrijdende thema s Conclusies Beoordeling van het beheer van de Belgische hulp 133

8 9 Algemene bevindingen inzake strategie Algemene analyse volgens evaluatiecriteria Relevantie Effectiviteit en efficiëntie Duurzaamheid Toegevoegde waarde van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking Problemen en lessen Aanbevelingen DGOS Brussel: BTC Indirecte actoren Sectorspecifieke aanbevelingen Management Response DGOS - BTC Bijlagen 157

9

10 Afkortingen ADS AdzG AFSR APEFE ARDI ARV ASSR AzG BC BOF BRD BTC CAPMER CBO CCOAIB CDC CDF CDP CEPGL CFJ CFP CHK CNDP CNLS COFORWA COM ESA CREP DAC DAD DELCO DFID DGOS DHSS DIP DPCG DRC DZG EAVK EDPRS EFA Strategie voor Landbouwontwikkeling Advocaten zonder Grenzen Appui à la Filière Semencière du Rwanda Association pour la Promotion de l'education et de la Formation à l'etranger Association Rwandaise pour la promotion du Développement Intégré Antiretrovirale Geneesmiddelen Appui au Secteur Semencier Rwanda Artsen Zonder Grenzen Belgische Coöperatie Belgisch OverlevingsFonds Banque Rwandaise de Developpement Belgisch Technische Coöperatie Centre d'appui aux Petites et Moyennes Entreprises au Rwanda Community Based Organization / Gemeenschapsorganisatie Conseil de Concertation des Organisations d'appui aux Initiatives de la Base Community Development Committee Community Development Fund Community Development Plan Communauté Economique des Pays des Grands Lacs Jongerenvormingscentra Professionnele vormingscentra Centre Hospitalier de Kigali / Ziekenhuis van Kigali Centre National de Direction des Programmes Conseil National de la lutte contre le SIDA Compagnons Fontainiers Rwandais Common Market for East and Southern Africa Construction, réhabilitation et l'équipement d'écoles primaires / bouw, rehabilitatie en uitrusting van basisscholen Development Assistance Committee Development Assistance Database Délégué à la Cogestion Department For International Development Directoraat-generaal voor Ontwikkelingssamenwerking Demographic and Health Surveillance Survey Decentralisation Implementation Programme Development Partners Coordination Group Democratische Republiek Congo Dierenartsen Zonder Grenzen Ecole Agro-Vetérinaire in Kabutare Economic Development and Poverty Reduction Strategy Education for All 7

11 EPI Expanded Programme on Immunisation ESSP Strategisch Plan voor de Onerwijssector ESWG Werkgroep Onderwijssector EU Europese Unie EURAC European Network for Central Africa FBO Kerkelijke Organisatie FPR Front Patriotique Rwandais GBS Algemene Begrotingshulp HAMS Hygiène et Assainissement en Milieu Scolaire HIMO Haute Intensité de Main d œuvre HIV Menselijk immuundeficiëntievirus HSCG Coördinatiegroep voor de Gezondheidssector HSN Strategienota Gezondheid HSSP Strategisch Plan van de gezondheidssector ICRC Internationaal Rode Kruiscomité ICT Informatie- en Communicatietechnologie ISP Indicatief Samenwerkingsprogramma IDA International Development Association IEC Informatie, Educatie and Communicatie IFAD International Fund For Agricultural Development ISAR Institut des Sciences Agronomiques du Rwanda ISP Indicatief Samenwerkingsprogramma JAF Gemeenschappelijk actieplatform JESS Gemeenschappelijk programma Steun aan de Educatiesector JSCG Coördinatiegroep voor de Justitiesector KMI Kleine- of Middelgrote Industrieën KMO Kleine- of Middelgrote Onderneming LAE Strijd tegen erosie LRSP referentielaboratorium voor publieke gezondheidszorg M&E Monitoring en evaluatie MCC Millennium Challenge Corporation MDG Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen MFI Micro-financieringsinstelling MIFOTRA Ministère de la Fonction Publique, de la Formation Professionnelle, des Métiers, et du Travail MIJEUSPOC Ministère de Jeunesse, Sport et Culture MINAFET Ministère des Affaires Etrangères MINAGRI Ministère d Agriculture MINALOC Ministère de l administration locale MINECOFIN Ministère de Finances et de Planification Economique MINEDUC Ministère de l Education MINISANTE Ministère de Santé MINITERE Ministère de Terre, Environnement, Forêts, l Eau et de Mines MTEF Medium Term Expenditure Framework / Uitgavenkader voor de middellange termijn NAP Nationaal Landbouwbeleid NDIS National Decentralisation Implementation Secretariat NGO Niet Gouvernementele Organisatie NHP Nationaal Gezondheidsbeleid ODA Official Development Assistance 8

12 OESO PADC-B PADL PASAB PBF PHAST PHC PNILP PNILT PNSM PO PRI PRSP RADA RCN RDB REIC ROPARWA RPSF RWF SABM SN SNJG SNS SPAT SWAP TA TB TIG TVET TWG UNAIDS UNCDF UNFPA VVOB WB WSC Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling Projet d'appui au Développement Communautaire de Byumba Projet d'appui au développement local du district de Gakenke Projet d'appui à la sécurité alimentaire du Bugesera resultaatgerichte financiering Participatory Hygiene and Sanitation Transformation Basis Gezondheidszorg Programme National Intégré de Lutte contre le Paludisme Programme National Intégré de Lutte contre la Lèpre et la Tuberculose Programme Nationale de Santé Mentale Professionnele Organisatie Penal Reform International Armoedebestrijdingsstrategie Rwanda Agricultural Development Authority Burgernetwerk Rwandan Development Bank Rwanda Enterprise Investment Company Réseau des Organisations Paysannes du Rwanda Rwanda Private Sector Federation Rwandese Frank Projet de Sécurisation Alimentaire au Bugesera Mirenge Strategienota Service National des Jurisdictions Gacaca Service National de Semences Strategisch Plan voor Landbouw Transformatie Sector Wide Approach Technische Assistentie Tuberculose Travaux d'intérêts Généraux Technical and Vocational Education and Training Technische Werkgroepen Joint United Nations Programme on HIV/AIDS United Nations Capital Development Fund United Nations Family Planning Association De Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en Technische Bijstand WereldBank Water- en bodembeheer 9

13

14 Lijst van Tabellen Tabel 1: Sectoren geselecteerd voor onderzoek volgens referentietermen, gerangschikt in volgorde van hun totale uitgaven Tabel 2: Programma s in de gezondheidssector gesteund door de Belgische Ontwikkelingssamenwerking Tabel 3: Overzicht van directe bilaterale steun Tabel 4: Vooruitgang naar voornaamste indicatoren gezondheidssector Tabel 5: Financiële bijdragen aan de sector Justitie en Rechtsorde Tabel 6: Belgische ODA-uitgaven in de plattelandsontwikkelingsector volgens hulpvorm Tabel 7: Geraamde versus werkelijke groei in BNP (%) Tabel 8: Samenvattende tabel van de verwezenlijkingen van het Belgisch programma voor ontwikkelingssamenwerking in Rwanda en onopgeloste uitdagingen 11

15 Rwandese bestuursdistricten in 2006 UMUSHINGA W'IMBIBI NSHYA Z'UTURERE TW'U RWANDA 1: Kilometers UMUTARA. BURERA RUHENGERI GISENYI NYABIHU GAKENKE " RULINDO BYUMBA GATSIBO NGORORERO RUTSIRO GASABO GITARAMA NYARUG"E NGE " KAMONYI RWAMAGANA KICUKIRO " KIBUYE RUHANGO KIBUNGO BUGESERA KAYONZA KIREHE 12 NYAMASHEKE CYANGUGU NYANZA " GIKONGORO BUTARE GISAGARA NYARUGURU Legend " chefnvprov Province de l'est Province du Nord Province de l'ouest Province du Sud Ville de Kigali Lac Parc Limite de district

16 Het evaluatieteam wil zijn oprechte dank betuigen voor de hulp en openhartigheid van de vele personeelsleden en medewerkers bij DGOS, BTC en hun partners, in het bijzonder de Rwandese regering en andere instellingen, maar ook NGO s in België en Rwanda die meewerkten aan deze evaluatie tijdens de periode februari november De dienst Bijzondere Evaluatie zag erop toe dat de evaluatie aansluit bij het referentiekader. Tijdens de evaluatie kon te allen tijde een beroep worden gedaan op de steun van een stuurcomité in Brussel en Kigali. De bevindingen in dit verslag geven de mening weer van de auteurs zoals goedgekeurd door de DBE en niet noodzakelijkerwijze die van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken of die van de Rwandese autoriteiten. 13

17

18 Krijtlijnen Doel en methodologie van de evaluatie De Dienst Bijzondere Evaluatie van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking gaf de opdracht voor deze ex-post evaluatie die peilt naar de manier waarop de Belgische ontwikkelingssamenwerking met Rwanda zich ontwikkelde, en de manier waarop deze werd geïntegreerd in activiteiten en de nationale ontwikkelingsdialoog. De evaluatieperiode vangt aan na de catastrofale gebeurtenissen van 1994, die heel wat van Rwanda s menselijke kapitaal en infrastructuur vernietigden en de ontwikkelingswinsten van de voorgaande decennia teniet deden. De klemtoon ligt daarbij duidelijk op de voorbije vijf jaar ( ), hoewel het onvermijdelijk is dat de focus van heel wat ontwikkelingsactoren ligt op hun strategie en plannen voor 2007 en verder. De evaluatie werd uitgevoerd in de eerste helft van 2007 en speurt de patronen van de Belgische ontwikkelingssamenwerking in Rwanda na over de hele periode, van de wederopbouwscenario s net na de genocide tot de hedendaagse beleidslijnen inzake harmonisering en sectorgerichte aanpak. De analyse bestrijkt in het bijzonder de toegepaste strategie, de beweegredenen achter de prioriteiten en geïdentificeerde partners, en de bijdragen van deze samenwerking tot de ontwikkeling in Rwanda. Het evaluatieteam peilde naar de ervaringen van sleutelleden van de ontwikkelingssamenwerkings- en diplomatieke staf om de context te schetsen waarbinnen de eerste beslissingen werden genomen en om de beweegredenen achter belangrijke strategische beslissingen te achterhalen. Er werd uitgegaan van documentair bewijsmateriaal om de evolutie in de Belgische ontwikkelingsstrategie en de nationale ontwikkelingsplanning in Rwanda in kaart te brengen. Eerdere evaluaties en studies van de Rwandese overheid werden gebruikt om de effectieve vooruitgang te toetsen aan de ontwikkelingsdoelstellingen voor Rwanda in zijn geheel. Een grondigere analyse werd uitgevoerd voor een aantal projecten in elk van de volgende sleutelsectoren: Gezondheid, Justitie en Rechtsorde, Plattelandsontwikkeling, Onderwijs en de Ontwikkeling van de Privésector. Dit leverde bewijsmateriaal op om de doeltreffendheid en efficiëntie van de Belgische interventies te beoordelen en om in te schatten in welke mate deze hebben bijgedragen tot de algemene vooruitgang in Rwanda. In deze evaluatie omvat het begrip Belgische ontwikkelingssamenwerking het volume van overheidsfondsen aangewend voor ontwikkeling in Rwanda, hoewel het duidelijk is dat deze fondsen kunnen worden verstrekt via verschillende kanalen. Het begrip Belgische ontwikkelingssamenwerking is dus niet synoniem met directe bilaterale ontwikkelingssamenwerking. 15

19 Sinds 1995 komt haast alle Belgische openbare ontwikkelingshulp in Rwanda van DGOSfondsen meer dan 94% (uitgezonderd in ). Hoewel een deel 2 van deze fondsen niet wordt verstrekt via directe bilaterale ontwikkelingssamenwerking maar eerder via andere mechanismen met hun eigen graad van onafhankelijkheid, worden de ultieme financieringsbeslissingen genomen binnen DGOS. De evaluatie gaat er bijgevolg van uit dat beslissingen kunnen worden genomen omtrent de inzet van alle DGOS-middelen en over de manier waarop ze worden gebruikt in overeenstemming met het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de Belgische overheid. We mogen dan veronderstellen dat aanvragen voor activiteiten die niet stroken met het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid worden afgekeurd. Op zijn beurt weerspiegelt het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de Belgische overheid de nationale prioriteiten die worden gesteld door de Rwandese partners en wordt dit bijgestuurd naargelang deze evolueren. Beleidskader De eerste jaren ( ) stonden in het teken van de zoektocht naar een duurzame manier van samenwerken met de Rwandese overheid, in de context van noodhulp en wederopbouw. Ontwikkelingssamenwerking steunde op het hervatten van de eerdere interventiesectoren (in het bijzonder plattelandsontwikkeling, gezondheid en justitie) en op de steun aan projecten in gebieden die werden gezien als essentieel voor de economische en politieke ontwikkeling van het land. Terwijl Rwanda vanaf 2000 zijn eigen structuren uitbouwde voor nationale ontwikkeling Vision 2020, de tussentijdse en eerste volledige Armoedebestrijdingsstrategie herzag de Belgische ontwikkelingssamenwerking ook op een kritische wijze haar eigen doeltreffendheid. Ze ontwikkelde een algemene Ontwikkelingssamenwerkingsstrategie, een Rwanda Landenstrategie en technische begeleiding voor sectorstrategische opties. België identificeerde samen met de Rwandese partners ook enkele sectoroverstijgende domeinen (gender, het milieu, HIV en de informele economie). Het brede gamma actoren, modaliteiten en projecten die bijdragen aan de Belgische ontwikkelingssamenwerking, bemoeilijkt echter het onderzoek naar de implementering van deze beleidslijnen, vooral met betrekking tot de sectoroverschrijdende thema s, die de evaluatie niet kon identificeren. Vanaf 2002 werd er daarom een duidelijke set van structuren, zowel Belgische als Rwandese, opgezet om het bepalen van prioriteiten en de planning voor de ontwikkelingssamenwerking met Rwanda te begeleiden. Sectorale werkgroepen (clusters) vormen een cruciaal forum waarin samenwerking en harmonisering mogelijk worden gemaakt. De bijdrage van de Belgische ontwikkelingssamenwerking in iedere relevante sectorwerkgroep steunde op individuele activiteitsniveaus, begrip en engagement. België was voornamelijk actief in de onderwijs-, gezondheids- en justitiegroepen, maar zou via zijn eigen activiteiten meer toegevoegde waarde kunnen bieden aan de groepen toegespitst op de plattelandssector en de privé-sector is een uitzonderlijk jaar, waarin slechts 38% van de fondsen via directe bilaterale mechanismen werd gekanaliseerd. 2 Van 35-62%, zie Bijlage 3 16

20 Samenstelling van de Belgische ontwikkelingssamenwerking De programma-inhoud steunt grotendeels op eerdere projectervaringen, aangepast en aangevuld om tegemoet te komen aan andere behoeften die worden geïdentificeerd of geuit. De Belgische ontwikkelingssamenwerking wordt verstrekt in partnerschap met een brede waaier van Rwandese actoren. De overzeese ontwikkelingshulp is gericht op alle niveaus, van individuen via beursprogramma s, tussen gemeenschappen via Belgisch-Rwandese verzustering, tot staatsinstellingen, ministeries en de gedecentraliseerde overheid, en natuurlijk op de Rwandese bevolking als gebruikers van staatsdiensten en leden van coöperatieven, NGO s en kerkelijke organisaties. De ontwikkeling van het Belgische hulpprogramma werd beïnvloed door zowel de gebeurtenissen en mogelijkheden in Rwanda als door binnenlandse (Belgische) belangen of druk. Vanaf 2004 neemt Rwanda een sterkere verantwoordelijkheid in het hulpprogramma (ownership), in overeenstemming met de beginselen van de Verklaring van Parijs. 3 Middelen en technische bijstand worden over het algemeen (ongeveer 50-65% van alle financiering in de periode ) verstrekt via directe bilaterale ontwikkelingssamenwerkingsprogramma s, die sinds 2004 worden onderhandeld in Gezamenlijke (Gemengde) Commissies en tijdspannes van 3 en nu 4 jaar bestrijken. Tevoren (sinds 1994) werden projecten goedgekeurd buiten enige structuur om en werden er enkel op ad hoc basis Opvolgingscommissies gehouden. Bilaterale projecten worden geformuleerd en geïmplementeerd door BTC, de technische arm van de Belgische ontwikkelingssamenwerking een staatsbedrijf dat voor dit doel werd opgericht. In de praktijk implementeert BTC het grootste deel van de DGOS-steun voor Rwanda. De BTC-input bestrijkt vaak een lange termijn, waarbij tal van technische assistenten worden uitgestuurd en het dagelijkse beheer van projecten wordt verzekerd. Hoewel het BTC-personeel op die manier meer inzicht verwerft in de werking van de sleutelsectoren en de omstandigheden van beleidsimplementering op het terrein, laat de algemene vorm van coördinatie met DGOS het ambassadepersoneel niet toe om op de meest efficiënte wijze gebruik te maken van verkregen inzichten, om de beleidsdiscussies met de Rwandese overheid en andere donoren te verrijken. Er werden verschillende voorstellen gedaan om de technische bijstand en beheertaken van elkaar te scheiden, maar het daaruit voortvloeiende scenario blijft een heuse uitdaging. Er is erg veel verscheidenheid tussen de projecten inzake de verhouding van de financiering voor TA s, gaande van bijvoorbeeld slechts één TA voor een project van 7,5M in de justitiesector tot TA s met veel kleinere projectbudgetten in de gezondheidssector. En voor sommige indirecte actoren 5 zijn er heel veel TA s die projecten opleveren waarvan het jaarlijkse budget veel kleiner is dan dat van eender welk BTC-project. Een aantal knelpunten m.b.t. eigenaarschap en substitutie van nationale bevoegdheden blijft aanhouden, net als een schadelijke opdeling tussen beleidsdialoog (gevoerd door DGOS) en kennis over de implementering van programma s (steeds meer het terrein van BTC). Een dialoog moet normaal steunen op een 3 Maart Zie Bijlage 3 Samenvatting ODA voor Rwanda 5 bijvoorbeeld APEFE 17

21 grondige kennis van de uitvoeringsomstandigheden en nationale actoren moeten de uitvoering aandrijven, hoewel ze kunnen worden begeleid en gemonitord door internationaal personeel. Recent heeft België stappen gezet in de richting van meer programmasteun (in onderwijs, gezondheid en justitie), ter voorbereiding van sectorgerichte budgetsteun of bijdragen tot korffinanciering (basketfunding). Zulke maatregelen zijn nuttig om het TA-volume en de implementeringkosten terug te schroeven, in overeenstemming met de Verklaring van Parijs. Dit biedt echter geen oplossing voor de moeilijke taak om een betekenisvolle beleidsdialoog te voeren, ten gevolge van een aanhoudende kloof tussen de niveaus van de Belgische ontwikkelingssamenwerking die op de hoogte zijn van de concrete omstandigheden in de sectoren en diegenen die instaan voor het uitstippelen van het beleid. Het bijstandsvolume dat wordt gekanaliseerd via indirecte mechanismen schommelde tijdens de periode Dit weerspiegelt de mate van de noodhulp situatie waarbij grotere volumes worden gekanaliseerd via multilaterale agentschappen en niet-staatsgebonden actoren zoals NGO s 6, en sommige perioden van politieke spanning tijdens welke de bilaterale ontwikkelingssamenwerking beperkt was, of financieringsfasen op hun einde liepen. De opnamecapaciteit van indirecte actoren is afhankelijk van hun vermogen om coherente, realistische programma s voor te stellen die waarschijnlijk een aantoonbare impact zullen hebben. Het aantal geschikte kanalen is kleiner geworden, omdat bepaalde Belgische NGO s op bepaalde momenten Rwanda werden uitgezet. De indirecte kanalen blijven kwetsbaarder en meer onbeschut dan de directe bilaterale ontwikkelingssamenwerking. Overzicht van sectorprogramma s Gezondheid Financiering en technische ondersteuning van de gezondheidssector was de belangrijkste component van de Belgische ontwikkelingssamenwerking met Rwanda en maakte consequent het leeuwendeel van ODA uit. De sector Gezondheid werd ondersteund vóór 1994 en de Belgische ontwikkelingssamenwerking hernam de activiteiten die steun kregen in de context van crisisbijstand via directe bilaterale projecthulp en via Belgische NGO s. De Belgische steun, die in de daarop volgende jaren overschakelde op een sectorbenadering, is in grote mate relevant voor armoedevermindering. De opvolging van de toegang en het werkelijke gebruik in de afgelegen gebieden bleef echter beperkt. Dergelijke monitoring is belangrijk om de toegang tot dienstverlening voor de sector als geheel te overzien, Want zonder toegang leidt verbeterde gezondheidszorg niet noodzakelijkerwijs tot een verbeterde gezondheidstoestand van de bevolking. Hoewel er belangrijke vooruitgang werd geboekt in de kwaliteit van de dienstverlening, kan er worden opgemerkt dat er weinig vooruitgang is inzake verschillende essentiële gezondheidsindicatoren (vruchtbaarheidsgraad, moedersterfte) en blijven er vragen omtrent de doeltreffendheid waarmee resultaten worden bereikt. De belangrijkste focus van de Belgische ontwikkelingssamenwerking is om MINISANTEprogramma s voor basisgezondheidszorg te ondersteunen (85% van de directe bilaterale hulp voor gezondheid) en de rest gaat naar het opbouwen van capaciteit op de centrale niveaus en 6 Amper 27-46% van de hulp verliep via directe bilaterale ontwikkelingssamenwerking tijdens de periode

22 het Centre Hospitalier de Kigali/Ziekenhuis van Kigali (CHK). De steun omvat een breed programma van activiteiten gericht op gezondheidsstructuren en -instellingen, verticale programma s zoals geestelijke gezondheid en malaria, en gezondheidsautoriteiten in de districten. De continuïteit van de steun heeft de wederopbouw van de gezondheidsinfrastructuur vergemakkelijkt en ondersteunde een uiteindelijke omschakeling naar een gezondheidszorgsysteem dat steunt op degelijke beleidslijnen en procedures. België neemt sinds 2003 het voortouw in de Coördinatiegroep van de Gezondheidssector, hoewel het niet actief was in deze rol tot later in Sindsdien werd gestage vooruitgang geboekt in de richting van een sectorgerichte aanpak (SWAP). Hoewel Belgische NGO s nog steeds aanwezig zijn in Rwanda en projecten beheren, zijn ze niet langer zo talrijk meer in de sector. Terwijl België sinds 2004 sectorfinanciering voorstelt, vindt nog steeds veel project financiering plaats.. Er zitten belangrijke veranderingen in de pijplijn m.b.t. de financiering van het Strategisch Plan voor de Gezondheidssector in zijn geheel, waarbij de uitdagingen van asymmetrische sectorfinanciering ten gevolge van het aantal doelfondsen voor HIV moeten worden overwonnen. België is goed geplaatst om te leren van zijn deelname aan het proces van Budgetsteun voor Onderwijs en om deze kennis aan te wenden bij zijn voortrekkersrol binnen de gezondheidssector. Justitie en rechtsorde De uitdagingen van een pertinente Belgische interventie in deze sector zijn vergelijkbaar met de politieke moed nodig om te interveniëren in deze sector. België beschouwde dit aspect van bestuur als een prioriteit, naast gezondheid. Het spendeerde 14% van de totale ODA (gedurende ) aan projecten en programma s ter ondersteuning van de institutionele ontwikkeling van het ministerie van Justitie, de bevordering en bescherming van de mensenrechten en de rechtsbedeling. Directe bilaterale ontwikkelingssamenwerking ter ondersteuning van MINIJUST was de voornaamste focus en was goed voor 79% van alle financieringen in deze sector. Indirecte actoren, Belgische NGO s en Rwandese NGO-partners werkten aan de toegang tot justitie, mensenrechten en bewustzijn en lieten 13% van de toelagen naar deze sector doorstromen. De twee luiken van de steun (directe bilaterale hulp en via NGO s) werkten in grote mate aanvullend en vergrootten de communicatie en het leerproces tussen DGOS en alle belanghebbenden. Ondanks de trage algemene implementering en ondanks de vele en snelle evoluties op nationaal beleidsniveau is er een merkbare verbetering opgetreden in de kwaliteit en het volume van het uitgevoerde gerechtelijke werk. In de context van de recente ontwikkelingen in Rwanda is het versterken van de toegang van de bevolking tot justitie van fundamenteel belang en blijft het een uitdaging waarbij de Belgische ontwikkelingssamenwerking substantiële hulp biedt aan de Rwandese overheid. De programmeringsdilemma s die echter opduiken bij de huidige ontwikkelingsbenaderingen m.b.t. een overgangsjustitie worden duidelijk geïllustreerd door de Rwandese situatie. De evaluatie identificeerde een aantal belangrijke knelpunten met betrekking tot de coherentie in de buitenlandse ontwikkelingssamenwerking. Met beperkte invloed, om redenen van soevereiniteit in deze gevoelige sector, werd België in een eerder modererende, zelfs onderdanige rol gedwongen, enkel om zijn aanwezigheid te kunnen handhaven en deze sleutelinitiatieven verder te kunnen blijven steunen. Hoewel de relevantie van de interventie voor iedereen duidelijk is, kenmerkt de justitiesector zich door een hoge mate van conflictgevoeligheid en engagementshandicaps in de verf. Er bestaan in het bijzonder twijfels 19

23 over sommige gevolgen van de aanpassingen aan het gewoonterecht in de context van de genocide (gekend als het Gacaca-proces ) en of justitie hierdoor al dan niet nieuwe factoren van instabiliteit genereert. De belangrijke omvang van de mensenrechtenschendingen door alle conflictpartijen beperkt inderdaad de keuzes voor de autoriteiten en internationale ontwikkelingsactoren - zoals België, Duitsland, de EC en Zwitserland - die in de cluster hebben geïnvesteerd. Het evaluatieteam kan zich echter wel enigszins vinden in de analyse uitgevoerd door enkele actoren betrokken bij de uitvoering of monitoring van Gacaca, namelijk dat er een reëel risico bestaat m.b.t. het verhogen van etnischondersteunde solidariteit door gebrekkige overheidsinformatie, een beperkt toezicht en de huidige opvoering van het aantal aanklachten. De voormalige actieve rol van België in de Justitiecluster, zelfs al is die recent iets minder zichtbaar, verdient voortdurende aandacht en nauwgezette opvolging. De evaluatie identificeert specifieke mogelijkheden door synergie met het EU-lidstatenforum, door monitoringsmechanismen die occasioneel werden verwaarloosd in de bilaterale steun en de voortzetting van de huidige steun aan NGO-actoren vooral waar deze nadrukkelijk de hand reiken aan de plattelandsbevolking, die werd verwaarloosd in sommige lokale componenten van het de ondersteuning aan deze sector. Plattelandsontwikkeling België heeft uitgebreid geïnvesteerd in plattelandsontwikkeling in landbouw en voedselveiligheid, drinkwater en energievoorziening en zette tussen 2002 en 2006 zo n 12% van de totale ODA in deze sector in. Die 12% was voornamelijk afkomstig van het Belgisch Overlevingsfonds, bilaterale samenwerking via de BTC en Belgische ngo s. De vroege daling in de bilaterale uitgaven voor Plattelandsontwikkeling ten opzichte van de hoge niveaus voor en onmiddellijk na de oorlog, zijn deels te verklaren door een leemte in de Rwandese landbouwbeleidscontext. Dit werd duidelijker na opstelling van het Strategisch Plan voor Landbouwtransformatie (2005). Er wordt verwacht dat de investeringen in de plattelandssector aanzienlijk zullen toenemen tijdens de volgende periode van het Indicatief Samenwerkingsprogramma. De financiële middelen werden grotendeels verstrekt door het Belgisch Overlevingsfonds dat samenwerkt met gedecentraliseerde overheden en de meest kwestbare gezinnen in geselecteerde gemeenschappen. De Belgische bilaterale samenwerking koos ervoor MINAGRI te steunen met technische landbouwprojecten, drinkwater en stroomvoorziening. De aanpak van het BOF is een uitdagende strategie die bestaat uit samenwerken met MINALOC, het ministerie voor Lokaal Bestuur en Gemeenschapsontwikkeling, in plaats van met het ministerie voor Landbouw, zorgt voor een heel nieuw instappunt voor het aangaan van de uitdagingen van een veelomvattende plattelandsontwikkeling en heropleving van de plattelandseconomie. De onderzochte partnerschappen met ngo s in deze sector zijn over het algemeen doeltreffend op praktijkniveau en er zijn mogelijkheden om samen te werken met producentengroepen om de toegang tot productiefactoren, diensten en markten te verbeteren. Dat het na de financiële besluitvorming enige tijd vergt vooraleer tot de uitvoering wordt overgegaan is onvermijdelijk, maar de werkelijke uitgaven houden op geen enkel moment gelijke tred met de toezeggingen die in deze sector werden gedaan. De uitvoering van projecten neemt veel tijd in beslag en de impact is nauwelijks merkbaar. 20

24 België gebruikt verschillende en mogelijke complementaire hulpvormen om de sector van de plattelandsontwikkeling te ondersteunen. De evaluatie kwam echter tot de bevinding dat de Belgische ontwikkelingssamenwerking geen gebruik heeft gemaakt van de strategische mogelijkheid die hierdoor geboden wordt: indien deze hulpbronnen elkaar zouden aanvullen, zouden ze een grotere globale plattelandsontwikkeling in Rwanda bereiken. De ambassade heeft een grote invloed op bilaterale projecten alsmede op de projecten die worden uitgevoerd door de lokale ngo s. Daarnaast heeft ze een beperkte adviserende rol in BOF-projecten die door velerlei organisaties worden uitgevoerd. Haar adviserende rol in projecten die door Belgische ngo s worden uitgevoerd is ook nog steeds beperkt. Een meer doelgerichte visie zou kunnen worden ontwikkeld in het kader van het Strategisch Plan voor Landbouwtransformatie. Deze zou geen afbreuk doen aan de onafhankelijkheid van de uitvoerders en de Belgische ambassade zou een grotere rol toebedeeld krijgen bij de coördinatie van de Belgische ODAinspanningen in de sector Plattelandsontwikkeling. Onderwijs De ondersteuning van het onderwijs omvatte een waaier van interventies, verankerd in de vooroorlogse Belgische ervaring met ontwikkelingssamenwerking en als respons op de veranderende prioriteiten van de Rwandese overheid. Vroege naoorlogse interventies steunden op het voorzien van input (gebouwen en materialen); latere projecten spitsten zich toe op het ontwikkelen van vaardigheden en capaciteiten (technische en gespecialiseerde beroepen en vaardigheden voor de dienstensector); recent is het accent verschoven naar de versterking van onderwijssystemen met het oog op consistent kwaliteitsonderwijs (schoolbeheer, ontwikkeling van leerplannen en bijdrage tot het nationale onderwijsbudget). Er is dan ook duidelijk een evoluerende strategie en de implementering gebeurde tot nu toe door bilaterale directe en indirecte actoren, met een zeker streven naar complementariteit. De impact op projectniveau was erg variabel, zodat België enigszins bijdroeg tot verbeterd onderwijs op verschillende niveaus basis, middelbaar, hoger maar sommige projecten hebben geen resultaat opgeleverd op het vlak van andere belangrijke, onderling gelinkte doelstellingen die de projecten beoogden. Zo werd bijvoorbeeld de kwaliteit van de beroepsopleiding verbeterd, zonder te resulteren in de voorspelde verhoogde tewerkstelling (DZG); een programma voor de bouw van basisscholen werd uitgevoerd zonder duurzame lokale capaciteit op te bouwen (zie hoofdstuk voor meer details) en zonder aandacht voor gender- en HIV-kwesties. De respectievelijke niches van de Belgische onderwijsactoren werden gedefinieerd in de Sectorstrategienota van ontwikkelingssamenwerking, maar in Rwanda werd enigszins afgeweken van deze specifieke bepalingen. Dat leidde tot een aantal overlappingen zonder duidelijk onderscheid betreffende de relatieve waarde die werd toegevoegd door het gebruik van verschillende mechanismen voor ontwikkelingssamenwerking. Er werd vooruitgang geboekt inzake de voorziening van budgetsteun voor onderwijs, waardoor de Belgische bijdragen op hetzelfde niveau komen als die van de andere donoren voor de planning van een meer duurzame onderwijsevolutie. De algemene steun aan de onderwijssector heeft aan doeltreffendheid ingeboet als gevolg van de huidige eclectische mix van projecten die door de vele Belgische actoren in deze sector worden uitgewerkt (universiteiten, BTC die studiebeurzen uitreikt, APEFE & DZG die expertise aanreiken in technische en beroepstraining, VVOB in basisonderwijs). Bovenop de 21

25 sectorspecifieke steun via de directe bilaterale ontwikkelingssamenwerking zou het zinvol zijn dat België zich gaat toeleggen op indirecte activiteiten binnen een specifieke niche waarin het aanwijsbare expertise heeft., Bijvoorbeeld technische en beroepsopleiding, die de bilaterale input zouden aanvullen en deze actoren zou toelaten om met meer bescheiden middelen een profiel in de sector te consolideren. Privésector In Rwanda heerst een acute armoededruk: de demografische groei overtreft de laatste vijf jaar de economische opbrengsten, waardoor het aantal mensen dat in armoede leeft, is gestegen, ondanks de geboekte economische vooruitgang. De economie blijft zwaar afhankelijk van landbouw, goed voor een bijdrage van 45% aan het BNP, terwijl maar liefst 90% van de bevolking betrokken is bij deze activiteit. Dit is niet gevoelig veranderd sinds 1990 en in reële termen blijven de plattelandsinkomens op het niveau van Er is duidelijk nood aan het scheppen van meer economische mogelijkheden en kansen buiten de landbouw, door de versterking van de privésector en door de ondersteuning van een rol voor de privésector binnen de plattelandseconomie, zodat deze een verjongingskuur kan ondergaan. De Belgische ontwikkelingssamenwerking identificeerde deze uitdagingen en investeerde een klein deel van zijn hulpmiddelen in de aanpak van deze problemen. Er werden belangrijke hervormingen doorgevoerd in de institutionele, wettelijke en regelgevende kaders tijdens deze periode, die wijzen op het engagement van de regering om een antwoord te bieden op deze factoren die buitenlandse investeringen en nationale ondernemers ontmoedigen. België investeerde specifiek in microfinancieringsinstellingen (MFI) via een NGO-partner. Dit nog steeds lopende project heeft een zekere impact gehad in termen van MFI-partnersystemen, hoewel het niet duidelijk is of de toegang tot formele kredietmechanismen substantieel is veranderd. Deze toegang blijft een belangrijk pijnpunt m.b.t. het opvoeren van de productieniveaus van de armen in stedelijke en plattelandsgebieden. België hoopte bij te dragen tot de opzet van een investeringsmaatschappij voor KMO s via financiering aan BIO, de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden. De stappen gezet door BIO om een Rwandese Investeringsmaatschappij voor Ondernemingen (RIO) op te richten, leidden niet tot de tenuitvoerlegging van dit plan, hoewel de RIO nu werd opgericht met andere investeerders. Deze ommezwaai, hoewel goed onderbouwd, werd niet duidelijk uitgelegd aan de voornaamste belanghebbenden, inclusief de ambassade, en resulteerde in imagoverlies. Algemene bevindingen Uit de evaluatie blijkt dat de Armoedebestrijdingstrategie als algemeen kader voor ontwikkelingssamenwerking absoluut pertinent is voor Rwanda en alle interventies in het kader van de Belgische ontwikkelingssamenwerking kunnen worden gelinkt aan de doelstellingen van de Armoedebestrijdingstrategie en aan sectorspecifieke strategieën, waar deze bestaan. Dit algemene kader en zijn ruime doelstellingen krijgen echter minder of meer weerklank, afhankelijk van de mate waarin België zelf sectorgericht denkt over een specifiek programma. Interventies op het vlak van justitie zijn duidelijk gelinkt aan sectorspecifieke prioriteiten: die binnen gezondheid worden meer intern coherent en plattelandsontwikkeling lijkt het minst 22

26 goed gestructureerde activiteitenprogramma, deels omdat er verschillende ministeries bij betrokken zijn, met verantwoordelijkheden voor land, infrastructuur, landbouwproductie en decentralisatie en de organisatie van de plattelandsbevolking. De Belgische ontwikkelingssamenwerking concentreert zich daarom niet op een eenduidig richtpunt voor plattelandsontwikkeling, hoewel de Rwandese sectorstrategie ontwikkeld voor landbouwtransformatie al een stuk bijdraagt tot de opzet van een nuttig kader. De Belgische bijdragen blijken, sector per sector, een variabele impact te hebben. Sommige zijn effectief op resultaatniveau, maar de monitoring van de impact verkregen als gevolg van de behaalde resultaten kan beter Andere zijn uiterst succesvol geweest in het behalen van de streefresultaten en in het vervolgens aanwenden van deze ervaring voor beleidsvorming en - sturing. Globaal gezien kunnen de hulpmiddelen ingezet in Rwanda efficiënter worden gebruikt door een betere afstemming van het programmabeheer van de verschillende Belgische actoren. Hoewel de mogelijkheid bestaat om dit aan te pakken binnen de ruimere sectorclusters, zijn dit onpraktische groepen waarin België niet altijd een hoofdrol speelt. Samenhang tussen de activiteiten van de Belgische actoren onderling en een efficiëntere programmering is echter haalbaar, maar vereist breder overleg. Daar bestaan al voorbeelden van, zoals de aanzienlijke inspanningen geleverd door alle Belgische actoren in de justitiesector en waar de impact van het geheel dan ook veel groter blijkt dan de som van de delen. Op kleinere schaal wordt het Beurzenprogramma gebruikt om studies te financieren in gebieden die eveneens bilaterale ontwikkelingshulp ontvangen, zodat het gebruik ervan andere Belgische hulp aanvult in plaats van ervan af te wijken. Uiteindelijk zal de duurzaamheid van de impact van de Belgische bijdragen aan de ontwikkeling in Rwanda het grootst zijn daar waar er een hoge graad van lokaal eigenaarschap is. De Rwandese overheid gaf een duidelijk signaal van eigenaarschap in haar Armoedebestrijdingsstrategie, de budgettering en monitoring ervan, en het beheer van de hulp. Er bestaan duidelijke mechanismen en structuren die kunnen worden gebruikt om de Belgische hulpportfolio beter af te stemmen op de Rwandese prioriteiten, zoals hier gedefinieerd. Er zijn echter ook belanghebbenden (bijvoorbeeld sommige personeelsleden van NGO s en Ontwikkelingssamenwerking) die zich bekommeren om de mate waarin deze documenten werkelijk de prioriteiten verwoorden van de meest achtergestelde Rwandezen, van duurzaam bestuur en plattelandsontwikkeling, en daar moet dus zeker aandacht aan worden besteed. Inspanningen om de monitoring van de van de impact op lokaal bestuursniveau en het dienstverleningsniveau zal een belangrijk instrument blijven in het opschroeven van de waarde van de Belgische ontwikkelings bijdrage. Aanbevelingen Om de beschreven verwezenlijkingen van de Belgische ontwikkelingssamenwerking te kunnen verzilveren en op de best mogelijke wijze de aangestipte uitdagingen aan te pakken, schuiven we een aantal aanbevelingen naar voren. De aanbevelingen zijn gegroepeerd in actortypes en interventiesectoren. Ze vloeien voort uit de bevindingen van de evaluatie, die uiteenvallen in drie belangrijke punten: 23

27 1. De Belgische ontwikkelingssamenwerking profiteerde van een langdurige aanwezigheid in het land en de verscheidenheid van de uitvoerende agentschappen om tussen te komen in allerhande sleutelsectoren, in nauwe samenwerking met de Rwandese autoriteiten. Hierdoor beschikt ze over een behoorlijk responsvermogen dat ze moet zien te bewaren. 2. De vele structuren en het uitvoeringsstempo hebben ervoor gezorgd dat de zichtbaarheid van de Belgische ontwikkelingshulp en coherentie niet zo groot zijn als deze zouden kunnen zijn. Dit kan worden verbeterd door het aantal interventiekanalen te reduceren, de monitoring van de interventieresultaten en impact te verbeteren in samenwerking met andere donoren. 3. De ambassade moet een brandpunt worden voor snellere uitvoering, meer beslissingsmogelijkheden krijgen en een betere technische opvolging. Dit zal het proces van harmonisering en eigenaarschap in het land in de hand werken. De aanbevelingen worden uitvoerig beschreven in het laatste Hoofdstuk 10 van dit evaluatieverslag. 24

28 1 Inleiding 1.1 Doel van de evaluatie Het doel van deze evaluatie was een analyse en inschatting te maken van de manier waarop de Belgische ontwikkelingssamenwerkingstrategie voor Rwanda werd ontwikkeld en beïnvloed en hoe deze werd geïntegreerd in activiteiten in Rwanda en de ontwikkelingsdialoog m.b.t. het land sinds 1994 en in het bijzonder tijdens de afgelopen vijf jaar ( ). Deze evaluatie werd uitgevoerd in opdracht van de Dienst Bijzondere Evaluatie van de Federale Overheidsdienst voor Buitenlandse Zaken en wil de evolutie nagaan en een grondiger inzicht verwerven in de Belgische ontwikkelingssamenwerking in Rwanda vanaf de wederopbouw net na de genocide tot vandaag. De evaluatie peilt tegelijk naar de toegepaste strategie, de gedachtegang achter de bepaling van prioriteiten en partners en de impact van deze samenwerking op de ontwikkeling en armoedebestrijding in Rwanda. 1.2 Methodologie van de evaluatie De methodologie werd uiteengezet in het Technische Voorstel dat werd ingediend als deel van de weerhouden offerte voor uitvoering van de evaluatie, en in een daaropvolgende Methodologische nota die werd goedgekeurd op het einde van de aanvangsfase. Het algemene kader voor de evaluatie wordt geschetst door de referentietermen. Het uitgebreide tijdskader dat wordt bestudeerd, stelde een bijzondere uitdaging, en dit werd opgelost door bevindingen te identificeren op verschillende tijdstippen en door het moment aan te stippen waarop ze van toepassing zijn wanneer er een verschil is met andere momenten. Deze drie documenten worden hier niet opnieuw weergegeven. De vragen die moesten worden beantwoord door het evaluatieteam werden echter gebundeld in een evaluatiematrix, die is bijgevoegd in Bijlage 1. Deze verzamelt alle sleutelvragen die werden gesteld door de TOR en een aantal bijkomende vragen met betrekking tot de context waarin alle ontwikkelingssamenwerking wordt gekaderd, plus de algemene vooruitgang tijdens de periode. Een team van zeven mensen werkte aan deze evaluatie, elk met een gerichte expertise in de te onderzoeken sleutelsectoren (Gezondheid, Justitie en Rechtsorde, Plattelandsontwikkeling, Onderwijs en de Privésector) en ervaring met Rwanda en de regio van de Grote Meren. Slechts een van hen had eerder met de Belgische ontwikkelingssamenwerking samengewerkt, maar anderen waren wel vertrouwd met de beleidslijnen en strategieën van de Britse, Franse, Deense, Zweedse en Nederlandse hulpprogramma s doordat ze hieraan hadden meegewerkt of hiervoor evaluaties hadden uitgevoerd. We merken op dat de methodologie voor de gezondheidssector licht verschilt van de andere (zie Profiel Gezondheidssector voor meer details). 25

29 Het evaluatieproces werd begeleid door twee Stuurcomités (in Brussel en Kigali), die regelmatig vergaderden met het evaluatieteam, nuttige bijstand en details verstrekten en de verschillende vooruitgangsstadia goedkeurden. Bijlage 2 bevat een opsomming van de bevraagde deskundigen en geraadpleegde documentatiebronnen. De basisinformatie voor alle sectoren werd verzameld in Brussel (geschreven documenten en interviews met sleutelpersoneel van DGOS / FOD Buitenlandse Zaken / BTC) en in Kigali tijdens een eerste voorbereidingsmissie (bijkomende documentatie en uitvoerige interviews met donoren, Rwandese regering, Belgische ontwikkelingssamenwerking, implementerende agentschappen BTC, VVOB, APEFE en groepen uit het Rwandese middenveld.) De toegepaste methode, gebaseerd op nationale programmadocumenten, Belgische strategieën, programma-uitgaven en het nagaan van de kwaliteit van bijdragen tot armoedebestrijding en stabiliteit, werd besproken met de referentiegroepen in de ambassade in Kigali en bij DGOS in Brussel. Deze aanvangsfase mondde uit in de opstelling van de methodologienota en een samenvatting van de algemene contextuele informatie die werd verzameld. De referentiegroepen keurden deze goed. Sectorspecialisten analyseerden al het beschikbare materiaal betreffende hun sector en ontwikkelden een visie over hoe interventies in die sector strategisch waren georganiseerd, hoe efficiënt ze beantwoordden aan nationale behoeften en werden gecoördineerd als aanvulling van de interventies van andere actoren. Elke specialist bestudeerde het nationale plan en beleid voor de sector, evalueerde de algemene vooruitgang in de sector zoals waargenomen via de sectorspecifieke beoordelingen (zelfevaluatie-oefeningen) en de algemene evaluaties van de Armoedebestrijdingstrategie intern en extern - die reeds werden uitgevoerd. Daardoor kan deze evaluatie een op feiten gebaseerd beeld schetsen van de ontwikkelingsvooruitgang in elke sector over de laatste vijf jaar, maar het aanwijzen van de bijdrage van de Belgische ontwikkelingssamenwerking in dit verhaal was echter niet evident. Daarom werd in iedere sector een steekproef van projecten aan een grondigere analyse onderworpen, steunend op een beoordeling van eerdere evaluaties en verslagen en een tweede terreinmissie. Deze projecten werden geselecteerd in functie van de vele implementerende agentschappen en de geografische spreiding die de realiteit van het land weerspiegelt. Tijdens projectbezoeken werd systematisch een lijst van 10 sleutelvragen overlopen, met het oog op een vergelijkende analyse binnen elk sectorprogramma en onderzoek van de redenen waarom de bijdragen al dan niet significant waren. We noteren de volgende sleutelvragen: Waren de beoogde resultaten van het project/programma duidelijk en direct gericht op prioritaire domeinen inzake ontwikkeling en armoedebestrijding (relevantie)? Voor wie was de impact van het project het meest voelbaar? Streefden alle partners en belanghebbenden dezelfde doelstellingen na? (coherentie) Waren er links en samenwerking met andere donoren in de sector in kwestie? Kwamen de uiteindelijke resultaten overeen met de beoogde resultaten (doeltreffendheid)? Wat waren de belangrijkste beperkingen (omgeving/operationeel/administratief) en de voornaamste kenmerken die bijdroegen tot de resultaten? Wat waren de voornaamste mechanismen die werden gebruikt om de middelen voor het project te beheren? 26

BIJLAGE 1: EVALUATIEMATRIX MET VRAGEN GESTELD DOOR DE TOR VOOR DE BEOORDELING VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING IN RWANDA

BIJLAGE 1: EVALUATIEMATRIX MET VRAGEN GESTELD DOOR DE TOR VOOR DE BEOORDELING VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING IN RWANDA BIJLAGE 1: EVALUATIEMATRIX MET VRAGEN GESTELD DOOR DE TOR VOOR DE BEOORDELING VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING IN RWANDA 1994- CRITERIA HOOFDVRAGEN SUBVRAGEN /-TAKEN Informatiebronnen 1. CONTEXT:

Nadere informatie

Onderwijssector in de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. Hans De Greve, Plan België 28/05/2015

Onderwijssector in de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. Hans De Greve, Plan België 28/05/2015 Onderwijssector in de Belgische Ontwikkelingssamenwerking Hans De Greve, Plan België 28/05/2015 Wat vooraf ging Onderzoek Plan België naar de onderwijssector in de Belgische OS (2013) gevolgd door de conferentie

Nadere informatie

Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) DGD EN DE ONTWIKKELINGSACTOREN

Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) DGD EN DE ONTWIKKELINGSACTOREN Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) DGD EN DE ONTWIKKELINGSACTOREN STRUCTUUR VAN DE PRESENTATIE: 1. DIVERSITEIT EN DIFFERENTIATIE VAN DE ONTWIKKELINGSACTOREN Actoren van

Nadere informatie

Samenwerking tussen de verschillende actoren in de bijenteelt, de voornaamste factor voor de ontwikkeling ervan

Samenwerking tussen de verschillende actoren in de bijenteelt, de voornaamste factor voor de ontwikkeling ervan Association Rwandaise pour la promotion du Développement Intégré agréée par A.M. n 595/07 du 20/06/1983, paru dans le J.O. n 14 du Samenwerking tussen de verschillende actoren in de bijenteelt, de voornaamste

Nadere informatie

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 november 2008 (12.10) (OR. fr) 15293/08 DEVGEN 210 ACP 219 RELEX 868 CDR 115 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad d.d.: 11 november 2008 nr. vorig doc.:

Nadere informatie

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B Raad van de Europese Unie RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 9101/19 + COR 1 Nr. Comdoc.: COM(2019) 21 final - doc. 5927/19 + ADD 1 Betreft:

Nadere informatie

HET GAAT NIET ALLEEN OM FINANCIERING, MAAR OM FINANCIERING, CAPACITEITSOPBOUW EN DUURZAAMHEID

HET GAAT NIET ALLEEN OM FINANCIERING, MAAR OM FINANCIERING, CAPACITEITSOPBOUW EN DUURZAAMHEID HET GAAT NIET ALLEEN OM FINANCIERING, MAAR OM FINANCIERING, CAPACITEITSOPBOUW EN DUURZAAMHEID Micro-, kleine en middelgrote ondernemingen financieren = werkgelegenheid en inkomen creëren In ontwikkelingslanden

Nadere informatie

Projectoproep voor de lancering van een Belgisch platform «Digitalisering voor ontwikkeling» (Digital for Development, D4D)

Projectoproep voor de lancering van een Belgisch platform «Digitalisering voor ontwikkeling» (Digital for Development, D4D) Projectoproep voor de lancering van een Belgisch platform «Digitalisering voor ontwikkeling» (Digital for Development, D4D) 1 Inleiding Meer dan ooit is onze toekomst digitaal. Op Europees niveau speelt

Nadere informatie

betreffende onderwijs in ontwikkelingssamenwerking

betreffende onderwijs in ontwikkelingssamenwerking ingediend op 439 (2014-2015) Nr. 1 16 juli 2015 (2014-2015) Voorstel van resolutie van Ingeborg De Meulemeester, Sabine de Bethune, Herman De Croo, Tine Soens en Wouter Vanbesien betreffende onderwijs

Nadere informatie

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie: Conferentie over Biodiversiteit in een veranderende wereld 8-9 september 2010 Internationaal Conventiecentrum

Nadere informatie

1. Samenvatting. ux.html. 1 DGCD :http://www.dgcd.be/fr/acteurs/programmes_speciaux/programmes_syndica

1. Samenvatting. ux.html. 1 DGCD :http://www.dgcd.be/fr/acteurs/programmes_speciaux/programmes_syndica 1. Samenvatting Sinds 2002 hebben de niet-gouvernementele samenwerkingsprogramma s - die medegefinancierd worden door de DGOS - er een nieuwe, indirecte partner bij: de Belgische vakbondsorganisaties.

Nadere informatie

COHESIEBELEID 2014-2020

COHESIEBELEID 2014-2020 GEÏNTEGREERDE TERRITORIALE INVESTERING COHESIEBELEID 2014-2020 De nieuwe wet- en regelgeving voor de volgende investeringsronde van het EU-cohesiebeleid voor 2014-2020 is in december 2013 formeel goedgekeurd

Nadere informatie

BUDGETSTEUN BASISELEMENTEN VOOR EEN PRINCIPESBESLISSING

BUDGETSTEUN BASISELEMENTEN VOOR EEN PRINCIPESBESLISSING Versie van 07/09/01 1/6 DOCUMENT A. BUDGETSTEUN BASISELEMENTEN VOOR EEN PRINCIPESBESLISSING 1. Achtergrond Het regeerakkoord van 7 juli 1999 stelde onder meer dat aandacht gegeven zou worden aan macro-economische

Nadere informatie

Vlaams Fonds voor Tropisch Bos

Vlaams Fonds voor Tropisch Bos Vlaams Fonds voor Tropisch Bos Projectoproep 2019 Beoordelingsmemorandum (BEMO) Fase 1 Conceptnota Algemene gegevens Code Titel 1. Projectgegevens: Uitvoerder/ Aanvrager Land, plaats Algemene doelstelling

Nadere informatie

Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek

Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek 1. Inleiding Het samenwerkingsakkoord van 15 juli 2014 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse

Nadere informatie

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie DEEL ARMOEDEBESTRIJDING Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie Actie 1 : Het OCMW zorgt er, zelfstandig of

Nadere informatie

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 25 april 2017 (OR. en) 8461/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 25 april 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 7875/17 + ADD

Nadere informatie

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2019 (OR. en) 10997/19 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 8 juli 2019 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 9233/19 Betreft:

Nadere informatie

Commissie economische ontwikkeling, financiën en handel ONTWERPVERSLAG

Commissie economische ontwikkeling, financiën en handel ONTWERPVERSLAG PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU Commissie economische ontwikkeling, financiën en handel ACP-UE/101.868/B 19.3.2015 ONTWERPVERSLAG over de financiering van de investeringen en de handel, met

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie N VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 7 maart

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

Monitoring en evaluatie van het programma voor

Monitoring en evaluatie van het programma voor Monitoring en evaluatie van het programma voor plattelandsontwikkeling in Vlaanderen (PDPO II) Ellen Maertens Afdeling voor Monitoring i en Studie Departement Landbouw en Visserij 27 april 2010 Landbouw

Nadere informatie

Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo

Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo DE EUROPESE STRUCTUUR- EN INVESTERINGSFONDSEN (ESI-FONDSEN) EN HET EUROPEES FONDS VOOR STRATEGISCHE INVESTERINGEN (EFSI) HET VERZEKEREN VAN COÖRDINATIE, SYNERGIEËN

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in?

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in? Aanleiding voor het onderzoek Samenvatting In de 21 ste eeuw is de invloed van ruimtevaartactiviteiten op de wereldgemeenschap, economie, cultuur, milieu, etcetera steeds groter geworden. Ieder land dient

Nadere informatie

Ontwikkelingssamenwerking

Ontwikkelingssamenwerking KONINKRIJK BELGIË Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Studie van de evalueerbaar heid van interventies van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking

Nadere informatie

WAT IS ER VAN HEN GEWORDEN? ONDERZOEK NAAR DE VOORMALIGE JUNIOR ASSISTENTEN

WAT IS ER VAN HEN GEWORDEN? ONDERZOEK NAAR DE VOORMALIGE JUNIOR ASSISTENTEN WAT IS ER VAN HEN GEWORDEN? ONDERZOEK NAAR DE VOORMALIGE JUNIOR ASSISTENTEN BTC / Dieter Telemans BTC Voor wie net afstudeert, is het niet vanzelfsprekend om een eerste job te vinden. Werkgevers vragen

Nadere informatie

GENEESKUNDE VOOR DE DERDE WERELD INTERACTIEVE VORMINGSMODULE TOEGANG TOT GEZONDHEIDSZORG. Conclusie

GENEESKUNDE VOOR DE DERDE WERELD INTERACTIEVE VORMINGSMODULE TOEGANG TOT GEZONDHEIDSZORG. Conclusie GENEESKUNDE VOOR DE DERDE WERELD TOEGANG TOT GEZONDHEIDSZORG Conclusie Situatie vandaag: wereldwijde ongelijkheden in gezondheid Ontwikkelingslanden Dragen 90 percent van globale ziektelast. (WHO Globale

Nadere informatie

Gewijzigde doelstellingen in de leidraad interne controle/ organisatiebeheersing VLAAMSE OVERHEID. (inwerkingtreding: 1 januari 2015)

Gewijzigde doelstellingen in de leidraad interne controle/ organisatiebeheersing VLAAMSE OVERHEID. (inwerkingtreding: 1 januari 2015) Gewijzigde doelstellingen in de leidraad interne controle/ organisatiebeheersing VLAAMSE OVERHEID (inwerkingtreding: 1 januari 2015) 2 1. Doelstellingen, proces- & risicomanagement Subthema kwaliteitsbeleid

Nadere informatie

Studiedag De modernisering van het begroten in België. Brussel, 11 mei 2004

Studiedag De modernisering van het begroten in België. Brussel, 11 mei 2004 Studiedag De modernisering van het begroten in België Brussel, 11 mei 2004 Internationale trends in overheidsbegroten Prof. dr. Geert Bouckaert A. Internationale trends Inhoud 1. Gebruik van prestatiegegevens

Nadere informatie

Een analyse van de federale uitgaven voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv in 2013. Datum: November 2014.

Een analyse van de federale uitgaven voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv in 2013. Datum: November 2014. Een analyse van de federale uitgaven voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv in 2013 Datum: November 2014 Inhoudsopgave: Inleiding Samenvatting Aanbevelingen Bijlage: methodologie en

Nadere informatie

MEMORANDUM VAN OVEREENSTEMMING OVER ONTWIKKELINGSSAMENWERKING TUSSEN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK ZUID-AFRIKA EN DE VLAAMSE REGERING

MEMORANDUM VAN OVEREENSTEMMING OVER ONTWIKKELINGSSAMENWERKING TUSSEN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK ZUID-AFRIKA EN DE VLAAMSE REGERING - 1 - MEMORANDUM VAN OVEREENSTEMMING OVER ONTWIKKELINGSSAMENWERKING TUSSEN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK ZUID-AFRIKA EN DE VLAAMSE REGERING INLEIDING De regering van de Republiek Zuid-Afrika (hierna "Zuid-Afrika"

Nadere informatie

Hoe ziet de toekomst van ICT-beleid eruit in het onderwijs aan leerlingen met beperkingen?

Hoe ziet de toekomst van ICT-beleid eruit in het onderwijs aan leerlingen met beperkingen? Informatie en Communicatie Technologie (ICT) in het onderwijs aan leerlingen met beperkingen Visies op de toekomst van Beleid, Praktijk en Onderzoek & Ontwikkeling In september 2002 heeft een internationale

Nadere informatie

Vergrijzing. Impact en uitdagingen voor de lokale besturen

Vergrijzing. Impact en uitdagingen voor de lokale besturen Vergrijzing Impact en uitdagingen voor de lokale besturen Robert Petit Het departement Research van Dexia heeft een bijzonder interessante studie gepubliceerd voor de gemeentelijke beleidsvoerders die

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland MEMO/08/76 Brussel, 7 februari 2008 Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland 1. Operationeel programma voor

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD STUK 459 (2011-2012) Nr. 1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZIT TING 2011-2012 17 NOVEMBER 2011 VOORSTEL VAN RESOLUTIE van mevrouw Elke ROEX betreffende het waarborgen van het recht op kinderopvang

Nadere informatie

Manifest voor de Rechten van het kind

Manifest voor de Rechten van het kind Manifest voor de Rechten van het kind Kinderen vormen de helft van de bevolking in ontwikkelde landen. Ongeveer 100 miljoen kinderen leven in de Europese Unie Het leven van kinderen in de hele wereld wordt

Nadere informatie

REKENHOF. Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken

REKENHOF. Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken REKENHOF Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken STRATEGISCH PLAN 2010-2014 2 Inleiding Dit document stelt de resultaten voor van de strategische planning van het Rekenhof voor de periode 2010-2014.

Nadere informatie

Thematische evaluatie van de Belgische ontwikkelingssamenwerking in de onderwijssector

Thematische evaluatie van de Belgische ontwikkelingssamenwerking in de onderwijssector Thematische evaluatie van de ontwikkelingssamenwerking in de onderwijssector Evaluatiekader Education for Change Ltd South Research 17A Christopher Street Leuvensestraat 5/2 London EC2A 2BS 3010 Kessel-Lo

Nadere informatie

Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling

Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO Advies Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling 1. Inleiding Op 8 juni 2009 werd de SERV om advies gevraagd over de fiches ter invulling

Nadere informatie

Katakle Business Plan 2011 2018. Groeiplan voor het programma van The Hunger Project in Benin

Katakle Business Plan 2011 2018. Groeiplan voor het programma van The Hunger Project in Benin Katakle Business Plan 2011 2018 Groeiplan voor het programma van The Hunger Project in Benin 0 1. Inleiding Achtergrond De Katakle investeerdersgroep werkt sinds 2008 met The Hunger Project aan het einde

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed en Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en armoedebestrijding

Nadere informatie

Werkbezoek Rwanda 2016

Werkbezoek Rwanda 2016 Werkbezoek Rwanda 2016 Province du Sud Gemeenschappelijke doelstellingen - bevorderen van voedselsoevereiniteit - versterking inkomstenverwerving - integratie personen met een handicap - participatie van

Nadere informatie

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2015 14129/15 SOC 668 EMPL 438 ECOFIN 853 POLGEN 166 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e

Nadere informatie

Sector Programme Manager (Landbouwsector)

Sector Programme Manager (Landbouwsector) BTC is het Belgisch ontwikkelingsagentschap. BTC stelt zijn middelen en zijn expertise ter beschikking om de armoede in de wereld uit te roeien. Het agentschap sluit zich aan bij de inspanningen van de

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader Doel van de functiefamilie Leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en input geven naar het beleid teneinde een kwaliteitsvolle, klantgerichte dienstverlening te verzekeren en zodoende bij

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument 11.1.2006 B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument 11.1.2006 B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005 EUROPEES PARLEMENT 2004 Zittingsdocument 2009 11.1.2006 B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005 ingediend overeenkomstig artikel 108, lid 5 van het

Nadere informatie

Hoe groen is onze ontwikkelingshulp?

Hoe groen is onze ontwikkelingshulp? KONINKRIJK BELGIË Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Hoe groen is onze ontwikkelingshulp? Thematische evaluatie van de Belgische ontwikkelingssamenwerking

Nadere informatie

inspireren en innoveren in MVO

inspireren en innoveren in MVO inspireren en innoveren in MVO Inleiding Gert Van Eeckhout Beleidsondersteuner MVO - Departement WSE Wat is MVO? Waarom MVO? Beleidslijnen Vlaamse overheid MVO? een proces waarbij ondernemingen vrijwillig

Nadere informatie

Management Response DGD: Evaluatie van de steun van de Belgische ontwikkelingssamenwerking aan de privésector. Volgende stap, actie, beslissing

Management Response DGD: Evaluatie van de steun van de Belgische ontwikkelingssamenwerking aan de privésector. Volgende stap, actie, beslissing Management Response DGD: Evaluatie steun Belgische ontwikkelingssamenwerking aan de privésector Aanbeveling 1. De ontwikkeling van een strategische visie op de onderlinge samenhang tussen het internationale

Nadere informatie

BAROMETER 2018 SMART CITIES IN BELGIË

BAROMETER 2018 SMART CITIES IN BELGIË BAROMETER 2018 SMART CITIES IN BELGIË 01 METHODOLOGIE 21% antwoordpercentage, ofwel123 deelnemende gemeenten REPRESENTATIVITEIT Deze studie is representatief op niveau van de: Regio s Provincies Karakter

Nadere informatie

Projectoproep Elisabeth en Amélie (Fonds Elisabeth en Amélie) ontvankelijkheids- en selectiecriteria

Projectoproep Elisabeth en Amélie (Fonds Elisabeth en Amélie) ontvankelijkheids- en selectiecriteria KBS - FRB Projectoproep Elisabeth en Amélie (Fonds Elisabeth en Amélie) ontvankelijkheids- en selectiecriteria [Document voor de kandidaten] [2017] Page 1 of 7 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Context...

Nadere informatie

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum Bouwen aan de democratische veiligheid in Europa Ontwerptoespraak van de secretaris-generaal Brussel, woensdag 12 november 2014 Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze

Nadere informatie

Hoedster van de EU financiën

Hoedster van de EU financiën NL Hoedster van de EU financiën EUROPESE REKENKAMER Controle van EU middelen overal ter wereld De Europese Rekenkamer is een EU instelling die in 1977 werd opgericht en is gevestigd in Luxemburg. De Rekenkamer

Nadere informatie

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling 1 P a g i n a F u n c t i o n a l i t e i t s e c o n o m i e : h e f b o o

Nadere informatie

Rol: clustermanager Inwoners

Rol: clustermanager Inwoners Datum opmaak: 2017-08-24 Goedgekeurd door secretaris op: Revisiedatum: Eigenaar: Koen De Feyter Doel van de functie Definiëren van de missie, visie en strategie van de cluster inwoners en plannen, organiseren,

Nadere informatie

Technische nota 4 - Benadering van de financiële controles van de ANGS

Technische nota 4 - Benadering van de financiële controles van de ANGS Technische nota 4 - Benadering van de financiële controles van de ANGS Datum 11/05/2017 Onderwerp Benadering van de financiële controles van de ANGS Bespreking tijdens vergadering - 6 maart 2017 Schriftelijk

Nadere informatie

Resultaten van de maturiteitsscan procesoptimalisatie in de publieke sector

Resultaten van de maturiteitsscan procesoptimalisatie in de publieke sector Resultaten van de maturiteitsscan procesoptimalisatie in de publieke sector Ann Peirs, Geert Brandt, Partners Covista 15 mei 2015 Intro maturiteitsmodel 150 medewerkers uit de publieke sector waren aanwezig

Nadere informatie

Naar een gezamenlijke visie: lokale overheden als actoren voor ontwikkeling

Naar een gezamenlijke visie: lokale overheden als actoren voor ontwikkeling Naar een gezamenlijke visie: lokale overheden als actoren voor ontwikkeling Consultatieproces Dit document bevat de ontwerpvisie die resulteerde uit de conferentie Winning through twinning, die van 17

Nadere informatie

Flexibiliteit en toerekenbaarheid in lokaal arbeidsmarktbeleid (verslag van de OECD(LEED)/UA studie)

Flexibiliteit en toerekenbaarheid in lokaal arbeidsmarktbeleid (verslag van de OECD(LEED)/UA studie) Flexibiliteit en toerekenbaarheid in lokaal arbeidsmarktbeleid (verslag van de OECD(LEED)/UA studie) Kristel Bogaerts - Ive Marx (Centrum voor Sociaal Beleid) Wouter Van Dooren - Hans Echelpoels (Management

Nadere informatie

Waar staat Ondernemers voor Ondernemers voor?

Waar staat Ondernemers voor Ondernemers voor? 8 Ondernemers voor Ondernemers Jaarverslag 2014 9 Waar staat Ondernemers voor Ondernemers voor? Missie De missie van de vzw Ondernemers voor Ondernemers (opgericht in 2000) is het bevorderen van duurzame

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 juli 2012 (24.07) (OR. en) 12740/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0411 (COD)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 juli 2012 (24.07) (OR. en) 12740/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0411 (COD) RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 19 juli 2012 (24.07) (OR. en) 12740/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0411 (COD) CADREFI 354 DEVGE 211 RELEX 703 COASI 132 ASIE 83 COEST 264 CODEC 1940 PE 362 COMAG

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

Europese projecten in de praktijk. Maandag 8 december, Provincie West-Vlaanderen

Europese projecten in de praktijk. Maandag 8 december, Provincie West-Vlaanderen Europese projecten in de praktijk Maandag 8 december, Provincie West-Vlaanderen Europese projecten in de praktijk Waarom een Europees project? Hoe begin je aan een Europees project? Hoe stel je de aanvraag

Nadere informatie

Gebruikersgroepen zoals internationale investeerders, journalisten, officiële nationale en multilaterale hulporganisaties, 318

Gebruikersgroepen zoals internationale investeerders, journalisten, officiële nationale en multilaterale hulporganisaties, 318 Dit proefschrift bevat een uitgebreide analyse van de problemen rond de constructie en het gebruik van indicatoren voor de kwaliteit van het openbare bestuur, bekend als governance indicatoren. De kwaliteit

Nadere informatie

De vragenlijst van de openbare raadpleging

De vragenlijst van de openbare raadpleging SAMENVATTING De vragenlijst van de openbare raadpleging Tussen april en juli 2015 heeft de Europese Commissie een openbare raadpleging gehouden over de vogel- en de habitatrichtlijn. Deze raadpleging maakte

Nadere informatie

Op 24 mei 2005 heeft de Raad (RAZEB), in zijn samenstelling van ministers van Ontwikkelingssamenwerking, de conclusies in bijlage I aangenomen.

Op 24 mei 2005 heeft de Raad (RAZEB), in zijn samenstelling van ministers van Ontwikkelingssamenwerking, de conclusies in bijlage I aangenomen. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 mei 2005 (25.05) (OR. en) 9278/05 DEVGEN 92 RELEX 257 SAN 74 ONU 61 ACP 73 NOTA van: het secretariaat-generaal dd: 24 mei 2005 nr. vorig doc.: 9085/05 DEVGEN 88 RELEX

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1249 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 05.03.2018 MONITEUR BELGE 18623 WAALSE OVERHEIDSDIENST [2018/201069] 24 JANUARI 2018. Ministerieel besluit tot bepaling van de bedoeld in artikel 4 van het besluit van de Waalse Regering

Nadere informatie

Samenvatting. Verkenning Prioriteiten e Justitie

Samenvatting. Verkenning Prioriteiten e Justitie Verkenning Prioriteiten e Justitie De Raad Justitie en Binnenlandse zaken van de EU heeft in november 2008 het eerste Meerjarenactieplan 2009 2013 voor Europese e justitie opgesteld. Op 6 december 2013

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Inleiding Overgewicht en obesitas bij kinderen is een serieus volksgezondheidsprobleem. Het wordt veroorzaakt door een complex geheel van onderling samenhangende persoonlijke, sociale en omgevingsfactoren.

Nadere informatie

18/02/2016 REUNION DES MEMBRES EDUCAID.BE LEDENVERGADERING 18/02/ ALGEMEEN 2. STUURGROEP

18/02/2016 REUNION DES MEMBRES EDUCAID.BE LEDENVERGADERING 18/02/ ALGEMEEN 2. STUURGROEP REUNION DES MEMBRES EDUCAID.BE LEDENVERGADERING 18/02/2016 1. ALGEMEEN Nieuwsbrief (4 nummers) Website (verslagen, kalender, news, vacatures ) Facebookpagina: delen van publicaties, events, (352 likes

Nadere informatie

6147/16 dau/cle/as 1 DG B 3A

6147/16 dau/cle/as 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 25 februari 2016 (OR. en) 6147/16 SOC 63 EMPL 38 ECOFIN 102 EDUC 25 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad Europees

Nadere informatie

Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden De organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden wordt vandaag geregeld met het decreet van 8 maart 2013 betreffende de organisatie

Nadere informatie

1. WAAROM DIT HANDBOEK? 2

1. WAAROM DIT HANDBOEK? 2 2 1.1. WAAROM DIT HANDBOEK? Internationale mobiliteit wordt steeds meer een absolute noodzaak op een arbeidsmarkt waar een sterke vraag heerst naar meer flexibiliteit en aanpassingsvermogen. Een van de

Nadere informatie

Samen naar de Europese Agenda Stad

Samen naar de Europese Agenda Stad Samen naar de Europese Agenda Stad VNG Bestuurdersdag 30 November 2015 Nicolaas Beets Dutch Urban Envoy Inhoud Doelstellingen van het NL se EU Voorzitterschap 12 Thema s voor de Europese Agenda Stad Partnerschappen

Nadere informatie

Bouwstenen om te komen tot een coherent en efficiënt adaptatieplan voor Vlaanderen

Bouwstenen om te komen tot een coherent en efficiënt adaptatieplan voor Vlaanderen 2. BOUWSTENEN VOOR EEN ADAPTATIEPLAN Deze bouwstenen zijn gericht op de uitwerking van een adaptatieplan vanuit een Vlaams beleidsdepartement of beleidsveld. Het globale proces kan eveneens door een ander

Nadere informatie

EU-ontwikkelingssamenwerking en -hulp NEDERLAND

EU-ontwikkelingssamenwerking en -hulp NEDERLAND Methodologie: Persoonlijk interview NEDERLAND November - December 2015 SAMENVATTENDE LANDANALYSE Meer dan negen van de 10 respondenten in Nederland zeggen dat het belangrijk is om mensen te helpen in ontwikkelingslanden

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 april 2007 (17.04) (OR. en) 8340/07 DEVGEN 51 RELEX 232 FIN 173 WTO 67

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 april 2007 (17.04) (OR. en) 8340/07 DEVGEN 51 RELEX 232 FIN 173 WTO 67 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 april 2007 (17.04) (OR. en) 8340/07 DEVGEN 51 RELEX 232 FIN 173 WTO 67 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

ONTWERP VAN MEMORIE VAN TOELICHTING

ONTWERP VAN MEMORIE VAN TOELICHTING ONTWERP VAN MEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMENE TOELICHTING 1. Samenvatting De EU-LAC-Stichting is een krachtens het volkenrecht opgerichte internationale intergouvernementele organisatie. De Stichting

Nadere informatie

De onderstaande begrippen worden in de volgende betekenis gebruikt:

De onderstaande begrippen worden in de volgende betekenis gebruikt: Annex II: Definities van gebruikte begrippen Oktober 2009 De onderstaande begrippen worden in de volgende betekenis gebruikt: - Aanvraag (ook: subsidie-aanvraag): Het geheel van in te dienen documenten,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 625 Hulp, handel en investeringen Nr. 68 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Digitale (r)evolutie in België anno 2009

Digitale (r)evolutie in België anno 2009 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 9 februari Digitale (r)evolutie in België anno 9 De digitale revolutie zet zich steeds verder door in België: 71% van de huishoudens in

Nadere informatie

Belangrijke informatie: de Gemeenschappelijke Prioriteit met het Frans-Engelse Kanaal programma

Belangrijke informatie: de Gemeenschappelijke Prioriteit met het Frans-Engelse Kanaal programma Belangrijke informatie: de Gemeenschappelijke Prioriteit met het Frans-Engelse Kanaal programma 1. Uittreksel uit het 2 Zeeën Operationeel Programma, Prioriteit 4 : Gemeenschappelijke Prioriteit met het

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.917 ----------------------------- Zitting van dinsdag 25 november 2014 -----------------------------------------------------

A D V I E S Nr. 1.917 ----------------------------- Zitting van dinsdag 25 november 2014 ----------------------------------------------------- A D V I E S Nr. 1.917 ----------------------------- Zitting van dinsdag 25 november 2014 ----------------------------------------------------- Nationaal profiel voor veiligheid en gezondheid op het werk

Nadere informatie

PARTICIPATIE VAN LEERLINGEN MET SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN EN/OF BEPERKINGEN AAN HET BEROEPSONDERWIJS BELEIDSSAMENVATTING

PARTICIPATIE VAN LEERLINGEN MET SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN EN/OF BEPERKINGEN AAN HET BEROEPSONDERWIJS BELEIDSSAMENVATTING PARTICIPATIE VAN LEERLINGEN MET SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN EN/OF BEPERKINGEN AAN HET BEROEPSONDERWIJS BELEIDSSAMENVATTING Beleidscontext Internationale gegevens tonen aan dat personen met een beperking

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep sociale vraagstukken Toetsing van de uitvoering door de lidstaten

Nadere informatie

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 4 mei 2018 (OR. en) 8301/18 NOTA van: aan: JEUN 48 MIGR 51 SOC 213 EDUC 134 het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) Raad nr. vorig doc.: 7831/1/18 JEUN

Nadere informatie

13157/16 cle/van/dp 1 DGG 1A

13157/16 cle/van/dp 1 DGG 1A Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) 13157/16 ECOFIN 893 ENV 653 CLIMA 139 RESULTAAT BESPREKINGEN van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de delegaties Betreft: Klimaatfinanciering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2180 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Versie van 07/09/01 1/5

Versie van 07/09/01 1/5 Versie van 07/09/01 1/5 DOCUMENT B BUDGETSTEUN IN MOZAMBIQUE 1. Achtergrond In document A wordt een overzicht gegeven van de verschillende vormen of basismechanismen van budgetsteun alsook de basiscriteria

Nadere informatie

Ex ante evaluatie van beleid en regelgeving: focus op impact assessments VEP studiedag 30 april 2010

Ex ante evaluatie van beleid en regelgeving: focus op impact assessments VEP studiedag 30 april 2010 Ex ante evaluatie van beleid en regelgeving: focus op impact assessments VEP studiedag 30 april 2010 «Ik wil mensen in armoede een transparant model aanreiken waarmee zij kunnen toetsen of een beleidsmaatregel

Nadere informatie

Internationaal technisch assistent Expert in Inschakeling op de arbeidsmarkt DR CONGO

Internationaal technisch assistent Expert in Inschakeling op de arbeidsmarkt DR CONGO BTC is het Belgisch ontwikkelingsagentschap. BTC stelt zijn middelen en zijn expertise ter beschikking om de armoede in de wereld uit te roeien. Het agentschap sluit zich aan bij de inspanningen van de

Nadere informatie

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING Studiedienst en Prospectief Beleid 1 Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Vlaamse Overheid Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030

Nadere informatie

Advies over de strategienota s van DGOS

Advies over de strategienota s van DGOS Commission Femmes et Développement Commissie Vrouwen en Ontwikkeling Advies over de strategienota s van DGOS gevraagd door de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, de heer Eddy Boutmans, voorbereid

Nadere informatie

Seminar. Toekomstig beheer van de Structuurfondsen: welke verdeling van de verantwoordelijkheden? Brussel 3 en 4 maart 2003

Seminar. Toekomstig beheer van de Structuurfondsen: welke verdeling van de verantwoordelijkheden? Brussel 3 en 4 maart 2003 EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL REGIONAAL BELEID Concipiëring, impact, coördinatie en evaluatie Seminar Toekomstig beheer van de Structuurfondsen: welke verdeling van de verantwoordelijkheden?

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, JEUGD, SPORT, BRUSSELSE AANGELEGENHEDEN EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING,

DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, JEUGD, SPORT, BRUSSELSE AANGELEGENHEDEN EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING, Ministerieel besluit van 29 mei 2002 houdende vastlegging van de structuur van een gemeentelijk cultuurbeleidsplan, een beleidsplan van een bibliotheek en een beleidsplan van een cultuurcentrum DE VLAAMSE

Nadere informatie

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling 1 P a g i n a F u n c t i o n a l i t e i t s e c o n o m i e : h e f b o o

Nadere informatie

Beleidsplan Soul Venture

Beleidsplan Soul Venture Beleidsplan Soul Venture Dit document beschrijft het beleidsplan dat is geformuleerd bij de oprichting van Stichting Soul Venture. Inleiding Stichting Soul Venture is een initiatief van Riksja Travel.

Nadere informatie

vooruitgang met financieringsinstrumenten vanuit ESI-fondsen Het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling Financieringsinstrumenten

vooruitgang met financieringsinstrumenten vanuit ESI-fondsen Het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling Financieringsinstrumenten vooruitgang met financieringsinstrumenten vanuit ESI-fondsen Het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling medegefinancierd door Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling zijn een duurzame

Nadere informatie