Beheervisie Oost-Ameland
|
|
- Raphaël Groen
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Beheervisie Oost-Ameland
2 Beheervisie Oost-Ameland Opdrachtgever: It Fryske Gea, Afdeling Natuurkwaliteit Olterterp Auteurs: Bureau Molenaar, Gytsjerk It Fryske Gea, Olterterp Versie: Definitief Wijze van citeren: Beheervisie Oost-Ameland Bureau Molenaar / It Fryske Gea. Gytsjerk / Olterterp. Foto s: Harm Botman ( ), Willem Molenaar, Sietske Rintjema, Theo Kiewiet en Dico de Klein Datum: 5 november
3 INHOUD SAMENVATTING 4 1 INLEIDING 6 2 HET PLANGEBIED AMELAND ALGEMEEN ONTSTAANSGESCHIEDENIS GEOLOGIE EN BODEM WATERHUISHOUDING HUIDIGE FUNCTIES VAN HET GEBIED NAAST NATUUR 13 3 NATUURWAARDEN IN RELATIE TOT HET BEHEER FLORA EN VEGETATIE VOGELS OVERIGE FAUNA 43 4 RELEVANT BELEID 47 5 EVALUATIE VAN HET BEHEER DE ZEEREEP PAAL HET OERD DE HÔN 52 6 VISIE EN DOELEN BIODIVERSITEIT NATUURLIJKE PROCESSEN VISIE OP DE REALISATIE VAN NATURA2000-DOELEN UITWERKING DOELEN PER DEELGEBIED 56 7 MAATREGELEN EN BEHEER DE ZEEREEP DUINGEBIED PAAL HET OERD DE HÔN 60 8 DOELEN OVERIGE GEBRUIKSVORMEN EN ACTIVITEITEN RECREATIE FAUNABEHEER AGRARISCH MEDEGEBRUIK MONITORING EN ONDERZOEK COMMUNICATIE EN VOORLICHTING ZEENATUUR 68 9 FINANCIËN 69 LITERATUUR 71 BIJLAGE 1 Overzicht instandhoudingsdoelen N BIJLAGE 2 Beschrijving van de voor het beheerobject van toepassing zijnde SNL-beheerpakketten 77 3
4 SAMENVATTING FRYSKE GEA VISIE OOST-AMELAND It Fryske Gea beheert sinds 1938 de Oostkant van het Waddeneiland Ameland. Het plangebied bestaat uit een Zeereep (met daarachter een strandvlakte), het duingebied tussen paal 17 en 22, het oude duincomplex het Oerd, de kwelder de Hôn en een fors areaal ondiep zeewater, slik- en zandplaten. In totaal is het ruim 1100 hectare groot. De Dienst Domeinen is eigenaar, maar heeft het in erfpacht uitgegeven aan It Fryske Gea. Het gebied maakt onderdeel uit van de Natura2000-gebieden Duinen Ameland en Waddenzee en is als zodanig van internationale betekenis. Het beheer van het gebied bestaat tot dusverre grotendeels uit niets doen. Dat wil zeggen dat onder invloed van wind en water de natuurlijke processen verstuiving, opslibbing en afslag sturend waren voor het natuurresultaat. Het gebied is recreatief van groot belang. Gedurende het zomerseizoen vindt er toezicht en handhaving plaats op dit recreatieve medegebruik, om negatieve effecten op de natuur (m.n. broedvogels en pleisterende vogels) te voorkomen. Andere belangrijke activiteiten die tot dusverre plaatsvinden in het gebied zijn: schadebestrijding en wildbeheer, onderzoek en monitoring en gaswinning. Hiervan is de laatste van invloed op het resultaat van de natuurlijke processen, omdat de hierdoor optredende bodemdaling de natuurlijke aanslibbing gedeeltelijk compenseert. In dat verband kan verder de gebiedsoverstijgende klimaatverandering nog worden genoemd als relevante factor, die in de toekomst zal zorgen voor zeespiegelstijging. In de zeereep zijn 2 jaar geleden enkele tientallen kerven aangebracht met als doel de zandverstuiving weer meer op gang te brengen. Tot slot moeten de zandsuppleties, die sinds 1980 door Rijkswaterstaat uitgevoerd, worden genoemd, die bedoeld zijn de zeereep op natuurlijke wijze te versterken en afslag te voorkomen. Inderdaad zien we sinds enige tijd de vorming van nieuwe jonge duinen aan de noordoostkant van het eiland. In een natuurlijke situatie stuift er aan de noordwestkant van een waddeneiland zand vanaf de strandvlakte op en over de zeereep, waarachter vervolgens nieuwe kalkrijke duinen ontstaan. De successie van de duinen wordt vervolgens gestuurd door twee processen, namelijk ontkalking en vermesting. Naarmate de duinen ouder worden ontkalken ze en worden ze voedselrijker (door atmosferische depositie maar ook door de aanwezigheid van broedvogelkolonies e.d.). Deze processen zijn zichtbaar in de vegetatie. Jonge duinen kennen een gevarieerde vegetatie met soorten als walstro (diverse soorten), zandzegge, duinzwenkgras, muurpeper en diverse soorten (korst)mossen. De oude duinvegetaties op het Oerd bevinden zich momenteel in een sterk verrijkt en daardoor verarmd eindstadium, waarbij duinriet en plaatselijk brandnetel en wilgeroosje de overhand hebben. Tussen de duinenrijen bevinden zich duinvalleien, waar eveneens een zonering van kalkrijk en voedselarme tot kalkarme en voedselrijke vegetaties is te herkennen. Hier zijn de mate waarin kalkrijk grondwater tot aan het maaiveld komt èn de mate waarin zeewater bij (extreem) hoog water in en uit de valleien kan stromen ook van grote invloed op de vegetatie. Vaak worden in het eerste successiestadium van de vegetatie veel zeldzame soorten aangetroffen zoals parnasia, sierlijk vetmuur, rode ogentroost en diverse soorten orchideeën. Veelal bestaat het eindstadium van de duinvalleien uit een combinatie van riet, struweel en bos (van wilg en duindoorn). 4
5 Begin jaren 2000 constateerde It Fryske Gea samen met andere deskundigen dat de duinvalleien tussen paal 19 en 22 dermate waren verouderd en verruigd dat dit voor de variatie en de biodiversiteit in het gebied niet meer als positief kon worden beoordeeld. Na een zorgvuldige voorbereiding werd er in de winter van 2005 / 2006 van 43 hectare duinvallei het bos verwijderd en de grond geplagd. Direct tijdens de eerste twee winters erna stroomde de vallei een paar keer vol met zeewater. Het resultaat wordt momenteel als zeer positief beoordeeld. Jonge duinvallei-vegetaties met vele rode lijst-soorten herstelden zich op grote schaal. Het succes van dit project is voor It Fryske Gea mede aanleiding geweest om voor Oost-Ameland de volgende ambitieuze visie te formuleren voor de komende 25 jaar: It Fryske Gea streeft op Oost-Ameland naar behoud en uitbreiding van de voor dit gebied kenmerkende biodiversiteit, horend bij een duin- en kwelderlandschap van de Waddeneilanden, met alle terreintypen en ontwikkelingsstadia daarbinnen, primair gestuurd door de natuurlijke processen winddynamiek, getijdewerking en successie, maar eventueel aangevuld met beheer- en/of inrichtingsmaatregelen, waarmee beoogd wordt tevens een reële bijdrage te leveren aan het behalen van de in het kader van Natura2000 afgesproken doelen. Deze visie betekent een koerswijziging, namelijk dat er gedurende de komende 25 jaar meer dan voorheen zal worden ingegrepen in het gebied. Met een (of meer) grootschalige inrichtingsmaatregel(en) en lokaal een actief beheer (maaien, weiden) wil It Fryske Gea de visie, om een gevarieerder en soortenrijker gebied te ontwikkelen, stapsgewijs realiseren. Tijdens de eerste werkplanperiode ( ) zullen deze maatregelen waarschijnlijk bestaan uit het uitvoeren van enkele beheerexperimenten in de duinen; namelijk maaien en afvoeren, seizoenbeweiden en mogelijk ook branden. Verder zal een tweede plagproject van flinke omvang voor het oude duincomplex worden voorbereid en wordt bekeken of uitbreiding van de kerven in de zeereep gewenst is. Op de kwelder de Hôn is naar verwachting voorlopig nog geen beheer nodig om de doelstelling van een gevarieerde kwelder hier te halen. Ten behoeve van de interne beheerevaluatiecyclus is het van belang niet alleen de natuurresultaten -, maar ook de uitgevoerde maatregelen zorgvuldig te meten en te registreren. Ook aan onderzoek t.b.v. andere doelstellingen (Natura2000, bodemdaling, Subsidieregeling Natuur & Landschap) werkt It Fryske Gea graag mee. Ten aanzien van de recreatie moet It Fryske Gea zich de komende werkplanperiode beraden op nieuwe vormen van recreatie en wensen, zoals e-bikes, mountainbikes, ruiters en GPS-toeristen. Bestaande vormen van recreatie kunnen worden geoptimaliseerd, bijvoorbeeld de toegankelijkheid en bewegwijzering van de wandelroutes en het excursie-aanbod. Het is belangrijk de recreatiedruk en waardering van tijd tot tijd te meten om tijdig in te kunnen spelen op nieuwe wensen en ontwikkelingen. Ook wil It Fryske Gea in aansluiting op deze beheervisie een communicatieplan voor Ameland opstellen: welke boodschap willen we kwijt, welke doelgroepen treffen we daarbij aan en welke vormen van communicatie zijn daarvoor geschikt? Verder heeft It Fryske Gea de ambitie om de komende jaren meer aandacht te besteden aan het onderwerp zeenatuur. Met de Subsidieregeling Natuur- en landschap is de financiering van het reguliere beheer in ieder geval t/m 2016 gewaarborgd. Voor eenmalige inrichtingsmaatregelen moet aparte financiering worden gevonden, bijvoorbeeld uit Natura2000- middelen. 5
6 1 INLEIDING It Fryske Gea stelt voor al zijn terreinen een beheervisie op. In zo n beheervisie wordt de middellange termijnvisie van It Fryske Gea voor een gebied uitgewerkt in de vorm van doelstellingen en maatregelen. Oftewel: Hoe vindt It Fryske Gea dat het gebied er over pakweg 25 jaar uit moet zien en hoe wil hij dat bereiken? De visie vormt de basis voor beleidskeuzes voor het gebied en is daarmee sturend voor de maatregelen m.b.t. beheer en inrichting. De voorliggende visie is de eerste Fryske Gea-beheervisie voor het object Ameland. Deze visie is opgesteld in 2012/2013 door bureau Molenaar (W. Molenaar) samen met een begeleidingsteam van It Fryske Gea bestaande uit hoofd natuurkwaliteit (resp. H. de Vries / N. v.d. Ploeg en C. Bakker, Hoofd beheer (P.A.M. de Wit), Districthoofd (J.J. Jongsma), Opzichter (R. Kiewiet) en medewerkers H.J. Jager, F. Oud en S. Rintjema. De visie is als volgt opgebouwd. Eerst volgt een beschrijving van het plangebied. Hoofdstuk 2 gaat in op het ontstaan van het oostelijk deel van het eiland. Vervolgens wordt een beschrijving gegeven van de geologie, de bodem, de hoogteligging en de waterhuishouding van het gebied. In hoofdstuk 3 komen de flora en fauna aan bod, waarbij zowel de huidige situatie - als de opgetreden ontwikkelingen worden beschreven. Hoofdstuk 4 gaat op hoofdlijnen in op het externe beleid dat voor dit natuurgebied van toepassing is. In hoofdstuk 5 volgt de evaluatie van het dusverre uitgevoerde beheer en de resultaten daarvan. Hier komen ook al enkele ontwikkelingsmogelijkheden naar voren. Uit deze ontwikkelingsmogelijkheden heeft It Fryske Gea, met ondersteuning van Bureau Molenaar en na het horen van lokale betrokkenen, een keuze gemaakt die in hoofdstuk 6 per deelgebied wordt beschreven. Om de vastgestelde doelen te halen zijn maatregelen nodig. Deze worden in hoofdlijnen beschreven in hoofdstuk 7. Een verdere uitwerking en concretisering van deze maatregelen vindt plaats in een eerste werkplan voor de periode In hoofdstuk 8 wordt het standpunt van It Fryske t.a.v. andere vormen van gebruik en activiteiten in het gebied uitgewerkt, denk aan recreatie, faunabeheer, onderzoek, communicatie en voorlichting etc.. In hoofdstuk 9 wordt de financiële onderbouwing van de visie gegeven, voor zover dat op dit moment valt in te schatten. Werkplannen Deze visie voor de komende 25 jaar vormt de basis voor het werkplan. In een werkplan vindt de concrete uitwerking plaats van de beheervisie, voor een periode van vijf tot zes jaar. Iedere zes jaar vindt er een tussentijdse evaluatie plaats op grond waarvan maatregelen eventueel kunnen worden bijgestuurd in het volgende werkplan. 6
7 Jan Sietsespad 2 HET PLANGEBIED AMELAND 2.1 Algemeen Het beheerobject Ameland omvat grote delen van het Oerd, de Hôn en het duingebied tussen paal 17 en 22. Het totale beheerobject is 1106 hectare groot. Het waddeneiland maakt deel uit van het Waddengebied, dat langs de kust vanaf Den Helder, langs de Duitse kust tot aan Esbjerg in Denemarken loopt, inclusief 50 Waddeneilanden die in deze kuststrook liggen. De Waddenzee zelf bestaat uit bodemzand opgeblazen uit de Noordzee. Doordat een wad twee maal per etmaal door het getij overstroomd wordt, neemt de stroming slik mee, die dan bezinkt in plekken die tijdens een hoogwaterperiode rustig zijn. Waddengebieden zijn wereldwijd gezien vrij zeldzaam omdat er aan veel voorwaarden moet worden voldaan. Er liggen ook waddengebieden bij de Britse kust, langs de kusten van Noord-Amerika, in de Gele Zee bij Korea en bij Mauritanië. De Waddenzee is het grootste waddengebied ter wereld. Om een waddengebied te laten ontstaan moet aan veel voorwaarden voldaan worden, daarom is deze geologische vorm vrij zeldzaam. Belangrijk is de aanwezigheid van een ondiepe kust waardoor de waterbeweging geremd wordt en de zand- en kleideeltjes neerslaan. Het hoogteverschil voor de kust mag niet meer dan één meter per kilometer zijn, terwijl het verschil tussen laagwater en hoogwater meer dan twee meter moet zijn. Een waddengebied moet bovendien afgeschermd zijn tegen sterke zeestromingen. In de Waddenzee zorgen de eilanden voor die bescherming. Als het zeewater bij vloed de wadden binnenstroomt zal eerst het zwaardere zand neerslaan. Het fijnste sediment (slik) zal worden afgezet waar de minste stroming is, meestal op de grens van zee en land. Bij eb stroomt het water van het wad terug door geulen en prielen. Als de wadden uiteindelijk aangroeien tot boven het normale vloedniveau is er sprake van kwelders of schorren. De uitzonderlijke omstandigheden in een waddengebied maken een bijzonder rijke, maar ook kwetsbare, flora en fauna mogelijk. Het ondiepe water is relatief warm en rijk aan bodemleven. De wadden bieden voedsel en rustplaatsen voor vogels en zeezoogdieren (bron: ). Afbeelding 1: Overzicht en toponiemen van het beheerobject Ameland. 7
8 Het gebied is eigendom van Dienst der Domeinen. Het wordt sinds 1938 in erfpacht beheerd door It Fryske Gea. De gemeente beheert het strand, de fietspaden en de strandopgangen in de zeereep, waar Rijkswaterstaat weer verantwoordelijk voor is (als zijnde een vorm van waterkering). Het centrum van het beheerobject wordt gevormd door het Oerd. Dit is een oud duincomplex met kalkarme duinen. Kenmerkend voor dit deelgebied is ondermeer de meeuwenkolonie die hier al enkele decennia aanwezig is. Ten noordwesten van het Oerd vinden we een langgerekt duingebied. Dit ligt tussen kilometerpaal 17 en 22. Het bestaat uit de zeereep en aangrenzend duingebied en wordt aan de zuidzijde begrensd door de Kooioerdstuifdijk. Binnen dit duingebied liggen enkele grote, oost-west-georiënteerde valleien. De oostzijde van het beheerobject bestaat uit de Hôn. Dit deelgebied omvat een grote kwelder en strandvlakte (totaal ca. 500 ha) met het aan de zuidzijde grenzende Wad met droogvallende platen (200 ha). Het is een dynamisch gebied dat sterk onderhevig is aan erosie en aanwas door de dynamiek van wind en water (getijde). 2.2 Ontstaansgeschiedenis Een kaart uit 1749 (afbeelding 2) geeft een goed beeld van de historische situatie van het eiland. In die tijd kenmerkte het eiland zich door enkele grote duincomplexen met in de binnenduinrandzone de dorpen en de nabij de dorpen de zogenaamde mieden, de door lage dijkjes omgeven landbouwgronden. Rondom de dorpen en mieden lag een groot gebied met regelmatig overstroomde kwelder (paars op de kaart). Op de kaart is op het Oerd een kleiner duincomplex te zien met een duinboog met een laag gelegen centrum. De strandvlakte van de Hôn ontbreekt, het eiland was in die tijd een stuk korter dan nu. Tussen de Kooiduinen en de Oerderduinen ligt een strandvlakte met een smalle kwelderzone. Duinen en een zeereep ontbreken hier. Afbeelding 2: Topografische kaart van Ameland uit Ook op oudere kaarten - kaarten uit de 16 e eeuw worden de Oerderduinen reeds aangegeven. Het Oerd is dus een oud duincomplex. Ten zuiden van dit duincomplex heeft het gehuchtje het Oerd gelegen. Bij een stormvloed in 1717 zijn veel huizen weggespoeld en is het gehucht grotendeels verdwenen. De laatste huizen zijn in 1795 verdwenen. Bij een stormvloed in 1825 zijn de duinen ter plaatse van het vroegere gehucht verder weggeslagen en kwamen oude fundamenten en waterputten bloot te liggen. 8
9 Op de kaart uit 1749 is binnen de Oerderduinen een laag gelegen centrum te zien met een laag dijkje aan de zuidzijde. De situatie is hier dus vergelijkbaar geweest met de situatie nabij de andere dorpen op Ameland: een kleine bewoningskern met een door duinen en lage dijkjes afgeschermd gebied om instroom van zout water tegen te gaan - dat voor de landbouw werd gebruikt. De bewoningskern is op de kaart van 1749 niet meer aanwezig, maar het ingedijkt gebiedje is er nog wel. Wat verder opvalt aan de kaart uit 1749 is dat het duingebied van het Oerd in die tijd minder omvangrijk was dan nu. Het grote duinmassief van de Oerder Blinkert en de daarvan oostelijk gelegen duinen is nog niet aanwezig. Uit een analyse van kaarten uit die tijd lijken deze duinen te zijn ontstaan in de periode na Dan is er sprake van aanwas van het eiland in oostelijke richting en ontstaat hier het eerste deel van de grote strandvlakte, wat we nu de Hôn noemen. Deze uitbreiding is vermoedelijk gepaard gegaan met de vorming van het grote duinmassief van de Oerder Blinkert en de duinen ten oosten hiervan. Ten westen van het Oerd de huidige kwelder van de Vennoot bestond tot in de negentiende eeuw uit een grotendeels kale strandvlakte. Dit wordt ook wel een wash-over-complex genoemd waarbij het gebied overstroomde vanuit zowel de Noordzee als de Waddenzee. Na enkele mislukte pogingen is vanaf 1882 de Kooi- Oerdstuifdijk aangelegd waarmee de duincomplexen van het Oerd en de Kooiduinen werden verbonden. Vanaf dat moment kon zeewater vanuit het noorden en het zuiden niet meer met elkaar in contact komen en was het risico op afsnoeren of breken van het eiland voorbij. Na aanleg van de Kooioerdstuifdijk waren de omstandigheden kennelijk geschikt voor het op natuurlijke wijze ontstaan van enkele nieuwe duinreeksen aan de noordzijde van de stuifdijk. Parallel aan de stuifdijk en het oude duincomplex van het Oerd ontstonden duinenrijen waarbij steeds een deel van het strand werd afgesnoerd en waardoor langgerekte duinvalleien ontstonden. Dit heeft achtereenvolgens plaats gevonden omstreeks 1910, 1928 en 1933 (zie afbeelding 3) Afbeelding 3: Hoogtekaart met ontwikkelingsfases van de duinvalleien (Bron: Natura beheerplan, in prep.). In de eerste helft van de vorige eeuw stonden de valleien nog in contact met de zee. Tijdens extreem hoogwater stroomde door openingen in de duinenrij nog zeewater 9
10 binnen. De duinaanwas vond grotendeels spontaan plaats maar werd daarbij gestimuleerd door de aanplant van helm, de aanleg van takkenschermen en later ook door machinale zandverplaatsing. In de zestiger jaren werd de buitenste duinenrij hierdoor gesloten en werd de zee aan de noordzijde buitengesloten. Na de aanleg van de stuifdijk overstroomde de zandplaat alleen vanaf de wadzijde. Dit had tot gevolg dat er tijdens overstromingen een rustiger milieu heerste met minder waterdynamiek (stroming). Hier kon slib bezinken. Er ontstond een kleiige bodem en er ontwikkelde zich een kwelder. Ontwikkeling van de oostpunt Oude topografische kaarten laten zien dat vanaf circa 1750 op de oostpunt van Ameland een strandvlakte is ontstaan. Daarvoor was de oude kern van het Oerd het meest oostelijk gelegen deel van Ameland. De strandvlakte was lange tijd een kale vlakke zandplaat. Hier kwam verandering in na het doortrekken van de noordelijkste stuifdijk van paal 20.6 naar paal 23. Dit vond plaats in 1962 waarna zich op het westelijke deel van de zandplaat het eerste kweldergedeelte vormde. Door de aanleg van de stuifdijk liep dit deel van de zandplaat nu alleen vanaf de wadzijde onder water en werd de zandplaat minder vaak overspoeld. Door het rustigere milieu ontstond hier een kwelder. In het verlengde van de stuifdijk ontwikkelde zich vervolgens een jonge, smalle zeereep die door diverse kleine washovers wordt doorsneden. In de luwte van deze dynamische zeereep heeft zich ook een kweldervegetatie ontwikkeld. Aan de zuidzijde zijn hier slenkenpatronen ontstaan. De ontwikkeling op de oostpunt van Ameland is vanaf 1900 goed te volgen aan de hand van kaarten en luchtfoto s. Op afbeelding 4 is de ontwikkeling weergegeven. De ontwikkeling van de zandplaat van de Hôn laat perioden met erosie en aanwas zien, een gevolg van de geulontwikkeling tussen Ameland en Schiermonnikoog (Holwerderbalg en Pinkegat). In de periode is de zandplaat sterk oostwaarts gegroeid met name tussen 1930 en In 1940 lag de uiterste oostpunt van de zandplaat nabij paal 28. Daarna trad een periode van erosie op die duurde tot circa 1980 en waarbij twee kilometer zandplaat verdween. Hierna volgde weer een periode van aanwas tot 1997 waarna de groei is gestopt en omgeslagen in erosie (Bodemdalingscommissie, 2011). De bodemdalingscommissie, die werd ingesteld toen de NAM op Oost-Ameland gas ging winnen (vgl ), concludeert dat de erosie op de Hôn van het laatste decennium, eerder is ingetreden dan op basis van de cyclische processen werd verwacht. Verwacht wordt dat in de komende jaren de trend, die zich na heeft ingezet, zal doorzetten en dat De Hôn aan de oostzijde ook boven GHW zal gaan eroderen. Onduidelijk is hoe veel invloed de bodemdaling op deze ontwikkeling heeft gehad. (Bodemdalingscommissie, 2011). De laatste jaren zien we dat de meest noordelijke duinenrij op de Hôn hoger wordt. Het gebied aan de noordkant tussen paal 23 en 24 groeit gestaag aan met embryonale duinen. Het strandareaal wordt geleidelijk smaller. 10
11 Afbeelding 4: De kustontwikkeling op Oost-Ameland sinds (Bron: Bodemdalingscommissie, 2011) 2.3 Geologie en bodem De Waddeneilanden bestaan grotendeels uit duinen die rusten op mariene zanden. Er wordt van uit gegaan dat de huidige locatie van de Waddeneilanden waaronder die van Ameland overeenkomt met de ligging van strandwallen circa 4000 jaar geleden (zie afbeelding 5). In de periode daarvoor lagen de strandwallen vermoedelijk iets noordelijker. De strandwal Terschelling-Ameland was omstreeks het begin van de jaartelling al doorbroken zodat er twee afzonderlijke eilanden zijn ontstaan. Op de strandwallen hebben zich duinen gevormd. Door wind en water was hier veel dynamiek, resulterend in periodieke erosie en aanwas. De huidige duinen bestaan afwisselend uit vaaggronden. Dit zijn zandgronden met matig fijn tot fijn zand en kalkhoudend maar met een ontkalkte bovengrond. De zandplaat van de Hôn heeft zich in het rustiger milieu achter de zeereep kunnen ontwikkelen tot een kwelder. In de beschutting van de jonge zeereep heeft zich een 20 cm dikke lutumrijke bovengrond gevormd. Deze bodem wordt getypeerd als een gorsvaaggrond met zware zavel en klei. 11
12 Afbeelding 5: Ligging van de strandwallen ter plaatse van de huidige waddeneilanden omstreeks 2300 vc. (Ter Wee, 1986.) Stikstofdepositie versus ijzer Verderop in deze visie zal de term stikstofdepositie nog regelmatig vallen. Het is daarom van belang te melden dat deze vermesting door voedingsstoffen die uit de atmosfeer komen (via regen) in het plangebied een extra groot negatief effect heeft op de vegetatieontwikkeling omdat er hier nauwelijks of geen ijzer in de grond zit. Onder invloed van stikstof ontstaat dan een chemische reactie waarbij de verbinding CaP loskoppelt zodat er ook nog eens extra fosfaat in het systeem terecht komt. 2.4 Waterhuishouding De randen van het gebied (strandvlakte en kwelder) staan onder directe invloed van het zilte getijde met eb en vloed. Het gemiddelde tijverschil het verschil tussen gemiddeld hoogwater en gemiddeld laagwater - op Oost Ameland, ter hoogte van paal 23, bedraagt aan de zeezijde ongeveer 205 cm en aan de Waddenzijde ca. 225 cm (tussen de -110 en +120 NAP ongeveer) en is fors te noemen (bron: helpdeskwater@rws.nl). De waterhuishouding van de waddeneilanden zelf worden gekenmerkt door een zoetwaterbel te midden van zout grond- en oppervlaktewater. Wanneer een groot duinmassief aanwezig is, is er ook een grote zoetwaterbel aanwezig. Bij lage duinen is een kleine, ondiepe zoetwaterbel aanwezig. Afbeelding 6 geeft dit schematisch weer voor een noord-zuid-raai door de Oerderduinen. De Oerderduinen zijn vrij hoog gelegen. Binnen dit duingebied komen geen duinmeertjes voor. De aanwezige duinvalleien zijn relatief droog en het grondwater komt niet tot nauwelijks tot aan het maaiveld toe. In het deelgebied paal liggen drie langgerekte valleien. De noordelijke vallei is een droge vallei. Deze bevat ook in zeer natte perioden nauwelijks water. In de twee zuidelijke valleien staat van tijd tot tijd wel water. Dit is regenwater aangevuld met grondwater. Doordat bij de opschoning in 2005/2006 een kunstmatige drempel is verwijderd, kan er sindsdien zeewater binnen stromen bij extreem hoog tij. Dit heeft plaats gevonden in 2006 en 12
13 in Hierbij is de vallei volledig onder water komen te staan. Het zeewater stroomt dan niet meteen volledig weer terug vanwege natuurlijke drempels. Het blijft in de lage delen van de vallei staan. Dit water blijft lange tijd brak. Verzoeting treedt op door verdunning met neerslag en doordat het brakke water wegzijgt naar de ondergrond. Op de kwelder van de Hôn is een natuurlijk patroon van krielen en slenken aanwezig. Het lage deel van de kwelder stroomt regelmatig onder tijdens vloed. Het grondwater hier is zout. Maar ook in lage, jonge duintjes is vaak al een dunne regenwaterlens aanwezig. Afbeelding 6: Schematische voorstelling van de verdeling van zoet en zout grondwater in een raai van noord naar zuid ter hoogte van het Oerd. 2.5 Huidige functies van het gebied naast de natuurfunctie Het gebied heeft van oudsher een belangrijke natuurfunctie. Met het aantrekken van It Fryske Gea als natuurbeheerder in 1938 en de aanwijzing van het gebied als Vogelrichtlijn- en later ook Habitatrichtlijngebied (Natura2000) is het natuurbelang ook op Europees niveau erkend en vastgelegd (zie H4). In hoofdstuk 3 is deze belangrijkste functie van het gebied uitgebreid beschreven. Naast de natuurfunctie wordt er naar gestreefd om zoveel mogelijk mensen van het gebied te laten genieten. Recreatie vraagt om voorzieningen die weer moeten worden onderhouden. Ook is het gebied van betekenis voor onderzoek en wetenschap. Er vindt schadebestrijding en wildbeheer plaats. Hoewel er tot op heden geen sprake is van agrarisch medegebruik van het gebied, wordt dat voor de toekomst niet uitgesloten. Verder is er vanaf 1986 sprake van gaswinning binnen dit natuurgebied, dat van grote invloed is op de abiotische randvoorwaarden en natuurlijke processen. In de volgende alinea s worden deze zaken verder beschreven. 13
14 Recreatie Het natuurgebied op Oost-Ameland heeft een belangrijke recreatieve functie. Jaarlijks bezoeken circa mensen het eiland Ameland (o.a. Van Hooff en de Bruin, 2005), waarvan een flink deel waarschijnlijk ook dit natuurgebied bezoekt. In 2001 werden er tellingen gedaan op het Oerd door bureau Oranjewoud waarbij men op een schatting van ca bezoekers per jaar uit kwam (Herforth et al. 2002). Dit zijn vooral fietsers die gebruik maken van de twee fietspaden langs de Kooioerdstuifdijk. Deze fietspaden voeren naar het uitkijkplateau Oerdblinkert en naar het strand bij paal 21. In 2005 is een deel van het bestaande fietspad aantrekkelijker gemaakt door het te verleggen in noordelijke richting, waar het nu door het gebied slingert en bij paal 19 weer op de oude route aansluit (zie afbeelding 1 en paragraaf 3.1.2). De bitumen asfaltlaag is verwijderd en vervangen door schelpen. Vanaf het noordelijke fietspad langs de Kooioerdstuifdijk loopt een drietal wandelpaden door het duingebied richting het strand. Het betreft het Spijkerpad, het Meidertspad en het Jan Sietsespad. Verder loopt er een wandelpad vanaf het plateau rondom het centrale duingebied van het Oerd en langs de Hôn. Over het westelijke pad loopt ook een men- en ruiterroute die gemarkeerd is met paaltjes. De route sluit aan op het ruiterpadennetwerk van Ameland, maar wordt slechts incidenteel gebruikt. Verder vinden enkele keren per jaar mountainbike-evenementen plaats. De Gemeente heeft de wens geuit graag een permanente mountainbike-route door het gebied te willen. Nu worden incidentele mountainbikers (op de paden) gedoogd. Wandelexcursies door het natuurgebied worden verzorgd door het Natuurcentrum Ameland, vrijwel alleen op verzoek. Er is tot dusverre geen standaard excursieprogramma. Gedurende het hoogseizoen gaat het hooguit om enkele excursies per maand. De excursies vinden altijd plaats in nauw overleg met It Fryske Gea en worden geleid door een ervaren natuurgids van het Natuurcentrum. De tochten duren ca. 1,5 uur en er mogen maximaal 30 personen mee. Incidenteel verzorgt It Fryske Gea zelf excursies (eveneens op aanvraag). Afbeelding 7: recreatieve voorzieningen Oost-Ameland ( fietsen en wandelen op het Oerd, IFG). 14
15 Beheer recreatieve voorzieningen De fietspaden en het uitkijkplateau zijn in eigendom en beheer van de gemeente. De wandelpaden worden beheerd door It Fryske Gea. Enkele keren per jaar worden ze gemaaid met een bosmaaier waarbij het maaisel op het pad blijft liggen. Soms brengt It Fryske Gea maaisel van elders op de paden aan, om de begaanbaarheid te verbeteren. De strandovergangen bij het Spijkerpad, het Meidertspad, het Jan Sietsespad en bij paal 21 zijn in beheer bij de gemeente. Sinds kort wordt het Meindertspad niet meer open gehouden omdat dit onbegonnen werk is maar op verzoek wordt het pad bij paal 21 wel open gemaakt (= einde fietspad). Na stormtijen en instuiving gebeurt dat met een shovel, in overleg met de opzichter of toezichthouder van It Fryske Gea. De strandovergangen die niet meer worden onderhouden worden voor de wandelaar die wat minder goed ter been steeds moeilijker begaanbaar. Het risico bestaat daardoor dat mensen gaan uitzwerven en bijvoorbeeld de kerven gaan gebruiken als overgang naar het strand. Ter hoogte van het informatiepaneel, aan fiets- en wandelpad staat de Oerdhut, een houten overkapping met bankjes, die eigendom is van de Gemeente. De Gemeente beraadt zich momenteel over functie en onderhoud hiervan. Openstelling en toezicht De wandel- en fietspaden en routes zijn jaarrond opengesteld. Het Oerd is buiten de paden opengesteld buiten de (broed)periode van 15 maart tot 15 juli. De Hôn is vanwege de functie als hoogwatervluchtplaats niet toegankelijk in de periode van 15 maart tot 15 september. Honden zijn toegestaan, maar alleen aangelijnd. Van maart t/m september vindt er intensief / dagelijks toezicht plaats in het gebied door een speciaal daarvoor aangetrokken seizoensmedewerker. Deze heeft zijn uitvalsbasis in de observatiehut op het Oerd, die hier staat van half maart tot half september en eigendom is van It Fryske Gea. Jaarlijks worden enkele tientallen waarschuwingen afgegeven en processen verbaal uitgeschreven, o.a. voor het zich zonder toestemming bevinden in verboden gebied, verstoring, loslopende honden, ruiters, mountainbikers, gemotoriseerd verkeer en vernielingen. Evenementen In het natuurgebied vinden jaarlijks verschillende (veelal sportgerelateerde) evenementen plaats. Voorbeelden daarvan zijn o.a. mountainbike-, wandel- en Nordic Walking-evenementen zoals een Amelander Avond4-daagse, een Snertrit van de Amelander menvereniging etc. Tractorritten over het strand Er zijn momenteel 8 vergunninghouders die tractorritten voor toeristen mogen verzorgen naar de Hon. De vergunningen worden verleend door de Gemeente en een keer per jaar is daarover overleg met de Gemeente en de vergunninghouders. In totaal gaat het om honderden ritten per jaar. Randvoorwaarden zijn dat de ritten plaatsvinden tussen 3 uur na en 3 uur voor hoogwater en niet verder zuidelijk gaan dan tot paal 26 (ook niet te voet). Strandritten Alle Amelander inwoners hebben vergunning om met hun auto over het strand te rijden. In overleg met de Gemeente Ameland is in het beheerplan Natura2000 afge- 15
16 sproken dat er niet meer door de nieuwe jonge duinaanwas, die sinds enkele jaren optreedt ten oosten van paal 23 mag worden gecrossed. Ook is de hoogwatervluchtplaats van de Hon, aan de oostkant van het eiland (NB-wetgebied) gesloten voor auto s. Vliegtuigen / helikopters / heteluchtballonnen Enkele keren per jaar (bijvoorbeeld x) vindt er verstoring plaats in het gebied door (laag) overvliegende vliegtuigen of helikopters. De aanwezigheid van heteluchtballonnen is nog niet geconstateerd. Ook zij dienen zich te houden aan wettelijk afgesproken minimumhoogtes boven natuurgebieden. Visserij Enkele keren per jaar zijn er vissers actief in het NB-wet watervogelgebied. Zo mogelijk worden zij gewezen op hun overtreding en/of geverbaliseerd. Onderzoek en wetenschap Onderzoek en monitoring is noodzakelijk om de resultaten van maatregelen te meten (interne kwaliteitsbewaking) en verantwoording af te kunnen leggen over het gevoerde beheer (bijvoorbeeld voor de uit de SNL ontvangen beheersubsidie). It Fryske Gea vindt het bovendien belangrijk een bijdrage te kunnen leveren aan de toename van wetenschappelijke kennis. Onderzoek en monitoring zijn echter ondergeschikt aan het natuurdoel, reden waarom er vaak voorwaarden aan worden verbonden door It Fryske Gea. Als er twijfel is over het effect op natuurdoelen, dan vindt het onderzoek bij voorkeur niet plaats. Onderzoek tijdens het broedseizoen (15-3 t/m 15-9) wordt nu al zoveel mogelijk beperkt. Een globaal overzicht van wat er tot dusverre plaatsvindt aan onderzoek en monitoring op Oost-Ameland; Zoogdieren: losse waarnemingen, maar ook (soort)gerichte acties door bijv. VZZ (muizenonderzoek) of WBE Ameland (reewildtelling) Amfibieën: losse waarnemingen Broedvogels: jaarlijkse bmp-kartering door IFG zelf (=5-7 bezoekrondes van april t/m juli) Oerd en Hon, eens per 12 jaar integrale wadvogelkartering door SOVON. Aanvullend is er specifieke aandacht voor bepaalde soorten (roofvogels, eider, meeuwenreproductieonderzoek, lepelaaronderzoek etc.) Watervogels: hoogwatertellingen: maandelijks door SOVON Dagvlinders: 2 monitoringroutes die van april t/m september ca. 2x per maand gelopen worden door IFG Overige ongewervelden: losse waarnemingen en/of soortgerichte onderzoeken door specialisten Flora en vegetatie: De in 2006 geplagde natte duinvallei wordt eens per 3 jaar gekarteerd, het totale gebied ca. eens per jaar. SNL-meetsoorten flora moeten eens per 6 jaar in kaart worden gebracht v.w.b. het gehele gebied. De bodemdalingscommissie laat de vegetatie van Oost-Ameland sinds 1986 jaarlijks karteren door Alterra in een aantal raaien met vaste proefvlakken. Ten oosten van het Spijkerpad worden bovendien voorkomen en verspreiding van enkele doelsoorten planten jaarlijks in kaart gebracht. Verder is een onderzoeksteam van Alterra in 2012 ook begonnen met het (tijdelijk, t/m 2014) monitoren van de effecten van de kerven op het instuiven van (kalkrijk) zand en de gevolgen daarvan voor de vegetatie. Sinds 2012 worden ook een viertal proefvlakjes waar IFG een beheerexperiment is gestart (maaien versus konijnen) op vegetatie gekarteerd. Ongeveer eens per 5 jaar laat Rijkswaterstaat vlakdekkende vegetatiekaarten maken van het gehele Waddengebied, m.b.v. Remote Sensing luchtfoto s. Paddestoelen: losse waarnemingen 16
17 Abiotische zaken: Het peilbuizenmeetnet in het gebied is eigendom van de bodemdalingscommissie (dus de NAM) en wordt 2x per maand opgenomen. Verder worden in opdracht van de Bodemdalingscommissie nog diverse andere abiotische zaken gemeten; denk aan overstromingsfrequentie en -duur, waterdieptes, bodemsamenstelling etc. Schadebestrijding en wildbeheer IFGH heeft op Ameland al 33 jaar een samenwerkingsverband met de Jagersvereniging - tegenwoordig Wildbeheereenheid Ameland, die het duingebied van IFG pacht voor de jacht. De opzichter van IFG wordt 95 uur per jaar uitgeleend aan de vereniging als jachtopzichter. Jaarlijks wordt voor Ameland een beheer- en bejaagplan opgesteld door de Wildbeheereenheid Ameland, in samenwerking met Staatsbosbeheer, de Vennoot en It Fryske Gea. Het natuurgebied is onderdeel van dit plan, dat mede wordt ondertekend door SBB, de Vennoot, Wetterskip Fryslân en It Fryske Gea. In het beheer- en bejaagplan worden de jaarlijks per locatie te bejagen diersoorten en de periode van de jacht vastgesteld, naast een paar gezamenlijk afgesproken voorwaarden, bv ten aanzien van de afstand t.o.v. fietspaden en vee. In het gebied van It Fryske Gea worden bejaagd: Konijn, Haas, Fazant, Verwilderde kat, Zwarte kraai, Kauw, Nijlgans, Canadese gans en Ree. De laatste soort mag alleen worden geschoten door - met een op naam gestelde afschotvergunning gemachtigde - reewildbeheerders. Voor de verwilderde kat mogen in overleg met It Fryske Gea jaarrond ook vangkooien geplaatst worden in het reservaat. It Fryske Gea is nauw betrokken bij de organisatie van jachtactiviteiten op het eiland en voert v.w.b. zijn eigen terreinen daarover de regie. Schadebestrijding en jacht vinden plaats tot kilometerpaal 24. In sommige jaren vindt er ook bestrijding van de Bruine rat plaats, ter voorkoming van een te grote predatiedruk op kolonievogels. Voor de huidige organisatie en uitvoering van het wildbeheer op Ameland bestaat breed draagvlak, alhoewel er ook kritische geluiden te horen zijn ( er worden ook grazers geschoten, geen rustgebieden ingesteld e.a.). Agrarisch medegebruik In het plangebied vindt tot op heden geen landbouwkundig (mede)gebruik (maaien, weiden e.a.) plaats. Toen omstreeks 1900 de Markegenootschappen (dorpsgenootschappen met een eigen bestuur en regels) op Ameland werden opgeheven, werden de eeuwenlang gemeenschappelijk gebruikte buitenweiden -de marken- particulier bezit. Het werd verdeeld onder de boeren. De boeren verenigden zich in een Vennoot, op z n Amelands de Fennoat genoemd. In 1885 waren er 219 boerenbedrijfjes op Ameland met gemiddeld 5 hectare grond en een veestapel van 1 tot 4 koeien. Hiervan zijn momenteel nog enkele tientallen over, voornamelijk melkveehouders (16) en enkele vleesvee- en hobbyboeren. Het aan de zuidwestkant aan het plangebied grenzende gebied dat de Vennoot (560 ha) wordt genoemd is nog steeds gezamenlijk eigendom van een aantal Buremer boeren. Dit gebied wordt seizoenbeweid met vee van deze boeren. s Zomers hebben ze een herder in dienst die gedurende het beweidingsseizoen toezicht houdt op het vee en de beweiding van het gebied. De Vennoot ontvangt SNLbeheerssubsidie voor dit gebied, waar de natuur dan ook voorop staat. 17
18 Gaswinning en bodemdalingscommissie Vanaf 1986 wordt er gas gewonnen vanuit de gasvelden onder - en ten noorden van - Ameland. Hiervoor zijn enkele boorplatformen geplaatst ten noorden van Ameland en is op het Oerd een boorlocatie geplaatst. De totale Nederlandse gasvoorraad bedraagt circa 2000 miljard kubieke meter waarvan jaarlijks ca. 70 miljard kuub wordt gewonnen. De voorraad onder Ameland bedraagt zo n 60 miljard kuub, waarmee dit de 3 e grootste locatie van Nederland is. De effecten van de gaswinning worden uitvoerig gemonitord door / in opdracht van de Bodemdalingscommissie (zie ook bij het kopje onderzoek en wetenschap). Rapportage vindt per vijf jaar plaats. De gaswinning leidt tot bodemdaling. Dit doet zich voor op een groot deel van Oost-Ameland. In onderstaande figuren is de verwachte productie en de bodemdaling weergegeven. De daling bedraagt in het centrum van de dalingskegel tot dusverre al meer dan 33 cm. De werkelijke daling is tot dusverre dus groter dan de gemodelleerde daling. Afbeelding 8: Verwachte productie in mln. kuub per jaar (bron: Bodemdalingscommisie, 2011). Afbeelding 9: Gemodelleerde en gemeten bodemdaling in de periode : getallen bij de punten tonen de ter plaatse gemeten daling. De contourlijnen tonen de gemodelleerde bodemdaling door gaswinning (Groene kleur: ligging gasvelden). Bron: Bodemdalingscommissie
19 De huidige afspraak is dat beëindiging van de gaswinactiviteiten plaatsvindt na Het ligt in de lijn der verwachting dat de NAM-locatie dan weer onderdeel wordt van het natuurgebied en het beheer ervan wordt overgedragen aan It Fryske Gea. Het is van belang dat It Fryske Gea tijdig nadenkt over de voorwaarden die hij aan die oplevering wil stellen, denk aan het schoonmaken van het terrein, het verwijderen van alle infrastructuur etc. 19
20 3 NATUURWAARDEN IN RELATIE TOT HET BEHEER 3.1 Flora en vegetatie In deze paragraaf wordt een beschrijving gegeven van de flora en vegetatie. De informatie is gebaseerd op vlakdekkende inventarisaties van Rijkswaterstaat (in 1988, 1993, 1997, 2002 en 2008), de vegetatiekartering van de geplagde valleien (Jager, 2009 en 2011) aangevuld met de waarnemingen die opgenomen zijn in de jaarlijkse bewakings- en/of inventarisatieverslagen van It Fryske Gea. De Zeereep De zeereep beslaat de buitenste duinenrij met actief stuivend zand. De vegetatie is hier vrij spaarzaam en bestaat vooral uit Helm en verder soorten als Biestarwegras, Zandhaver, Zeemelkdistel, Duinzwenkgras, Klein kruiskruid en Akkerdistel. Deze vegetatie kan getypeerd worden als de Helm-associatie (Elymo-Ammophiletum). In de zone op de overgang naar het kale strand komt de Biestarwegras-associatie (Honckenyo-Agropyretum juncei) voor. In het gebied achter de zeereep is het zand vastgelegd. In dit duingebied komt de Duinsterretjes-associatie (Phleo-Tortuletum ruraliformis) voor met daarin vooral veel Glad walstro, Zandzegge en verder soorten als Geel walstro, Duinzwenkgras, Muurpeper en een groot aandeel mossen zoals Groot duinsterretje, Gewoon gaffeltandmos, Zandhaarmos en Gewoon klauwtjesmos. Dynamisch kustbeheer De zeereep is decennialang door Rijkswaterstaat beheerd als zeekering. Hierbij werd helm aangeplant ( helmpoten ) en takkenschermen ( riezen ) geplaatst om stuivend zand vast te leggen. In 1999 is vanaf paal 17 dynamisch kustbeheer ingevoerd wat inhoudt dat het duinbeheer grotendeels achterwege wordt gelaten. Helm oogsten om elders te planten is niet zondermeer en alleen in overleg toegestaan. De aanplant van Helm gebeurt nu alleen nog nabij de strandovergangen en ter hoogte van centraal Ameland. Door het kustbeheer in het verleden is een zeereep ontstaan die uit een rechte, uniforme en geheel gesloten duinenrij bestaat. Het instellen van het dynamisch kustbeheer heeft geleid tot een ander verstuivingspatroon. Monitoring van de zeereep laat zien dat sinds het instellen van het dynamisch kustbeheer de zeereep hoger wordt en meer massa (zand) heeft (Arens et al., 2007 en 2010; Krol, 2006). Het zand wordt niet meer ingevangen aan de voet van de zeereep, maar stuift door tot in en net achter de zeereep. Zandsuppleties Op Ameland treedt al jaren structurele erosie op van de kustzone. Dit hangt ondermeer samen met de zeespiegelstijging. Het beleid van Rijkswaterstaat is het in standhouden van de basiskustlijn (BKL). De structurele erosie wordt gecompenseerd door zandtoevoegingen aan strand of onder water, zgn. zandsuppleties. Tabel 1 geeft een overzicht van de suppleties die er tot nu toe zijn geweest bij midden- en oost-ameland. Ervaring tot nu toe leert dat de levensduur van suppleties op Ameland circa 4 tot 5 jaar is. Er wordt verwacht dat de suppletie van 2010 rond weer aangevuld moet worden. 20
21 Tabel 1: Zandsuppleties uitgevoerd op Ameland midden en oost. jaar Vak kuubs Werk Strandsuppletie , Strandsuppletie , Strandsuppletie ,5-19, Strandsuppletie ,5-12, Strandsuppletie ,2-11, Strandsuppletie , Onderwatersuppletie ,4-13, Onderwatersuppletie Strandsuppletie Onderwatersuppletie ,6 16 2, Strandsuppletie ,6 16 4, Onderwatersuppletie Project Duinherstel Ameland In het kader van het project Duinherstel Ameland zijn tussen paal in de buitenste duinenrij eind 2011 kerven aangebracht. Doel is het realiseren van een meer natuurlijke zeereep. De zone achter de zeereep kent namelijk weinig dynamiek door het vastleggen van de duinen in het verleden, waardoor snel veroudering optreedt. Door het ontbreken van natuurlijke verstuiving ontstaan achter de buitenste duinenrij geen jongere successiefasen, waardoor de variatie in dit gebied beperkt is. De in 2011 uitgevoerde maatregelen bestonden uit het aanbrengen van twintig kleine kerven en een grote kerf (zie afbeelding 10). Ook zijn aan de noordkant van de zeereep duintoppen afgeschoven. De minimumhoogte van de kerven ligt enkele meters boven zeeniveau, zodat er geen zeewater door naar binnen zal stromen. In 2013 is besproken of de kerven op grond van de eerste bevindingen mogelijk al iets kunnen worden aangepast qua grootte en oriëntatie opdat ze (nog) beter functioneren. Mogelijk zullen deze verbeteringen al in 2013 worden uitgevoerd. Afbeeldingen 10a; kleine kerf, b; winderosie en c; door recreatie ontstane doorgang 21
22 De eerste ontwikkelingen laten zien dat de kleine kerven door winderosie enigszins van vorm veranderen doordat de kerfwanden eroderen. Er stuift in beperkte mate zand naar binnen. In de grote kerf stuift veel meer zand naar binnen. Het is nog te vroeg om te kunnen voorspellen of dit proces zich al dan niet doorzet. Het kan zijn dat door vegetatieontwikkeling de verstuiving wordt beteugeld. De foto s op de vorige pagina zijn genomen minder dan een jaar na het graven van de kerven. De bovenste foto geeft een beeld van een kleine kerf. Hiervan zijn er in totaal 20 gemaakt. De tweede foto toont de effecten van de winderosie. De zijkant van de kerf wordt door de wind uitgehold. De derde foto laat een beeld zien van de zeereep met daarin de kerven. Het laat ook de situatie ter hoogte van het Spijkerpad zien (voorgrond). Hier is geen kerf gegraven maar is in het verleden door recreatief gebruik een kerf in de zeereep ontstaan waarbij door verstuiving een nieuwe duinenrij is ontstaan haaks op de zeereep. Met het aanbrengen van de kerven wordt een vergelijkbare ontwikkelingen beoogd: plaatselijk vorming van jonge duinen in de zone achter de buitenste duinerij. Afbeelding 11 hieronder geeft een beeld van de grote kerf. Hier stuift nu al, 2 jaar na aanleg, veel zand naar binnen, veel meer dan bij de kleine kerven. Afbeelding 11: Beeld van de grote kerf in Afbeelding 11a (ingevoegd). Knikkerbak Alterra waarmee de hoeveelheid instuivend zand wordt gemeten. Monitoring in de komende jaren zal verdere duidelijkheid moeten verschaffen over de effecten. Alterra doet in 2013 en 2014 onderzoek naar de hoeveelheid zand dat instuift m.b.v. zogenaamde knikkerbakken (zie afbeelding 11a). Daarnaast is het van belang in de gaten te houden hoe de vegetatie zich ontwikkelt. Naar verwachting kunnen uit de resultaten van deze onderzoeken aanbevelingen worden gehaald voor eventueel toekomstig aan te leggen kerven (gewenste grootte, oriëntatie, diepte etc.). 22
23 Paal Dit deelgebied bestaat uit een langgerekt duingebied vanaf kilometerpaal 17 tot paal 22 en ligt tussen de zeereep en de Kooioerdstuifdijk. Binnen dit duingebied liggen enkele lange, oost-west-georiënteerde valleien. De valleien zijn ontstaan tussen 1900 en 1940 na aanleg van de Kooioerdstuifdijk. Tot 2005 had het duingebied een ongestoorde ontwikkeling gekend tot de eindfase van de successiereeks; tot 5 meter hoog wilgenbos, duinriet en braam op een bovendien sterk verrijkte bodem. In 2005/2006 zijn grote delen van de sterk verruigde valleien opgeschoond. Dit gebeurde in combinatie met het project van de Gemeente Ameland, waarbij het fietspad langs de Kooioerdstuifdijk werd verlegd en aantrekkelijker gemaakt (zie ook paragraaf 2.5). Hiermee werd op het eiland tevens veel draagvlak voor de plagmaatregelen verkregen. Gemeente en Fryske Gea werkten nauw samen bij de voorbereiding en uitvoering van beide maatregelen. De Gemeente Ameland ontving Europese subsidie voor dit project. Daarnaast droegen de NAM en It Fryske Gea (met geld uit de Nationale Postcodeloterij) er ook financieel aan bij. Het opgeschoonde deel is in totaal circa 43 hectare groot. Hier werd in totaal ca m3 materiaal (gewas en verrijkte bovengrond) verwijderd (zie afbeelding 12). Bij de opschoning van de vallei is ook een drempel verwijderd, een lage zandrug dwars door de vallei. Dit was een kunstmatige drempel, in het verleden opgeworpen om instroom van zeewater te voorkomen. Door de verwijdering kan nu weer periodiek zeewater in stromen. In de eerste winter na uitvoering van het project gebeurde dit (toevalligerwijs tijdens extreem hoog water) meteen 2 keer. Waarschijnlijk kregen de laatste stobben en zaden van ongewenste soorten hiermee een knoei, terwijl meer gewenste (pionier)soorten zoals Slijkgroen, Krielparnassia en Waterpunge juist de kans kregen zich te vestigen. Afbeelding 12: Luchtfoto van de geplagde vallei in westelijke richting in 2012 (H. Botman ) 23
24 De droge duinen In de droge duinen is een vegetatiezonering aanwezig die bepaald wordt door het kalkgehalte. Het noorden is het jongste deel van het duingebied en daardoor nog kalkrijk. Het zuiden is ouder en kalkarm. In het kalkrijke noorden meteen achter de zeereep komt de Duinsterretjes-associatie voor met daarin vooral veel Glad walstro, Zandzegge en verder soorten als Geel walstro, Duinzwenkgras, Muurpeper en diverse mossen waaronder veel Groot duinsterretje, Gewoon gaffeltandmos en Gewoon klauwtjesmos. In het kalkarmere zuiden komt vooral de rompgemeenschap van Zandzegge (Klasse der droge graslanden op zandgrond) voor met op de beter ontwikkelde delen de Duin-Struisgras-associatie. Hierin komen lokaal nog kleine oppervlakten voor met korstmossen. Een groot deel van de lage duinen is vergrast met Duinriet en Zandzegge. De duinvalleien Vóór de opschoning bestond de vegetatie in de valleien grotendeels uit Duinrietruigten en struweel en (tot 4-5 meter hoge) bosjes van Wilg, Vlier, Braam, Kruipwilg, Duindoorn, Duinriet en verder veel met Duinriet vergraste lage duintjes. Door verwijdering van ruigte en struweel en de bovenste bodemlaag is de successie teruggebracht naar een pioniersfase. De voedselrijkdom van de bodem is sterk verlaagd en de bodem is minder zuur doordat de ontkalkte bovenlaag samen met het organische materiaal is afgevoerd. De situatie benadert nu een jonge, kalkrijke duinvallei. Hoewel de bovenste bodemlaag minder zuur is dan voor het afgraven, is de bodem vermoedelijk niet erg kalkrijk. Dit heeft te maken met de ouderdom van de vallei. De valleien zijn ontstaan in ; het proces van ontkalking speelt dus ongeveer al een eeuw. Daardoor is de na het afgraven vrijgekomen bodem al in meer of mindere mate ontkalkt. Lokaal zal de ontkalking minder ver gevorderd zijn doordat kwel optreedt: toestroom van kalkrijk en ijzerrijk grondwater. Dit is op enkele plekken waarneembaar door bruine kleuring van de bodem (ijzeroxide). De laagste delen van de geplagde valleien bevatten soorten als Strandduizendguldenkruid, Kwelderzegge, Lage zegge, Waterpunge, Zomprus en Riet. Dit zijn typische valleisoorten die bovendien bestand zijn tegen periodiek zoute condities. Deze vegetaties worden gerekend tot de associatie van Strandduizendguldenkruid en Krielparnassia (Centaurio-Saginetum samoletosum). Op de iets hoger gelegen vallei-rand komt een kalkrijke duinvallei-vegetatie voor met daarin lokaal Parnassia, Rondbladig wintergroen, Moeraswespenorchis, Zeegroene zegge, Knopbies, Geelhartje, Krielparnassia en Duinrus (associatie van Duinrus en Parnassia: Parnassio-Juncetum atripcapilii). Dit geldt niet voor de hele valleirand maar meer plaatselijk. Het totaal aantal Rode Lijstsoorten dat in de vallei is aangetroffen sinds deze werd geplagd is hoog.tot nu toe zijn meer dan 21 Rode Lijstsoorten gevonden. Toch is de vegetatie in de duinvalleien over het algemeen niet zo soortenrijk. Dit is vermoedelijk een gevolg van de korte periode sinds uitvoering van de opschoning in combinatie met de periodieke instroom van zout water. Veel zoete duinvalleisoorten hebben zich op veel plaatsen nog niet kunnen vestigen/uitbreiden na de zoute start. Ook kan het zijn dat het kalkgehalte van de bodem te laag is voor een betere ontwikkeling. Het betreft immers een oudere duinvallei. De verwachting is dat de 24
Verjonging van eilandstaarten. Alma de Groot, Albert Oost, Evert Jan Lammerts, Willem van Duin, Roos Veeneklaas, Bregje van Wesenbeeck
Verjonging van eilandstaarten Alma de Groot, Albert Oost, Evert Jan Lammerts, Willem van Duin, Roos Veeneklaas, Bregje van Wesenbeeck Aanleiding Probleem: Ecologische veroudering, m.n. vergrassing van
Nadere informatieProgramma 4: Dynamische eilanden
Programma 4: Dynamische eilanden De Nederlandse Waddeneilanden liggen verankerd in de zee. Stuif- en andere dijken maken dat ze geen kant op kunnen. Wind, water en stuivend zand hebben nauwelijks invloed
Nadere informatieDynamisch kustbeheer. Erna Krommendijk. Milieufederatie Noord-Holland. Versneller van duurzaamheid
Dynamisch kustbeheer Erna Krommendijk Milieufederatie Noord-Holland Programma veldbezoek 15 november 2013 Welkom / introductie Veldbezoek met diverse toelichtingen Lunch Wensen en kansen in deelgebieden:
Nadere informatieDynamische kustecosystemen op de Waddeneilanden. Op reis naar de Boschplaat, symposium 30/31 mei 2017 Evert Jan Lammerts, Staatsbosbeheer
Dynamische kustecosystemen op de Waddeneilanden Op reis naar de Boschplaat, symposium 30/31 mei 2017 Evert Jan Lammerts, Staatsbosbeheer Sturende dynamische processen Stroming van zoet en zout oppervlakte-
Nadere informatieEindexamen biologie pilot vwo I
West-Europese duinvalleien bedreigd Natte kalkrijke duinvalleien met hun typische plantengemeenschappen worden steeds zeldzamer, niet alleen in Nederland maar in heel West-Europa. Dit komt niet alleen
Nadere informatieDynamisch duin Landschap van de eeuwige jeugd
Dynamisch duin Landschap van de eeuwige jeugd Dynamisch duin landschap van de eeuwige jeugd Wie gericht gebruik maakt van de dynamische krachten van zee, wind en zand in de kuststrook, bevordert een veilige
Nadere informatieStranden Ameland = recreatie en natuur
Strandgebruik Ameland Inventarisatie Natura 2000 Gebruik stranden Gevolgen Stranden Ameland = recreatie en natuur Recreatie: badgasten, evenementen, strandrijden, paarden, vissen, excursies, strandpaviljoens,
Nadere informatieMonitoring bodemdaling Ameland. Grote rapportage 2011
Monitoring bodemdaling Ameland Grote rapportage 2011 Voorspellingen Geomorfologie, Wad, Kwelders en Duinen Geschiedenis vanaf 1986 Luchtfoto van centrum bodemdalingsgebied Prognoses Bodemdaling Prediction
Nadere informatieDe Muy, De Slufter en Eierland
Staatsbosbeheer T 030 6926111 www.staatsbosbeheer.nl Wandelen Fietsen Paardrijden De Muy, De Slufter en Eierland Duinen van Texel, door zeestromen, wind en mensen ontstaan Duinen van Texel Het noordelijke
Nadere informatieNatuurherstel in Duinvalleien
Natuurherstel in Duinvalleien Kan het natuurlijker? A.P.Grootjans@rug.nl 1 Universiteit Groningen, IVEM 2 Radboud Universiteit Nijmegen Opbouw lezing Hydrologisch systeem van een duinvallei Relatie hydrologie,
Nadere informatieNu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK!
Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK! Verstuivingen in de duinen Verstuivingen in de kustduinen zijn een belangrijk proces waardoor weer nieuwe duinen en duinvalleien kunnen ontstaan en
Nadere informatieAangedragen inzichten door Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat en Vitens 10 februari 2014
Notitie Ontwikkelingen kustvak paal 15-20 op Terschelling Aangedragen inzichten door Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat en Vitens 10 februari 2014 In deze notitie worden enkele belangrijke aspecten van het
Nadere informatieJaap de Vlas Voorzitter Begeleidingscommissie Monitoring Bodemdaling Ameland. Monitoring effecten Bodemdaling
Jaap de Vlas Voorzitter Begeleidingscommissie Monitoring Bodemdaling Ameland Monitoring effecten Bodemdaling 1986-2017 1962 gas gevonden 1972 NAM concessie 1973 actie Nameland 1986 begin gaswinning Wadbul
Nadere informatieTussenresultaten De Zandmotor: Aanjager van innovatief kustonderhoud
Tussenresultaten 2011-2015 De Zandmotor: Aanjager van innovatief kustonderhoud De Zandmotor In 2011 is voor de kust van Ter Heijde en Kijkduin De Zandmotor aangelegd: een grote kunstmatige zandbank in
Nadere informatie4.2 Deelgebied 2: Ballumerduinen. 4.2.1 Verzwaring
4.2 Deelgebied 2: Ballumerduinen Ten noorden van Ballum, ter hoogte van paal 8 ligt deelgebied 2. In 1989 is het duin verzwaard met zand uit de naastliggende vallei. Over het hoogste deel van de verzwaringen
Nadere informatieDe inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.
Beschrijving kwelderherstelmaatregelen 1 1.1 Inleiding Aan de noordkust van Groningen heeft Groningen Seaports, mede ten behoeve van RWE, circa 24 ha. kwelders aangekocht. Door aankoop van de kwelders
Nadere informatieDe Topnatuur van Ameland. Natura 2000 beheerplan
De Topnatuur van Ameland Natura 2000 beheerplan 1 Voorwoord Europeeske topnatuer en dat is Ameland! Het hoort bij het natuurnetwerk Natura 2000. Dit netwerk ligt in heel Europa en Ameland is daar onderdeel
Nadere informatieDe Topnatuur van Ameland. Natura 2000 beheerplan
De Topnatuur van Ameland Natura 2000 beheerplan 1 Voorwoord Europeeske topnatuer en dat is Ameland! Het hoort bij het natuurnetwerk Natura 2000. Dit netwerk ligt in heel Europa en Ameland is daar onderdeel
Nadere informatieVraag 1. Geologie en Sedimentatie
Vraag 1. Geologie en Sedimentatie Geef korte antwoorden op onderstaande vragen (gebruik volgend vel papier), ca. 5 min. per vraag. Noordzee Waddenzee zee niveau zee niveau ca. 1 km 1 m Figuur 1. Schematische
Nadere informatieDe duinen hebben een belangrijke functie in ons land:
De duinen De duinen hebben een belangrijke functie in ons land: 1 Zeewering 2 Waterwingebied en waterberging 3 Recreatie 4 Natuurwetenschappelijk onderzoek en natuurstudie Laatst las ik: Als de zeespiegel
Nadere informatieToekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept
Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept a Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Colofon Deze samenvatting is een uitgave van de
Nadere informatieQuick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis
Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden Gemeente Beverwijk 09.112 december 2009
Nadere informatieInformatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk
Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk De kust is (niet) veilig! De dijk aan de kust van Petten ziet er zo sterk en krachtig uit, maar toch is hij niet
Nadere informatieSedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord
Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord In het gebied tussen de strekdammen bij Strand Horst Noord en de bebouwing van Harderwijk ligt een klein natuurgebied
Nadere informatieDe zoute inval. Het Groene Strand Herstel zilte invloed
01 De zoute inval Het Groene Strand Herstel zilte invloed Het Groene Strand is een langgerekte vallei tussen twee zeerepen aan de westkant van Terschelling. In het midden van de vallei loopt een geul die
Nadere informatiePotenties voor vegetaties van Natte duinvalleien in het plangebied Hanenplas
reg.nr. 17.87199 17.100697 Potenties voor vegetaties van Natte duinvalleien in het plangebied Hanenplas 1. Hydrologie 1.1 Hydrologische voorwaarden voor Schoenetum : zomergrondwaterstanden die niet verder
Nadere informatieBermenplan Assen. Definitief
Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595
Nadere informatieDE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL
DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL Bekijk op https://www.youtube.com/watch?v=pgyczqy-krm voor het herinirichtingplan Sarsven en De Banen. Begin vorige eeuw kwamen plantenliefhebbers uit het hele land al naar
Nadere informatieWad een Workshop Onderzoekstochten 2015
Wad een Workshop Onderzoekstochten 2015 Datum laag water Lauwersoog Naam Locatie/hulpmiddel Locatie(detail) Begeleiders 19-4-2015 18:06 Heffezand Wad/Schip Op het wad tussen Simonszand en de kust 2-5-2015
Nadere informatieEnkele aspecten van de situatie rond Engelsmanplaat en Rif 2009; recreatie, geomorfologie, natuur, logistiek, beleidsaanbevelingen
Enkele aspecten van de situatie rond Engelsmanplaat en Rif 2009; recreatie, geomorfologie, natuur, logistiek, beleidsaanbevelingen Telgroep Engelsmanplaat, mei 2009 Vogelwachtershuisje Engelsmanplaat mei
Nadere informatieTexel Landschappelijke ontwikkelingen
Texel Landschappelijke ontwikkelingen Een LIA-presentatie LIA staat voor: Landschappen ontdekken In een Aantrekkelijke vorm. Lia is ook de geograaf die zich gespecialiseerd heeft in de veranderende Noord-Hollandse
Nadere informatieOntwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Nat schraalland
Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 Nat is zeer laagproductief hooiland op natte, onbemeste, basenrijke veen- en zandgrond dat gewoonlijk een keer per jaar worden gemaaid in de nazomer.
Nadere informatieMorfologische effecten van bodemdaling door gaswinning op Ameland
Morfologische effecten van bodemdaling door gaswinning op Ameland Zheng Bing Wang, Wim Eysink, Johan Krol, 9 december 2011, Ameland Onderzochte aspecten Noordzeekust Friesche Zeegat en De Hon Waddenzee
Nadere informatieLIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN
LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN De AWD maakt onderdeel uit van Natura 2000, een netwerk van beschermde Europese natuurgebieden. Dankzij een LIFE+ subsidie kan Waternet het duin de komende jaren
Nadere informatieAantal 2014 Opp. Luchtfoto 2014
Noordvoort - Monitoring ontwikkeling geomorfologie Verandering overstuivingszones 2014-2015 Ter verbetering van de dynamiek in de zeereep tussen Zandvoort en Noordwijk zijn een aantal stuifkuilen aangelegd.
Nadere informatieInrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2
Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Dit inrichtingsplan is een schets van de door Staatsbosbeheer wenselijk geachte situatie voor de verbindingszone tussen
Nadere informatieWandelende Rottums Het veranderende uiterlijk
Wandelende Rottums Het veranderende uiterlijk Natuur van de Kust 2015 Ernst Lofvers Noord-Nederland 27 augustus 2015 I.s.m. DELTARES Huidige situatie (2014) Borkum ROTTUMERPLAAT ROTTUMEROOG Simonszand
Nadere informatieCamping Achter Port Zélande ligt camping Port Zélande. Deze camping ligt midden in de natuur met veel ruimte en rust. (tel ).
De Duindoorn is één van de eerste struiken die zich in een duingebied vestigt. Hij wordt dan ook pionierplant genoemd, die gemakkelijk in het voedselarme zand wortelt en de grond daarmee geschikt maakt
Nadere informatieDe geohydrologie van een eiland: en wat dat betekent voor het natuurbehoud
De geohydrologie van een eiland: en wat dat betekent voor het natuurbehoud Ab Grootjans 1,2 Evert Jan Lammerts 3 1 Universiteit Groningen 2 Radboud Universiteit Nijmegen 3 Staatsbosbeheer Korte inhoud
Nadere informatieNatuurpad De Mient. Wandelen. In het Nationaal Park Duinen van Texel
Staatsbosbeheer Duinen van Texel Ruijslaan 92, 1796 AZ De Koog T 0222-312228 www.staatsbosbeheer.nl Wandelen Natuurpad De Mient In het Nationaal Park Duinen van Texel Natuurpad De Mient De Mient was een
Nadere informatieDynamisch kustbeheer - Kustveiligheid en natuur profiteren van stuivend zand
Dynamisch kustbeheer - Kustveiligheid en natuur profiteren van stuivend zand Moniek Löffler (Bureau Landwijzer), Petra Goessen (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier), Tycho Hoogstrate (PWN), Bert
Nadere informatieStruinen door De Stille Kern
58 Horsterwold Struinen door De Stille Kern Een 900 hectare groot natuurgebied waar natuurlijke processen volop de ruimte krijgen. Het gebied wordt begraasd door een kudde konikpaarden, die zorgen voor
Nadere informatieModel 1, Kust. 1 Intro
Model 1, Kust 1 Intro Het gidsmodel Kust beschrijft de Nederlandse duinenkust, het overgangsgebied tussen land en zee. Duinenkusten komen voor langs de hele Noordzeekust, van de Waddeneilanden tot de Zuid-Hollandse
Nadere informatieKwelder. Woordenboekspel. Spel. VO onderbouw
Spel Doel: Materialen: Leerlingen kennen na afloop de betekenis van de volgende termen: getijdebeweging, kwelder, springvloed, brak water, slenk, halofyten, schor, opslibbing. Per groepje van 4 leerlingen:
Nadere informatiePAS herstelmaatregelen en monitoring Wat kan en moet de kleine beheerder daarmee?
PAS herstelmaatregelen en monitoring Wat kan en moet de kleine beheerder daarmee? Beheerdersdag 2015 Jan Willem van der Vegte, BIJ12 - PAS-bureau Leon van den Berg, Bosgroepen Programmatische Aanpak Stikstof
Nadere informatieBureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode
Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van
Nadere informatieMorfologie kwelders en. platen Balgzand
Morfologie kwelders en platen Balgzand Autonome ontwikkeling Hoogwatervluchtplaatsen Werkdocument RIKZ/AB - 99.607x ir. B.B. van Marion December 1999 Samenvatting In het kader van het project GRADIËNTEN
Nadere informatieOpgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013
RUIMTELIJKE ONDERBOUWING, BEHOREND BIJ DE AANGEVRAAGDE VERGUNNING OMG-12-181 Voor de inrichting en het gebruik van een evenemententerrein in deelgebied De Druppels, tegenover Wagenweg 22/24 te Oudkarspel
Nadere informatieBezoekerscentrum Lauwersmeer Globale verhaallijn (concept)
Bezoekerscentrum Lauwersmeer Globale verhaallijn (concept) Interviews: welke verhalen mogen absoluut niet ontbreken? van dynamisch getijdengebied naar zoetwatermeer achter een zeedijk nieuwe, jonge natuur
Nadere informatieMeten om te weten: 2,5 jaar Zandmotor
: 2,5 jaar Carola van Gelder-Maas Projectmanager WVL Rijkswaterstaat 31 maart 2014 Hoe zat het ook alweer? Eroderende kustlijn NL kust 12 Mm³ zandsuppleties per jaar Zeespiegelstijging Zwakke schakels
Nadere informatiea) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde
EXCURSIEPUNT DE SCHELDEVALLEI Hoogte = Ter hoogte van het voormalige jachtpaviljoen, De Notelaar, gelegen aan de Schelde te Hingene (fig. 1 en 2), treffen we een vrij groot slikke- en schorregebied aan,
Nadere informatieHeidebeheer en fauna. Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009
Heidebeheer en fauna Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009 Inleiders: Jap Smits (Staatsbosbeheer) en prof. dr. Henk Siepel (Alterra-WUR) De Strabrechtse Heide is een
Nadere informatieDe Noordzee HET ONTSTAAN
De Noordzee De Noordzee is de zee tussen Noorwegen, Groot-Brittannië, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland en Denemarken. De Noordzee is een ondiepe (30-200 m) randzee van de Atlantische oceaan met
Nadere informatieINRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT
INRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT INHOUD kenschets geschiedenis veranderingen ambities visie in varianten uitwerking geschiedenis KENSCHETS Forse, gegraven waterpartijen KENSCHETS Berg van Dudok KENSCHETS
Nadere informatieDe Muy en De Slufter. Wandelen. Paardrijden. Fietsen. In het Nationaal Park Duinen van Texel
Staatsbosbeheer uinen van Texel uijslaan 9, 796 Z e Koog T 0-8 www.staatsbosbeheer.nl Wandelen Fietsen Paardrijden e Muy en e Slufter In het Nationaal Park uinen van Texel e Muy en e Slufter, waar mensen
Nadere informatieWaterdunen. Waterdunen is een groot recreatienatuurproject
De aanleg Waterdunen Waterdunen is een groot recreatienatuurproject in West Zeeuws- Vlaanderen. Het geeft de regio de kans om de leefbaarheid op de lange termijn te waarborgen. Dit gebeurt door te investeren
Nadere informatieDeltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied
Deltaprogramma Waddengebied Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Colofon Deltaprogramma Waddengebied Nieuwe Uitleg 1 Den Haag PROBLEEMANALYSE DELTAPROGRAMMA WADDEN Datum 10 augustus 2011 Status
Nadere informatieMemo. Stuurgroep Zandmotor. resultaat nadere uitwerking alternatieven Zandmotor en voorstel voorkeursalternatief
Memo Directie Leefomgeving en Bestuur Afdeling Water Contact mw E van Dam T 070-441 66 14 e.van.dam@pzh.nl Datum Aan Stuurgroep Zandmotor Kopie aan Onderwerp resultaat nadere uitwerking alternatieven Zandmotor
Nadere informatieQuickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.
Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Status Definitief Datum 7 april 2015 Handtekening Matthijs
Nadere informatiePost I. A: Oude duinen B: Zeekleilandschap. Bodemgebruik: A: Bos. B: Grasland
Post I Opdracht I: Om welke twee landschappen gaat het? A: Oude duinen B: Zeekleilandschap Grondsoorten: Bodemgebruik: Inrichtingselementen: A: Oud duinzand A: Bos A: Kasteel, woningen B: Jonge zeeklei
Nadere informatieKustlijn van de Noordzee
International Wadden Sea School www.iwss.org 150.000 jaar geleden - 150.000 jaar geleden was het hele Noordzeebekken bedekt met een dikke ijslaag: dit was de Saale ijstijd. - Alle zeewater was in gletsjers
Nadere informatieNatuurontwikkeling op de de Volgermeerpolder (2012)
Natuurontwikkeling op de de Volgermeerpolder (2012) Presentatie voor het Burgerkomitee en bewoners Piet-Jan Westendorp (ecoloog, ACV) 29 november 2012 Inhoud Organisatie Beheer en monitoring natuurontwikkeling
Nadere informatiewetenschappelijke naam vegetatietype
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Schorren met slijkgrasvegetaties
Nadere informatieZandmotor Delflandse Kust
Zandmotor Delflandse Kust Een blik op 2,5 jaar bouwen met de natuur Een blik op 2,5 jaar bouwen met de natuur 1 In 2011 is voor de kust van Zuid-Holland ten zuiden van Den Haag een schiereiland van 21,5
Nadere informatieOntwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland
Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 is het basis-natuurgrasland. Het kan overal voorkomen op alle grondsoorten en bij alle grondwaterstanden, maar ziet er dan wel steeds anders uit.
Nadere informatieEmbryonale wandelende duinen (H2110) Verkorte naam: Embryonale duinen
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Embryonale wandelende duinen
Nadere informatieWad een Workshop Onderzoekstochten 2015
Wad een Workshop Onderzoekstochten 2015 Datum Naam Locatie/hulpmiddel Locatie(detail) Begeleiders 19-4-2015 Heffezand Wad/Schip Op het wad tussen Simonszand en de kust 2-5-2015 Eiland Emo en Menko Kwelder
Nadere informatiePlaggen ten behoeve van natuurontwikkeling. Fosfaatverzadiging als uitgangspunt
Plaggen ten behoeve van natuurontwikkeling Fosfaatverzadiging als uitgangspunt fosfaatverzadigingsindex (PSI) Plaggen en fosfaatverzadiging van de grond Plaggen is een veelgebruikte methode om de voedingstoestand
Nadere informatieMorfologische ontwikkeling van de kust van Voorne. Quirijn Lodder
Morfologische ontwikkeling van de kust van Voorne Quirijn Lodder Inhoudsopgave 1. Kustontwikkeling Nederland 2. Kustontwikkeling Zuidwestelijke Delta 3. Kustlijnzorg 4. Samenvatting 1. Kustontwikkeling
Nadere informatieWas word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan tekstdeel
Was word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan 2018 tekstdeel Algemeen: Overal waar 2017 stond is dit aangepast naar 2018 Natuurnetwerk Nederland is afgekort tot NNN. Specifiek per pagina:
Nadere informatie14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007
14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van
Nadere informatieKoppel kuifeenden. Kuifeenden
42 Ecologie en natuurfuncties Het IJsselmeergebied is een uniek natuurgebied van (inter-)nationale betekenis. Het is een van de zee afgesloten, benedenstrooms gelegen, zoet laaglandmeer met een relatief
Nadere informatieInventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014
Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...
Nadere informatieBestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal
Bestuurlijke samenvatting Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal De Groote Meer, deels gevuld met water De Brabantse Wal: een afwisselend natuurgebied met een grote variatie aan
Nadere informatieDeel 1 Toen en nu 13
Deel 1 Toen en nu 13 14 Historie Het huidige typisch Nederlandse landschap met polders en dijken kent een lange historie. Na de laatste grote ijstijd, ongeveer 10.000 jaar geleden, werd door een stijgende
Nadere informatieMededeling. Datum. Onderwerp Convenant provincie Flevoland en Staatsbosbeheer. Registratienummer
PROVINCIE FLEVOLAND Mededeling Onderwerp Convenant provincie Flevoland en Staatsbosbeheer Kern mededeling: Gedeputeerde Staten hebben met Staatsbosbeheer (werk)afspraken gemaakt over de uitvoering van
Nadere informatieBergen in het vlakke land
Wandelnetwerk Noord-Holland Bergen in het vlakke land Openlucht skibaan Il Primo, waar het hele jaar kan worden geskied. Tekst en foto s: Joop Duijs E en van de mooiste stukjes natuur van Noord-Holland
Nadere informatieDefinitief plan voor recreatieve inrichting Strubben Kniphorstbosch 20 oktober 2010
Definitief plan voor recreatieve inrichting Strubben Kniphorstbosch 20 oktober 2010 In september zijn 3 bijeenkomsten geweest om samen met belangstellenden de wensen en mogelijkheden met betrekking tot
Nadere informatieWERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD.
WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD. In onderstaande werkprotocollen geeft de tabel aan waneer de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. In de tabel wordt
Nadere informatieBijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden
Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding
Nadere informatieLandschappelijke inpassing Kruisweg 44, Herkenbosch
Landschappelijke inpassing Kruisweg 44, Herkenbosch Aanleiding en ligging plangebied Dhr. van de Venne heeft aan de Hammerstraat enkele boogkassen liggen. Deze liggen er al 10 jaar en dienen te worden
Nadere informatieDrasland. Groot Wilnis-Vinkeveen
Groot Wilnis-Vinkeveen Drasland in de Zouweboezem, provincie Zuid-Holland Bron: provincie Utrecht Drasland Drasland is niet bemest kruidenrijk hooiland dat maximaal 30 cm boven het oppervlaktewaterpeil
Nadere informatieMotivatie wijzigingsplan
Motivatie wijzigingsplan Ten behoeve van natuurontwikkeling in het gebied Hanenplas, wordt de gemeente verzocht om de bestemming van een aantal percelen (gelegen binnen het bestemmingsplan buitengebied
Nadere informatieHEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND. Beleidsnota
HEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND 2005 Beleidsnota Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 2 Doelen...3 3 Uitgewerkte randvoorwaarden op juridisch en beleidsinhoudelijk vlak...4 3.1 Europees beleid...4
Nadere informatieZandhonger. Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde. 19 september 2002
Zandhonger Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde 19 september 2002 Zandhonger, Gaat de Oosterschelde kopje onder? De Deltawerken veranderden de
Nadere informatieKavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha
Kavelpaspoort Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk Pilot Natuurlijk Ondernemen 2,952 ha Geografie en ligging Het gebied van Son en Breugel ligt in het stroomgebied van De Dommel. Tussen de
Nadere informatieGagel-en wilgenstruwelen
Gagel-en wilgenstruwelen Knelpunten en beheer Bobbink et al. (2013) Preadvies kleine ecotopen in de hydrologische gradiënt. H7. Vormen en voorkomen Gagelstruweel RG Klasse der hoogveenbulten en slenken
Nadere informatieHendriksbosch. Het Hendriksbosch is bezit van de gemeente Nunspeet. Het dennenbos ligt op een steenworp afstand van het station.
Hendriksbosch door Peter Kwant Het Hendriksbosch is bezit van de gemeente Nunspeet. Het dennenbos ligt op een steenworp afstand van het station. In het Hendriksbosch gaan natuur en recreatie samen. Het
Nadere informatieProjectplan GOB. Datum: Oktober /16
Projectplan GOB Object: De Riggen Datum: Oktober 2015 1/16 Inleiding Aanvrager: Projectnaam: Voorgeschiedenis Stichting het Noordbrabants Landschap Perceel de Riggen - Pannenhoef Perceel was een oude boomkwekerij
Nadere informatieBeverwijkerstraatweg 44 - Castricum
Quick scan flora en fauna Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Gemeente Castricum 0 INHOUD 1. Aanleiding... 2 2. Gebiedsomschrijving en beoogde ingrepen... 3 3. Wettelijk kader... 4 4. Voorkomen van beschermde
Nadere informatieBeheerplan bijzondere natuurwaarden Solleveld & Kapittelduinen
Beheerplan bijzondere natuurwaarden Solleveld & Kapittelduinen Samenvatting van het Ontwerpbeheerplan 2012-2017 Oktober 2011 Een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000 Het Ontwerpbeheerplan is
Nadere informatienatuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN
natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN indeling inleiding: voorstelling a geschiedenis van het natuurbeheer b - biotopen en soorten en hun beheer pauze c - beheer richt zich op de omgeving d - natuurbeheer
Nadere informatieEcologische tuin campus Wageningen UR. Ontwikkeld door Alterra en Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
Ecologische tuin campus Wageningen UR Ontwikkeld door Alterra en Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Campus Wageningen UR De natuurtuin >kijkrichting foto > Ontstaansgeschiedenis natuurtuin Nieuwbouw Instituut
Nadere informatieDe geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).
De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). Afbeelding I.1. Vorming stuwwal Nijmegen en stuwwal Reichswald Zandige
Nadere informatieJaap de Vlas Voorzitter Begeleidingscommissie Monitoring Bodemdaling Ameland. Bodemdalingsstudie
Jaap de Vlas Voorzitter Begeleidingscommissie Monitoring Bodemdaling Ameland Bodemdalingsstudie 1986-2011 Stuifdijk 1882 Hon Oerd Neerlands Reid Ameland met daling Duinvalleien Stuifdijk 1882 Hon Oerd
Nadere informatieBeheernota duinwaterkeringen Ontwerp
Beheernota duinwaterkeringen Ontwerp Ontwerp, 15-1-2018 Inhoudsopgave 1. Voorwoord... 3 2. Inleiding... 3 3. Samenhangend beheer in de duingebieden... 3 3.1 Beheer Rijkswaterstaat... 4 3.2 Beheer natuurbeheerders...
Nadere informatieOntwikkeling Hollandse IJssel terreinen, Provincie Zuid-Holland 2012
Ontwikkeling Hollandse IJssel terreinen, Provincie Zuid-Holland 2012 R.J.S. Terlouw. bui-tegewoon, groenprojecten publicatie 2012-10. Ouderkerk aan den IJssel, 30 december 2012 Versie : Definitief. Auteur
Nadere informatieEffecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens. Tussentijdse rapportage periode september 2003-augustus 2005
Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens Tussentijdse rapportage periode september 2003-augustus 2005 Johan Krol Oktober 2005 Inhoudsopgave. Conclusies 3 Inleiding
Nadere informatieGeschiedenis van de duinen
Geschiedenis van de duinen Bijna de hele Nederlandse kust bestaat uit duinen. We weten hier niet beter, dan dat dat heel normaal is. Toch is dat niet zo. De kust van Frankrijk, Spanje en Portugal bijvoorbeeld
Nadere informatieDE ZANDMOTOR SAMENVATTING MER
DE ZANDMOTOR SAMENVATTING MER FEBRUARI 2010 PILOTPROJECT ZANDMOTOR Het klimaat verandert en de druk van de zee op de Nederlandse kust neemt toe. Daarnaast is in de Zuidvleugel van de Randstad grote behoefte
Nadere informatie