Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS QRVA QRVA

Transcriptie

1 QRVA QRVA BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE Schriftelijke vragen en antwoorden Questions et réponses écrites 1093

2 8494 QRVA AGALEV-ECOLO : Anders gaan leven / Écologistes (confédérés pour l organisation de luttes originales) CVP : Christelijke Volkspartij FN : Front National PRL FDF MCC : Parti Réformateur libéral - Front démocratique des francophones - Mouvement des citoyens pour le changement PS : Parti socialiste PSC : Parti social-chrétien SP : Socialistische Partij VLAAMS BLOK : Vlaams Blok VLD : Vlaamse Liberalen en Democraten VU&ID : Volksunie&ID21 (Integrale Democratie voor de 21e eeuw) Afkortingen bij de nummering van de publicaties: Abréviations dans la numérotation des publications: DOC /000: Parlementair document van de 50e zittingsperiode + het nummer en het volgnummer DOC /000: Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n o et du n o consécutif QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden QRVA : Questions et Réponses écrites HA : Handelingen (Integraal Verslag) HA : Annales (Compte Rendu Intégral) BV : Beknopt Verslag CRA : Compte rendu analytique PLEN : Plenum PLEN : Séance plénière COM : Commissievergadering COM : Réunion de commission Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen: Natieplein 2 Place de la Nation Brussel 1008 Bruxelles Tel.: 02/ Tél.: 02/ Fax: 02/ Fax: 02/ alg.zaken@de Kamer.be Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes: aff.generales@lachambre.be

3 QRVA INHOUD SOMMAIRE II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting II. Liste cumulative des questions auxquelles il n a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire Blz./Page 8499 II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 86 van het reglement van de Kamer). II. Nouvelles questions auxquelles il n a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 86 du règlement de la Chambre). Blz./Page 8507 Blz. Pages Eerste minister Premier ministre Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken 8507 Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 8508 Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Vice-premier ministre et ministre de l Emploi Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l Intégration sociale et de l Économie sociale Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports Minister van Binnenlandse Zaken 8509 Ministre de l Intérieur Minister van Sociale Zaken en Pensioenen 8513 Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l Environnement Ministre des Affaires sociales et des Pensions Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l administration Minister van Landsverdediging Ministre de la Défense Minister van Landbouw en Middenstand Ministre de l Agriculture et des Classes moyennes Minister van Justitie 8515 Ministre de la Justice Minister van Financiën 8517 Ministre des Finances Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties 8521 Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid 8522 Staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques Ministre de l Économie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes Secrétaire d État adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d État à la Coopération au développement Secrétaire d État à l Énergie et au Développement durable

4

5 QRVA III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers. III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. Blz./Page 8525 Blz. Pages Eerste minister Premier ministre Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid 8525 Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie 8526 Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer 8529 Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu 8542 Vice-premier ministre et ministre de l Emploi Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l Intégration sociale et de l Économie sociale Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports Minister van Binnenlandse Zaken 8552 Ministre de l Intérieur Minister van Sociale Zaken en Pensioenen 8556 Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen 8559 Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l Environnement Ministre des Affaires sociales et des Pensions Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l administration Minister van Landsverdediging Ministre de la Défense Minister van Landbouw en Middenstand Ministre de l Agriculture et des Classes moyennes Minister van Justitie 8564 Ministre de la Justice Minister van Financiën 8576 Ministre des Finances Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties 8591 Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid Staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking 8599 Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling 8600 Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques Ministre de l Économie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes Secrétaire d État adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d État à la Coopération au développement Secrétaire d État à l Énergie et au Développement durable Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden 8604 In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d avis chargé de questions européennes Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp. IV. Sommaire par ministre et mentionnant l objet. Blz./Page 8609

6

7 QRVA I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting * I. Liste cumulative des questions auxquelles il n a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire * Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n o Page Date Question n o Page Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid Vice-premier ministre et ministre de l Emploi Francis Van den Eynde Yves Leterme M me Muriel Gerkens Filip Anthuenis Guido Tastenhoye Jan Mortelmans Gerolf Annemans 8389 Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères Francis Van den Eynde 8507 Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports Bart Laeremans Bart Laeremans André Frédéric Vincent Decroly Jef Valkeniers Bart Somers Francis Van den Eynde Hugo Philtjens Bart Somers Olivier Chastel Olivier Chastel Olivier Chastel Mw. Els Van Weert Guy Larcier Lode Vanoost Lode Vanoost Martial Lahaye Olivier Maingain Francis Van den Eynde Bart Laeremans Yves Leterme Yves Leterme Jos Ansoms Guy Larcier François Bellot Jef Valkeniers André Schellens M me Géraldine Pelzer- Salandra Lode Vanoost Geert Bourgeois 8508 Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l Environnement Consumentenzaken Protection de la consommation Gerolf Annemans 8392 Volksgezondheid Santé publique Gerolf Annemans 8393 * Lijst afgesloten op 18 mei 2001 * Liste clôturée le 18 mai 2001

8 8500 QRVA Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n o Page Date Question n o Page Leefmilieu Environnement Gerolf Annemans 8393 Minister van Binnenlandse Zaken Ministre de l Intérieur Guido Tastenhoye Yves Leterme Peter Vanvelthoven Bart Laeremans Mw. Annemie Van de Casteele Peter Vanvelthoven Jozef Van Eetvelt Jozef Van Eetvelt Francis Van den Eynde Yves Leterme Francis Van den Eynde Fred Erdman Claude Eerdekens Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye Mw. Alexandra Colen Georges Clerfayt Geert Bourgeois Francis Van den Eynde Bart Laeremans Olivier Maingain Jo Vandeurzen Guy Larcier Guy Larcier Yves Leterme Thierry Giet Daniël Vanpoucke Fred Erdman Martial Lahaye Jan Peeters Gerolf Annemans Jan Peeters Jozef Van Eetvelt Hugo Philtjens Olivier Maingain Daniël Vanpoucke Francis Van den Eynde Lode Vanoost Daan Schalck Olivier Maingain Jo Vandeurzen Mw. Trees Pieters M me Claudine Drion M me Géraldine Pelzer- Salandra 8512 Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Ministre des Affaires sociales et des Pensions Sociale Zaken Affaires sociales Yves Leterme Geert Bourgeois Koen Bultinck Servais Verherstraeten M me Muriel Gerkens M me Colette Burgeon Martial Lahaye Jan Mortelmans Mw. Annemie Van de Casteele Stef Goris Jef Valkeniers Jo Vandeurzen Jef Valkeniers Gerolf Annemans Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Jo Vandeurzen M me Muriel Gerkens 8513

9 QRVA Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n o Page Date Question n o Page Mw. Annemie Van de Casteele 8514 Pensioenen Pensions Yves Leterme Gerolf Annemans 8400 Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l administration Ambtenarenzaken Fonction publique Mw. Simonne Creyf 7709 Minister van Landsverdediging Ministre de la Défense Stefaan De Clerck Guido Tastenhoye André Schellens 7711 Minister van Landbouw en Middenstand Ministre de l Agriculture et des Classes moyennes Landbouw Agriculture Guido Tastenhoye Jan Mortelmans Martial Lahaye Martial Lahaye Gerolf Annemans Martial Lahaye 8401 Middenstand Classes moyennes Guido Tastenhoye Gerolf Annemans 8401 Minister van Justitie Ministre de la Justice Yves Leterme Geert Bourgeois Yves Leterme Geert Bourgeois Geert Bourgeois Jo Vandeurzen Alfons Borginon Fred Erdman Bert Schoofs Fred Erdman Mw. Alexandra Colen Bart Laeremans Hubert Brouns Geert Bourgeois Fred Erdman Gerolf Annemans Olivier Maingain Mw. Kristien Grauwels Pieter De Crem Fred Erdman Maurice Dehu Vincent Decroly Karel Van Hoorebeke Bert Schoofs Gerolf Annemans Ferdy Willems Mw. Alexandra Colen Fred Erdman Gerolf Annemans Mw. Els Van Weert Geert Bourgeois Martial Lahaye Martial Lahaye Fred Erdman Martial Lahaye Richard Fournaux Claude Eerdekens

10 8502 QRVA Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n o Page Date Question n o Page Robert Denis Francis Van den Eynde Martial Lahaye Geert Bourgeois Yves Leterme Yves Leterme Geert Bourgeois 8516 Minister van Financiën Ministre des Finances Marcel Hendrickx Jo Vandeurzen Geert Bourgeois Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Mw. Trees Pieters Yves Leterme Guy D haeseleer Eric van Weddingen Bart Laeremans Karel Van Hoorebeke Karel Van Hoorebeke Mw. Alexandra Colen Alfons Borginon Daniel Bacquelaine Dirk Pieters Jan Eeman Lode Vanoost Mw. Trees Pieters Servais Verherstraeten Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Dirk Pieters Jacques Chabot Willy Cortois Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Dirk Pieters Mw. Annemie Van de Casteele Claude Eerdekens Yves Leterme Mw. Simonne Creyf Mw. Trees Pieters Georges Lenssen Claude Eerdekens Mw. Joke Schauvliege Olivier Maingain Yves Leterme Filip Anthuenis Karel Van Hoorebeke Jacques Lefevre Luc Goutry Mw. Trees Pieters Luc Sevenhans Luc Goutry Yves Leterme Yves Leterme André Frédéric Hubert Brouns Yves Leterme Dirk Pieters Koen Bultinck Mw. Trees Pieters Mw. Annemie Van de Casteele Danny Pieters Robert Denis Francis Van den Eynde Geert Bourgeois Hugo Coveliers Alfons Borginon Jan Peeters Jef Valkeniers Yves Leterme Jean-Pol Poncelet Alfons Borginon Mw. Trees Pieters Geert Bourgeois 4750

11 QRVA Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n o Page Date Question n o Page Claude Eerdekens Aimé Desimpel Jo Vandeurzen Jozef Van Eetvelt Aimé Desimpel Aimé Desimpel Luc Goutry Pierre Lano Mw. Yolande Avontroodt Olivier Maingain Olivier Maingain Jo Vandeurzen Jan Eeman Hubert Brouns Yves Leterme Servais Verherstraeten Mw. Simonne Creyf Yves Leterme Claude Eerdekens Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Fred Erdman Stefaan De Clerck Karel Pinxten Yves Leterme Georges Lenssen Georges Lenssen Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Lode Vanoost Mw. Fientje Moerman Claude Eerdekens Eric van Weddingen Filip Anthuenis Fred Erdman Claude Eerdekens Yves Leterme Jean-Pierre Grafé Alfons Borginon Alfons Borginon Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters M me Josée Lejeune Jef Valkeniers Mw. Maggie De Block Bruno Van Grootenbrulle Yves Leterme Yves Leterme Claude Eerdekens Claude Eerdekens Pierre Lano Claude Eerdekens Pierre Lano Pierre Lano Dirk Pieters André Frédéric Servais Verherstraeten Dirk Pieters Eric van Weddingen Eric van Weddingen Hubert Brouns Jean-Jacques Viseur Aimé Desimpel Jef Valkeniers Jef Tavernier Luc Sevenhans Patrick Moriau Lode Vanoost Hubert Brouns Claude Eerdekens Claude Eerdekens Claude Eerdekens Mw. Maggie De Block Guido Tastenhoye Mw. Yolande Avontroodt Yves Leterme 7713

12 8504 QRVA Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n o Page Date Question n o Page Ludo Van Campenhout Claude Eerdekens Arnold Van Aperen Claude Eerdekens Philippe Collard Claude Eerdekens Claude Eerdekens Geert Bourgeois Mw. Trees Pieters Mw. Frieda Brepoels Patrick Lansens Yves Leterme Bart Laeremans Ludo Van Campenhout Claude Eerdekens Georges Clerfayt Yves Leterme Dirk Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Yves Leterme Mw. Trees Pieters Alfons Borginon Eric van Weddingen Geert Bourgeois José Canon Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Hugo Philtjens Mw. Trees Pieters Geert Bourgeois Mw. Trees Pieters Gerolf Annemans Mw. Trees Pieters Marcel Hendrickx Eric van Weddingen Martial Lahaye Aimé Desimpel Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Francis Van den Eynde 8521 Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques Telecommunicatie Télécommunications Guido Tastenhoye Gerolf Annemans 8408 Overheidsbedrijven en Participaties Entreprises et Participations publiques Guido Tastenhoye Martial Lahaye Gerolf Annemans André Schellens Jo Vandeurzen 8522 Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid Ministre de l Économie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes Economie Économie Francis Van den Eynde M me Claudine Drion Geert Bourgeois Servais Verherstraeten M me Josée Lejeune Geert Bourgeois Geert Bourgeois Martial Lahaye Martial Lahaye 8524 Wetenschappelijk Onderzoek Recherche scientifique Alfons Borginon 873

13 QRVA Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n o Page Date Question n o Page Jean-Pol Poncelet Georges Clerfayt Filip Anthuenis Mw. Kristien Grauwels Mw. Simonne Creyf Yves Leterme Mw. Els Van Weert Mw. Frieda Brepoels Jan Eeman Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Alexandra Colen Olivier Maingain 8411 Grootstedenbeleid Politique des grandes villes Geert Bourgeois Mw. Kristien Grauwels 4885 Staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken Secrétaire d État adjoint au ministre des Affaires étrangères Guido Tastenhoye 7560

14

15 QRVA (Fr.): In het Frans gestelde vraag. (N.): In het Nederlands gestelde vraag. (Fr.): Question posée en français. (N.): Question posée en néerlandais. II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 86 van het reglement van de Kamer). II. Nouvelles questions auxquelles il n a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 86 du règlement de la Chambre). Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères DO DO Vraag nr. 134 van de heer Francis Van den Eynde van 11 april 2001 (N.): Verwoestingen van het culturele erfgoed op Cyprus door het Turkse leger. Het nieuwe jaarverslag van het ICOMOS (International Council for Monuments and Sites), met als titel «Bedreigde Erfenis», toont de omvang van de verwoestingen van het culturele erfgoed op Cyprus door het Turkse leger aan. In dit verslag dat de bedreiging voor het cultureel werelderfgoed beklemtoont en meer in het bijzonder deze die uitgaat van de aan de gang zijnde conflicten of oorlogen in verschillende landen, is immers een bladzijde gewijd aan de verwoesting van het Cypriotische erfgoed door het Turkse leger in het bezette gedeelte van het eiland. In het verslag staat ook dat de bezetting van de Turkse troepen in 1974 een verschrikkelijke tragedie heeft veroorzaakt voor de rijke erfenis aan monumenten en de culturele identiteit op het bezette gedeelte van het eiland. Het verslag vermeldt ook dat alle Griekse namen die getuigen van de oude Griekse cultuur na de Turkse invasie systematisch gewijzigd werden. In het verslag wordt ook nog vermeld dat het bezettingsregime een stevige illegale handel in kunstwerken van het Cypriotisch culturele erfgoed op het getouw heeft gezet. Het is bovendien algemeen geweten dat de kerken die een herkenbaar symbool van de culturele identiteit van de regio zijn, regelmatig door vandalen worden aangepakt. De kerken Panayia Apsinthiotissa, Agios Yiorgos in Karakoumi, Antifonitis, Ayios Nicolaos, Ayios The- Question n o 134 de M. Francis Van den Eynde du 11 avril 2001 (N.): Destruction du patrimoine culturel chypriote par l armée turque. Le nouveau rapport annuel de l ICOMOS (International Council for Monuments and Sites), relatif aux patrimoines menacés montre l ampleur de la destruction du patrimoine culturel de Chypre par l armée turque. Dans ce rapport qui met en évidence les menaces pour le patrimoine culturel mondial et plus particulièrement celles qui résultent de conflits ou de guerres en cours dans différents pays, une page est consacrée au saccage du patrimoine chypriote par l armée turque dans la partie occupée de l île. Le rapport mentionne aussi que l occupation par les troupes turques en 1974 a représenté une tragédie énorme pour l héritage riche en monuments et pour l identité culturelle de la partie occupée de l île. Le rapport mentionne que tous les noms grecs qui témoignent de l ancienne culture grecque ont systématiquement été modifiés après l invasion turque. Le rapport précise aussi que le régime d occupation a mis en place un commerce illégal intense d œuvres d art du patrimoine culturel chypriote. Il est en outre de notoriété publique que les églises qui sont un symbole reconnaissable de l identité culturelle de la région ont été systématiquement saccagées par des vandales. Les églises de Panayia Apsinthiotissa, Agios Yiorgos à Karakoumi, Antifonitis, Ayios Nicoloaos, Ayios

16 8508 QRVA monianos, Panagia Afentriha, Acheropiitos, Ayios Filon ton Agridion, Ayios Fotios en vele andere zijn omgevormd tot moskeeën, terwijl vijftig andere kerken en kloosters als stapelplaatsen, stallen, herbergen, musea, bioscopen en openbare toiletten dient doen. Uit dit alles blijkt overduidelijk dat Turkije en het onwettige bezettingsregime op Cyprus alle internationale conventies aan hun laars lappen. Het is al even duidelijk dat de systematische vernietiging van monumenten in dit bezet gebied deel uitmaakt van een doelbewuste en vooraf geplande politiek die er voornamelijk op gericht is alle sporen van de Cypriotische geschiedenis en beschaving te doen verdwijnen en het bezette gedeelte van het eiland op deze wijze tot een Turks departement om te vormen. Het is nog niet zo lang geleden dat de beschaafde wereld en ook onze regering zich ergerden aan de vernietiging van Boeddhabeelden in Afghanistan. Wat op Cyprus gebeurd is, is op zijn minst even erg. Themonianos, Panagia Afentriha, Acheropiitos, Ayios Filon ton Agridion, Ayios Fotios et beaucoup d autres ont été transformées en mosquées tandis que cinquante autres églises et cloîtres servent d entrepôts, d étables, d auberges, de musées, de cinémas ou de toilettes publiques. Il ressort très clairement de ce qui précède que la Turquie et son régime d occupation illégal de Chypre foulent au pied toutes les conventions internationales. Il est tout aussi manifeste que la destruction systématique de monuments dans cette région occupée procède d une politique délibérée et planifiée, qui vise principalement à faire disparaître toutes les traces de l histoire et de la civilisation chypriotes et de transformer ainsi cette partie occupée de l île en un département turc. Il n y a pas si longtemps, le monde civilisé et notre gouvernement se sont émus de la destruction des bouddhas en Afghanistan. Ce qui s est passé à Chypre est au moins aussi grave. 1. Is de regering van een en ander op de hoogte? 1. Le gouvernement dispose-t-il d informations à ce sujet? 2. Zo ja, welke maatregelen werden er getroffen? 2. Dans l affirmative, quelles mesures ont-elles été prises? 3. Is de regering nog steeds de mening toegedaan dat Turkije dat actief medeplichtig is in deze zaak nog steeds het statuut van kandidaat-lid van de EU verdient? 3. Le gouvernement estime-t-il toujours que la Turquie, qui est complice et active en l espèce, mérite encore le statut de candidat à l adhésion européenne? Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports DO DO Vraag nr. 396 van de heer Geert Bourgeois van 11 april 2001 (N.): BIVV. Cursus als probatievoorwaarde uitgesproken door politierechters. Volgens een artikel in de krant Het Volk van 5 april 2001 propageert het Belgisch Instituut voor de verkeersveiligheid (BIVV) al meer dan vijf jaar zijn lessencyclus van 20 uur als «alternatieve straf» voor verkeersovertreders. De helft van de cursisten zouden onder invloed van drank gereden hebben, een kwart bezondigde zich aan verkeersagressie en nog een kwart reed te snel. De leeftijd varieert van 18 tot 66 jaar. De cursus zou niet uit bijscholing bestaan maar uit sleu- Question n o 396 de M. Geert Bourgeois du 11 avril 2001 (N.): IBSR. Cours à suivre en tant que condition probatoire prononcée par les juges du tribunal de police. Un article du journal «Het Volk» du 5 avril 2001, rapporte l Institut belge de la sécurité routière (IBSR) organise, depuis plus de cinq ans, un cycle de cours de 20 heures qui sert de peine de substitution pour les auteurs d infractions au code de la route. La moitié des participants aurait conduit sous l influence de la boisson, un quart s est rendu coupable de comportement agressif et un quart encore roulait trop vite. Ils étaient âgés de 18 à 66 ans. Il ne s agit pas tant de leur dispen-

17 QRVA telen aan de mentaliteit, sensibilisering dus. Er zou nu pas een evaluatie gebeuren van de oud-cursisten. Deze zou pas tegen eind 2001 klaar zijn. In Nederland en Duitsland daarentegen zou volgens de verklaring van het BIVV gebleken zijn dat oudcursisten minder vaak hervallen dan wie geen les volgde. ser une formation complémentaire que de faire évoluer les mentalités et donc, de les sensibiliser. Il ne serait procédé qu actuellement à évaluation des participants, qui ne devrait être clôturée s achever qu à la fin Aux Pays-Bas et en Allemagne en revanche, selon les déclarations de l IBSR, il semblerait que les anciens participants récidiveraient moins souvent que ceux qui n ont pas suivi ce cours. 1. Wanneer werd er met deze cursus gestart? 1. Quand ce cours a-t-il débuté? 2. Graag opgave per jaar van het aantal cursisten in het kader van een probatiemaatregel, per gewest. 2. J aurais aimé connaître, par année et par région, le nombre de participants au cours dans le cadre d une mesure probaboire. 3. Wordt de cursus individueel of in groep gegeven? 3. Le cours est-il donné individuellement ou en groupe? 4. Hoeveel bedraagt de kostprijs ervan? 4. Quel en est le coût? 5. Hoeveel personeelsleden (voltijdse equivalenten), totaal en uitgesplitst in N-F werken mee aan deze cursussen? 6. a) Hoe wordt er gerapporteerd aan het einde van de cursus? b) Gebeurt er een evaluatie of wordt er aan de probatiecommissie alleen medegedeeld dat de cursus gevolgd werd? 5. Combien de personnes (nombre d équivalentstemps plein, total et ventilé N-F) collaborent-elles à ces cours? 6. a) Quel rapport est établi au terme du cours? b) Une évaluation a-t-elle lieu ou informe-t-on seulement la commission de probation que le cours a été suivi? 7. Waaruit bestaat deze cursus? 7. Quel est le contenu de ce cours? 8. Kan u opgave doen van de gegevens waaruit blijkt dat dergelijke cursisten in Nederland en Duitsland minder recidiveren? 9. Hoelang worden dergelijke cursussen reeds als «alternatieve straf» opgelegd in Nederland en Duitsland? 10. Hoe komt het dat er pas nu voor het eerst een evaluatie gebeurt, hoewel de cursus reeds meer dan vijf jaar georganiseerd wordt? 8. Pouvez-vous me fournir les données indiquant que les personnes ayant suivi le cours aux Pays-Bas et en Allemagne récidivent moins souvent? 9. Depuis combien de temps de tels cours sont-ils donnés à titre de peine de substitution aux Pays-Bas et en Allemagne? 10. Comment se fait-il qu il ne soit procédé que maintenant à la première évaluation alors que le cours est donné depuis plus de cinq ans? Minister van Binnenlandse Zaken Ministre de l Intérieur DO DO Vraag nr. 336 van mevrouw Trees Pieters van 11 april 2001 (N.): Inzagerecht bij bezwaarschriften voortvloeiend uit grondige onderzoeken door de administratie van de Bijzondere Belastinginspectie. Overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 366 tot 376 WIB 1992 behoort het onderzoek van zowel de Question n o 336 de M me Trees Pieters du 11 avril 2001 (N.): Droit de regard lors de réclamations découlant d instructions approfondies menées par l administration de l Inspection spéciale des impôts. Conformément aux dispositions des articles 366 à 376 du CIR 1992, l instruction des réclamations, des 1095

18 8510 QRVA bezwaarschriften, de vragen tot ontheffing als van (de al dan niet ambtshalve) verzoekschriften tot kwijtschelding of vermindering van de door de belastingambtenaren van de administratie van de Bijzondere Belastinginspectie vastgestelde belastbare grondslagen inzake personenbelasting en inzake vennootschapsbelasting en van de opgelegde belastingverhogingen en/of administratieve geldboeten tot de uitsluitende juridische en territoriale bevoegdheid van de klassieke administratie der Directe Belastingen. De gewestelijke directeurs der Directe Belastingen of de door hen gedelegeerde ambtenaren beschikken daarbij over alle recht tot definitieve beslechting. Het is begrijpelijk dat bij talrijke gevallen de uiteindelijke mening over de gehele of gedeeltelijke inwilliging van alle aangevoerde argumenten, grieven of elementen grondig kan verschillen tussen enerzijds de onderzoekende BBI-ambtenaren en hun directieleden en anderzijds het standpunt van de gedelegeerde inspecteurs-dienstleiders en hun onderzoekende geschillenambtenaren verbonden aan de administratie der Directe Belastingen. Gemeenschappelijk overleg en interne rapportering over iedere afwijkende mening zou in principe moeten leiden tot een niet-arbitraire consensus of minstens aanleiding moeten geven tot aanvullende onderzoeken ten gunste van de belastingplichtigen, zonder uiteraard ook maar de bepalingen van artikel 375, tweede lid, WIB 1992 te schenden. Naar verluidt moet bij ieder in het vooruitzicht gestelde «gunstige» beslissing het bezwaardossier voorafgaandelijk worden onderworpen aan het schriftelijk advies en aan de definitieve stellingneming van de onderzoekende ambtenaren en hun verantwoordelijke BBI-directieleden. Alle notities en correspondentie van de BBI maken deel uit van het bezwaardossier en vormen een bestuurlijk document waarop de wet van 11 april 1994 in principe volledig van toepassing is (dit kan onder meer worden afgeleid uit het nummer 48 van de circulaire van 18 september 2000, gepubliceerd in het laatst uitgegeven Bulletin der belastingen, nr. 807/ , blz. 1854). Terzake rijzen evenwel toch de volgende algemene praktische vragen. 1. a) Kadert deze administratieve handelwijze in de toepassing van alle beginselen van behoorlijk bestuur en meer bepaald van het beginsel van de «onpartijdigheid» waarvan onder meer sprake in het nr. 374/4 van de commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en in de nrs. 64 en 65 van voornoemde circulaire van 18 september 2000? b) Zo ja, hoe motiveren de beide fiscale administraties hun visie naar genoegen van fiscaal, burgerlijk en grondwettelijk recht? demandes de dégrèvement et des requêtes (d office ou non) en remise ou modération des bases imposables établies par les fonctionnaires de l administration de l Inspection spéciale des impôts en ce qui concerne l impôt des personnes physiques et l impôt des sociétés, ainsi que des majorations d impôt et/ou amendes administratives imposées, relève de la compétence territoriale et juridique exclusive de l administration classique des Contributions directes. Les directeurs régionaux des Contributions directes ou les fonctionnaires qu ils délèguent disposent à cette fin du plein droit de statuer définitivement. On peut comprendre que, dans de nombreux cas, l opinion finale des fonctionnaires instructeurs de l ISI et de leur direction quant à la recevabilité totale ou partielle de tous les arguments, griefs ou éléments avancés peut différer fondamentalement du point de vue des inspecteurs-chefs de service délégués et de leurs fonctionnaires instructeurs attachés à l administration des Contributions directes. Une concertation et l établissement de rapports internes sur toute opinion divergente devrait en principe aboutir à un consensus non arbitraire ou du moins donner lieu à un complément d enquête en faveur des contribuables, sans préjudice toutefois des dispositions de l article 375, alinéa 2, du CIR Il semblerait qu il faille, pour toute décision «favorable» envisagée, le dossier de réclamation doit faire l objet d un avis écrit et des fonctionnaires instructeurs et des membres responsables de la direction de l ISI qui doivent adopter une position définitive. Toutes les annotations et la correspondance de l ISI font partie du dossier de réclamation et constituent un document administratif auquel s applique en principe intégralement la loi du 11 avril 1994 (c est ce que l on peut notamment déduire du numéro 48 de la circulaire du 18 septembre 2000, publiée dans le dernier numéro du Bulletin des contributions, n o 807/ , p. 1854). Les questions pratiques générales suivantes se posent néanmoins en la matière. 1. a) Ce comportement administratif est-il conforme à l application de tous les principes de bonne gestion et plus particulièrement du principe d «impartialité» visé notamment au numéro 374/4 du commentaire du Code des impôts sur les revenus 1992 et aux numéros 64 et 65 de la circulaire précitée du 18 septembre 2000? b) Dans l affirmative, comment les deux administrations fiscales motivent-elles leur vision au regard du droit fiscal, civil et constitutionnel?

19 QRVA c) Zo neen, welke maatregelen zullen er worden genomen om terstond een andere objectieve of neutrale handelwijze te hanteren? 2. a) Mag aan de belastingplichtige, mits totaal respect voor het beroepsgeheim, «inzage» worden verleend en kopie worden afgeleverd van zowel de BBI-verificatierapporten als van alle aanvankelijke en bijkomende onderzoeksnota s en van alle interne administratieve briefwisseling opgesteld door de geschillenambtenaren en door de leidinggevende en de onderzoekende BBI-ambtenaren in het kader van de objectieve en «onpartijdige» behandeling van een geldig bezwaarschrift? b) Zo neen, welke wettelijke of reglementaire beletselen bestaan hiervoor en bij welke instanties kan belastingplichtige terecht voor ieder beklag hieromtrent? 3. a) Heeft de belastingplichtige of zijn gevolmachtigd raadsman het wettelijk recht, kennis, inzage en kopie te nemen van alle interne instructies of onderrichtingen die de uitwisseling van gegevens tussen de BBI en de administratie der Directe Belastingen regelen? b) Zo neen, waarom mogen de rechten van de verdediging terzake blijkbaar worden geschonden? 4. a) Geldt bij dergelijke gevallen van meningsverschillen tussen beide belastingadministraties niet veeleer de onmiddellijke toepassing van het fiscaal adagium «in dubio contra fiscum»? b) Zo neen, waarom wordt aan de belastingplichtige het voordeel van de twijfel niet gegeven? 5. In welke concrete mate kan, gelet op de beginselen van een behoorlijk en klantvriendelijk openbaar bestuur, belastingplichtige of zijn raadsman aan het gemeenschappelijk overleg tussen de BBI en de administratie der Directe Belastingen zelf praktisch deelnemen? 6. Kan u punt per punt uw algemene ziens- en handelwijze meedelen in het licht van de bepalingen van zowel artikel 32 van de Grondwet en inzonderheid de algemene wet van 11 april 1994 als van alle beginselen van een behoorlijk en onpartijdig openbaar bestuur en de bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992? c) Dans la négative, quelles mesures seront prises pour définir en la matière une attitude objective ou neutre? 2. a) Peut-on accorder au contribuable, dans le plein respect total du secret professionnel, un «droit de regard» dans les rapports de vérification de l ISI et dans toutes les notes initiales et complémentaires de l instruction ainsi que dans toute la correspondance administrative interne rédigée par les fonctionnaire chargés du litige et par les fonctionnaires dirigeants et instructeurs de l ISI dans le cadre du traitement objectif et «impartial» d une réclamation valable et lui fournir une copie de tous ces documents? b) Dans la négative, quelles dispositions légales et réglementaires y font obstacle et à quelles instances le contribuable peut-il s adresser pour toute plainte en la matière? 3. a) Le contribuable ou le conseil qu il mandate a-t-il légalement le droit de prendre connaissance et de recevoir copie de toutes les instructions internes régissant l échange de données entre l ISI et l administration des Contributions directes? b) Dans la négative, pourquoi les droits de la défense peuvent-ils, en l espèce être manifestement violés en la matière? 4. a) L adage fiscal «in dubio contra fiscum» ne s applique-t-il pas plutôt immédiatement en cas de divergence d opinion entre les deux administrations fiscales? b) Dans la négative, pourquoi le contribuable ne bénéficie-t-il pas du bénéfice du doute? 5. Compte tenu des principes d une bonne gestion publique axée sur le client, dans quelle mesure concrète le contribuable ou son conseil peut-il prendre concrètement part à la concertation entre l ISI et l administration des Contributions directes? 6. Pouvez-vous communiquer, point par point, votre point de vue général à la lumière des dispositions de l article 32 de la Constitution et en particulier de la loi générale du 11 avril 1994 ainsi que de tous les principes d une bonne et impartiale gestion et des dispositions du Code des impôts sur les revenus 1992?

20 8512 QRVA DO DO Vraag nr. 337 van mevrouw Claudine Drion van 11 april 2001 (Fr.): Belgische kinderen geboren in landen waar de dubbele naam geldt. Bij kinderen van Belgische ouders die geboren zijn in landen waar de dubbele naam geldt en er bij de burgerlijke stand zijn ingeschreven (zoals in Bolivië, bijvoorbeeld), staat die dubbele naam op hun identiteitskaart vermeld wanneer zij naar België terugkeren. 1. Blijven zij die dubbele naam dragen ook wanneer zij meerderjarig zijn? 2. Zo ja, kunnen zij die op hun kinderen overdragen? 3. Beschikt u over een raming van het aantal kinderen die in dat geval verkeren? Question n o 337 de M me Claudine Drion du 11 avril 2001 (Fr.): Enfants belges nés dans un pays où le double nom est en vigueur. Les enfants de parents belges nés et inscrits à l état civil dans certains pays où le double nom est en vigueur (c est le cas pour la Bolivie, par exemple) portent ce double nom sur leur carte d identité à leur retour en Belgique. 1. Le portent-ils au delà de leur majorité? 2. Si oui, peuvent-ils le transmettre à leurs enfants? 3. Avez-vous une estimation du nombre d enfants dans cette situation? DO DO Vraag nr. 338 van mevrouw Géraldine Pelzer-Salandra van 11 april 2001 (Fr.): Officiersbrevetten van de voormalige gemeentepolitie. In het kader van de hervorming van de politiediensten heerst er op bepaalde punten nog onzekerheid, wat het moreel van diverse categorieën van politiemensen aantast. Leden van de gemeentepolitie stellen mij vragen over de toekomst van de brevetten van officier van de gemeentepolitie (koninklijk besluit van 25 juni 1991) in het kader van de hervorming. Volgens de inlichtingen waarover ik beschik zouden leden van de gemeentepolitie die deel uitmaken van het basiskader, in het bezit zijn van een universitair diploma en van een brevet van officier van politie na een basisopleiding van een jaar te hebben gevolgd en die verscheidene dienstjaren tellen, hun titels en verdiensten helemaal niet gevaloriseerd zien. Tijdens een overgangsperiode van vijf jaar zullen zij bovendien enkel tot het middenkader kunnen toetreden, op voorwaarde dat zij slagen voor een vergelijkend examen. Daartegenover staat echter dat: A) personen die een jaar geleden bij de rijkswacht op grond van een universitair diploma in dienst werden genomen, onmiddellijk officier bij de nieuwe politie worden; Question n o 338 de M me Géraldine Pelzer-Salandra du 11 avril 2001 (Fr.): Brevets d officiers de l ex-police communale. Dans le cadre de la réforme des polices, certaines incertitudes pèsent sur le moral de différentes catégories de policiers. Je suis interpellée par des policiers communaux concernant l avenir des brevets d officiers (arrêté royal du 25 juin 1991) de la police communale dans le cadre de la réforme. Selon les informations qui me sont transmises, un fonctionnaire de la police communale faisant partie du cadre de base, nanti d un diplôme universitaire, d un brevet d officier de police après avoir suivi la formation de base d un an, et comptant plusieurs années de service n obtiendrait aucune valorisation de ses titres et mérites. De plus, pendant une période transitoire de cinq ans, il lui sera uniquement possible d accéder au cadre moyen, et cela, sous condition de réussite d un examen concours. À l inverse: A) une personne engagée il y a un an à la gendarmerie sur base d un diplôme universitaire devient directement officier dans la nouvelle police;

21 QRVA B) personen die een jaar geleden als aspirant-officier op grond van een universitair diploma bij de gemeentepolitie in dienst werden genomen, onmiddellijk officier worden; C) personen die een jaar geleden op grond van een graduaat of een universitair diploma bij de gerechtelijke politie in dienst werden genomen, onmiddellijk naar het middenkader van de nieuwe politie overgaan; D) bij wijze van overgangsmaatregel zullen de huidige eerstaanwezend inspecteurs 1e klas van de gemeentepolitie (M6), de adjudanten-niet-brigadecommandanten van de rijkswacht (M7) en sommige inspecteurs van de gerechtelijke politie (M7bis), als zij enkele jaren anciënniteit en een positief evaluatierapport hebben maar zonder dat zij enigerlei examen hoeven af te leggen, onmiddellijk tot de graad van officier worden bevorderd. 1. Kan u de redenen van die verschillende behandeling en die ernstige benadeling toelichten? 2. Welke compenserende maatregelen worden overwogen om het evenwicht tussen die diverse componenten van de nieuwe politie te herstellen? B) une personne engagée il y a un an comme aspirant officier à la police communale sur base d un diplôme universitaire devient directement officier; C) une personne engagée il y a un an à la police judiciaire sur base d un graduat ou d un diplôme universitaire passe directement dans le cadre moyen de la nouvelle police; D) par mesure transitoire, les actuels inspecteurs principaux de 1 re classe de la police communale (M6), les adjudants non commandant de brigade de la gendarmerie (M7) et certains inspecteurs de la PJ (M7bis) seront promus directement au grade d officier moyennant quelques années d ancienneté et un rapport d évaluation positif, sans passer aucun examen. 1. Pouvez-vous expliquer les raisons de ces différences de traitement et de ce préjudice grave? 2. Quelles sont les mesures compensatoires envisagées afin de rétablir l équilibre entre ces différentes composantes de la nouvelle police? Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Ministre des Affaires sociales et des Pensions Sociale Zaken Affaires sociales DO DO Vraag nr. 268 van mevrouw Muriel Gerkens van 9 april 2001 (Fr.): Contracten voor het engageren van podiumkunstenaars. Podiumkunstenaars die voor een optreden worden geëngageerd, moeten een contract krijgen dat gelijkwaardig is aan een overeenkomst voor een loontrekkende. Dat houdt in dat de organisator de bijbehorende sociale bijdragen moet storten. 1. Wil dat zeggen dat de organisator-werkgever een verzekering tegen arbeidsongevallen en beroepsziekten moet sluiten? 2. Ik neem aan dat een organisator die de zaken professioneel aanpakt, ervoor zorgt dat zijn artiesten verzekerd zijn. Maar hoe zit het met een organisator die op occasionele basis optredens regelt? Question n o 268 de M me Muriel Gerkens du 9 avril 2001 (Fr.): Contrats d engagement d artistes de spectacle. Les artistes de spectacle qui sont engagés pour une prestation doivent bénéficier d un contrat d équivalent salarié. Il en résulte que l organisateur doit verser les cotisations sociales correspondantes. 1. En résulte-t-il que l organisateur-employeur doit contracter une assurance accident de travail et maladies professionnelles? 2. Je suppose que lorsque l organisateur est un professionnel du spectacle, ces couvertures de l artiste sont assurées. Mais qu en est-il pour l organisateur occasionnel de spectacles?