HOOFDSTUK 4. ALGEMEEN BESLUIT

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "HOOFDSTUK 4. ALGEMEEN BESLUIT"

Elias van Wijk
5 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 HOOFDSTUK 4. ALGEMEEN BESLUIT

2 INHOUD 4. ALGEMEEN BESLUIT INLEIDING SAMENVATTING EN BESLUIT Directe mensrisico s Indirecte mensrisico s Domino-effecten Milieurisico s...3

3 4.1 INLEIDING In onderhavig rapport wordt het PRUP voor het bedrijventerrein E17/4 geëvalueerd vanuit het oogpunt externe veiligheid. In onderhavig deel wordt een samenvatting gegeven van de aanbevelingen betreffende externe veiligheidsrisico s. Aandachtspunten en aanbevelingen vanuit externe veiligheid kunnen opgenomen worden in de toelichtingsnota bij het PRUP en de verdere installaties. 4.2 SAMENVATTING EN BESLUIT In het onderzoek naar mogelijke huisvesting van Seveso-activiteiten op het bedrijventerrein E17/4, zijn volgende deelonderzoeken uitgevoerd: analyse van de directe mensrisico s als gevolg van toekomstige Seveso-activiteiten op het bedrijventerrein; een domino-effectenanalyse tussen enerzijds Seveso-bedrijven en tussen externe gevarenbronnen anderzijds; onderzoek naar mogelijke milieurisico s als gevolg van toekomstige Seveso-activiteiten; Directe mensrisico s In dit deelonderzoek werd onderzocht of Seveso-inrichtingen op het bedrijventerrein vanuit het oogpunt directe mensrisico s mogelijk zijn. Opgemerkt dient te worden dat rekening dient gehouden te worden met de beperkingen van de gebruikte methodiek (zie deel 2). De gewenste ruimtelijke structuur voor het bedrijventerrein E17/4 zal in de toelichtingsnota van het PRUP worden beschreven. Aangezien bij de opmaak van het PRUP rekening dient gehouden te worden met de resultaten van het plan-mer en RVR, is de exacte ruimtelijke structuur nog niet gekend. Met name voor de bufferzone tussen het landelijk woongebied en het industriegebied zijn verschillende opties mogelijk. De evaluatie en zoneringsmethodiek werd uitgewerkt voor twee situaties namelijk: Een eerste situatie (A-reeks) waarbij uitgegaan is van optie 1 voor zonering (50 m woongebied + 50 m bufferzone). En een tweede situatie (B-reeks) waarbij uitgegaan is van optie 2 voor buffering (50 m woonzone, 80 m agrarisch gebied en 20 m bufferzone). Uit de zoneringskaarten blijkt dat beide opties praktisch geen verschil maken naar mogelijkheden tot Seveso-activiteiten. De zoneringen zijn quasi identiek. Op basis van de zoneringkaarten, geeft de evaluatie aan dat Seveso-activiteiten op het bedrijventerrein E17/4 of delen ervan mogelijk zijn. Wel kan opgemerkt worden dat de mogelijkheden naar Seveso-activiteiten het grootst zijn in het zuidelije gedeelte van het bedrijventerrein. Hierbij zal echter rekening moeten gehouden worden met de minimale scheidingsafstand van de geplande windturbines aan de overzijde van de E17 en eventueel op het projectgebied. SGS Belgium NV juni 2010 Deel 4 / pagina 1

4 Het westelijke gedeelte van het bedrijventerrein en een zone in het noorden geeft de meeste beperkingen naar Seveso-activiteiten. Deze beperking wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van de zonevreemde woningen en het woonlint aan de Everslaarstraat. Ook kan opgemerkt worden dat de potenties naar activiteiten gerelateerd aan toxische en ontplofbare stoffen beperkt zijn. Opgemerkt dient te worden dat rekening dient gehouden te worden met enkel beperkingen van de gebruikte methodiek. Aan de hand van de zoneringskaaren kan geen zone afgebakend worden waar Seveso-bedrijven zonder beperkingen kunnen toegelaten worden. De zoneringskaarten zijn richtinggevend en geven een aanduiding m.b.t. de mogelijkheden naar aanwezigheid van gevaarlijke stoffen binnen bepaalde zones. Belangrijk om tevens te vermelden is dat op zones waar volgens de zoneringskaarten geen mogelijkheden naar Seveso-activiteiten bestaan, niet à priori kan besloten worden dat alle Seveso-inrichtingen uitgesloten zijn. De zoneringskaarten geven een ruwe aanduiding i.v.m. Seveso-mogelijkheden. Aan de hand van een gedetailleerde QRA kan nog steeds aangetoond worden of voldaan wordt aan de criteria met betrekking tot externe veiligheid. Verder is ook belangrijk om te weten, dat niet alle Seveso-inrichtingen grote veiligheidsrisico s inhouden naar de externe omgeving. Bedrijven met belangrijke hoeveelheden milieu-gevaarlijke stoffen, behoren ook tot de Seveso-inrichtingen, terwijl het risico voor de externe omgeving in de meeste gevallen beperkt is. Deze bedrijven dienen wel bijzondere maatregelen te treffen om milieuschade te beperken Indirecte mensrisico s Domino-effecten In dit deelonderzoek wordt het toekomstige bedrijventerrein E17/4 geëvalueerd met betrekking tot het mogelijk optreden van domino-effecten bij een zwaar ongeval. De analyse werd uitgevoerd voor puntbronnen en lijnbronnen, in het bijzonder: Invloed van het wegtransport op E17/4; Invloed van de (toekomstige) nutsleidingen op E17/4 Invloed van (toekomstige) windturbines op E17/4. Volgende aanbevelingen werden in het kader van mogelijke domino-effecten geformuleerd : Met betrekking tot ondergrondse hoge druk leidingen met brandbare gassen, wordt aanbevolen om tenminste een scheidingsafstand van 50 meter te hanteren. Indien deze ruimtelijke scheiding niet gerespecteerd wordt, dient een gedetailleerde domino-analyse uitgevoerd te worden. Met betrekking tot windturbines dient opgemerkt te worden dat dergelijke analyse dient uitgevoerd te worden indien de ruimtelijke scheiding tussen de Seveso-installaties en de windturbine (2-3MW) minder dan 250 meter bedraagt. Verder dient opgemerkt te worden dat tussen windturbines en ondergrondse leidingen met Seveso-producten eveneens een scheidingsafstand dient gerespecteerd te worden. Faling SGS Belgium NV juni 2010 Deel 4 / pagina 2

5 van de windturbine kan immers leiden tot het falen van de ondergrondse leiding. Indien de ruimtelijke scheiding tussen de ondergrondse leiding en de windturbine mast kleiner is dan de masthoogte, dient een detail studie uitgewerkt te worden. De hedendaagse 2-3MW turbines hebben een typische masthoogte van ca. 100 m Milieurisico s In dit deelonderzoek werd het aspect milieurisico s voor het toekomstige bedrijventerrein E17/4 onderzocht. Aangegeven werd dat tot op heden geen toetsingskader bestaat met betrekking tot milieurisico s. In dit RVR worden dan ook enkel aandachtspunten op kwalitatieve basis geïdentificeerd en besproken. Aanbevolen wordt dat eventuele Seveso-inrichtingen voldoende maatregelen treffen om ongevallen met effecten naar het milieu te vermijden en de gevolgen ervan te beperken, dit in het bijzonder naar verontreiniging van het oppervlaktewater. Dit kan enerzijds gebeuren door technische maatregelen als door organisatorische maatregelen. Bovendien dienen de nodige interventiemiddelen aanwezig te zijn teneinde de gevolgen van een eventueel ongeval te beperken. SGS Belgium NV juni 2010 Deel 4 / pagina 3

Vergelijkbare documenten

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Ruimtelijk Veiligheidsrapport E17/4 Eindrapport Opdrachtgever Provincie Oost-Vlaanderen Projectnummer 09.0436 DIRECTIE RUIMTE Dienst Ruimtelijke Planning W. Wilsonplein 2 juli