Landelijke multidisciplinaire richtlijn Smetten (intertrigo) preventie en behandeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Landelijke multidisciplinaire richtlijn Smetten (intertrigo) preventie en behandeling"

Transcriptie

1 Landelijke multidisciplinaire richtlijn Smetten (intertrigo) preventie en behandeling Verantwoording Status: ter autorisatie Juli 2011 Utrecht

2 Inhoud 1 Methodiek van herziening van de richtlijn Knelpuntenanalyse Uitgangsvragen Beoordeling richtlijn Smetten (intertrigo) preventie en behandeling (2004) Uitvoeren review Expertbijeenkomsten en werkgroepen Uitvoering praktijktoets Commentaarfase stakeholders Afronding tot definitieve richtlijn Wetenschappelijke onderbouwing Implementeerbaarheid 6 Referenties 7 Bijlagen 9 Bijlage 1 Resultaten vragenlijst knelpuntanalyse 9 Bijlage 2 Resultaten focusgroepbijeenkomsten knelpuntanalyse 17 Bijlage 3 Review 29 Bijlage 4 CBO-methodiek indeling methodologisch bewijs en niveau van conclusies 62 Verantwoording Pagina 2 van 63

3 1 Methodiek van herziening van de richtlijn Dit rapport beschrijft de verantwoording van de herziening van de richtlijn Smetten (intertrigo) preventie en behandeling. Voor de herziening van de richtlijn is een aantal fasen doorlopen: - Knelpuntenanalyse - Formuleren uitgangsvragen - Beoordeling richtlijn Smetten (intertrigo) preventie en behandeling (2004) - Uitvoeren review - Expertbijeenkomsten en subwerkgroepen - Uitvoering praktijktoets - Commentaarfase stakeholders - Afronding tot definitieve richtlijn Hieronder wordt elke fase nader toegelicht. 1.1 Knelpuntanalyse Middels een vragenlijst die is uitgezet onder leden van verschillende beroepsorganisaties is geanalyseerd welke knelpunten er in de praktijk worden ervaren als het gaat om de zorg bij smetten (zie bijlage 1). Na deze knelpuntanalyse hebben er focusgroepbijeenkomsten met professionals en een focusgroep met zorgvragers plaatsgevonden om tot een verdieping van de knelpunten te komen (zie bijlage 2). 1.2 Uitgangsvragen Vanuit de resultaten van zowel de vragenlijst als de focusgroepen zijn uitgangsvragen geformuleerd die in deze richtlijn beantwoord worden. De centrale vraag die het uitgangspunt was voor deze richtlijn is: Op welke wijze kunnen de verschillende betrokken disciplines het ontstaan van smetten in de grote huidplooien voorkomen of in een zo vroeg mogelijke fase herkennen of behandelen?. De volgende specifieke uitgangsvragen zijn geformuleerd: 1. Welke risicofactoren zijn er voor het ontstaan van smetten? 2. Welke interventies zijn effectief, goed toepasbaar en patiëntvriendelijk in de preventie van smetten? 3. Op welke wijze kan het stellen van de diagnose smetten en de indeling naar fasen bij smetten vereenvoudigd worden? (Is onderscheid fase 1 en 2 in praktijk nodig?) - Op basis van welke criteria kan worden vastgesteld dat smetten geïnfecteerd is en zo ja waarmee? Is het van belang dit vast te kunnen stellen? - Hoe kan je onderscheid maken tussen smetten en andere huidaandoeningen die voorkomen in de grote huidplooien? 4. Welke interventies zijn effectief, goed toepasbaar en patiëntvriendelijk in de behandeling van al dan niet geïnfecteerde smetten? - Welke behandeling is effectief om de geur bij smetten te verminderen? Praktisch toepasbaar en patiëntvriendelijk? - Welke methoden zijn effectief om exsudaat op te vangen bij smetten? Praktisch toepasbaar en patiëntvriendelijk? Verantwoording Pagina 3 van 63

4 - Welke behandeling is effectief bij het bestrijden van jeuk ten gevolge van smetten? Praktisch toepasbaar en patiëntvriendelijk? - Welk anti-schimmelpreparaat is effectief bij geïnfecteerde smetten, wanneer wordt een antischimmelpreparaat ingezet? 5. Welke informatie moet wanneer, door wie en op welke wijze aan patiënten gegeven worden met betrekking tot de preventie en behandeling van smetten (voorlichting)? 6. Op welke manier kan de organisatie van de zorg rondom de patiënt met smetten worden geoptimaliseerd? - Aan welke criteria moet een overdracht bij de preventie en de behandeling van smetten voldoen om de continuïteit van zorg te waarborgen? - Op welke wijze kan voorkomen worden dat patiënten tegenstrijdige adviezen ontvangen met betrekking tot preventie en behandeling van smetten; op welke wijze kan het voeren van eenduidig beleid bevorderd worden? 7. Op welke wijze kan smetten als vast observatie-/intake-item prioriteit krijgen? 8. Op welke wijze kan het kennis- en vaardigheidsniveau met betrekking tot de zorg bij smetten (risico inschatten, preventie, diagnostiek, behandeling) bevorderd en op peil gehouden worden? 9. Op welke momenten moet evaluatie van de preventieve maatregelen plaatsvinden en op basis van welke criteria? 10. Op welke momenten moet evaluatie van de behandeling plaatsvinden en op basis van welke criteria? 1.3 Beoordeling richtlijn Smetten (intertrigo) preventie en behandeling (2004) De richtlijn Smetten (intertrigo) preventie en behandeling (2004) is naast de nieuw geformuleerde uitgangsvragen gelegd. Vergelijkbare uitgangsvragen werden zo nodig aangepast of uitgebreid en nieuwe uitgangsvragen werden extra opgenomen. 1.4 Review In 2004 is er een review uitgevoerd naar de preventie en behandeling van smetten (Mistiaen, Poot, Hickox, Jochems & Wagner, 2004). Aangezien de geldigheidsduur van de richtlijn verliep, er aanwijzingen waren dat er mogelijk nieuw onderzoek op het gebied van smetten is gekomen en de richtlijn in de herziene versie multidisciplinair zal worden, is er een nieuwe review uitgevoerd. Deze review is zowel een update als een uitbreiding van de review uit De review is uitgevoerd door het NIVEL met als tweede reviewer het LEVV. De review is opgenomen in bijlage 3. Op basis van de resultaten van de review zijn conceptteksten geschreven. De wetenschappelijke conclusies zijn ingedeeld naar niveau van bewijs volgens de EBRO-handleiding (CBO, 2007). 1.5 Expertbijeenkomsten en subwerkgroepen Er zijn een expertgroep en drie subwerkgroepen samengesteld uit afgevaardigden van de verschillende betrokken beroepsverenigingen. De expertgroep is verantwoordelijk voor de inhoud van de uiteindelijke aanbevelingen in de richtlijn. Verantwoording Pagina 4 van 63

5 De expertgroep is 5 keer bijeen geweest. Tijdens deze bijeenkomsten zijn de uitgangsvragen, resultaten van de review, conceptteksten en aanbevelingen en de resultaten van de praktijktoets en de commentaarfase stakeholders, besproken en geaccordeerd. Voor het formuleren van samenwerkingsafspraken is een subwerkgroep ingesteld (zie Samenstelling subwerkgroepen). Deze subwerkgroep heeft zich gericht op het formuleren van samenwerkingsafspraken voor het verbeteren van de multidisciplinaire samenwerking en de samenwerking tussen de verschillende settings in de zorg bij smetten. Er heeft een inventarisatie plaatsgevonden naar beschikbare, landelijk geaccepteerde documenten met betrekking tot samenwerking. Gebruikmakend van deze documenten zoals de Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling voor samenwerking in de zorg (2010), de Tripartiete multidisciplinaire richtlijn samenwerking en logistiek rond decubitus (NVVA, 2003) en het handboek Decubitus te lijf (Poot et al., 2008) en van de praktijkervaring van de samenwerkingsgroep, is antwoord gegeven op de uitgangsvragen. Hoewel de laatste twee van de genoemde documenten gericht zijn op decubitus, bleken de onderdelen met betrekking tot samenwerking ook toepasbaar op de samenwerking binnen de zorg voor smetten. Op basis van de antwoorden op de uitgangsvragen zijn concrete aanbevelingen voor de praktijk geformuleerd. De aanbevelingen zijn zo geformuleerd dat er in de praktijk nadere invulling aan gegeven kan worden. De aanbevelingen zijn steeds voorgelegd aan de expertgroep waarna de feedback besproken is en de aanbevelingen zo nodig zijn aangepast. Voor het formuleren van aanbevelingen om de implementatie van de richtlijn in de praktijk te bevorderen is een subwerkgroep implementatievoorwaarden ingesteld (zie Samenstelling subwerkgroepen). Deze groep is twee maal bijeen geweest. Vanuit de resultaten van de knelpuntanalyse (zie bijlage 1 en 2) zijn factoren geselecteerd die van invloed zouden kunnen zijn op een goede implementatie van de herziene richtlijn. Deze factoren zijn voorgelegd aan de subwerkgroep. Deze heeft de beïnvloedende factoren geprioriteerd en heeft vervolgens aanbevelingen met gerichte verbeteracties geformuleerd. De aanbevelingen zijn voorgelegd aan en geaccordeerd door de expertgroep. Voor het ontwikkelen van de indicatoren is een subwerkgroep Indicatoren ingesteld (zie Samenstelling subwerkgroepen). Deze subwerkgroep heeft zich gericht op de ontwikkeling van interne indicatoren waarmee binnen een organisatie onderzocht kan worden in hoeverre de aanbevelingen uit de richtlijn toegepast worden. Voor het ontwikkelen van de indicatoren is de Handleiding indicatorenontwikkeling ( op hoofdlijnen gevolgd. De werkgroep is driemaal bijeen geweest. Voorafgaand aan de eerste bijeenkomst zijn indicatoren geïnventariseerd op (inter)nationale websites. Tijdens de eerste bijeenkomst zijn doelstelling en afbakening vastgesteld en is de groslijst van geïnventariseerde indicatoren besproken. Vervolgens zijn indicatoren geselecteerd voor verdere uitwerking. De indicatoren zijn uitgewerkt volgens een vast format (zie hoofdstuk 8 richtlijndocument). De uitgewerkte indicatoren zijn in de volgende twee bijeenkomsten besproken en waar nodig aangepast. De indicatoren zijn vervolgens ter accordering voorgelegd aan de expertgroep. 1.6 Uitvoering praktijktoets Voor de praktijktoets is een praktijkkaart, een samenvatting van de richtlijn voor gebruik in de dagelijkse praktijk, ontwikkeld. Deze praktijkkaart is een maand uitgeprobeerd door verpleegkundigen en verzorgenden in hun dagelijkse praktijk en besproken in multidisciplinaire overlegvormen. De praktijkkaart is beoordeeld op helderheid en toepasbaarheid van de aanbevelingen in de praktijk. Naast de praktijkkaart was de conceptrichtlijn ter informatie Verantwoording Pagina 5 van 63

6 beschikbaar. Deelnemende organisaties kwamen uit verschillende settings zoals verpleeghuis, verzorgingshuis, thuiszorg, revalidatiecentrum, algemeen ziekenhuis en een psychiatrisch ziekenhuis. De volgende organisaties hebben deelgenomen: - Carint Reggeland, Hengelo - Zorgspectrum, Nieuwegein - De Wever, Tilburg - Vierstroom, Zoetermeer - Aveant, Utrecht - Rijndam revalidatiecentrum, Rotterdam - St. Maartenskliniek, Nijmegen - VieCuri, Medisch Centrum voor Noord-Limburg, Venlo - Reinier van Arkel Groep, Vught 1.7 Commentaarfase stakeholders Na verwerking van de resultaten vanuit de praktijktoets is de richtlijn ter commentaar voorgelegd aan de stakeholders met als doel evaluatie van de inhoud en bruikbaarheid van de richtlijn. 1.8 Afronding tot definitieve richtlijn De resultaten van de praktijktoets (zie 1.6) en van de commentaarfase voor de stakeholders (zie 1.7) zijn voorgelegd aan de expertgroep. De benodigde aanpassingen in de richtlijn zijn besproken. Na verwerking van de opmerkingen van de experts is de richtlijn nogmaals voorgelegd aan de expertgroep en hierna definitief vastgesteld. De richtlijn is ter autorisatie voorgelegd aan de betrokken beroepsorganisaties (stakeholders). 1.9 Wetenschappelijk onderbouwing Tijdens de verbetering van de richtlijn is getracht de richtlijn te onderbouwen volgens de methode van evidence based practice. Inzicht in de beste onderzoeksresultaten is verkregen door de systematische review van interventie-onderzoek (zie 1.4). Inzicht in de klinische ervaring, de voorkeur van de zorgvrager en de beschikbare hulpmiddelen zijn verkregen door een uitgebalanceerde samenstelling van de expertgroep (zie 1.4). In de richtlijn is vermeld op welke wijze de geformuleerde conclusies zijn onderbouwd. De conclusies zijn ingedeeld naar niveau van bewijs volgens de EBRO-handleiding (CBO, 2007) (zie bijlage 4) Implementeerbaarheid Tijdens de verbetering van de richtlijn is op de volgende wijze rekening gehouden met de implementeerbaarheid: Het uitvoeren van een systematische review voor de wetenschappelijke onderbouwing van de richtlijn; Het schrijven en publiceren van artikelen tijdens het ontwikkeltraject (onder andere de systematische review); Verantwoording Pagina 6 van 63

7 Het instellen van een werkgroep voor het formuleren van aanbevelingen om de implementatie te bevorderen. Deze werkgroep bestaat uit experts uit verschillende disciplines en zorgsettings; Het toevoegen van een samenvattingskaart aan de richtlijn voor gebruik in de dagelijkse praktijk; Het door de beroepsgenoten laten doen van een uitspraak over de bruikbaarheid van de richtlijn in de praktijk, de praktijktoets en commentaarfase voor stakeholders. Verantwoording Pagina 7 van 63

8 Referenties CBO. Evidence-based richtlijnontwikkeling. Handleiding voor werkgroepleden. Utrecht: Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO ( Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling Samenwerking in de zorg. Utrecht: KNMG, V&VN, KNOV, KNGF, KNMP, NIP, NVZ, NFU, GGZ Nederland, NPCF Mistiaen P, Poot E, Hickox S, Jochems C, Wagner C. Preventing and treating intertrigo in the large skin folds: a literature overview. Dermatology Nursing. 2004; 16(1): Nederlandse Vereniging van Verpleeghuisartsen (NVVA). Tripartiete multidisciplinaire richtlijn samenwerking en logistiek rond decubitus (SALODE). Duiven: Drukkerij Tamminga Poot E, Mintjes de Groot J, Westrate J, Van der Eerden L, Adriaansen M (red.). Decubitus te lijf. Handboek decubituspreventie voor verpleegkundigen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum Verantwoording Pagina 8 van 63

9 Bijlagen Bijlage 1 Resultaten vragenlijst knelpuntanalyse Inleiding De knelpuntanalyse is het resultaat van een vragenlijst die onder leden van verschillende beroepsverenigingen is afgenomen. De vragenlijst was een combinatie van vragen over smetten en decubitus, aangezien deze ook gebruikt is voor de herziening van de richtlijn decubitus. De vragenlijst is gemaakt met behulp van de vragenlijstapplicatie van het onderzoeksbureau MWM2. De benaderde beroepsverenigingen zijn: - V&VN Wond- en decubitusconsulenten - V&VN Dermatologie - V&VN Eerstelijnsverpleegkundigen - Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) - Nederlands Huisartsgenootschap (NHG) - Nederlandse Vereniging van Verpleeghuisartsen (NVVA) - Nederlande Vereniging van Revalidatieartsen (VRA) - Nederlandse Vereniging van Internisten (NIV) - Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD) - Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH) - Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) - Beroepsvereniging ergotherapie Nederland - V&VN Verzorgenden (voorheen Sting) Conclusies Hieronder staan de conclusies van de knelpuntanalyse beschreven. De tabellen waar naar verwezen wordt, staan onder de paragraaf Resultaten vragenlijst. 262 respondenten hebben de vragenlijst compleet ingevuld. Bijna de helft (47%) van de respondenten bestond uit wond-decubitusconsulenten en verpleegkundigen niveau 5 (tabel 1). 45,4% is meer dan 10 jaar werkzaam in de betreffende functie (tabel 3). De respondenten zijn voornamelijk werkzaam in de thuiszorg (37,0%), het algemeen ziekenhuis (26,0%) of het verpleeghuis (21,8%) (tabel 2). 54,1% komt met enige regelmaat (dagelijks tot min. 5x per maand) in aanraking met zorgvragers met smetten (tabel 4). Risico-inschatting 33,2% van de respondenten geeft aan geen risico-inventarisatie met betrekking tot smetten uit te voeren en 45,6 % geeft aan geen knelpunten te ervaren bij de risico-inventarisatie. De knelpunten die worden ervaren betreffen kennistekort m.b.t. inschatten van het risico op smetten, het moeilijk kunnen onderscheiden van smetten/ decubitus/ schimmelinfectie en beperkte aandacht voor smetten en de onderschatting van het probleem (tabel 5). Verantwoording Pagina 9 van 63

10 Preventie Bij de preventie van smetten worden vooral knelpunten ervaren bij het toepassen van de preventieve maatregelen als het geven van voorlichting, materiaal tussen de plooien, zinkoxide, keuze kleding en dagelijkse huidverzorging. 29% geeft aan geen knelpunten te ervaren (tabel 6). Diagnostiek Bij de diagnostiek van fase 1, 2, 3 en 4 worden ongeveer evenveel knelpunten ervaren, respectievelijk 15,2%, 10,1%, 7,8% en 9,7%. Het onderscheiden van fasen en het onderscheiden van smetten/ decubitus/ vochtletsel/ schimmelinfectie wordt als lastig ervaren. Ook is men niet altijd bekend met de fasering van smetten (tabel 7). Bijna de helft van de respondenten (42,8%) ervaart knelpunten met betrekking tot de diagnostiek van smetten. 35,6 % ervaart een kennistekort. Men geeft aan een tekort aan kennis te hebben op het gebied van risico-inschatting, fasering, behandeling, en het gebruik van middelen (tabel 8). Behandeling 37,8% geeft aan geen knelpunten te ervaren bij de behandeling van smetten. Met name het geven van voorlichting, de dagelijkse huidverzorging, het gebruik van materiaal tussen de plooien, verlaging van de omgevingstemperatuur, de kledingkeuze en het gebruik van zinkoxide leveren in de praktijk de knelpunten op (tabel 9). Organisatie van zorg Met name afstemming/ samenwerking en de overdracht leveren de meeste knelpunten op, respectievelijk 19,4% en 18,0% (tabel 10). Ervaren klachten Ongeveer de helft van de respondenten (52,1%) geeft aan dat zorgvragers van pijn en van jeuk evenveel hinder ervaren (tabel 11). 35,0% van de respondenten geeft aan dat pijn en jeuk even vaak voorkomen bij zorgvragers met smetten. 38,7% geeft aan dat jeuk het meest frequent voorkomt (tabel 12). 52,1% van de respondenten geeft aan dat zorgvragers naast pijn en jeuk nog andere klachten ervaren bij smetten. Dit zijn klachten als een onaangename geur, het kleven van de kleding aan de huid, vieze kleding of irritatie van kleding, exsudaat, schaamte en huidirritatie (tabel 13a). 59 respondenten geven aan dat smetten geen of een beperkte invloed heeft op de participatie. Overige respondenten geven knelpunten aan als verminderde sociale contacten, angst/ schaamte voor een onaangename geur, pijn, werk/ hobby en jeuk (tabel 13b). Uitkomstmaten Respondenten geven met name geen smetten (79,3%) en verergering van smetten (54,4%) aan als de belangrijkste uitkomstmaten waarop in de praktijk de effectiviteit van preventieve maatregelen beoordeeld moeten worden. Om de behandeling van smetten te beoordelen worden alle aangegeven uitkomstmaten (jeuk, pijn, roodheid van de huid, infectie, kapotte huid, genezing, verergering van smetten) belangrijk gevonden, met genezing als uitschieter (74,2%) (tabel 14). Resultaten vragenlijst De resultaten van de vragenlijst zijn in de onderstaande tabellen weergegeven. Verantwoording Pagina 10 van 63

11 Tabel 1 Wat is uw huidige functie? Antwoord % n (N= 262) 1. Nurse Practitioner/verpleegkundig specialist 5.3% Wond-decubitusverpleegkundige/-consulent 21.4% Verpleegkundige niveau % Verpleegkundige niveau 4 6.9% Verzorgende niveau 3 7.6% Dermatoloog 1.1% 3 7. Chirurg 0.0% 0 8. Plastisch chirurg 8.4% Internist 1.1% Huisarts 4.2% Verpleeghuisarts 11.8% Revalidatiearts 0.4% Diëtist 4.2% Ergotherapeut 0.4% Anders, namelijk: 13.0% 34 Tabel 2 In welke sector bent u werkzaam? Antwoord % n (N= 262) 1. Algemeen ziekenuis 26.0% Academisch ziekenhuis 7.3% Thuiszorg 37.0% Verpleeghuis 21.8% Verzorgingshuis 9.9% Revalidatiecentrum 6.5% Huisartsenpraktijk 5.7% Anders, namelijk: 6.5% 17 Tabel 3 Hoe lang bent u werkzaam in uw huidige functie? Antwoord % n (N= 262) 1. < 1 jaar 3.8% jaar 26.7% jaar 24.0% > 10 jaar 45.4% 119 Verantwoording Pagina 11 van 63

12 Tabel 4 Hoe vaak komt u binnen uw huidige functie in aanraking met smetten? Antwoord % n (N= 262 ) 1. Dagelijks minimaal 1 patiënt 10.7% Wekelijks minimaal 3 patiënten 11.1% Maandelijks minimaal 5 patiënten 23.3% Jaarlijks minimaal 10 patiënten 37.8% Nooit 17.2% 45 Tabel 5 Ervaart u knelpunten bij het inschatten van het risico op smetten? Antwoord % n (N= 217 ) 1. Ja, namelijk 23.0% Ik voer geen risicoinschatting met betrekking tot smetten uit 33.2% Nee 45.6% 99 Tabel 6 Kunt u aangeven welke knelpunten u ervaart bij het toepassen van preventieve maatregelen tegen smetten? Antwoord % n (N= 217 ) 1. Voorlichting 24.4% Materiaal tussen de plooien (scheurlinnen/engels pluksel/nonwovengaas 26.3% Barrièrecrème 9.2% Zinkoxide 20.7% Keuze kleding 22.6% Verlagen omgevingstemperatuur 13.8% Dagelijkse huidverzorging 21.7% Kosten 3.7% 8 9. Anders, namelijk 12.0% Anders, namelijk 1.8% Anders, namelijk 0.0% Ik voer geen preventie maatregelen tegen smetten uit 12.0% Ik ervaar geen knelpunten bij het toepassen van preventie maatregelen tegen smetten 29.0% 63 Bij anders, n.l. worden de volgende knelpunten bij het toepassen van preventieve maatregelen tegen smetten aangegeven: - kennistekort met betrekking tot preventie van smetten - beperkte aandacht voor smetten - er wordt geen of onvoldoende voorlichting gegeven en voorlichtingsmateriaal ontbreekt - beïnvloedende patiëntenfactoren als onkunde/onwetendheid van de patiënt en motivatie - scheurlinnen/engels pluksel is praktisch niet prettig werkbaar (wordt rommeltje, valt er tussen uit, wordt snel vochtig, pijnlijk/onprettig) - onbekendheid in het gebruik van scheurlinnen/engels pluksel - barrièrecrème wordt te laat ingezet Verantwoording Pagina 12 van 63

13 - onprettige effecten barrièrecrème (geen effect, vet, kleeft in plooien, maakt week, gaat jeuken) - zinkoxide niet prettig in gebruik (korrelig, moeilijk verwijderbaar, wordt vies, droogt huid uit) - zinkoxide wordt verkeerd gebruikt (te dik, niet schoongemaakt) - patiënten dragen ongeschikte kleding - geschikte kleding niet altijd beschikbaar - patiënt wil geen andere kleding dragen - temperatuur van de omgeving is moeilijk te beïnvloeden in instellingen - beïnvloedende patiëntfactoren (oudere en/of kouwelijke patiënten, motivatie patiënt) - dagelijkse huidverzorging is moeilijk te observeren bij zelfstandige ADL - dagelijkse huidverzorging wordt onvoldoende of niet goed uitgevoerd - patiënt is niet gemotiveerd adviezen m.b.t. huidverzorging op te volgen - huidverzorging moeilijk bij personen met obesitas Tabel 7 Kunt u aangeven welke knelpunten u ervaart met betrekking tot de diagnostiek van smetten als het gaat om de indeling naar fase? Antwoord % n (N= 217 ) 1. Fase 1 (intacte, rode huid) 15.2% Fase 2 (intacte, felrode, glanzende huid) 10.1% Fase 3 (ontvelde, felrode, nattende huid) 7.8% Fase 4 (kapotte huid met witte, gele of groene verkleuring 9.7% 21 (geïnfecteerd) 5. Anders, namelijk: 9.7% Anders, namelijk: 1.4% 3 7. Anders, namelijk: 0.0% 0 8. Ik voer geen diagnostiek met betrekking tot smetten uit 17.5% 38 Ik ervaar geen knelpunten met betrekking tot de diagnostiek van smetten als het gaat om de indeling naar fase 52,1% 113 Bij anders n.l. worden de volgende knelpunten ervaren als m.b.t. de diagnostiek als het gaat om de indeling naar fasen: - moeilijk onderscheid te maken tussen smetten/ decubitus/ vochtletsel/ schimmelinfectie - methode van fasering niet bekend - moeilijk om de verschillende fasen te onderscheiden Tabel 8 Ervaart u nog meer knelpunten met betrekking tot de diagnostiek van smetten? Antwoord % n (N= 180 ) 1. Kennis 35.6% Vaardigheden 16.1% Middelen 11.7% Attitude 10.6% Kosten 2.8% 5 6. Anders, namelijk 3.3% 6 7. Anders, namelijk 0.6% 1 Verantwoording Pagina 13 van 63

14 8. Anders, namelijk 0.0% 0 9. Nee 57.2% 103 Bij anders n.l. worden de volgende knelpunten aangegeven m.b.t. de diagnostiek van smetten: - kennistekort in zijn algemeenheid met betrekking tot smetten (onvoldoende, niet up-todate, over smetten, over risico s, over fasen) - kennistekort met betrekking tot middelen en met betrekking tot het gebruik van middelen - moeilijk onderscheid te maken tussen smetten/ decubitus/ schimmelinfectie - tekort aan vaardigheden - onvoldoende aandacht voor smetten Tabel 9 Kunt u aangeven welke knelpunten u ervaart met betrekking tot de behandeling van smetten? Antwoord % n (N= 217 ) 1. Voorlichting 13.4% Keuze kleding 22.6% Verlagen omgevingstemperatuur 17.5% Dagelijkse huidverzorging 19.4% Materiaal tussen de plooien (scheurlinnen/engelse pluksel/nonwovengaas) 18.4% Barrièrecrème 5.5% Zinkoxide 16.1% Anti-schimmel preparaat 9.2% Kosten 4.1% Verwijzen naar/consulteren meer deskundige 4.6% Anders, namelijk: 10.6% Anders, namelijk: 0.5% Anders, namelijk: 1.8% Ik voer geen behandeling met betrekking tot smetten uit 4.1% Ik ervaar geen knelpunten met betrekking tot de behandeling van smetten 37.8% 82 Bij anders n.l. worden de volgende knelpunten met betrekking tot de behandeling aangegeven: - er wordt te weinig voorlichting gegeven en er is gebrek aan voorlichtingsmateriaal - patiënten dragen ongeschikte kleding (synthetisch, broeiend); kledingkeus is moeilijk te beïnvloeden; geschikte kleding niet altijd aanwezig - temperatuur binnen instellingen moeilijk te beïnvloeden - temperatuur verlagen niet mogelijk in verband met kouwelijke patiënten - dagelijkse huidverzorging wordt niet juist toegepast (drogen, zeepgebruik) - beperkte tijd voor dagelijkse huidverzorging en/of beperkte tijd aan besteed - scheurlinnen en Engels pluksel niet prettig werkbaar/werkt niet (rommeltje, wordt nat, blijft niet zitten, geeft druk) - verschillende meningen over het gebruik van scheurlinnen/engels pluksel - niet tevreden over barrièrecrème (onvoldoende bescherming, onvoldoende effectief, is geen behandeling, te nat) - zinkoxide wordt niet juist toegepast (te dik, onvoldoende verwijderd) Verantwoording Pagina 14 van 63

15 - onduidelijkheid over het gebruik van anti-schimmelpreparaat (duur, welk middel, wanneer starten?) - zinkoxide en anti-schimmelpreparaat niet vergoed - ontbreken deskundige op het gebied van smetten of te laat ingezet Tabel 10 Kunt u aangeven welke knelpunten u ervaart met betrekking tot de organisatie van de zorg rondom smetten? Antwoord % n (N= 217 ) 1. Overdracht (bijv. van/naar andere afdeling/instelling 18.0% Afstemming/samenwerking 19.4% Samenwerking 11.5% Verwijzing 6.5% Consultatie 6.9% Besluitvorming 5.1% Bevoegdheden 3.7% 8 8. Beschikbaarheid van middelen 6.5% Anders, namelijk: 6.0% Anders, namelijk: 0.5% Anders, namelijk: 0.5% Ik ervaar geen knelpunten met betrekking tot de organisatie van zorg rondom smetten 53.9% 117 Bij anders n.l. worden de volgende knelpunten bij de organisatie van zorg aangegeven: - smetten wordt niet/te weinig beschreven in overdrachten of wordt niet overgedragen - er is onvoldoende afstemming over smetten - er is onvoldoende eenduidigheid in handelen met betrekking tot smetten - verwijzing naar een meer deskundige wordt te laat uitgevoerd - consultatie vindt onvoldoende of te laat plaats Tabel 11 Pijn en jeuk zijn bekende klachten bij patiënten met smetten. Van welke van deze twee klachten ondervindt volgens u de patiënt met smetten het meeste hinder? Antwoord % n (N= 217 ) 1. Pijn 16.6% Jeuk 31.3% Zowel van pijn als van jeuk evenveel hinder 52.1% 113 Tabel 12 Welke van de klachten pijn en jeuk komt volgens u het meest frequent voor bij patiënten met smetten? Antwoord % n (N= 217 ) 1. Pijn 26.3% Jeuk 38.7% Zowel pijn als jeuk even frequent 35.0% 76 Verantwoording Pagina 15 van 63

16 Tabel 13a Ervaren volgens u patiënten met smetten nog andere dan de hiervoor genoemde klachten? Antwoord % n (N= 217 ) 1. Ja, namelijk 47.9% Nee 52.1% 113 Tabel 13b Klachten Geur Kleven kleding/vieze kleding/irritatie kleding Exsudaat Schaamte Huidirritatie Aantal maal genoemd 57x 13x 12x 11x 11x Tabel 14 Welke knelpunten worden er volgens u ervaren met betrekking tot de participatie (arbeid en maatschappelijk functioneren) bij patiënten met smetten? Antwoord Geen Verminderde sociale contacten Angst/schaamte voor geur Pijn Werk/hobby Jeuk Aantal maal benoemd 59 x 33 x 21x 13x 13x 7x Verantwoording Pagina 16 van 63

17 Bijlage 2 Resultaten focusgroepbijeenkomsten knelpuntanalyse 1. Werkwijze Na een inventarisatie van de knelpunten in de praktijk middels een vragenlijst hebben er 3 focusgroepbijeenkomsten plaatsgevonden. Het doel van deze focusgroepen was een nadere verdieping van de geanalyseerde knelpunten in de praktijk. De volgende focusgroepbijeenkomsten hebben plaatsgevonden: 1. focusgroep met professionals uit de extramurale zorg (thuiszorg, verpleegverzorgingshuis, revalidatie) 2. focusgroep met professionals uit het ziekenhuis 3. focusgroep met afgevaardigden patiëntenorganisatie (Nederlandse Obesitas Vereniging) Tijdens de bijeenkomsten met professionals zijn de ervaren knelpunten geïnventariseerd op het gebied van: - risico-inventarisatie; - preventie; - diagnostiek; - behandeling; - organisatie van zorg. Voor de focusgroep met afgevaardigden van een patiëntenorganisatie, de ervaringsdeskundigen, zijn knelpunten op het gebied van de volgende onderwerpen geïnventariseerd: - ervaren klachten; - invloed op arbeidsparticipatie; - knelpunten in de preventie; - knelpunten in de behandeling; - knelpunten in de preventie van smetten. Na inventarisatie en discussie over de knelpunten is de deelnemers gevraagd per onderwerp 3 knelpunten naar belangrijkheid te prioriteren. Hierna volgen de geprioriteerde knelpunten en de inventarisatie van de knelpunten door professionals en afgevaardigden van de Nederlandse Obesitas Vereniging. 2. Geprioriteerde knelpunten De volgende knelpunten worden als meest belangrijk ervaren: Risico-inventarisatie: 1. Onvoldoende kennis op het gebied van risicofactoren, risico-inventarisatie en het onderscheiden van vochtletsel en smetten. 2. Bij deels zelfstandige ADL is er geen zicht op smetten. 3. Onvoldoende aandacht in de opleiding. Preventie: 1. Onvoldoende aandacht/kennis voor/over smetten en onvoldoende voorlichting aan de patiënt. 2. Er bestaat een diversiteit aan interventies, er is geen eenduidig beleid. 3. Er is onduidelijkheid over wie de probleemeigenaar is. Wie is verantwoordelijk bij de individuele patiënt? Diagnostiek: 1. Verschil in beoordeling per professional en beoordeling moet op het oog. 2. Grenzen aan behandelen niet duidelijk. Verantwoording Pagina 17 van 63

18 3. Fasering is onvoldoende bekend. Behandeling: 1. Diversiteit aan behandelaren/ deskundigen en gebrek aan continuïteit van de zorgverlener. 2. Geen consequente behandeling en onduidelijkheid over wanneer starten/ stoppen met anti-schimmelpreparaat. 3. Toepassing van barrièrecrème in de praktijk komt niet overeen met de richtlijn. Organisatie van zorg: 1. Smetten moeilijk op de kaart te krijgen (onder andere in overdracht geen aandacht voor smetten). 2. Moeilijk om gewoontes/ een cultuur te doorbreken in een organisatie, borging richtlijn moeilijk. 3. Onvoldoende consensus over behandeling per setting/ instelling/ per regio. Ervaren klachten: 1. Pijn 2. Gêne 3. Slapeloosheid door jeuk/ onprettig gevoel Knelpunten m.b.t. invloed op arbeidsparticipatie: 1. Het belemmert het welzijn 2. Pijn veroorzaakt last bij mobiliteit 3. Belemmering deelname sociale activiteiten Knelpunten in de behandeling van smetten 1. De eigen behandeling/ verzorging is moeilijk, waardoor de ernst toeneemt 2. Er is onvoldoende aandacht voor drogen bij zorgverleners 3. a. Er is diversiteit aan middelen b. Er is geen informatie (patiënten en professionals) over smetten Knelpunten in de preventie van smetten: 1. Er is onvoldoende voorlichtingsmateriaal 2. Tegenstrijdige adviezen van zorgverleners 3. a. Smetplekken blijven altijd kwetsbaar b. De maatschappij is nog niet ingericht op obesitas. 3. Inventarisatie knelpunten professionals 3.1. Knelpunten risico-inventarisatie smetten Als de zorgverlener niet voor smetten komt, heeft het ook geen aandacht. Vaak ontdekt de zorgverlener smetten als toevalsbevinding. Als zorgverlener kijk je niet standaard naar smetten. Het zit niet standaard op het netvlies van iedere zorgverlener. Gêne, patiënten komen er niet mee. Het is de gêne vanuit het perspectief van de patiënt. Patiënten zien het ook niet als zorgprobleem en gaan er niet mee naar de huisarts. Bij deels zelfstandige ADL is er geen zicht op smetten. Bij patiënten die nog deels ADL zelfstandig zijn, heb je als zorgverlener de valkuil dat je minder zicht hebt op smetten. Het maakt ook dat je minder alert kunt zijn op smetten. Bij iemand waar je alleen komt voor het aantrekken van de steunkousen, ga je niet ook alle plooien langs om smetten te detecteren. De risicopatiënt/combinatie van risicofactoren is niet bekend (diabeet, koorts, neurologisch lijden en immobiliteit en obesitas). Verantwoording Pagina 18 van 63

19 Bij zorgverleners is smetten onvoldoende onder de aandacht. Bij een combinatie van risicofactoren (bijvoorbeeld een diabeet met immobiliteit) is er geen automatische screening op smetten. Ook wordt er aangegeven dat er vaak haast is, waardoor er niet altijd voldoende ruimte is om een patiënt duidelijk in kaart te brengen. Er is onvoldoende up-to-date kennis met betrekking tot signalering. Dit punt sluit aan bij het vorige punt. De kennis ontbreekt. Er zou meer aandacht aan besteed moeten worden in de opleiding. Met name de signalering van smetten moet beter. Er wordt niet standaard een risico-inschatting gedaan bij iedere patiënt. Het behoort niet zoals decubitus tot een standaard screening. En ook niet alle fasen van smetten worden goed herkend. De risicopatiënt wordt onvoldoende gerapporteerd/overgedragen. In de zorgmap van de patiënt wordt te weinig gerapporteerd m.b.t. specifieke zorg (smetten). Smetten is onderbelicht als risico in het verpleegkundig-/ zorgplan. Bij de intake is er geen standaard item voor smetten waarop gescoord kan worden. Hierdoor wordt er vaak te laat gerapporteerd (bij een fase 3 en 4). Er is de wens om in het zorgplan een vast item op te nemen. Zo wordt de zorgverlener er op attent gemaakt en komt smetten (meer) in beeld. Tijdsdruk. Dit item werd ook al hiervoor genoemd. Verder wordt hier bij aangegeven dat wanneer de regie van zorg meer in handen is van zorginstellingen (bij afhankelijkheid van zorg gegeven door zorgverleners) hoe meer risico er op smetten is. Er kan door de zorgverlener minder op gelet worden (tijdsgebrek). (bekend) als risicogroep is te beperkt. Smetten komt niet enkel en alleen voor bij vrouwen (als voorbeeld werd smetten onder borsten genoemd). Andere risicogroepen zijn onder andere: mensen die chemotherapie ondergaan, mensen die langdurig antibiotica gebruiken (weerstand minder/suikerontregeling) en verwaarloosde mensen. Onvoldoende aandacht in de opleiding. Er wordt te weinig scholing gegeven op het gebied van smetten in de basisopleiding. Onduidelijkheid definities vocht/ smetten. In de praktijk is er vaak verwarring tussen vochtletsel en smetten. Ook de verschillende stadia van smetten worden vaak niet herkend. Fase 4 wordt meestal niet gemist. Maar dan is er vaak ook discussie of er wel/ niet een schimmel bij aanwezig is. Ook vraagt de groep zich af of er een overeenkomst is tussen beide aandoeningen en of ze ook een gezamenlijke behandeling behoeven. Smetten is geen standaard item bij onderzoek/ onvoldoende aandacht. Verpleegkundigen komen in actie als er wat zichtbaar is, pas bij graad 2/ 3. Onvoldoende bekendheid bij patiënten. Patiënten accepteren smetten. Patiënten geven zelf vaak niet aan dat ze smetten hebben. Risicofactoren zijn onduidelijk. Dit is een verlengde van het eerste en vierde knelpunt. Daar werd gesproken over het feit dat de vrouwelijke patiënt als risicogroep te beperkt is. Er wordt aangegeven ten aanzien van. risicofactoren, dat warmte als risicofactor ontbreekt. Lijstjes invullen betekent dat men niet aan het bed/bij de patiënt bezig is. Men moet dagelijks al voor meer zaken lijsten invullen. Het meten van het risico op smetten wordt meer als belasting gezien dan als hulpmiddel. Ook wordt het nut niet altijd gezien van lijsten. Onduidelijkheid over het effect op huid door wasdoekjes. In de praktijk blijken de wasdoekjes goed te werken. Echter er is onduidelijkheid over de evidence. Verantwoording Pagina 19 van 63

20 3.2 Knelpunten m.b.t. preventie van smetten Gêne, patiënten komen er niet mee. De risicopatiënt/ combinatie van risicofactoren is niet bekend (diabeet, koorts, neurologisch lijden en immobiliteit en obesitas). Tijdsdruk. Er is de volgende vraag: onduidelijkheid of incontinentiemateriaal een oorzaak is van smetten. De indruk bestaat dat incontinentiemateriaal smetten veroorzaakt. Onvoldoende aandacht/ kennis voor/ over smetten. De vraag bestaat dat er een goede preventieve signaleringsmethode moet zijn. Misschien moet er een vast item opgenomen worden in het zorgdossier? Dit werd ook al bij het vorige hoofdstuk risco-inventarisatie aangegeven. Ook hier wordt gesproken over te weinig kennis en meer aandacht in de basisopleiding. Gaat het hier om prioriteit stellen of om tijdgebrek of desinteresse? Hier is moeilijk een antwoord op te geven. Het (minder) prioriteit stellen aan preventie van smetten blijkt deels te maken te hebben met onvoldoende kennis op dit gebied. In de (thuis)zorg wordt vaak laat een behandelaar ingeschakeld m.b.t. smetten. Men (thuiszorgmedewerker /patiënt) gaat eerst zelf aan de gang om smetten te behandelen. Pas wanneer dit niet lukt of smetten verergert, wordt een meer deskundige ingeschakeld. Hierdoor ziet de behandelaar een patiënt vaak pas als deze al in een fase 3/ 4 van smetten is beland. Onduidelijk is ook wie het initiatief moet nemen: de huisarts/ verpleeghuisarts/ de verzorgende? Er bestaat een diversiteit aan interventies, er is geen eenduidig beleid. Per zorginstelling kunnen de interventies voor smetten verschillend zijn. Ook binnen een zorginstelling kan dit zelfs verschillen. Er is gebrek aan kennis/scholing (ten aanzien van zinkoxidegebruik/ materiaalgebruik). De richtlijn smetten is niet bekend. De verzorgende zou het moeten weten. Echter, vaak wordt hier geen scholing over gegeven. Ook zijn er niet altijd richtlijnen over smetten aanwezig op de werkvloer. Er is onduidelijkheid over wie de probleemeigenaar is. Wie is verantwoordelijk bij de individuele patiënt? Is het een zorgprobleem? Hoort het bij de verpleegkundige thuis? In fase 3 en 4 moet er in ieder geval wel een huisarts/ verpleeghuisarts bij omdat daar vaak medicamenten nodig zijn. Wie schakelt wie in op welk moment en wie houdt de controle? (Ook een punt voor organisatie in zorg). Ontbreken probleemeigenaar op macroniveau. Ontbreken van voorlichting aan patiënten voordat ze in zorg zijn/smetten hebben. De patiënten om wie het gaat zijn moeilijk te bereiken. En de vraag is hoe moet je ze bereiken? Hoe laat je mensen weten dat ze risicopatiënt zijn voor het krijgen van smetten en op welk moment moet je dat doen? Ook is er onvoldoende voorlichting door tekort aan kennis en aandacht. Men is zich onvoldoende bewust van het probleem smetten. Als er bewustwording is, dan zal er ook meer interventie toegepast worden. Preventie heeft niet de focus. Volgens de groep zou hier wel de focus moeten liggen, want zo wordt het probleem deels voorkomen. Smetten niet op het netvlies. Eigen middeltjes gebruik door de patiënten. De patiënt volgt het advies niet op/acht het niet haalbaar. Er zijn onvoldoende preventieve maatregelen in fase 1 en 2. Verantwoording Pagina 20 van 63

21 Er is te weinig aandacht in fase 1 en 2 voor bijvoorbeeld het goed drogen van de patiënt. Ook is er te weinig eenduidigheid in behandeling om verergering te voorkomen. Steeds meer kleding is synthetisch. Dit aspect is moeilijk te beïnvloeden. Misschien met behulp van voorlichting. Synthetische kleding zorgt voor meer zweten en daardoor voor meer smetten. Men denkt er niet aan/niet op netvlies. Geen primaire, maar secundaire preventie. Vaak wordt er achter de feiten aan gelopen. Smetten wordt pas in een 3 e / 4 e fase herkend. Er zou eigenlijk meer aandacht moeten zijn voor primaire preventie. Matrassen moeten aan bepaalde eisen voldoen, waardoor ze niet vochtdoorlatend zijn. Het gevaar is dat mensen bij incontinentie of overmatig zweten in een vochtig bed blijven liggen. Hier zou extra aandacht voor moeten zijn in het gebruik van bedbedekking (goede lakens en stoffen incontinentiematerialen). Basiszorg heeft onvoldoende aandacht. Met name bij jonge verpleegkundigen heeft het niet voldoende aandacht. Dit komt voort uit te weinig onderwijs op dit gebied. Te weinig aandacht/ actie bij beginnende smetten. Er zijn wel voldoende middelen. Echter die moeten vroegtijdig ingezet worden om erger te voorkomen. Anders wordt er achter de feiten aangelopen. Preventieve maatregelen zijn niet altijd inpasbaar in het systeem. Verkeerd gebruik zinkoxide. Het juiste gebruik van zinkoxide wordt onvoldoende aangeleerd. Als alternatief kan een barrièrespray of barrièrecrème gebruikt worden. Daarnaast is er een nieuwe siliconencrème met dezelfde werking.. Cavilonspray plakt, moet drogen. De bijwerking van de spray wordt als hinderlijk ervaren. Als alternatief wordt gesproken over cavilon swaps. Geen voorlichting aan de patiënt. Er wordt vaak niet aan gedacht. Er is geen aandacht voor en er bestaat ook geen landelijke folder. Dat laatste is waarschijnlijk omdat smetten niet leeft. Onvoldoende aandacht individuele patiënt. Er wordt geen plan opgesteld. En ook bij de overdracht van het ziekenhuis naar de thuissituatie ontbreekt vaak een vervolgplan. Er moet naar de totale patiënt gekeken worden en niet alleen naar bepaalde onderdelen. 3.3 Knelpunten m.b.t. diagnostiek Er is gebrek aan kennis/ scholing (ten aanzien van zinkoxidegebruik/ materiaalgebruik). Hieronder volgen de aanvullende knelpunten m.b.t. diagnostiek. Niet herkennen/ onderscheid decubitus/ vochtletsel/ smetten/ schimmelinfectie. Soms is het lastig om een onderscheid te maken tussen de verschillende huidaandoeningen. Genoemd wordt bijvoorbeeld het onderscheid tussen fase 4 van smetten en een schimmelinfectie. De deskundige wordt te laat ingeschakeld voor het onderscheid, waardoor diagnose uitgesteld wordt. In de praktijk worden vochtletsel en smetten vaak nog door elkaar gehaald. Overdiagnostiek geïnfecteerde smetten. Er is te snel de aanname dat er andere verwekkers aanwezig zijn bij smetten. Hierdoor worden er te snel antimycotische en antibacteriële middelen ingezet. Grenzen aan behandelen niet duidelijk. Er wordt vaak te laat expertise ingeschakeld voor verdere diagnostiek. Onduidelijk is tot waar een verzorgende zelf kan/ mag behandelen. Onvoldoende monitoring van risicopatiënten Verantwoording Pagina 21 van 63

22 Onvoldoende kennis en onvoldoende toepassing van de kennis Onvoldoende kennis met betrekking tot de fasering. Door onvoldoende tijd en door onvoldoende aandacht is er onvoldoende toepassing van de kennis. Onvoldoende evaluatie van preventieve maatregelen als er geen verbetering is. Buikplooi als risicoplaats onvoldoende belicht in de richtlijn. Fasering is onvoldoende bekend. Onvoldoende rapportage met betrekking tot de diagnostiek. Dit geldt zowel voor de verpleegkundige/ arts en verzorgende. Er wordt voorgesteld dat de voortgang bijvoorbeeld. bijgehouden zou kunnen worden met foto s. Verschil in beoordeling per professional. Er is een grote variatie tussen zorgverleners als het gaat om de beoordeling van de verschillende fasen van smetten. Maar ook de verschillende differentiaal diagnoses van smetten verschillen. Onvoldoende scholing. Er is te weinig aandacht in de opleiding voor smetten. De focus zou meer naar preventie en diagnostiek moeten gaan, Echter, er is onvoldoende interesse bij studenten voor deze punten. Beoordeling moet op het oog. Er zijn geen hulpmiddelen om de diagnose smetten te ondersteunen. Fase 1 en fase 2 zijn moeilijk te differentiëren. Nut van onderscheid tussen fase 1 en fase 2 is twijfelachtig. Dit punt ligt in het verlengde van het vorige knelpunt. In de praktijk wordt met deze fases niet gewerkt. Men stelt voor dit onderscheid niet meer te maken. Onderscheiden schimmelinfectie moeilijk voor verpleegkundige. Smetten komt vaak voor in combinatie met een schimmelinfectie. Vaak is het onderscheid niet altijd even makkelijk. 3.4 Knelpunten m.b.t. de behandeling van smetten Er is gebrek aan kennis/ scholing (ten aanzien van zinkoxidegebruik/ materiaalgebruik). Materiaal blijft niet tussen plooien zitten. Bij vrouwen met grote borsten, een dikke buik en dikke kuiten, is het vaak lastig om materiaal tussen de plooien te krijgen. Diversiteit aan interventies, waardoor er geen eenduidig beleid is. Vanaf fase 3, wie is verantwoordelijk voor de behandeling? Ongeduld geeft snel wisseling van materialen. Middelen worden te kort toegepast waardoor de werking van het middel geen kans krijgt. Overbehandeling met antimycotische middelen. Overbehandeling heeft als negatief resultaat dat er een verstoorde flora van de huid optreedt. Laat inschakelen expert. De deskundige wordt te laat ingeschakeld voor het inzetten van de juiste behandeling. Geen consequente behandeling. De behandeling wordt vaak niet consequent uitgevoerd zoals afgesproken was. Verkeerd gebruik van materialen. Middelen worden onjuist toegepast. En ook is er een kennistekort met betrekking tot middelen; welk middel dient gebruikt te worden en hoe moet het gebruikt worden? Diversiteit aan behandelaren/ deskundigen. Verschillende deskundigen hebben een verschillend behandelbeleid. Dit kan betekenen dat bij een zelfde patiënt het behandelbeleid kan wisselen. Of verpleegkundigen krijgen door het contact met verschillende huisartsen te maken met verschillende soorten behandelbeleid. Verantwoording Pagina 22 van 63

23 Gebrek aan continuïteit van de zorgverlener. De evaluatie van de ingezette behandeling zou op vaste tijden moeten plaatsvinden. Dit is lastig om in te plannen, omdat er in de (thuis)zorg vaak geen vaste medewerkers op vaste tijden aanwezig zijn. Er ontbreekt een coördinator Ongeacht welke discipline. Onvoldoende tijdig inzetten van de behandeling fase Onvoldoende duidelijke afspraken ten aanzien van behandeling. Te denken valt aan de frequentie van behandelen en dergelijke. Er is weinig evidence met betrekking tot behandelingsmiddelen Men geeft aan dat er nog een groot grijs gebied is als het gaat om de evidence over behandelingsmiddelen. Zinkoxide wordt niet goed toegepast. De doekjes die nu als alternatief gebruikt worden zijn niet evidence based, maar practice based. Toepassing van barrièrecrème in de praktijk komt niet overeen met de richtlijn. Er bestaan momenteel ook barrièrecrèmes die in een open wond gebruikt mogen worden, dit komt niet overeen met het gebruik van barrièrecrèmes zoals beschreven in de richtlijn. Engels pluksel is steeds moeilijker verkrijgbaar. Geen eenduidigheid in middelen. Er is veel eigen initiatief wat betreft inzet van middelen. Dit komt omdat er onduidelijkheid is over het behandelbeleid. Ook is er onduidelijkheid welke middelen evidence based zijn. Vaak wordt er per regio/ instelling gekeken wat het goedkoopste middel is. Door inkoopbeleid is er onvoldoende invloed op te gebruiken middelen. Er wordt te vaak op de kosten gelet. En er is onvoldoende bekend wat nu de meest geschikte barrièrecrème is. Onduidelijkheid wat een geschikte barrièrecrème is voor een open wond. Wat mag er wel en wat mag er niet op een open huid? Wassen met bethadine? Is dit wel of niet evidence? Toepassing 2 x daags behandelen. Onduidelijkheid over wanneer starten/ stoppen antischimmelpreparaat. 3.5 Knelpunten m.b.t. organisatie van zorg Onvoldoende methodische aanpak. Risico-invenarisatie->Rapportage -> inzetten beleid -> afspraken maken -> evaluatie -> herzien beleid en dergelijke Moeilijk om gewoonten/ een cultuur te doorbreken in een organisatie Er is binnen instellingen vaak te weinig aandacht voor smetten. Het is lastig om bij het management het onderwerp op de agenda te krijgen. Bij verandering van zorg loop je vaak tegen muren op. Huisartsen werken met NHG-standaarden. Andere richtlijnen zijn minder bekend. Er is geen aparte standaard voor smetten. Smetten staat in het kleine kwalen boek van de huisarts en wordt ook als dusdanig gezien door de meeste huisartsen. Onvoldoende consensus over behandeling per setting/ instelling/ per regio. Er is te veel variatie in behandelmethode. Op regionaal niveau zijn de afspraken onvoldoende. Er moeten regionaal afspraken gemaakt worden over de behandeling voor smetten tussen verzorgenden/ wondverpleegkundigen/ dermatologen/ verpleeghuisartsen en huisartsen. Invloed van farmaceuten op diversiteit van middelen. Er ontstaat een grote variatie aan middelen op de markt. Patiënten/ zorgverleners kunnen gevoelig zijn voor de verkooppraatjes vanuit de industrie. Verantwoording Pagina 23 van 63

24 Er zijn veel deskundigen en daardoor veel meningen. Dit punt sluit aan bij het knelpunt genoemd onder behandeling Diversiteit aan behandelaren/deskundigen. Onrust bij de patiënt door inter-professionele variatie. Het vertrouwen van de patiënt wordt minder omdat er een grote diversiteit is in de behandeling van smetten en de preventieve maatregelen. Ook geeft het onrust bij de patiënt. Onvoldoende informatie in de overdracht. Er is te weinig informatieoverdracht van de ene setting naar de andere setting. Onvoldoende up-to-date houden van de protocollen. De follow-up van de protocollen is vaak onvoldoende; vaak is onduidelijk wie verantwoordelijk is. De richtlijn moet geborgd worden door de protocoleigenaar. Ontbreken van probleemeigenaar op macroniveau. Te weinig scholing. Onvoldoende feedback durven geven. Vaak durft men elkaar in het zorgveld geen kritische reflectie te geven. Dat wordt als lastig ervaren en vraagt om een cultuurverandering. Onvoldoende voorlichtingsmateriaal. Het ontbreekt aan de juiste folders als voorlichtingsmateriaal voor patiënten. Verpleegkundigen worden onvoldoende gemotiveerd. Er is onvoldoende aansturing om smetten onder de aandacht van verpleegkundigen te krijgen. Onvoldoende tijd, alles moet snel Vaak is er geen tijd om naast de medicatie en dergelijke ook zorg te dragen voor smetten behandeling. De prioriteit/ focus ligt niet op het gebied van smetten. Financiën bepalen beschikbare middelen Je bent afhankelijk van de instelling waar je werkt wat betreft je middelen. Er is een interinstelling variatie op het gebied van middelen. Smetten moeilijk op de kaart te krijgen. De prioriteit ligt niet bij smetten. Dat maakt het lastig om er aandacht voor te krijgen. Borging van richtlijn is moeilijk. Overdracht ziekenhuis naar thuis gebeurt onvoldoende. Vaak gaat er geen behandelplan mee met de patiënt wat betreft de aanpak van smetten. De patiënt is smetvrij. Maar vaak wordt er in de thuissituatie geen vervolg aan gegeven. Aan wie draag je over als patiënt geen zorg thuis heeft? 4. Inventarisatie knelpunten afgevaardigden Obesitas Vereniging 4.1 Knelpunten ervaren klachten m.b.t. smetten Pijn Elke smetplek is pijnlijk; vooral punten waar wrijving is (onder andere liezen, oksels). Een van de deelnemers herkent zich niet in dit probleem. Gêne Men denkt dat je je niet wast. Je hebt het gevoel vies te zijn. Ook is er smetvrees. Het is een vies soort wond en dit wordt als belastend ervaren. Een van de deelnemers herkent zich niet in dit probleem. Onprettig tastgevoel Een smetplek voelt door zijn plakkerigheid onaangenaam. Geur Als smetpatiënt ben je vaak bezig om je schoon te houden uit angst dat men je kan ruiken. Een van de deelnemers herkent zich niet in dit probleem. Verantwoording Pagina 24 van 63

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Preventie en behandeling van smetten (intertrigo)

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Preventie en behandeling van smetten (intertrigo) Preventie en behandeling van smetten (intertrigo) PREVENTIE EN BEHANDELING VAN SMETTEN (INTERTRIGO) INLEIDING Inleiding Deze folder bevat informatie over het voorkomen en behandelen van smetten in de grote

Nadere informatie

Preventie en behandeling van smetten

Preventie en behandeling van smetten WONDZORG Preventie en behandeling van smetten ADVIES Preventie en behandeling van smetten Deze folder bevat informatie over het voorkomen en behandelen van smetten in de grote huidplooien. U leest wat

Nadere informatie

Richtlijn-project. Richtlijn-project methodologie. Nieuwe Richtlijn Decubitus 2011. Sterkte van aanbeveling

Richtlijn-project. Richtlijn-project methodologie. Nieuwe Richtlijn Decubitus 2011. Sterkte van aanbeveling Nieuwe Richtlijn Decubitus 2011 Peter Quataert, Voorzitter V&VN Wondconsulenten Richtlijn-project EPUAP & NPUAP: Februari 2005 Guideline Development Groups Preventie: EPUAP C.Dealey, M.Clark, T.Defloor,

Nadere informatie

KWALITEITSSTANDAARDEN VOOR VERPLEEGKUNDIGEN EN VERZORGENDEN

KWALITEITSSTANDAARDEN VOOR VERPLEEGKUNDIGEN EN VERZORGENDEN KWALITEITSSTANDAARDEN VOOR VERPLEEGKUNDIGEN EN VERZORGENDEN Patiënten en cliënten hebben het recht om kwalitatief goede zorg te ontvangen. Daarom stimuleert V&VN verzorgenden, verpleegkundigen en verpleegkundig

Nadere informatie

Nieuwe Richtlijn Decubitus 2011

Nieuwe Richtlijn Decubitus 2011 Nieuwe Richtlijn Decubitus 2011 Peter Quataert, Voorzitter V&VN Wondconsulenten Richtlijn-project EPUAP & NPUAP: Februari 2005 Guideline Development Groups Preventie: EPUAP C.Dealey, M.Clark, T.Defloor,

Nadere informatie

INCONTINENCE - ASSOCIATED DERMATITIS ( I A D) Edwige Strippe Wondconsulente Q Care woundservices B.V.

INCONTINENCE - ASSOCIATED DERMATITIS ( I A D) Edwige Strippe Wondconsulente Q Care woundservices B.V. INCONTINENCE - ASSOCIATED DERMATITIS ( I A D) Edwige Strippe Wondconsulente Q Care woundservices B.V. Studie* 1452 verpleegkundigen 5 Europese landen 20 foto's ( normale huid, decubitus, IAD, combinaties)

Nadere informatie

18 november 2014 Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland

18 november 2014 Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland Orale Mucositis herziening Richtlijn Arno Mank, RN PhD Onderzoeksverpleegkundige Oncologie/Hematologie AMC, Amsterdam Email vorige E-mail week eind vorige week Richtlijnencyclus 2007 2014 Doelstelling

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

De behandelbevoegdheid van De behandelbevoegdheid van de verpleegkundig specialiste

De behandelbevoegdheid van De behandelbevoegdheid van de verpleegkundig specialiste Home no. 3 Juni 2015 Juridische aspecten Eerdere edities Verenso.nl De behandelbevoegdheid van De behandelbevoegdheid van de verpleegkundig specialiste Dr. Corry Ketelaars, coördinerend specialistisch

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals

Nadere informatie

Multidisciplinaire Richtlijn ALS ergotherapie, fysiotherapie en logopedie: een update

Multidisciplinaire Richtlijn ALS ergotherapie, fysiotherapie en logopedie: een update www.als-centrum.nl Multidisciplinaire Richtlijn ALS ergotherapie, fysiotherapie en logopedie: een update Anita Beelen Senioronderzoeker Revalidatie AMC Projectleider Richtlijnproject Update bestaande richtlijn

Nadere informatie

Samenstelling van de verschillende werkgroepen 11. 1 Inleiding 15

Samenstelling van de verschillende werkgroepen 11. 1 Inleiding 15 Inhoud Samenstelling van de verschillende werkgroepen 11 1 Inleiding 15 1.1 Aanleiding voor de richtlijn 15 1.2 Werkwijze 15 1.3 Patiëntenpopulatie 16 1.4 Doelgroep 16 2 De ziekte van Parkinson 17 2.1

Nadere informatie

Richtlijnontwikkeling Een praktische handleiding voor patiëntenvertegenwoordigers

Richtlijnontwikkeling Een praktische handleiding voor patiëntenvertegenwoordigers Richtlijnontwikkeling Een praktische handleiding voor patiëntenvertegenwoordigers Ontwikkeld door: Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) Versie

Nadere informatie

ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE

ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE COÖRDINATIE KWALITEIT EN PATIËNTVEILIGHEID TWEEDE MEERJARENPLAN 2013-2017 Contract 2013 ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE Sp-ziekenhuizen 1 1. Inleiding Hierna volgt

Nadere informatie

Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014. Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1

Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014. Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1 Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014 Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1 Doelstelling Nurses on the Move Bijdragen aan verbetering kwaliteit van zorg in verpleeg- en

Nadere informatie

Verslag 1 e fase project optimale transmurale voedingszorg voor de ondervoede patiënt

Verslag 1 e fase project optimale transmurale voedingszorg voor de ondervoede patiënt Verslag 1 e fase project optimale transmurale voedingszorg voor de ondervoede patiënt Amsterdam, Januari 2015 Inleiding De afgelopen jaren is er veel geïnvesteerd in vroege herkenning en behandeling van

Nadere informatie

Ergotherapie richtlijn voor patiënten met ALS/PSMA/PLS; knelpuntenanalyse en wetenschappelijk bewijs

Ergotherapie richtlijn voor patiënten met ALS/PSMA/PLS; knelpuntenanalyse en wetenschappelijk bewijs www.als-centrum.nl Ergotherapie richtlijn voor patiënten met ALS/PSMA/PLS; knelpuntenanalyse en wetenschappelijk bewijs ALS congres 29 september 2017 Anita Beelen Huub Creemers Doelstellingen workshop

Nadere informatie

Samenstelling expertgroep, projectgroep, subwerkgroepen, focusgroepen

Samenstelling expertgroep, projectgroep, subwerkgroepen, focusgroepen Samenstelling expertgroep, projectgroep, subwerkgroepen, focusgroepen Expertgroep Dhr. P. (Peter) Quataert (voorzitter) Wondconsulent, ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen, Terneuzen Voorzitter V&VN Wondconsulenten

Nadere informatie

MULTIDISCIPLINAIRE RICHTLIJN WERK EN ERNSTIGE PSYCHISCHE AANDOENINGEN. Versie 0.0

MULTIDISCIPLINAIRE RICHTLIJN WERK EN ERNSTIGE PSYCHISCHE AANDOENINGEN. Versie 0.0 MULTIDISCIPLINAIRE RICHTLIJN WERK EN ERNSTIGE PSYCHISCHE AANDOENINGEN Versie 0.0 Datum Goedkeuring 21-04-2011 Methodiek Evidence based Verantwoording Trimbos-instituut Inhoudsopgave Multidisciplinaire

Nadere informatie

Wereldstemdag, Uden Evidence-based handelen: richtlijnen of niet? 16 april 2015. (c) Hanneke Kalf 1. Evidence-based handelen: richtlijnen of niet?

Wereldstemdag, Uden Evidence-based handelen: richtlijnen of niet? 16 april 2015. (c) Hanneke Kalf 1. Evidence-based handelen: richtlijnen of niet? Evidence-based handelen: richtlijnen of niet? Handout: downloadbaar via http://www.hannekekalf.nl/ebp @hannekekalf dr. Hanneke Kalf hanneke.kalf@radboudumc.nl www.hannekekalf.nl @hannekekalf Afdeling Revalidatie:

Nadere informatie

Wereldstemdag, Uden Evidence-based handelen: richtlijnen of niet? 16 april 2015. (c) Hanneke Kalf 1. Evidence-based handelen: richtlijnen of niet?

Wereldstemdag, Uden Evidence-based handelen: richtlijnen of niet? 16 april 2015. (c) Hanneke Kalf 1. Evidence-based handelen: richtlijnen of niet? Evidence-based handelen: richtlijnen of niet? Handout: downloadbaar via http://www.hannekekalf.nl/ebp @hannekekalf dr. Hanneke Kalf hanneke.kalf@radboudumc.nl www.hannekekalf.nl @hannekekalf Afdeling Revalidatie:

Nadere informatie

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen 1. Toelichting op het onderwijsmateriaal 1 Dit onderwijsmateriaal is gebaseerd op de NHGStandaard M71 van mei 2012 Van geen enkel medicament is aangetoond dat dit effectief zou zijn bij de behandeling

Nadere informatie

Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan

Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan Zorgleefplan, ondersteuningsplan en begeleidingsplan Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan Om goede zorg en/of ondersteuning te kunnen geven aan een cliënt is het werken

Nadere informatie

Nieuwe Richtlijn Decubitus 2011

Nieuwe Richtlijn Decubitus 2011 Nieuwe Richtlijn Decubitus 2011 Peter Quataert, Voorzitter V&VN Wondconsulenten Richtlijn-project EPUAP & NPUAP: Februari 2005 Guideline Development Groups Preventie: EPUAP C.Dealey, M.Clark, T.Defloor,

Nadere informatie

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Vragenlijst Behoefte als kompas, de oudere aan het roer Deze vragenlijst bestaat vragen naar uw algemene situatie, lichamelijke en geestelijke gezondheid, omgang met gezondheid

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

DRAAIBOEK BIJSCHOLING SIGNALEREN EN PREVENTIE VAN DECUBITUS

DRAAIBOEK BIJSCHOLING SIGNALEREN EN PREVENTIE VAN DECUBITUS DRAAIBOEK BIJSCHOLING SIGNALEREN EN PREVENTIE VAN DECUBITUS Met dit draaiboek (en de daarbij behorende bijlagen) kunt u een bij- of nascholingsbijeenkomst organiseren over signaleren en preventie van decubitus.

Nadere informatie

Richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen (2013)

Richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen (2013) Richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen (2013) Totstandkoming Richtlijn Werkwijze Samenstelling van de kerngroep en de werkgroep Bij de ontwikkeling van de richtlijn is

Nadere informatie

Landelijke multidisciplinaire richtlijn Smetten (intertrigo) preventie en behandeling

Landelijke multidisciplinaire richtlijn Smetten (intertrigo) preventie en behandeling Landelijke multidisciplinaire richtlijn Smetten (intertrigo) preventie en behandeling December 2011 Utrecht Verantwoordelijke instanties Uitvoering: Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging (LEVV)

Nadere informatie

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten.

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten. Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten. Inleiding Ziekte gerelateerde ondervoeding is nog steeds een groot probleem binnen de Nederlandse

Nadere informatie

STAPPENPLAN DECUBITUS IN DE EERSTE LIJN

STAPPENPLAN DECUBITUS IN DE EERSTE LIJN STAPPENPLAN DECUBITUS IN DE EERSTE LIJN Preventie en behandeling van decubitus. STAP 1: Screenen op decubitus. Hebt u doorligplekken of doorligwonden? Indien vraag 1 met ja wordt beantwoord: ga dan door

Nadere informatie

Ouderen en ondervoeding

Ouderen en ondervoeding Ouderen en ondervoeding Rens Henquet, Kaderarts ouderengeneeskunde Angela van Liempd, Huisarts/medisch directeur RCH Ellen Mathijssen, Diëtist De Wever Inleiding Casus Ondervoeding in de huisartsen praktijk,

Nadere informatie

Organiseren van zorg Niveau 3

Organiseren van zorg Niveau 3 Antwoorden stellingen Organiseren van zorg Niveau 3 NU ZORG Editie 2014 Pagina 1 Hoofdstuk 1. Het zorgproces 1. De holistische mensvisie gaat uit van de hele mens. Lichamelijke, psychische en sociale aspecten

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Vochtletsels of intertrigo

Patiënteninformatie. Vochtletsels of intertrigo Patiënteninformatie Vochtletsels of intertrigo Inhoud Inleiding... 3 Wat zijn vochtletsels?... 3 Hoe ontstaat deze irritatie?... 3 Hoe ziet een vochtletsel eruit?... 3 Wat gebeurt er indien de huid niet

Nadere informatie

Evidence based nursing: wat is dat?

Evidence based nursing: wat is dat? Evidence based nursing: wat is dat? Sandra Beurskens Lector kenniskring autonomie en participatie van mensen met een chronische ziekte Kenniskring autonomie en participatie EBN in de praktijk: veel vragen

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Spataderen

Werkinstructies voor de CQI Spataderen Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond spataderen te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden gebruikt

Nadere informatie

ZELFMANAGEMENT IN DE ZORGSTANDAARDEN

ZELFMANAGEMENT IN DE ZORGSTANDAARDEN ZELFMANAGEMENT IN DE ZORGSTANDAARDEN Sanne Niemer Anne-Margreet Strijbis Corrine Brinkman Emiel Rolink Helene Voogdt (PON) (Platform Vitale Vaten) (NDF) (LAN) (LAZ/CBO/CPZ) PROGRAMMA 1. QUIZ: wat is een

Nadere informatie

Richtlijn Mammacarcinoom

Richtlijn Mammacarcinoom Richtlijn Mammacarcinoom Truus Smit-Hoeksma Waterlandziekenhuis, Purmerend Fase in de richtlijnontwikkeling - uitwerken conclusie literatuursearch - schrijven aanbevelingen Aanleiding voor aanvullingen

Nadere informatie

PROBLEEMINVENTARISATIE, ZORGBEHANDELPLAN EN FRADIE

PROBLEEMINVENTARISATIE, ZORGBEHANDELPLAN EN FRADIE PROBLEEMINVENTARISATIE, ZORGBEHANDELPLAN EN FRADIE De probleeminventarisatie is een overzicht van beperkingen en problemen op verschillende levensgebieden: lichamelijke gezondheid, emotioneel welbevinden,

Nadere informatie

Terugkomdag Richtlijnontwikkeling

Terugkomdag Richtlijnontwikkeling Terugkomdag Richtlijnontwikkeling Martine Versluijs, PGOsupport Ilse Raats, CBO 5 maart 2015 Programma 10.00 Afgeleide producten van richtlijnen Patiëntenversies Keuzehulpen en gedeelde besluitvorming

Nadere informatie

LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT:

LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT: Op weg naar een Kamer Mondzorg Josef Bruers LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT: Quality for the future 4 oktober 2013 Kamer Mondzorg Werktitel voor een initiatief om in Nederland te komen

Nadere informatie

Vragenlijst Ervaren regie in de zorg

Vragenlijst Ervaren regie in de zorg Vragenlijst Ervaren regie in de zorg versie voor mondelinge afname Introductie Zwart = tekst interviewer Schuingedrukt = ter ondersteuning interviewer (niet hardop lezen) De vragen uit deze vragenlijst

Nadere informatie

Zoeken naar evidence

Zoeken naar evidence Zoeken naar evidence Faridi van Etten-Jamaludin Clinical librarian Medische Bibliotheek AMC 2 december 2008 Evidence Based Practice? Bij EBP worden klinische beslissingen genomen op basis van het best

Nadere informatie

Oktober Verantwoordelijkheidsverdeling in de zorg

Oktober Verantwoordelijkheidsverdeling in de zorg Oktober 2018 Verantwoordelijkheidsverdeling in de zorg Verantwoordelijkheidsverdeling in de zorg 1. Inleiding De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (hierna: de inspectie) ziet toe op de naleving van een

Nadere informatie

Maatregelen nemen om smetten te voorkomen bij een zorgvrager

Maatregelen nemen om smetten te voorkomen bij een zorgvrager OPDRACHTFORMULIER Maatregelen nemen om smetten te voorkomen bij een zorgvrager Naam student: Datum: Voordat je gaat oefenen 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen.

Nadere informatie

PROJECTPLAN Vroege herkenning en behandeling ondervoeding in revalidatiecentra

PROJECTPLAN Vroege herkenning en behandeling ondervoeding in revalidatiecentra PROJECTPLAN Vroege herkenning en behandeling in revalidatiecentra Voorbeeldversie A. Inleiding en deelnemende afdelingen Inleiding Ondervoeding is sinds 2010 een prestatie indicator voor de revalidatiecentra.

Nadere informatie

Beïnvloedende factoren vanuit EBNN die de implementatie van innovaties op verpleegafdelingen bevorderen

Beïnvloedende factoren vanuit EBNN die de implementatie van innovaties op verpleegafdelingen bevorderen Associatiedag Katrin Gillis, Krista Turnhout Heeren 12 en september Hilde Lahaye 2011 Beïnvloedende factoren vanuit EBNN die de implementatie van innovaties op verpleegafdelingen bevorderen 1 De EBNN bijdragen

Nadere informatie

Multimorbiditeit & Klinisch redeneren. Karin Timm Hester Vermeulen

Multimorbiditeit & Klinisch redeneren. Karin Timm Hester Vermeulen Multimorbiditeit & Klinisch redeneren Karin Timm Hester Vermeulen Mw B Voorstellen Gezondheidsprobleem Multimorbiditeit Twee of meer (chronische) ziekten tegelijkertijd Bijna 2 miljoen mensen! Bij 2/3

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Hypermobiliteit

PATIËNTEN INFORMATIE. Hypermobiliteit PATIËNTEN INFORMATIE Hypermobiliteit 2 PATIËNTENINFORMATIE In deze folder willen wij de behandeling van klachten ten gevolge van hypermobiliteit in ons revalidatiecentrum toelichten. Inleiding Ten gevolge

Nadere informatie

1. Hoe stap ik het (her)indicatiegesprek in bij een cliënt met een gerichte PGB-vraag?

1. Hoe stap ik het (her)indicatiegesprek in bij een cliënt met een gerichte PGB-vraag? IK KRIJG DE VRAAG OM EEN PGB TE INDICEREN, WAT DOE IK? 1. Hoe stap ik het (her)indicatiegesprek in bij een cliënt met een gerichte PGB-vraag? Als verpleegkundige kom je nooit bij een cliënt om een PGB

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de

Nadere informatie

De verpleegkundige als melder van bijwerkingen?

De verpleegkundige als melder van bijwerkingen? De verpleegkundige als melder van bijwerkingen? Verslag van de resultaten van een enquête maart 2016 De verpleegkundige als melder van bijwerkingen? Samenvatting 3 1 Inleiding 4 2 Enquête 5 3 Resultaten

Nadere informatie

HET VOORKÓMEN VAN HANDECZEEM

HET VOORKÓMEN VAN HANDECZEEM HET BELANG VAN ONZE HANDEN Het is wellicht iets waar niemand iedere dag bij stilstaat, maar onze handen zijn erg belangrijk. Zonder handen zouden we dagelijkse klusjes onmogelijk kunnen uitvoeren en zou

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek DBC COPD - Eerste lijn (2011)

Klanttevredenheidsonderzoek DBC COPD - Eerste lijn (2011) Klanttevredenheidsonderzoek DBC COPD - Eerste lijn (2011) Inhoudsopgave Verslag 2-4 Grafieken 5-10 Samenvatting resultaten 11-16 Bijlage - Vragenlijst 17+18 Cohesie Cure and Care Hagerhofweg 2 5912 PN

Nadere informatie

DRAAIBOEK BIJSCHOLING SIGNALEREN = IETS DOEN MET WAT JE OPVALT

DRAAIBOEK BIJSCHOLING SIGNALEREN = IETS DOEN MET WAT JE OPVALT DRAAIBOEK BIJSCHOLING SIGNALEREN = IETS DOEN MET WAT JE OPVALT Met dit draaiboek (en de daarbij behorende bijlagen) kunt u een bij- of nascholingsbijeenkomst organiseren over signaleren. Deze bij- of nascholing

Nadere informatie

Wat kan ik doen als ik al wonden heb? Deze folder is ook voor u. De adviezen om doorliggen te voorkomen, kunnen u ook helpen.

Wat kan ik doen als ik al wonden heb? Deze folder is ook voor u. De adviezen om doorliggen te voorkomen, kunnen u ook helpen. Voor wie is deze folder? Deze folder is voor u als u lang in bed moet liggen. Of als u lang in een stoel of rolstoel moet zitten. Wij leggen uit wat u kunt doen om doorliggen te voorkomen. Wat is doorliggen?

Nadere informatie

Kwaliteitscriteria Rotterdam Stroke Service April 2011

Kwaliteitscriteria Rotterdam Stroke Service April 2011 Kwaliteitscriteria Rotterdam Stroke Service April 2011 Inleiding De missie van de RSS is Het realiseren van de best mogelijke kwaliteit van leven voor iedere CVA-patiënt binnen de regio Rotterdam, uitgaande

Nadere informatie

Update Multidisciplinaire richtlijn ALS fysiotherapie, ergotherapie en logopedie: stand van zaken

Update Multidisciplinaire richtlijn ALS fysiotherapie, ergotherapie en logopedie: stand van zaken www.als-centrum.nl Update Multidisciplinaire richtlijn ALS fysiotherapie, ergotherapie en logopedie: stand van zaken Anita Beelen Senioronderzoeker Revalidatie AMC-UMCU Projectleider Richtlijnproject Richtlijnwerkgroep

Nadere informatie

Het organiseren van een MDO

Het organiseren van een MDO Het organiseren van een MDO Handreiking voor de organisatie van Multidisciplinair Overleg i.h.k.v. de keten ouderenzorg ZIO, Zorg in ontwikkeling VERSIE 1.0, 170131 Inleiding Gezien het multidisciplinaire

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Handhygiëne in Nederlandse ziekenhuizen

Handhygiëne in Nederlandse ziekenhuizen Handhygiëne in Nederlandse ziekenhuizen Elise van Beeck Maatschappelijke Gezondheidszorg & Medische Microbiologie en Infectieziekten Erasmus MC Rotterdam Overzicht presentatie Introductie: waar is het

Nadere informatie

Stichting Dichterbij unit Sterk voor Werk

Stichting Dichterbij unit Sterk voor Werk RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013 BLIK op WERK KEURMERK 1 Inhoudsopgave 2 Bevindingen 2.1 Algemeen 2.2 Voortraject inzicht in aanpak 2.3 Uitvoering 2.4 Begeleiding 2.5 Afronding 2.6 Communicatie en bereikbaarheid

Nadere informatie

richtlijnen basis voor kwaliteit

richtlijnen basis voor kwaliteit richtlijnen basis voor kwaliteit het IKNL alles-in-één concept Alle kankerpatiënten in Nederland hebben recht op de best mogelijke zorg tijdens en na hun behandeling. U, als zorgprofessional, zet zich

Nadere informatie

Rapportage Weergave journaalregels in de ZorgDomein verwijsbrief

Rapportage Weergave journaalregels in de ZorgDomein verwijsbrief Rapportage Weergave journaalregels in de ZorgDomein verwijsbrief September 2013 Pieter Langers Laurens Pronk ZorgDomein, 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 Aanleiding... 3 Doel onderzoek... 3 Werkwijze

Nadere informatie

Rapportage. Werkgroep 7 Kennis en Voorlichting

Rapportage. Werkgroep 7 Kennis en Voorlichting Rapportage Werkgroep 7 Kennis en Voorlichting Werkgroepleden Annemiek van Dorst, fysiotherapeut Astrid Lanslots, diëtist Thuiszorg Mark en Maas Judith Vera, fysiotherapeut Marianne Jansen, Huispitaal Janine

Nadere informatie

Transmurale zorgbrug

Transmurale zorgbrug Transmurale zorgbrug 13 februari 2014 Geriatriedagen 2014 Renate Agterhof, verpleegkundig specialist Spaarne Ziekenhuis Marina Tol, onderzoekscoördinator AMC Programma Aanleiding, ontwikkeling en stand

Nadere informatie

Voorlichting Dialoogtafelmethodiek. Korte versie voor de deelnemende aan de dialoogtafel professionals

Voorlichting Dialoogtafelmethodiek. Korte versie voor de deelnemende aan de dialoogtafel professionals Voorlichting Dialoogtafelmethodiek Korte versie voor de deelnemende aan de dialoogtafel professionals Academische Werkplaatsen TJ Wat? Kennisinfrastructuur waarin praktijk, beleid, onderzoek en onderwijs

Nadere informatie

AFKORTINGEN IN TABELLEN

AFKORTINGEN IN TABELLEN VERANTWOORDING Dit document bevat de tabellen waarop het volgende artikel gebaseerd is: Veer, A.J.E. de, Francke, A.L. Verpleegkundigen positief over bevorderen van zelfmanagement. TVZ: Tijdschrift voor

Nadere informatie

Verschil richtlijn en zorgstandaard. Anja Stevens, psychiater Refereermiddag SCBS, 22 juni 2017

Verschil richtlijn en zorgstandaard. Anja Stevens, psychiater Refereermiddag SCBS, 22 juni 2017 Verschil richtlijn en zorgstandaard Anja Stevens, psychiater Refereermiddag SCBS, 22 juni 2017 Hoe begon het? In 2012 bestuurlijk akkoord tussen overheid, zorgaanbieders, beroepsverenigingen, zorgverzekeraars

Nadere informatie

Zorgvraag/aandoening(en) waarop de kwaliteitsstandaard betrekking heeft:

Zorgvraag/aandoening(en) waarop de kwaliteitsstandaard betrekking heeft: Aanbiedingsformulier Op grond van dit aanbiedingsformulier heeft Zorginstituut Nederland getoetst of de kwaliteitsstandaard voldoet aan de criteria uit het Toetsingskader. Dit document speelt een essentiële

Nadere informatie

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER)

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) Juni 2004 INLEIDING Voor u ligt een stappenplan dat gebaseerd is op de CBO-richtlijn

Nadere informatie

SAMENWERKEN IN DE PALLIATIEVE ZORG IN DE EERSTELIJN

SAMENWERKEN IN DE PALLIATIEVE ZORG IN DE EERSTELIJN SAMENWERKEN IN DE PALLIATIEVE ZORG IN DE EERSTELIJN een onderzoek naar de ontwikkeling en implementatie van het Zorgprogramma Palliatieve Eerstelijnszorg in de deelgemeente Rotterdam Kralingen - Crooswijk

Nadere informatie

Bevorderen van een gezonde leefstijl van cliënten door begeleiders: hoe doen we dat bij Talant en hoe kan het nog beter?

Bevorderen van een gezonde leefstijl van cliënten door begeleiders: hoe doen we dat bij Talant en hoe kan het nog beter? 25 juni 2018 Bevorderen van een gezonde leefstijl van cliënten door begeleiders: hoe doen we dat bij Talant en hoe kan het nog beter? Ruud Tap, Marloes Wessel, Trienke Postma, Ali Pit en Jeanet Landsman

Nadere informatie

Psychiatrie en somatiek erkennen noodzaak tot samenwerking bij psychiatrische patiënten met somatische comorbiditeit

Psychiatrie en somatiek erkennen noodzaak tot samenwerking bij psychiatrische patiënten met somatische comorbiditeit Psychiatrie en somatiek erkennen noodzaak tot samenwerking bij psychiatrische patiënten met somatische comorbiditeit De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft in 2012 tot begin 2013 een thematoezicht

Nadere informatie

Voetzorg bij diabetes mellitus: Wat kunt u zelf doen?!

Voetzorg bij diabetes mellitus: Wat kunt u zelf doen?! Voetzorg bij diabetes mellitus: Wat kunt u zelf doen?! 2 Diabetes mellitus is een ziektebeeld waarbij het evenwicht in de bloedsuikerspiegel verstoord is (suikerziekte). Veel mensen met diabetes mellitus

Nadere informatie

RESULTATEN NATIONALE PIJNMETING: PIJNPATIENTEN SIGNALEREN ERNSTIG GEBREK AAN ERKENNING EN GOEDE ZORG

RESULTATEN NATIONALE PIJNMETING: PIJNPATIENTEN SIGNALEREN ERNSTIG GEBREK AAN ERKENNING EN GOEDE ZORG Verslag bijeenkomst 21 januari 2011 Erasmus MC RESULTATEN NATIONALE PIJNMETING: PIJNPATIENTEN SIGNALEREN ERNSTIG GEBREK AAN ERKENNING EN GOEDE ZORG Partners Mijnpijn.nl vinden dat chronische pijn prioriteit

Nadere informatie

Als genezing niet meer mogelijk is

Als genezing niet meer mogelijk is Algemeen Als genezing niet meer mogelijk is www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl ALG043 / Als genezing niet meer mogelijk is / 06-10-2015 2 Als

Nadere informatie

Zorgprogramma voor mensen met gerontopsychiatrische problematiek in het verpleeghuis

Zorgprogramma voor mensen met gerontopsychiatrische problematiek in het verpleeghuis Zorgprogramma voor mensen met gerontopsychiatrische problematiek in het verpleeghuis Anne van den Brink Specialist Ouderengeneeskunde Onderzoeker Pakkende ondertitel Inhoud presentatie Inleiding Aanleiding

Nadere informatie

Procedure modulair onderhoud van richtlijnen. September 2015

Procedure modulair onderhoud van richtlijnen. September 2015 Procedure modulair onderhoud van richtlijnen September 2015 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Uitgangspunten... 3 1. Regiehouder... 4 2. Beoordelen op actualiteit... 6 3. Prioritering voor actualisatie... 8

Nadere informatie

Arbokennis ontsloten

Arbokennis ontsloten Arbokennis ontsloten Kennis voor en door(?) arboprofessionals NVvA symposium maart 2012 Door: Huib Arts Kennisbronnen (1) Tekst communicatie: De wetenschappelijke wereld / Kennisinstituten Handboeken en

Nadere informatie

9Decubitus en smetten

9Decubitus en smetten DC 9Decubitus en smetten 1 Inleiding Als helpende zorg en welzijn krijg je te maken met cliënten die veel op bed liggen, of cliënten in een rolstoel. Deze mensen zitten of liggen vaak lang in dezelfde

Nadere informatie

De delirante patiënt van vergeetachtig tot verwardheid

De delirante patiënt van vergeetachtig tot verwardheid De delirante patiënt van vergeetachtig tot verwardheid Marja Jellesma-Eggenkamp Klinische geriatrie Alysis 25 mei 2010 symposium Zevenaar 1 Kwetsbare ouderen inleiding >25% opgenomen patiënten 70+ 10-40%

Nadere informatie

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij zorg voor ouderen! Optimale zorg voor ouderen in een kwetsbare positie

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij zorg voor ouderen! Optimale zorg voor ouderen in een kwetsbare positie Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij zorg voor ouderen! Optimale zorg voor ouderen in een kwetsbare positie Nederland vergrijst. Er komen steeds meer ouderen met steeds meer en verschillende soorten

Nadere informatie

workshop besluitvorming in de palliatieve fase

workshop besluitvorming in de palliatieve fase workshop besluitvorming in de palliatieve fase Alexander de Graeff, internist-oncoloog UMC Utrecht, hospice-arts Demeter Marjolein van Meggelen, oncologieverpleegkundige Aveant Consulenten PalliatieTeam

Nadere informatie

Beweegmakelaar Intake * (vragenlijst) Voeding. Diëtist **

Beweegmakelaar Intake * (vragenlijst) Voeding. Diëtist ** Beweegmakelaar Intake * (vragenlijst) Bewegen Voeding Gedrag Geneesmiddel *** Fysio ** Sport Diëtist ** POH GGZ Apotheek/ Huisarts GZ Psycholoog ** *) Intake vindt plaats bij de beweegmakelaar = aanmeldpunt.

Nadere informatie

Multidisciplinaire richtlijn aspecifieke KANS. Inzicht in beloop van beperkingen en verzuim

Multidisciplinaire richtlijn aspecifieke KANS. Inzicht in beloop van beperkingen en verzuim Multidisciplinaire richtlijn aspecifieke KANS Inzicht in beloop van beperkingen en verzuim 28 februari 2015, Utrecht Anita Feleus Kenniscentrum Zorginnovatie Hogeschool Rotterdam Samenwerking richtlijn

Nadere informatie

Nikki van der Meer. Stage eindverslag. Stage Cordaan Thuiszorg.

Nikki van der Meer. Stage eindverslag. Stage Cordaan Thuiszorg. Nikki van der Meer. Stage eindverslag Stage Cordaan Thuiszorg. Klas: lv13-4agz2 Student nummer: 500631386 Docentbegeleider: Marieke Vugts Werkbegeleider: Linda Pieterse Praktijkopleider: Evelien Rijkhoff

Nadere informatie

RESULTATEN PATIENTEN ENQUETE 2015. Hoe vaak heeft u in de afgelopen 6 maanden contact (spreekuur, huisbezoek, telefonisch consult) gehad met de HAPEC?

RESULTATEN PATIENTEN ENQUETE 2015. Hoe vaak heeft u in de afgelopen 6 maanden contact (spreekuur, huisbezoek, telefonisch consult) gehad met de HAPEC? RESULTATEN PATIENTEN ENQUETE 2015 Hoe vaak heeft u in de afgelopen 6 maanden contact (spreekuur, huisbezoek, telefonisch consult) gehad met de HAPEC? Gemiddeld 5 x Vind u dat u altijd door een arts geholpen

Nadere informatie

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A Individueel verslag de Reus klas 4A Overzicht en tijdsbesteding van taken en activiteiten 3.2 Wanneer Planning: hoe zorg je ervoor dat het project binnen de beschikbare tijd wordt afgerond? Wat Wie Van

Nadere informatie

INTERMED Self-Assessment Het scoren van BioPsychoSociale Gezondheidszorg behoeften vanuit perspectief van de oudere Maart 2011

INTERMED Self-Assessment Het scoren van BioPsychoSociale Gezondheidszorg behoeften vanuit perspectief van de oudere Maart 2011 INTERMED Self-Assessment Het scoren van BioPsychoSociale Gezondheidszorg behoeften vanuit perspectief van de oudere Maart 2011 De INTERMED 1 is een instrument waarmee zorgcomplexiteit kan worden vastgesteld.

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Revalidatiecentra Volwassenen en Ouders van Kinderen

Werkinstructies voor de CQI Revalidatiecentra Volwassenen en Ouders van Kinderen Werkinstructies voor de Volwassenen en Ouders 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg in revalidatiecentra te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst

Nadere informatie

Samenvatting. Een complex beeld

Samenvatting. Een complex beeld Samenvatting Een complex beeld Vroeg herkende lymeziekte na een tekenbeet is goed te behandelen met antibiotica. Het beeld wordt echter complexer als de symptomen minder duidelijk zijn of als de patiënt

Nadere informatie

Blauwdruk patiëntenparticipatie in richtlijnontwikkeling Leidraad voor richtlijnmakers

Blauwdruk patiëntenparticipatie in richtlijnontwikkeling Leidraad voor richtlijnmakers Blauwdruk patiëntenparticipatie in richtlijnontwikkeling Leidraad voor richtlijnmakers Ontwikkeld door: Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF)

Nadere informatie

Lectoraat Acute Intensieve Zorg

Lectoraat Acute Intensieve Zorg Dr. Lilian Vloet (projectleider) Marijke Noome MSc (onderzoeker en verpleegkundige) Drs. Boukje Dijkstra (onderzoeker en IC-verpleegkundige) Lectoraat Acute Intensieve Zorg Inhoud Aanleiding project End-of-life

Nadere informatie

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Epidemiologie, preventie, diagnostiek,

Nadere informatie

BRONCHIËCTASIE POLIKLINIEK. In deze folder leest u meer over bronchiëctasieën en de bronchiëctasie polikliniek van het UCCZ Dekkerswald.

BRONCHIËCTASIE POLIKLINIEK. In deze folder leest u meer over bronchiëctasieën en de bronchiëctasie polikliniek van het UCCZ Dekkerswald. BRONCHIËCTASIE POLIKLINIEK In deze folder leest u meer over bronchiëctasieën en de bronchiëctasie polikliniek van het UCCZ Dekkerswald. Het ziektebeeld Wat zijn bronchiëctasieën? Bronchiëctasieën zijn

Nadere informatie

Intensieve Zorgafdeling de Hazelaar

Intensieve Zorgafdeling de Hazelaar Intensieve Zorgafdeling de Hazelaar 2 Doelstelling Het doel van het project is om patiënten die vallen binnen de doelgroep zo spoedig mogelijk weer naar de - of een thuissituatie te laten terugkeren of

Nadere informatie

Procedures Richtlijnen

Procedures Richtlijnen Nederlandse Vereniging voor Urologie Conceptversie 1.0 vastgesteld HV 22 mei 2014 Procedures Richtlijnen 1 Inhoud Begrippen... 3 Inleiding... 4 1. Ontwikkeling richtlijnen... 4 2. Consultatie / Commentaarfase...

Nadere informatie

Ergotherapie. Beter voor elkaar

Ergotherapie. Beter voor elkaar Ergotherapie Beter voor elkaar Ergotherapie in het Ikazia Ziekenhuis en daarbuiten Deze folder informeert u over ergotherapie in het Ikazia Ziekenhuis en daarbuiten. Heeft u na het lezen van deze folder

Nadere informatie

WZH Richtlijn Smetten

WZH Richtlijn Smetten WZH Richtlijn Smetten Status document: Definitief Ingangsdatum: September 2012 Evaluatiedatum: September 2014 Auteur: Verantwoordelijk: Locatie exemplaren: Bekend bij: Rubriek: Werkgroep WZH Huidletsel

Nadere informatie